Het gelijk van Lex van Drooge

zaterdag 18 januari 2014
Het gelijk van Lex van Drooge
door Jasper Karman
Gelijk hebben is natuurlijk mooi, maar in de politiek gaat het om gelijk krijgen. Of
beter nog: op het juiste moment gelijk krijgen.
Daar kan CDA-raadslid Lex van Drooge over meepraten. De éminence grise van de
christendemocraten haalde vlak voor de kerstvakantie de landelijke pers met zijn
motie van wantrouwen aan het adres van PvdA-wethouder Pieter Hilhorst, na de
blunder van 188 miljoen euro van de gemeentelijke Dienst Belastingen. Een politieke
daad waar aanvankelijk met hoongelach op werd gereageerd.
Die motie had Van Drooge, door vriend en vijand als autoriteit op het gebied van
financiën betiteld, uit onvrede ingediend. De wethouder had namelijk geweigerd met
onmiddellijke ingang bestedingslimieten in te voeren, om het onmogelijk te maken
dat zoiets nog een keer zou gebeuren. Een boze Van Drooge. "Als die
bestedingslimieten, staand beleid, er wel waren geweest, zou die 188 miljoen euro
niet zijn overgemaakt."
Hilhorst vond bestedingslimieten onnodig. "Met andere maatregelen kan hetzelfde
worden bereikt."
Van Drooge: "Een wethouder moet staand beleid voeren. Als hij dat niet doet, moet
hij zich tot de raad wenden. Uw antwoord kan niet anders dan tot een motie leiden
waarin ik uitdruk dat het vertrouwen van het CDA in de wethouder niet meer bestaat."
Die motie werd gesteund door één andere partij: de SP. Voor de andere partijen, en
vooral de PvdA, ging een motie van wantrouwen veel te ver en kwam die veel te
vroeg. Fractievoorzitter Marjolein Moorman van de PvdA beschuldigde Van Drooge
van verkiezingsretoriek.
Van Drooge reageerde met kille woede. "Ik sta hier niet voor mezelf. De gemeente
moet goed financieel beleid voeren. Daar maak ik me grote zorgen over. Wat de
wethouder voorstelt, is onvoldoende. En ik heb hem ook geen sorry horen zeggen dat
beleid niet is uitgevoerd."
Maar zijn motie haalde het dus bij lange na niet. Zelfs D66 steunde hem niet. De
grootste oppositiepartij wilde eerst alle informatie op een rijtje hebben. In de
wandelgangen werd de motie van het CDA lacherig als miskleun afgedaan.
Deze week was de toon compleet anders. Zelden zal Van Drooge in een vergadering
zo vaak hebben gehoord dat hij gelijk had. Van de PvdA tot D66 en van de VVD tot
de wethouder zelf, allemaal moesten ze toegeven dat de krasse CDA'er het bij het
rechte eind had gehad, en zij niet. Hilhorst moest diep door het stof gaan en toegeven
dat bestedingslimieten wél hadden kunnen helpen en inderdaad meteen ingevoerd
hadden moeten worden.
Zo was dus het de week van het gelijk van Van Drooge. Die kon daar zelf overigens
niet van genieten, want wat kocht hij daar nu voor? "Ik wist vier weken geleden ook
al dat ik gelijk had. Ze hadden me tóén moeten steunen."
Volgende week zal de gemeenteraad nog een keer over het debacle vergaderen. Dan
zal de wethouder niet alleen opnieuw met de billen bloot moeten over die
bestedingslimieten, maar zal hij ook moeten uitleggen waarom hij niet weet en niet
kan controleren of diensten zoals de Dienst Belastingen opdrachten en adviezen wel
hebben uitgevoerd.
Tot een nieuwe motie van wantrouwen zal dat waarschijnlijk niet leiden. En als die er
al komt, zal er weer geen meerderheid voor zijn. Dat hoeft ook niet zo nodig voor
Van Drooge. Een motie van wantrouwen is niet bedoeld om aangenomen te worden.
Daarmee geef je een signaal. En zo'n signaal van een éminence grise komt aan.
'Wat koop ik daarvoor? Ze hadden me vier weken geleden moeten steunen'