OPDC ‘t Nijrees Examenreglement Programma van Toetsing en Afsluiting - Algemeen - Vakoverstijgend VMBO Leerjaar 3 en 4 Cursus 2014-2015 Cursus 2015-2016 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2. Begripsomschrijvingen 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 Algemene bepalingen Afnemen eindexamen Indeling eindexamen Geheimhouding Onregelmatigheden 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 Inhoud van het examen Examenprogramma Keuze van eindexamenvakken Het eindexamen VMBO theoretische leerweg Het eindexamen VMBO kaderberoepsgerichte leerweg Het eindexamen VMBO basisberoepsgerichte leerweg 5. 5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5 5.3.6 5.3.7 5.3.8 5.3.9 5.3.10 5.3.11 Regeling van het eindexamen Examenreglement Programma van Toetsing en Afsluiting Schoolexamen Schoolexamen Cijfer schoolexamen Mededeling cijfers schoolexamen Beroep tegen cijfers Commissie van beroep Schriftelijke proeven Mondelinge proeven Werkstuk en practicum Examendossier VMBO Herkansing schoolexamen Afronding van het schoolexamen 5.4 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4 5.4.5 Centraal examen Gecommitteerden Het centraal examen bestaat uit Tijdvakken en afneming centraal examens Vaststelling score en cijfer centraal examen Verhindering centraal eindexamen 6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 Uitslag, herkansing en diplomering Eindcijfer eindexamen Vaststelling uitslag Uitslagregeling Herkansing centraal examen Diploma en cijferlijst Getuigschriften. 7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 Overige bepalingen Afwijking wijze van examineren Bezwaren eindexamenwerk en inzage door de examenkandidaat Spreiding voltooiing examen Afwezigheid tijdens schoolexamen/ toetsen Instroom leerlingen vanuit andere scholen voor VO in klas 3 of klas 4. 8. Slotbepalingen Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting Leerjaar 3 en 4 VMBO cursus 2014-2016 Examenreglement: 1. Algemeen a. d. Het examenreglement omvat procedurele en organisatorische regelingen ter uitvoering van het schoolexamen en het centraal examen alsmede enige inhoudelijke bepalingen. Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag van de school. Het examenreglement treedt in werking op 1 oktober 2013 en heeft een geldigheidsduur van één jaar, welke stilzwijgend wordt verlengd met wederom een periode van één jaar. Het Eindexamenbesluit ligt bij de locatieleiding ter inzage. 2. Begripsomschrijvingen: b. c. Dit reglement past de begripsbepalingen toe, zoals omschreven in artikel 1 van het Eindexamenbesluit VWO-HAVO-MAVO-VBO. 3. Algemene bepalingen: 3.1 Afnemen eindexamen: De examencommissie, bestaande uit de teamleider en de examinatoren, neemt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. De teamleider wijst één van de personeelsleden van de locatie aan als secretaris van de examencommissie. 3.2 Indeling eindexamen: Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. Het schoolexamen theoretische leerweg omvat mede een sectorwerkstuk. Het sectorwerkstuk is een werkstuk, met een thema dat past binnen de sector. 3.3 Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en bij daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. 3.4 1. 2. Onregelmatigheden Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan onregelmatigheid (hierbij valt te denken aan afkijken, het te laat inleveren van werkstukken en opdrachten, het gebruik van niet geoorloofde communicatiemiddelen en dergelijke) schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de examencommissie maatregelen nemen. De maatregelen bedoeld in het eerst lid die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen, c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen, d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. 3. 4. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid wordt genomen, hoort de examencommissie de kandidaat. De kandidaat kan zich laten bijstaan. De voorzitter van de examencommissie deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In die schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in het vierde lid. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en aan ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze minderjarig is. De kandidaat kan tegen een beslissing van de examencommissie in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. Van de commissie van beroep mag de directeur geen deel uitmaken. In overeenstemming met art. 301 van de wet wordt het beroep binnen drie dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt schriftelijk ingediend bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroepschrift tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie. Adres van de Commissie van Beroep: Commissie van Beroep OPDC ’t Nijrees Cesar Frankstraat 1a 7604 JE Almelo Inleveren wekstukken, verslagen, mediadossiers etc. Afspraken: Ten aanzien van inleveren van werkstukken, verslagen, mediadossiers etc. die met een cijfer beoordeeld worden geldt het volgende: - Alle opdrachten die cijfermatig beoordeeld moeten worden, worden via It’s learning ingeleverd. Op deze wijze kan het tijdstip van inleveren altijd gecontroleerd worden. -Bij te laat inleveren van een opdracht geldt de volgende maatregel: ≤ dan 2 dagen = - 0,5 punt Daarna per dag = - 0,5 punt (het weekend telt mee), met een maximum van twee punten aftrek. Dit wordt beoordeeld als gevolg van het feit dat de planning van de opdracht niet is gehaald. -Bij een overschrijding van meer dan 1 week stelt men het cijfer 1 voor dit onderdeel vast, tenzij een andere afspraak in onderling overleg is vastgesteld (bij de bovenbouw stelt de voorzitter van het examen dit vast, volgens het PTA). Inleveren (inhalen) proefwerken. Afspraken: Ten aanzien van het inleveren (inhalen) van proefwerken en schriftelijke overhoringen die met een cijfer beoordeeld worden, geldt het volgende: -Heeft een leerling een proefwerk en/of schriftelijke overhoring niet gemaakt, dan komt er een 1 op de cijferlijst te staan tot het proefwerk en/of schriftelijke overhoring is ingehaald. -Wordt het proefwerk/de overhoring niet binnen de afgesproken tijd ingehaald,dan volgt er puntenaftrek: -Na 1 week = - 0,5 - Na 2 weken = - 1, etc. Wanneer een opdracht niet op tijd is ingeleverd, krijgt de leerling van de betreffende vakdocent een formulier met daarop de bevestiging dat de opdracht niet is ingeleverd. Naast de paraaf van de vakdocent moet de leerling het formulier ook met een paraaf ondertekenen. Let op: dit geldt alleen voor (praktische) opdrachten die niet via It’s Learning ingeleverd kunnen worden 4. Inhoud van het Eindexamen: 4.1 Examenprogramma: Onze Minister stelt, behalve voor door het bevoegd gezag vast te stellen vakken en andere programmaonderdelen die onderdeel zijn van het eindexamen, voor elk van de onderwijssoorten examenprogramma’s vast, waarin zijn opgenomen. a. een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak; b. welk deel van de examenstof centraal zal worden geëxamineerd en over welke examenstof het schoolexamen zich uitstrekt en c. het aantal en de tijdsduur van de toetsen van het centraal examen. Tevens kunnen in een examenprogramma zijn opgenomen voorschriften betreffende de aard, de omvang, het aantal, de beoordeling en de weging van de onderdelen van het schoolexamen. 4.2 1. 2. Keuze van eindexamenvakken: De kandidaten kiezen, met inachtneming van dit hoofdstuk, in welke vakken zij examen willen afleggen. Voor leerlingen geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag, al dan niet in samenwerking met het bevoegd gezag van een of meer andere scholen, hen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. De kandidaten kunnen, voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken examen afleggen dan in de vakken die ten minste tezamen een eindexamen vormen. 4.3 Het eindexamen VMBO, voor zover het betreft de theoretische leerweg, genoemd in art. 10 van de wet, omvat: a. de vakken die het gemeenschappelijk deel ingevolge artikel 10, vijfde lid van de wet, omvat. b. de twee vakken die het sectordeel ingevolge artikel 10, zesde lid, van de wet omvat, en c. het in het vrije deel twee nog niet in het sectordeel gekozen vakken, bedoeld onderscheidenlijk genoemd in artikel 10, zevende lid, onderdelen a en b, en onderdeel c voor zover het betreft de Friese taal, van de wet, met dien verstande dat het sectordeel en het vrije deel tezamen ten minste twee vakken omvatten die geen moderne taal zijn. 4.4 Het eindexamen VMBO, voor zover het betreft de kaderberoepsgericht leerweg, genoemd in artikel 10b, van de wet, omvat: a. de vakken die het gemeenschappelijke deel ingevolge in artikel 10b, vijfde lid, van de wet, omvat, b. de twee vakken die het sectordeel ingevolgde artikel 10b, zesde lid, van de wet, omvat, en c. in het vrije deel een tot de sector behorend afdelingsvak of een tot de sector behorend intrasectoraalprogramma, genoemd in artikel 26j van het inrichtingsbesluit W.V.O. 4.5 Het eindexamen VMBO, voor zover het betreft de basisberoepsgericht leerweg, genoemd in artikel 10b, van de wet, omvat: a. de vakken die het gemeenschappelijke deel ingevolge in artikel 10b, vijfde lid, van de wet, omvat, b. de twee vakken die het sectordeel ingevolgde artikel 10b, zesde lid, van de wet, omvat, en c. in het vrije deel een tot de sector behorend afdelingsvak of een tot de sector behorend intrasectoraalprogramma, genoemd in artikel 26j van het inrichtingsbesluit W.V.O. 5. Regeling van het Eindexamen: 5.1 Examenreglement: Het bevoegd gezag stelt jaarlijks voor 1 oktober een Examenreglement en een Programma van Toetsing en Afsluiting vast. Het examenreglement bevat in elk geval informatie over de maatregelen bedoeld in artikel 5 van de wet (onregelmatigheden tijdens het examen) en de toepassing daarvan, hier onder punt 3.4, alsmede regels met betrekking tot de organisatie van het eindexamen, de gang van zake tijdens het eindexamen, de samenstelling en het adres van de in art 5 bedoelde Commissie van Beroep. 5.2 Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA): Het bevoegd gezag stelt jaarlijks voor 1 oktober een Programma van Toetsing en Afsluiting vast. In het programma wordt in elk geval aangegeven welke onderdelen van het eindexamen op het schoolexamen worden getoetst, de wijze waarop het schoolonderzoek plaatsvindt, alsmede de regels die aangeven op welke wijze het cijfer voor het schoolonderzoek voor een kandidaat tot stand komt. Het Programma voor Toetsing en Afsluiting wordt samen met het Examenreglement door het bevoegd gezag voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie. 5.3 5.3.1 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 5.3.2 1. 2. 3. 4. Schoolexamen: Schoolexamen: Het schoolexamen wordt conform de artikelen van het Eindexamenbesluit VWO-HAVOMAVO-VBO afgenomen. e Het schoolexamen start in leerjaar drie, 1 periode. Het schoolexamen wordt afgerond in leerjaar 4, voor aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen, bedoeld in art. 37. Het bevoegd gezag kan, in afwijking van punt 3, een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten voor de aanvang van het eerste tijdvak, in de gelegenheid stellen het schoolexamen in dat vak af te sluiten vóór het centraal examen in dat vak, doch na de aanvang van het eerste tijdvak. Het schoolexamen voor de vakken waarin geen centraal examen wordt afgelegd en, voor zover van toepassing, het sectorwerkstuk moeten uiterlijk zijn afgesloten op een datum die door de docent is vastgesteld en welke is gecommuniceerd met de examenkandidaten. De kandidaten ontvangen voor 1 oktober: het Examenreglement het Programma van Toetsing en Afsluiting Het schoolexamen wordt afgenomen volgens een schriftelijk vastgestelde regeling en wordt afgenomen onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie. Het schoolexamen bevat: Schriftelijke en/of mondelinge toetsen Praktische opdrachten die worden beoordeeld met een cijfer Handelingsdelen: in het handelingsdeel gaat het om opdrachten waarvan per kandidaat door de examinator (vakleerkracht) moet worden vastgesteld of deze naar behoren zijn uitgevoerd. Sectorwerkstuk voor de kandidaten in de theoretische leerweg. Het schoolexamen staat niet onder toezicht van gecommitteerden Het schoolexamen VMBO, voor de vakken waarin centraal examen wordt afgelegd, wordt afgesloten vóór aanvang van het centraal eindexamen. Cijfer schoolexamen: Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. Indien in een vak tevens een centraal eindexamen wordt afgelegd, worden de in het eerste lid genoemde cijfers gebruikt met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. In afwijking van het eerste lid, worden de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel beoordeeld met “voldoende” of “goed”. In afwijking van het eerste lid wordt in de Theoretische leerweg het sectorwerkstuk beoordeeld met “voldoende” of “goed”. 5.3.3 a. b. c. 5.3.4 1. 2. 3. 5.3.5 1. 2. 3. 4. 5.3.6 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 5.3.7 1. 2. Mededeling cijfers schoolexamen: Voor de aanvang van het centraal examen VMBO maakt de teamleider aan de kandidaat bekend, voor zover van toepassing: welke cijfers de kandidaat heeft behaald voor het schoolexamen de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, en voor de theoretische leerweg de beoordeling van het sectorwerkstuk. Beroep tegen cijfers: Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van een cijfer kunnen de ouders, verzorgers of voogd van de kandidaat een schriftelijk verzoek tot herziening ervan indienen bij de Eindexamencommissie. Dit verzoek moet binnen twee dagen na het bekend worden van het cijfer worden ingediend. Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van de berekening van het schoolexamencijfer kunnen de ouders, verzorgers of voogd van de kandidaat na het bekend worden van dit cijfer eveneens een schriftelijk verzoek tot herziening ervan indienen bij de Eindexamencommissie. Hiervoor geldt eveneens een termijn van twee dagen na het bekend worden van het cijfer. Meerderjarige kandidaten tekenen zelf beroep aan. Commissie van beroep: Behalve de Examencommissie is er een interne Commissie van Beroep. De leden van deze commissie zijn: 1. De teamleider 2. De sectordirecteur van de school waar de leerling staat ingeschreven 3. De secretaris van de Examencommissie 4. Een docent die geen lid is van de Examencommissie 5. Een docent aangewezen door de kandidaat. Adres Commissie van Beroep: schooladres betreffende OPDC locatie t.a.v. Commissie van Beroep Indien een zaak van beroep handelt over een cijfer dat één der leden van de Commissie van Beroep gegeven heeft, wordt hij vervangen door een plaatsvervangend lid. Deze wordt aangewezen door de Examencommissie, wanneer het een onder 1 of 2 genoemd lid betreft. Het plaatsvervangend lid wordt door de kandidaat aangewezen wanneer het het onder 4 genoemde lid betreft. Een kandidaat en/of ouders kan/kunnen bij de Commissie van Beroep in beroep gaan tegen een beslissing van de Examencommissie. Beroep moet schriftelijk aangetekend worden bij de teamleider binnen twee dagen na het bekend worden van de beslissing van de Examencommissie. Schriftelijke proeven: De eisen voor Schriftelijke proeven zijn vermeld in het PTA per vak. Het meenemen in het lokaal van andere dan toegestane hulpmiddelen is verboden. De tijdens het schoolexamen te gebruiken boeken moet de leerling geschoond kunnen tonen aan de examinator. Een kandidaat pleegt fraude als hij een boek bij zich heeft waarin geschreven is. Tenzij de instructies anders luiden, moet het werk in blauwe of zwarte inkt worden gemaakt. Dus: het werk mag niet met potlood gemaakt worden. De examinator stelt de kandidaten als regel maximaal tien werkdagen na het afleggen van een proef in kennis van het cijfer. De kandidaat kan op verzoek het gemaakte werk inzien. Het schriftelijke werk van het schoolexamen wordt gedurende tenminste zes maanden na vaststelling van de uitslag bewaard door de secretaris van de Examencommissie. Mondelinge proeven: De mondelinge proeven, waarvan de aard vermeld is in het PTA per vak, kunnen ook buiten de Schoolexamenperioden worden afgenomen. De mondelinge proeven kunnen worden afgenomen in tegenwoordigheid van een bijzitter. Deze maakt hiervan een protocol, dat bewaard wordt tot de termijn van een beroep is verstreken. Het cijfer wordt door de examinator vastgesteld. 3. Het cijfer van de proef wordt direct na het afleggen hiervan aan de kandidaat bekend gemaakt. 5.3.8 1. Werkstuk en practicum: Een proef kan ook bestaan uit een werkstuk of een verslag. Over de aard en het aantal van deze proeven wordt nader gesproken in het PTA per vak. Wanneer een verslag of werkstuk niet op de daarvoor bepaalde datum (zie PTA per vak) kan worden ingeleverd, dient een verzoek tot uitstel te worden ingediend bij de docent. Deze stelt eventueel een nieuwe datum vast. Bij overschrijding van de als laatste genoemde datum bepaalt de docent het eindcijfer. 2. 3. 5.3.9 Examendossier VMBO: Het schoolexamen voor alle leerwegen in het VMBO bestaat uit een examendossier. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door het bevoegd gezag gekozen vorm. 5.3.10 Herkansing schoolexamen: Voor onderdelen van het schoolexamen van een of meer vakken waarin tevens centraal examen wordt afgenomen kan in onderstaande gevallen herkansing worden aangevraagd: 1. Handelingsdelen: De onderdelen van het handelingsdeel die niet met ‘naar behoren’, ‘voldoende’ of ‘goed’ zijn afgerond moeten allen herkanst worden voordat aan het centraal examen kan worden deelgenomen. Herkansing bestaat uit het alsnog of nogmaals deelnemen aan een activiteit en/of het nogmaals inleveren van een verslag van een activiteit. 2. Onderdelen van het schoolexamen die met een cijfer beoordeeld worden zijn niet altijd herkansbaar. In de vakspecifieke PTA’s is voor ieder vak aangegeven welke toetsen voor herkansing in aanmerking komen. Het inhalen van toetsen of handelingsdelen is afhankelijk van redenen van afwezigheid op het moment van de toets. Een praktische opdracht moet, indien een kandidaat op de inleverdatum afwezig is, door of namens de kandidaat worden ingeleverd op de eerstvolgende schooldag. Inhaaltoetsen hebben in beginsel dezelfde vorm, duur en zwaarte als de oorspronkelijke toetsen. Bijzondere gevallen In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag een individuele kandidaat een extra gelegenheid tot herkansing bieden na de inspectie hiervan op de hoogte te hebben gesteld. De beoordeling van schoolexamentoetsen in geval van herkansing blijft van kracht. 5.3.12 Afronding van het schoolexamen: Een kandidaat heeft het schoolexamen afgerond als alle toetsen en praktische opdrachten zijn gemaakt en beoordeeld en het sectorwerkstuk (theoretische leerweg) en alle handelingsdelen met ‘naar behoren’, 'voldoende' of 'goed' zijn afgesloten. 5.4 Centraal examen: Het centraal examen wordt afgenomen conform de artikelen 36 t/m 44 van het in artikel 1.2 genoemde eindexamenbesluit. 5.4.1 Gecommitteerden: DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs, voorheen Informatie Beheer Groep) wijst voor elke school, ten behoeve van het centraal examen een of meer gecommitteerden aan. 5.4.2 Het centraal examen bestaat uit: Voor de algemene vakken wordt in alle leerwegen alleen een centraal schriftelijk examen afgenomen. Beoordeling vindt plaats aan de hand van een bindend correctievoorschrift of beoordelingsmodel. Een tweede correctie door een gecommitteerde behoort tot de mogelijkheden. Voor de kandidaten in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg bestaat het centraal examen bovendien uit een centraal praktisch examen voor het beroepsgerichte programma, waarbij zowel het proces van uitvoering als het product wordt beoordeeld. beoordeling door de examinator aan de hand van bindende beoordelingscriteria medebeoordeling door een gecommitteerde. 5.4.3. 1. 2. 5.4.4 1. 2. 5.4.5 1. 2. 3. 4. 5. Tijdvakken en afneming centraal examens: Het centraal examen voor scholen voor voortgezet onderwijs wordt afgenomen in het laatste leerjaar. Het centraal examen voor de scholen kent drie tijdvakken; het eerste, het tweede en het derde tijdvak. Vaststelling score en cijfer centraal examen: De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast, met inachtneming van art. 42. De teamleider stelt het cijfer voor het centraal examen in een vak vast op grond van de in het eerste lid bedoelde score en met inachtneming van art 39, eerste lid, g. Verhindering centraal eindexamen: Als een leerling te laat komt bij het centraal examen, mag hij tot uiterlijk een half uur na het begin van de examenzitting tot het lokaal worden toegelaten. Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de teamleider is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de teamleider aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mede aan de teamleider 6. Uitslag, herkansing en diplomering: 6.1 1. Eindcijfer Eindexamen: Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks van 1 tot en met 10. De examinator bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het Schoolexamen en het cijfer voor het Centraal examen. Is dit gemiddeld niet een geheel getal, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 50 of meer zijn, naar boven afgerond. Bij komma 49 wordt naar beneden afgerond. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. 2. 3. 6.2 1. 2. 3. Vaststelling uitslag: De voorzitter en secretaris van de Examencommissie stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.3. Voorzitter en de secretaris van de Examencommissie stellen uit alle eindcijfers van de vakken waarin de kandidaat eindexamen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op de lijst vermelde vakken een eindexamen vormen als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 29a dat voldoet aan het bepaalde in artikel 49 van het Eindexamenbesluit VWO-HAVO-MAVO-VBO. Indien een kandidaat in meer dan het voorgeschreven aantal vakken eindexamen aflegt, betrekken de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie, indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen, één of 4. 5. 6. meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de uitslag, voor zover dit in overeenstemming is met art. 25. Indien er meerdere keuzen mogelijk zijn, stellen de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie de kandidaat een keuze uit eindcijfers voor. Deze keuze is definitief wanneer de kandidaat niet binnen 24 uur heeft meegedeeld dat een andere keuze gemaakt moet worden. Indien de kandidaat, doordat voor een of meer vakken het eindcijfer volgens het hoogste programma bij de bepaling van de uitslag wordt betrokken, slechts kan slagen wanneer het eindcijfer van een of meer vakken niet bij de bepaling van de uitslag wordt betrokken, stellen de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie de kandidaat een keuze uit de eindcijfers voor. Deze keuze is definitief wanneer de kandidaat niet binnen 24 uur heeft meegedeeld een andere keuze gemaakt moet worden. 6.3 Uitslagregeling: Voor alle leerwegen geldt de volgende slaag- zak regeling: 1. Een kandidaat die eindexamen VMBO heeft afgelegd, is geslaagd indien hij: a. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of b. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger, of c. Voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger met dien verstande dat het eindcijfer van het afdelingsvak of intrasectoraleprogramma in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers. 2. Het voor alle leerlingen verplichte vak maatschappijleer 1 wordt afgesloten met een cijfer. Dit bekent dat voor maatschappijleer 1 de slaag- zak regeling geldt, zoals deze hiervoor onder 1 is weergegeven. 3. In aanvulling op bovenstaande geldt dat voor de vakken lichamelijke opvoeding en voor CKV en in de theoretische leerweg voor het sectorwerkstuk de kwalificatie ‘voldoende' of ‘goed’ is behaald. 4. Kandidaten die een deeleindexamen hebben afgelegd, zijn geslaagd voor dat deeleindexamen, indien hij voor dat desbetreffende vak een eindcijfer 6 of hoger heeft behaald. 5. De kandidaat, die eindexamen dan wel deeleindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in het eerste en tweede lid, is afgewezen behoudens de mogelijkheid tot herkansing, bedoeld in artikel 4.4. 6. Per schooljaar 2011-2012 is de maatregel van kracht dat voor alle vakken op het centraal examen (CE) gemiddeld een voldoende moet worden gehaald. Dit gaat gelden voor leerlingen vmbo, havo en vwo. Eveneens is per schooljaar 2011-2012 de maatregel van kracht dat voor leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg (bb) van het vmbo het schoolexamen (SE) hetzelfde gewicht krijgt als het centraal examen. 6.4 1. 2. 3 Herkansing centraal examen Zodra de uitslag volgens artikel 4.3 is vastgesteld, deelt de teamleider deze tezamen met de eindcijfers aan iedere kandidaat mee. Elke kandidaat die aan het centraal examen heeft deelgenomen, mag aan de herkansing deelnemen volgens het reglement van de school van inschrijving. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de teamleider voor een door de teamleider te bepalen dag en tijdstip. Door het vragen van een herkansing wordt de uitslag een voorlopige. De kandidaten die herkansing vragen leveren de cijferlijst, bedoeld in artikel 4.5, in bij de teamleider. 4 Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 4.3 en aan de kandidaat meegedeeld. 6.5 1. Diploma en cijferlijst: De teamleider reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen (indien zich dat voordoet) volgens welk programma is geëxamineerd en de cijfers voor het centraal examen, het thema van het sectorwerkstuk, alsmede de beoordeling van het sectorwerkstuk, de beoordeling van het CKV en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijke deel van de leerweg, de eindcijfers voor de examenvakken, alsmede de uitslag van het eindexamen. De teamleider reikt aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop de leerweg en alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. 2. 6.6 Getuigschrift: De teamleider reikt aan de definitief voor het eindexamen VMBO afgewezen kandidaat die de school verlaat en die voor een of meer vakken van dat eindexamen een eindcijfer 6 of meer heeft behaald, een getuigschrift uit, waarop zijn vermeld, voor zover van toepassing: a. het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en b. het thema van het sectorwerkstuk, voor zover beoordeeld met 'voldoende' of 'goed'. 7. Overige bepalingen: Afwijking: wijze van examineren 1 De teamleider kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van de kandidaat. In dat geval bepaalt de teamleider de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. De teamleider doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 2 Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. 3 Het bevoegd gezag kan toestaan dat, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij examen aflegt ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, voor enig deel van het examen waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit reglement. Het bevoegd gezag doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. De afwijking kan slechts bestaan uit een verlenging van de duur van de betreffende toets met ten hoogste 30 minuten en uit het toestaan aan de kandidaat een verklarend woordenboek der Nederlandse taal te gebruiken. 7.2 Bewaren eindexamenwerk en inzage door de examenkandidaat: Het werk van het centraal examen van de kandidaten wordt gedurende tenminste 6 maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de secretaris van de Examencommissie ten behoeve van inzage door de examenkandidaat. Indien de examenkandidaat inzage wenst dient hij daartoe een schriftelijk verzoek in bij de secretaris van de Examencommissie. 7.3 Spreiding voltooiing examen: Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in het laatste leerjaar langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen het centraal examen gespreid af te leggen. 7.4 1. 2. 3. 4. 5. Afwezigheid tijdens schoolexamen/toetsen: Als een kandidaat door ziekte of een ander vorm van overmacht niet in staat is aan het schoolexamen deel te nemen, moet dit telefonisch en/ of schriftelijk door de ouders, verzorgers of voogd vóór de aanvang op de desbetreffende schooldag aan de teamleider worden gemeld. Een kandidaat die in gebreke blijft genoemde melding te doen, wordt geacht onwettig afwezig te zijn geweest. Maatregelen, zoals genoemd in art 3.4.2 van dit examenreglement kunnen dan worden genomen. Meerderjarige kandidaten doen zelf melding. Zodra de kandidaat weer op school komt, dient deze een door ouders, verzorgers of voogd getekende verklaring in te leveren bij de teamleider. Een kandidaat die in gebreke blijft genoemde verklaring in te leveren, wordt geacht onwettig afwezig te zijn geweest. Maatregelen, zoals genoemd in art 3.4.2 van dit examenreglement kunnen dan worden genomen. Een meerderjarige kandidaat levert een door hemzelf getekende verklaring in. De kandidaat neemt, zodra hij weer op school is, contact op met de desbetreffende teamleider die er voor zorgt dat het gemiste onderdeel van het schoolonderzoek wordt ingehaald. 7.5 Instroom leerlingen vanuit andere scholen voor VO in klas 3 of klas 4: Leerlingen die vanuit andere scholen voor VO instromen in leerjaar 3 of 4 krijgen, indien van toepassing, een aangepaste regeling in overleg met de teamleider (zie PTA algemeen “regeling instroomleerlingen in klas 3 en 4”). 8. Slotbepalingen: 1. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitreiking van het Eindexamenreglement. Het examenreglement is ook te vinden op de website van de school. 2. Waar in dit reglement “Examencommissie” staat kan gelezen worden “deel van de Examencommissie bestaande uit die examinatoren die de betrokken kandidaat lesgeven in een eindexamenvak”. 3. De kandidaten dienen alle lessen in de eindexamenklassen te volgen. 4. Kandidaten die onwettig verzuimen, kan door het bevoegd gezag de toegang tot alle lessen en de deelname aan het schoolexamen worden ontzegd. 5. De teamleider houdt archief van alle stukken het eindexamen betreffende. 6. Dit reglement is om praktische redenen in de mannelijke vorm gesteld. Het is uiteraard ook van toepassing op betrokkenen van het vrouwelijk geslacht. 7. In gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bevoegd gezag, na overleg met de desbetreffende directeur en Examencommissie. Almelo, oktober 2014 Programma van Toetsing en Afsluiting VMBO Algemeen Vakoverstijgend Leerjaar 3 en 4 Cursus 2014-2016 Programma van toetsing en afsluiting I Algemeen: Inhoud en doel van het PTA Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) bevat de regels voor het schoolexamen, welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst, de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen, de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt, de herkansing van het schoolexamen en het herexamen van het schoolexamen alsmede de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. Het PTA wordt vastgesteld door het bevoegd gezag en jaarlijks voor 1 oktober wordt aan de kandidaten medegedeeld dat het PTA en examenreglement te vinden is op de website van de school. Ouder(s)/verzorger(s) worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Het bevoegd gezag baseert het PTA op de wet en op bepalingen door de minister. Het PTA en de wet Een vaste bijlage van het PTA is artikel 49 lid 2 van het examenbesluit, dat bepaalt of kandidaten zijn geslaagd. Kandidaten of hun ouders/wettelijke vertegenwoordigers mogen op verzoek de wettelijke bepalingen over het examen inzien op school. Examenbesluit en inrichtingsbesluit liggen op de school ter inzage bij de voorzitter van de examencommissie. Bijzondere gevallen In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de schoolleiding. Begrippen: In dit PTA wordt steeds gesproken over kandidaten; daarmee worden leerlingen bedoeld die aan schoolexamens en centrale examens deelnemen. Overal waarin het PTA staat; ‘vakken’ mag ook ‘deelvakken’ worden gelezen. Overal waar staat ‘handelingsdeel’ mag ook ‘onderdelen van het handelingsdeel’ gelezen worden. Examendossier: Het examendossier bevat alle onderdelen van het schoolexamen; het bestaat uit een door de school te bewaren gedeelte. De school bewaart een overzicht van alle beoordelingen en alle opgaven, correctievoorschriften en toetsen die op schoolexamens, handelingsdelen en sectorwerkstukken van de kandidaat betrekking hebben. Praktische opdrachten: Dit is een toetsvorm waarbij basisvaardigheden en/of vakvaardigheden getoetst worden in combinatie met leerstof uit de overige exameneenheden. De onderwerpen worden bij voorkeur ontleend aan de maatschappelijke of beroepsmatige realiteit. Handelingsdeel: Aan het handelingsdeel wordt voldaan door het uitvoeren van handelingsopdrachten. Handelingsopdrachten zijn praktijkopdrachten waarvan per kandidaat door de examinator moet worden vastgesteld of deze naar behoren zijn uitgevoerd. Voor handelingsopdrachten wordt geen cijfer gegeven. Sectorwerkstuk: (alleen voor de Theoretische leerweg) Met het sectorwerkstuk worden net als met de praktische opdrachten en vaardigheden getoetst. Het betreft vakvaardigheden, algemene en communicatieve vaardigheden. Het gaat daarbij om een thema dat past binnen de sector die gekozen is door de examenkandidaat. Organisatie schoolexamen: Het eindexamen VMBO bestaat voor ieder vak uit een schoolexamen, dan wel uit een combinatie van een schoolexamen en een centraal examen. Zie voor de regelgeving het Examenreglement. Het schoolexamen heeft de vorm van een examendossier. Het examendossier wordt verspreid over leerjaar 3 en leerjaar 4 en start in de eerste periode in leerjaar drie. Het schoolexamen start in deze periode en loopt door tot de aanvang van het centrale examen. Het schoolexamen is verdeeld over 11 perioden. Periode 1 tot en met 6 in leerjaar 3 Periode 1 tot en met 5 in leerjaar 4. In het vakspecifieke gedeelte van dit PTA staat bij alle vakken de beoordeling van het schoolexamen voor het betreffende vak vermeld. Regeling instroomleerlingen in klas 3 en 4; Leerlingen die instromen in BB, KB of TL 3 en 4, vanuit andere scholen voor VO starten met cijfers behaald in de voorafgaande periode op de school van herkomst. Alle cijfers dienen ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de teamleider. Voor de vakken CKV en LO gelden voor de leerlingen die instromen in BB, KB of TL 3 en 4, vanuit andere scholen voor VO, de volgende bepalingen: Leerlingen die aan het begin van het vierde leerjaar geen beoordeling hebben behaald voor CKV (wordt in leerjaar 3 VMBO afgesloten) voeren een vervangende opdracht uit waarvoor, om te slagen een voldoende beoordeling moet worden behaald. De toeleverende school geeft een schriftelijke verklaring dat de leerling het vak LO in leerjaar 3 voldoende heeft afgesloten. Indien er geen beoordeling heeft plaats gevonden, of deze niet voldoende is, voert de leerling een vervangende opdracht uit waarvoor om te slagen een voldoende beoordeling moet worden behaald. Indien het vak maatschappijleer, dat met een cijfer wordt afgesloten, niet is afgesloten volgt een vervangende /aanvullende opdracht Voor het vakoverstijgende handelingsdeel geldt; Leerlingen die aan het begin van het vierde leerjaar geen beoordeling hebben behaald voor het vakoverstijgende handelingsdeel, dat in het derde leerjaar VMBO reeds is afgesloten, voeren een vervangende opdracht uit waarvoor, om te slagen, een voldoende beoordeling moet worden behaald. Het examendossier voor de basis- kaderberoepsgerichte leerweg bevat: een overzicht van de afgelegde toetsen en uitgevoerde praktische opdrachten een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen informatie over het handelingsdeel. Het examendossier wordt verspreid over leerjaar 3 en leerjaar 4. Het examendossier voor de theoretische leerweg bevat: een overzicht van de afgelegde toetsen en uitgevoerde praktische opdrachten een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen informatie over het handelingsdeel. sectorwerkstuk. Het examendossier wordt verspreid over leerjaar 3 en leerjaar 4. Weging: Per toets en per praktische opdracht wordt de beoordeling uitgedrukt in een getal op één decimaal nauwkeurig van 1 tot en met 10. Voor de vakken die geheel uit een handelingsdeel bestaan wordt de beoordeling uitgedrukt in ‘naar behoren’, 'voldoende' of 'goed'. Voor de overige handelingsdelen wordt de beoordeling ook uitgedrukt in ‘naar behoren’, 'voldoende' of 'goed'. In het vakspecifieke gedeelte van dit PTA wordt bij alle vakken de weging per toets en per praktische opdracht aangegeven. Wijze van beoordelen schoolexamen: De wijze van beoordeling wordt gezamenlijk vastgesteld door alle docenten die in een bepaald vak les geven. Zij wordt vastgelegd voor de toetsen in correctievoorschriften en voor de overige onderdelen in beoordelingscriteria en beoordelingsformulieren. Bij praktische opdrachten wordt zowel het proces van de totstandkoming, het product zelf als de presentatie in de beoordeling betrokken. Deze worden vooraf aan de kandidaat bekend gemaakt door middel van het beoordelingsformulier. Examinatoren: Beoordelingen worden uitgevoerd door de docent die het vak verzorgt waaraan de toets of praktische opdracht is gekoppeld. De praktische opdrachten die vakoverstijgend worden gegeven (meerdere vakken met gezamenlijke opdracht) worden gezamenlijk beoordeeld door twee of meer docenten die de totstandkoming hebben begeleid. De in deze bepaling bedoelde docenten worden beschouwd als examinatoren. Doorstroming van leerjaar drie naar leerjaar vier: De opleiding in 3 en 4 is in principe ongedeeld. Leerlingen stromen dus automatisch door van 3 naar 4. Soms is het wenselijk in overleg met ouders en leerling een beter bij de leerling passend traject te kiezen. Rapportage over de voortgang: Aan het eind van iedere periode krijgt de kandidaat een schriftelijk overzicht van de behaalde resultaten. Afronding van het schoolexamen Een kandidaat heeft het schoolexamen afgerond als alle toetsen en praktische opdrachten zijn gemaakt en beoordeeld en het sectorwerkstuk (voor de Theoretische leerweg) en alle handelingsdelen met “naar behoren”, “voldoende” of “goed” zijn afgesloten. Indien het schoolexamen niet is afgerond, kan de kandidaat geen diploma ontvangen. II Vakoverstijgend PTA: Praktische opdrachten van elk 10 uur: In leerjaar drie voeren leerlingen twee praktische opdrachten uit van elk 10 uur. Handelingsopdracht: Voor alle leerwegen is gekozen voor de handelingsopdracht voor Oriëntatie op leren en werken in leerjaar 3 (voor sommige vo-scholen leerjaar 4) Voor alle leerwegen bestaat deze handelingsopdracht uit: Een stage in een bedrijf uit de desbetreffende sector Deze stage duurt 2 weken. De kandidaat voert tijdens de stage een aantal opdrachten uit. Deze staan in het stageboek dat de leerling voor de stage krijgt uitgereikt bij het beroepsgerichte vak,of door de mentor van de tl bij de tl-stage De kandidaat maakt van de stage een verslag. De examinator beoordeelt, aan de hand van een van tevoren vastgesteld beoordelingsformulier, of de opdracht naar behoren is uitgevoerd. Sectorwerkstuk: Het voor de theoretische leerweg verplichte sectorwerkstuk zal door de leerlingen uit deze leerweg in leerjaar vier worden uitgevoerd. De leerlingen werken van oktober tot januari aan het sectorwerkstuk. Bij het sectorwerkstuk gaat het om een vakoverstijgend thema dat past binnen de gekozen sector. De leerling dient aan het sectorwerkstuk ten minste 20 uur te besteden. Bij het sectorwerkstuk wordt zowel het proces als het product beoordeeld. De beoordeling vindt plaats door minimaal 2 docenten aan de hand van criteria die vooraf aan de leerling bekend gemaakt zijn. Het sectorwerkstuk moet op een door de docent te bepalen datum worden ingeleverd en met een voldoende resultaat worden afgesloten en wordt apart op de cijferlijst vermeld. Aan de hand van een duidelijke handleiding wordt de leerling op school begeleid bij het maken van het sectorwerkstuk Vakspecifiek PTA: Voor iedere leerweg en sector is een vakspecifiek PTA gemaakt. In dit PTA staan de PTA’s voor alle vakken uit de desbetreffende leerweg en sector. Bereken eindcijfers: Voor het berekenen van de cijfers gelden voor alle vakken in de leerwegen de volgende regels: De eindcijfers in het derde leerjaar bepalen voor 30 % het eindcijfer van het schoolexamen. De eindcijfers in het vierde leerjaar bepalen voor 70 % het eindcijfer van het schoolexamen. De verhouding schoolexamen / centraal examen is voor de theoretische- en kaderberoepsgerichte leerweg en basis- beroepsgerichte leerweg 1:1 Almelo, oktober 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc