Nieuws over GHOR en opgeschaalde zorg Vervolgbijeenkomst Decontaminatie Meewerken aan implementatie GGB Herziening OvD-G: een update Borging kwalificatiedossiers GHOR- en GGD-crisisrollen Integrale visie op OTOTEL: ontwikkeling doctrine OTOTEL Ervaringen met ‘Situationeel regisseren in de veiligheidsketen’ Bijscholingen voor HIN GZ’ers Vervolgbijeenkomst Decontaminatie op 9 december 2014 Op 9 december 2014 organiseerde de Academie voor GHOR en Opgeschaalde Zorg de vervolgbijeenkomst Decontaminatie in het kader van de ondersteuning van de implementatie van de Handreiking kleinschalige chemische decontaminatie. Het programma was samengesteld op basis van wensen uit het veld. Het was wederom een geslaagde middag. Wij nemen u graag mee langs de onderwerpen die de revue passeerden. Stand van zaken advies PBM Mark-Jan Videler vertelde namens de werkgroep Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) over de activiteiten van deze werkgroep. De verwachting is dat de werkgroep rond januari 2015 haar advies klaar heeft. TNO heeft een onderzoek gedaan naar de benodigde beschermingsmiddelen voor hulpverleners in verschillende scenario’s. Op basis daarvan formuleert de werkgroep haar advies. Als het advies er eenmaal ligt, zal dit uiteindelijk aan de vakbonden ter akkoord worden aangeboden. Lessons learned uit incidenten Irene van der Woude, gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (GAGS) in de regio Rotterdam Rijnmond, maakte de aanwezigen deelgenoot van een aantal lessen die de regio of die zij heeft geleerd uit kleine chemische incidenten uit het verleden. Daarbij vertelde zij over de afstemming met de keten binnen deze incidenten. Van der Woude benadrukte het belang van het snel inschakelen van de GAGS. In de praktijk blijkt dat het niet altijd duidelijk is hoe de command en control loopt. Wie heeft de regie en wie luistert naar wie? Dat is zeker relevant als de februari 2015 In dit nummer: betrokken partijen verschillende informatie geven. Of als ze verschillende criteria hanteren voor bijvoorbeeld het vervoeren van een besmet persoon naar het ziekenhuis. Het is van belang om in de koude fase af te stemmen met CBRN-actieve bedrijven. Dit om te voorkomen dat je elkaar ten tijde van een incident niet begrijpt en een verschillende aanpak hebt. Naast het afstemmen met de bedrijven wil je ook afstemmen met de brandweer, GAGS, ambulance, ziekenhuis en trauma-arts. Zo creëer je een multi-totaalbeeld van het ontsmettingsproces tijdens een incident. Wat heeft de brandweer bijvoorbeeld al aan decontaminatie gedaan? Welk advies van de GAGS past daar vervolgens bij? Achterhalen van het CAS-nummer van de stof bij een incident is van wezenlijk belang. Soms hebben stoffen bijna dezelfde namen, maar heel verschillende concentraties en daarmee een verschillend behandelingsplan. Als je stoffen door elkaar haalt, kan dit grote gevolgen hebben. Een voorbeeld van een multi-ketenaanpak In Brabant is gekozen voor een multi-ketenaanpak bij de implementatie van de Handreiking kleinschalige chemische decontaminatie. Projectleider Freke van der Esch, vertelde hierover. Doel was om tot afspraken te komen over de opvang van slachtoffers van gevaarlijke stoffen, vande plaats incident tot de opvang in het ziekenhuis. Uitgangspunten daarbij waren: niet weer iets nieuws verzinnen maar afspraken opnemen in bestaande protocollen en werkafspraken maken. En houd het vooral realistisch, klein en haalbaar. Na een fase van vooronderzoek heeft planvorming plaatsgevonden. Vervolgens komt de fase van regionale implementatie. Er is een gezamenlijke bijeenkomst met brandweer, politie, meldkamer, GHOR, huisarts, Regionale ambulancevoorziening (RAV), GAGS, en ziekenhuizen georganiseerd. Tijdens de bijeenkomst is gesproken over de koppelvlakken tussen de partijen op basis van een aantal praktijkscenario’s. In gesprek met elkaar is zo gekomen tot één processchema. Een klein deel daarvan ziet u hieronder. Van der Esch nam de deelnemers mee in een aantal leerpunten uit het proces (tot nu toe). Het creëren van draagvlak is essentieel. Realiseer je dat dit veel tijd kost. Daarnaast heeft elke keten een eigen implementatietraject. De politie bijvoorbeeld werkt volgens landelijk vastgestelde richtlijnen. Om volgens de regionaal gemaakte afspraken te kunnen werken, zouden deze eerst landelijk vastgesteld moeten worden. Daarnaast is het van belang om een aanpak bovenlangs en onderlangs te combineren. Implementatie handreiking binnen RAV Brabant heeft naast de hierboven beschreven multi-ketenaanpak ook een mono-traject uitgezet voor de implementatie van de handreiking binnen de (RAV). Het Regionaal overleg acute zorg (ROAZ) heeft de opdracht voor dit traject gegeven. Voor de RAV’s betekent dit immers de grootste verandering: het werken in de warme zone. En het ROAZ wil de geneeskundige keten sluiten. Het gaat om keten-brede opvang van besmette patiënten. Er is gekozen om te werken met aandachtsfunctionarissen binnen de RAV. Deze moeten worden aangewezen en opgeleid. Zij zullen ookafstemmen met de aandachtsfunctionarissen binnen de ziekenhuizen. Daarnaast dient het RAV-personeel opgeleid te worden. De aandachtsfunctionarissen fungeren als promotor binnen hun eigen organisatie. In de implementatiefase is de communicatie binnen de RAV, door de projectleiding, projectgroep, stuurgroep en DPG essentieel. Communicatie naar teammanagers, managers meldkamer, medewerkers van de rijdende dienst, veiligheidsbureaus en de ROAZ is van belang. 2 Wat betreft scholing moet een keuze worden gemaakt tussen het scholen van kleine ‘dedicated’ teams of het scholen van alle mensen. Brabant Zuidoost heeft ervoor gekozen om al het personeel te scholen. De regio Midden- en West-Brabant moet nog een keuze maken. Dit gaat om een grotere regio, met meer personeel. ‘De beste’ aanpak Na het horen van verschillende aanpakken in de praktijk gingen de deelnemers in groepjes met elkaar in gesprek. Met wie wil/moet je afstemmen? Welke strategie kies je en waarom? Welke kansen en bedreigingen zie je daarbij? Waarmee start je en wat is daarvoor nodig? De resultaten van de groepjes op elkaar leggend, kwam er één plaatje uit. Daarin is zichtbaar dat er drie strategieën voor de aanpak mogelijk zijn. Van mono naar multi; en dus van klein naar breed. De tweede optie is het top-down pakken van de gehele keten. De derde mogelijkheid is de combinatie van de hele witte keten (mono) en multi (samenwerking). Als aandachtspunt voor de start werd onder andere benoemd dat je moet zorgen dat je eerst helder hebt wie waarover gaat en wie proceseigenaar is. Op de vraag wat er nodig is, werd aangegeven dat een heldere opdracht, een landelijke lijn, aandachtsfunctionarissen, opleiden/trainen/oefenen en kennis voorwaardelijk zijn. De bijeenkomst gaf voldoende aanleiding om onder het genot van een borrel nog met elkaar in gesprek te gaan. Tevens werd de behoefte aan een vervolg kenbaar gemaakt. Een aantal zaken die tijdens de bijeenkomst ter sprake kwam, zullen wij in, de daarvoor bestemde overleggen en raden inbrengen. Meewerken aan implementatie GGB Het huidige grootschalige geneeskundige bijstandsmodel in crisissituaties, met als instrument de Geneeskundige combinatie, wordt opgevolgd door een nieuw model Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB). De afgelopen twee jaar is, onder leiding van GGD GHOR Nederland, gewerkt aan de ontwikkeling van een visie op GGB. Het nieuwe model is ontwikkeld in samenwerking met Ambulancezorg Nederland (AZN), het Rode Kruis (RK), het ministerie van V en J, het ministerie van VWS en het IFV. Op 28 november 2014 heeft het Veiligheidsberaad een positief besluit genomen over het GGB-model. Nu dienen alle operationele deelnemende partijen (AZN, RK, IFV en GHOR) het GGB-model binnen de eigen organisatie(s) te implementeren. De implementatie moet per 1 januari 2016 gereed zijn. Ter ondersteuning van de GHOR is ons gevraagd de leidraad GGB te ontwikkelen. De eerste stap hierin is het maken van een plan van aanpak. De belangrijkste elementen in de leidraad zullen zijn: > Systeembeschrijving van GGB warm en koud: het gaat hierbij om het beschrijven van het operationeel presterend vermogen van de verschillende betrokken partners en de samenwerking. > Systeemborging inclusief normering: hoe kan geborgd worden dat het systeem werkt zoals het moet werken c.q. zoals met elkaar is afgesproken. > Systeemtoetsing: hoe kun je de kwaliteit van het systeem toetsen. Het organiseren van een monodisciplinaire systeemtest in het laatste kwartaal van 2015 is hiervan een voorbeeld. Vanuit het IFV zal Carian Cools dit traject oppakken. Voor meer informatie kunt u met haar contact opnemen, e-mail [email protected] of telefoon 06 12 74 62 97. 3 Herziening OvD-G: een update In eerdere nieuwsbrieven heeft u al kunnen lezen dat wij het kwalificatiedossier, curriculum en examen van de officier van dienst-geneeskundig herzien. Graag geven we u meer informatie over dit project. Er zijn drie werkgroepen opgericht: voor het kwalificatiedossier, het curriculum en het examen. In alle werkgroepen zit een aantal vertegenwoordigers vanuit de veiligheidsregio’s. Ook hebben zich negen mensen vanuit de veiligheidsregio’s gemeld voor de meeleesgroep. De Academie voor GHOR en Opgeschaalde Zorg pakt de overall projectleiding op. Ook leveren we de projectleider voor de werkgroepen kwalificatiedossier en examen. De werkgroep die gaat over het curriculum wordt voorgezeten door een projectleider van het Netwerkcentrum. Het Netwerkcentrum is immers de uitvoerder van de opleiding. Alle werkgroepen kwamen in januari 2015 voor het eerst bij elkaar. In november 2014 is de veiligheidsregio’s gevraagd input te leveren voor de herziening. Vanuit de ervaringen met de opleiding en het examen en de inzet van OvD-G’s in de praktijk hebben zij immers relevante feedback om mee te nemen. Acht regio’s hebben gehoor gegeven aan dit verzoek en hun input aangeleverd. Natuurlijk hebben wij ook de evaluatie-uitkomsten van de afgelopen jaren op een rij gezet. Deze vormen ook input voor de herziening. Waarom herzien? Wij hebben als beleid om onze scholingen elke vijf jaar te herzien. Als er eerder aanleiding is om te herzien, wordt besloten een kortere frequentie aan te houden voor een specifieke opleiding. Kleine, niet structurele wijzigingen worden jaarlijks naar aanleiding van de evaluatieresultaten doorgevoerd. In het geval van de OvD-G draait de opleiding nu ongeveer zes jaar. Tevens zijn er inhoudelijke ontwikkelingen die invloed hebben op de rol van de OvD-G. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van het hoofd publieke gezondheidzorg en hoofd acute gezondheidszorg binnen het crisismodel GHOR. Ook het opschalingsplan ‘RAV beter voorbereid’ is van belang om mee te nemen en de consequenties van het nieuwe concept Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB). Uit de evaluaties van de opleiding komen ook verschillende verbeterwensen naar voren. Bijvoorbeeld de wens om naast het motorkapoverleg ook als OvD-G te oefenen in het CoPI. Of dat de OvD-G nadrukkelijker op de hoogte is van wat de ACGZ, HIN GZ en HON GZ voor hen kunnen betekenen. Planning De OvD-G opleiding die gepland stond in het voorjaar 2015 is tijdelijk opgeschort. Wij gaan er van uit dat u uw mensenwilt laten deelnemen aan de herziene, up-to-date opleiding. Eind februari of begin maart 2015 hopen wij zicht te hebben op de hoeveelheid aanpassingen die in de opleiding en het examen aangebracht moeten worden. Dan kunnen wij inschatten wanneer wij de nieuwe opleiding kunnen laten starten. Wij doen de herziening liever goed, dan (te) snel of onvolledig. Kwaliteit staat voorop. Het is de bedoeling om nog voor de zomervakantie een herziene OvD-G opleiding aan te bieden. U kunt zich hier al voor inschrijven. Na de zomervakantie staat er ook een scholing gepland. Daarvoor kunt u ook al deelnemers inschrijven. Heeft u vragen over dit traject? Dan kunt u terecht bij Sanna Langerak , telefoon 06 55 863 764 of e-mail [email protected] 4 Borging kwalificatiedossiers GHOR- en GGD-crisisrollen Op verzoek van GGD GHOR Nederland, verzorgen wij al enkele jaren het beheer en de borging van de kwalificatiedossiers van de GHOR-rollen. In het kader van de verantwoordelijkheid die de DPG heeft voor zowel de GHOR-rollen als de GGD-crisisrollen (GGD opgeschaalde zorg), is het raadzaam om aan de GGD-crisisrollen dezelfde kwaliteitseisen te stellen, zoals die aan de GHOR-rollen zijn gesteld. De GGD-crisisrollen worden nog niet landelijk beheerd en geborgd. Daarmee ontstaat het risico dat er diversiteit ontstaat in de opvattingen over de (invulling van de) GGD-crisisrollen en dit kan een negatieve invloed op de kwaliteit daarvan hebben. Tevens bestaat het risico dat nieuwe ontwikkelingen niet worden opgenomen in de kwalificatiedossiers. Tot slot kan ook de bovenregionale uitwisselbaarheid van de professionals negatief beïnvloed worden, wat een risico is voor de continuïteit en kwaliteit van de zorg. En er zijn ook onderlinge relaties tussen de GHOR- en GGDcrisisrollen. Wij hebben GGD GHOR Nederland voorgesteld om het beheer en de borging van de GGD-crisisrollen bij ons te beleggen. Wij hebben ervaring met het beheer en de borging van de GHOR-rollen en met het proces om te komen tot het bijstellen en actualiseren van kwalificatiedossiers, in nauwe samenwerking met het werkveld. In het clusteroverleg Veiligheid van GGD GHOR Nederland van december 2014 is positief geadviseerd over dit voorstel en ingestemd met het uitwerken ervan. De Academie voor GHOR en Opgeschaalde Zorg stelt nu in afstemming met GGD GHOR Nederland een plan van aanpak 2015 – 2018 op voor beheer en borging van de kwalificatiedossiers GHOR- en GGD-crisisrollen. Dit voorstel komt terug in het cluster veiligheid. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Carian Cools, e-mail [email protected] of telefoon 06 12 74 62 97. Integrale visie op OTOTEL: ontwikkeling doctrine OTOTEL In het kader van het project Versterking Civiel Militaire Samenwerking (VCMS), in het bijzonder de taskforce OTOTELSim, wordt momenteel gewerkt aan een doctrine OTOTEL. Er wordt een integrale visie ontwikkeld op het opleiden, trainen, oefenen, testen, evalueren en lessons learned (OTOTEL), ter versterking van de kwaliteit en samenwerking van de professionals werkzaam binnen de crisisbeheersing. Om te komen tot deze doctrine OTOTEL werken civiele en militaire opleidingspartners samen. Dit zijn de Defensieacademie, de Politieacademie, de Brandweeracademie, AGOZ en een vertegenwoordiging vanuit de multiopleidingen en bevolkingszorg. De aanname is dat zo’n OTOdoctrine kan bijdragen aan een betere multidisciplinaire samenwerking. 5 Wat waren de uitgangspunten bij de start van dit traject? > > > > De basisvisie moet worden gedragen door alle relevante partners Het is gebaseerd op de huidige state of the art Het (generieke) eindresultaat biedt voldoende ruimte voor maatwerk per kolom Bestaande opleidingen, trainingen en oefeningen moeten eenvoudig gepositioneerd kunnen worden binnen de visie/doctrine. Meer weten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Carian Cools, e-mail [email protected] of telefoon 06 12 74 62 97. Ervaringen met ‘Situationeel regisseren in de veiligheidsketen’ “Toen ik de flyer voor de opleiding Situationeel regisseren in de veiligheidsketen voorbij zag komen, heb ik mij meteen opgegeven.” aldus Marloes van ’t Klooster, specialist operationele voorbereiding GHOR in de regio Gooi & Vechtstreek. “Voor mijn werkzaamheden zal ik het komend jaar te maken krijgen met de regisseursrol en de samenwerking met verschillende (keten)partners. Deze rol is nog vrij nieuw voor mij en daarom was ik op zoek naar meer handvatten en vaardigheden om deze rol beter te kunnen invullen. Onder begeleiding van docent Klaas Tuitjer, heb ik samen met acht andere cursisten kennisgemaakt met de regisseursrol en geleerd wat wat een situationele regisseursrol inhoudt. Hoe kun je keuzes maken in de verschillende rollen? Hoe pas je de regisseursrol zo toe dat je mensen inspireert en meekrijgt om het gewenste resultaat te halen, waarbij de verschillende belangen van partners zijn meegenomen? Doordat de theorie werd afgewisseld met (praktijk)opdrachten, kon ik meteen de vertaalslag maken naar mijn dagelijkse werkzaamheden. In de praktijk pas ik het al concreet toe; zo houd ik al veel bewuster rekening met de verschillende bedrijfsculturen en processen bij de (multidisciplinaire) partners waar ik mee werk en overleg. Door hier bewust van te zijn en dit bijvoorbeeld in een bepaald voorstel naar deze (multidisciplinaire) partners mee te nemen, kan een dergelijk voorstel misschien wel sneller worden opgepakt en/of uitgevoerd. Op de tweede opleidingsmiddag is Hugo Backx, directeur GGD GHOR Nederland, bij ons aangeschoven als gastspreker. Wij konden hem bevragen over zijn ervaringen in het regisseren van projecten en werkzaamheden. Het was een zeer open gesprek waarin wij o.a. met zijn allen hebben gespard over de invulling van de regisseursrol binnen de veiligheidsketen in de toekomst. Door het delen van eerdere ervaringen en de inbreng van casussen heb ik een duidelijker beeld gekregen van de verschillende regisseursrollen. De komende tijd probeer ik deze rollen en de 6 hierbij horende vaardigheden toe te passen in de praktijk en neem ik mijn eigen ervaringen mee naar de volgende opleidingsdagen. Ik kijk terug op twee intensieve maar zeer inspireerde opleidingsdagen, die mede door de docent en de groep een succes waren.” Marloes van ’t Klooster Specialist operationele voorbereiding GHOR GGD Gooi & Vechtstreek De scholing Situationeel regisseren in de veiligheidsketen is in januari 2015 voor het eerst gestart als een pilot. Ondertussen zijn de contactdagen 1 en 2 en 3 en 4 afgerond. De evaluaties over deze dagen geven aan dat de deelnemers de contactdagen met een dikke 8 beoordelen. Zij zijn enthousiast over deze scholing. IFV biedt de scholing Situationeel regisseren in de veiligheidsketen vanaf april wederom aan. De scholingsdata hiervoor zijn: > contactdag 1 en 2 (inclusief overnachting): 21 en 22 april 2015 > contact 3 en 4 (inclusief overnachting): 19 en 20 mei 2015 > contactdag 5: 24 juni 2015. Aanmelden voor deze scholing kan via onze website www.ifv.nl. Voor meer informatie kan je contact opnemen met Carian Cools, decaan, [email protected], telefoon 06 12 74 62 97. Bijscholingen voor HIN GZ’ers De Academie voor GHOR en Opgeschaalde Zorg (AGOZ/IFV) en GGD GHOR Nederland gaan gezamenlijk een drietal bijscholingsdagen voor HIN GZ’ers organiseren, zoals ook al gemeld in de nieuwsbrief GHOR4all. De bijscholing bestaat uit een hele dag. In de ochtend blikken we terug op de opleiding HIN GZ en het beeld dat we nu hebben over de rol van de HIN GZ. Ook wordt stilgestaan bij nieuwe ontwikkelingen. In de tweede helft van de ochtend reflecteren we op de rol van HIN GZ. Welke ervaringen hebben we al opgedaan? Wat levert ons dat op en wat betekent dit voor de rol als HIN GZ? Waar zijn we tegenaan gelopen en welke oplossingen hebben we hiervoor al bedacht? Dit zal op een interactieve manier plaatsvinden, zodat we ook ervaringen delen en tips krijgen. De middag staat in het teken van GHOR4all en de relatie met de witte kaart. Er is steeds meer mogelijk rondom kaart-gebaseerd crisismanagement. Zo biedt De Witte Kaart van GGD GHOR Nederland actuele gegevens over de zorgaanbieders en de niet-zelfredzame personen in de eigen regio. Dat klinkt mooi, maar hoe werkt dat in de praktijk? In de middag gaan we op zoek naar een antwoord op die vraag! Na een presentatie over de mogelijkheden van GHOR4all, LCMS en De Witte Kaart, gaan we concreet aan de slag in LCMS met een realistisch oefenscenario. 7 De kosten voor deze bijscholing bedragen € 195,- per deelnemer. Aanmelding voor deze bijscholing kan via de website van het IFV. Per scholingsdag kunnen maximaal 20 deelnemers deelnemen. Het minimum aantal deelnemers is 13. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bart Koopmans, GGD GHOR Nederland, e-mail [email protected], telefoon 06 21 18 71 48 of Carian Cools, decaan AGOZ/IFV, e-mail [email protected], telefoon 06 12 74 62 97. Verandering is niet te managen Heeft u te maken met veranderprocessen en wilt u zich graag in een kort tijdsbestek, samen met collega’s uit andere veiligheidsregio’s, verdiepen in verander- en organisatiekunde en uw netwerk uitbreiden? Volg dan een van de masterclasses van het IFV, zoals de masterclass Verandering is niet te managen 8
© Copyright 2024 ExpyDoc