Het hele evangelie We hebben een boodschap, een boodschap die de hele wereld moet horen. Een boodschap die al bij de profeten klinkt – we hoorden de indringende woorden van Jesaja – en die met het evangelie zijn volle hoogte, breedte en diepte krijgt. De meesten van u zullen dit beamen, in elk geval ergens diep in het hart. Anders zou u hier niet zitten, denk ik. Maar we zitten ook allemaal met de ervaring dat de Goede Boodschap maar beperkt gehoord wordt. En dat begint al bij onszelf. Ik meen dat sommige blokkades die onze buitenkerkelijke medemensen bij deze boodschap hebben, in feite ook bij onszelf voorkomen. Ze zitten in onze moderne westerse wijze van denken, en die delen we als christenen vaak met niet-christenen. Laat ik dit eerst met drie kleinere voorbeelden duidelijk maken, voorbeelden die ik de afgelopen week in de gemeente her en der oppikte. Daarna ga ik dan naar een groter voorbeeld, dat uit de Nieuwtestamentische tekst van vanmorgen naar voren komt. ¶ Onze moderne manier van denken maakt, dat we het evangelie maar half kunnen of willen horen, zei ik. Dat klinkt ongeloofwaardig! Wel, mag ik u meenemen langs drie momenten in ons gemeenteleven die u zult herkennen, en oordeelt u zelf. • In een kring wordt het verlangen uitgesproken, dat we vooral iets voor de wereld moeten doen. We moeten iets voor anderen, buiten de kerk betekenen en niet alleen voor de eigen mensen. Geweldig! En wat zou dan goed zijn voor deze anderen? Wel, wat zij graag hebben, bv materiële steun, zorg bij ziekte of ouderdom, desnoods wapens in verweer tegen geweld. Oké, daar staan we niet negatief tegenover, het zijn tenslotte allemaal dingen die vallen onder naastenliefde! Maar zijn we als christenen vanuit de bijbel niet gehouden aan twee grote geboden? Wat doen we met de liefde voor God, het eren van God bv door een rustdag te houden? Wel, dat is geen zaak van de wereld, daar moeten we niet mee aankomen. Dat hoort in de kerk, vindt de wereld – en vindt de kerk eigenlijk ook. Goede godsdienst is geen zorg voor de samenleving. Dus wat gebeurt er? In ons verlangen anderen te helpen laten we onze agenda door hen bepalen: we houden de helft van de liefde die ons is opgedragen vóór ons. We onthouden de wereld de religieuze dimensie. We denken zo zeer aan haar wens, dat we haar alleen een geseculariseerd evangelie serveren. We komen niet meer met goede godsdienst, alleen nog met mensendienst. • Een heel ander voorbeeld. Iemand vertelt hoe hij op bezoek was bij een oude vriendelijke heer. Met een glimlach en een lichte zucht zegt deze: ik heb nooit gestolen, geen overspel gepleegd, ben altijd goed geweest voor anderen; zou ik niet in de hemel komen? Wel, we hebben geen reden deze heer niet op zijn woord te geloven, hij heeft mensen rechtgedaan en dat is geweldig! Maar heeft hij God ook rechtgedaan? En hoort dat er niet helemaal bij als het gaat om goed leven? Misschien is dat voor dit leven niet meteen duidelijk, maar met het oog op een leven na de dood? Dat is toch naar algemeen inzicht een leven met God. Wie Hem geen recht doet, wie hem niet liefheeft zoals Hij het verdient, wie daarvoor kiest, wil waarschijnlijk niet eens in de hemel zijn, of wil een hemel zonder God. De oude heer lijkt toch een gemis te voelen, een onvervuld verlangen. Velen onder ons houden het tweede gebod in ere, en dat is heel mooi. Maar dat gebod alleen hooghouden, zonder ook het eerste gebod te vervullen, kan niet goed zijn. In feite beoordeelt de oude heer zichzelf vanuit een geseculariseerd evangelie. En precies dat doen ook wij als wij op hem reageren met: ‘geweldig nee ik zie niet wat u nog meer had kunnen doen’. Dan denken ook wij vanuit dezelfde geseculariseerde opvatting van goeddoen: een goeddoen dat opgaat in naastenliefde. Maar onze Schepper wil ook rechtgedaan worden. • Een derde voorbeeld. In de wandelgang zegt iemand: Natuurlijk, het gebruik van wapens moet zoveel mogelijk vermeden worden, maar als anderen geweld worden aangedaan is de grens bereikt, dan mogen wij met geweld ingrijpen. U begrijpt, we hadden het over IS, Irak en Syrië. Nu is fysiek geweld in het moderne westen ongeveer het ergste vergrijp geworden, maar dat was het eeuwenlang niet. De klassieke westerse houding, in de tijd dat Europa christelijk was, luidde: Ze kunnen je lichaam doden, maar het is erger als je je ziel verliest. Schade aan je fysieke bestaan is erg, maar schade aan je ziel is erger. Dat hadden we van Jezus geleerd. En zieleschade lopen we niet alleen op door gebrek aan naastenliefde en schending van het tweede gebod, maar ook en allereerst door gebrek aan godsliefde en schending van het eerste gebod. IS-mensen haten westerlingen en gematigde of tweeslachtige moslims omdat wij en zij het eerste grote gebod niet publiek eren. En hoe grof en bot zij deze afkeer ook uiten, dat mag niet blind maken voor het feit dat zij bijbels gezien hier een punt hebben. Kun je een volk verwijten het tweede gebod te schenden als je zelf het eerste niet houdt? Door hen steevast als terreurgroep weg te zetten, hou je jezelf buiten schot. Ook als het gaat om geweld denken westerse christenen vaak vanuit een geseculariseerd evangelie. ¶ Laten we snel naar ons eigen terrein gaan, met de tekst uit het Nieuwe Testament: de kerk, onze zorg voor de toekomst van de gemeente. Opnieuw meen ik dat velen van ons, moderne westerse christenen, ook een geseculariseerde visie op de kerk hebben. • Overal in het land, ook in Bussum, zijn er initiatieven om de kerk een nieuw jasje en jong bloed te geven. En dat is heel begrijpelijk: we krimpen nog steeds, we vergrijzen, over tien, twintig jaar zijn we gehalveerd. Een groep die slinkt, moet werven! En daar moeten nieuwe aantrekkelijke vormen voor gevonden worden. En als groep hebben we ook wel wat te bieden, bv in een samenleving waar de eenzaamheid een groot probleem is. Omzien naar elkaar doet dan goed. Maar ook hier laten we de agenda gemakkelijk bepalen door de behoeften van ‘de wereld’. Wat wij te bieden hebben passen we aan de buitenstaanders zozeer aan, dat we een kerk zijn die haar eigen religieuze hart zoveel mogelijk vóor zich houdt. Omdat ze dáarmee buiten de kerk niet scoort. En omdat ze er misschien ook zelf verlegen mee is. Maar wat als dit precies één van de redenen is waarom de kerk haar aantrekking heeft verloren? Misschien is het uitdragen van de halve goede boodschap zelf mede oorzaak van het feit dat wij gehalveerd zijn. Het geseculariseerde evangelie kent men daarbuiten ook wel. Misschien zijn we niet meer onderscheidend genoeg. • Wat maakte de eerste christelijke gemeente zo wervend? Wat was de goede boodschap waarmee de apostelen de straat op gingen? Volgens Handelingen wierven zij niet voor de kerk. Zij brachten mensen met God, met de levende Heer in contact. Zij riepen de mensen op om dat wat tussen hen en God in staat, weg te nemen. Om te stoppen met zondigen. Wat is zondigen? Dat doen we niet alleen als we onze naaste niet liefhebben als onszelf, we zondigen ook en allereerst als we God niet liefhebben boven alles. We hoorden dat Handelingen stevige taal gebruikt. Je zonde laten wegnemen is: gered worden. Wie zijn of haar zonde niet weg laat nemen kan niet behouden blijven, die zal het leven verliezen, want leven is een geschenk van God. Als een geboorte dat niet duidelijk maakt, dan de dood wel. Ons leven nu en zeker na de dood hangt af van een goede relatie met God. We hoorden hoe onze Nieuwtestamentische tekst zelfs een soort definitie van de kerk geeft. De kerk als ‘gemeenschap van hen die gered worden’. Oef, dat is sterk! Is dat niet weer een staaltje van kerkelijke zelfoverschatting, van een misplaatst besef van eigen onmisbaarheid? Wel, dat zou het zeker zijn als de kerk vooral voor zichzelf werft. Maar dit is niet wat zij oorspronkelijk deed. Het is niet: hoor bij de kerk en je wordt gered, maar: hoor bij de Heer en je wordt gered. Wie bij de Heer hoort, hoort bij zijn gemeente; niet andersom. In ons kritische beeld van onszelf als gemeente hanteren we in feite een geseculariseerd beeld van de kerk, een beeld waarin het hart tussen haakjes is geplaatst. Er zijn meer sterke omschrijvingen van de kerk uit de traditie, die in onze tijd algemeen verworpen worden. Bv de uitspraak dat er buiten de kerk geen heil is. Weer, als de kerk een eigenaardige groep mensen is, is deze uitspraak vreselijk arrogant, natuurlijk. Maar wat als zij de groep mensen is die een persoonlijke relatie met God gekregen hebben? En dat kan alleen als hun zonden zijn vergeven. En dát kan alleen als zij niet meer willen zondigen, als zij serieus de geboden van de Heer willen vervullen. Daarmee is de kerk als groep niet verkeerd. Die kan iets betekenen voor anderen. Maar dit aspect kan niet voorop staan. Zoek eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid. En in de grondwet van het Koninkrijk staan twee grote geboden. ¶ De Goede boodschap is, dat God bij mensen komt, dat Hij zo onder en in hen komt, dat zij de twee grote geboden van de liefde gaan doen. Jezus heeft deze liefde gedaan, in woord en daad. Met zijn opstanding is deze liefde een kracht gegeven die sterker is dan de dood. En Zijn Geest is over zijn volgelingen uitgestort. Wij westerlingen hebben een eigen hindernis om deze liefde te laten doorwerken. Wij hebben een extra prikkel nodig. Toon liefde voor je naasten, dat is van groot belang! Maar toon óók je liefde voor God. Durf je hoop te uiten, voor dit leven, maar ook voor blijvend leven. En durf uit te komen voor je geloof in meer dan het zichtbare. Niet te pas en te onpas, maar wel waar het goed en nodig is, en niet alleen in privésfeer, ook in het publieke domein. En het publieke domein begint in de familie. Wees niet bang, schaamt u zich niet, er is goed nieuws voor menselijk leven en voor leven met God! Het hele evangelie voor het hele leven! Wat Hij gebiedt wil Hij U geven, Hij is zelf onder ons gekomen om het ons te geven, ja Hij komt als Heilige Geest in ons om het ons te geven, die liefde voor naasten als jezelf en voor God boven alles. Inleidend woord Welkom, aan mensen van wijkgemeente Centrum en Oost en aan hen die meeluisteren via webradio. Gebed voor de nood van de wereld Vanmorgen wil ik U bidden voor hen die vechten tegen een ongeneeslijke ziekte. Mensen binnen en buiten onze gemeente. Geef dat de gewonnen tijd als kostbare tijd beleefd mag worden. Geef ook dat deze kostbaarheid niet opgaat in en met die tijd, maar dat zij ook gebruikt mag worden als voorbereiding op het leven dat komt. Zo bidden wij U allen tezamen… Onze gedachten zijn bij de mensen in Syrie en Irak en Turkije. We denken aan de nood van vluchtelingen, hun angst en onzekerheid, het verlies van huis en haard en land. We denken aan de nood van de IS-strijders met hun haat tegen het goddeloze en dominante Westen. En we denken aan de nood van de piloten die medeplichtig worden aan het doden van mensen, mensen die zij vaak alleen op computerschermpjes zien, als targets. Hoeveel is hier mis, Heer, wees met uw Heilige Geest onder deze mensen, wek hun geweten, hun hart, zo bidden wij U Kindertijd We gaan straks een kinderlied zingen. ‘Dank U voor deze nieuwe morgen’. Kennen jullie het? Weten jullie waarom ik het zo mooi vindt? Wel, meestal bedanken wij iemand als we iets bijzonders krijgen, bv een kadootje. We danken meestal niet voor iets dat we elke dag krijgen, zoals de zon die weer opgaat, of het eten op tafel. En toch is dat gek, want als je iets elke dag krijgt, krijg je veel meer dan wanneer je het maar één keer krijgt. Dat elke morgen de zon weer opgaat, dat is toch een kadootje dat we elke dag krijgen? Is het niet goed daarvoor te danken? Wij zelf kunnen de zon niet laten opgaan, dat doet God voor ons. Is het niet goed om God voor alles te danken dat Hij ons elke keer opnieuw geeft? Daar gaat dit lied over, daarom vind ik het zo mooi. Gebeden Dank U dat U zich bij ons blijft aandienen, ook als wij niet van U gediend zijn, als wij met onze samenleving U in het hokje van de privésfeer hebben gezet. Zo bidden wij U allen Geef ons de moed onderscheidend te zijn. Rekening houden met mensen is goed en nodig, maar het heeft een grens. We hebben ook iets te brengen, iets dat voor alle mensen belangrijk is ook als sommigen dat niet willen horen. Heer, hoe zou U niet belangrijk kunnen zijn voor ieder mens? U bent onze Schepper! Hoe zou U geen goed nieuws voor de wereld zijn, juist voor de wereld? U bent gekomen om haar te redden en te leiden. Zo bidden wij U allen tezamen… Heer bid U in ons wat we zelf niet kunnen zeggen. Bid U in ons wat wij niet durven of kunnen of willen zeggen. U kent ons beter dan wij onszelf, U weet beter wat goed is voor ons dan wijzelf, bid zelf in ons, kom met uw Heilige Geest in ons hart, zo bidden wij U ook vanmorgen
© Copyright 2024 ExpyDoc