Coach-scan, tool voor verenigingstrainers

2014
Coach-scan, tool voor verenigingstrainers
Tamara Kramer
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Inleiding
In dit document kunt u de resultaten teruglezen van een onderzoek naar tips voor coaches. Hierbij is een tool ontwikkeld die verenigingstrainers kunnen helpen bij het verder optimaliseren van hun trainer/coach capaciteiten. Deze tool heet de coach-scan en kunt u vinden in
dit document. Coaches kunnen deze tool zelf invullen of door de spelers in laten vullen. Achttien coaches zijn betrokken geweest bij het
verzamelen van de tips. Helaas heeft niet elk onderdeel van de coach-scan een tip, maar de meesten wel en heel praktische tips die
meteen meegenomen kunnen worden in trainingen of wedstrijden. Mochten er vragen zijn of onduidelijkheden dan kunt u contact opnemen met: Tamara Kramer ([email protected])
Samenvatting onderzoek
Introductie
De coach speelt een grote rol in de ontwikkeling van talenten (Bakker & Oudejans, 2012). De coach bepaalt een groot deel van bijvoorbeeld de training, wedstrijdvoorbereiding en tactiek. De taak van de coach is om sporters te helpen in het halen van hun prestatiedoelen.
De coach richt zich hierbij onder meer op organisatie, training en wedstrijden. Om gezamenlijk doelen te kunnen halen, zullen de coach
en het talent samen optimaal moeten functioneren. Hierbij kan het talent een voorkeur hebben voor bepaalde aspecten van de coach. Dit
onderzoek heeft als doel deze voorkeuren in kaart te brengen en een tool te ontwikkelen die coaches kunnen gebruiken om er achter te
komen wat de talenten van de coach vinden en waar verbeterpunten zitten voor de talent-coach relatie.
Methode
In dit onderzoek hebben 295 sporters (17,2±2,7 jaar, 134 jongens) de coach-scan twee keer ingevuld. De sporten die zij beoefenden waren tennis, voetbal, turnen, zwemmen, basketbal en atletiek. De coach-scan is opgesteld op basis van het onderzoek van Choi, Cho en
Kim (2005) en Van der Ark e.a. (2009). De coach-scan bestond uit verschillende onderdelen namelijk; eigenschappen en houding, mogelijkheden en vaardigheden, kennis, opleiding en ervaring, instructie methode, interpersoonlijke relaties, management en zelfregulatie. In
totaal waren er 65 stellingen waarop geantwoord kon worden van 1-helemaal mee oneens tot 7-helemaal mee eens. Met een factoranalyse is gekeken welke categorieën overbleven en of de coach-scan betrouwbaar was. Vervolgens is de coach-scan vernieuwd en uitgebreid met adviezen van coaches. Hiervoor zijn adviezen bij 18 ervaren coaches verzameld door middel van interviews.
Resultaten
Uiteindelijk bleven er zes schalen over met in totaal 43 items, te weten; kennis (11), zelfregulatie (11), trainingsomgeving (6), coachen en
begeleiden (7), gedrag (5) en sfeer (3). De Cronbach's alfa was .85 en Intra Class Coëfficiënt van .74. De coach-scan bestaat uit 43 stellingen over hoe de coach op alle zes onderdelen zou kunnen verbeteren. In totaal zijn 153 tips verzameld van 18 ervaren coaches. Een
voorbeeld is over hoe je beter kunt communiceren als coach; “Spreek verwachtingen over en weer uit en zorg dat je open bent naar het
talent en de ouders toe”.
Conclusie
Een bruikbare tool is ontwikkeld die coaches inzicht kan geven hoe talenten tegen de coach aankijken en wat verbeterpunten zijn voor
wat betreft de talent-coach relatie. Daarnaast kunnen de tips beginnende coaches houvast bieden in het ontwikkelen van sporters en hun
rol als coach. Deze tool is niet alleen geschikt voor talent coaches maar kan breed toegepast worden voor iedere coach die samen met
sporters werkt aan het halen van prestatiedoelen.
Coach scan
Mijn coach de volgende aspecten / Ik bezit als coach de volgende aspecten
Geef het vakje dat je het meest vindt passen een kleurtje.
De coach is (of ik ben) iemand die…
Helemaal
KENNIS
De coach is (of ik ben) iemand die…
mee
Helemaal
Neutraal
mee eens
oneens
kennis heeft van zelfmanagement (in de hand houden van gezondheid en stress)
1
2
3
4
5
6
7
voor een harmonieuze (stabiele) relatie met andere organisaties zorgt
1
2
3
4
5
6
7
kennis heeft van inspanningsfysiologie (meten van de invloed van lichamelijke inspanningen)
1
2
3
4
5
6
7
een goede opleiding heeft en veel ervaring heeft
1
2
3
4
5
6
7
kwaliteiten bezit met betrekking tot risicomanagement (in de hand houden van risico’s), aan-
1
2
3
4
5
6
7
kennis heeft van sportvoeding
1
2
3
4
5
6
7
kennis heeft van sportmanagement (regelen van alles binnen de sport)
1
2
3
4
5
6
7
kennis heeft over apparatuur en facilitair management (het regelen van ondersteunende voor-
1
2
3
4
5
6
7
een certificaat/diploma heeft
1
2
3
4
5
6
7
kennis heeft van biomechanica (kennis van het bewegingsapparaat van de mens)
1
2
3
4
5
6
7
kennis heeft van sportgeneeskunde
1
2
3
4
5
6
7
sprakelijkheid kwesties en nalatigheid (slordigheid) kwesties
zieningen)
ZELFREGULATIE
De coach is (of ik ben) iemand die…
Helemaal
mee
Helemaal
Neutraal
mee eens
oneens
Een sporter helpt om te geloven dat deze zijn doel kan bereiken
1
2
3
4
5
6
7
een sporter helpt om inzicht te krijgen in de eigen sterke en zwakke punten
1
2
3
4
5
6
7
een sporter helpt om heldere en realistisch doelen te stellen
1
2
3
4
5
6
7
een sporter helpt om zich in te blijven zetten
1
2
3
4
5
6
7
rekening houdt met de ontwikkelingsfasen waarin de sporter zich bevindt
1
2
3
4
5
6
7
de sporter de doelen laat stellen
1
2
3
4
5
6
7
een sporter helpt om de voortgang te evalueren
1
2
3
4
5
6
7
de zelfstandigheid (autonomie) van de sporter bevordert
1
2
3
4
5
6
7
een sporter helpt om de voortgang bij te houden tijdens de training
1
2
3
4
5
6
7
een sporter helpt een planning te maken
1
2
3
4
5
6
7
rekening houdt met significante (belangrijke) anderen (bijv. ouders)
1
2
3
4
5
6
7
TRAININGSOMGEVING
De coach is (of ik ben) iemand die…
Helemaal
mee
Helemaal
Neutraal
mee eens
oneens
enthousiast is
1
2
3
4
5
6
7
sport theorieën praktisch kan toepassen
1
2
3
4
5
6
7
zich kan aanpassen aan verschillende omgevingen
1
2
3
4
5
6
7
een efficiënte en veilige werkomgeving van creëren
1
2
3
4
5
6
7
creatief is
1
2
3
4
5
6
7
problemen kan oplossen
1
2
3
4
5
6
7
COACHEN EN BEGELEIDEN
De coach is (of ik ben) iemand die…
Helemaal
mee
Helemaal
Neutraal
mee eens
oneens
goed kan communiceren
1
2
3
4
5
6
7
atleten kan motiveren
1
2
3
4
5
6
7
passende feedback geeft op de prestatie van de atleet
1
2
3
4
5
6
7
zelfvertrouwen heeft
1
2
3
4
5
6
7
bezit vaardigheden om sporters te begeleiden
1
2
3
4
5
6
7
ambitieus is (veel wil bereiken)
1
2
3
4
5
6
7
instructie geeft die passen bij de vaardigheden van de atleet
1
2
3
4
5
6
7
GEDRAG
De coach is (of ik ben) iemand die…
Helemaal
mee
Helemaal
Neutraal
mee eens
oneens
instructies geeft zonder discriminatie
1
2
3
4
5
6
7
zelfcontrole heeft
1
2
3
4
5
6
7
geduld laat zien in zijn uitleg
1
2
3
4
5
6
7
ethisch verantwoord gedrag vertoont
1
2
3
4
5
6
7
voor een harmonieuze (stabiele) relatie met de ouders van de jonge sporter zorgt
1
2
3
4
5
6
7
SFEER
De coach is (of ik ben) iemand die…
Helemaal
mee
Helemaal
Neutraal
mee eens
oneens
sportiviteit toont
1
2
3
4
5
6
7
vriendelijk is
1
2
3
4
5
6
7
gevoel voor humor heeft
1
2
3
4
5
6
7
Tips voor de coach
In het volgende deel vind u de tips die passen bij de coach-scan. Het is verstandig om dus eerste de coach-scan af te nemen en dat te kijken waar u als coach uzelf in zou kunnen verbeteren. Dan staan er bij dat onderdeel tips die u zullen helpen naar het optimaliseren van u
coach capaciteiten.
Kennis
Kennis heeft van
zelfmanagement
(in de hand houden van gezondheid en stress)
Voor een
harmonieuze
(stabiele)
relatie met
andere organisaties zorgt
Kennis heeft van inspanningsfysiologie (meten
van de invloed van lichamelijke inspanningen)
Een goede opleiding en veel ervaring heeft
Kennis heeft van
sportmanagement
(regelen van alles
binnen de sport)
Kennis heeft over
apparatuur en
facilitair management (het regelen
van ondersteunende voorzieningen)
Een certificaat/diploma heeft
Kennis heeft van biomechanica (kennis
van het bewegingsapparaat van de mens)
Zorg dat je duidelijk hebt wat je wilt
bereiken met je
sporter en voor
jezelf
Werk samen
daarmee kun
je elkaar helpen.
Test de sporters om te
weten waar ze staan in
hun ontwikkeling.
Volg een sportspecifieke cursus.
Zorgen dat je je
verantwoordelijk
voelt voor alles om
de sport heen en dat
materialen aanwezig
zijn voor een training
Praat met de gemeente over wat
er nodig is.
Volg cursussen
specifiek binnen de
sport.
Zorg dat je kennis op
doet van collega trainers.
Maak jaarplannen
en werk vanuit
deze plannen
Houdt contact
met je relaties
en zoek de
mensen af en
toe op.
Zorg dat je kennis het
van fysiologie die van
belang is voor periodisering.
Doe de opleiding
Academie voor
lichamelijke opvoeding (ALO)
en/of onderwijskunde
Kijk veel naar
sporters.
Zorg dat je weet
wat je wilt op facilitair gebied
Volg cursussen van
NLcoach.
Maak schema's voor de
sporters.
Lees artikelen over
de sport.
Volg workshops.
Bekijk filmpjes op
youtube.
Lees boeken .
Zelfregulatie
Een sporter helpt om te
geloven dat deze zijn
doel kan bereiken
Een sporter helpt
om inzicht te
krijgen in de
eigen sterke en
zwakke punten
Een sporter helpt om
heldere en realistisch
doelen te stellen
Een sporter helpt om
zich in te blijven zetten
Rekening houdt met de
ontwikkelingsfasen waarin
de sporter zich bevindt
Een sporter helpt
om de voortgang te
evalueren
De zelfstandigheid
(autonomie) van
de sporter bevordert
Een sporter helpt
een planning te
maken
Zorg dat doelen realistisch zijn en niet te hoog
gegrepen zijn.
Vragen wat ze
goed vinden en
door middel van
analyses laten
zien of dit ook zo
is.
Stel alles in perspectief. Zet ze niet voor
een blok. Zorg af en
toe voor ontspanning.
Af en toe gewoon gek
doen.
Kijk wat ze wel en niet
kunnen en pas je hierop
aan. En pak een specifiek
punt om aan te werken.
Tijdens wedstrijden
bijhouden hoe vaak
iets nog voorkomt
en dat met de sporter bespreken.
Ze moeten leren
keuzes te maken
in de sport en
buiten de sport.
Kennis van
wat er
speelt en
helpen dat
er een
balans
ontstaat.
Samen stippel je de weg
naar de droom uit.
In gesprek gaan
met de persoon
en tijdens trainingen dit ook
meteen doen en
dan vragen stellen
Samen bespreken en
plan voor dat doel maken en alles in gesprek.
De sporter ook meelaten beslissen in dingen
die in de training gebeuren.
Vragenderwijs doel op
stellen met sporters en
daarin spiegelen.
Als trainer moet je je
volledig inzetten zodat
de sporter dat ook
gaat doen en je helpt
hem daarbij door een
goed voorbeeld te
zijn.
Tijdens trainingen
aspecten meten om
zo de sporter te
laten zien hoe deze
er voor staat.
Zorgen dat je de
sporter centraal
zet
Situatie uitlokken en
sporter zo bewust maken van zijn mogelijkheden. En dan in gesprek
gaan.
Zelf vragenlijst laten
invullen met doelen en
daar dan over in gesprek gaan
Sporters laten
analyseren van
hun eigen kunnen
Zorg voor korte en
lange termijn doelen.
De sporter moet ze wel
kunnen halen.
Blijven stimuleren en
uitdagen
Mentaal iedereen op dezelfde manier benaderen,
maar fysiek is niet iedereen even ver ontwikkeld.
Je kunt je dan meer op
techniek richten voor je
kracht en snelheid toevoegt.
Maak sporters zelf bewust
van hun gedrag en in de
pubertijd is dit helemaal
belangrijk
Vragen stellen. Wat
ging er goed wat
minder? Maar altijd
positief blijven.
Sporters zelf laten
nadenken over
wat er gebeurt
tijdens de training
Praat met de sporter en
stel specifieke doelen
met ze op.
Trainingsgroep moet
een goede band hebben met elkaar
Bedenk wat van belang is
per leeftijd. Jong meer
techniek en ouder meer
prestatie.
Uitleggen wat voor
doelen er zijn en dat ze
niet afhankelijk moeten
zijn van een ander.
Vooral richten op eigen
verbetering
Volwassen benadering
Bedenk wat je van een
bepaalde leeftijd mag
verwachten
Positief benaderen en
anticiperen op lichaamstaal en praten
Zorg dat ze succesbelevingen hebben.
Maak kenbaar wat de
mogelijkheden zijn zodat
de sporter dit ook gaat
geloven.
Zorg voor verschil doelen in wedstrijdsport en
recreatieve sport
Laten inzien dat ze
toch waardevol zijn
als ze minder presteren
In puberteit ook andere verantwoordelijkheden geven
Zorg voor betrokkenheid bij de club
Trainingsomgeving
Enthousiast is
Sporttheorieën praktisch
kan toepassen
Zich kan aanpassen aan
verschillende omgevingen
Werk met mensen die enthousiast zijn
dan wordt je dat ook. En hou van de
sport.
Veel lezen en dan oefenen in de trainingen. Wat
werkt wel en wat werkt
niet kom je dan wel
achter.
Bedenk trainingen die passen bij de verschillende
omgevingen zoals binnen
en buiten en maak het uitdagend.
Zorg dat je positief bent en energie
geeft. Geef complimenten aan de sporters
Lees tijdschriften en
bekijk websites. En kijk
naar andere trainers en
praat met elkaar.
Zorg dat je geïnteresseerd
bent en specialiseer je op
verschillende terreinen.
Laten zien dat je enthousiast bent over
vooruitgang en varieer veel, dat zorgt
ook voor enthousiasme
Training geven is ook
experimenteren. Daar
pas je dan dingen toe en
als iets niet werkt dan
zoek je verder naar wat
wel werkt.
Sporters de theorie laten
ervaren. Dus laten merken wat is echt techniek
en wat is mentaal.
Let als iets niet loopt om
dan maar een andere oefening brengen. Niet volharden in dat je dat wil doen
als trainer in die training.
Je moet niet als een houtenklaas voor
de groep staan. Trainen is niet altijd
leuk en de trainer kan de sfeer bepalen
en zorgen dat de sporters toch hun
grenzen verleggen. Je moet dus wel
enthousiast zijn.
Zorg dat je energie geeft aan de sporter. En geef aan als je je een keer niet
zo lekker voelt als trainer.
Zorg dat je bewust met de les bezig
bent en je niet laat afleiden door randzaken.
Je moet wel enthousiast zijn in dit vak.
En het leuk vinden om sporters beter te
maken.
Je moet een beetje gek zijn en plezier
en enthousiasme uitstralen.
Interesse tonen en emotie tonen
Een efficiënte en
veilige werkomgeving
van creëren
Zorg er voor dat ze
zich veilig voelen en
dat ze het ook durven
aangeven als het niet
zo is.
De groep moet een
echte groep zijn,
iedereen moet onderdeel van de groep
zijn.
Creatief is
Problemen kan oplossen
Proberen en oefenen.
Het kost tijd maar zo
maak je jezelf wel creatief. Als je van de sport
houdt dan investeer je er
veel in en je moet doorzetten
Wees creatief met de
situatie en je daarin kunt
aanpassen. Een ondernemende geest helpt
daarbij.
Omgaan met omstandigheden zorgt ervoor
dat je creatief moet zijn.
Bijvoorbeeld bij slecht
weer.
Ga uit van de totale
mens. Weet wat er
speelt zodat je de sporter begrijpt en zo kan
helpen bij het oplossen
van het probleem.
Als er problemen zijn
moeten ze naar jou
toekomen en dan kun je
het oplossen.
Ga achterhalen waar
probleem ligt en los het
dan samen of met anderen op die er verstand
van hebben.
Coachen en
begeleiden
Goed kan communiceren
Atleten kan motiveren
Zorg dat je open
bent en structuur
biedt aan de sporter
Zelf laten zien dat
hardwerken leuk is.
Hou ze een spiegel
voor. Geef ze opdrachten mee.
Verwachtingen over
en weer uitspreken
Niet te veel per mail
maar op het sportveld direct vragen
Vragen als iemand
anders reageert dan
anders waarom dat
zo is
In de gaten houden
op social media,
dan weet je wat er
speelt
Confronteren met
uitspraken die sporters doen
Passende feedback geeft op de
prestatie van de
atleet
Altijd feedback
geven en de ene
keer is dat een
schouderklopje
de andere keer
een gesprek.
Erg per persoon
verschillend
Zelfvertrouwen
heeft
Bezit vaardigheden om sporters te
begeleiden
Ambitieus is (veel wil bereiken)
Sta achter alles wat
je doet. Dan straal
je vanzelf vertrouwen uit. Zorg dat je
goed bent voorbereid, dat geeft ook
vertrouwen.
Ken de persoon goed en weet wat
hem kan triggeren. Zo kun je de
sporter goed begeleiden op verschillende momenten.
Heb plannen voor de toekomst
en werk graag mee aan ambitieuze plannen
Een negatieve benadering werkt niet,
zorg dat je sterke
punten worden benadrukt en dat de mindere punten hierdoor
minder erg worden.
Positief benaderen
Straal overtuiging
uit maar sta ook
open voor andere
opvattingen. Zorg
dat je je eigen visie
hebt.
Bereid trainingen goed voor. Daar
kun je ze echt dingen leren en in
de wedstrijden meer dingen adviseren. En zorg dat je kennis hebt
over de sport maar ook de randzaken als school en thuis.
Per sporter kijken wat je wilt
bereiken met ze en wat hun
grenzen zijn.
Zorgen dat je de
sport begrijpt en
veel kennis hebt. En
wees eerlijk.
Zelf weten wat je wilt en daar
aan bouwen. Zorgen dat het
een uitdaging blijft.
Laten begrijpen
waarom dingen moeten
Een beetje arrogant
zijn. En laten zien
dat je er voor de
sporters bent
Trainers zouden ook bij wedstrijden aanwezig moeten zijn om het
complete proces te kunnen begeleiden. En dat je dan niet teveel
aanwijzingen geeft, want een
sport kan niet met meerdere aanwijzingen een wedstrijd in gaan.
Soms even streng zijn ook.
Zorgen dat je de sporter aanvoelt
dat je een goede band met ze
hebt.
Individueel benaderen en opdrachten mee geven voor de
training
Jezelf uitdagen. Ook zelf doelen stellen. Veel om je heen
kijken.
Juiste moment juiste actie. Aai
over de bol of streng zijn. Iedereen heeft een andere aanpak
nodig
Structuur willen aanbrengen
en het complete plaatje in
elkaar zetten met de sporter
Verleg je grenzen. En anderen
positief stimuleren om grenzen
te verleggen.
Leg de lat steeds hoger en
heb een plan waar je naar toe
wilt
Resultaten willen zien en bouwen aan een sterk team.
Elke training moet de trainer
ook een 10 willen neerzetten
dan kun je het ook van de
sporters vragen.
Instructie geeft die
passen bij de vaardigheden van de
atleet
Niet te moeilijke dingen mee willen geven
en heb geduld in je
uitleg.
Differentiëren, en
zeggen als iemand
goed bezig is.
Gedrag
Instructies geeft zonder discriminatie
Zelfcontrole heeft
Geduld laat zien in zijn uitleg
Voor een harmonieuze (stabiele)
relatie met de ouders van de jonge
sporter zorgt
Probeer te letten op wat je zegt. En
opmerkingen kunnen verkeerd vallen
en dan valt de groep uiteen en dan is
het lastig iedereen er weer bij te krijgen.
Relativeer veel en plaats alles in perspectief.
Zorg dat je positief blijft dan ben je ook niet snel
uit je comfortzone te halen.
Zorg dat je met bepaalde onderdelen aan
de gang gaat. Niet alles in een keer willen
doen.
Met ouders moet je communiceren
en open en eerlijk zijn. Doe dit regelmatig.
Bewust zijn van de opmerkingen die je
maakt. Je wilt dat de sporter het leuk
vindt en beter wordt dus moet je daar
aan werken.
Door bij veel verschillende groepen les te geven
leer je dat. Zorg dat je de sporters leer kennen
en weet hoe ze zijn.
Een sporter wordt niet van de een op andere dag een topper. Daar gaat tijd in zitten
en dat moet je als trainer investeren. Je
moet goed de lijn in de gaten houden of die
omhoog gaat.
Praat met ouders en zorg dat ze
vertrouwen in jouw als trainer hebben.
Iedereen doet met de groep mee. Geen
uitzonderingen. Goed en slecht moet
elkaar helpen.
Rekening houden met individuele verschillen en kijken wat de sporter nodig
heeft.
Zorg dat je tot tien telt en af en toe uit je slof
schieten kan dan nuttig zijn.
Iedereen evenveel aandacht geven.
Het gaat om het gedrag niet om uiterlijkheden
Iedereen moet de kans krijgen om te
leren
Wees duidelijk naar de ouders toe
wat je van ze verwacht ook buiten
de sport om.
Overleg met de ouders, maar ze
moeten niet te betrokken zijn en
vooral niet bij trainingen.
Zorgen dat je weet wat er speelt en
dus ook praten met de ouders
Ouders individueel aanspreken en
betrekken bij keuzes waarbij de
sporter centraal staat
Ouders zijn belangrijk en je moet ze
er bewust bij betrekken.
Iedereen gelijk en gelijk behandelen,
maar niet gaan tellen hoe veel complimenten iemand al heeft gekregen.
Regelmatig praten met de ouders
Geen voorkeursposities creëren
Ouders buiten de training houden
en daarna kan er wel een praatje
plaatsvinden
Iedereen is uniek
Zorg voor eerlijke open relatie. Niet
confrontatie aangaan maar wel
zeggen als iets niet goed voelt.
Af en toe ook ondergeschikt aan elkaar
maken
Sfeer
Sportiviteit toont
Vriendelijk is
Gevoel voor humor heeft
Zorg dat iedereen bij de groep hoort.
Spreek sporters aan op hun gedrag. Maak
sporters zelf verantwoordelijk voor wat er
gebeurt.
Spreek sporters aan op hun onsportieve gedrag en vooral in de training. Houdt bij wedstrijden zoveel mogelijk afstand.
Begin de training gezamenlijk en sluit deze
ook weer gezamenlijk af dat zorgt voor een
goede sfeer.
Geef aan wat wel en niet kan binnen een
training, maar humor moet ook op zijn tijd
kunnen. En daarna weer serieus verder.
Vanaf warming-up al vol bezig zijn met
sfeer neer zetten in de training
Samenwerken leidt tot betere prestaties en
daar moet je dus ook op sturen en elkaar niet
als concurrenten zien.
Je hebt een voorbeeld functie dus neem die
rol ook aan.
Sfeer met een lach brengen, maar blijf bij je
eigen humor en ga niet forceren.
Begin de training met korte terugblik op
een wedstrijd of toernooi
Niet altijd alles beter willen weten en gesprek
aan gaan met mensen. Kennis ook durven
delen.
Je eigen humor gebruiken. Blijf bij jezelf.
Humor zorgt wel voor ontspanning en plezier.
Maak af en toe geintje en andere dingen
doen buiten de sport
Wees een voorbeeld voor anderen en verkoop je sport op een eerlijke manier.
Af en toe gek doen en het luchtig houden.
Kijken naar deel seizoen en daar op aanpassen. Soms spelletjes spelen.
Niet te veel met spel van de sporter bemoeien, maar wel als deze onsportief gedrag vertoont.
Grapje op zijn tijd maken.
De groep moet goed samen trainen. Dan
komt iedereen ook met plezier.
Afwisseling in warming-up en af en toe
een grapje.
Uitleggen waarom dingen gedaan moeten
worden.