Kinderopvangnieuws januari 2014

1
Kennisgroep Kinderopvang
www.mth.nl
Kinderopvangnieuws januari 2014
Modernisering Ziektewet/Wet Beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
vangnetters (BeZaVa) en financiële gevolgen
Sinds 1 januari 2013 is de Wet Beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) van
kracht. Werkgevers moeten op grond van deze wet meer premie betalen naarmate er meer ex-werknemers in
de Ziektewet of WIA terechtkomen.
Wie zijn de vangnetters?
Werknemers met een vast dienstverband hebben bij ziekte recht op loon van hun werkgever. De groepen die
vallen onder het vangnet van de Ziektewet hebben dat recht niet en worden ook wel vangnetters genoemd. De
twee groepen vangnetters die voor u van belang zijn, zijn:
de zieke werknemers van wie het dienstverband afloopt tijdens ziekte en
uw (ex)werknemers die binnen 4 weken na uitdiensttreding ziek worden en geen WW uitkering
hebben.
De groep zieke werknemers met een tijdelijk contract, van wie het dienstverband afloopt tijdens ziekte, zorgt
voor een relatief hoge instroom in de Ziektewet, terwijl de (financiële) prikkels tot herstel tot voor kort
ontbraken.
De maatregelen
De maatregelen van de Wet BeZaVa gelden voor de vangnetters, de werkgevers en voor het UWV.
Vangnetters
Voor de vangnetters zelf geldt dat het ZW-criterium wordt aangepast, waardoor de voorwaarden voor het recht
op ziekengeld aangescherpt worden na het eerste ziektejaar. Tevens wordt een arbeidsverledeneis ingevoerd
met als gevolg hiervan uitkeringsverlaging. Daarnaast worden de re-integratie- en sollicitatieverplichtingen voor
ZW-gerechtigden aangescherpt, waarmee een snellere werkhervatting wordt nagestreefd.
Werkgevers
Voor u als werkgever gelden financiële prikkels. Door een andere financiering van de ZW en WGA zijn er
meer financiële prikkels voor werkgevers (met een minimale loonsom van meer dan 10x het SV loon per jaar)
gekomen. De ziekte- en arbeidsongeschiktheidslasten van uw werknemers met een tijdelijk dienstverband
worden meer toegerekend aan de laatste werkgever. Dit gebeurt door het ziekengeld en de WGA-uitkering van
flexwerkers via premiedifferentiatie rechtstreeks door te belasten aan grote werkgevers.
MTH Accountants en Adviseurs
Januari 2014
2
UWV
Voor het UWV is de mogelijkheid gecreëerd om convenanten af te sluiten met werkgevers en sectoren, die
gericht zijn op werkhervatting van ZW-gerechtigden. De maximale periode van proefplaatsing is daarnaast
verruimd tot zes maanden.
12 jaar lang gevolgen
Het UWV heeft u als werkgever in 2013 voor het eerst een overzicht gezonden met daarop al uw exwerknemers die een Ziektewetuitkering of een WGA-uitkering hebben ontvangen. Aan de hand van het DNAprofiel (‘De Naaste Arbeidsovereenkomst’) heeft het UWV vastgesteld dat de ex-werknemers op deze lijst het
laatst met u een arbeidsovereenkomst hadden gesloten. Het UWV wil daarom deze uitkeringen gedurende de
komende 12 jaar (ZW 2 jaar, vervolgens 10 jaar WGA) ook aan uw onderneming doorbelasten.
U krijgt dus voor iedere werknemer met een tijdelijk arbeidscontract die ziek uit dienst is gegaan de rekening
gepresenteerd. Dit is ook het geval als een werknemer die geen WW-uitkering heeft aangevraagd (dat kan om
verschillende redenen het geval zijn) zich binnen vier weken na de einddatum van zijn contract ziek heeft
gemeld bij het UWV. Daarnaast zijn er nog de werknemers met een vast dienstverband die (ziek) uit dienst zijn
gegaan; ook deze rekening wordt aan u gepresenteerd. Als u een kleine werkgever bent houdt u overigens de
sectorale premie en voelt u geen individuele last, alleen de gemiddelde sectorlast. Bent u een werkgever in de
middencategorie voor wat betreft uw loonsom, dan wordt uw premie gedeeltelijk sectoraal en gedeeltelijk
individueel bepaald.
Betalen 2 jaar na ontstaan schade/eigen risico dragen?
Het UWV presenteert zoals gezegd u de rekening zo’n 2 jaar nadat zij de Ziektewet- of WGA-uitkeringen heeft
verstrekt. Als werkgever kunt u ervoor kiezen om eigen risicodrager te worden. U betaalt in dat geval direct
zelf de Ziektewetuitkering aan de ex-werknemer en neemt ook de re-integratie zelf ter hand.
De gekozen aanpak kan na de eerste 2 jaar voortgezet worden in de eerste 10 jaar van de WGAuitkeringsperiode. De keuze voor het eigen risicodragerschap omvat dus de eerste 2 jaar (vergelijkbaar met de
loondoorbetalingsperiode voor het vaste personeel) en de daarop volgende 10 WIA-jaren.
Al vanaf 2013 kunnen werkgevers hun keuze maken voor eigen risico dragen voor de 2 jaar Ziektewetuitkering.
Voor het WGA-(flex) uitkeringsrisico is dat anders, want tot 2016 bent u hiervoor nog verplicht verzekerd bij
het UWV. Daarna kunt u ervoor kiezen om het WGA-risico bij het UWV te verzekeren of het eigen risico te
dragen. NB Deze keuze geldt dan voor zowel uw vaste als uw flexkrachten. Zo is het straks dus mogelijk om
wel eigen risicodrager voor de 2 jaar Ziektewetuitkering te zijn en het daaropvolgende risico van de WGAuitkeringen bij het UWV te verzekeren, of andersom.
MTH Accountants en Adviseurs
Januari 2014
3
Werk aan de winkel
Van belang is dat u een goede administratie van de beëindigde, tijdelijke arbeidscontracten bijhoudt. Door
eigen risicodrager te worden kunt u de zieke ex-werknemers passend werk laten doen in uw eigen bedrijf en
houdt u toezicht op de re-integratie. Verder adviseren wij u een postcontractueel beding op te nemen in uw
arbeidsovereenkomsten, om afspraken te maken met zieke uit dienst treders. U als werkgever verplicht de exwerknemer dan om zich bij u ziek te melden. De zieke ex-werknemer kan ook gehouden worden aan alle regels
en verplichtingen, die tijdens ziekte van belang zijn voor controle en re-integratie. Uw schadelast kan op deze
wijze zo veel mogelijk beperkt worden. Tenslotte is van belang dat u duurzame inzetbaarheid van al uw
tijdelijke en vaste werknemers nastreeft.
Tips
Zet bij alle werknemers in op preventie van ziekteverzuim en een goede begeleiding na uitval; let ook
op werknemers die in proeftijd zijn ontslagen.
Controleer na 1 maand of uit dienst getreden tijdelijke werknemers zich mogelijk ziek hebben gemeld.
Houdt zieke werknemers eventueel in dienst tot ze hersteld zijn.
Neem een postcontractueel beding op in uw arbeidsovereenkomsten en voeg een addendum toe aan
uw bestaande arbeidsovereenkomsten (MTH kan dit op uw verzoek verzorgen).
Controleer de opgaven van het UWV zeer zorgvuldig en houd de ziekteverzuimadministratie goed bij.
Controleer altijd de ZW en WGA uitkeringen die aan u worden doorbelast.
Mocht u vragen hebben naar aanleiding van bovenstaande informatie, dan kunt u voor nader advies mailen
naar [email protected] of contact opnemen met de MTH Adviesgroep Personeel & Salaris. Wij zijn
u graag van dienst.
Aangeboden
Een compleet voetbaltenue (shirts, broekjes en sokken voor senioren) voor een team in Afrika. Het tenue is
nieuw en slechts 4 keer gebruikt.
Voor meer informatie mail naar: [email protected]
MTH Accountants en Adviseurs
Januari 2014
4
Geen kinderopvangtoeslag omdat vermogen van ouder niet was aangetast
X maakte voor de opvang van haar kind gebruik van kinderopvang via bemiddeling van gastouderbureau A. In
december 2008 kreeg zij een voorschot kinderopvangtoeslag voor 2009 van € 11.428. Na een verzoek om
informatie van de Belastingdienst/Toeslagen verstrekte X een jaaropgave van A. Daarop stonden € 11.583 aan
inkomsten van de gastouder en € 1.859,28 aan bureaukosten vermeld. In oktober 2011 werden aanvullende
vragen gesteld in het kader van een onderzoek van de FIOD bij A. Het voorschot kinderopvangtoeslag over
2009 werd daarna herzien naar nihil omdat was gebleken dat X geen kosten voor kinderopvang had gemaakt
en geen overeenkomst met A had overgelegd die voldeed aan de daarvoor geldende voorwaarden. X ging in
beroep. Rechtbank Den Haag verklaarde het beroep ongegrond. Degene die kinderopvangtoeslag ontving,
moest volgens de Rechtbank kunnen aantonen dat hij kosten voor kinderopvang had gemaakt en wat de
hoogte daarvan was. Aangezien X geen bescheiden had overgelegd waaruit eigen kosten bleken, had zij niet
aannemelijk gemaakt dat zij betalingen had verricht aan de gastouder. Omdat ook niet was gebleken van
overige door haar gemaakte kosten was volgens de Rechtbank geen sprake van daadwerkelijk gedane uitgaven
waardoor het vermogen van X was aangetast. De Belastingdienst/Toeslagen had de toeslag volgens de
Rechtbank terecht op nihil gesteld.
Bron: Rechtbank Den Haag 5 september 2013 SGR13/2909
Van Kesteren over MVO: 'Altijd zoeken naar oplossingen'
MVO is een factor in het verdienmodel van ondernemers geworden, stelt Niek Jan van Kesteren, algemeen
directeur van VNO-NCW. In doemscenario's over een stervende aarde gelooft hij niet. Problemen ziet hij
wel, maar ook oplossingen. 'Productieprocessen worden steeds schoner,' zegt hij in een vraaggesprek met
Petra Pronk voor de videoserie 'Weg met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)'.
Permanent gevoel van urgentie
'Je kunt niet zeggen: wij gaan de aarde redden. Maar we stoppen met de economie. Dat gaat niet.' Volgens
Van Kesteren moet er via de technologie worden gezocht naar haalbare oplossingen voor vraagstukken. Dat
er wel met enige regelmaat een alarmbel geluid wordt, vindt de algemeen directeur van VNO-NCW goed.
'Want als het water stijgt, gaan mensen harder rennen. Dan komen er ontdekkingen en vondsten die je nu
niet kan bedenken.'
'Eigenlijk moet er een permanent gevoel van urgentie zijn bij ondernemers, burgers, politici en media. Dat
is namelijk de enige voorwaarde voor verandering. Als dat gevoel er is, gaat het ook gebeuren.' Het gevoel
van 'we zijn er nog niet' is volgens Van Kesteren dan ook een belangrijk onderdeel van MVO.
Veel duurzame ontwikkeling
Van Kesteren weerspreekt dat Nederlandse bedrijven niet ambitieus genoeg zouden zijn op het gebied van
duurzaamheid. 'Onze bedrijven behoren tot de top van de wereld', stelt hij. Bovendien is dankzij
technologie de afgelopen jaren al veel duurzame ontwikkeling geweest. 'Hoeveel schoner zijn auto's al niet
geworden? Hoeveel schoner zijn productieprocessen al niet geworden? Hoe ver zijn we niet af van
elektrische auto's? Hoe ver zijn we niet af dat zonne-energie het merendeel van de energie gaat leveren?'
Van Kesteren: 'Dat vraagt research en technologische ontwikkeling. We moeten een aantal jaar
overbruggen totdat we toe zijn aan schone energie. Dat weet iedereen. Maar het gaat gebeuren. En dan
moet je juist optimistisch zijn. En er alles aan doen om dat tempo te verhogen.'
Bron: VNO NCW
MTH Accountants en Adviseurs
Januari 2014
5
Ontvanger hoefde niet te wijzen op meldingsplicht betalingsonmacht
Bestuurder X was in 2010 door de ontvanger aansprakelijk gesteld voor door BV A sinds 2007 onbetaald
gelaten naheffingsaanslagen LB. X ging in beroep en stelde dat de ontvanger op de hoogte was geweest van
de betalingsonmacht van BV A. X was zelf niet op de hoogte geweest van een meldingsplicht, maar vond dat
de ontvanger hem daarop had moeten wijzen. Rechtbank Haarlem besliste dat de eventuele onbekendheid van
X met de meldingsregeling hem niet ontsloeg van de op hem rustende meldingsplicht en handhaafde de
aansprakelijkstelling. X ging in hoger beroep. Hof Amsterdam besliste dat ervan moest worden uitgegaan dat
de ontvanger - gelet op zijn mededelingen op de zitting in eerste aanleg en in hoger beroep - sinds 28 oktober
2008 op de hoogte was van de betalingsonmacht. Dit betekende volgens het Hof dat de meldingsplicht van BV
A met ingang van die datum was vervallen en dat X niet aansprakelijk kon worden gesteld voor tijdvakken
waarvan de betalingsonmacht nog rechtsgeldig kon worden gemeld op een na deze datum gelegen tijdstip. Het
Hof vernietigde de aansprakelijkstelling van X voor zover die betrekking had op naheffingsaanslagen over de
tijdvakken vanaf september 2008. Het Hof besliste vervolgens dat de ontvanger voor 28 oktober 2008 niet
verplicht was om X te wijzen op de meldingsverplichting van een eventuele betalingsonmacht.
Bron: Hof Amsterdam 5 december 2013 12/00216
Netwerk Kwaliteit
13 februari 2014
Het Landelijk Steunpunt organiseert in 2014 een serie Leren met de buren. Het 'Netwerk
Kwaliteit' staat volledig in het teken van kwaliteitsverbetering binnen de brede school en het IKC.
Hoe kun je ervoor zorgen dat de kwaliteit van de brede school toeneemt? Wat doet ertoe in de
brede school? Waarom loopt de kookclub zo goed, maar komt er niemand op de ouderavond?
Bent u ook met bovenstaande vragen bezig? Schrijf u dan nu in voor het Netwerk Kwaliteit. Deelname is gratis!
Elke brede school is wel ergens (heel) goed in en elke brede school zit wel met een vraag. Breng die twee bij
elkaar, en iedereen wint. Dat is het idee van het Netwerk Kwaliteit. Het doel: een kwaliteitsimpuls voor alle
betrokken brede scholen en IKC’s. Het doel wordt bereikt door lezingen van experts, gezamenlijke opdrachten,
analyses en het delen van elkaars oplossingen. Het Netwerk Kwaliteit is een op de praktijk gerichte serie
bijeenkomsten. Na vier dagdelen moet elke deelnemende brede school of IKC een sprong voorwaarts in de
benen hebben.
Bijeenkomsten
In de eerste bijeenkomst onderzoeken we vanuit welke visie en met welke analyse we werken. Hoe ziet onze
omgeving eruit en wat willen wij voor de kinderen in onze omgeving bereiken? We staan ook uitgebreid stil bij
de algemene werkzame factoren. Lector integraal jeugdbeleid, Jeannette Doornenbal, geeft hier een
inspirerende lezing over. In de tweede en derde bijeenkomst gaan we in op het formuleren of herformuleren
van doelen op basis van die analyse en visie. Vervolgens houden we de uitvoeringspraktijken tegen het licht en
ontwerpen we nieuwe of verbeterde activiteiten. De laatste bijeenkomst staat in het teken het evalueren. Op
welke manier kun je zodanig evalueren dat je de uitvoeringspraktijk het jaar erop direct kunt verbeteren? De
tweede, derde en vierde sessie vinden op brede scholen in de regio’s Noord, Midden en Zuid plaats.
Tussen de bijeenkomsten krijgen de deelnemers van het Netwerk Kwaliteit praktijkopdrachten. De uitkomsten
hiervan zijn uitgangspunt voor de volgende bijeenkomst. Op deze manier koppelen we theorie en dagelijkse
praktijk zo goed mogelijk aan elkaar.
Bron: Landelijk Steunpunt Brede Scholen
MTH Accountants en Adviseurs
Januari 2014
6
Kinderopvang iets goedkoper in 2014
Ouders met een hoger- of middeninkomen betalen dit jaar iets minder voor kinderopvang dan in 2013. Dit
komt door de extra investering van 100 miljoen euro van het kabinet waardoor de kinderopvangtoeslag
verhoogd kon worden.
Veel kinderopvangorganisaties hebben ervoor gekozen om de tarieven voor dit jaar niet te verhogen zodat
ouders in deze inkomenscategorieën optimaal kunnen profiteren. Ouders met een bruto jaarinkomen van
47.812 euro of meer krijgen een hogere bijdrage voor het kind met de meeste opvanguren. De
kinderopvangbranche hoopt dat ouders, voor wie kinderopvang in 2013 onbetaalbaar werd, in 2014
terugkomen als klant.
Kinderopvangtoeslag aanvragen
Vergeet niet om ouders erop te attenderen dat zij minder tijd krijgen om kinderopvangtoeslag terug te vragen
bij de Belastingdienst. Als ouders niet binnen drie maanden na de betreffende maand de toeslag opvragen,
lopen ze het geld mis. Stel dat ouders de kinderopvangtoeslag over april 2014 willen ontvangen, moet dit
uiterlijk 31 juli worden aangevraagd.
Kindgebonden budget
Het kabinet heeft plannen om het kindgebonden budget (dat bestaat naast de kinderbijslag) dit jaar voor het
eerste en tweede kind iets te verhogen. De Kamer moet dit nog goedkeuren. Het kindgebonden budget is een
bijdrage in de kosten voor kinderen tot 18 jaar. De hoogte is afhankelijk van het inkomen, het aantal kinderen
en hun leeftijd.
Bron: kinderopvangtotaal
Asscher pakt werkstress aan
In Nederland wordt een derde van het ziekteverzuim veroorzaakt door een verstoorde balans tussen werk en
privé, werkdruk, baanonzekerheid en agressie op de werkvloer. Werkdruk en stress komt ook in de
kinderopvangbranche voor. Minister Asscher wil dit voor de kinderopvang en andere branches aanpakken en
trekt hier in 2014 1 miljoen euro voor uit.
Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) is al jaren een van de grootste arbeidsrisico's, zo blijkt uit werkgevers- en
werknemersenquêtes en cijfers van het CBS. Vanaf april 2014 gaat Asscher samen met werkgevers en
werknemers vier jaar lang extra aandacht besteden aan het voorkomen van uitval door PSA.
Depressie en burnout
De minister schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat werkstress en de gevolgen daarvan bij veel
organisaties nog onvoldoende bespreekbaar zijn. Dat moet volgens hem veranderen. Werkstress leidt tot
ongewenste gevolgen zoals overspannenheid, depressie en burnout. Ook de inzetbaarheid van de werknemer
leidt daaronder. Werknemers zijn dan bijvoorbeeld wel aanwezig, maar minder productief.
Cao's
Er moet daarom extra aandacht komen voor de balans tussen werk en privé, de positie van mantelzorgers, en
flexwerkers die vaak te maken hebben met een hoge werkdruk en een onzeker perspectief. Verder wil de
minister stimuleren dat afspraken over de aanpak van werkdruk ook in de cao's worden vastgelegd.
Bron: kinderopvangtotaal
MTH Accountants en Adviseurs
Januari 2014
7
Hoe voorkom je werkstress in de kinderopvang?
Het werken in de kinderopvang was al druk, maar is alleen maar drukker geworden nu het wat minder goed
gaat in de kinderopvang. Bezuinigingen op ondersteunende functies zoals schoonmaak,
activiteitenondersteuners en pedagogen zorgen ervoor dat er meer op het bordje van de pedagogisch
medewerker terecht komt. Wat kan jouw organisatie doen om de werkdruk te verminderen?
Onafhankelijkheid, maar niet té
Zorg ervoor dat medewerkers iets te zeggen hebben over het werktempo, de werkvolgorde en de
werkmethode. Voorkom te grote afhankelijkheid van werkplannen of de visie van alleen de leidinggevende.
Maar pm'ers moeten niet alles zelf uit moeten vinden. Er is behoefte aan goede steun, hulpmiddelen, kennis en
bevoegdheden. Blijven werken aan vakinhoudelijke ontwikkeling leidt niet alleen tot meer kennis, maar ook tot
meer zekerheid.
Bottom-up
Structureel werkoverleg is van belang om een open cultuur te behouden op de groep. Het is belangrijk dat een
werkoverleg niet alleen vanuit de behoefte van de leidinggevende wordt georganiseerd. Dus niet alleen topdown informatie, maar ook bottom-up. Er moet ruimte zijn voor onderlinge feedback, zonder dat het een
ongemakkelijke situatie wordt. Pm'ers moeten ook de ruimte krijgen om feedback te geven op
managementniveau in de organisatie.
Solofuncties
Natuurlijk is het fijn om verantwoordelijkheid te hebben, maar solofuncties waarbij je zo ongeveer
onvervangbaar bent, dragen niet bij aan een fijne werkomgeving. Zorg ervoor dat collega's elkaars werk
kunnen overnemen zonder dat de kwaliteit in het geding komt. Stel dat een werknemer door ziekte, een
vakantie of een privékwestie afwezig is, dan moet diegene de groep met gerust hart aan zijn of haar collega's
over kunnen laten.
Open zijn naar ouders
Draag een open cultuur op de groep ook uit naar de ouders (je klanten). Als medewerkers naar ouders mooi
weer moeten spelen, terwijl er iets aan de hand is, kan dit stress veroorzaken. Vertel ouders hoe het zit met
wachttijden en procedures en durf je zwaktes te tonen. Medewerkers zullen zich prettig voelen in zo'n open
sfeer.
Roosteren
De meeste kinderopvanginstellingen hebben vaste openingstijden. Toch is het belangrijk om met het roosteren
rekening te houden met een zo min mogelijk verstoord bioritme. Als een medewerker altijd 's ochtends vroeg
begint, houd dit dan in een reeks voor de komende dagen aan. Beperk de lengte van een dienstenreeks tot
maximaal 6. Dat is vooral belangrijk voor flexibele opvanginstellingen en gastouders. Zie erop toe dat er
pauzes worden gehouden.
De tips zijn deels gebaseerd op de brochure Werkdruk, de or pakt het aan van Abvakabo FNV (uit 2007).
Bron: FCB
MTH Accountants en Adviseurs
Januari 2014
8
'Blij met slagvaardig digitaal ondernemersplein'
20-01-2014 - VNO-NCW en MKB-Nederland zijn blij met de lancering van Ondernemersplein.nl. Het is goed dat
ondernemers in Nederland makkelijk en via één online dienst toegang krijgen tot alle relevante informatie van
de overheid die slagvaardig ondernemen mogelijk maakt, aldus de ondernemingsorganisaties. Volgens hen
wordt hierdoor de huidige versnippering in overheidsondersteuning aan ondernemers weggenomen.
Eén loket
In het verleden hebben de ondernemingsorganisaties al aangedrongen op één publiek loket waar ondernemers
terecht kunnen voor overheidsinformatie en -ondersteuning op gebied van ondernemerschap. Het
Ondernemersplein moet volgens VNO-NCW en MKB-Nederland vooral aanvullend werken op de bestaande
activiteiten van branches en sectoren, zodat er geen onnodige overlap met marktpartijen is.
Lancering
Minister Kamp verrichtte maandag de officiële lancering van Ondernemersplein.nl. Hij deed dat samen met
ondernemers en partners. Het Ondernemersplein.nl is een samenwerkingsverband van het Ministerie van
Economische Zaken, de Kamer van Koophandel, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de
Belastingdienst, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Rijksdienst voor het Wegverkeer.
Bron: VNO NCW
Branches werken samen voor geïntegreerde kinderopvang
Na ‘Kies nu voor Kinderen’, het initiatief van het Kinderopvangfonds en de Bernard van Leerfoundation, gaat
het Kinderopvangfonds nu verder met het ontwikkelen van nieuwe plannen voor de kinderopvang. Vier partijen
gaan de komende tijd intensief samenwerken om tot een plan te komen voor een geïntegreerd stelsel van
kinderopvang.
Met 'Kies nu voor Kinderen' wisten de Bernard van Leer Foundation en het Kinderopvangfonds de afgelopen
jaren politici te overtuigen dat het anders moet in de kinderopvang. Zij lieten een scenario doorrekenen door
SEO waarbij kinderopvang een basisvoorziening is voor alle kinderen, ongeacht inkomen van de ouders.
Hoewel zo'n basisvoorziening er voorlopig niet in lijkt te zitten, zijn er wel andere suggesties van' Kies nu voor
Kinderen' overgenomen door minister Asscher.
Wie?
De vier partijen die zich gaan bezighouden met hoe een geïntegreerd stelsel van kinderopvang eruit moet zien,
zijn het Kinderopvangfonds, de koplopersgroep Wethouders, de samenwerkende kinderopvangorganisaties KIK
en KINDwijzer en de Pettelaargroep. Dit is een groep vooroplopende bestuurders uit het primair onderwijs. Het
uiteindelijke doel is om de basis van de kinderopvang te verbeteren.
Ontwikkelingsrecht
De partijen gaan zich vooral focussen op een stelsel dat goed functioneert voor het kind. Zo willen ze dat er
een ontwikkelingsrecht voor kinderen komt en een samenhangende pedagogische structuur voor ieder kind van
0 tot 12 jaar. Verder laten ze zich heel graag inspireren en voeden door de praktijk en dan vooral door de
koplopers in de kinderopvang. Hoe zorg je ervoor dat het knutselbouwwerk dat de kinderopvang nu is, stappen
maakt? Deze vraag staat centraal. Het debat over de wet Primaire Kindontwikkeling, een initiatief waar KIK en
KINDwijzer onlangs mee gestart zijn, wordt geïntegreerd in deze samenwerking.
MTH Accountants en Adviseurs
Januari 2014
9
Ruimte om te experimenteren
Er komt een regiegroep waarin twee deelnemers per sector (kinderopvang, primair onderwijs en gemeenten)
plaatsnemen. Daarnaast komen er themawerkgroepen, die de praktijk gaan aanjagen en waar de discussie
gevoerd kan worden. Ook zal er met het ministerie in gesprek worden gegaan over mogelijkheden voor meer
ruimte om te experimenteren.
Bron: Kinderopvangtotaal
Hoewel bij de samenstelling van deze nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor
onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene kader van deze nieuwsbrief, is het niet bedoeld om alle
informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen. Deze nieuwsbrief is gebaseerd op de
stand van zaken in wetgeving en publicaties op het moment van verzending.
MTH Accountants en Adviseurs
Januari 2014