Literatuurlijst - Reed Business Events

PREVIEW VAN PRAKTIJKBOEK DEMENTIEZORG
ACHTERDOCHT STAP VOOR STAP BENADERD
Binnenkort verschijnt een boek voor professionele zorgverleners en begeleiders, dat een scala
aan onderwerpen bespreekt die zich in de begeleiding bij mensen met dementie aandienen.
Het boek staat bol van de praktische tips en weetjes die in het contact het verschil kunnen
maken. Hieronder krijgt de lezer een indruk via een preview van het eerste hoofdstuk, dat
gaat over achterdocht.
[ in kader ]
Praktijkboek dementiezorg
Van Achterdocht tot Zwerfgedrag
Uitgever: Bohn Stafleu van Loghum.
Titel: Praktijkboek dementiezorg
Ondertitel: Van Achterdocht tot Zwerfgedrag
ISBN: volgt via Wendy
Voorlopige prijs: € 32,50
Verschijning: begin oktober
Het boek bevat de volgende onderwerpen:
Achterdochtig gedrag
Angstig gedrag
Agressief gedrag
Apathie
Claimend gedrag
Delirant gedrag
Depressie
Eenzaamheid
Ongewenst intiem gedrag
Ontremd gedrag
Psychotische verschijnselen
Roepen
Rouw en verlies
Slaapproblemen
Slecht horen
Vertraging
Verzet bij wassen & kleden
Zwerfgedrag
Elk onderwerp is levendig geïllustreerd met portretten van mensen, en besproken via een
stappenplan dat ook als denkkader een goede insteek is. Maar daarop komen we later nog
terug.
[einde kader]
Vluchtige misdaden
Mevrouw van den Berg ziet er voor haar leeftijd vitaal uit: kaarsrechte houding; rimpelloos
strak gezicht met helderblauwe kraalogen. Ze vuurt haar grieven op je af. Nu is alwéér een
hemd van haar verdwenen, en nog wel haar lichtgroene lievelingsvestje. Wat een lage manier
om haar te treiteren!
Je weet dat als haar kleinood wordt teruggevonden, ze stil is – voor even. Later is er weer een
ander euvel zoals de overtuiging dat iemand haar spaarrekening leegplundert naar aanleiding
van een klein afgeschreven bedrag dat ze niet kon thuisbrengen (bankkosten).
Wantrouwen domineert haar leefwereld en haar contacten. Ze is voortdurend op haar hoede,
ondanks goede bedoelingen van de omgeving. ‘Want ook al biedt deze persoon
belangstelling en hulp, wat garandeert dit mij voor de toekomst? Niets toch? En waarom zou
zij haar best doen voor mij? Ze voert dus iets in haar schild!’ Het idee dat haar gevoel van
onveiligheid vanuit haar eigen kwetsbaarheid en geheugenverlies komt, onderdrukt ze. ‘Ik
voel me onveilig, dus moet daar een reden voor zijn. Met mij is niets mis, die anderen zijn
niet te vertrouwen!’ Sigmund Freud noemde het projectie als eigen hete hangijzers worden
toegeschreven aan anderen.
[ in kader ]
Profiel: achterdocht
Definities
Achterdocht = een kwade dunk over iemands handelingen of oogmerken. Synoniem:
argwaan, verdenking, wantrouwen (uit: van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal)
Er is een algemene neiging tot wantrouwen en twijfel aan de bedoelingen en gedragingen van
de ander. Daarbij lukt het niet om een langdurige emotionele band aan te gaan met anderen,
onder meer vanuit de angst gekwetst te worden.
Kenmerken
-Het wantrouwen is niet op de werkelijkheid gebaseerd; er zijn geen overeenkomstige
nadelige acties naar de oudere. Dit maakt het altijd nodig te controleren of er geen kern van
waarheid zit in de argwaan.
-Op de hoede zijn naar anderen, ook naar vertrouwde en goed bedoelende mensen.
-Er wordt niet geleerd van eerdere onterechte beschuldigingen, en/of er zijn steeds nieuwe
punten van argwaan.
-De persoon reageert allergisch op directe tegenspraak of mensen die het met haar oneens zijn
-De omgeving raakt teleurgesteld door de verwijten en haakt af.
-De beschuldigingen kunnen gaan over onbelangrijke dingen, zoals de diefstal van niet
waardevolle zaken. Ze hebben geen bizarre inhoud zoals de overtuiging door camera’s te
worden gefilmd, giftige gassen in de woning of door duistere organisaties gesmede
complotten. In dat geval is sprake van paranoia en/of psychotische stoornissen.
[ einde kader ]
Stap 1.Werkroutines & opvattingen
We gaan eerst na of er een reële kern is voor het wantrouwen. Allereerst werd zij mogelijk
thuis slachtoffer van inbraak, colporteurs of op een andere manier benadeeld. En zette dit de
toonvoor haar. Ook in een zorginstelling kan diefstal plaatsvinden, of onbedoeld voeding
worden gegeven aan wantrouwen. Soms verdwijnen persoonlijke spullen door verwarde
medebewoners. Zoekgeraakte kleding via de was of anderszins is in zorginstellingen vaak een
klacht. Het vertrouwen kan zijn geschaad als de kamer wordt ‘opgeruimd’ zonder uitleg of
kennisgeving. Bewoners van een zorginstelling lopen sowieso meer risico dat (te)veel buiten
hen om wordt geregeld, ook als zij daarin nog best nog hun zegje kunnen doen. Hoe kun je dit
voorkomen? Ook het gebruik van babytaal kan het gevoel van geringe waardering en eigen
onveiligheid versterken. Hoe vaak krijgt zij nu echt de ervaring dat ze er mag zijn en iets goed
doet? Dit zijn enkele vragen die gesteld kunnen en moeten worden over de eigen werkwijze.
Dan het punt van opvattingen. Omdat onze eigen automatische gedachten – en daarmee
antwoorden op probleemgedrag - zo vanzelfsprekend lijken, gaan we er (te) vlug aan voorbij.
Een valkuil bij de confrontatie met achterdocht is de tegenaanval. ‘Daar komt ze weer met
haar onterechte beschuldigingen: ik zal haar nu eens flink de wacht aanzeggen!’ Je gaat dan
voorbij aan de dubbele bodem bij achterdocht. De persoon voelt zich weliswaar bedreigd,
maar tegelijk ook kwetsbaar en heeft daarom het contact ook hard nodig. Anders gezegd: ‘Ik
heb je hard nodig en je beangstigt me!’ Een boze, confronterende aanpak vergroot de
spanning waarbij de patstelling waarin ze verkeert aanwezig blijft.
Bedenk dat gelijk hebben iets anders is dan gelijk krijgen: soms krijg je gewoon niet datgene
waarop je recht meent te hebben.
Een andere valkuil is de slachtofferrol aannemen. ‘Ze verdenkt me van diefstal, en zegt dat
tegen ieder die binnenkomt. Ik kan niet bewijzen dat ik niks heb weggenomen of zal gaan
wegnemen. Zo dadelijk geloven anderen er toch iets van en verdenken zij mij. Dat is
verschrikkelijk!’ Wat is een reële reactie? ‘Het is vervelend dat ze me beschuldigt, maar ik
ben daarin niet weerloos en nuchter bezien is het geen ramp. Stel dat ze eerder mensen
verdacht, dan is meteen anderen duidelijk dat het knelpunt bij haar ligt en niet bij mij. Stel dat
de achterdocht nieuw is en ik het eerste voorwerp van beschuldiging ben, dan zullen later
anderen ook met verdenkingen te maken krijgen – de tijd werkt in mijn voordeel. Ik kan beter
niet piekeren en mijn aandacht richten op wat ik wel in de hand heb. Zo kan ik mijn
leidinggevende uitleggen wat is voorgevallen. En bij verdachtmakingen de toehoorder even
apart nemen voor uitleg. Als haar situatie het toelaat, zal ik voorlopig een oppervlakkig
contact met haar blijven onderhouden. En anders bewaar ik wat afstand.’
Stap 2.Lichamelijk functioneren
Bij iemand die kribbig reageert van de pijn, is de eerste stap niet het inschakelen van een
psycholoog of omgangsadvies, maar pijnstilling of behandeling van de aandoening.
Een lichamelijke controle is altijd gewenst bij een achterdocht als nieuw probleem. Zo is
slecht(er) horen een bekende risicofactor voor wantrouwen. Verder is een kritische blik op
gebruikte medicijnen wenselijk: zijn ze nodig, hebben ze mogelijke ongewenste bijwerkingen
op de stemming, verminderen ze geheugen, begrip of andere functies?
Stap 3.Omgeving
Allerlei omgevingsinvloeden kunnen doorwerken. Geeft de zitplaats rugdekking of gebeurt er
van alles achter haar? Zit zij aanhoudend in de nabijheid van anderen? Misschien heeft ze
liever, al is het voor zo nu en dan, een plek voor zichzelf? Is er voldoende bewegingsruimte?
Als mensen contact zelf kunnen regelen, stellen ze zich vaak eerder en meer open voor die
ander. Maar ook teveel mogelijkheid tot terugtrekken en sociale isolatie kan het probleem
versterken. Ander punt is de blootstelling aan licht. De gemiddelde oudere in het verpleeghuis
komt minder dan anderhalve minuut dagelijks buiten, terwijl zelfs gezonde volwassenen drie
kwartier buitenlicht nodig hebben om zich wel te blijven voelen. Bovendien is de verlichting
in zorgorganisaties ondermaats met een verlichtingssterkte van ongeveer 200 lux, terwijl 1000
nodig is (met daarbij een extra portie van 3000 lux voor een uur: het buitenlicht). Gebrekkige
blootstelling aan intens licht geeft op termijn allerlei problemen: vermoeidheid, eetproblemen,
depressieverschijnselen, slaapproblemen, maar ook huilerigheid, kribbigheid, onrust in de
middag en… wantrouwen. Dat wijten we dan aan de dementie maar niet altijd terecht.
Ander punt is of de woonomgeving zo is ingericht dat zij daarin haar plek kan vinden en zich
vertrouwd kan voelen.
Wie goed doet, niet altijd goed ontmoet
Het bezoek aan de wasserette leverde niets op. Samen met mevrouw van den Berg ga je op
haar kamer zoeken naar haar vest. Je geloofde er niet meer in, maar vindt het in een kastje
onder een stapel papieren. Wellicht door haar te goed verstopt en daarna vergeten. Als je haar
zegt dat ze jou en je collega’s onterecht heeft beschuldigd gaat ze fel in de tegenaanval. ‘Het
is toch wel érg vreemd dat haar hemd ineens opduikt, en … hoe zit het dan met haar andere
kledingstukken? O nu snap ik het… Jij bent je eigen straatje aan het schoonvegen hé! Jij hebt
het net stiekem teruggelegd!’
Stap4.Wisselwerkingen
Bij het onderwerp wisselwerkingen spelen verschillende vragen. Wordt voldoende rekening
gehouden met- en ingespeeld op gewoontes en voorkeuren? Ingespeeld op wat zij prettig
vindt, en gemeden waar zij slecht tegen kan? Hoe verlopen contacten met personeel? Zijn die
er vooral of alleen als men iets van haar moet of wil weten? Is er ook gelegenheid voor een
koetjes/kalfjes gesprek? Kan zij zich gewaardeerd en veilig voelen? Ook in wat ze goed doet?
Hoe ligt zij in de groep? Kan zij iets met deze mensen, raakt ze in de verdrukking of loopt ze
op de toppen van de tenen?
Het is helpend om in de benadering een lijn af te spreken, en daaraan in grote lijnen vast te
houden. Zodat het gedrag van het teamleden voor haar meer voorspelbaar is. Bijvoorbeeld bij
een onterecht verwijt kort de boosheid of teleurstelling benoemen, daarna op kalme toon de
eigen bedoelingen uitleggen. En het dan erbij te laten.
5.Algemene adviezen
Kijk naar de werkwijze & eigen werkhouding
Versterkt de werkwijze van jou en je team de achterdocht? Genoemd werden al het zoekraken of
zoekmaken van persoonlijke eigendommen, het zonder overleg opruimen de eigen kamer,
nachtkastje en kledingkast.
Zoek een balans tussen haar serieus nemen (er kan een reële kern in de beschuldigingen zijn) en
het vertrouwen van medebewoners en personeel. Neem niet op voorhand aan dat er niets loos is,
vergeetachtige mensen zijn ideale en feitelijk weerloze slachtoffers. Voorkom ook het
voorbarig afvallen van je collega, we kunnen beter terughoudend zijn met (ver)oordelen. Ieder is
onschuldig tot het bewezen tegendeel.
Reageer niet impulsief of emotioneel
Van onterechte beschuldigen hoef je niet blij te worden. Maar heel emotioneel erop reageren s
evenmin de weg. Je kunt bijvoorbeeld laaiend reageren vanuit de overtuiging dat zij zich niet
mag gedragen zoals ze doet. Of heel bedroefd, vanuit de pijn dat je zo het goed voor hebt met de
ander en nu stank voor dank krijgt. Of angstig voor gevolgen van de verwijten. Zoek dan een
klankbord om van je af te praten, en grip te krijgen op de eigen gedachten bij dit gedrag. De
mens lijdt het meest aan het lijden dat zij vreest. Bovendien is paniek een slechte raadgever.
Lichamelijk functioneren
Observeer haar zelfredzaamheid en fysiek functioneren, ga na of er aanleiding is voor een
medische controle. Specifiek aandachtspunt is hier het zintuiglijk functioneren.
Regelmaat, orde & vertrouwdheid in de omgeving
Een goed verlichte, stabiele en overzichtelijke omgeving is gewenst. Liever niet met meerderen
dichter op elkaar, geen zitplaats bij drukke en/of meer dominerende mensen. Bij feestdagen is
aandachtspunt of de drukte niet teveel wordt, en gelegenheid bestaat tot tijdelijk terugtrekken.
Ander aandachtspunt is dat anderen niet bij of aan persoonlijke spullen komen.
Bij het verschuiven van meubels en het wijzigen van de inrichting wordt zij daarover vooraf
geïnformeerd, daarin betrokken en een rol gegeven.
Nieuwe bewoners en veranderingen in het team kunnen belastend uitwerken. Nieuw personeel
kan eerst door een vertrouwd iemand worden voorgesteld. Het nieuwe personeelslid werkt eerst
enkele dagen in de buurt van de oudere, zonder een gericht beroep op hem te doen.
Ga na of het ‘klikt’ met groepsgenoten; is de sfeer ontspannen of geladen?
Wisselwerkingen verbeteren
Speel in op individuele voorkeuren, en mijd wat ergernis geeft. Wordt bevestigend gereageerd op
gewenst en op onafhankelijk gedrag? Is de omgang met verwijten helder en voorspelbaar?
Ga na of er aanleidingen zijn voor achterdochtige reacties. Zo bleek bij iemand de aanleiding
voor de overtuiging bestolen te zijn, te liggen in het zien van een lege eigen portemonnee. Door
deze voortaan goed te vullen met (klein)geld, bleven achterdochtige reacties hierover voortaan
uit.
Wanneer iemand spullen verstopt en vervolgens niet kan terugvinden, kun je de favoriete
verstopplaatsen in kaart brengen waar je dan het eerst kan zoeken. Voorkom welles/nietes
discussies bij het terugvinden van gestolen gewaande zaken. Het gesprek nadrukkelijk op een
ander onderwerp brengen (‘Ik wil nu praten over …. ), of afleiden in het geval van sterke
vergeetachtigheid kan ook werken.
Doseer contact; kom niet te nabij
Vaak is het beter om niet met de deur in huis te vallen; kom zowel letterlijk als figuurlijk niet
te snel nabij. Het gaat om de balans tussen nabijheid en afstand. Je vraagt bijvoorbeeld of je
even mag binnenkomen en zo ja waar je mag zitten, ploft niet direct vlak naast haar neer.
Persoonlijke of gedetailleerde vragen kunnen het wantrouwen aanwakkeren, je bent dan al
vlug indringend. Mijd overvragen in kennen en kunnen, het stellen van veel vragen of vragen
achter elkaar.
Verwijten en verdachtmakingen kunnen worden ‘verdragen’, zonder erover in discussie te
gaan. Bij een beschuldiging van diefstal kan de reactie bijvoorbeeld zijn: ‘U zegt dat mensen
hier spullen wegnemen, en denkt dat ik daar meer van weet. Ik ben het daar niet mee eens.
Maar ik kwam nu naar u toe om u te vragen of… .’
Reële elementen in uitingen van ongenoegen kunnen meteen worden bevestigd ( ‘Ik vind dat u
daar en daar gelijk in heeft’). Bij buitensporige of onterechte kritiek, kan dat kort worden
aangeven. ‘U zegt… maar daarin kan ik me niet vinden.’
Je kunt reageren op het gevoel van kwetsbaarheid achter de beschuldigingen (‘Dit lijkt me heel
moeilijk voor u’, ‘Ik blijf bij u in de buurt’), ga liever niet in discussie over de feiten.
Blijf kalm en luister
Blijf kalm, reageer niet heftig of emotioneel. Zij ziet haar wantrouwen anders wellicht bevestigd.
‘Zie je wel dat er iets aan de hand is, anders zou ze nu niet zo... ‘
Neem een houding aan van ‘welwillende neutraliteit.’ Bedenk dat het onderliggende gevoel voor
haar werkelijk is. Je kunt haar met vragen helpen zich te uiten. ‘Wie hebben het wel goed met u
voor?’ ‘Wat zei de dokter, toen u erover klaagde dat…’ ‘Waarom denkt u dat de buurman deze
dingen doet?’ Het onderliggend gevoel benoemen, op neutrale toon, kan daarbij goed werken. ‘U
heeft het gevoel dat u steeds op uw hoede moet zijn?’ ‘Ik merk dat u mij niet helemaal
vertrouwt?’ Zonder een verwijtende of teleurgestelde ondertoon. Je absorbeert als het ware de
wantrouwende uitingen, zonder iets aan de situatie te (kunnen) veranderen.
Houd contact over het gezonde
Soms is het beter niet zelf te beginnen over eerdere verwijten. Dat kan het wantrouwen juist
voeden: ‘Ik heb gelijk, anders zou zij er toch niet zelf over beginnen?’ ‘Zij zal er wel iets mee
te maken hebben, anders roert ze het toch niet aan!’ Het is goed contact te onderhouden over
de gewone dagelijkse dingen. Bijvoorbeeld door hardop te blijven zeggen wat je doet. Maak
beloftes alleen als ze worden nagekomen.
Breng lijn in het contact
Soms werkt de veelheid aan gezichten verwarrend en stresserend. Het kan dan helpen om in het
team een of (liever) enkele ‘vertrouwenspersonen’ aan te stellen, die vooral het contact
onderhouden. Deze aanpak kanaliseert de contacten met de oudere; niet ieder bemoeit zich
tegelijk met haar, de uitleg en informatie die zij krijgt wordt meer samenhangend en
voorspelbaar. Naar de vertrouwenspersoon kan ook worden verwezen als de oudere teamleden te
pas en te onpas aanschiet met beschuldigingen of klachten. Als het ontzag voor bijvoorbeeld de
dokter, directeur of het afdelingshoofd groot is, kan deze persoon met tact bemiddelen.
Hulp bij daginvulling
Achterdochtige mensen komen vaak niet zelf tot een gerichte daginvulling. Het niets doen geeft
meer ruimte tot piekeren en wantrouwen. In gesprek kan worden achterhaald wat zij vroeger
prettig vond te doen, en nu nog wil en kan doen. Iets eenvoudigs als samen wandelen kan helpen
om de spanning te laten afvloeien. Ook meer passieve activiteiten zoals in de zon zitten, luieren
& TV kijken, helpen de zinnen te verzetten. Wees liever terughoudend bij activiteiten met een
competitie-element.
6.Behandelmogelijkheden
Bieden de algemene adviezen geen soelaas, dan gaan we ervan uit dat er een specifiek
probleem speelt. Het is dan nodig grondig en systematisch uit te pluizen wat aan loos is. Door
de voorgaande stappen zijn uiteenlopende invloeden op het probleemgedrag al gecheckt en is
het zicht op het probleem verbeterd. Misschien is er al duidelijk geworden in welke richting
behandeling zinvol kan zijn, maar mogelijk zijn hiervoor ook nog verdere observaties nodig.
Voor individuele psychologische behandeling is enig geheugen en leervermogen nodig. De
oudere meldt zich vaak niet zelf aan voor behandeling. Immers niet met haarzelf is iets aan de
hand, maar de omgeving is niet te vertrouwen! De achterdocht kan ook later doorwerken in de
behandeling doordat de behandelaar wordt ‘getest’ op diens betrouwbaarheid en ook
onderwerp van wantrouwen wordt.
De behandelaar gaat na of er bijkomende problemen zijn zoals een angststoornis of depressie,
zo ja dan worden die eerst behandeld. Vaak ligt een behandeldoel eerder in knelpunten hier en
nu en wordt niet diep ingegaan op persoonlijke- en levensloopzaken. Het gaat erom te kijken
naar wat binnen de controlemogelijkheden van de persoon zelf ligt. Een doel kan zijn om het
eigen wantrouwen beter te beheersen, zodat het sociale leed beperkt blijft. Verhelderd kan
worden dat een bepaalde onzekerheid bij het leven hoort, en wat de kosten ervan zijn om bij
mensen altijd van het ergste uit te gaan.
Huiswerkopdrachten kunnen onderdeel zijn, zoals het bijhouden van een dagboek. Daarin
wordt geregistreerd wanneer achterdochtige ideeën opkomen en in welke omstandigheden. Dit
kan dan worden benut in de behandeling. Zij kan experimenteren met verschillend gedrag bij
gespannenheid: zoals een wandelen, een ontspanningsoefening uitvoeren of een douche nemen,
luisteren naar muziek of een huishoudelijk karwei uitvoeren.
Bij achterdocht worden vaak medicijnen voorgeschreven, zoals neuroleptica. Deze zijn
effectief bij psychotische symptomen en kunnen achterdocht verminderen. Haastig of met
hoge toon aandringen op het innemen van medicijnen versterkt de weerstand. Soms is de
insteek acceptabel dat de medicijnen steun geven in deze moeilijke omstandigheden, helpen
om steviger in de schoenen te staan.
Terugblik op de gevolgde stappen
Bij de gevolgde stappen wordt eerst gekeken naar de eigen rol en eigen
verandermogelijkheden. Verbeter (stemming en gedrag van) de ander, begin bij jezelf. Als het
gedrag bij de eerste stappen verholpen blijkt, was feitelijk sprake van een normale reactie op
een problematische situatie. Pas wanneer na het optimaliseren van deze stappen effect
uitblijft, mag je ervan uitgaan dat er iets is met de persoon zelf wat aandacht behoeft.
Vervolgstap 5 bevat algemene adviezen die dan vaak effect geven. Daarna komen
behandelingsmogelijkheden in het vizier, waartoe vaak besloten wordt in multidisciplinair
overleg. Feitelijk zou continu aandacht moeten uitgaan naar het voorkómen ofwel preventie
van moeilijkheden, door werk te maken van de eerste 4 stappen. Voorkomen is beter dan
verhelpen.
[ in kader ]
Stappenplan
1.Werkroutines & opvattingen
2.Lichamelijk functioneren
3.Omgeving
normale reactie op ongewone situatie
4.Wisselwerkingen
5.Algemene adviezen over dit probleem
6.Behandelmogelijkheden
[ einde kader ]
er is ‘iets’ loos met oudere