2014 Coach-scan, tool voor verenigingstrainers Tamara Kramer Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Inleiding In dit document kunt u de resultaten teruglezen van een onderzoek naar tips voor coaches. Hierbij is een tool ontwikkeld die verenigingstrainers kunnen helpen bij het verder optimaliseren van hun trainer/coach capaciteiten. Deze tool heet de coach-scan en kunt u vinden in dit document. Coaches kunnen deze tool zelf invullen of door de spelers in laten vullen. Achttien coaches zijn betrokken geweest bij het verzamelen van de tips. Helaas heeft niet elk onderdeel van de coach-scan een tip, maar de meesten wel en heel praktische tips die meteen meegenomen kunnen worden in trainingen of wedstrijden. Mochten er vragen zijn of onduidelijkheden dan kunt u contact opnemen met: Tamara Kramer ([email protected]) Samenvatting onderzoek Introductie De coach speelt een grote rol in de ontwikkeling van talenten (Bakker & Oudejans, 2012). De coach bepaalt een groot deel van bijvoorbeeld de training, wedstrijdvoorbereiding en tactiek. De taak van de coach is om sporters te helpen in het halen van hun prestatiedoelen. De coach richt zich hierbij onder meer op organisatie, training en wedstrijden. Om gezamenlijk doelen te kunnen halen, zullen de coach en het talent samen optimaal moeten functioneren. Hierbij kan het talent een voorkeur hebben voor bepaalde aspecten van de coach. Dit onderzoek heeft als doel deze voorkeuren in kaart te brengen en een tool te ontwikkelen die coaches kunnen gebruiken om er achter te komen wat de talenten van de coach vinden en waar verbeterpunten zitten voor de talent-coach relatie. Methode In dit onderzoek hebben 295 sporters (17,2±2,7 jaar, 134 jongens) de coach-scan twee keer ingevuld. De sporten die zij beoefenden waren tennis, voetbal, turnen, zwemmen, basketbal en atletiek. De coach-scan is opgesteld op basis van het onderzoek van Choi, Cho en Kim (2005) en Van der Ark e.a. (2009). De coach-scan bestond uit verschillende onderdelen namelijk; eigenschappen en houding, mogelijkheden en vaardigheden, kennis, opleiding en ervaring, instructie methode, interpersoonlijke relaties, management en zelfregulatie. In totaal waren er 65 stellingen waarop geantwoord kon worden van 1-helemaal mee oneens tot 7-helemaal mee eens. Met een factoranalyse is gekeken welke categorieën overbleven en of de coach-scan betrouwbaar was. Vervolgens is de coach-scan vernieuwd en uitgebreid met adviezen van coaches. Hiervoor zijn adviezen bij 18 ervaren coaches verzameld door middel van interviews. Resultaten Uiteindelijk bleven er zes schalen over met in totaal 43 items, te weten; kennis (11), zelfregulatie (11), trainingsomgeving (6), coachen en begeleiden (7), gedrag (5) en sfeer (3). De Cronbach's alfa was .85 en Intra Class Coëfficiënt van .74. De coach-scan bestaat uit 43 stellingen over hoe de coach op alle zes onderdelen zou kunnen verbeteren. In totaal zijn 153 tips verzameld van 18 ervaren coaches. Een voorbeeld is over hoe je beter kunt communiceren als coach; “Spreek verwachtingen over en weer uit en zorg dat je open bent naar het talent en de ouders toe”. Conclusie Een bruikbare tool is ontwikkeld die coaches inzicht kan geven hoe talenten tegen de coach aankijken en wat verbeterpunten zijn voor wat betreft de talent-coach relatie. Daarnaast kunnen de tips beginnende coaches houvast bieden in het ontwikkelen van sporters en hun rol als coach. Deze tool is niet alleen geschikt voor talent coaches maar kan breed toegepast worden voor iedere coach die samen met sporters werkt aan het halen van prestatiedoelen. Coach scan Mijn coach de volgende aspecten / Ik bezit als coach de volgende aspecten Geef het vakje dat je het meest vindt passen een kleurtje. De coach is (of ik ben) iemand die… Helemaal KENNIS De coach is (of ik ben) iemand die… mee Helemaal Neutraal mee eens oneens kennis heeft van zelfmanagement (in de hand houden van gezondheid en stress) 1 2 3 4 5 6 7 voor een harmonieuze (stabiele) relatie met andere organisaties zorgt 1 2 3 4 5 6 7 kennis heeft van inspanningsfysiologie (meten van de invloed van lichamelijke inspanningen) 1 2 3 4 5 6 7 een goede opleiding heeft en veel ervaring heeft 1 2 3 4 5 6 7 kwaliteiten bezit met betrekking tot risicomanagement (in de hand houden van risico’s), aan- 1 2 3 4 5 6 7 kennis heeft van sportvoeding 1 2 3 4 5 6 7 kennis heeft van sportmanagement (regelen van alles binnen de sport) 1 2 3 4 5 6 7 kennis heeft over apparatuur en facilitair management (het regelen van ondersteunende voor- 1 2 3 4 5 6 7 een certificaat/diploma heeft 1 2 3 4 5 6 7 kennis heeft van biomechanica (kennis van het bewegingsapparaat van de mens) 1 2 3 4 5 6 7 kennis heeft van sportgeneeskunde 1 2 3 4 5 6 7 sprakelijkheid kwesties en nalatigheid (slordigheid) kwesties zieningen) ZELFREGULATIE De coach is (of ik ben) iemand die… Helemaal mee Helemaal Neutraal mee eens oneens Een sporter helpt om te geloven dat deze zijn doel kan bereiken 1 2 3 4 5 6 7 een sporter helpt om inzicht te krijgen in de eigen sterke en zwakke punten 1 2 3 4 5 6 7 een sporter helpt om heldere en realistisch doelen te stellen 1 2 3 4 5 6 7 een sporter helpt om zich in te blijven zetten 1 2 3 4 5 6 7 rekening houdt met de ontwikkelingsfasen waarin de sporter zich bevindt 1 2 3 4 5 6 7 de sporter de doelen laat stellen 1 2 3 4 5 6 7 een sporter helpt om de voortgang te evalueren 1 2 3 4 5 6 7 de zelfstandigheid (autonomie) van de sporter bevordert 1 2 3 4 5 6 7 een sporter helpt om de voortgang bij te houden tijdens de training 1 2 3 4 5 6 7 een sporter helpt een planning te maken 1 2 3 4 5 6 7 rekening houdt met significante (belangrijke) anderen (bijv. ouders) 1 2 3 4 5 6 7 TRAININGSOMGEVING De coach is (of ik ben) iemand die… Helemaal mee Helemaal Neutraal mee eens oneens enthousiast is 1 2 3 4 5 6 7 sport theorieën praktisch kan toepassen 1 2 3 4 5 6 7 zich kan aanpassen aan verschillende omgevingen 1 2 3 4 5 6 7 een efficiënte en veilige werkomgeving van creëren 1 2 3 4 5 6 7 creatief is 1 2 3 4 5 6 7 problemen kan oplossen 1 2 3 4 5 6 7 COACHEN EN BEGELEIDEN De coach is (of ik ben) iemand die… Helemaal mee Helemaal Neutraal mee eens oneens goed kan communiceren 1 2 3 4 5 6 7 atleten kan motiveren 1 2 3 4 5 6 7 passende feedback geeft op de prestatie van de atleet 1 2 3 4 5 6 7 zelfvertrouwen heeft 1 2 3 4 5 6 7 bezit vaardigheden om sporters te begeleiden 1 2 3 4 5 6 7 ambitieus is (veel wil bereiken) 1 2 3 4 5 6 7 instructie geeft die passen bij de vaardigheden van de atleet 1 2 3 4 5 6 7 GEDRAG De coach is (of ik ben) iemand die… Helemaal mee Helemaal Neutraal mee eens oneens instructies geeft zonder discriminatie 1 2 3 4 5 6 7 zelfcontrole heeft 1 2 3 4 5 6 7 geduld laat zien in zijn uitleg 1 2 3 4 5 6 7 ethisch verantwoord gedrag vertoont 1 2 3 4 5 6 7 voor een harmonieuze (stabiele) relatie met de ouders van de jonge sporter zorgt 1 2 3 4 5 6 7 SFEER De coach is (of ik ben) iemand die… Helemaal mee Helemaal Neutraal mee eens oneens sportiviteit toont 1 2 3 4 5 6 7 vriendelijk is 1 2 3 4 5 6 7 gevoel voor humor heeft 1 2 3 4 5 6 7 Tips voor de coach In het volgende deel vind u de tips die passen bij de coach-scan. Het is verstandig om dus eerste de coach-scan af te nemen en dat te kijken waar u als coach uzelf in zou kunnen verbeteren. Dan staan er bij dat onderdeel tips die u zullen helpen naar het optimaliseren van u coach capaciteiten. Kennis Kennis heeft van zelfmanagement (in de hand houden van gezondheid en stress) Voor een harmonieuze (stabiele) relatie met andere organisaties zorgt Kennis heeft van inspanningsfysiologie (meten van de invloed van lichamelijke inspanningen) Een goede opleiding en veel ervaring heeft Kennis heeft van sportmanagement (regelen van alles binnen de sport) Kennis heeft over apparatuur en facilitair management (het regelen van ondersteunende voorzieningen) Een certificaat/diploma heeft Kennis heeft van biomechanica (kennis van het bewegingsapparaat van de mens) Zorg dat je duidelijk hebt wat je wilt bereiken met je sporter en voor jezelf Werk samen daarmee kun je elkaar helpen. Test de sporters om te weten waar ze staan in hun ontwikkeling. Volg een sportspecifieke cursus. Zorgen dat je je verantwoordelijk voelt voor alles om de sport heen en dat materialen aanwezig zijn voor een training Praat met de gemeente over wat er nodig is. Volg cursussen specifiek binnen de sport. Zorg dat je kennis op doet van collega trainers. Maak jaarplannen en werk vanuit deze plannen Houdt contact met je relaties en zoek de mensen af en toe op. Zorg dat je kennis het van fysiologie die van belang is voor periodisering. Doe de opleiding Academie voor lichamelijke opvoeding (ALO) en/of onderwijskunde Kijk veel naar sporters. Zorg dat je weet wat je wilt op facilitair gebied Volg cursussen van NLcoach. Maak schema's voor de sporters. Lees artikelen over de sport. Volg workshops. Bekijk filmpjes op youtube. Lees boeken . Zelfregulatie Een sporter helpt om te geloven dat deze zijn doel kan bereiken Een sporter helpt om inzicht te krijgen in de eigen sterke en zwakke punten Een sporter helpt om heldere en realistisch doelen te stellen Een sporter helpt om zich in te blijven zetten Rekening houdt met de ontwikkelingsfasen waarin de sporter zich bevindt Een sporter helpt om de voortgang te evalueren De zelfstandigheid (autonomie) van de sporter bevordert Een sporter helpt een planning te maken Zorg dat doelen realistisch zijn en niet te hoog gegrepen zijn. Vragen wat ze goed vinden en door middel van analyses laten zien of dit ook zo is. Stel alles in perspectief. Zet ze niet voor een blok. Zorg af en toe voor ontspanning. Af en toe gewoon gek doen. Kijk wat ze wel en niet kunnen en pas je hierop aan. En pak een specifiek punt om aan te werken. Tijdens wedstrijden bijhouden hoe vaak iets nog voorkomt en dat met de sporter bespreken. Ze moeten leren keuzes te maken in de sport en buiten de sport. Kennis van wat er speelt en helpen dat er een balans ontstaat. Samen stippel je de weg naar de droom uit. In gesprek gaan met de persoon en tijdens trainingen dit ook meteen doen en dan vragen stellen Samen bespreken en plan voor dat doel maken en alles in gesprek. De sporter ook meelaten beslissen in dingen die in de training gebeuren. Vragenderwijs doel op stellen met sporters en daarin spiegelen. Als trainer moet je je volledig inzetten zodat de sporter dat ook gaat doen en je helpt hem daarbij door een goed voorbeeld te zijn. Tijdens trainingen aspecten meten om zo de sporter te laten zien hoe deze er voor staat. Zorgen dat je de sporter centraal zet Situatie uitlokken en sporter zo bewust maken van zijn mogelijkheden. En dan in gesprek gaan. Zelf vragenlijst laten invullen met doelen en daar dan over in gesprek gaan Sporters laten analyseren van hun eigen kunnen Zorg voor korte en lange termijn doelen. De sporter moet ze wel kunnen halen. Blijven stimuleren en uitdagen Mentaal iedereen op dezelfde manier benaderen, maar fysiek is niet iedereen even ver ontwikkeld. Je kunt je dan meer op techniek richten voor je kracht en snelheid toevoegt. Maak sporters zelf bewust van hun gedrag en in de pubertijd is dit helemaal belangrijk Vragen stellen. Wat ging er goed wat minder? Maar altijd positief blijven. Sporters zelf laten nadenken over wat er gebeurt tijdens de training Praat met de sporter en stel specifieke doelen met ze op. Trainingsgroep moet een goede band hebben met elkaar Bedenk wat van belang is per leeftijd. Jong meer techniek en ouder meer prestatie. Uitleggen wat voor doelen er zijn en dat ze niet afhankelijk moeten zijn van een ander. Vooral richten op eigen verbetering Volwassen benadering Bedenk wat je van een bepaalde leeftijd mag verwachten Positief benaderen en anticiperen op lichaamstaal en praten Zorg dat ze succesbelevingen hebben. Maak kenbaar wat de mogelijkheden zijn zodat de sporter dit ook gaat geloven. Zorg voor verschil doelen in wedstrijdsport en recreatieve sport Laten inzien dat ze toch waardevol zijn als ze minder presteren In puberteit ook andere verantwoordelijkheden geven Zorg voor betrokkenheid bij de club Trainingsomgeving Enthousiast is Sporttheorieën praktisch kan toepassen Zich kan aanpassen aan verschillende omgevingen Werk met mensen die enthousiast zijn dan wordt je dat ook. En hou van de sport. Veel lezen en dan oefenen in de trainingen. Wat werkt wel en wat werkt niet kom je dan wel achter. Bedenk trainingen die passen bij de verschillende omgevingen zoals binnen en buiten en maak het uitdagend. Zorg dat je positief bent en energie geeft. Geef complimenten aan de sporters Lees tijdschriften en bekijk websites. En kijk naar andere trainers en praat met elkaar. Zorg dat je geïnteresseerd bent en specialiseer je op verschillende terreinen. Laten zien dat je enthousiast bent over vooruitgang en varieer veel, dat zorgt ook voor enthousiasme Training geven is ook experimenteren. Daar pas je dan dingen toe en als iets niet werkt dan zoek je verder naar wat wel werkt. Sporters de theorie laten ervaren. Dus laten merken wat is echt techniek en wat is mentaal. Let als iets niet loopt om dan maar een andere oefening brengen. Niet volharden in dat je dat wil doen als trainer in die training. Je moet niet als een houtenklaas voor de groep staan. Trainen is niet altijd leuk en de trainer kan de sfeer bepalen en zorgen dat de sporters toch hun grenzen verleggen. Je moet dus wel enthousiast zijn. Zorg dat je energie geeft aan de sporter. En geef aan als je je een keer niet zo lekker voelt als trainer. Zorg dat je bewust met de les bezig bent en je niet laat afleiden door randzaken. Je moet wel enthousiast zijn in dit vak. En het leuk vinden om sporters beter te maken. Je moet een beetje gek zijn en plezier en enthousiasme uitstralen. Interesse tonen en emotie tonen Een efficiënte en veilige werkomgeving van creëren Zorg er voor dat ze zich veilig voelen en dat ze het ook durven aangeven als het niet zo is. De groep moet een echte groep zijn, iedereen moet onderdeel van de groep zijn. Creatief is Problemen kan oplossen Proberen en oefenen. Het kost tijd maar zo maak je jezelf wel creatief. Als je van de sport houdt dan investeer je er veel in en je moet doorzetten Wees creatief met de situatie en je daarin kunt aanpassen. Een ondernemende geest helpt daarbij. Omgaan met omstandigheden zorgt ervoor dat je creatief moet zijn. Bijvoorbeeld bij slecht weer. Ga uit van de totale mens. Weet wat er speelt zodat je de sporter begrijpt en zo kan helpen bij het oplossen van het probleem. Als er problemen zijn moeten ze naar jou toekomen en dan kun je het oplossen. Ga achterhalen waar probleem ligt en los het dan samen of met anderen op die er verstand van hebben. Coachen en begeleiden Goed kan communiceren Atleten kan motiveren Zorg dat je open bent en structuur biedt aan de sporter Zelf laten zien dat hardwerken leuk is. Hou ze een spiegel voor. Geef ze opdrachten mee. Verwachtingen over en weer uitspreken Niet te veel per mail maar op het sportveld direct vragen Vragen als iemand anders reageert dan anders waarom dat zo is In de gaten houden op social media, dan weet je wat er speelt Confronteren met uitspraken die sporters doen Passende feedback geeft op de prestatie van de atleet Altijd feedback geven en de ene keer is dat een schouderklopje de andere keer een gesprek. Erg per persoon verschillend Zelfvertrouwen heeft Bezit vaardigheden om sporters te begeleiden Ambitieus is (veel wil bereiken) Sta achter alles wat je doet. Dan straal je vanzelf vertrouwen uit. Zorg dat je goed bent voorbereid, dat geeft ook vertrouwen. Ken de persoon goed en weet wat hem kan triggeren. Zo kun je de sporter goed begeleiden op verschillende momenten. Heb plannen voor de toekomst en werk graag mee aan ambitieuze plannen Een negatieve benadering werkt niet, zorg dat je sterke punten worden benadrukt en dat de mindere punten hierdoor minder erg worden. Positief benaderen Straal overtuiging uit maar sta ook open voor andere opvattingen. Zorg dat je je eigen visie hebt. Bereid trainingen goed voor. Daar kun je ze echt dingen leren en in de wedstrijden meer dingen adviseren. En zorg dat je kennis hebt over de sport maar ook de randzaken als school en thuis. Per sporter kijken wat je wilt bereiken met ze en wat hun grenzen zijn. Zorgen dat je de sport begrijpt en veel kennis hebt. En wees eerlijk. Zelf weten wat je wilt en daar aan bouwen. Zorgen dat het een uitdaging blijft. Laten begrijpen waarom dingen moeten Een beetje arrogant zijn. En laten zien dat je er voor de sporters bent Trainers zouden ook bij wedstrijden aanwezig moeten zijn om het complete proces te kunnen begeleiden. En dat je dan niet teveel aanwijzingen geeft, want een sport kan niet met meerdere aanwijzingen een wedstrijd in gaan. Soms even streng zijn ook. Zorgen dat je de sporter aanvoelt dat je een goede band met ze hebt. Individueel benaderen en opdrachten mee geven voor de training Jezelf uitdagen. Ook zelf doelen stellen. Veel om je heen kijken. Juiste moment juiste actie. Aai over de bol of streng zijn. Iedereen heeft een andere aanpak nodig Structuur willen aanbrengen en het complete plaatje in elkaar zetten met de sporter Verleg je grenzen. En anderen positief stimuleren om grenzen te verleggen. Leg de lat steeds hoger en heb een plan waar je naar toe wilt Resultaten willen zien en bouwen aan een sterk team. Elke training moet de trainer ook een 10 willen neerzetten dan kun je het ook van de sporters vragen. Instructie geeft die passen bij de vaardigheden van de atleet Niet te moeilijke dingen mee willen geven en heb geduld in je uitleg. Differentiëren, en zeggen als iemand goed bezig is. Gedrag Instructies geeft zonder discriminatie Zelfcontrole heeft Geduld laat zien in zijn uitleg Voor een harmonieuze (stabiele) relatie met de ouders van de jonge sporter zorgt Probeer te letten op wat je zegt. En opmerkingen kunnen verkeerd vallen en dan valt de groep uiteen en dan is het lastig iedereen er weer bij te krijgen. Relativeer veel en plaats alles in perspectief. Zorg dat je positief blijft dan ben je ook niet snel uit je comfortzone te halen. Zorg dat je met bepaalde onderdelen aan de gang gaat. Niet alles in een keer willen doen. Met ouders moet je communiceren en open en eerlijk zijn. Doe dit regelmatig. Bewust zijn van de opmerkingen die je maakt. Je wilt dat de sporter het leuk vindt en beter wordt dus moet je daar aan werken. Door bij veel verschillende groepen les te geven leer je dat. Zorg dat je de sporters leer kennen en weet hoe ze zijn. Een sporter wordt niet van de een op andere dag een topper. Daar gaat tijd in zitten en dat moet je als trainer investeren. Je moet goed de lijn in de gaten houden of die omhoog gaat. Praat met ouders en zorg dat ze vertrouwen in jouw als trainer hebben. Iedereen doet met de groep mee. Geen uitzonderingen. Goed en slecht moet elkaar helpen. Rekening houden met individuele verschillen en kijken wat de sporter nodig heeft. Zorg dat je tot tien telt en af en toe uit je slof schieten kan dan nuttig zijn. Iedereen evenveel aandacht geven. Het gaat om het gedrag niet om uiterlijkheden Iedereen moet de kans krijgen om te leren Wees duidelijk naar de ouders toe wat je van ze verwacht ook buiten de sport om. Overleg met de ouders, maar ze moeten niet te betrokken zijn en vooral niet bij trainingen. Zorgen dat je weet wat er speelt en dus ook praten met de ouders Ouders individueel aanspreken en betrekken bij keuzes waarbij de sporter centraal staat Ouders zijn belangrijk en je moet ze er bewust bij betrekken. Iedereen gelijk en gelijk behandelen, maar niet gaan tellen hoe veel complimenten iemand al heeft gekregen. Regelmatig praten met de ouders Geen voorkeursposities creëren Ouders buiten de training houden en daarna kan er wel een praatje plaatsvinden Iedereen is uniek Zorg voor eerlijke open relatie. Niet confrontatie aangaan maar wel zeggen als iets niet goed voelt. Af en toe ook ondergeschikt aan elkaar maken Sfeer Sportiviteit toont Vriendelijk is Gevoel voor humor heeft Zorg dat iedereen bij de groep hoort. Spreek sporters aan op hun gedrag. Maak sporters zelf verantwoordelijk voor wat er gebeurt. Spreek sporters aan op hun onsportieve gedrag en vooral in de training. Houdt bij wedstrijden zoveel mogelijk afstand. Begin de training gezamenlijk en sluit deze ook weer gezamenlijk af dat zorgt voor een goede sfeer. Geef aan wat wel en niet kan binnen een training, maar humor moet ook op zijn tijd kunnen. En daarna weer serieus verder. Vanaf warming-up al vol bezig zijn met sfeer neer zetten in de training Samenwerken leidt tot betere prestaties en daar moet je dus ook op sturen en elkaar niet als concurrenten zien. Je hebt een voorbeeld functie dus neem die rol ook aan. Sfeer met een lach brengen, maar blijf bij je eigen humor en ga niet forceren. Begin de training met korte terugblik op een wedstrijd of toernooi Niet altijd alles beter willen weten en gesprek aan gaan met mensen. Kennis ook durven delen. Je eigen humor gebruiken. Blijf bij jezelf. Humor zorgt wel voor ontspanning en plezier. Maak af en toe geintje en andere dingen doen buiten de sport Wees een voorbeeld voor anderen en verkoop je sport op een eerlijke manier. Af en toe gek doen en het luchtig houden. Kijken naar deel seizoen en daar op aanpassen. Soms spelletjes spelen. Niet te veel met spel van de sporter bemoeien, maar wel als deze onsportief gedrag vertoont. Grapje op zijn tijd maken. De groep moet goed samen trainen. Dan komt iedereen ook met plezier. Afwisseling in warming-up en af en toe een grapje. Uitleggen waarom dingen gedaan moeten worden.
© Copyright 2024 ExpyDoc