examenreglement VMBO 2014-2016

OPDC ‘t Nijrees
Examenreglement
Programma van Toetsing en Afsluiting
- Algemeen
- Vakoverstijgend
VMBO
Leerjaar 3 en 4
Cursus 2014-2015
Cursus 2015-2016
Inhoudsopgave
1.
Algemeen
2.
Begripsomschrijvingen
3.
3.1
3.2
3.3
3.4
Algemene bepalingen
Afnemen eindexamen
Indeling eindexamen
Geheimhouding
Onregelmatigheden
4.
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
Inhoud van het examen
Examenprogramma
Keuze van eindexamenvakken
Het eindexamen VMBO theoretische leerweg
Het eindexamen VMBO kaderberoepsgerichte leerweg
Het eindexamen VMBO basisberoepsgerichte leerweg
5.
5.1
5.2
5.3
5.3.1
5.3.2
5.3.3
5.3.4
5.3.5
5.3.6
5.3.7
5.3.8
5.3.9
5.3.10
5.3.11
Regeling van het eindexamen
Examenreglement
Programma van Toetsing en Afsluiting
Schoolexamen
Schoolexamen
Cijfer schoolexamen
Mededeling cijfers schoolexamen
Beroep tegen cijfers
Commissie van beroep
Schriftelijke proeven
Mondelinge proeven
Werkstuk en practicum
Examendossier VMBO
Herkansing schoolexamen
Afronding van het schoolexamen
5.4
5.4.1
5.4.2
5.4.3
5.4.4
5.4.5
Centraal examen
Gecommitteerden
Het centraal examen bestaat uit
Tijdvakken en afneming centraal examens
Vaststelling score en cijfer centraal examen
Verhindering centraal eindexamen
6.
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
Uitslag, herkansing en diplomering
Eindcijfer eindexamen
Vaststelling uitslag
Uitslagregeling
Herkansing centraal examen
Diploma en cijferlijst
Getuigschriften.
7.
7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
Overige bepalingen
Afwijking wijze van examineren
Bezwaren eindexamenwerk en inzage door de examenkandidaat
Spreiding voltooiing examen
Afwezigheid tijdens schoolexamen/ toetsen
Instroom leerlingen vanuit andere scholen voor VO in klas 3 of klas 4.
8.
Slotbepalingen
Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting
Leerjaar 3 en 4 VMBO cursus 2014-2016
Examenreglement:
1.
Algemeen
a.
d.
Het examenreglement omvat procedurele en organisatorische regelingen ter uitvoering van
het schoolexamen en het centraal examen alsmede enige inhoudelijke bepalingen.
Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag van de school.
Het examenreglement treedt in werking op 1 oktober 2013 en heeft een geldigheidsduur van
één jaar, welke stilzwijgend wordt verlengd met wederom een periode van één jaar.
Het Eindexamenbesluit ligt bij de locatieleiding ter inzage.
2.
Begripsomschrijvingen:
b.
c.
Dit reglement past de begripsbepalingen toe, zoals omschreven in artikel 1 van het Eindexamenbesluit
VWO-HAVO-MAVO-VBO.
3.
Algemene bepalingen:
3.1
Afnemen eindexamen:
De examencommissie, bestaande uit de teamleider en de examinatoren, neemt onder
verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. De teamleider wijst één van de
personeelsleden van de locatie aan als secretaris van de examencommissie.
3.2
Indeling eindexamen:
Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel
uit beide.
Het schoolexamen theoretische leerweg omvat mede een sectorwerkstuk. Het sectorwerkstuk is een
werkstuk, met een thema dat past binnen de sector.
3.3
Geheimhouding
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en bij daarbij de beschikking krijgt over
gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie
niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een
geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig
wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de
noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
3.4
1.
2.
Onregelmatigheden
Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan
onregelmatigheid (hierbij valt te denken aan afkijken, het te laat inleveren van werkstukken en
opdrachten, het gebruik van niet geoorloofde communicatiemiddelen en dergelijke) schuldig
maakt of heeft gemaakt, kan de examencommissie maatregelen nemen.
De maatregelen bedoeld in het eerst lid die al dan niet in combinatie met elkaar genomen
kunnen worden, zijn:
a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal
examen
b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het
schoolexamen of het centraal examen,
c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het
schoolexamen of het centraal examen,
d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een
hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen.
3.
4.
Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer
onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgende
tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie.
Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid wordt genomen, hoort de examencommissie
de kandidaat. De kandidaat kan zich laten bijstaan. De voorzitter van de examencommissie
deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval
schriftelijk. In die schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in het vierde
lid. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en
aan ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze minderjarig is.
De kandidaat kan tegen een beslissing van de examencommissie in beroep gaan bij de door
het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. Van de commissie van
beroep mag de directeur geen deel uitmaken. In overeenstemming met art. 301 van de wet
wordt het beroep binnen drie dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt
schriftelijk ingediend bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en
beslist binnen twee weken op het beroepschrift tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft
verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op
welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel
of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid.
De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders,
voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan
de inspectie.
Adres van de Commissie van Beroep:
Commissie van Beroep
OPDC ’t Nijrees
Cesar Frankstraat 1a
7604 JE Almelo
Inleveren wekstukken, verslagen, mediadossiers etc.
Afspraken:
Ten aanzien van inleveren van werkstukken, verslagen, mediadossiers etc. die met een cijfer
beoordeeld worden geldt het volgende:
- Alle opdrachten die cijfermatig beoordeeld moeten worden, worden via It’s learning ingeleverd. Op
deze wijze kan het tijdstip van inleveren altijd gecontroleerd worden.
-Bij te laat inleveren van een opdracht geldt de volgende maatregel:
≤ dan 2 dagen = - 0,5 punt
Daarna per dag = - 0,5 punt (het weekend telt mee), met een maximum van twee punten aftrek.
Dit wordt beoordeeld als gevolg van het feit dat de planning van de opdracht niet is gehaald.
-Bij een overschrijding van meer dan 1 week stelt men het cijfer 1 voor dit onderdeel vast, tenzij een
andere afspraak in onderling overleg is vastgesteld (bij de bovenbouw stelt de voorzitter van het
examen dit vast, volgens het PTA).
Inleveren (inhalen) proefwerken.
Afspraken:
Ten aanzien van het inleveren (inhalen) van proefwerken en schriftelijke overhoringen die met een
cijfer beoordeeld worden, geldt het volgende:
-Heeft een leerling een proefwerk en/of schriftelijke overhoring niet gemaakt, dan komt er een 1 op de
cijferlijst te staan tot het proefwerk en/of schriftelijke overhoring is ingehaald.
-Wordt het proefwerk/de overhoring niet binnen de afgesproken tijd ingehaald,dan volgt er
puntenaftrek:
-Na 1 week = - 0,5
- Na 2 weken = - 1, etc.
Wanneer een opdracht niet op tijd is ingeleverd, krijgt de leerling van de betreffende vakdocent een
formulier met daarop de bevestiging dat de opdracht niet is ingeleverd. Naast de paraaf van de
vakdocent moet de leerling het formulier ook met een paraaf ondertekenen.
Let op: dit geldt alleen voor (praktische) opdrachten die niet via It’s Learning ingeleverd
kunnen worden
4.
Inhoud van het Eindexamen:
4.1
Examenprogramma:
Onze Minister stelt, behalve voor door het bevoegd gezag vast te stellen vakken en andere
programmaonderdelen die onderdeel zijn van het eindexamen, voor elk van de onderwijssoorten
examenprogramma’s vast, waarin zijn opgenomen.
a. een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak;
b. welk deel van de examenstof centraal zal worden geëxamineerd en over welke
examenstof het schoolexamen zich uitstrekt en
c. het aantal en de tijdsduur van de toetsen van het centraal examen.
Tevens kunnen in een examenprogramma zijn opgenomen voorschriften betreffende de aard, de
omvang, het aantal, de beoordeling en de weging van de onderdelen van het schoolexamen.
4.2
1.
2.
Keuze van eindexamenvakken:
De kandidaten kiezen, met inachtneming van dit hoofdstuk, in welke vakken zij examen willen
afleggen. Voor leerlingen geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag, al dan niet in
samenwerking met het bevoegd gezag van een of meer andere scholen, hen in de
gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden.
De kandidaten kunnen, voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken
examen afleggen dan in de vakken die ten minste tezamen een eindexamen vormen.
4.3
Het eindexamen VMBO, voor zover het betreft de theoretische leerweg,
genoemd in art. 10 van de wet, omvat:
a.
de vakken die het gemeenschappelijk deel ingevolge artikel 10, vijfde lid van de wet,
omvat.
b.
de twee vakken die het sectordeel ingevolge artikel 10, zesde lid, van de wet omvat,
en
c.
het in het vrije deel twee nog niet in het sectordeel gekozen vakken, bedoeld
onderscheidenlijk genoemd in artikel 10, zevende lid, onderdelen a en b, en onderdeel
c voor zover het betreft de Friese taal, van de wet, met dien verstande dat het
sectordeel en het vrije deel tezamen ten minste twee vakken omvatten die geen
moderne taal zijn.
4.4
Het eindexamen VMBO, voor zover het betreft de kaderberoepsgericht
leerweg, genoemd in artikel 10b, van de wet, omvat:
a.
de vakken die het gemeenschappelijke deel ingevolge in artikel 10b, vijfde lid,
van de wet, omvat,
b.
de twee vakken die het sectordeel ingevolgde artikel 10b, zesde lid, van de
wet, omvat, en
c.
in het vrije deel een tot de sector behorend afdelingsvak of een tot de sector
behorend intrasectoraalprogramma, genoemd in artikel 26j van het
inrichtingsbesluit W.V.O.
4.5
Het eindexamen VMBO, voor zover het betreft de basisberoepsgericht
leerweg, genoemd in artikel 10b, van de wet, omvat:
a.
de vakken die het gemeenschappelijke deel ingevolge in artikel
10b, vijfde lid, van de wet, omvat,
b.
de twee vakken die het sectordeel ingevolgde artikel 10b, zesde
lid, van de wet, omvat, en
c.
in het vrije deel een tot de sector behorend afdelingsvak of een
tot de sector behorend intrasectoraalprogramma, genoemd in artikel 26j van het
inrichtingsbesluit W.V.O.
5.
Regeling van het Eindexamen:
5.1
Examenreglement:
Het bevoegd gezag stelt jaarlijks voor 1 oktober een Examenreglement en een Programma van
Toetsing en Afsluiting vast.
Het examenreglement bevat in elk geval informatie over de maatregelen bedoeld in artikel 5 van de
wet (onregelmatigheden tijdens het examen) en de toepassing daarvan, hier onder punt 3.4, alsmede
regels met betrekking tot de organisatie van het eindexamen, de gang van zake tijdens het
eindexamen, de samenstelling en het adres van de in art 5 bedoelde Commissie van Beroep.
5.2
Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA):
Het bevoegd gezag stelt jaarlijks voor 1 oktober een Programma van Toetsing en Afsluiting vast. In
het programma wordt in elk geval aangegeven welke onderdelen van het eindexamen op het
schoolexamen worden getoetst, de wijze waarop het schoolonderzoek plaatsvindt, alsmede de regels
die aangeven op welke wijze het cijfer voor het schoolonderzoek voor een kandidaat tot stand komt.
Het Programma voor Toetsing en Afsluiting wordt samen met het Examenreglement door het bevoegd
gezag voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie.
5.3
5.3.1
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
5.3.2
1.
2.
3.
4.
Schoolexamen:
Schoolexamen:
Het schoolexamen wordt conform de artikelen van het Eindexamenbesluit VWO-HAVOMAVO-VBO afgenomen.
e
Het schoolexamen start in leerjaar drie, 1 periode.
Het schoolexamen wordt afgerond in leerjaar 4, voor aanvang van het eerste tijdvak van het
centraal examen, bedoeld in art. 37.
Het bevoegd gezag kan, in afwijking van punt 3, een kandidaat die ten gevolge van ziekte of
een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen niet heeft kunnen
afsluiten voor de aanvang van het eerste tijdvak, in de gelegenheid stellen het schoolexamen
in dat vak af te sluiten vóór het centraal examen in dat vak, doch na de aanvang van het
eerste tijdvak.
Het schoolexamen voor de vakken waarin geen centraal examen wordt afgelegd en, voor
zover van toepassing, het sectorwerkstuk moeten uiterlijk zijn afgesloten op een datum die
door de docent is vastgesteld en welke is gecommuniceerd met de examenkandidaten.
De kandidaten ontvangen voor 1 oktober:
het Examenreglement
het Programma van Toetsing en Afsluiting
Het schoolexamen wordt afgenomen volgens een schriftelijk vastgestelde regeling en wordt
afgenomen onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie.
Het schoolexamen bevat:
Schriftelijke en/of mondelinge toetsen
Praktische opdrachten die worden beoordeeld met een cijfer
Handelingsdelen: in het handelingsdeel gaat het om opdrachten waarvan per
kandidaat door de examinator (vakleerkracht) moet worden vastgesteld of deze naar
behoren zijn uitgevoerd.
Sectorwerkstuk voor de kandidaten in de theoretische leerweg.
Het schoolexamen staat niet onder toezicht van gecommitteerden
Het schoolexamen VMBO, voor de vakken waarin centraal examen wordt afgelegd, wordt
afgesloten vóór aanvang van het centraal eindexamen.
Cijfer schoolexamen:
Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers
lopende van 1 tot en met 10.
Indien in een vak tevens een centraal eindexamen wordt afgelegd, worden de in het eerste lid
genoemde cijfers gebruikt met de daartussen liggende cijfers met één decimaal.
In afwijking van het eerste lid, worden de vakken culturele en kunstzinnige vorming en
lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel beoordeeld met “voldoende” of “goed”.
In afwijking van het eerste lid wordt in de Theoretische leerweg het sectorwerkstuk
beoordeeld met “voldoende” of “goed”.
5.3.3
a.
b.
c.
5.3.4
1.
2.
3.
5.3.5
1.
2.
3.
4.
5.3.6
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
5.3.7
1.
2.
Mededeling cijfers schoolexamen:
Voor de aanvang van het centraal examen VMBO maakt de teamleider aan de
kandidaat bekend, voor zover van toepassing:
welke cijfers de kandidaat heeft behaald voor het schoolexamen
de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, en
voor de theoretische leerweg de beoordeling van het sectorwerkstuk.
Beroep tegen cijfers:
Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van een cijfer kunnen de ouders, verzorgers of voogd
van de kandidaat een schriftelijk verzoek tot herziening ervan indienen bij de
Eindexamencommissie. Dit verzoek moet binnen twee dagen na het bekend worden van het
cijfer worden ingediend.
Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van de berekening van het schoolexamencijfer kunnen
de ouders, verzorgers of voogd van de kandidaat na het bekend worden van dit cijfer
eveneens een schriftelijk verzoek tot herziening ervan indienen bij de Eindexamencommissie.
Hiervoor geldt eveneens een termijn van twee dagen na het bekend worden van het cijfer.
Meerderjarige kandidaten tekenen zelf beroep aan.
Commissie van beroep:
Behalve de Examencommissie is er een interne Commissie van Beroep.
De leden van deze commissie zijn:
1.
De teamleider
2.
De sectordirecteur van de school waar de leerling staat ingeschreven
3.
De secretaris van de Examencommissie
4.
Een docent die geen lid is van de Examencommissie
5.
Een docent aangewezen door de kandidaat.
Adres Commissie van Beroep: schooladres betreffende OPDC locatie t.a.v. Commissie van
Beroep
Indien een zaak van beroep handelt over een cijfer dat één der leden van de Commissie van
Beroep gegeven heeft, wordt hij vervangen door een plaatsvervangend lid.
Deze wordt aangewezen door de Examencommissie, wanneer het een onder 1 of 2 genoemd
lid betreft. Het plaatsvervangend lid wordt door de kandidaat aangewezen wanneer het het
onder 4 genoemde lid betreft.
Een kandidaat en/of ouders kan/kunnen bij de Commissie van Beroep in beroep gaan tegen
een beslissing van de Examencommissie.
Beroep moet schriftelijk aangetekend worden bij de teamleider binnen twee dagen na het
bekend worden van de beslissing van de Examencommissie.
Schriftelijke proeven:
De eisen voor Schriftelijke proeven zijn vermeld in het PTA per vak.
Het meenemen in het lokaal van andere dan toegestane hulpmiddelen is verboden.
De tijdens het schoolexamen te gebruiken boeken moet de leerling geschoond kunnen tonen
aan de examinator. Een kandidaat pleegt fraude als hij een boek bij zich heeft waarin
geschreven is.
Tenzij de instructies anders luiden, moet het werk in blauwe of zwarte inkt worden gemaakt.
Dus: het werk mag niet met potlood gemaakt worden.
De examinator stelt de kandidaten als regel maximaal tien werkdagen na het afleggen van
een proef in kennis van het cijfer.
De kandidaat kan op verzoek het gemaakte werk inzien.
Het schriftelijke werk van het schoolexamen wordt gedurende tenminste zes maanden na
vaststelling van de uitslag bewaard door de secretaris van de Examencommissie.
Mondelinge proeven:
De mondelinge proeven, waarvan de aard vermeld is in het PTA per vak, kunnen ook buiten
de Schoolexamenperioden worden afgenomen.
De mondelinge proeven kunnen worden afgenomen in tegenwoordigheid van een bijzitter.
Deze maakt hiervan een protocol, dat bewaard wordt tot de termijn van een beroep is
verstreken. Het cijfer wordt door de examinator vastgesteld.
3.
Het cijfer van de proef wordt direct na het afleggen hiervan aan de kandidaat bekend
gemaakt.
5.3.8
1.
Werkstuk en practicum:
Een proef kan ook bestaan uit een werkstuk of een verslag. Over de aard en het aantal van
deze proeven wordt nader gesproken in het PTA per vak.
Wanneer een verslag of werkstuk niet op de daarvoor bepaalde datum (zie PTA per vak) kan
worden ingeleverd, dient een verzoek tot uitstel te worden ingediend bij de docent. Deze stelt
eventueel een nieuwe datum vast.
Bij overschrijding van de als laatste genoemde datum bepaalt de docent het eindcijfer.
2.
3.
5.3.9 Examendossier VMBO:
Het schoolexamen voor alle leerwegen in het VMBO bestaat uit een examendossier. Het
examendossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een
door het bevoegd gezag gekozen vorm.
5.3.10 Herkansing schoolexamen:
Voor onderdelen van het schoolexamen van een of meer vakken waarin tevens centraal examen
wordt afgenomen kan in onderstaande gevallen herkansing worden aangevraagd:
1.
Handelingsdelen:
De onderdelen van het handelingsdeel die niet met ‘naar behoren’, ‘voldoende’ of ‘goed’ zijn
afgerond moeten allen herkanst worden voordat aan het centraal examen kan worden
deelgenomen.
Herkansing bestaat uit het alsnog of nogmaals deelnemen aan een activiteit en/of het
nogmaals inleveren van een verslag van een activiteit.
2.
Onderdelen van het schoolexamen die met een cijfer beoordeeld worden zijn niet altijd
herkansbaar.
In de vakspecifieke PTA’s is voor ieder vak aangegeven welke toetsen voor herkansing in
aanmerking komen.
Het inhalen van toetsen of handelingsdelen is afhankelijk van redenen van afwezigheid op het
moment van de toets.
Een praktische opdracht moet, indien een kandidaat op de inleverdatum afwezig is, door of namens
de kandidaat worden ingeleverd op de eerstvolgende schooldag.
Inhaaltoetsen hebben in beginsel dezelfde vorm, duur en zwaarte als de oorspronkelijke toetsen.
Bijzondere gevallen
In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag een individuele kandidaat een extra gelegenheid tot
herkansing bieden na de inspectie hiervan op de hoogte te hebben gesteld. De beoordeling van
schoolexamentoetsen in geval van herkansing blijft van kracht.
5.3.12 Afronding van het schoolexamen:
Een kandidaat heeft het schoolexamen afgerond als alle toetsen en praktische opdrachten zijn
gemaakt en beoordeeld en het sectorwerkstuk (theoretische leerweg) en alle handelingsdelen met
‘naar behoren’, 'voldoende' of 'goed' zijn afgesloten.
5.4
Centraal examen:
Het centraal examen wordt afgenomen conform de artikelen 36 t/m 44 van het in artikel 1.2 genoemde
eindexamenbesluit.
5.4.1 Gecommitteerden:
DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs, voorheen Informatie Beheer Groep) wijst voor elke school, ten
behoeve van het centraal examen een of meer gecommitteerden aan.
5.4.2 Het centraal examen bestaat uit:
Voor de algemene vakken wordt in alle leerwegen alleen een centraal schriftelijk examen afgenomen.
Beoordeling vindt plaats aan de hand van een bindend correctievoorschrift of beoordelingsmodel. Een
tweede correctie door een gecommitteerde behoort tot de mogelijkheden.
Voor de kandidaten in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg bestaat het centraal examen
bovendien uit een centraal praktisch examen voor het beroepsgerichte programma,
waarbij zowel het proces van uitvoering als het product wordt beoordeeld.
beoordeling door de examinator aan de hand van bindende beoordelingscriteria
medebeoordeling door een gecommitteerde.
5.4.3.
1.
2.
5.4.4
1.
2.
5.4.5
1.
2.
3.
4.
5.
Tijdvakken en afneming centraal examens:
Het centraal examen voor scholen voor voortgezet onderwijs wordt afgenomen in het laatste
leerjaar.
Het centraal examen voor de scholen kent drie tijdvakken; het eerste, het tweede en het derde
tijdvak.
Vaststelling score en cijfer centraal examen:
De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor het centraal
examen vast, met inachtneming van art. 42.
De teamleider stelt het cijfer voor het centraal examen in een vak vast op grond van de in het
eerste lid bedoelde score en met inachtneming van art 39, eerste lid, g.
Verhindering centraal eindexamen:
Als een leerling te laat komt bij het centraal examen, mag hij tot uiterlijk een half uur na het
begin van de examenzitting tot het lokaal worden toegelaten.
Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de teamleider is verhinderd bij
één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak
de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien.
Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal
examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het
derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien.
De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de teamleider aan bij de
voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie.
Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mede aan de
teamleider
6.
Uitslag, herkansing en diplomering:
6.1
1.
Eindcijfer Eindexamen:
Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in
een geheel cijfer uit de reeks van 1 tot en met 10.
De examinator bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het
cijfer voor het Schoolexamen en het cijfer voor het Centraal examen.
Is dit gemiddeld niet een geheel getal, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 50 of
meer zijn, naar boven afgerond. Bij komma 49 wordt naar beneden afgerond.
Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het cijfer voor het schoolexamen
tevens het eindcijfer.
2.
3.
6.2
1.
2.
3.
Vaststelling uitslag:
De voorzitter en secretaris van de Examencommissie stellen de uitslag vast met inachtneming
van het bepaalde in artikel 5.3.
Voorzitter en de secretaris van de Examencommissie stellen uit alle eindcijfers
van de vakken waarin de kandidaat eindexamen heeft afgelegd een lijst op,
zodanig dat de op de lijst vermelde vakken een eindexamen vormen als
bedoeld in de artikelen 11 tot en met 29a dat voldoet aan het bepaalde
in artikel 49 van het Eindexamenbesluit VWO-HAVO-MAVO-VBO.
Indien een kandidaat in meer dan het voorgeschreven aantal vakken
eindexamen aflegt, betrekken de voorzitter en de secretaris van de
Examencommissie, indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen, één of
4.
5.
6.
meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de uitslag, voor zover
dit in overeenstemming is met art. 25.
Indien er meerdere keuzen mogelijk zijn, stellen de voorzitter en de secretaris
van de Examencommissie de kandidaat een keuze uit eindcijfers voor. Deze
keuze is definitief wanneer de kandidaat niet binnen 24 uur heeft
meegedeeld dat een andere keuze gemaakt moet worden.
Indien de kandidaat, doordat voor een of meer vakken het eindcijfer volgens
het hoogste programma bij de bepaling van de uitslag wordt betrokken,
slechts kan slagen wanneer het eindcijfer van een of meer vakken niet bij de
bepaling van de uitslag wordt betrokken, stellen de voorzitter en de secretaris
van de Examencommissie de kandidaat een keuze uit de eindcijfers voor.
Deze keuze is definitief wanneer de kandidaat niet binnen 24 uur heeft
meegedeeld een andere keuze gemaakt moet worden.
6.3
Uitslagregeling:
Voor alle leerwegen geldt de volgende slaag- zak regeling:
1.
Een kandidaat die eindexamen VMBO heeft afgelegd, is geslaagd indien hij:
a. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn
overige examenvakken een 6 of hoger, of
b. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn
overige examenvakken een 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger, of
c. Voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige
examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger met dien verstande dat
het eindcijfer van het afdelingsvak of intrasectoraleprogramma in de basis- en
kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers.
2.
Het voor alle leerlingen verplichte vak maatschappijleer 1 wordt afgesloten met een cijfer. Dit
bekent dat voor maatschappijleer 1 de slaag- zak regeling geldt, zoals deze hiervoor onder 1
is weergegeven.
3.
In aanvulling op bovenstaande geldt dat voor de vakken lichamelijke opvoeding en voor CKV
en in de theoretische leerweg voor het sectorwerkstuk de kwalificatie ‘voldoende' of ‘goed’ is
behaald.
4.
Kandidaten die een deeleindexamen hebben afgelegd, zijn geslaagd voor dat
deeleindexamen, indien hij voor dat desbetreffende vak een eindcijfer 6 of hoger heeft
behaald.
5.
De kandidaat, die eindexamen dan wel deeleindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet
aan de voorwaarden, genoemd in het eerste en tweede lid, is afgewezen behoudens de
mogelijkheid tot herkansing, bedoeld in artikel 4.4.
6.
Per schooljaar 2011-2012 is de maatregel van kracht dat voor alle vakken op het centraal
examen (CE) gemiddeld een voldoende moet worden gehaald. Dit gaat gelden voor leerlingen
vmbo, havo en vwo.
Eveneens is per schooljaar 2011-2012 de maatregel van kracht dat voor leerlingen in de
basisberoepsgerichte leerweg (bb) van het vmbo het schoolexamen (SE) hetzelfde gewicht
krijgt als het centraal examen.
6.4
1.
2.
3
Herkansing centraal examen
Zodra de uitslag volgens artikel 4.3 is vastgesteld, deelt de teamleider deze tezamen met de
eindcijfers aan iedere kandidaat mee.
Elke kandidaat die aan het centraal examen heeft deelgenomen, mag aan de herkansing
deelnemen volgens het reglement van de school van inschrijving.
Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal
examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. De kandidaat doet een schriftelijk
verzoek tot herkansing aan de teamleider voor een door de teamleider te bepalen dag en
tijdstip.
Door het vragen van een herkansing wordt de uitslag een voorlopige. De kandidaten die
herkansing vragen leveren de cijferlijst, bedoeld in artikel 4.5, in bij de teamleider.
4
Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige
toepassing van artikel 4.3 en aan de kandidaat meegedeeld.
6.5
1.
Diploma en cijferlijst:
De teamleider reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn
vermeld: de cijfers voor het schoolexamen (indien zich dat voordoet) volgens welk programma
is geëxamineerd en de cijfers voor het centraal examen, het thema van het sectorwerkstuk,
alsmede de beoordeling van het sectorwerkstuk, de beoordeling van het CKV en het vak
lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijke deel van de leerweg, de eindcijfers voor de
examenvakken, alsmede de uitslag van het eindexamen.
De teamleider reikt aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit,
waarop de leerweg en alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn
betrokken.
2.
6.6
Getuigschrift:
De teamleider reikt aan de definitief voor het eindexamen VMBO afgewezen kandidaat die de school
verlaat en die voor een of meer vakken van dat eindexamen een eindcijfer 6 of meer heeft behaald,
een getuigschrift uit, waarop zijn vermeld, voor zover van toepassing:
a.
het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en
b.
het thema van het sectorwerkstuk, voor zover beoordeeld met 'voldoende' of 'goed'.
7.
Overige bepalingen:
Afwijking: wijze van examineren
1 De teamleider kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk
aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van de kandidaat. In dat geval bepaalt
de teamleider de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. De teamleider doet hiervan zo
spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie.
2 Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de
in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat:
a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of
orthopedagoog is opgesteld,
b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan
bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal
examen met ten hoogste 30 minuten, en
c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a
genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan
dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld
in die deskundigenverklaring.
3
Het bevoegd gezag kan toestaan dat, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het
schooljaar waarin hij examen aflegt ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft
gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, voor enig deel van het examen
waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken
van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit reglement. Het bevoegd gezag doet hiervan
zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. De afwijking kan slechts bestaan uit een
verlenging van de duur van de betreffende toets met ten hoogste 30 minuten en uit het
toestaan aan de kandidaat een verklarend woordenboek der Nederlandse taal te gebruiken.
7.2
Bewaren eindexamenwerk en inzage door de examenkandidaat:
Het werk van het centraal examen van de kandidaten wordt gedurende tenminste 6 maanden na de
vaststelling van de uitslag bewaard door de secretaris van de Examencommissie ten behoeve van
inzage door de examenkandidaat. Indien de examenkandidaat inzage wenst dient hij daartoe een
schriftelijk verzoek in bij de secretaris van de Examencommissie.
7.3
Spreiding voltooiing examen:
Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in het
laatste leerjaar langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn
geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen het centraal examen gespreid af te leggen.
7.4
1.
2.
3.
4.
5.
Afwezigheid tijdens schoolexamen/toetsen:
Als een kandidaat door ziekte of een ander vorm van overmacht niet in staat is aan het
schoolexamen deel te nemen, moet dit telefonisch en/ of schriftelijk door de ouders,
verzorgers of voogd vóór de aanvang op de desbetreffende schooldag aan de teamleider
worden gemeld.
Een kandidaat die in gebreke blijft genoemde melding te doen, wordt geacht onwettig afwezig
te zijn geweest. Maatregelen, zoals genoemd in art 3.4.2 van dit examenreglement kunnen
dan worden genomen.
Meerderjarige kandidaten doen zelf melding.
Zodra de kandidaat weer op school komt, dient deze een door ouders, verzorgers of voogd
getekende verklaring in te leveren bij de teamleider.
Een kandidaat die in gebreke blijft genoemde verklaring in te leveren, wordt geacht onwettig
afwezig te zijn geweest. Maatregelen, zoals genoemd in art 3.4.2 van dit examenreglement
kunnen dan worden genomen.
Een meerderjarige kandidaat levert een door hemzelf getekende verklaring in.
De kandidaat neemt, zodra hij weer op school is, contact op met de desbetreffende teamleider
die er voor zorgt dat het gemiste onderdeel van het schoolonderzoek wordt ingehaald.
7.5
Instroom leerlingen vanuit andere scholen voor VO in klas 3 of klas 4:
Leerlingen die vanuit andere scholen voor VO instromen in leerjaar 3 of 4 krijgen, indien van
toepassing, een aangepaste regeling in overleg met de teamleider (zie PTA algemeen “regeling
instroomleerlingen in klas 3 en 4”).
8.
Slotbepalingen:
1.
De ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitreiking van het
Eindexamenreglement. Het examenreglement is ook te vinden op de website van de school.
2.
Waar in dit reglement “Examencommissie” staat kan gelezen worden “deel van de
Examencommissie bestaande uit die examinatoren die de betrokken kandidaat lesgeven in
een eindexamenvak”.
3.
De kandidaten dienen alle lessen in de eindexamenklassen te volgen.
4.
Kandidaten die onwettig verzuimen, kan door het bevoegd gezag de toegang tot alle lessen
en de deelname aan het schoolexamen worden ontzegd.
5.
De teamleider houdt archief van alle stukken het eindexamen betreffende.
6.
Dit reglement is om praktische redenen in de mannelijke vorm gesteld. Het is uiteraard ook
van toepassing op betrokkenen van het vrouwelijk geslacht.
7.
In gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bevoegd gezag, na overleg met de
desbetreffende directeur en Examencommissie.
Almelo, oktober 2014
Programma van Toetsing en
Afsluiting
VMBO
Algemeen
Vakoverstijgend
Leerjaar 3 en 4
Cursus 2014-2016
Programma van toetsing en afsluiting
I
Algemeen:
Inhoud en doel van het PTA
Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) bevat de regels voor het schoolexamen, welke
onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst, de inhoud van de
onderdelen van het schoolexamen, de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt, de herkansing van
het schoolexamen en het herexamen van het schoolexamen alsmede de regels voor de wijze waarop
het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt.
Het PTA wordt vastgesteld door het bevoegd gezag en jaarlijks voor 1 oktober wordt aan de
kandidaten medegedeeld dat het PTA en examenreglement te vinden is op de website van de school.
Ouder(s)/verzorger(s) worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
Het bevoegd gezag baseert het PTA op de wet en op bepalingen door de minister.
Het PTA en de wet
Een vaste bijlage van het PTA is artikel 49 lid 2 van het examenbesluit, dat bepaalt of kandidaten zijn
geslaagd. Kandidaten of hun ouders/wettelijke vertegenwoordigers mogen op verzoek de wettelijke
bepalingen over het examen inzien op school. Examenbesluit en inrichtingsbesluit liggen op de school
ter inzage bij de voorzitter van de examencommissie.
Bijzondere gevallen
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de schoolleiding.
Begrippen:
In dit PTA wordt steeds gesproken over kandidaten; daarmee worden leerlingen bedoeld die aan
schoolexamens en centrale examens deelnemen.
Overal waarin het PTA staat; ‘vakken’ mag ook ‘deelvakken’ worden gelezen. Overal waar staat
‘handelingsdeel’ mag ook ‘onderdelen van het handelingsdeel’ gelezen worden.
Examendossier:
Het examendossier bevat alle onderdelen van het schoolexamen; het bestaat uit een door de school
te bewaren gedeelte.
De school bewaart een overzicht van alle beoordelingen en alle opgaven, correctievoorschriften en
toetsen die op schoolexamens, handelingsdelen en sectorwerkstukken van de kandidaat betrekking
hebben.
Praktische opdrachten:
Dit is een toetsvorm waarbij basisvaardigheden en/of vakvaardigheden getoetst worden in combinatie
met leerstof uit de overige exameneenheden. De onderwerpen worden bij voorkeur ontleend aan de
maatschappelijke of beroepsmatige realiteit.
Handelingsdeel:
Aan het handelingsdeel wordt voldaan door het uitvoeren van handelingsopdrachten.
Handelingsopdrachten zijn praktijkopdrachten waarvan per kandidaat door de examinator moet
worden vastgesteld of deze naar behoren zijn uitgevoerd. Voor handelingsopdrachten wordt geen
cijfer gegeven.
Sectorwerkstuk:
(alleen voor de Theoretische leerweg)
Met het sectorwerkstuk worden net als met de praktische opdrachten en vaardigheden getoetst. Het
betreft vakvaardigheden, algemene en communicatieve vaardigheden. Het gaat daarbij om een thema
dat past binnen de sector die gekozen is door de examenkandidaat.
Organisatie schoolexamen:
Het eindexamen VMBO bestaat voor ieder vak uit een schoolexamen, dan wel uit een combinatie van
een schoolexamen en een centraal examen. Zie voor de regelgeving het Examenreglement.
Het schoolexamen heeft de vorm van een examendossier.
Het examendossier wordt verspreid over leerjaar 3 en leerjaar 4 en start in de eerste periode in
leerjaar drie.
Het schoolexamen start in deze periode en loopt door tot de aanvang van het centrale examen.
Het schoolexamen is verdeeld over 11 perioden.
Periode 1 tot en met 6 in leerjaar 3
Periode 1 tot en met 5 in leerjaar 4.
In het vakspecifieke gedeelte van dit PTA staat bij alle vakken de beoordeling van het schoolexamen
voor het betreffende vak vermeld.
Regeling instroomleerlingen in klas 3 en 4;
Leerlingen die instromen in BB, KB of TL 3 en 4, vanuit andere scholen voor VO starten met cijfers
behaald in de voorafgaande periode op de school van herkomst. Alle cijfers dienen ter goedkeuring
voorgelegd te worden aan de teamleider.
Voor de vakken CKV en LO gelden voor de leerlingen die instromen in BB, KB of TL 3 en 4, vanuit
andere scholen voor VO, de volgende bepalingen:
Leerlingen die aan het begin van het vierde leerjaar geen beoordeling hebben behaald voor CKV
(wordt in leerjaar 3 VMBO afgesloten) voeren een vervangende opdracht uit waarvoor, om te slagen
een voldoende beoordeling moet worden behaald.
De toeleverende school geeft een schriftelijke verklaring dat de leerling het vak LO in leerjaar 3
voldoende heeft afgesloten. Indien er geen beoordeling heeft plaats gevonden, of deze niet voldoende
is, voert de leerling een vervangende opdracht uit waarvoor om te slagen een voldoende beoordeling
moet worden behaald.
Indien het vak maatschappijleer, dat met een cijfer wordt afgesloten, niet is afgesloten volgt een
vervangende /aanvullende opdracht
Voor het vakoverstijgende handelingsdeel geldt;
Leerlingen die aan het begin van het vierde leerjaar geen beoordeling hebben behaald voor het
vakoverstijgende handelingsdeel, dat in het derde leerjaar VMBO reeds is afgesloten, voeren een
vervangende opdracht uit waarvoor, om te slagen, een voldoende beoordeling moet worden behaald.
Het examendossier voor de basis- kaderberoepsgerichte leerweg bevat:
een overzicht van de afgelegde toetsen en uitgevoerde praktische opdrachten
een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen
informatie over het handelingsdeel.
Het examendossier wordt verspreid over leerjaar 3 en leerjaar 4.
Het examendossier voor de theoretische leerweg bevat:
een overzicht van de afgelegde toetsen en uitgevoerde praktische opdrachten
een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen
informatie over het handelingsdeel.
sectorwerkstuk.
Het examendossier wordt verspreid over leerjaar 3 en leerjaar 4.
Weging:
Per toets en per praktische opdracht wordt de beoordeling uitgedrukt in een getal op één decimaal
nauwkeurig van 1 tot en met 10. Voor de vakken die geheel uit een handelingsdeel bestaan wordt de
beoordeling uitgedrukt in ‘naar behoren’, 'voldoende' of 'goed'.
Voor de overige handelingsdelen wordt de beoordeling ook uitgedrukt in ‘naar behoren’, 'voldoende' of
'goed'.
In het vakspecifieke gedeelte van dit PTA wordt bij alle vakken de weging per toets en per praktische
opdracht aangegeven.
Wijze van beoordelen schoolexamen:
De wijze van beoordeling wordt gezamenlijk vastgesteld door alle docenten die in een bepaald vak les
geven. Zij wordt vastgelegd voor de toetsen in correctievoorschriften en voor de overige onderdelen in
beoordelingscriteria en beoordelingsformulieren.
Bij praktische opdrachten wordt zowel het proces van de totstandkoming, het product zelf als de
presentatie in de beoordeling betrokken. Deze worden vooraf aan de kandidaat bekend gemaakt door
middel van het beoordelingsformulier.
Examinatoren:
Beoordelingen worden uitgevoerd door de docent die het vak verzorgt waaraan de toets of praktische
opdracht is gekoppeld.
De praktische opdrachten die vakoverstijgend worden gegeven (meerdere vakken met gezamenlijke
opdracht) worden gezamenlijk beoordeeld door twee of meer docenten die de totstandkoming hebben
begeleid. De in deze bepaling bedoelde docenten worden beschouwd als examinatoren.
Doorstroming van leerjaar drie naar leerjaar vier:
De opleiding in 3 en 4 is in principe ongedeeld. Leerlingen stromen dus automatisch door van 3 naar
4. Soms is het wenselijk in overleg met ouders en leerling een beter bij de leerling passend traject te
kiezen.
Rapportage over de voortgang:
Aan het eind van iedere periode krijgt de kandidaat een schriftelijk overzicht van de behaalde
resultaten.
Afronding van het schoolexamen
Een kandidaat heeft het schoolexamen afgerond als alle toetsen en praktische opdrachten zijn
gemaakt en beoordeeld en het sectorwerkstuk (voor de Theoretische leerweg) en alle
handelingsdelen met “naar behoren”, “voldoende” of “goed” zijn afgesloten.
Indien het schoolexamen niet is afgerond, kan de kandidaat geen diploma ontvangen.
II
Vakoverstijgend PTA:
Praktische opdrachten van elk 10 uur:
In leerjaar drie voeren leerlingen twee praktische opdrachten uit van elk 10 uur.
Handelingsopdracht:
Voor alle leerwegen is gekozen voor de handelingsopdracht voor Oriëntatie op leren en werken in
leerjaar 3 (voor sommige vo-scholen leerjaar 4)
Voor alle leerwegen bestaat deze handelingsopdracht uit:
Een stage in een bedrijf uit de desbetreffende sector
Deze stage duurt 2 weken.
De kandidaat voert tijdens de stage een aantal opdrachten uit.
Deze staan in het stageboek dat de leerling voor de stage krijgt uitgereikt bij het
beroepsgerichte vak,of door de mentor van de tl bij de tl-stage
De kandidaat maakt van de stage een verslag.
De examinator beoordeelt, aan de hand van een van tevoren vastgesteld
beoordelingsformulier, of de opdracht naar behoren is uitgevoerd.
Sectorwerkstuk:
Het voor de theoretische leerweg verplichte sectorwerkstuk zal door de leerlingen uit deze leerweg in
leerjaar vier worden uitgevoerd.
De leerlingen werken van oktober tot januari aan het sectorwerkstuk.
Bij het sectorwerkstuk gaat het om een vakoverstijgend thema dat past binnen de gekozen sector. De
leerling dient aan het sectorwerkstuk ten minste 20 uur te besteden.
Bij het sectorwerkstuk wordt zowel het proces als het product beoordeeld. De beoordeling vindt plaats
door minimaal 2 docenten aan de hand van criteria die vooraf aan de leerling bekend gemaakt zijn.
Het sectorwerkstuk moet op een door de docent te bepalen datum worden ingeleverd en met een
voldoende resultaat worden afgesloten en wordt apart op de cijferlijst vermeld.
Aan de hand van een duidelijke handleiding wordt de leerling op school begeleid bij het maken van
het sectorwerkstuk
Vakspecifiek PTA:
Voor iedere leerweg en sector is een vakspecifiek PTA gemaakt.
In dit PTA staan de PTA’s voor alle vakken uit de desbetreffende leerweg en sector.
Bereken eindcijfers:
Voor het berekenen van de cijfers gelden voor alle vakken in de leerwegen de volgende regels:
De eindcijfers in het derde leerjaar bepalen voor 30 % het eindcijfer van het schoolexamen.
De eindcijfers in het vierde leerjaar bepalen voor 70 % het eindcijfer van het schoolexamen.
De verhouding schoolexamen / centraal examen is voor de theoretische- en kaderberoepsgerichte
leerweg en basis- beroepsgerichte leerweg 1:1
Almelo, oktober 2014