P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2015-2018 Het Gilde Purmerend organiseert stadswandelingen in de oude binnenstad van Purmerend in nauwe samenwerking met de Vereniging Historisch Purmerend. Ze organiseren dit met een tiental enthousiaste gidsen. Deze zijn professioneel opgeleid en beschikken over heel veel kennis van onze stad. P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 1 5 2 0 1 8 I N H O U D S O P G A V E AANBIEDINGSBRIEF 5 LEESWIJZER 11 DE PROGRAMMA'S 15 1 Publieksdiensten 16 2 Samenleving 20 3 Wonen 34 4 Milieu 38 5 Bereikbaarheid 42 6 Beheer openbare ruimte 48 7 Ruimtelijke ordening 54 8 Veiligheid 60 9 Economie 64 10 Bestuur en concern 68 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 71 HET FINANCIEEL RESULTAAT 2015-2018 77 DE PARAGRAFEN 81 1 Lokale heffingen 81 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 84 3 Onderhoud kapitaalgoederen 91 4 Grondbeleid 95 5 Financiering 6 Bedrijfsvoering 103 7 Verbonden partijen 106 99 BIJLAGEN Bijlage I Ontwikkeling en toelichting verloop vrije ruimte 2015-2018 en Midterm review 111 Bijlage II Bijlage II: Overzicht baten en lasten per programma en beleidsveld 120 Bijlage III Investeringsoverzicht 123 Bijlage IV Overzicht reserves en voorzieningen 131 Bijlage V Portefeuilleverdeling 139 Bijlage VI Gemeentelijke organisatie 141 Bijlage VII Uitgangspunten begroting 2015-2018 145 3 Programmabegroting 2015-2018 | Inhoudsopgave 4 Programmabegroting 2015-2018 | A A N B I E D I N G S B R I E F Geachte leden van de gemeenteraad, Hierbij bieden wij u de concept-programmabegroting 2015 – 2018 aan. Het is de eerste begroting van deze nieuwe bestuursperiode. We hebben in de begroting de lijn van het coalitieprogramma en de uitwerkingen van ons collegewerkprogramma verwerkt. Zoals u ook leest in het voorwoord van het collegewerkprogramma, zijn wij er trots op de stad te mogen dienen als leden van het Purmerendse gemeentebestuur. We kijken er naar uit om in de komende jaren samen met de gemeenteraad bij te dragen aan het leven in onze fantastische stad. Het is goed leven in Purmerend. Veel Purmerenders zijn tevreden en vinden in de stad de voorzieningen die zij nodig hebben. Purmerend ligt op de rand van het stad en platteland, dat geeft kansen. De internationale allure van Amsterdam en de landelijke uitstraling van onze omgeving, maken Purmerend uniek. We beginnen deze bestuursperiode niet met een dikke portemonnee. Dat belemmert ons niet om met energie, enthousiasme en vol vertrouwen in de stad er uit te halen wat er in zit voor Purmerend. Zoals de realiteit ons dicteert, zijn wij in de realisatie van onze ambities begrensd door de financiële kaders en de onzekerheden van onder andere de decentralisaties in het sociale domein. We hebben niet voor elke ambitie structureel budget kunnen vrijmaken. We houden deze ambities vast en willen de benodigde dekking vinden bij de midterm review. Verderop in deze brief komen wij daar nader op terug. Meer dan ooit zal er een beroep worden gedaan op onze creativiteit en vindingrijkheid om ook met minder financiële ruimte zo betekenisvol mogelijk voor onze inwoners te zijn. We kiezen voor de volgende prioriteiten: • het versterken van de band en omgang met de stad. Het ‘Van buiten naar binnen’ werken; • het goed uitvoeren van de nieuwe taken uit de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet. Hiervoor is 2015 het eerste uitvoeringsjaar. Daarin staat centraal dat zorgvuldig wordt omgegaan met de huidige gebruikers, dat we optimaal zicht hebben op de ontwikkelingen bij de gebruikers en de uitvoerende instellingen en dat we leren van de ervaringen die we gaandeweg opdoen. • investeren in de toekomstbestendigheid van de stad. Voorbeelden daarvan zijn de omvorming van de groenstructuur zodat deze met de beschikbare middelen goed onderhouden kan worden en de investering in de Purmaryn, die na 25 jaar gebruik toe is aan een aantal aanpassingen, zodat de gebruikers het theater met plezier blijven bezoeken; • de ontwikkeling van een aantal binnenstad locaties in samenhang. Met name betreft dat de Schapenmarkt, het TNT-terrein en het Zijp-terrein; • zo veel mogelijk Purmerenders aan het werk te helpen en te houden. Enerzijds door het onderwijs nog meer aan te sluiten aan hetgeen ondernemers nodig hebben, flexibeler om te gaan met regelgeving en de beschikbare locaties voor bedrijfsvestiging zo optimaal mogelijk te benutten. Hierbij zullen Baanstee-Noord en kommetje A7 additioneel aan elkaar in de markt gezet worden. Het gemeentebestuur heeft aangegeven meer ‘Van buiten naar binnen’ te willen werken. Dat is de rode draad in deze begroting. De inhoud van de begroting is veranderd, maar ook de manier waarop wij met het document omgaan. We voldoen aan de wettelijke en de door u gestelde eisen. Toch merken wij meer en meer dat de begrotings- en verantwoordingscijfers niet alles omvattend zijn en dat meer nodig is om overzicht te houden en op een effectieve wijze de gemeente te besturen. De nieuwe manier van werken betekent dat we geen genoegen willen nemen met uitsluitend de documenten die wij in het kader van de planning en controlcyclus maken. 5 Programmabegroting 2015-2018 | Aanbiedingsbrief We hebben met u afgesproken dat we niet alleen zullen ‘tellen’, maar ook meer (laten) ‘vertellen’. Het verhaal vanuit Purmerend en de waarnemingen die wij samen uitwisselen zullen vertrekpunt worden bij de beoordeling of wij als gemeente goed bezig zijn. Zien we dat het effect heeft wat wij doen. Als we naar de samenwerking tussen uw raad en het college kijken, is de begroting een set van afspraken dat ons gemeenschappelijk vertrekpunt vormt voor het komende jaar. De begroting bevat de voorwaarden waarbinnen wij ons werk doen, waarvan wij, indien nodig, met wederzijds goedvinden kunnen afwijken. Binnen de kaders van de begroting hebben we bovendien de ruimte nodig om maatwerk aan inwoners en bedrijven in de stad te kunnen leveren. Kortom: de door de coalitie ingezette koers zal een verandering betekenen in de omgang tussen de verschillende bestuursorganen. Niet alles staat meer vooraf in de begroting, maar zal gaandeweg met elkaar moeten worden verkend. De begroting bevat daardoor minder tekst dan voorgaande jaren. Met deze eerste stap, zien wij ook dat het document nog niet is uitontwikkeld. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN De meerjarenbegroting 2015 – 2018 is structureel sluitend en er is voldoende weerstandsvermogen om risico’s het hoofd te bieden. In elk jaar kan een toevoeging plaatsvinden aan de algemene reserve. De algemene reserve groeit naar € 20 miljoen eind 2018. Deze groei past bij de wens om de schuldenlast van Purmerend af te bouwen en het risico van hogere lasten door rentestijgingen te verminderen. Het positieve resultaat van de begroting wijkt wellicht af van het algemene beeld dat gemeenten, en ook Purmerend, vooral moeten bezuinigen. Toch treden deze ontwikkelingen tegelijk op. De reden hiervan is dat het voordelig resultaat in hoofdzaak wordt veroorzaakt door incidentele baten. De belangrijkste zijn: • verkoop aandelen NUON: € 4,6 miljoen in 2015; • winstneming grondexploitatie Weidevenne in 2015, 2016 en 2017 (respectievelijk € 1,2, € 1,2 en € 1,3 miljoen); • extra opbrengsten vastgoed en gronden in 2017 en 2018, beide € 1,25 miljoen. Geschoond van de incidentele baten en lasten sluit de meerjarenbegroting met een klein overschot van € 10.000 in 2018. Dit overschot is mede ontstaan doordat een aantal keuzes naar de toekomst is verschoven. Er is een ambitie tot structureel hogere uitgaven maar de dekking hiervoor ontbreekt vooralsnog. De betreffende onderwerpen zijn hierna opgesomd en waar mogelijk voorzien van een financiële vertaling. Het financieel resultaat dat ten gunste van de algemene reserve komt is als volgt: Concept begroting 2015 - 2018 2015 2016 2017 2018 3.925 1.133 3.061 1.150 De omvang van de algemene reserve voorziet in het benodigde weerstandsvermogen. In de paragraaf weerstandsvermogen en risico’s is aangegeven dat de gemeente € 8,55 miljoen weerstandsvermogen nodig heeft. Een belangrijk nieuw risico zijn de nieuwe taken die de gemeente volgend jaar gaat uitvoeren in het kader van de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN De belangrijkste ontwikkelingen sinds het financieel perspectief zijn de volgende: • incidentele hogere opbrengsten uit het gemeentefonds, in 2015, 2016 en 2017, door verschuivingen op de rijksbegroting; • lagere netto rentelasten doordat de rente op de kapitaalmarkt voor langlopende leningen lager is dan eerder begroot. In de begroting is een structureel voordeel van ruim € 0,6 miljoen verwerkt; 6 Programmabegroting 2015-2018 | Aanbiedingsbrief • de instelling van de voorziening voor groot onderhoud in de openbare ruimte levert een structureel voordeel op van € 0,3 miljoen door egalisatie van de lasten over een periode van 15 jaar; • hogere loonkosten en subsidies als gevolg van de voorgenomen Cao gemeenteambtenaren. Structureel vergt dit € 0,5 miljoen. In de meerjarenbegroting was vorig jaar bewust geen rekening gehouden met een stijging in 2014; • de lagere bijdrage aan de veiligheidsregio, zoals vorig jaar verwerkt in de begroting, wordt voor € 0,2 miljoen niet gerealiseerd. De veiligheidsregio realiseert wel besparingen, maar deze lekken voor een deel weg naar andere gemeenten. Het aandeel van Purmerend in de veiligheidsregio groeit van 24% naar 25,5%; • minder groei van opbrengsten uit reclame in de openbare ruimte € 0,1 miljoen. Na deze ontwikkelingen is er een beperkte ruimte voor keuzes: structureel € 0,4 miljoen. KEUZES EN MIDTERM REVIEW Keuzes De financiële ruimte voor keuzes is beperkt en noodzaakt ons op een later moment te oordelen over de mogelijkheid om een deel van onze ambities financieel mogelijk te maken. De voorgestelde keuzes in deze begroting sluiten aan bij eerdere uitspraken in het coalitieakkoord (behoud team buurttoezicht en de hondenpoepzuiger) en urgentie om te investeren in een toekomstbestendige Purmaryn en kunstgrasvelden voor twee voetbalverenigingen. Daarnaast is een aantal zaken met een incidenteel karakter voorgelegd. De grootste incidentele post is de aanpassing van de groenstructuur voor € 0,9 miljoen verspreid over drie jaar. Deze impuls is noodzakelijk om het onderhoud aan het groen te kunnen laten plaatsvinden binnen de structurele budgetten en met het afgesproken kwaliteitsniveau. Midterm review Er zijn twee redenen om een aantal ambities/keuzes door te schuiven naar de midterm review. De keuzes passen bij de brede kaderstellende rol van de raad en er is geen acute noodzaak om vóór 2016 een beslissing te nemen. Om uw kaderstellende rol als raad goed te kunnen inrvullen is het nodig dat u en wij een compleet inzicht hebben in de financiële lasten van de afzonderlijke onderwerpen en het maatschappelijk effect dat kan worden bereikt. Tegelijkertijd zal er dan ook inzicht moeten zijn in wat we er voor moeten laten. Welke activiteiten kunnen anders of kunnen worden beëindigd en welk maatschappelijk effect wordt hiervan verwacht. Deze afweging vergt een gedegen voorbereiding. En we vinden het belangrijk dat de ervaringen met de nieuwe taken van de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet hierbij betrokken worden. Datzelfde geldt voor de uitkomsten van bijvoorbeeld het woondebat dat in 2015 zal plaatsvinden. Over de route naar de midterm review en de verwachtingen daarbij van uw raad, maken wij graag nadere afspraken met u. Voorgestelde keuzes om op te nemen in de begroting 2015 -2018: Keuzes Intensivering alchoholmatigingsbeleid Intensivering armoedebeleid Jubileum 25 jaar Purmaryn Toekomsbestendigheid Purmaryn Kunstgrasvelden Wherevogels en Purmersteijn Stimulering duurzaamheidsinitiatieven Schoon: niet stoppen met inhuur poepzuiger Incidenteel/ structureel 2015 2016 2017 2018 -10 -10 - - I -150 - - - I -50 - - - I - -50 -49 -48 S - -88 -86 -84 S -30 -30 - - S S -78 -78 -78 -78 Impuls en ombouwen onderhoud groen -300 -300 -300 - I Continuering buurttoezicht -165 -167 -170 -173 S I Extra evenementen Totaal voorgestelde keuzes 7 Programmabegroting 2015-2018 | Aanbiedingsbrief - - -150 - -783 -723 -833 -383 Onderwerpen voor nadere afweging in de midterm review: 2017 2018 Incidenteel/ structureel - - -301 S - pm pm S - - -45 -90 S - - pm pm S 2de team buurttoezicht - - -170 -173 S Ondersteuning economie - - -150 -150 S Niet indexeren OZB-belasting - - -190 -390 S S Keuzes 2015 2016 Groei sociaal rendement - Investeringen sportaccommodaties - Impuls fietspaden Gratis openbaar vervoer Nieuwe ontwikkelingen - - pm pm Totaal midterm review - - -555 -1.104 TARIEVEN De tarieven voor 2015 voor huishoudens en bedrijven worden als volgt voorgesteld: • afvalstoffenheffing: € 328,56, een verhoging met 1,6%. Dit is inclusief de nieuwe rijksbelasting op stort en verbranding die omgerekend per huishouden € 9,91 bedraagt. Zonder de nieuwe rijksbelasting zou het tarief gedaald zijn; • gemeentelijke watertaken: gebruikers: € 67,80, eigenaren € 116,16, een stijging met 7%; • OZB verhoging met 1,4% conform de prijsindex. In totaal stijgen de lasten voor eigenaren met ruim 2,9% en voor gebruikers met 2,5%. PROGRAMMA 2 SAMENLEVING Het programma Samenleving is met afstand het grootste programma in de begroting. De lasten van dit programma bedragen ruim € 129 miljoen, dit is 58% van de totale begroting. Met de komst van de nieuwe taken van de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet is het programma fors in omvang toegenomen. Voor dit programma geldt dat uw raad heeft aangegeven de financiële ontwikkelingen binnen dit programma goed te willen volgen en het college niet het mandaat te willen geven om binnen dit programma tussen de beleidsvelden te mogen schuiven. De raad wil verschuivingen voorgelegd krijgen en expliciet vaststellen. Het college heeft toegezegd om met een uitwerking te komen waardoor voor zowel het college als de raad de financiële kaders duidelijk zijn. Het college stelt voor om binnen programma 2 zeven beleidsvelden te onderscheiden en het budgetrecht van de raad te koppelen aan de beleidsvelden. We stellen concreet de volgende beleidsvelden voor: • Kunst en Cultuur; • Sport en Recreatie; • Wijkmanagement; • Jeugd; • Onderwijs; • Maatschappelijke ondersteuning; • Werk en Inkomen. Deze indeling is niet bedoeld om de ontschotting in de manier van werken tegen te gaan; al kan dit door de financiële indeling wel zo overkomen. Als in de uitvoering blijkt dat deze indeling knelt, zullen wij opnieuw met uw raad in gesprek gaan over de wijze waarop uw raad, naar eigen bevindingen, voldoende mogelijkheden tot kaderstelling en controle houdt. Bij de tweede bestuursrapportage wordt voorgesteld om deze indeling nog in 2014 door te voeren, zodat de vergelijkbaarheid van de rekening 2014 en begroting van volgend jaar optimaal is. 8 Programmabegroting 2015-2018 | Aanbiedingsbrief De voorgestelde indeling is verwerkt in de begroting, u kunt het resultaat zien. Als de indeling en het leggen van het budgetrecht op het niveau van de beleidsvelden passend zijn bij de wens van uw raad, dan wordt deze vastgelegd in een wijziging van de financiële verordening. VOORSTEL Wij stellen u voor om de programmabegroting 2015 – 2018 vast te stellen overeenkomstig bijgaand concept. Daarnaast stellen wij voor in te stemmen met de vervangingsinvesteringen, zoals die zijn opgevoerd in bijlage IV en de bijbehorende bedragen aan te trekken voor de herfinanciering van leningen en de financiering van investeringen. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Purmerend, de secretaris 9 de burgemeester Programmabegroting 2015-2018 | Aanbiedingsbrief RAADSBESLUIT PROGRAMMABEGROTING 2015 - 2018, NR. 1108883 De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 september 2014; gelet op de artikelen 189, 190 en 191 van de Gemeentewet; BESLUIT 1. De programmabegroting 2015 -2018 vast te stellen, inclusief de keuzes voor: - intensivering vvan het alcoholmatigingsbeleid in 2015 en 2016 met € 10.000 per jaar; - een bijdrage aan het 25-jarig jubileum van de Purmaryn in 2015 van € 50.000; - een investering in de toekomst bestendigheid van de Purmaryn in 2015 met € 50.000 structurele lasten vanaf 2016; -stimulering van duurzaamheidsmaatregelen in 2015 en 2016 met € 30.000 per jaar; -behoud van de "poepzuiger" voor de verwijdering van hondenpoep, € 78.000 per jaar; - een impuls voor het ombouwen en onderhouden van het openbaar groen in 2015, 2016 en 2017 van € 300.000 per jaar; - het voorzetten van het team Buurttoezicht voor € 165.000 per jaar; - het opnemen van een reservering voor een groot evenement in 2017 voor € 150.000. 2. De vervaningsinvesteringen vast te stellen zoals die zijn opgevoerd in bijlage III. 3. Tot het aantrekken in 2015 van maximaal € 44 miljoen voor de herfinanciering van leningen en financiering van investeringen. 4. De fractievergoedingen 2015 vast te stellen op € 1.000 per fractie en € 400 per raadslid. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2014 de raadsgriffier 10 de voorzitter Programmabegroting 2015-2018 | Aanbiedingsbrief L E E S W I J Z E R DE PROGRAMMA'S De programma’s zijn als volgt opgebouwd: Inleiding In de inleiding wordt in het kort het thema van het programma uitgewerkt. Ambities coalitieakkoord In deze paragraaf worden de ambities uit het coalitieakkoord 2014 opgesomd. De ambities worden verder uitgewerkt gedurende de bestuursperiode. Relevante beleidsnota's Deze paragraaf presenteert een opsomming van het meest recente, relevante en vastgestelde beleid binnen het betreffende programma. Trends en risico's Dit onderdeel presenteert toekomstige ontwikkelingen waar de gemeente (mogelijk) een passend antwoord op moet geven. In geval van trends staat het antwoord onder het kopje 'Wat gaan we daarvoor doen'. Trends zijn financieel verwerkt in de begroting. Bij risico's is geen antwoord geformuleerd, omdat de betreffende ontwikkeling nog onzeker is. Deze risico's duiden vooral zaken aan die een rol spelen in de beleidsuitvoering. Specifieke financiële risico's zijn opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Wat willen we bereiken In deze paragraaf wordt het gewenste maatschappelijke effect aangegeven dat de gemeente wil bereiken. De gemeente heeft daar niet als enige invloed op. Niettemin maakt het beschrijven van die situatie duidelijk waar de prestaties in dit programma aan bij moeten dragen. De gewenste maatschappelijke effecten geven zo sturing aan het gemeentelijk handelen. Wat gaan we daarvoor doen Deze paragraaf geeft aan wat de belangrijkste of opvallenste zaken zijn die de gemeente gaat doen om het doel te bereiken. Omwille van de leesbaarheid zijn in programma 2 het te bereiken doel en wat de gemeente daarvoor gaat doen per beleidsveld aan elkaar geschreven. Bestuurlijke producten 2015 Hier treft u een overzicht van de producten die in 2015 aan de raad aangeboden worden. Ook is het kwartaal benoemd waarin de raad de stukken ter bespreking aangeboden krijgt. Wat mag het kosten Per programma wordt kort toegelicht welke bijzonderheden zich in 2015 op financieel vlak voordoen. Dit geldt alleen voor de ontwikkelingen op beleidsniveau groter dan € 100.000. Er wordt onderscheid gemaakt in exploitaties, reserves, voorzieningen, investeringen en incidentele baten en lasten. Alleen als deze in het betreffende programma voorkomen. In de bijlage vindt u een totaaloverzicht van de baten en lasten, reserves, voorzieningen en investeringen. 11 Programmabegroting 2015-2018 | Leeswijzer ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN In de algemene dekkingsmiddelen staan de algemene baten en lasten van de gemeentebegroting. Dat zijn de belastingen, opbrengst uit het gemeentefonds, rentebaten en -lasten, deelnemingen, stelposten die nog niet zijn verwerkt in de programma's en ruimte voor nieuw beleid. RESULTAAT PROGRAMMABEGROTING 2015 -2018 In het resultaat staat een totaaloverzicht van de baten en lasten van de programma's en de algemene dekkingsmiddelen: het zogenaamde resultaat voor en na bestemming. PARAGRAFEN De paragrafen presenteren een aantal verplichte overzichten van het beleid, die aan de begroting ten grondslag liggen. BIJLAGEN In de bijlage zijn een aantal overzichten opgenomen die aan de onderbouwing en uitvoering van de begroting ten grondslag liggen. Deze bijlagen zijn: Ia. Ontwikkeling en toelichting verloop vrije ruimte 2015-2018 In bijlage Ia zijn de financiële ontwikkelingen sinds het meerjarenperspectief 2015 opgesomd en kort toegelicht. Deze is verdeeld naar onvermijdelijke ontwikkelingen, structurele effecten rekening 2013, realisatie taakstellingen en keuzes. De keuzes zijn niet verwerkt in de financiële overzichten van de programma's. Dit vindt plaats na vaststelling van de begroting door de raad. Ib. Overzicht bij de midterm review te betrekken ambities. In bijlage Ib zijn de onderwerpen opgenomen met, voorzover mogelijk, een financiële vertaling waarvoor in deze begroting geen uitzicht is op structurele dekking. In het voorjaar van 2016 wordt een zogenaamde midterm review gehouden. Halverwege de bestuursperiode wordt bekeken of de ambities op koers liggen en middelen kunnen worden gevonden voor de ambities die financieel nog niet kunnen worden bekostigd. II. Overzicht baten en lasten per programma- en beleidsveld Dit overzicht geeft per programma een opsomming van de beleidsvelden en de raming van de baten en de lasten voor de jaarschijf 2015-2018. Het zorgt voor een compleet beeld en is bedoeld als achterliggende toelichting. III. Investeringsoverzichten In het investeringsoverzicht staan alle lopende, de vervangings-, en toekomstige investeringen. Voor voorgenomen investeringen wordt te zijner tijd een krediet aan de raad gevraagd. IV. Overzicht en toelichting reserves en voorzieningen Deze bijlage bevat het totaaloverzicht van de reserves, voorzieningen en het gebruik hiervan in 2015 en volgende jaren. Het overzicht wordt gevolgd door een korte toelichting per reserve. V. Portefeuilleverdeling Deze bijlage beschrijft de portefeuilleverdeling van de collegeleden. VI. Gemeentelijke organisatie In deze bijlage wordt het overzicht gegeven van de opbouw en doorbelasting van de ambtelijke loonkosten aan de verschillende programma's. VII. Technische uitgangspunten voor de meerjarenbegroting 12 Programmabegroting 2015-2018 | Leeswijzer In deze bijlage wordt beschreven welke uitgangspunten zijn gehanteerd voor loon- en prijsstijgingen en volgens welke weging is bepaald of een ontwikkeling onvermijdelijk is en in de begroting moet worden opgenomen of dat er sprake is van een keuzemogelijkheid voor de gemeenteraad. VIII. Afkortingen en begrippenlijst In deze bijlage vindt u alle afkortingen en begrippen terug die in deze programmabegroting worden genoemd. 13 Programmabegroting 2015-2018 | Leeswijzer 14 Programmabegroting 2015-2018 | D E � P R O G R A M M A ' S 1. PUBLIEKSDIENSTEN 16 2. SAMENLEVING 20 3. WONEN 34 4. MILIEU 38 5. BEREIKBAARHEID 42 6. BEHEER OPENBARE RUIMTE 48 7. RUIMTELIJKE ORDENING 54 8. VEILIGHEID 60 9. ECONOMIE 64 10. BESTUUR EN CONCERN 68 15 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 1 P U B L I E K S D I E N S T E N Portefeuillehouders: M. Hegger, J. Krieger Inleiding Bij onze dienstverlening zetten wij het belang van inwoners en bedrijven op de eerste plaats. Mede daarom zoeken we binnen de geldende wet- en regelgeving ruimte om vaker maatwerk te leveren. De komende tijd leggen we meer accent op digitale dienstverlening, het werken op afspraak en een heldere informatievoorziening. Ambities coalitieakkoord In deze tijd is de behoefte aan individuele ruimte, ruimte voor maatschappelijke initiatieven en maatwerkoplossingen groot. Wij willen dat inwoners een luisterende en begripvolle gemeente ervaren. Bij sommige gemeentelijke taken, zoals de uitgifte van paspoorten of het ophalen van huisvuil weten we dat de tevredenheid over hoe we dat doen over het algemeen groot is. Dat neemt niet weg dat we blijven kijken waar efficiencywinst mogelijk is. Bij andere taken die vallen onder programma 1, denk aan vraagstukken in de openbare ruimte, hebben inwoners vaak meer behoefte aan het leveren van inbreng. Zij mogen verwachten dat wij rekening met hen houden en het gesprek aangaan voordat beslissingen worden genomen. Relevante beleidsnota's • Integraal uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend 2015 • Nota Integrale Handhaving Purmerend 2012-2015 • Nota Integrale Vergunningverlening 2012-2015 • Nota uitvoeringsregels handhaving horeca en alcoholverstrekkers Purmerend 2013 Trends en risico's Digitalisering De dienstverlening verandert. Waar vroeger alles via het loket, de telefoon of schriftelijk werd behandeld, verloopt contact met de gemeente steeds vaker via internet en sociale media. De digitale kanalen worden steeds belangrijker. De rijksoverheid verlangt van gemeenten dat zij bepaalde producten zoals identiteitsbewijzen steeds beter beveiligt. DiGiD wordt op termijn vervangen. Ruimte voor maatwerk 16 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's De gemeente wil bewoners meer ruimte voor initiatieven bieden en vraagt hen tegelijk meer eigen verantwoordelijkheid te nemen. Dit maakt het werk van gemeenten complexer. Want om maatwerk te leveren is een genuanceerde afweging van belangen nodig. Wat willen we bereiken 1.1 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Publieksdienstverlening We willen dat burgers tevreden zijn over onze dienstverlening. Wat gaan we daarvoor doen 1.1 Beleidsveld Publieksdienstverlening 1.1.1 Prestatieveld Purmerend heeft Antwoord • We breiden onze digitale dienstverlening zoveel mogelijk uit. Maar waar digitaal contact niet kan of niet wenselijk is bieden we de mogelijkheid om op afspraak in of buiten het stadhuis langs te komen. • Bij vragen over het sociale domein (zorg, welzijn en buurt) sturen we vooral op maatwerk. • Bij producten als identiteitsbewijzen, belastingen en vergunningen sturen we vooral op kwaliteit en snelheid. Hierbij nemen wij de wettelijke termijnen in acht, maar bij voorkeur leveren wij sneller. • Het Klantcontactcentrum handelt vragen van burgers af, zowel telefonisch, als digitaal (e-mail en Twitter). Om dat efficiënt te kunnen doen, wordt een ICT-systeem voor meldingen en vragen over de leefomgeving aangeschaft. Deze investering is onderdeel van het programma Het Beter Werken. In 2013 bedroeg het aantal meldingen leefomgeving 11.990. Indien de afhandeling van meldingen meer tijd vraagt, informeren onze medewerkers de bewoners die meldingen hebben gedaan. • Voor de informatievoorziening en dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen is het van essentieel belang dat de gegevens van de gemeente op orde zijn. Wij investeren daarom tot eind 2018 in de opbouw van een stelsel van basisregistraties. Denk bijvoorbeeld aan de BRP (Basis Registratie Personen), BAG (Basisregistraties Adressen en Gebouwen) en de WOZ (Waardering Onroerende Zaken). Nevendoel is dat we reeds bekende gegevens niet nogmaals hoeven te vragen. • De verkiezingen voor de besturen van de waterschappen worden voor het eerst via een stembureau georganiseerd, in 2015 samen met de verkiezingsdag voor Provinciale Staten 1.1.2 Prestatieveld Omgevingsvergunningen • We leveren omgevingsvergunningen, dat zijn geïntegreerde vergunningen voor bouwen, wonen, monumenten, natuur en milieu. Mede door de Wabo kunnen inwoners en bedrijven vaak via één loket hun vergunning regelen. Dat levert hen aanzienlijk minder administratieve lasten op. Bovendien is sprake van kortere procedures én zijn de voorschriften op elkaar afgestemd. • In steeds meer gevallen is een volledig digitale behandeling van de omgevingsvergunning mogelijk. Een aanvrager die meer informatie nodig heeft, helpen we graag op afspraak. De wettelijke termijnen nemen we in acht, maar bij voorkeur leveren we sneller. • In een Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving en Vergunningverlening 2015 werken we ons toezicht en handhaving uit. Daarbij besteden we speciale aandacht aan toezicht in de wijken en de afhandeling van meldingen. Bestuurlijke producten 2015 - 2018 Bestuurlijk product Jaartal Kwartaal Evaluatieverslag integrale handhaving Purmerend 2014 Jaarlijks 2e kwartaal Legesverordening Jaarlijks 4e kwartaal Integraal uitvoeringsprogramma vergunningverlening,Toezicht en handhaving Jaarlijks 4e kwartaal Per 4 jaar 4e kwartaal 2015 Purmerend 2015 Nota Integrale Handhaving en Vergunningverlening 2016-2019 17 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Lasten -7.306 -8.724 -8.972 -8.411 -8.126 -8.223 -8.264 Baten 2.317 3.185 2.898 3.113 3.150 3.159 3.170 Saldo -4.989 -5.539 -6.074 -5.298 -4.976 -5.064 -5.094 Het saldo van dit programma stijgt met € 776.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de lasten met € 561.000 en een stijging van de baten met € 215.000. (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 BV011 Publieksdienstverlening Lasten Baten -7.306 -8.724 -8.972 -8.411 -8.126 -8.223 -8.264 2.317 3.185 2.898 3.113 3.150 3.159 3.170 -4.989 -5.539 -6.074 -5.298 -4.976 -5.064 -5.094 EXPLOITATIE Voor wat betreft de omgevingsvergunningen onderdeel bouwen wordt de formatie in 2015 verder aangepast aan de activiteiten. Het is niet nodig om in 2015 het tarief van de bouwleges te verhogen. Verwacht wordt dat de markt zich verder stabiliseert, zodat het legestarief in 2015 op 3,9% (van de bouwsom) kan worden gehandhaafd. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Specificatie incidentele baten en lasten (+ is baten en - is lasten) Omschrijving Begroot 2015 Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 Verkiezingen -113.000 134.000 - - Totaal -113.000 134.000 - - Toelichting: In de begroting wordt rekening gehouden met jaarlijks één verkiezing. Door het in werking treden van de Wet waterschapsverkiezingen per 1 juli 2014, vinden de waterschapsverkiezingen tegelijk plaats met de verkiezingen voor de provinciale staten in 2015. Hierdoor krijgen gemeenten een rol bij het organiseren van deze gecombineerde verkiezingen en is er voor 2015 extra geld beschikbaar gesteld vanuit het gemeentefonds. Voor 2016 is het budget verlaagd omdat er geen verkiezingen zijn voorzien. 18 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's 19 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 2 S A M E N L E V I N G Portefeuillehouders: G. Nijenhuis, R. Helm, M. Hegger, E. Voorbij G. Nijenhuis: Jeugdzorg, jongerenwerk, kunst en cultuur, welzijn en volksgezondheid (w.o. GGD) R. Helm: Wmo/AWBZ, ouderenbeleid en sport M. Hegger: Bewonersparticipatie en wijkgericht werken E. Voorbij: Onderwijs, werk en inkomen, armoedebestrijding en participatiewet (Baanstede) Inleiding Het programma samenleving is de komende jaren sterk in ontwikkeling. De rijksoverheid decentraliseert taken (AWBZ, Participatie en Jeugzorg) naar de gemeente met daarbij een fikse korting op het uitvoeringsbudget. Hierdoor krijgen we niet alleen de verantwoordelijkheid om de transitie van taken goed te regelen, maar ook om de integraliteit van taken opnieuw te bekijken. Zoals het collegeprogramma het verwoordt: 'het biedt tegelijkertijd kansen om onze samenleving in Purmerend te versterken''. We gaan de lijn ''van buiten naar binnen'' verder vormgeven, de zorg transformeren. Dit is een proces van jaren waarbij de investeringen vooruitlopen op besparingen. De doorontwikkeling van het maatschappelijk beleidskader hoort hier ook bij: een sterker voorveld voorziet uiteindelijk in minder afname van duurdere zorgsoorten. We gaan inzetten op vroegsignalering en preventie. Daarnaast gaan we als gemeente kritisch kijken naar de resultaten van gesubsidieerde instellingen. We toetsen of de verstrekte subsidies aansluiten bij de veranderingen in het sociale domein en de effecten die wij waarnemen in de stad. We zien de ontschotting van zorgbudgetten allereerst als resultaat van het anders organiseren van de zorg maar ook als voorwaarde om besparingen te realiseren. Ook de rol van de gemeente verandert. Wanneer we uitgaan van het principe dat de kracht van de samenleving in de samenleving zelf ligt, zullen wij als gemeente constant moeten kijken hoe we hier optimaal aan toe kunnen voegen, zonder het over te nemen, zonder zaken te negeren. Ambities coalitieakkoord • Wij willen ruimte geven aan de mensen die Purmerend tot een levendige stad maken. Aan al die vrijwilligers en inwoners die zich inzetten voor Purmerend. • Wij hebben de ambitie de stad nog levendiger te maken door evenementen, kunst, cultuur en sport. Subsidies op het gebied van welzijn en vrijwilligerswerk worden vooral ingezet daar waar mensen die het meest nodig hebben. We gaan onder meer na hoe het rendement van Clup en Spurd kan worden geoptimaliseerd mede op het gebied van het jongerenwerk. • We onderzoeken de mogelijkheid Sportstad van het jaar te worden. • Met de Sportaccommodatienota maken we keuzen in het aanbod en kwaliteit van accommodaties. 20 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's • De lijn van 'buiten naar binnen werken' versterkt de positie van het werken in wijken. • De kwaliteit in de zorg (jeugdzorg, ouderenzorg en dagbesteding) willen we vooral afmeten aan de tevredenheid van de gebruiker. Het is ons doel om zorg laagdrempelig (in de wijken) aan te bieden. • We hebben speciale aandacht voor eenzaamheid onder ouderen en ouderenmishandeling • We willen de huidige kwaliteit van het onderwijs vasthouden en indien mogelijk verbeteren. • We helpen uitkeringsgerechtigden aan een baan en motiveren hen om een werkritme aan te houden of om bij te leren. • We maken ons sterk voor een vorm van beschut werken. • We brengen armoede in beeld en bepalen welke ondersteuning wij kunnen bieden aan mensen die moeilijk rondkomen. • We willen dakloosheid voorkomen en streven er naar dat daklozen hun leven zo snel mogelijk weer in eigen hand nemen. Relevante beleidsnota's • Maatschappelijk Beleidskader: Purmerend is van ons allemaal (2011) • Kaders decentralisatie (2013) • Nota Participatie (2014) • Nota Lokaal Gezondheidsbeleid (2013-2016) • Notitie Schuldhulpverlening • Visie van de gemeente Purmerend: Wonen in Purmerend (2011) • Nota naar Welzijnswerk nieuwe stijl (2012) • Woonvisie Purmerend: Samen leven en wonen (2012) • Beleidsplan WMO (2014) • Beleidsplan jeugdzorg (2014) • Beleidsplan Participatie (2014), moet nog vastgesteld worden Trends en risico's Doorontwikkeling maatschappelijk beleidskader De aan de instellingen gestelde vragen hebben nog niet tot de gewenste resultaten geleid. Voor 2015 is de taakstelling van €300.000 gerealiseerd door de vertraagde kapitaallasten van de nieuwe sporthal mee te tellen. De ordening in de verschillende prestatievelden moet de komende tijd een mindere grote rol krijgen in de samenwerking met elkaar. Door nieuwe werkvormen ontstaat meer samenhang waardoor ondermeer doublures worden blootgelegd wat de efficiëntie ten goede zal komen. In 2017 moeten de instellingen zover zijn dat de taakstelling van € 600.000 volledig wordt gerealiseerd . Zoals eerder, door een aantal grote instellingen is uitgesproken, wordt verwacht dit te kunnen doen door dat zij nu meer tijd hebben om in 2017 de vruchten te kunnen plukken van de andere werkvormen( waaronder de sociale wijkteams) en de transformatie van de jeugdzorg en Awbz/Wmo. Daarnaast wordt verder gewerkt aan het mogelijk huisvesten in het stadhuis. Decentralisaties in het sociale domein De komst van nieuwe taken op het gebied van Jeugdzorg, Participatie en Wmo betekent een forse uitbreiding van dit programma met grote organisatorische en financiële gevolgen. De gemeente ontvangt van het rijk geld voor deze nieuwe taken, maar met forse kortingen. Het zal een uitdaging zijn om deze overgang zo goed mogelijk te begeleiden en passende zorg en dienstverlening te blijven bieden. Dit vraagt om nieuwe vormen van samenwerking met alle betrokkenen: burgers, instellingen en overheden. Wij vertrouwen daarbij vooral op de eigen kracht, zelfredzaamheid en initiatieven van de mensen. De verantwoordelijkheid van de gemeente is om die te stimuleren en uit te dagen. 21 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's Vernieuwende initiatieven uit de samenleving Naar aanleiding van het coalitieakkoord willen we inspelen op intitatieven die komen uit de samenleving. Ontwikkelingen in armoedebestrijding De Participatiewet heeft ook gevolgen voor de minimaregelingen en de bijzondere bijstand. Het Rijk stuurt aan op maatwerk. Het huidige minimabeleid wordt zoveel mogelijk binnen de mogelijkheden van de wet voortgezet. Het ingezette beleid voor extra inzet middelen intensivering armoede- en schuldenbeleid zetten we in 2015 voort. Dit betekent inzet van incidentele middelen voor een preventiemedewerker en een vangnetbudget. Na uitvoering van het armoedeonderzoek zullen we bepalen welke structurele inzet van geld nodig is. Steeds vaker krijgen maatschappelijke partijen, vrijwilligers en betrokkenen zelf een actieve rol in schuldhulpverlening. Preventie blijft belangrijk om instroom in de schuldregeling te voorkomen en te beperken. Helaas zien we meer huiseigenaren in de schuldregeling terecht komen. In een aantal gevallen is huisuitzetting vanwege schuldproblematiek niet te voorkomen, met grote maatschappelijke gevolgen. De gemeente heeft afspraken met woningcorporaties om huisuitzettingen te voorkomen en mensen een tweede kans te bieden. Waar nodig zullen we deze in 2015 herzien. Sociale werkvoorziening Baanstede Met het inwerking treden van de Participatiewet op 1 januari 2015 wordt de instroom in de SW afgesloten. Het herstructureren van Baanstede wordt daarmee nog belangrijker, niet alleen vanwege de financiële onhoudbaarheid maar ook om mensen zoveel mogelijk perspectief op werk te bieden. De herstructurering vindt op een zorgvuldige manier plaats. We waken ervoor dat iemand tussen wal en schip raakt. Ook maken we ons hard voor een vangnet als detacheren niet lukt en voor een vorm van beschut werk voor mensen die dat nodig hebben. Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen? 2.1 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Kunst en Cultuur Purmerend is een stad met gezonde leefomstandigheden en voorzieningen. Uitgangspunt is dat iedereen een plek heeft in Purmerend. Het wordt inwoners gemakkelijk gemaakt om gezond te leven en elkaar te ontmoeten. Het verenigingsleven is sterk ontwikkeld. Er is sprake van een laagdrempelig aanbod en er zijn vele vrijwilligers actief. De aanwezigheid van kunst en cultuur maken Purmerend een aantrekkelijke stad om in te wonen en te verblijven. Op buurtniveau is er sprake van sterke sociale verbanden, met veel onderlinge ondersteuning en goed nabuurschap,waardoor inwoners lang zelfredzaam zijn. 2.1.1 Prestatieveld Theater de Purmaryn • Het aanbieden van een gevarieerd aanbod van theaterproducties in een eigentijdse omgeving. De Purmaryn blijft op zijn huidige plek. Omdat het theater bijna 25 jaar oud is, is het noodzakelijk het theater aan te passen aan de eisen van de huidige tijd. Voor het jaar 2015 is derhalve een aantal noodzakelijke investeringen opgenomen die voornamelijk publieksgericht zijn: klimaatbeheersing grote zaal, toegankelijkheid "backstage" en nooduitgang voor minder-validen, meer damestoiletten en renovatie toiletgroepen, garderobecapaciteit vergroten, vervangen foyervloer en plafond, zitcapaciteit creëren op de 1e en 2e verdieping, vervanging voorgevelglas en splitsing theater en café ingang. De kapitaallasten zijn vanaf de jaarschijf 2016 opgenomen. In oktober 2015 bestaat de Purmaryn 25 jaar. Wij willen aan deze gebeurtenis op gepaste wijze aandacht besteden. De feestelijkheden vinden zowel binnen als buiten plaats, zodat ook nieuw publiek kan genieten van het theater. Daarmee wordt de zichtbaarheid van het theater groter en verlevendigt het de binnenstad. Daartoe wordt voorgesteld een eenmalig bedrag van € 50.000 in 2015 te reserveren. 2.1.2 Prestatieveld Kunst en cultuur uitoefening en beleving • Het stimuleren en aanbieden van kunst- en cultuuruitingen en cultureel erfgoed. Dit om te bij te dragen aan een brede en gevarieerde belangstelling voor cultuur bij Purmerenders. 22 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's • Met de Bibliotheek Waterland hebben we een goede bibliotheekvoorziening in onze stad. De belangrijkste verandering is dat de ontwikkeling van digitale content landelijk wordt georganiseerd en geen taak meer is van de lokale/regionale bibliotheek. Daarmee wordt per 1 januari 2015 het budget voor de bibliotheek gekort via een uitname uit het gemeentefonds. De subsidie voor de bibliotheek verlagen we met een gelijk bedrag. 2.2 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Sport en recreatie Een sterk ontwikkeld verenigingsleven, een gevarieerd aanbod van sportstimuleringsactiviteiten en goede sport- en recreatievoorzieningen maken het de inwoners gemakkelijk om gezond te leven en elkaar te ontmoeten. 2.2.1 Prestatieveld Spelen en recreatie • We stimuleren inwoners om deel te nemen aan sport- en recreatieactiviteiten, ongeacht hun leeftijd en lichamelijke gesteldheid. Sport is een belangrijk onderdeel van de gezondheid van Purmerenders en kan ervoor zorgen dat mensen geen beroep hoeven te doen op zorgverlening. We streven daarom naar een goed aanbod van sportmogelijkheden in Purmerend. In dat kader realiseren we onder andere de nieuwe sportaccommodatie aan de van IJsendijkstraat. In 2014 is het skatepark in het Leeghwaterpark tot stand gekomen. We willen bezien of de gemeente Purmerend mede op basis van deze inspanningen kan meedingen naar de nominatie Sportgemeente van het jaar. • In samenwerking met de sportverenigingen, de Sportraad en Spurd onderzoeken we de ontwikkelingen in de samenleving en de daaruit voortvloeiende behoeften en wensen op het gebied van sport voor de Purmerenders, alsmede de daarmee gepaarde gaande kosten. 2.2.2 Prestatieveld Sportaccommodaties • We realiseren en behouden voldoende, eigentijdse en veilige binnen- en buitensportaccommodaties. Hierbij kijken we ook naar de bereikbaarheid en toegankelijkheid. De Sportaccommodatienota geeft de ambitie aan en we onderzoeken welke kosten met deze ambitie gepaard gaan. Vanwege de urgentie stellen we voor de kunstgrasvelden bij de voetbalverenigingen Purmersteijn en De Wherevogels in 2015 aan te leggen vooruitlopend op de behandeling van de sportaccommodatienota. De daarmee gepaarde jaarlasten bedragen circa € 88.000 vanaf 2016. De aanbestedingsprocedure voor de sportaccommodatie aan de van IJsendijkstraat wordt nog in 2014 gestart. De bouw zal in 2016 zijn gerealiseerd. 2.3 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Wijkmanagement Buurten en wijken zijn ‘schoon heel en veilig’. Buurt- en wijkbewoners doen meer zelf aan het onderhoud van de wijk en zijn actief in hun buurt. Zij hebben invloed op de ontwikkeling van de buurt en vinden daar voldoende mogelijkheden om elkaar te ontmoeten. Prestatieveld Wijkmanagement • We zorgen voor de verbinding tussen gemeente en gebruikers in de wijken. Uitgangspunt is de vraag: wat is de vraag vanuit de wijk of buurt ? • We werken van buiten naar binnen. Bij het werken in wijken gaat het er niet om dat wij als organisatie bedenken wat goed is voor de bewoners. Uitgangspunt is om een beeld te krijgen wat speelt in de wijk en wat de bewoners en gebruikers op wijkniveau bezig houdt. Om hier een goed beeld bij te krijgen zijn wij doorlopend in gesprek met bewoners, gebruikers en partners in de wijk. Door deze manier van denken en werken geven wij nog meer ruimte aan de bewoners en gebruikers om met initiatieven te komen. Maar ook om in gezamenlijkheid tot een aanpak van vraagstukken en oplossingen te komen van problemen. Wij pakken vooral een ondersteunende en voorwaarde scheppende rol. • We trekken op met bewonersgroepen. 23 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's Wij kijken naar de huidige manier van werken en functioneren van verschillende bewonersgroepen. Hoe komt het geluid van de bewoners het beste tot zijn recht ? Hoe sluit dit aan bij het werken van 'buiten naar binnen'. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Maatschappelijke Ondersteuning We bieden burgers die dat op grond van hun handicap of maatschappelijke positie nodig hebben op grond van 2.4 de nieuwe WMO toereikende en op de vraag afgestemde dienstverlening aan. Mensen blijven zo lang mogelijk zelfstandig wonen en steunen elkaar zoveel mogelijk. Een beroep op de overheid wordt pas gedaan wanneer andere mogelijkheden niet voor handen zijn. Op stedelijk niveau en in de wijken is een aantal collectieve, voorliggende voorzieningen aanwezig die ondersteunend zijn aan het beoogde maatschappelijk effect. 24 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's 2.4.1 Prestatieveld Ondersteuning • Op dit moment kennen we in de AWBZ ondersteuningsvormen als individuele begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf en via de inloopfunctie GGZ. Deze ondersteuning komt vanaf 1 januari 2015 onder verantwoordelijkheid te liggen van de gemeente. Het gaat met name om hulp aan mensen met een verstandelijke beperking, lichamelijke beperking of psychogeriatrische beperking. Voor al deze ondersteuningsvormen worden in 2015 oude AWBZ-producten losgelaten. Deze maken plaats voor nieuwe arrangementen, eventueel met maatwerkvoorzieningen. Doordat meer wordt ingezet op de eigen kracht van de inwoners en het inzetten van het eigen netwerk, neemt het beroep op mantelzorgers straks toe. Wij besteden daarom extra aandacht aan mantelzorgers en zetten steeds meer in op hun individuele behoefte. Bij de afweging van een beroep op mantelzorg, wegen wij de belangen en de draagkracht van de mantelzorger mee. Respijtzorgvoorzieningen worden ingezet om de draagkracht van de mantelzorger te versterken. Voor klanten die behoefte hebben aan lotgenotencontacten zijn bijeenkomsten. Ook waardering voor het verrichte mantelzorgwerk zorgt ervoor dat de mantelzorger de ondersteuning langer volhoudt. Gemeenten zijn hiervoor vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk. 2.4.2 Prestatieveld Maatwerk voorzieningen • Purmerenders kunnen een maatwerkvoorziening krijgen indien zij te maken hebben met een lichamelijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem, waardoor zij problemen ervaren in de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Zij krijgen dan de beschikking over voorzieningen of middelen die hen in staat stellen zelfstandig te functioneren in het maatschappelijk leven. Een maatwerkvoorziening wordt pas verstrekt als er geen andere algemene voorziening of product beschikbaar is. De oplossing van een probleem wordt in eerste instantie bij de persoon zelf gezocht, bij zijn netwerk en in de toeleiding naar een algemene voorziening. Als laatste wordt gekeken naar de noodzaak van verstrekking van een maatwerkvoorziening. We gaan door met het scholen van loketmedewerkers, met name op het gebied van vraagverheldering, aanboren van eigen kracht en zelfoplossend vermogen en het stimuleren van wederkerigheid. Ook vindt er scholing plaats op het gebied van de extramurale AWBZ. We borgen de kwaliteit van de afgesloten contracten. Het gaat daarbij om kwaliteit en onderhoud van de verstrekte hulpmiddelen, kwaliteit van hulp bij het huishouden en kwaliteit van het aanvullend openbaar vervoer. 2.4.3 Prestatieveld Publieke gezondheidszorg Op grond van de Wet Publieke Gezondheidszorg (WPG) zijn gemeenten verplicht een Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) in te stellen en in stand te houden. Binnen het preventieve gezondheidsbeleid wordt de komende periode ingezet op flexibiliteit en maatwerk. Iedere 4 jaar worden de plannen op het gebied van gezondheidsbevordering vastgesteld. Voor 2013-2016 zijn als speerpunten benoemd de preventie en aanpak van overgewicht en schadelijk alcoholgebruik onder jongeren. Het project aanpak schadelijk alcoholgebruik onder jongeren wordt in 2015 voortgezet onder de paraplu van de uitvoering van de nota gezondheidsbevordering. Het voorkomen van overgewicht wordt aangepakt met de effectief bewezen landelijke methodiek van JOGG. Purmerend is JOGG gemeente. In 2015 vinden in samenwerking met partijen in de stad weer veel activiteiten plaats om het gezond eten en bewegen voor jongeren aantrekkelijk en gemakkelijker te maken. 2.4.4 Prestatieveld Voorliggende voorzieningen Alvorens een beroep te doen op individuele voorzieningen wordt in eerste instantie verwezen naar collectieve voorzieningen. Welzijn, zorg en ondersteuning worden in algemene voorzieningen aangeboden en zijn laagdrempelig in de wijk aanwezig. Voor wijkoverstijgende zaken zijn ‘stedelijke arrangementen’ beschikbaar. • Wijk- en buurtaccomodaties. Goede buurt- en wijkaccomodaties zijn van grote waarde. Met het vernieuwde welzijnsaccomodatiebeleid wordt vooral ingeztet op kleinschalige voorzieningen dicht bij de bewoners in de buurt. Daarbij wordt gepoogd zoveel mogelijk ook bewoners te betrekken bij het beheer en gebruik van deze voorzieningen. Begin 2015 zal een voorzieningen aan het Tilburyplein gerealiseerd zijn. In de Weidevenne wordt 25 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's het complex Heel Europa opgeleverd waarin ook een kleinschalige buurtvoorziening aanwezig is. Met deze en de reeds gerealiseerde andere buurtvoorzieningen zijn adequate ontmoetingsmogelijkheden aanwezig in de wijken. • Sociale wijkteams. Vanuit de sociale wijkteams werken we samen met de bewoner(s) aan een passend en snel antwoord op de (hulp/zorg)-vraag en, indien nodig, wordt er contact gelegd met de juiste mensen/partijen die hieraan kunnen bijdragen. Dit gebeurt door samenwerking van de verschillende(maatschappelijke) organisaties en de gemeente in het sociale wijkteam. Het sociale wijkteam draagt ook bij aan de versterking van de samenhang en leefbaarheid in wijken, buurt en straat, het mobiliseren van eigen klracht van mensen, het activeren van eigen netwerken en het vinden/inzetten van vrijwilligers. Speerpunten voor de vier sociale wijkteams (Gors/Centrum, Purmer-Noord en Purmer Zuid; Overwhere/Wheermolen en Weidevenne) zijn onder andere: • Netwerkontwikkeling in de wijk; • Deskundigheidsbevordering (bij. op gebied van vechtscheidingen, doorverwijzen jeugd GGZ); • Aansluiting huisartsen; • Registeren. • Maatschappelijke opvang en nachtopvang. Onze inzet is er opgericht dakloosheid zoveel mogelijk te voorkomen. Als mensen toch dakloos raken, dan is ons streven hen in staat te stellen hun leven zo snel mogelijk weer in eigen hand te nemen. De hiervoor noodzakelijke trajecten kunnen niet altijd direct worden opgestart. Voor de periode, waarin hiervan sprake willen wij mensen in ieder geval tijdelijke opvang kunnen bieden. Daarom stellen wij voor de openstelling van de nachtopvang uit te breiden tot het hele jaar. Met deze uitbreiding van de openstelling realiseren wij een situatie, waarin aan daklozen op ieder moment een vorm van opvang kan worden geboden, zoals op grond van de Wmo van gemeenten wordt verwacht. De uitvoering van deze gemeentelijke taak is neergelegd bij 43 centrumgemeenten, waarvan Purmerend er een is. De verantwoordelijkheid van Purmerend voor de maatschappelijke opvang betreft de hele regio Waterland. Dit betreft naast Purmerend de gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Waterland en Zeevang. Het gaat hier nadrukkelijk alleen om opvang. Tijdens het verblijf in de nachtopvang beperkt de begeleiding zich tot het hoogst noodzakelijke (verkrijgen van inkomen). Om effectief begeleiding te kunnen geven gericht op het leven weer in eigen hand nemen, is het nodig mensen de stabielere vervolgplek te kunnen bieden in de vorm van tijdelijke eigen huisvesting met ambulante begeleiding, zoals door het Algemeen Opvangcentrum Purmerend gebeurt. • Beschermd Wonen. Met ingang van 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor beschermd wonen. Meer specifiek gaat het om op participatie gerichte ondersteuning van volwassenen met psychiatrische problemen in een beschermde woonomgeving. Het zwaartepunt ligt dus op de begeleiding, niet op de behandeling van de psychiatrische problemen. Deze taak wordt belegd bij de centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang, dit betekent, dat Purmerend verantwoordelijk wordt voor deze activiteit voor de regio Waterland. Het gaat om een zeer kwetsbare groep mensen. Daarom kiezen wij er voor in eerste instantie zorgcontinuïteit te garanderen (zachte landing). Hiertoe wordt het budget zonder korting overgedragen aan de gemeenten. De verleende indicaties blijven geldig tot maximaal vijf jaar. Wij kijken in hoeverre er op langere termijn vorm kan worden gegeven aan deze ontwikkeling. 2.5 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Jeugd Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. De overheid ondersteunt waar nodig. Daar waar ouders het even niet helemaal zelf kunnen, speelt hun directe omgeving een belangrijke rol. Familie, buren, vrienden en vrijwilligers geven hen in eerste instantie een steuntje in de rug. Ook de gemeente ondersteunt waar nodig. Dat doen we door te investeren in goede preventie en door te zorgen dat ouders weten waar ze terecht kunnen voor informatie, advies en lichte vormen van ondersteuning. Soms is echter meer nodig. Bijvoorbeeld als ouders zelf tijdelijk hun kinderen niet kunnen opvoeden. 2.5.1 Prestatieveld Jeugd (preventief/lokaal) • De ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur- aanpak’ : het inzetten op verbinding en samenwerking. Tussen de gezinnen in de wijken, de vrijwilligers en professionals die hen ondersteunen en met de gemeente als regisseur. 26 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's • Het eerder herkennen van problemen bij het opgroeien • Het versterken van de basis, collectieve voorzieningen en generalistische/lichte hulp om daarmee duurdere vormen van specialistische ondersteuning te vermijden. • De ingang van de jeugdhulp kan via de sociale wijkteams maar is flexibel, is geen momentopname en kan niet alleen worden gezien als de poortwachter tot specialistische zorg. De toegang wordt georganiseerd via Spirit. • Het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling wordt samengevoegd met het Meldpunt Huiselijk Geweld onder de nieuwe naam "Veilig Thuis". 2.5.2 Prestatieveld Jeugdzorg (regionaal en bovenregionaal) • Vanaf 2015 is de gemeente Purmerend bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp (inclusief specialistische hulp zoals Jeugd-GGZ, zorg voor jongeren met een beperking (zoals jongeren met een (Licht)Verstandelijke beperking, met autisme of Niet aangeboren hersenletsel)) en gesloten jeugdhulp in het kader van ernstige opgroei- en opvoedproblemen), de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Met uitzondering van de toegang tot de jeugdzorg zijn deze vormen van jeugdzorg vanaf 2015 regionaal of bovenregionaal ingekocht. 2.6 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Werk en Inkomen Het is wenselijk dat meer mensen naar vermogen aan het werk zijn. Werk is nodig om een inkomen te verwerven. Met inkomen kun je zorgen voor je levensonderhoud en er komt vrijheid om je leven in te richten op een manier die bij je past. Maar we zien werk niet alleen als een voorwaarde voor inkomen en individuele vrijheid, maar ook als activiteit die je midden in het leven en tussen de mensen houdt. Een baan hebben is van maatschappelijke betekenis en biedt contacten die niet als vanzelfsprekend uit je familie, buurt of vriendengroep komen. Voor inwoners die uitvallen of dreigen uit te vallen, of die onvoldoende middelen hebben om mee te doen is er een vangnet. Het gaat erom uit te zoeken welke ondersteuning echt nodig is om te kunnen participeren. Wederkerigheid is belangrijk. Voor wat, hoort wat. We ondersteunen mensen met een grote achterstand tot de arbeidsmarkt op weg naar werk. Er is een relatief laag uitkeringsbestand en een goed bereik van participatie en armoedebeleid. Daarbij zijn de klanten tevreden over de wijze van dienstverlening. 2.6.1 Prestatieveld Participatie • In 2015 treedt de Participatiewet in werking. Het doel van deze wet is om mensen zoveel mogelijk te laten meedoen in de samenleving. Bij voorkeur via een betaalde baan. Ook een gesubsidieerde baan, vrijwilligerswerk of mantelzorg zijn manieren om actief deel te nemen aan de samenleving. Meedoen naar vermogen is de leidende gedachte. Door deze wet krijgt de gemeente te maken met een bredere groep Purmerenders die in meer of mindere mate kunnen werken. De uitdaging is om deze groep mensen naar vermogen aan het werk te helpen. Deze taak moet met minder middelen dan in 2014 worden uitgevoerd. In 2015 willen we in beeld krijgen wat nodig is om deze groep naar werk te begeleiden. Hiertoe gaan we een intensievere samenwerking aan met het onderwijsveld, regiogemeenten en andere partijen die een rol spelen in de begeleiding van deze doelgroep en met werkgevers. Eigen kracht en betrekken van de omgeving staan hierbij centraal. • Zorgdragen voor doorlopende leer-, werk- en ontwikkelingslijnen. Mensen die in onvoldoende mate participeren in de samenleving en niet aan het arbeidsproces deelnemen, activeren en ondersteunen om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten en meer zelfredzaam te worden. Dat wil zeggen daar waar nodig individuele begeleiding en daar waar mogelijk groepsbegeleiding. Er is sprake van een actieve lokale en regionale werkgeversbenadering. Er is sprake van samenwerking in de regio met werkgevers, UWV-Werkbedrijf en onderwijs. Mensen met een uitkering of een beperking kunnen een beroep doen op individuele ondersteuning. Contracten met huidige re-integratiebedrijven lopen in 2015 af. In lijn met de uitgangspunten van het participatiebeleid zal naar een andere vorm van inkoop gezocht worden, waarbij maatwerk mogelijk is. Activering en maatschappelijke participatie van allerlei doelgroepen met en zonder uitkering is een functionele, maar geen noodzakelijke taak voor de gemeente. Voor mensen met een uitkering is nog zeer beperkt geld beschikbaar uit het participatiebudget voor sociale activering en zorg. Wij willen de initiatieven van het maatschappelijk middenveld en inwoners zelf volgen en indien nodig faciliteren. Verder zal 27 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's het Werkbedrijf (een regionaal samenwerkingsverband) in 2015 invulling krijgen. Het Werkbedrijf moet de schakel vormen tussen werkzoekenden (met én zonder een beperking) en werkgevers. 2.6.2 Prestatieveld Sociale werkvoorziening We voeren de Wsw resultaatgericht uit. De Wsw is gericht op het creëren van aangepaste werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die er als gevolg van een lichamelijke, psychische en/of verstandelijke handicap niet in slagen werk te vinden. Het is bedoeling dat het deel van de mensen in de sociale werkvoorziening dat geschikt is om naar buiten geplaatst te worden ook daadwerkelijk naar buiten wordt geplaatst. Eerder is het idee ontstaan om dit te beleggen bij een externe detacheringsorganisatie. Inmiddels worden ook andere varianten uitgewerkt, waarbij aansluiting wordt gezocht bij het WerkgeversServicePunt (WSP) en de in juli 2014 aangenomen Participatiewet. Een belangrijk onderdeel van deze wet is het Werkbedrijf en de nieuwe vorm van Beschut Werken naast de SW. Dit werkt de gemeente momenteel uit. Ook wordt de verzelfstandiging van de gemeentelijke groenvoorziening uitgevoerd. Schoonmaak en drukwerk/post zullen volgen. We houden ons aan de quotumregeling voor het in dienst nemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. We proberen zoveel mogelijk uitkeringsgerechtigden te motiveren in het werkritme te blijven of om bij te leren. 2.6.3 Prestatieveld Inkomensondersteuning • De economie groeit in 2014 maar het herstel is niet krachtig genoeg om de werkgelegenheid te laten toenemen. Volgens de schattingen van het CPB trekt de economie verder aan in 2015. Het aantal banen neemt dan met een gering percentage toe. Tot en met 2015 zal de werkgelegenheid naar verwachting alleen aantrekken in een beperkt aantal arbeidsmarktregio's, waaronder Groot-Amsterdam. In de overige regio's neemt het aantal banen af. Daarnaast is er het na-ijleffect van de WW. Een groot deel van mensen in de WW stroomt na deze periode de bijstand in. In de Participatiewet wordt met de bijstandsuitkering voor iedereen een minimaal bestaansinkomen gegarandeerd (vangnetfunctie) voor mensen die dat niet zelf kunnen verdienen door te werken of via een partner. Het uitgangspunt van de nieuwe wet is dat wie naar vermogen kan werken niet afhankelijk hoort te zijn van een uitkering. 2.6.4 Prestatieveld Armoedebestrijding • Door het beschikbaar stellen van voorzieningen voor inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en participatie, willen we stimuleren dat mensen die over een klein inkomen beschikken, meedoen in de samenleving. Armoede of schulden moeten zo vroeg mogelijk gesignaleerd worden, zodat met individuele inkomensondersteunende regelingen geholpen kan worden, zoals de Bijzondere Bijstand. Vooral kinderen moeten op belangrijke terreinen als sport, cultuur en onderwijs mee kunnen doen. Het gaat hierbij om het voorkomen van sociaal isolement en het bevorderen van volwaardige participatie van Purmerenders met een minimuminkomen. • Ook willen we bevorderen dat mensen met schulden zo worden ondersteund dat zij duurzaam uit de financiële problemen blijven. Dit door regie te voeren op de schuldhulpverlening met andere instellingen die betrokken zijn bij dezelfde klant. We zetten in op preventie, individuele dienstverlening, klantmanagement en samenwerking. Op deze manier willen we voorkomen dat mensen schulden maken of terugvallen in een schuldensituatie. Als het nodig is, bieden we schuldregelingen en budgetbeheer aan en leiden we toe naar de WSNP. De recent aangenomen Wet maatregelen WWB verplicht ons om de beleidsregels voor 1 januari 2015 aan te passen. Dit is een goed moment om te onderzoeken of we het minimabeleid moeten herijken. Ook sluit dit aan bij het voornemen uit het coalitieakkoord in beeld te brengen hoe het is gesteld met de armoede in Purmerend. 2.7 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Onderwijs Kinderen groeien in Purmerend op tot verantwoordelijke, zelfstandige en zelfredzame volwassenen. Hun ontwikkeling door de jaren heen (van 0 tot 23) verloopt volgens een doorlopende lijn: van geboorte tot en met studie en arbeidsmarkt. 28 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's 2.7.1 Prestatieveld Achterstandenbeleid • Het bieden van ondersteuning aan kinderen en hun ouders bij (dreigende) leerachterstanden als gevolg van het onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal. Dit om een onderbreking van de doorgaande ontwikkelingslijn te voorkomen. 2.7.2 Prestatieveld Huisvesting onderwijs • Het realiseren en bestendigen van scholen die voldoen aan de eisen van het moderne onderwijs door te streven naar efficiënt gebruik van gebouwen. 2.7.3 Prestatieveld Kinderopvang We streven naar verantwoorde, veilige en kwalitatief goede kinderopvang. Het doel is daarom jaarlijks alle locaties te inspecteren en waar nodig handhavend op te treden ( indien sprake is van overtredingen). De kinderopvang wordt verder aan de marktwerking overgelaten. We bevorderen dat kinderen zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen en brengen daartoe een duurzame samenwerking van de verschillende partners in het veld tot stand. We bevorderen een goede doorgaande leerlijn. In de komende tijd speelt een herorientatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in het kader van mogelijke harmonisatie. 2.7.4 Prestatieveld Onderwijsondersteuning Het bieden van, of het organiseren van, ondersteuning aan kinderen, ouders, peuterspeelzalen, kinderopvang en scholen opdat de doorgaande ontwikkeling van een jeugdige ongestoord kan plaatsvinden. • zonodig bieden van leerlingenvervoer; • voorkomen voortijdige schooluitval; • het bevorderen/faciliteren van de contacten tussen onderwijs en bedrijfsleven opdat de locale arbeidsmarkt aansluit op het onderwijs en andersom; • het bevorderen van (maatschappelijke) stages opdat jeugdigen verantwoordelijkheid voor de eigen leefomgeving ontwikkelen. Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000) Lasten Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 -94.909 -96.794 Begroting 2014 (bijgesteld) -97.614 Begroting 2015 -129.254 Begroting 2016 -130.396 Begroting 2017 -131.126 Begroting 2018 -132.736 Baten 38.608 37.155 38.969 29.197 30.603 31.843 32.938 Saldo -56.301 -59.640 -58.645 -100.057 -99.793 -99.283 -99.798 Het saldo van dit programma daalt met € 41,4 miljoen ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van de lasten met € 31,6 miljoen en een daling van de baten van € 9,8 miljoen. 29 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 BV021 Kunst en cultuur Lasten Baten -8.733 -8.123 -8.180 -8.189 -8.189 -8.186 -8.223 1.622 1.653 1.653 1.611 1.599 1.599 1.599 -7.111 -6.470 -6.527 -6.578 -6.591 -6.588 -6.624 Lasten -6.433 -6.752 -6.793 -7.077 -7.641 -8.813 -8.928 Baten 1.185 1.153 1.159 1.172 1.173 1.174 1.186 -5.249 -5.599 -5.633 -5.906 -6.469 -7.639 -7.742 -1.581 -1.529 -1.309 -1.360 -1.370 -1.228 -1.239 BV022 Sport en recreatie BV023 Wijkmanagement Lasten Baten 17 0 0 0 0 0 0 -1.565 -1.529 -1.309 -1.360 -1.370 -1.228 -1.239 Lasten -2.360 -2.731 -2.761 -20.418 -19.545 -18.936 -19.067 Baten 1.111 1.111 1.121 0 0 0 0 -1.250 -1.620 -1.640 -20.418 -19.545 -18.936 -19.067 -13.657 -13.460 -13.281 -12.358 -12.392 -12.350 -12.411 2.173 1.667 1.666 1.827 1.766 1.776 1.787 -11.484 -11.792 -11.615 -10.531 -10.625 -10.574 -10.624 -22.414 -23.562 -23.152 -34.881 -35.395 -34.869 -35.290 1.707 1.726 1.918 1.772 1.791 1.808 1.836 -20.707 -21.836 -21.234 -33.109 -33.604 -33.060 -33.454 Lasten -39.730 -40.638 -42.138 -44.971 -45.865 -46.743 -47.579 Baten 30.794 29.844 31.452 22.816 24.275 25.486 26.531 -8.936 -10.794 -10.686 -22.155 -21.590 -21.258 -21.048 BV024 Jeugd BV025 Onderwijs Lasten Baten BV026 Maatschappelijke ondersteuning Lasten Baten BV027 Werk en inkomen EXPLOITATIE De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op beleidsveldniveau ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014 zijn: Beleidsveld BV021 Kunst en Cultuur Purmaryn: de kapitaallasten van de aanpassingen zijn opgenomen vanaf het jaar 2016: € 50.000 op jaarbasis. Ten behoeve van 25 jaar theater Purmaryn in 2015 is eenmalig een bedrag van € 50.000 opgenomen in de jaarschijf 2015. Beleidsveld BV022 Sport en recreatie In dit beleidsveld zijn de lasten € 0,3 mln. hoger. Dit wordt veroorzaakt door de kapitaallasten van in 2014 afgeronde (vervangings)investeringen. Beleidsveld BV023 Wijkmanagement De afwijkingen zijn lager dan € 100.000. Beleidsveld BV024 Jeugd In dit beleidsveld vervallen de lasten en baten voor de pilot decentrale toegang tot de ambulante jeugdzorg voor 30 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's € 1,1 miljoen. De bedragen zijn overgeheveld naar de Jeugdwet 2015. Daarnaast stijgen de lasten met € 18,6 miljoen door de toevoeging van de middelen voor de decentralisatie Jeugd. Beleidsveld BV025 Onderwijs Vanwege het overhevelen van de verantwoordelijkheid voor de onderhoudslasten van schoolgebouwen naar de schoolbesturen, worden de lasten verlaagd met € 0,8 miljoen. Daarnaast is er sprake van verlaging van de lasten met € 0,3 miljoen vanwege incidentele lasten in 2014 met betrekking tot de Gasinjetstraat en de Zichthof. De lasten en baten voor het onderwijsachterstandenbeleid dalen met € 0,1 miljoen. Beleidsveld BV026 Maatschappelijke ondersteuning Door het toevoegen van de middelen voor de decentralisatie Wmo stijgen de lasten met € 14,6 miljoen. Een miljoen van deze lasten worden toegevoegd aan beleidsveld werk en inkomen, omdat maatwerk chronisch zieken wordt uitgevoerd onder het minimabeleid. Ten gevolge van de bezuinigingen bij hulp bij het huishouden dalen de lasten met € 0,8 mln. Doordat meer taken naar de gemeenten komen is de verwachting dat de baten door de eigen bijdragen bij maatwerkvoorzieningen zullen stijgen met € 18.000. Daarnaast zullen er geen baten meer worden ontvangen ter dekking van de invoeringskosten van de Decentralisaties waardoor de baten dalen met € 164.000 Doordat de decentralisatieuitkering maatschappelijke opvang – verslavingsbeleid voor de jaren 2015 e.v. - ruim € 50.000 hoger is dan de jaren daarvoor, kan de uitbreiding van de openstelling van de nachtopvang budgettair neutraal worden gerealiseerd. Beleidsveld BV027 Werk en inkomen Door het oplopende uitkeringenbestand stijgen de uitgaven van de uitkeringen en de apparaatskosten voor de behandeling van de uitkeringen met € 2,1 miljoen. De verwachting is dat de rijksbijdrage met € 1,6 miljoen zal stijgen, dit wordt mede veroorzaakt door wijzigingen in het landelijk verdeelmodel. Bij participatie dalen de lasten met € 347.000 en de baten met € 2,5 miljoen. De uitgaven zouden bij ongewijzigd beleid de inkomsten op termijn overstijgen. Deze trend is al ingezet in 2011, door de sterke afname van de rijksgelden. Om die reden is een verandertraject ingezet in de werkwijze. Door goed zicht op de situatie van de bewoner, samenwerking met partners en zaken via korte lijnen direct te regelen brengen we de kosten terug. Tegelijk leidt dit voor de burger tot meer effectieve ondersteuning. Deze ontwikkeling is in lijn met de keuzes van de organisatie. De lagere baten zijn ontstaan door het wegvallen van de rijksbijdrage participatie. Deze middelen worden vanaf 2015 via het Gemeentefonds (deelfonds decentralisaties) verstrekt. Bij de Sociale werkvoorziening wordt € 7,7 miljoen minder rijksbijdrage ontvangen. Vanaf 2015 wordt deze rijksbijdrage opgenomen in de participatiewet, en via het gemeentefonds (deelfonds decentralisaties) verstrekt. RESERVES Reserve gemeentelijke middelen participatie De reserve is in 2009 en 2010 gevormd met als doel de lagere rijksbijdrage voor participatie gefaseerd in te passen in het beleid en daarmee te voorkomen dat inspanningen om cliënten te laten participeren, direct moeten worden verminderd. In 2015 wordt € 290.657 aan de reserve onttrokken. In 2018 wordt het restant van de reserve € 189.198 onttrokken daarna is de reserve leeg. Bestemmingsreserve herstructureringskosten WSW 31 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's De komende jaren vind een ingrijpende herstructurering in de uitvoering van de WSW plaats. Het is de ambitie de SW-medewerkers bij reguliere werkgevers te plaatsen, of via vervreemding en publiek-private samenwerkingen groepen SW-medewerkers te detacheren. Ten aanzien van de transitie is budget nodig voor (des)investeringen en frictiekosten. Hiervoor is een totaal bedrag van € 5,6 mln. opgenomen, ten dele reeds uitgegeven. Gemeenten dragen naar rato bij aan deze transitiekosten via de gemeentelijke bijdragen. In 2015 wordt de onttrekking voor de herstructureringskosten op basis van de concept (niet bestuurlijk vastgestelde) begroting van Baanstede begroot op € 374.000. Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting Het doel van deze reserve is om de boekwaarden af te kunnen boeken van de onderwijspanden gedurende de periode 2012 tot en met 2015, die worden herbestemd of worden gesloopt. Onttrekkingen aan reserve vinden plaats na concrete voorstellen om leegkomende panden volledig af te boeken. VOORZIENINGEN Voorziening groot onderhoud De Purmaryn Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel het realiseren van dekking en egalisering van de uitgaven planmatig onderhoud en vervanging inventaris op middellange termijn. Het onderhoud van het gebouw de Purmaryn vindt plaats op grond van een meerjaren onderhoudsplan. INVESTERINGEN Voor de vervanging en toekenning van hulpmiddelen wordt in 2015 een krediet voorgesteld van € 300.000 . Ten laste van het krediet komen onder andere de aanschaf van rolstoelen, scootmobielen, driewielfietsen en woonaanpassingen. De komende jaren gaan we niet naar een nieuwe Purmaryn, maar naar een toekomstbestendige Purmaryn die investeringen vergt. Bij het beleidsveld is omschreven wat deze investeringen inhouden. We stellen voor kunstgrasvelden aan te leggen bij VPV Purmersteijn en voetbalvereniging De Wherevogels. Deze investeringen zijn vanwege de urgentie naar voren gehaald. Bij VPV Purmersteijn bestaat tekort aan trainingscapaciteit en is het hoofdveld in slechte conditie. Ook bij De Wherevogels is tekort aan trainingscapaciteit. Hier stond renovatie van het natuurgras hoofdveld al ingepland. De investeringen brengen een structurele last mee van circa € 88.000. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Specificatie incidentele baten en lasten (+ is baten en - is lasten) Omschrijving Begroot 2015 Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 a. Transitie Jeugdzorg -500.000 - - - b. Armoedebeleid -150.000 - - - c. Sloop sporthal Beukenkamp -75.000 - - - d. Jubileum Purmaryn -50.000 - - - e. Bijdrage participatiebeleid -291.000 -302.000 -294.000 -189.000 f. Bijdrage herstructurering WSW -375.000 -155.000 -187.000 -396.000 -1.441.000 -457.000 -481.000 -585.000 Totaal Toelichting: a. Transitie jeugdzorg: Voor de nieuwe taken Jeugdzorg, Awbz en Participatie worden er in 2014 en 2015 uitgaven gedaan om een goede invoering mogelijk te maken. De personele inzet vindt zoveel als mogelijk plaats met de bestaande ambtelijke capaciteit. 32 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's b. Armoedebeleid: Het ingezette beleid voor extra inzet middelen intensivering armoede- en schuldenbeleid zetten we in 2015 voort.Dit betekent inzet van incidentele middelen voor een preventiemedewerker en een vangnetbudget. Na uitvoering van het armoedeonderzoek zullen we bepalen welke structurele inzet van geld nodig is. c. Sloop sporthal Beukenkamp: Om de bouw van multifunctionele sporthal te kunnen realiseren is het nodig om de sporthal de Beukenkamp te slopen. De sloop van de Beukenkamp staat gepland voor 2015, hiervoor is incidenteel budget beschikbaar gesteld. d. Jubileum Purmaryn: 2015 is een jubileumjaar voor het Theater de Purmaryn. Het Theater de Purmaryn bestaat dan 25 jaar. Hiervoor is het voorstel om in 2015 incidenteel geld beschikbaar te stellen. e. Participatie: De rijksbijdrage voor participatie is afgebouwd. De daling van de inkomsten uit het rijk wordt vooralsnog opgevangen door een incidentele inzet uit de bestemmingsreserve gemeentelijke middelen participatie in de jaren 2015 t/m 2018. In 2018 is de reserve uitgeput. f. Herstructurering WSW: Voor de hervorming van de wetgeving voor groepen mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt is er een nieuw perspectief gekomen. Deze transitie van de uitvoeringsorganisatie brengt herstructureringskosten met zich mee. Door het instellen van een bestemmingsreserve WSW wordt het rekeningresultaat van deze jaren en daarmee het verloop van de algemene reserve, geschoond voor een incidentele component. 33 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 3 W O N E N Portefeuillehouder: J. Krieger Inleiding De meeste inwoners voelen zich thuis in Purmerend en willen graag dat zij én hun kinderen kunnen blijven wonen in onze stad. Daarom stellen wij ons ten doel om voldoende passende woningen voor diverse doelgroepen te realiseren, uiteraard in een prettige woonomgeving. Om dit voor elkaar te krijgen werkt de gemeente nauw samen met woningcorporaties en andere partners. Bij het opstellen van de nieuwe woonvisie is extra aandacht besteed aan mensen die een steuntje in de rug nodig hebben, zoals starters en ouderen. In het coalitieakkoord 2014-2018 hebben wij afgesproken ons beleid opnieuw te bekijken en voorafgaand aan deze herijking een woondebat te houden. In afwachting van de uitkomsten van dat debat is het programma Wonen nog niet aangepast. De prestatiecriteria zijn daarom evenmin gewijzigd.. Ambities coalitieakkoord Wij streven naar een goede mix van sociale huurwoningen, jongeren- en seniorenwoningen, koop- en huurwoningen en goedkope en dure woningen. Belangrijke punten van aandacht vormen de veranderingen bij de huisvesting van ouderen en het verkorten van wachtlijsten voor jongeren en starters. Een passend antwoord op de vraagstukken formuleren wij niet op eigen houtje. Door middel van een woondebat wil de gemeente samen met de stad wenselijke en haalbare maatregelen formuleren. We willen dakloosheid zo veel mogelijk voorkomen. Relevante beleidsnota's • Woonvisie Purmerend 2012-2016 Trends en risico's • Er is sprake van een veranderende markt voor koopwoningen. • De markt voor huurwoningen stagneert en kent krapte. • Het aantal noodgevallen en mensen met een urgentieverklaring neemt toe. • Woningbouwcorporaties hebben minder (financiële) mogelijkheden, terwijl er meer initiatieven van zorgleveranciers en particuliere beleggers komen. • Wonen en zorg vindt steeds meer gescheiden plaats. Wat willen we bereiken 34 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's 3.1 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Wonen We willen dat iedereen kan wonen in een kwalitatief goede woning en woonomgeving. Die vanzelfsprekend aansluit op de behoeften en leefomstandigheden van het huishouden. De gemeente is echter slechts één van de partijen die hier invloed op heeft. Met name de inwoners zelf zijn hier, samen met andere partijen, aan zet. Waar nodig en mogelijk bieden wij de ruimte. Zolang er sprake van schaarste aan woningen is, zal de gemeente beschikbare woningen zo eerlijk mogelijk verdelen. Aandacht voor duurzaam wonen en leven is voor ons belangrijk. Hetzelfde geldt voor huisvestingsmogelijkheden voor bijzondere doelgroepen. Wat gaan we daarvoor doen 3.1 Beleidsveld Wonen We zullen een woondebat houden om te komen tot maatregelen die de gemeente kan treffen. 3.1.1 Prestatieveld een aansprekende woningvoorraad • We investeren in de stad en ondersteunen partners die ook willen investeren, zodat meer differentiatie in woonmilieus en typen woningen ontstaan. 3.1.2 Prestatieveld iedereen op de juiste plek • We investeren in doorstroming en organiseren in SRA-verband een rechtvaardige en evenwichtige woonruimteverdeling. Bestuurlijke producten 2015 - 2018 Bestuurlijk product Jaar Kwartaal jaarlijkse monitor woningtoewijzing 2015 2e kwartaal jaarlijkse monitor ontwikkeling woningvoorraad 2015 4e kwartaal Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000) Lasten Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 -1.220 -1.863 Begroting 2014 (bijgesteld) -2.185 Begroting 2015 -1.664 Begroting 2016 -957 Begroting 2017 Begroting 2018 -905 -909 Baten 831 762 972 527 364 313 306 Saldo -389 -1.102 -1.213 -1.137 -594 -593 -603 Het saldo van dit programma stijgt met € 76.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de lasten met € 521.000 en een daling van de baten van € 445.000. (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 BV031 Wonen Lasten Baten -1.220 -2.185 -1.664 -957 -905 -909 831 762 972 527 364 313 306 -389 -1.102 -1.213 -1.137 -594 -593 -603 EXPLOITATIE Beleidsveld Wonen 35 -1.863 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's De baten en lasten in het programma Wonen dalen met € 400.000 vanwege het aflopen van de ondersteuning van het wonen boven winkels. Daarnaast zijn er € 50.000 lagere lasten en baten vanwege een aflopende lening aan Rochdale. RESERVES Reserve Woonvisie De bijdrage in de woonvisie is bedoeld voor investeringen in de volkshuisvesting en is gekoppeld aan de woonvisie 2012-2016. In 2015 is worden uitgaven begroot voor € 572.000. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Specificatie incidentele baten en lasten (+ is baten en - is lasten) Omschrijving Begroot 2015 Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 Bijdrage woonvisie -572.000 - - - Totaal -572.000 - - - Toelichting: De bijdrage in de woonvisie is bedoeld voor investeringen in de volkshuisvesting en is gekoppeld aan de woonvisie 2012-2016. De incidentele uitgave in 2015 is gekoppeld aan de investeringsagenda van de woonvisie en de uitgaven van woningcorporaties en worden als bijdrage uit de bestemmingsreserve woonvisie gedekt. 36 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's 37 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 4 M I L I E U Portefeuillehouder: M. Hegger Inleiding We willen dat Purmerend een plek is en blijft waar inwoners veilig en gezond kunnen wonen, werken en recreëren. Onze speerpunten zijn het terugdringen van milieuhinder door bedrijven, efficiënte afvalverwijdering en energiezuinig gedrag. Ambities coalitieakkoord Onze ambities richten zich op het versterken van de lokale duurzaamheid, een efficiënte en klantvriendelijke afvalinzameling en een gezond milieu. Relevante beleidsnota's • Milieubeleidsplan 2012-2016 • Bodembeleidsplan • Duurzaamheid en milieu-uitvoeringsprogramma 2015 • Geluidsbeleid Baanstee-Noord (2010) • Integraal uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend 2015 • Nota Integrale Handhaving Purmerend 2012-2015 • Nota Integrale Vergunningverlening 2012-2015 Trends en risico's • Gemeenten moeten de uitvoering van basistaken overdragen aan regionale uitvoeringsdiensten. Purmerend heeft daarvoor aansluiting gevonden bij de RUD IJmond. • Afvalscheiding landelijk worden nieuwe doelen gesteld, Purmerend is nog druk met traject om 60% scheiding te realiseren. • In 2015 wordt landelijk een afvalbelasting ingevoerd, dit heeft voor inwoners en bedrijven kostenverhogende effecten. Wat willen we bereiken Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld milieu Uitgangspunt is dat de goede kwaliteit van het milieu in Purmerend behouden blijft. Het natuurlijke milieu wordt door de activiteiten van burgers, bedrijven en instellingen ‘in beperkte mate’ belast. Daarnaast handelen de gemeentelijke 38 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's organisatie, bewoners en bedrijven in Purmerend energiezuinig. Mede hierdoor kunnen inwoners veilig wonen, werken en recreëren, met gering risico voor de volksgezondheid. Op het gebied van afvalinzameling willen wij een afvalscheidingspercentage van 60% in 2018 bereiken. Door beter scheidingsgedrag van burgers kan de afvalstoffenheffing gelijk blijven of dalen. Daarnaast hebben wij een publieksvriendelijke en efficiënte afvalinzameldienst. Deze dienstverlening wordt gekenmerkt door onder andere een laagdrempelige toegang tot de milieustraat. Wat gaan we daarvoor doen 4.1 Beleidsveld Milieu Het voorkomen en beperken van gevaar, schade en hinder aan het natuurlijke milieu op basis van de uitvoering van landelijke wetgeving en (gemeentelijk) milieubeleid. Visie, werkwijze en uitvoering zijn vastgelegd in het jaarlijks vast te stellen Duurzaamheid- en Milieu-uitvoeringsprogramma, de Nota Integrale Handhaving 2012-2015 en het jaarlijks vast te stellen Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving en Vergunningverlening 2015. 4.1.1 Prestatieveld Milieubeheer • We voeren milieucontroles uit bij bedrijven en instellingen om de naleving van milieuregels op een hoog niveau te houden. Om de last door toezicht te verminderen voeren we controles zoveel mogelijk integraal uit. Milieuklachten handelen we zo snel mogelijk af. In 2014 zijn de basistaken aan de Regionale Uitvoeringsdienst Milieudienst IJmond overgedragen. Sindsdien verricht de RUD IJmond de vergunningverlening voor en het toezicht op enkele complexe bedrijven. • Om het afvalscheidingspercentage omhoog te krijgen voeren we het alternerend inzamelen in. Hierbij wordt grijs en groen afval week om week ingezameld. 4.1.2 Prestatieveld Afvalbeheer In het coalitieakkoord is als ambitie vastgesteld dat wij 60% afvalscheiding bereiken in 2018. Een trendbreuk in de huidige scheidingsresultaten is hiervoor nodig. Wij laten ons hierbij niet alleen leiden door milieu- en duurzaamheidsdoelstelling, maar ook door belangrijke financiële overwegingen. Deze zijn versterkt door de invoering van stort- en verbrandingsbelasting. De scheidingsdoelstelling is niet alleen van belang voor het behalen van milieudoelen, maar ook voor de beheersing van de afvalstoffenheffing. Eind 2014 zullen wij een plan van aanpak presenteren op basis waarvan wij deze doelstellingen denken te behalen. de beoogde omslag (trendbreuk) betekent dat wij in 2015 starten met een omvangrijk en gefaseerd traject. Hierbij zullen wij oog hebben voor zowel de service aan bewoners, als de financiële en milieu aspecten. Prestatie-indicatoren Afvalverwijdering 2014 2015 Afvalscheidingspercentage 45% 50% % inwoners dat tevreden is over de milieustraat 90% 90% % inwoners dat tevreden is over de afvalinzameling 90% 90% Bestuurlijke producten 2015 - 2018 Bestuurlijk product Jaartal Kwartaal Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving en Vergunningverlening 2015 Jaarlijks 4e kwartaal Evaluatieverslag Integrale handhaving Purmerend 2014 Jaarlijks 2e kwartaal Milieu- en duurzaamheidsuitvoeringsprogramma 2016 Jaarlijks 4e kwartaal 39 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Lasten -13.064 -13.283 -13.279 -13.280 -13.363 -13.401 -13.483 Baten 12.723 12.674 12.906 12.954 13.382 13.417 13.479 Saldo -340 -609 -373 -326 19 16 -4 Het saldo van dit programma stijgt met € 47.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van de lasten met € 1.000 en een stijging van de baten van € 48.000. (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 BV041 Milieu Lasten -13.064 -13.283 -13.279 -13.280 -13.363 -13.401 -13.483 Baten 12.723 12.674 12.906 12.954 13.382 13.417 13.479 -340 -609 -373 -326 19 16 -4 EXPLOITATIE Beleidsveld Milieu Afvalinzameling De begroting voor de afvalinzameling is sober opgesteld. ook is kritisch gekeken naar de feitelijke technische staat van materieel en materiaal. Hierdoor is een aantal vervangingen uitgesteld. Een en ander leidt tot een voordeel, dat helaas teniet gedaan wordt door een stijging van de verwerkingskosten van HVC met ruim 1,4% en de doorvoering van een verbrandingsbelasting van € 13 per ton (totaal 26.200 ton). RESERVES Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Het verwachte saldo per 31-12-2014 van de egalisatiereserve is volledig ingezet bij de bepaling van de hoogte van de afvalstoffenheffing 2015. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Specificatie incidentele baten en lasten (+ is baten en - is lasten) Omschrijving Begroot 2015 Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 Bijdrage afvalstoffenheffing -340.000 - - - Totaal -340.000 - - - Toelichting: Voor de afvalstoffenheffing wordt er uitgegaan van een kostendekkend tarief. Afwijkingen worden later verrekend met de afvalstoffenheffing. In 2014 wordt incidenteel € 340.000 bijgedragen vauit de egalisatiereserve ter dekking van de uitgaven en het tarief. Dit is het verwachte overschot over 2014. 40 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's 41 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 5 B E R E I K B A A R H E I D Portfeuillehouder: J. Krieger Inleiding Het is ons streven dat iedere Purmerender zich eenvoudig kan verplaatsen, uiteraard binnen redelijke grenzen van reistijd en kosten. De benodigde infrastructuur moet veilig en duurzaam zijn en houdt rekening met de leefbaarheid. Wij richten ons bij de inrichting van de infrastructuur eerst op openbaar vervoer, dan fietsers, voetgangers en automobilisten. Ambities coalitieakkoord Oversteekplaatsen en onoverzichtelijke verkeerssituaties gaan we veiliger maken door te zorgen voor laagblijvend groen op plaatsen waar nu nog hoge beplanting staat. Het asfalteren en opknappen van doorgaande fietspaden willen we versnellen. In overleg met Purmerenders bepalen we welke fietspaden daarvoor in aanmerking komen. Ook willen we met een aantal minimale investeringen de verkeersveiligheid in de binnenstad verbeteren. Verder laten we de mogelijkheid onderzoeken om het openbaar vervoer voor (oudere) minima in de daluren gratis of tegen een lager tarief aan te bieden. Om het bezoek aan de binnenstad bevorderen betalen automobilisten op zondag geen parkeergeld meer. Op straat parkeren zien wij vooral als een voorziening om kort te parkeren. We willen het inpandig parkeren stimuleren. Relevante beleidsnota's • Verkeersveiligheidsplan (2007) • Fietsbeleidsplan (2010) • Parkeervisie binnenstad 2012-2015 (2012) • Parkeerverordening en bijbehorende uitvoeringsbesluiten (2013-2014) Trends en risico's Al heel lang worden plannen voor infrastructuur gemaakt op het niveau van de Stadsregio. Het Rijk dringt aan op verdere schaalvergroting om daarmee economische ontwikkelingen in de Randstad makkelijker te maken. Het ziet er naar uit dat er een samenwerkingsverband komt op het niveau van de Metropoolregio (Vervoersregio). 42 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's Het busvervoer met Amsterdam vinden de meeste Purmerenders zeer goed. Door de ingebruikname van de Noordzuidlijn (vermoedelijk in december 2017) zal een deel van de reizigers uit Purmerend en uit Waterland waarschijnlijk moeten overstappen op het Buikslotermeerplein in Amsterdam Noord. Een treinreis van Purmerend naar Amsterdam duurt relatief lang. Purmerend ligt namelijk aan de Schiphollijn. Treinreizigers met bestemming Amsterdam CS moeten sinds een aantal jaar overstappen op Amsterdam Sloterdijk. Sinds enkele jaren rijden sneltreinen op het traject Hoorn-Amsterdam CS, maar deze stoppen niet in Purmerend. De wegverbinding tussen Purmerend en Amsterdam wordt steeds beter. Een paar infrastructurele aanpassingen (voorgenomen of al beslist) zorgen voor een betere verkeersdoorstroming. De aanpassingen zijn: de ingebruikname van beide Coentunnels (eind 2014), aanleg van een spitsstrook langs de A7 Purmerend richting Amsterdam (eind 2015), het verlengen van de spitsstrook Amsterdam richting Purmerend (eind 2015) en verlengen van de busbaan langs de Jaagweg van Ilpendam naar Purmerend (periode 2015-2018). In 2014 is gestart met de eerste fase van de verdubbeling van de N244. De bedrijventerreinen in Purmerend zullen dan beter bereikbaar worden. Wat willen we bereiken We willen dat Purmerend een goed functionerende, veilige en duurzame infrastructuur heeft voor alle manieren van vervoer. Daarbij houden we rekening met zaken als als leefbaarheid, milieu en fysieke- en sociale aspecten. Een aantal locaties verdienen extra aandacht, zoals het centrum en andere publiektrekkende voorzieningen. 5.1 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Bereikbaarheid Effectindicatoren Bereikbaarheid Openbaar vervoer: 2014 Streefcijfer 2015 7,8 (2013) ≥7,8 6,1 (2013) ≥7 % ontevreden over bereikbaarheid centrum met openbaar vervoer 17% (2013) ≤17% % ontevreden over bereikbaarheid centrum per fiets 1% (2013) ≤1% Rapportcijfer klantwaardering openbaar vervoer Waterland Fietsverkeer: Rapportcijfer aantal fietsenrekken in de binnenstad Bereikbaarheid centrum: Verkeersveiligheid: Rapportcijfer verkeersveiligheid in Purmerend 6,9 (2013) ≥7 % ontevreden over de veiligheid voor voetgangers in de buurt 1 6% (2011) ≤15% % ontevreden over de veiligheid voor fietsers in de buurt 18% (2011) ≤15% 43 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's Wat gaan we daarvoor doen 5.1 Beleidsveld Bereikbaarheid 5.1.1 Prestatieveld Openbaar vervoer We willen de sterke functie van het openbaar vervoer voor het woon-werkverkeer behouden en het gebruik van het openbaar vervoer voor het sociaal en recreatief verkeer bevorderen. Prestatie-indicatoren Openbaar vervoer 2014 2015 Nieuwe eindhaltering voor de bus op de Wolgalaan (in combinatie met een rotonde op het kruispunt Neckerstraat-Wolgalaan) voorbereiding uitvoering Herinrichting Tramplein (nieuw busstation) uitvoering gereed Onderzoek ‘tidal flow’ busbaan N235 Ilpendam-Purmerend (gebruik busbaan in 2 richtingen) (project Provincie) uitvoering Onderzoek mogelijkheid openbaar vervoer (oudere) minima in daluren gratis of tegen lager tarief uitvoering 5.1.2 Prestatieveld Fietsverkeer Met name voor verplaatsingen binnen de gemeente willen we het gebruik van de fiets bevorderen. Prestatie-indicatoren Fietsverkeer 2014 2015 Uitbreiding fietsparkeren Jan Blankenbrug (in combinatie met herinrichting kruispunt uitvoering Gorslaan-Jaagweg) gereed Uitbreiding fietsparkeren binnenstad (maatregel parkeervisie) uitvoering (proef 1 locatie) uitvoering Aanpassingen fietsenstalling Plantsoenstraat (maatregel parkeervisie) uitvoering gereed Inrichting Purmerweg als Fietsstraat (auto te gast) voorbereiding uitvoering Uitvoering fietsmaatregelen coalitieakkoord (versnellen asfalteren fietspaden en opknappen doorgaande fietspaden) voorbereiding uitvoering 5.1.3 Prestatieveld Autoverkeer We willen de bereikbaarheid binnen de gemeente verbeteren door de bestaande samenwerking met Provincie Noord-Holland, Stadsregio en buurgemeenten voort te zetten. Prestatie-indicatoren Autoverkeer 2014 2015 Verdubbeling N244 (project Provincie) uitvoering uitvoering Spitsstrook A7 in richting Amsterdam (project Rijkswaterstaat) voorbereiding uitvoering Inrichting Nieuwstraat en Westerstraat in overeenstemming met tweerichtingsverkeer voorbereiding uitvoering Uitvoering maatregelen parkeervisie (o.a. aanpassen parkeertarieven, verbeterslag parkeerbewegwijzering) voorbereiding uitvoering Onderzoek nieuwe parkeervoorziening binnenstad uitvoering uitvoering Onderzoek en optimalisatie verkeerslichtenregelingen (gem. 3 per jaar) uitvoering uitvoering 5.1.4 Prestatieveld Verkeersveiligheid We willen niet alleen de verkeersveiligheid bevorderen, maar vooral ook aandacht geven aan het verminderen van het gevoel van onveiligheid. 44 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's Prestatie-indicatoren Verkeersveiligheid 2014 2015 Aanleg rotonde Neckerstraat-Wolgalaan voorbereiding uitvoering Nieuwe inrichting Clara Visserstraat uitvoering gereed Herinrichting Wheermolen en Overwhere conform Duurzaam Veilig (bij groot onderhoud riool) uitvoering uitvoering Nieuwe inrichting Weteringstraat met verbetering verkeersveiligheid voorbereiding uitvoering Nieuwe inrichting Hoornselaan met verbetering verkeersveiligheid voorbereiding uitvoering Nieuwe inrichting Neckerstraat met verbetering verkeersveiligheid voorbereiding uitvoering Bestuurlijke producten 2015 - 2018 Bestuurlijk product Jaar Kwartaal Visie gemeentelijk wegennet 2015 2e kwartaal Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Lasten -3.447 -3.648 -3.579 -3.827 -3.710 -3.348 Baten 2.394 2.511 2.236 2.211 2.211 2.211 -3.408 2.211 Saldo -1.054 -1.136 -1.343 -1.616 -1.499 -1.137 -1.197 Het saldo van dit programma daalt met € 273.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van de lasten met € 248.000 en een daling van de baten van € 25.000. (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 BV051 Bereikbaarheid Lasten -3.447 -3.648 -3.579 -3.827 -3.710 -3.348 -3.408 Baten 2.394 2.511 2.236 2.211 2.211 2.211 2.211 -1.054 -1.136 -1.343 -1.616 -1.499 -1.137 -1.197 EXPLOITATIE Beleidsveld Bereikbaarheid In 2015 worden uitgestelde projecten uit 2013 opnieuw opgepakt. Dit betreft maatregelen uit de parkeervisie Binnenstad en de herinrichting van twee bushaltes aan de Gedempte Where. Ten opzichte van 2014 leidt dit tot een stijging van € 75.000 in de lasten voor incidentele maatregelen. Met betrekking tot de organisatiekosten voor parkeren is per saldo sprake van een stijging van € 54.000 in de handhavings- en afhandelingskosten voor naheffingsaanslagen. Hier staat geen evenredige toename van de opbrengsten uit opgelegde boetes tegenover. Verder is voor 2015 een incidenteel groot onderhoud aan parkeergarage 't Lammetje gepland voor € 50.000 met als doel de gebruiksmogelijkheden in ieder geval tot het eind van de technische levensduur te kunnen waarborgen. De resterende lastenstijging betreft de kapitaallasten over investeringen in verkeersregelinstallaties die in 2014 zullen worden afgerond. Medio 2014 is voor de binnenstad van Purmerend gratis parkeren op zondag ingevoerd, met een opbrengstderving van € 25.000 voor het eerste half jaar. Vanaf 2015 zal de volledige opbrengstderving van € 50.000 door deze maatregel worden bereikt. 45 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's VOORZIENINGEN Voorziening onderhoud DRIS Deze voorziening is bestemd om de beheer- en onderhoudskosten van de DRIS-panelen voor een periode van tien jaar te kunnen dekken (€ 50.000 per jaar vanaf 2013). Voorziening Openbaar Vervoer Deze voorziening dient voor het (gedeeltelijk) financieren van projecten en infrastructurele maatregelen ten behoeve van een verbeterde doorstroming en toegankelijkheid van de het openbaar vervoer. De laatste middelen zullen in de loop van 2014 worden ingezet conform het door de Stadsregio goedgekeurde voorstel. De voorziening zal hiermee met ingang van 2015 komen te vervallen. INVESTERINGEN In overeenstemming met het coalitieakkoord wordt voorlopig afgezien van vergaande herinrichting van de ring om de binnenstad en zullen alleen minimale investeringen in de verkeerssituatie plaatsvinden om de veiligheid te garanderen. Deze investering zal eruit bestaan om de inrichting van de Nieuwstraat en Westerstraat beter af te stemmen op tweerichtingverkeer met aanvullende opties voor omzetting naar langsparkeren in de Westerstraat en aanleg van extra laad- en losplekken in de Nieuwstraat. De kosten voor deze aanpassingen bedragen maximaal € 214.000 en zullen gedekt worden uit het bestaande krediet Verkeerscirculatie Binnenstad van € 759.000. Het restant zal samen met een hulpimpuls van € 400.000 vanuit de regio worden ingezet voor aanpassingen aan de Neckerdijk en een vernieuwde inrichting van de Neckerstraat (gedeeltelijk opgenomen in de grondexploitatie Kop van West). Doel van de aanpassing is een veiliger traject en een aantrekkelijker entree naar de binnenstad. 46 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's 47 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 6 BEHEER�OPENBARE�RUIMTE Portefeuillehouder: M. Hegger Inleiding Purmerend is een groene, vitale stad met een aangenaam stadsleven. Behoud van een prettige en veilige leefomgeving vraagt om een zorgvuldig beheer van groenvoorzieningen, wegen, bruggen, openbare verlichting, riolering en gemeentelijke gebouwen. Daarbij speelt een ‘schone’ buitenruimte een belangrijke rol. Het beheer van de openbare buitenruimte wordt vaak ingedeeld in schoon, heel en veilig. Een belangrijk deel van de bezuiniging raakt het onderdeel schoon. De gemeente heeft lange tijd in het reinigen van de woonomgeving voorzien. De kosten voor deze taak drukken echter zwaar op de begroting. Bewoners zullen een groter deel van het opruimen voor hun rekening moeten nemen. Of beter nog: het voorkomen van zwerfvuil in de eigen woonomgeving. Het spreekt voor zich dat de gemeente ook in de toekomst nog een rol heeft in het schoon houden van onze stad. De nadruk ligt daarbij op het schoonhouden van de hoofdinfrastructuur en het mechanisch verwijderen van onkruid op de verharding. De gemeente heeft de wettelijke taak om het afval- en hemelwater veilig af te voeren en de kwaliteit te waarborgen. De zorg voor deze watertaken is ondergebracht in dit programma. Ook dierenwelzijn is ondergebracht binnen dit programma. Ambities coalitieakkoord We willen meer aandacht voor het werken ‘van buiten naar binnen’. We denken dat het wijkgericht werken hier een heel belangrijke rol in kan vervullen. Per situatie bekijken we welke werkwijze het best aansluit op de situatie. Het gaat er om dat wij de ruimte en tijd nemen om ons te verplaatsen in de situatie, wensen en ideeën van inwoners en ondernemers. Om contact en draagvlak te krijgen zijn vaak extra inspanningen nodig. We willen zowel de hoofdgroenstructuur als de nevengroenstructuur versterken. Omdat de technische kwaliteit achterblijft bij de beeldkwaliteit zijn investeringen nodig om bestaande beplanting te vervangen door geschiktere soorten. Ook zullen we bij onoverzichtelijke verkeerssituaties hoge beplanting vervangen door lagere soorten of door gazons. We lopen de stad gefaseerd door. Eerst doen we onoverzichtelijke kruisingen en één wijk, daarna volgt de rest van de stad met een tempo van twee wijken per jaar. Vooral verbeteringen in de nevengroenstructuur lenen zich goed voor samenwerking met bewoners. Om de veiligheid en kwaliteit van fietspaden te versnellen investeren wij € 1 miljoen euro. Dit zetten wij in om fietspaden te asfalteren en om de verkeersveiligheid te verbeteren bij oversteekplaatsen. De prioritering van 48 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's deze werkzaamheden krijgt vorm in overleg met de inwoners. De financiering van deze projecten bestaat uit de investeringsimpuls, bestaande beheergelden en een mogelijke subsidiebijdrage van de Stadsregio Amsterdam. Met het herstellen van het budget voor de poepzuiger zijn de kosten voor het hondenbeleid hoger dan de inkomsten uit de hondenbelasting. Voor aanvullende maatregelen bestaat nog geen ruimte. Relevante beleidsnota's • • Beleidsnotitie Openbare verlichting (herzien in 2014) • Stedelijk waterplan Purmerend (2006, loopt t/m 2015) • Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP+) (2013 t/m 2017) • Kwaliteitskeuzes onderhoud openbare ruimte (2008 als basis voor de beheerplannen) • Handboek inrichting openbare ruimte (2008, wordt regelmatig geactualiseerd) • Nota Dierenwelzijn (herzien in 2013) • Reinigingsplan Purmerend (2011) • Beheerplan Groen (2011) • Beheerplan Bomen (2011) • Beheerplan Wegen (2011) • Beheerplan Straatmeubilair (2011) • Beheerplan Kunst- en waterwerken (2011) • Beheerplan Spelen (2013) • Tussenevaluatie Kwaliteit Openbare Ruimte Purmerend (2012) Trends en risico's De zorg voor mens en milieu neemt bij het beheer en onderhoud van de openbare ruimte steeds meer een centrale plaats in. Concrete voorbeelden zijn hergebruik van bestratingsmateriaal, het verminderen van afvalwater en het gebruik van gerecycled kunststof of composiet voor bruggen en beschoeiingen, in plaats van hout. Bezuinigingen maken verlaging van het kwaliteitsniveau van de openbare ruimte onontkoombaar. In de eerste plaats is gekeken naar het verminderen van de intensiteit van onderhoudswerkzaamheden, zonder de kwaliteit aan te tasten. Het aspect veiligheid is zoveel mogelijk ontzien. De verwachting is dat Purmerenders ervaren dat de stad minder schoon is. Er zullen minder afvalbakken op straat beschikbaar zijn. Ook worden minder veegmachines ingehuurd. Chemische onkruidbestrijding op verharding doen we niet meer. Op basis van te organiseren inspraak, technische haalbaarheid, aanbestedingstrajecten en bereikbaarheidsplanningen verschuiven investeringen naar achteren. De toename van ziektes in het bomenbestand vormt een risico. Verspreid door de hele stad staan nog ruim 600 kastanjes, de meeste hebben een monumentaal karakter. Kastanjeziekte zijn echter in het hele land een probleem. Behandeling van deze ziekte is namelijk niet goed mogelijk en dure vervanging lijkt het enige alternatief. Ook is sinds kort de essentaksterfte landelijk in opkomst. Essentaksterfte, veroorzaakt door een schimmel, lijkt het nieuwe probleem dat dezelfde rampzalige gevolgen kan hebben als iepziekte. In Purmerend staan ongeveer 7.500 essen. Er is nog geen geschikt bestrijdingsmiddel. Monitoren en besmetting voorkomen door een snelle kap van aangetaste bomen zijn de enige mogelijkheden. Als onderdeel van het aanbestedingsbeleid, wordt bij aanbestedingen van beheerprojecten gestuurd op de inzet van uitkeringsgerechtigden (social return). Wat willen we bereiken 49 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's 6.1 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Beheer openbare ruimte Ondanks bezuinigingen willen we de onderhoudskwaliteit op een verantwoord niveau houden. Uitgangspunt is dat we grote herstelinvesteringen in de toekomst voorkomen. De gemeente staat niet alleen voor het beheer en het onderhoud, we willen inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners betrekken bij deze belangrijke taak; zij zijn ogen en oren in de wijk, naast onze handhavers en wijkmanagers. We hebben gekozen voor een koers ‘van buiten naar binnen’, waarbij we de belevingswereld van onze inwoners voorop stellen. Het activeren en stimuleren van inwoners en ondernemers staat centraal bij het beheer en onderhoud van de stad. Bewoners ontplooien al veel initiatieven op het gebied van groen, straatmeubilair en verhardingen. Het samen met bewoners verrichten van allerlei onderhoudstaken vraagt om goede afspraken, veel begeleiding en specifieke opleidingen zoals snoeicursussen. Adoptieprojecten lopen in principe door zolang er inwoners zijn die de onderhoudstaken vervullen. Deze manier van werken levert geen besparing op. Wel is er meer waardering over de openbare ruimte. Ook voorkomt het vervuiling en vandalisme en creëert het meer betrokkenheid van bewoners. Prestatieindicatoren Beheer openbare ruimte 2013* 2016 Schoon, heel en veilig: Rapportcijfer algehele staat van onderhoud openbare ruimte 6,5 6,5 Rapportcijfer onderhoud afzonderlijke aspecten: - Voetpaden en trottoirs 6,0 6,0 - Fietspaden 6,0 6,0 - Wegen en straten 6,5 6,5 - Groen 6,5 6,5 - Straatverlichting 7,0 7,0 - Bankjes en afvalbakken 6,5 6,5 - Schoonhouden openbare ruimte 6,0 6,0 - Vrijhouden van hondenpoep 5,5 5,5 Zorg voor watertaken: geen prestatie-indicatoren Dierenwelzijn: geen prestatie-indicatoren * Bron: Omnibusenquête 2013. Effecten van de besparingen op de indicatoren 2016 zijn ingeschat maar kunnen nog niet worden gestoeld op vergelijkbare situaties. Wat gaan we daarvoor doen 6.1 Beleidsveld Beheer openbare ruimte 6.1.1 Prestatieveld Schoon, heel en veilig • We onderhouden de openbare ruimte op het vastgestelde kwaliteitsniveau. Aangezien een aantal bezuinigingen een negatief effect hebben op de beeldkwaliteit zullen wij opnieuw moeten kijken naar het kwaliteitsniveau dat wij kunnen en willen vasthouden. • Met het oog op het ‘van binnen naar buiten’ werken, bieden we waar mogelijk meer ruimte voor initiatieven van onze inwoners. 50 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's Prestatie-indicatoren Schoon, heel en veilig Prestatie 2013 Wijken Centrum Parken Wijken Centrum Parken Wegen C A B/C C C C Kunstwerken B/C B/C B C C C Wegmeubilair A/B B B C C C Groen/bomen B A B C C C Straatreiniging A A/B B C C C Doelstelling 2015-2018 Toelichting: vijfpuntschaal beeldkwaliteit openbare ruimte: A+ = zeer goed, A = goed, B = voldoende, C = matig, D = slecht (bron: CROW) 6.1.2 Prestatieveld Zorg voor watertaken • We zorgen voor een goed functionerend rioolstelsel en een goede ecologische kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. Om wateroverlast voor te zijn voorkomen we hoge grondwaterstanden zoveel als mogelijk. Prestatie-indicatoren Zorg voor watertaken 2013 2015-2018 Waterkwaliteit (emissievolume overstort op oppervlaktewater) 61.270 m3 39.000 m3 Waterpoverlast op straat (meldingen) 405 240 Prestatie-indicatyor Dierenwelzijn 2014 2015-2018 beheer ganzen o.a. door nestbeheer jaarlijks jaarlijks 6.1.3 Prestatieveld Dierenwelzijn • Aandacht voor het welzijn van dieren in de openbare ruimte. Bestuurlijke producten 2015 - 2018 Bestuurlijk product Jaartal Kwartaal Gladheidsbestrijdingsplan Jaarlijks 3e kwartaal Onderhoudsplan Stadsbeheer Jaarlijks 4e kwartaal Integrale Meerjarenplanning Onderhoud Jaarlijks 4e kwartaal Actualiseren beheerplannen 2015 3e kwartaal Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000) Lasten Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 -24.139 -24.703 Begroting 2014 (bijgesteld) -25.019 Begroting 2015 -24.351 Begroting 2016 -24.704 Begroting 2017 -25.104 Begroting 2018 -25.423 Baten 9.398 9.423 9.252 10.070 10.368 10.622 10.773 Saldo -14.741 -15.280 -15.767 -14.281 -14.336 -14.483 -14.651 Het saldo van dit programma stijgt met € 1.486.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de lasten met € 668.000 en een stijging van de baten met € 818.000. 51 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 BV061 Beheer openbare ruimte Lasten -24.139 Baten -24.703 -25.019 -24.351 -24.704 -25.104 -25.423 9.398 9.423 9.252 10.070 10.368 10.622 10.773 -14.741 -15.280 -15.767 -14.281 -14.336 -14.483 -14.651 EXPLOITATIE Beleidsveld Beheer openbare ruimte Met ingang van 2015 manifesteert zich de in de vorige bestuursperiode aangenomen bezuiniging van structureel € 178.000 extra op het aspect schoon (stoppen met inhuur veegmachines van derden en stoppen met extra schoonmaak van zogenaamde hotspots). Daarnaast is er sprake van een incidentele daling in de lasten ter hoogte van € 1.500.000 in verband met afronding van de reconstructie van het kruispunt Gorslaan/Jaagweg in 2014. Hier tegenover staat een stijging in de kapitaallasten van € 686.000 over vervangingsinvesteringen die in 2014 zullen worden afgerond voor zowel het prestatieveld schoon, heel en veilig als het prestatieveld zorg voor watertaken. De lasten voor de laatste categorie worden verrekenend in het tarief gemeentelijke watertaken (zie tabel) en zorgen daarmee gelijktijdig voor een stijging in de baten uit rioolheffing van € 593.000. Tot slot is in 2014 een investeringskrediet aangevraagd voor de aanleg van een gronddepot in de Baanstee Noord. Dit brengt met ingang van 2015 extra kapitaal- en exploitatielasten met zich mee ter hoogte van € 237.500. Deze kosten worden volledig gedekt door middel van een marktconform tarief voor de hergebruikte zand- en grond. Dit betekent een gelijktijdige stijging in de baten van € 237.500 Tarief gemeentelijke watertaken Opbouw tarief Eigenaren Tarief 2014 Actualisatie kosten € 108,46 € 7,67 Legestarief gemeentelijke watertaken 2014 € 116,12 Afgerond tarief i.v.m. 12 maandeljikse betaling € 116,16 Aantal aansluitingen 2015 37.259 Gebruikers Tarief 2014 Actualisatie kosten € 63,10 € 4,68 Legestarief gemeentelijke watertaken 2015 € 67,78 Afgerond tarief i.v.m. 12 maandeljikse betaling € 67,80 Aantal aansluitingen 2015 37.393 Opbrengst legesheffing gemeentelijke watertaken € 6.861.016,00 RESERVES Egalisatiereserve begraafrechten Doel van deze reserve is het egaliseren van inkomsten uit meerjarig afgekochte grafrechten om jaarlijks een evenredig deel van de afkooptermijn te laten vrijvallen voor het beheer en onderhoud aan de begraafplaatsen. Bij de jaarrekening 2013 is door middel van resultaatbestemming het saldo van de reserve gecorrigeerd, zodat deze overeenkomt met alle op dit moment geregistreerde afkooptermijnen tegen actueel prijspeil. Egalisatiereserve gemeentelijke watertaken 52 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's Doel van deze reserve is om incidentele voor- en nadelen ten opzichte van de heffing gemeentelijke watertaken te egaliseren. Er wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief. Indien in enig jaar de baten hoger zijn dan de lasten - bijvoorbeeld door vertragingen in investeringen in het rioolstelsel - dan wordt het batig saldo aan de egalisatiereserve gedoteerd en later gebruikt ter dekking van tijdelijk lagere tarieven. VOORZIENINGEN Voorziening Onderhoud Openbare Ruimte Deze voorziening dient ter egalisatie van het planmatig onderhoud voor de producten wegen, riolering en kunst- en waterwerken. Hieronder wordt verstaan het regulier onderhoud dat periodiek terugkomt in de onderhoudsplanning (exclusief vervaningsinvesteringen). De doelstelling is een brede voorziening voor de geselecteerde producten, waardoor verschillen elkaar jaarlijks kunnen compenseren. Ook compensatie vanuit het product riolering wordt hierin toegestaan, mits in het tarief nooit meer dan het gemiddeld kostenniveau volgens het beheerplan wordt verwerkt. Deze beheerplannen worden uiterlijk om de vier jaar geactualiseerd. In verband met de reeds doorgevoerde bezuinigingen is voor de voorziening uitgegaan van het kwaliteitsniveau C (sober). INVESTERINGEN Voor 2015 staan de volgende vervangingsinvesteringen gepland: • Uitvoeringsprogramma's asfalt en elementen voor € 1.404.081 • Vervanging houten en vaste bruggen voor € 334.000 • Riolering (incl. verbreed gemeentelijk rioleringsplan, stedelijk waterplan en oeverplan) voor € 4.671.171 53 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 7 RUIMTELIJKE�ORDENING Portefeuillehouders: J. Krieger, E. Voorbij Inleiding De gemeente streeft naar een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving voor alle inwoners, waarbij een goede balans bestaat tussen wonen, werken, recreëren en verblijven. Daartoe jaagt de gemeente zelfstandig en samen met initiatiefnemers ontwikkelingen in de stad aan. Afweging van belangen vindt plaats als het gaat om aanpassing in het gebruik van gronden en opstallen. De gemeente betrekt bij die belangenafweging haar inwoners, bedrijven, investerende en ontwikkelende (markt)partijen en overige deelnemers en werkt met hen aan een actuele gemeentelijke structuurvisie en aan actuele flexibele bestemmingsplannen. Ambities coalitieakkoord • Duurzaamheid. Ruimtelijke projecten leveren soms direct, soms indirect een bijdrage aan de gemeentelijke duurzaamheidsambities. • Bruisend Centrum. We willen kansen benutten om de stad nog aantrekkelijker te maken om er te verblijven; samen met ondernemers en andere betrokkenen verkennen we in een conferentie, welke stappen daartoe gezet kunnen worden. • Ontwikkeling kommetje A7 en bezien voorwaarden Baanstee-Noord. De integrale ontwikkeling van Kom A7 levert een bijdrage aan hoogwaardige werkgelegenheid en aan economische ontwikkeling van Purmerend. Om zoveel mogelijk ondernemers naar Baanstee-Noord te trekken, worden de uitgiftevoorwaarden nog eens tegen het licht gehouden. De economische ontwikkelingsmogelijkheden bekijken we in relatie tot Kom A7. • In verbinding blijven met de stad, aandacht voor initiatieven. Ruimtelijke initiatieven en/of projecten, zowel particulier als gemeentelijk, bieden de gelegenheid om met de stad in verbinding te zijn en te blijven. • Flexibeler met bestemmingsplannen (en bestemmingen) omgaan. Planologische regelingen worden flexibeler. Binnen wettelijke kaders wordt voortdurend naar evenwicht gezocht tussen 'ruimtelijke initiatieven mogelijk maken' en 'rechtswaarborgen bieden aan betrokkenen'. Relevante beleidsnota's • Structuurvisie Purmerend 2005-2020 (2006); • Nota Historische Woonschepen (2009); • Beleidsnota Archeologie in Purmerend (2009); • Welstandsnota (2011); • Nota Planoverschrijdende ruimtelijke openbare faciliteiten Purmerend (2012); • Nota Grondbeleid gemeente Purmerend (2012); • Geactualiseerde strategische plankaart Structuurvisie Purmerend 2005-2020 met toelichting (2013); 54 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's • geldende bestemmingsplannen: • De Purmer (2006), • bedrijvenpark Baanstee-Noord (2008), • De Gors e.o. (2010), • Binnenstad (2011), • Overwhere-Noord (2012), • Wheermolen (2013), • Weidevenne (2013), • Vijfhoek en Hazepolder (2013), • Overwhere-Zuid (2013) en • Bedrijventerreinen (2013); • Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR / regelmatige actualisatie); • Lijst niet-geactualiseerde delen van bestemmingsplannen (regelmatige actualisatie). Trends en risico's Vereenvoudiging omgevingsrecht / stelselherziening In juni 2014 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu (de voorzitter van) de Tweede Kamer der Staten-Generaal geïnformeerd over verschillende onderdelen van de stelselherziening. Dit leidt tot eenvoudiger en gemakkelijker te begrijpen regels met als doel een veilige en gezonde leefomgeving. Het ingediende wetsvoorstel Omgevingswet legt hiervoor het fundament. De Raad van State heeft geadviseerd geen overhaaste stappen te ondernemen. De verwachting is dat deze aanpassing in 2018 zijn beslag krijgt. Heroriëntatie gemeentelijke betrokkenheid De trend is dat in verband met de gemeentelijke regierol de structuurvisie vooral bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen aan waarde zal winnen. De strategische plankaart, behorend bij de Structuurvisie uit 2006, is eind 2013 geactualiseerd. De volgende stap is, dat de ambities voor de ontwikkeling van Purmerend in een nieuwe Structuurvisie worden uitgewerkt. a. naar (meer) vraaggestuurd werken Ruimtelijke ontwikkeling verandert van ontwikkelings- naar uitnodigingsplanologie. De mate van bemoeienis met nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen kan per project verschillen: van zelf initiërend en actief uitvoerend tot het uitsluitend faciliteren van een initiatief. De trend is, dat het accent van de gemeentelijke betrokkenheid verschuift richting ‘faciliteren en verleiden van investeerders’. Verder komt op het gebied van projectleiding ook de nadruk meer te liggen op integraal omgevingsmanagement in plaats van projectmanagement. b. context gerichte oriëntatie De bestuursvisie voor dit beleidsterrein gaat in Purmerend uit van een context gerichte oriëntatie. Daarmee gaat samen het (meer) recht doen aan de eigen verantwoordelijkheid, zodat de eigen kracht van de gemeenschap wordt aangeboord. Voor de werkzaamheden betekent dit o.a. dat voorbereidingen voor planologische procedures anders kunnen worden ingericht, Dit resulteert echter niet per definitie in minder gemeentelijke betrokkenheid. c. transitie/decentralisatie In het maatschappelijk domein is sprake van decentralisatie van zorgtaken. Deze transities hebben onvermijdelijk effect op het fysiek-ruimtelijke domein. Op het moment, dat zorgtaken anders worden georganiseerd en bijvoorbeeld ouderen langer zelfstandig blijven (wonen), verandert de ruimtebehoefte. Maatschappelijk vastgoed, zoals verpleeg- en verzorgingshuizen, zal anders worden ingevuld en gebruikt. Daarnaast ontstaat rondom de woning een andere, op mantelzorg gerichte behoefte. d. imago van de stad Bedrijfshuisvesting en acquisitie behoeven de komende jaren nadrukkelijk aandacht. Dit ter verdere ontwikkeling van de stad, alsook gelet op gemeentelijke financiële doelstellingen. 55 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's Purmerend heeft een positief imago op het gebied van evenementen. Begeleiding en sturing binnen de maatschappelijke en bestuurlijke context is noodzakelijk om evenementen op verantwoorde wijze te (kunnen) organiseren. Gezien dit belang wordt ook ingezet op (behoud van de positie van) een evenementencoördinator. e. transformatieopgave gemeentelijke eigendommen Het inzichtelijk beheer van gemeentelijke eigendommen leidt tot een efficiëntere vastgoedportefeuille. Vragen omtrent bezit, beheer, verhuur, verkoop, onderhoud en/of sloop blijven echter terugkeren. Dit handelt om uiteenlopende gebouwen en (hurende) partners. Zonodig moet afwijkend van reguliere afspraken ingespeeld kunnen worden op wensen van de Purmerendse gemeenschap. Verder wordt leegkomend bezit geanalyseerd voor herbestemming of herontwikkeling en wordt vervolgens een stappenplan ontwikkeld om in te kunnen spelen op het aanwezige krachtenveld. Gelet op het feit dat het hier inbreiding binnen bestaand gebied betreft, vereist herontwikkeling/herbestemming navenant meer (integraal) maatwerk. f. rechtmatigheid en integriteit Het afgelopen jaar is de stad en gemeentelijke organisatie geconfronteerd met een discussie rondom integriteit. Dit heeft geleid tot (een gevoel van) onveiligheid binnen de organisatie en imago-/reputatieschade in de markt, alsmede tot het nadenken over mogelijke waarborgen/werkmethoden. Het hanteren van het ‘4-ogen/oren’-principe en zonodig het schriftelijk vastleggen van overleg is hierbij belangrijk. Inzet is, dat hiervoor naar de toekomst toe waarborgen worden ingebouwd. Orderportefeuille Heroriëntatie van de gemeentelijke betrokkenheid bij ruimtelijke ontwikkelingen vraagt er ook om, dat de orderportefeuille inzichtelijk is en 'up-to-date'. Daaraan wordt gewerkt, zodat deze vervolgens afgezet kan worden tegen de beperktere ambtelijke capaciteit. Inherent hieraan is, dat heldere afspraken worden gemaakt over inzet en beschikbaarheid van schaarse, ambtelijke capaciteit. Vanwege de te stellen prioriteiten ligt het voor de hand, dat zowel bestuurlijk als ambtelijk wordt aangesloten bij het fenomeen ‘opdrachtgever - opdrachtnemer’. Daarbij is wel van belang, dat er een zekere mate van flexibiliteit blijft om in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen. Bouwproductie Met het oog op de financiële crisis kan worden gesteld, dat sinds 2014 weer sprake is van een voorzichtig herstel van de vastgoed- en woningmarkt. De indruk bestaat, dat over het algemeen de woningmarkt in de volle breedte weer iets aantrekt. Wat willen we bereiken 7.1 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Ruimtelijke Ordening Purmerend is een hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad met een sterke samenhang tussen de historische binnenstad en de wijken, de wijken onderling en de omliggende regio. Daardoor zijn de inwoners optimaal gefaciliteerd om te wonen, werken, recreëren en verblijven. Bewoners worden betrokken bij nieuwe planvorming, evenals bij het beheer van de openbare ruimte. Verder kunnen bewoners rekenen op handhaving van de beoogde, ruimtelijke kwaliteit op basis van actuele regelgeving op ruimtelijk gebied. Wat gaan we daarvoor doen 7.1 Beleidsveld Ruimtelijke ordening 7.1.1 Prestatieveld Optimale ruimtelijke hoofdstructuur Realiseren en behouden van een functioneel, hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad. Dit doen we door het op een zorgvuldige, functionele en financieel verantwoorde wijze realiseren van een evenwichtig en goed toegankelijk aanbod van woningen, bedrijven- en kantorenlocaties, maatschappelijke en recreatieve voorzieningen en infrastructuur. 56 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's 7.1.2 Prestatieveld Bruisend Centrum Realiseren en behouden van een hoogwaardig, duurzaam ingerichte en veilige binnenstad met sterke (regionale) centrumfuncties. Ter bescherming van het stadsgezicht worden daarbij - waar mogelijk - het behoud, herstel en gebruik van monumenten en cultuurhistorische waarden, gewaarborgd. 7.1.3 Prestatieveld Rechtszekerheid inwoners Waarborgen van rechtsbescherming voor inwoners en bedrijven op basis van actuele bestemmingsplannen (met inachtneming van de ambities uit het coalitieakkoord). 7.1.4 Prestatieveld Verkopen niet-strategisch vastgoed Centraal organiseren van beheer van al het gemeentelijke vastgoed, zodat beter kan worden gestuurd op financiën, beheer en bezetting van gemeentelijk vastgoed. Niet-strategisch vastgoed wordt ten bate van de algemene reserve verkocht om het weerstandsvermogen te versterken. Bestuurlijke producten 2015 - 2018 Bestuurlijk product Jaartal nota erfgoedbeleid 2015 herziening welstandsnota 2015 actielijst duurzaamheid 2015 (voor)ontwerp-bestemmingsplan De Purmer (cyclisch) 2015 (voor)ontwerp-bestemmingsplan Kop van West, Kom A7, Kleine Where e.d. 2015 diverse (project-)bestemmingsplan (zowel partikculier als gemeentelijk) 2015 Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Lasten -21.300 -21.218 -27.913 -18.878 -14.564 -10.967 -9.689 Baten 17.872 19.917 26.275 17.971 13.288 10.097 7.469 Saldo -3.428 -1.301 -1.638 -907 -1.276 -869 -2.220 Het saldo van dit programma stijgt met € 0,7 miljoen ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de lasten met € 9,0 miljoen en een daling van de baten van € 8,3 miljoen. (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 BV071 Ruimtelijke ordening Lasten -21.300 -21.218 -27.913 -18.878 -14.564 -10.967 Baten 17.872 19.917 26.275 17.971 13.288 10.097 -9.689 7.469 -3.428 -1.301 -1.638 -907 -1.276 -869 -2.220 EXPLOITATIE De lasten in dit programma dalen met € 8.952.000 en de baten dalen met € 8.120.000. Het grootste gedeelte wordt verklaard door de grondexploitaties en NIEGGs: € 8,3 mln lagere lasten en € 6,9 mln lagere baten. Daarnaast was er in 2014 sprake van de incidentele verkoop van een pand waardoor er in 2015 sprake is van € 850.000 lagere baten en € 650.000 lagere lasten. In 2015 is € 0,3 mln minder begroot voor de verkoop van vastgoed. Tevens zijn € 0,1 mln minder lasten en baten begroot vanwege het wegvallen van ISV-middelen. 57 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's RESERVES Bestemmingsreserve Gronden De bestemmingsreserve Gronden is ingesteld voor de risico's van de grondexploitaties en wordt daarnaast ingezet voor potentiële nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De reserve dekt in dit kader onder andere de plankosten en onderzoeken van de NIEGGs. VOORZIENINGEN Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen Deze voorziening is ingesteld om onderhoudslasten te egaliseren van de panden die de gemeente in eigendom heeft. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Specificatie incidentele baten en lasten (+ is baten en - is lasten) Omschrijving Begroot 2015 Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 a. Verkoop vastgoed 500.000 - 1.250.000 1.250.000 - b. Frictie leegstand vastgoed -184.000 -185.000 - c. Winstneming grondexploitie Weidevenne 1.200.000 1.200.000 1.300.000 - Totaal 1.516.000 1.015.000 2.550.000 1.250.000 Toelichting: a. Verkoop vastgoed: Voor 2015, 2017 en 2018 wordt er niet-strategisch vastgoed afgestoten. Op basis van de taxaties en de huidige boekwaarde wordt een netto resultaat verwacht. Dit komt via het resultaat ten gunste aan de algemene reserve. b. Frictie leegstand vastgoed: Hogere frictiekosten door de verkoop van vastgoed in 2015 en 2016 (De huuropbrengsten vallen weg, nieuwe huurders of het afstoten van panden vergt enige tijd). c. Winstneming grondexplotatie Weidevenne: De exploitatiebegroting Weidevenne sluit met een voordelig saldo van € 4.170.000 in 2018, de netto contante waarde hiervan per 1-1-2014 bedraagt € 3.731.000. Deze winstneming is gefaseerd over de jaren 2015, 2016 en 2017 in de begroting opgenomen voor respectievelijk voor 2015 en 2016 € 1,2 miljoen en voor 2017 € 1,3 miljoen. 58 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's 59 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 8 V E I L I G H E I D Portefeuillehouder: D. Bijl Inleiding Wij willen de inwoners van Purmerend een veilige omgeving bieden om te wonen, te werken en te recreëren. Onze speciale aandachtsgebieden zijn brandweerzorg, verkeersveiligheid, openbare orde en sociale veiligheid en rampenbestrijding. Ambities coalitieakkoord We hebben de wens het buurttoezicht uit te breiden met een tweede team. Relevante beleidsnota's • Lokaal integraal Veiligheidsplan 2014-2017 • Integraal uitvoeringsprogramma handhaving en vergunningverlening Purmerend 2015 • Nota Integrale Handhaving Purmerend 2012-2015 • Nota Integrale Vergunningverlening 2012-2015 • Nota uitvoeringsregels handhaving horeca en alcoholverstrekkers 2013 • Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2016 • Beleidsplan Brandveiligheid en Werkwijze en Kwaliteit Brandweerzorg 2016 Trends en risico's Veiligheidsregio: Purmerend lokaal Ten aanzien van de rol van de gemeenteraad is in de Wet Veiligheidsregio's opgenomen dat: • de gemeenteraad tenminste eenmaal in de vier jaar de doelen vaststelt die de gemeente betreffende de brandveiligheid en werkwijze en kwaliteit van de brandweerzorg, nastreeft; • het bestuur van de veiligheidsregio ten minste eenmaal in de vier jaar een beleidsplan vaststelt, waarin het beleid is vastgelegd voor de taken van de veiligheidsregio. Voorafgaand aan de vaststelling van het beleidsplan, overlegt de burgemeester met de raad over het ontwerpbeleidsplan. High Impact Crimes (woninginbraken, overvallen en straatroven) De meeste inbreuk op het veiligheidsgevoel van inwoners wordt veroorzaakt door de zogenoemde High Impact Crimes. Onder High Impact Crime vallen de volgende delicten: overvallen, straatroof, geweld en diefstal/inbraak woningen. Deze delicten hebben zowel landelijk, regionaal als lokaal prioriteit. Met name de langdurige stijgende lijn (zowel lokaal, landelijk als regionaal) van het aantal woninginbraken is zorgwekkend. Ook in Purmerend hebben we hier last van, dus worden alle zeilen bijgezet om daar verandering in te brengen. Met succes, want de jongste cijfers 60 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's laten een dalende lijn zien. Lokaal wordt bij een verontrustende ontwikkeling in criminaliteit direct de samenwerking met de politie geïntensiveerd, waarbij samen (met overige betrokken partners) maatwerk voor zowel de korte als de lange termijn wordt geleverd. De aanpak van overvallen, één van de integrale persoonsgerichte aanpakken vanuit politie, justitie, de gemeente en het Veiligheidshuis, is een succes en een voorbeeld voor de hele eenheid. In de toekomst blijft dit een prioriteit en zal de aanpak betrekking hebben op zowel de persoon als het domein. Wat willen we bereiken Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Veiligheid 8.1 Wat gaan we daarvoor doen 8.1 Beleidsveld Veiligheid 8.1.1 Prestatieveld Brandweerzorg De Brandweerzorg wordt verzorgd door de Veiligheidsregio Zaanstreek/Waterland. De gemeente stelt indirect, via het beleidsplan van de veiligheidsregio, de te bereiken prestaties vast. 8.1.2 Prestatieveld Fysieke veiligheid Het voorkomen en zo veel mogelijk beperken van risico's van zware ongevallen, (dreigende) rampen en andere calamiteiten in Purmerend en de regio. Het adequaat bestrijden, en daarbij zo veel mogelijk beperken van leed en schade, bij eventuele calamiteiten. Daarbij wordt uitgegaan van een integrale aanpak met alle in- en extern betrokkenen in het kader van de rampenbestrijding. Belangrijke partijen daarbij zijn: de Veiligheidsregio (brandweer, politie, GHOR), HHNK en de provincie. Vanuit de Wet op de Veiligheidsregio en op basis van de gemeenschappelijke regeling heeft eerstgenoemde partij primair de verantwoordelijkheid. Crisisbeheersing en brandweer Sinds 1 januari 2014 is de gemeente brandweer opgegaan in een nieuwe geregionaliseerde brandweer die onderdeel is van de Veiligheidsregio Zaanstreek – Waterland(VRZW). De komende periode zullen onder andere een nieuw dekkingsplan en een nieuw regionaal risicoprofiel worden opgesteld. De crisisbeheersing zal voor een groot deel in het teken staan van het vergroten van de zelfredzaamheid van onze inwoners en de verdere professionalisering van de gemeentelijke (oranje) kolom. De VRZW adviseert bij vergunningverlening en voert het toezicht uit op de omgevingsvergunning, toestemming gebruik en de gebruiksmeldingen bij bedrijven, instellingen en evenementen. 8.1.3 Prestatieveld Sociale veiligheid De gemeente stelt zich ten doel een sociaal veilige woon- en leefomgeving, veilige openbare ruimte en uitgaansklimaat te realiseren, door (jeugd) criminaliteit en - overlast zoveel mogelijk te voorkomen en waar nodig te bestrijden. Daarbij wordt uitgegaan van een integrale aanpak met alle betrokken in- en externe partners (zoals: politie, welzijnsinstellingen en woningbouwcorporaties) op basis van preventie, toezicht en handhaving. Jeugd De laatste jaren is er door de gemeente flink ingezoomd op regievoering m.b.t. jeugd en veiligheid. De regie op de Jeugd Netwerk Overleggen (JNO) is gekoppeld aan de inzet van Team Buurt Toezicht (TBT), de TopX jeugd, de TopX overvallers en aan de aanpak van de overlastgevende jeugdgroep(en). Zowel OM als gemeente en politie leveren capaciteit om de diverse trajecten en initiatieven te monitoren en waar nodig bij te sturen onder de regie van de driehoek, bestaande uit: burgemeester, Officier van Justitie en politiechef. De aanpak van jeugdgroepen richt zich zowel op het domein (de omgeving, de buitenruimte), op de groep als op het individu. De domeingerichte aanpak wordt ingezet vanuit de JNO’s: onder regie van de wijkmanager werken politie, jongereninstanties, woningcorporaties, Brijder en jeugdmaatschappelijk werk samen op het gebied van jeugd in de openbare ruimte. Jongerenwerk werkt bij de groepsgerichte aanpak zo vraaggericht mogelijk. Inspelend op wat er op dat moment nodig en gewenst is. Bij de persoonsgerichte aanpak wordt het Veiligheidshuis ingeschakeld: straf- en zorgpartners werken hier samen en kunnen door het privacy convenant makkelijk en snel informatie uitwisselen. 61 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's De TopX jeugd wordt doorontwikkeld. Diverse instanties werken daarin samen aan het voorkomen van afglijden van jeugd richting criminaliteit. Waar meerdere instanties zich zorgen maken, maar geen grip krijgen, wordt samen over de grenzen van de eigen organisatie heen naar een oplossingsrichting gezocht. Toekomstperspectief voor hen die geholpen willen worden en goed meewerken, lik op stuk voor hen die er voor kiezen buiten de wet te opereren. Coördinatoren van het actieprogramma aanpak jeugdgroepen (Ministerie van Veiligheid en Justitie) ondersteunen de gemeentelijke aanpak van de criminele groep zoveel mogelijk. De decentralisatie van de jeugdzorg biedt kansen om meer op preventie in te zetten en indien nodig sneller en adequater te kunnen handelen. Aanpak hennepteelt Purmerend speelt een actieve rol bij de uitvoering van het regionale hennepconvenant. Indien een hennepplantage wordt aangetroffen en er sprake is van directe gevaarzetting (bv door een ondeugdelijke elektravoorziening) neemt de gemeente de regie van de ontmanteling op zich. De kosten worden dan op de overtreder verhaald. Toezicht en Handhaving Toezicht en handhaving in de openbare ruimte wordt uitgevoerd conform de nota Integrale Handhaving en het handhavingsuitvoeringsprogramma. In het uitvoeringsprogramma zal een vertaling worden gemaakt van de ambitie in het coalitieprogramma om het toezicht en de handhaving meer te concentreren in de wijk. We willen de goede samenwerking met de politie verder uitbouwen. Het aantal meldingen in de leefomgeving willen we verder terugdringen door meer wijkgericht toezicht te organiseren waarbij burgers en ondernemers meer worden betrokken. De grootste ergernissen zoals hondenoverlast, verkeersveiligheid en afval worden projectmatig aangepakt. Team Buurttoezicht Het college zal de mogelijkheid van een 2e Team Buurttoezicht onderzoeken bij de mid-term review. Drank & Horecawet Onder regie van de gemeente is alcoholmatigingsbeleid ontwikkeld. Met diverse betrokken partijen wordt gekeken naar mogelijkheden om de jeugd te beschermen tegen de negatieve gevolgen van (overmatig en/of vroegtijdig) alcohol/ drugsgebruik. In de begroting wordt rekening gehouden met een intensivering van het toezicht en de handhaving op het bezit van alcohol door de jeugd door gemeentelijke handhavers. Daarnaast wordt vaker het leeftijdsgrenzenteam ingezet. Dit team wordt niet alleen ingezet voor toezicht op het verstrekken van alcohol, maar ook voor toezicht op het bezit van alcohol. De extra kosten die gepaard gaan met dit aanvullende scenario zijn 19.902,-. In de raadsvergadering op 25 juni is hiervoor een amendement ingediend en aangenomen. Bibbob-beleid Purmerend kent al jaren Bibob-beleid. Het Bibob-beleid in Purmerend richt zich onder andere op seksinrichtingen, horeca, coffeeshops, vechtsportevenementen, subsidies, Wabo,Wet op de kansspelen. Landelijke ontwikkelingen worden gevolgd en indien noodzakelijk zal het beleid geactualiseerd worden. Arbeidsuitbuiting Er is sprake van arbeidsuitbuiting wanneer een persoon in een werksituatie verkeert, waar er sprake is van dwang, slechte arbeidsomstandigheden, slechte arbeidsvoorwaarden, meervoudige afhankelijkheid en/of beperkte keuzevrijheid om uit de arbeidssituatie te stappen. Dit thema wordt de komende periode binnen de politie eenheid Noord Holland opgepakt en ook binnen de ambtelijke organisatie van Purmerend zal de bewustwording en meldingsbereidheid van mogelijke misstanden moeten worden vergroot. 62 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's Bestuurlijke producten 2015 - 2018 Bestuurlijk product Jaartal Kwartaal Gemeentelijk Integraal Veiligheidsplan 2015 4e kwartaal Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving en Vergunningverlening Purmerend Jaarlijks 4e kwartaal 2015 Evaluatieverslag Integrale Handhaving Purmerend 2014 Jaarlijks 2e kwartaal Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000) Lasten Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 -8.343 -7.327 -7.336 -7.440 -7.395 -7.399 -7.399 Baten 315 203 200 202 203 204 204 Saldo -8.029 -7.125 -7.136 -7.239 -7.192 -7.194 -7.195 Het saldo van dit programma daalt met € 103.000 ten opzichte van de bijgestelde 2014. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van de lasten met € 105.000 en een stijging van de baten van € 2.000. (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 BV081 Veiligheid Lasten Baten -8.343 -7.327 -7.336 -7.440 -7.395 -7.399 -7.399 315 203 200 202 203 204 204 -8.029 -7.125 -7.136 -7.239 -7.192 -7.194 -7.195 EXPLOITATIE Beleidsveld Veiligheid De hogere uitgaven in dit programma worden veroorzaakt door een stijging van de bijdrage aan de veiligheidsregio, € 65.000, en een licht hogere toerekening van de ambtelijke inzet voor handhaving € 40.000. RESERVES Er zijn reserves voor dit programma. INVESTERINGEN Voor 2015 en volgende jaren worden geen investeringen voorzien. 63 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 9 E C O N O M I E Portefeuillehouders: G. Nijenhuis, E. Voorbij Inleiding De economische ontwikkeling van Purmerend krijgt extra kracht wanneer marktpartijen en gemeente samen optrekken. De rol van de gemeente is vooral het stimuleren en faciliteren van de stedelijke economie zodat Purmerenders in hun eigen stad kunnen werken. We willen dit via twee sporen mogelijk maken. Allereerst door het ondersteunen van het bedrijfsleven bij het uitvoeren van concrete plannen en projecten. Ten tweede door het versterken en stimuleren van de lokale en regionale economie door actief op zoek te gaan naar kansen en het scheppen van de randvoorwaarden om die kansen te benutten. Tevens stellen wij ons positief op tegenover initiatieven van ondernemers. Ambities coalitieakkoord • • Opstellen van een breed actieprogramma met het bedrijfsleven • Versterking van de binnenstad, te beginnen met een conferentie over 'Bruisend Centrum’ • Aandacht voor kleine ondernemingen (ZZP’ers): het beoordelen van onze aanbestedingsregels en het beperken van de administratieve lasten • De wens om Serious Request te organiseren in Purmerend • Het versterken van de regionale samenwerking op het terrein van economische zaken • Extra energie in de acquisitie voor Baanstee-Noord • Het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt (door verbetering van de samenwerking tussen ondernemers, overheid en onderwijsinstellingen). Relevante beleidsnota's • • Structuurvisie Purmerend 2005-2020; • Detailhandelsvisie binnenstad Purmerend (2012) • Perifere detailhandelsbeleid Purmerend (2012) • Nota accountmanagement bedrijfsleven (2011) • Kantorenvisie (2008) • Uitgiftebeleid Baanstee-Noord (2011) • Nota toerisme (2011) • Kermisbeleidsplan 2009-2011 • Horecavisie (2010) • Evenementenvisie (2013) en beleidsplan evenementen (2013) 64 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's Trends en risico's Detailhandel De winkelmarkt verandert van een groei- naar een verdringingsmarkt. Belangrijke landelijke ontwikkelingen zijn: overaanbod, schaalvergroting, filialisering, vergijzing mkb'ers, toenemende internetverkopen en vergrijzing consumenten. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de binnenstad en de buurt- en wijkwinkelcentra in Purmerend. De partijen in de binnenstad bundelen hun krachten en werken aan ingrepen die een positieve impuls kunnen geven. Landelijk ontstaan er nieuwe winkelformules met een horecafunctie. Van belang is om te onderzoeken of en hoe deze nieuwe formules kunnen worden geaccommodeerd. Horeca De gemiddelde bestedingen in de horeca lopen enigszins terug. Toch doen zich verschillen voor. Doordat 55+'ers in het algemeen meer te besteden hebben zien we een gunstige ontwikkeling van de hotel- en wellnessbranche. Schaalvergroting speelt een grote rol, net als in de detailhandel. Recent is het onderzoek naar de verblijfsaccommodaties in de regio Waterland afgerond. Uit dit onderzoek blijkt dat er voor hotels, B&B's en bungalowparken nog beperkt marktruimte beschikbaar is en blijft. De horeca in Purmerend heeft aangegeven dat de verhoging van de leeftijdsgrens voor het drinken van alcohol (van 16 naar 18) een negatief effect heeft op de bestedingen (en daarmee op de omzetten). Toerisme Uit de laatste bezoekersonderzoeken van de Amsterdamse regio blijkt dat het aantal (buitenlandse) toeristen dat naar Amsterdam komt toeneemt. De verwachting is dat deze stroom voorlopig blijft groeien Dat geldt ook voor het aantal zakelijke bezoeken aan Amsterdam. Daar wil de regio uiteraard een graantje van meepikken. Mede daarom heeft het project 'Amsterdam Bezoeken, Holland Zien' een vervolg gekregen. Purmerend is aangesloten bij het Bureau Toerisme Laag Holland (BTLH). Die organisatie steekt veel energie in productontwikkeling, toeristische informatievoorziening en promotie. Het is nog niet duidelijk of en hoe Purmerend aangehaakt kan blijven bij regionale activiteit (zoals persreizen, VVV-website en de publicatie van evenementen via diverse kanalen, zonder dat de stad een bijdrage levert aan de centrale inkoop van het dienstenpakket bij BTLH. Markten, evenementen en kermissen Ook op markten is sprake van schaalvergroting en vergrijzing. De verwachting is dat een groot aantal kooplieden in de komende jaren zal stoppen. Veel marktkooplieden hebben geen opvolgers. De bezettingsgraden op de Purmerendse markten blijven op dit moment nog redelijk op peil. Het aantal evenementen is toegenomen van 150 (in 2013) naar 220 (in 2014). De kermis heeft een regionaal karakter en trekt nog steeds veel bezoekers. In 2015 zal het evenement 'Purmerend onder Stoom' plaatsvinden. De verwachting is dat ook dit evenement veel bezoekers uit stad en regio zal aantrekken. Het bezoek aan de gemeentelijke 'evenementenkalender' op internet is in 2014 fors toegenomen. Bedrijven en kantoren De eerste bedrijven hebben zich inmiddels op Baanstee-Noord gevestigd. Maar er is nog veel ruimte beschikbaar. De gemeente gaat meer doen om bedrijven aan te trekken uit andere delen van het land of daarbuiten. Het is ook zaak om aandacht te houden voor de kwaliteit van bestaande bedrijventerrein. Voor wat betreft 'De Koog' is subsidie van de provincie verkregen voor het realiseren van een beeldkwaliteitsfonds. Met dit geld kunnen gevels worden opgeknapt. Voor wat betreft de kantorenmarkt van Purmerend geldt dat deze redelijk bescheiden is ten opzichte van de rest van de regio Amsterdam. De leegstand van kantoorpanden blijft relatief beperkt. Het bedrijfsleven heeft eerder zorgen uitgesproken over de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Inmiddels hebben diverse belanghebbenden elkaar gevonden. In de komende jaren zal worden gewerkt aan het 65 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's verbeteren van het netwerk (docenten-ondernemers) en het ontwikkelen van projectopdrachten voor leerlingen in Purmerend. Wat willen we bereiken 9.1 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Economie De gemeente richt zich primair op de versterking en stimulering van de stedelijke en regionale economie. We zetten in op een goed vestigingsklimaat voor winkels, kantoren, bedrijven en instellingen. De bedrijventerreinen en kantoorlocaties blijven kwalitatief hoogwaardig en goed bereikbaar. De contacten van de gemeente met de ondernemers zijn goed en dragen bij aan het realiseren van nieuwe initiatieven en plannen in Purmerend. Ook startende ondernemers en ZZP'ers vinden voldoende ondersteuning om hun bedrijf op te zetten of uit te bouwen. Er is sprake van een stabiele woon-werkbalans. De regionale samenwerking op economische zaken met de directe regio, Zaanstreek-Waterland en de MRA zorgt voor de gewenste afstemming en coördinatie van de economische ontwikkelingen. Wat gaan we daarvoor doen 9.1 Beleidsveld Economie 9.1.1 Prestatieveld Economische basisstructuur • Accountmanagement om bedrijfsleven optimaal te faciliteren. • Faciliteren en ondersteunen van plannen van ondernemers met betrekking tot de promotie van Purmerend. • Het profileren van onze stad als centrumgemeente voor horeca en detailhandel. Tevens als uitvalsbasis voor toeristisch-recreatieve attracties elders in de regio. • Weten wat er speelt en informatie delen met bedrijven (o.a. bedrijvenomnibus) • Netwerkbijeenkomsten organiseren met bedrijfsleven • Actieprogramma opstellen met ondernemers • Het stimuleren van startend ondernemerschap en ZZP'ers 9.1.2 Prestatieveld Bedrijven en kantoren • Het bevorderen van de aantrekkingskracht van Purmerend voor arbeidsintensieve bedrijven en kantoren. • Het betrekken van bedrijven bij het beheer van bedrijventerreinen • Het aantrekken van bedrijven voor Baanstee-Noord en het ontwikkelen van zogenaamde 'nichemarkten' • Beeldkwaliteitsfonds De Koog 9.1.3 Prestatieveld Detailhandel en horeca • Het bevorderen van de gemeente als aantrekkelijk koop- en uitgaanscentrum voor zowel de eigen bevolking als de inwoners van de regio. Daarnaast handhaven we een goede verzorgingsstructuur op wijkniveau • Het bevorderen van de vestiging van detailhandel- en horecabedrijven door vooraf duidelijkheid te bieden en te komen met ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen, visies en beleid • Met ondernemers en inwoners werken we aan een bruisend centrum • Samen met de ondernemersorganisaties bekijken we de mogelijkheden voor een ondernemersfonds in Purmerend en ondersteunen we initiatieven die samenwerking tussen ondernemersverenigingen verbeteren. • We doen onderzoek naar het ontwikkelingsperspectief van wijk- en buurtwinkelcentra in Purmerend en delen die informatie met alle betrokkenen. • We monitoren de effecten van de Winkeltijdenwet/-verordening 9.1.4 Prestatieveld toerisme (incl. markten en evenementen) • We zorgen voor voldoende en goede recreatievoorzieningen in en rondom de stad • Verbetering van de informatievoorziening aan bezoekers over het gebied Laag Holland 66 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's • In regionaal verband zoeken we naar wegen om internationale bezoekers vanuit Amsterdam naar de regio te trekken • De ontwikkeling van routes vanuit Purmerend (wandel-, fiets- en vaarroutes) • Hoogwaardige evenementen en speciale markten met regionale uitstraling • Bevorderen van overnachtingsmogelijkheden in Purmerend en regio • We bevorderen waterrecreatie in Purmerend en omgeving door middel van ligplaatsen, een botenhelling en een sloepennetwerk • We evalueren de deelname van Purmerend aan BTLH Bestuurlijke producten 2015 - 2018 Bestuurlijk product Jaartal Kwartaal evaluatierapport BTLH 2015 3e kwartaal onderzoeksrapport/notitie dagelijkse verzorgingsstructuur 2015 1e kwartaal plan van aanpak ZZP'ers/startende ondernemers 2015 2e kwartaal resultaat naar onderzoek opstellen actieplan met ondernemers 2015 2e kwartaal onderzoek Serious Request 2015 4e kwartaal verordening beeldkwaliteitsfonds De Koog 2015 2e kwartaal Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000) Lasten Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 -1.048 -936 -1.749 -901 -838 -870 -877 Baten 440 645 1.239 529 556 556 556 Saldo -609 -292 -510 -373 -282 -314 -321 Het saldo van dit programma stijgt met € 137.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de lasten met € 848.000 en een daling van de baten van € 710.000. (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 BV091 Economie Lasten Baten -1.048 -936 -1.749 -901 -838 -870 -877 440 645 1.239 529 556 556 556 -609 -292 -510 -373 -282 -314 -321 EXPLOITATIE Beleidsveld Economie Watertoerisme In 2014 is sprake van € 810.000 incidentele lasten en € 710.000 incidentele baten voor het actieplan watertoerisme. Deze lasten en baten worden deels doorgeschoven naar 2015. 67 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 10 B E S T U U R � E N � C O N C E R N Portefeuillehouders: D. Bijl en J. Krieger Inleiding In het programma Bestuur en Concern staan de doelen en middelen voor de Raad, het College en het management van de organisatie centraal. De gemeente wil bekend staan als voorspelbaar, transparant en efficiënt als het gaat om het te voeren beleid en de daarbij behorende prestaties. Bovendien wil de gemeente de toets van verantwoording achteraf door accountant en publiek, goed doorstaan. Hiervoor zetten het bestuur en hun ondersteuning zich in. Programma Bestuur en Concern hangt samen met de paragraaf Bedrijfsvoering: daarin staat welke instrumenten, doelstellingen en verbeterprogramma’s de gemeente gebruikt om de bedrijfsvoering goed te laten functioneren. Ambities coalitieakkoord De rode draad van het coalitieakkoord bestaat uit de wens om een andere relatie met de stad te ontwikkelen. Een relatie die meer ruimte schept voor onze inwoners en hun initiatieven. Relevante beleidsnota's • Het coaltieakkoord 2014 - 2018: Met vereende kracht Wat willen we bereiken 10.1 Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Bestuur en concern De gemeente wil bekend staan als betrokken, voorspelbaar, transparant en efficiënt als het gaat om het te voeren beleid en de daarbij horende prestaties. Bovendien wil de gemeente de toets van verantwoording achteraf door accountant en publiek goed doorstaan. Wat gaan we daarvoor doen • Zorgvuldige communicatie met en betrokkenheid van burgers en instellingen bij plannen. • Bestuurlijke samenwerking is met andere gemeenten in verschillende vormen is van groot bealng om de doelen van Purmerend te bereiken. Naast de verschillende verbonden partijen die uitvoerende taken verzorgen betreft dat ook de Stadsregio en Metropoolregio Amsterdam. Purmerend is actief hierin actief in het dagelijks bestuur en raadsleden hebben zitting in de regioraad. Over de ontwikkelingen wordt de gemeenteraad geïnformeerd. Vooraf wordt geconsulteerd over in te nemen standpunten en achteraf wordt verslag gedaan. • Een goed functionerende planning en control-cyclus. Door middel van een kadernota kan de raad op kaderstellend niveau sturen op de begroting voor het volgende jaar 68 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's • Verwachtingen over de midterm review van het college worden met de raad afgestemd. Hierdoor kunnen alle wensen en noden die nu niet binnen de financiële mogelijkheden vallen tegen elkaar worden afgewogen en kan richting gegeven worden aan de zoektocht naar financiële dekking • In september van elk jaar ontvangt de raad een bestuursrapportage waarin de resultaten voor het lopend jaar worden gepresenteerd • De hoofdlijnen van de rekening, kadernota en bestuursrapportages worden aan de raad in een presentatie getoond. Hiermee maken we werk van de beoogde omslag van "tellen naar vertellen". Zo voorkomen we dat raadsleden en publiek omvangrijke notities moeten lezen om zelfs de hoofdlijn van het beleid en de uitvoering te kunnen volgen. • De jaarlijkse bevolkingsprognose en Purmerend in cijfers worden digitaal gepubliceerd • We raadplegen het internetpanel over actuele vraagstukken • We nemen deel aan ‘Waar staat je gemeente?’. Bestuurlijke producten 2015 - 2018 Bestuurlijk product Jaartal Kwartaal Aanbieding Programmarekening met accountantsverslag jaarlijks april Bestuursrapportage jaarlijks 3 kwartaal Aanbieding Kadernota jaarlijks april Aanbieding Programmabegroting jaarlijks september e Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000) Lasten Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 -7.375 -12.279 -12.348 -12.318 -12.431 -12.417 -12.070 Baten 34 3.483 3.455 3.457 3.509 3.561 3.615 Saldo -7.341 -8.796 -8.893 -8.861 -8.922 -8.855 -8.455 Het saldo van dit programma stijgt met € 32.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de lasten met € 30.000 en een stijging van de baten van € 2.000. (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 BV101 Bestuur & concern Lasten -7.375 -12.279 -12.348 -12.318 -12.431 -12.417 -12.070 34 3.483 3.455 3.457 3.509 3.561 3.615 -7.341 -8.796 -8.893 -8.861 -8.922 -8.855 -8.455 Baten EXPLOITATIE Beleidsveld Bestuur en Concern De daling van het saldo van € 32.000 wordt voornamelijk veroorzaakt door een aantal budgetverlagingen en verhogingen ten opzichte van 2014. • Lagere kosten (€ 42.000) gemeenteraad. In 2014 waren kosten i.v.m. de gemeenteraadsverkiezingen begroot. • Hogere kosten (€ 54.000) college door indexering salarissen en kosten 5e wethouder. • Lagere kosten (€ 292.000) wachtgeldverplichtingen doordat in 2014 een dotatie aan de voorziening wachtgeld moest worden begroot i.v.m. het vertrek van een wethouder. • Lagere kosten (€ 142.000) voor frictiekosten salarissen door een kleiner aantal afwijkende inschalingen en het beëindigen van regelingen met personeel die waren getroffen vóór 2009. 69 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's • Hogere kosten (€ 366.000) digitale informatievoorziening door investeringen vanuit het krediet Beter Werken. VOORZIENINGEN Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders De voorziening wordt in 2015 ingezet ter dekking van de kosten van twee voormalig wethouders. De verwachte uitgaaf in 2015 is € 165.000. Het wachtgeld van de voormalige wethouders eindigt respectievelijk in september 2016 en juli 2017. INVESTERINGEN Vanaf 2014 zijn er investeringen begroot voor digitale informatie voorziening. De investeringen genereren kapitaallasten vanaf 2015. De begrote investeringen bedragen voor 2014 € 315.000 en vanaf 2015 € 225.000 structureel INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Specificatie incidentele baten en lasten (+ is baten en - is lasten) Omschrijving Begroot 2015 Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 a. Frictiekosten -373.000 -550.000 -500.000 - b. Gemeenteraadsverkiezingen 2018 (presidium) Totaal - - - -110.000 -373.000 -550.000 -500.000 -110.000 Toelichting: a. Frictiekosten: Door de afbouw van de gemeentelijke organisatie wordt er rekening gehouden met frictiekosten. Deze frictiekosten zijn incidenteel gedekt uit de algemene reserve. b. Gemeenteraadsverkiezingen 2018 (Presidium): Voor de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen 2018 is het werkbudget voor de griffie incidenteel verhoogd voor representatie, scholing en aanschaf ICT apparatuur voor nieuwe raadsleden en commissieleden. 70 Programmabegroting 2015-2018 | De programma's ALGEMENE�DEKKINGSMIDDELEN ALGEMEEN In de algemene dekkingsmiddelen zijn de baten en lasten opgenomen die niet specifiek tot een programma behoren. De algemene dekkingsmiddelen betreffen vooral de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen in principe geen vooraf bepaald bestedingsdoel, zijn daarmee vrij aanwendbaar en behoren niet tot een specifiek programma. De niet vrij aanwendbare heffingen, zoals het rioolrecht, de afvalstoffenheffing en de ontvangsten van specifieke uitkeringen zijn als baten opgenomen in de betreffende programma’s. In dit onderdeel wordt het volgende onderscheid gehanteerd: • lokale belastingen; • stelposten en onvoorziene uitgaven; • de uitkering uit het gemeentefonds; • renteopbrengsten; • de baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen; • stelpost voor incidentele baten en lasten. ONTWIKKELING GEMEENTEFONDS Sinds de verschijning van het financieel meerjarenperspectief 2015 zijn er diverse ontwikkelingen in het gemeentefonds geweest. In de begroting zijn de inzichten tot en met de meicirculaire 2014 verwerkt. Met deze circulaire wordt vooral invulling gegeven aan voornemens die eerder in december 2013 waren aangekondigd en voor Purmerend als aanname in het financieel meerjarenperspectief 2015 waren verwerkt. In de meicirculaire is gebleken dat de koppeling aan de rijksuitgaven een positieve bijstelling heeft op het accres dan eerder ingeschat. Dit effect wordt verder toegelicht in het onderdeel algemene uitkering. In de meicirculaire worden gemeenten geïnformeert over de gevolgen van het groot onderhoud aan het verdeelstelsel van het Gemeentefonds en de budgetten in het sociaal deelfonds voor de uitvoering van de Jeugdwet en de Wmo per 1 januari 2015. De budgetten voor de Participatiewet zijn in juni 2014 bekend gemaakt. Voor Purmerend groeit de algemene uitkering, en daarmee het uitgavenniveau, in 2015 met ruim € 42,7 miljoen. Deze middelen mogen uitsluitend besteed worden aan de nieuwe taken die aan gemeenten zijn toegekend. Binnen het sociaal deelfonds is de bestedingsrichting echter vrij en verantwoording over besteding van de middelen wordt afgelegd aan de gemeenteraad, niet aan het Rijk. Wel wordt het Rijk in staat gesteld om via passende informatieverstrekking de toets op de bestedingsvoorwaarde uit te voeren en het beleid te monitoren. De decentralisaties hebben een grote financiele onzekerheid in zich. De prijzen en aantallen zijn nog onduidelijk en blijven dat tot zeker na de kadernota van het voorjaar 2015. Deze onzekerheid is meegewogen in de het benodigde weerstandsvermogen. In de circulaire worden verder nog enkele taakmutaties verwerkt. De belangrijkste is de overheveling van het buitenonderhoud voor scholen van primair en speciaal onderwijs naar de schoolbesturen. Deze verlaging is gecompenseerd door het wegvallend budget onderhoud schoolgebouwen en formatieinkrimping. Verder is de integratie-uitkering Wmo (voor de oude taken) gekort met ingang van 2015 naar 40%. Ook tegenover deze korting staat een uitgavenverlaging. ONTWIKKELING STADSVERWARMING De ontwikkeling binnen de Stadsverwarming volgens plan. De bouw voor eigen BioWarmtecentrale (BWC) is goed aanbesteed en de bouwactiviteiten liggen voor op schema, waarbij is begonnen met het proefdraaien van de installatie. De Stadsverwarming kan in het stookseizoen 2014/2015 volledig werken met duurzame warmte die is opgewekt vanuit de eigen centrale "De Purmer"en de beide HulpWarmteCentrales. Onderdeel van het verbeterprogramma is het terugdringen van het warmteverlies in het netwerk. Beoogd is om het warmteverlies van meer dan 35% terug te brengen naar 22,1%. 71 Programmabegroting 2015-2018 | Algemene dekkingsmiddelen Voor het meerjarenperspectief zijn alle actuele inzichten verwerkt en is er gekeken naar verschillende scenario's. In deze scenario's is er ook weer zicht op dividenduitkering vanaf 2019. In aanvang zal een deel van de winst worden gebruikt om het eigen vermogen van de Stadsverwarming te herstellen. In deze programmabegroting is binnen de benodigde weerstandsvermogen voor Stadsverwarming geen bedrag meer opgenomen. Stadsverwarming komt met de afronding van het verbeterprogramma in een nieuwe fase. Een fase waarbij het bedrijf voor de vraag komt te staan om over te gaan naar een beheerorganisatie of in meer of mindere mate zich door te ontwikkelen als lokaal duurzaam energiebedrijf dat meer producten biedt dan warmte en service rondom warmte. Over de uitwerking van de meest gewenste richting voor de verdere toekomst wordt de raad voor eind 2015 geinformeerd. FINANCIËLE TOELICHTING (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Lasten -1.785 -815 -2.311 -1.394 -633 136 520 Baten 95.313 100.080 99.442 143.140 139.624 139.854 139.384 Saldo 93.528 99.265 97.131 141.746 138.991 139.990 139.904 Het saldo stijgt met bijna € 45 miljoen tot bijna € 142 miljoen. Gelet op de grote omvang van de algemene dekkingsmiddelen, wordt de samenstellingen de ontwikkeling hiervan per onderdeel afzonderlijk toegelicht. (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 Primitieve begroting 2014 Begroting 2014 (bijgesteld) Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 1 Lokale heffingen Lasten -33 -36 -36 -37 -38 -38 -38 11.779 12.606 12.606 12.856 13.118 13.402 13.603 11.746 12.570 12.570 12.819 13.080 13.363 13.564 Lasten 226 1.257 -30 886 1.553 2.258 2.640 Baten 196 0 0 75 109 1.361 1.363 422 1.257 -30 961 1.662 3.619 4.003 -1 -12 -12 -12 -12 -12 -11 78.820 81.786 81.165 119.144 119.704 118.129 117.335 78.818 81.774 81.153 119.133 119.693 118.118 117.323 Baten 2 Nog te bestemmen middelen 3 Gemeentefonds Lasten Baten 4 Eigen financieringsmiddelen Lasten -285 -287 -260 -257 -255 -253 -251 Baten 3.479 4.504 4.135 4.801 5.260 5.605 5.770 3.194 4.217 3.876 4.544 5.005 5.352 5.519 Lasten -1.690 -1.688 -1.924 -1.924 -1.831 -1.769 -1.769 Baten 1.036 1.184 1.537 6.263 1.433 1.358 1.314 -655 -503 -387 4.339 -398 -412 -456 Lasten -1 -50 -50 -50 -50 -50 -50 Baten 4 0 0 0 0 0 0 2 -50 -50 -50 -50 -50 -50 5 Deelnemingen 6 Incidentele baten en lasten 72 Programmabegroting 2015-2018 | Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Onder dit product vallen de onroerende zaak en ruimte belastingen, de hondenbelasting en de precario. De ontwikkeling in de baten wordt volledig veroorzaakt door de jaarlijkse aanpassing van de tarieven en de toename van areaal dat in de heffing wordt betrokken. Hierbij is een inflatiecorrectie verwerkt van 1,4% (bron: CBS, CPI jaar 2014). Dit resulteert in een stijging van de baten ten opzichte van 2014 van € 249.000. Nog te bestemmen middelen De stelposten in de begroting 2015 hebben betrekking op specifieke uitgaven en taakstellingen die nog moeten worden overgeheveld naar de afzonderlijke programma's en anderzijds onderdeel uitmaakt van de algemene dekkingsmiddelen in de vorm van collectieve stelposten. Voor het inzicht wordt hier volstaan met het concreet aangeven welke stelposten voor 2015 en volgende jaren op stelposten is verwerkt: • Aanpassing kostentoerekeningssleutel ICT: -€ 545.000. De kosten betreft nog uit te werken ICT-projecten (zogenaamde pluspakketten) die als stelpost zijn opgenomen en geen onderdeel uitmaakt van het overheadtarief. Deze inzet wordt later aan de programma's toegekend als duidelijk is op welk programma de inzet plaatsvindt. Dit kan per jaar verschillen. • Huur werkplein: -€ 400.000. Dit betreft de huurkosten werkplein die buiten het huisvestingstarief zijn gehouden. Het werkplein wordt afgestoten en in de tarieven is hierop voorgesorteerd; • Vertraagde kapitaallasten: De raming van de kapitaallasten is in de praktijk altijd iets optimistischer dan de werkelijkheid. Om deze reden wordt incidenteel een bedrag van € 450.000 aan lasten tegengeboekt. • Taakstelling organisatie:€ 1,1 miljoen voordelig. Dit betreft het nog in te vullen deel van de krimp van de organsiatie. Na formalisering van de besluitvorming wordt dit functioneel verwerkt in de programma's. Dit bedrag loopt op naar € 3,5 miljoen in 2017; • Resultaat kostenplaats € 1,1 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door diverse posten: verschuiving krediet HBW, indexering overhead en overheveling en inkrimping formatie. Bij de opstelling van de begroting 2016 wordt dit verwerkt in de overheadtarieven en vindt verwerking plaats in de programmaproducten; • Keuzes raad: € 390.000. De keuzes voor de raad zijn 'tijdelijk' opgenomen als stelpost. Na besluitvorming en akkoord van de raad worden deze onderdelen functioneel opgenomen bij de programma's. Het betreft de impuls Groen, stimulering duurzaamheidsinitiatieven, intensivering alcoholmatigingsbeleid, jubileum Purmaryn en extra evenementen in 2017). • CAO-gemeenten: € 326.000. De VNG en de vakorganisaties hebben 15 juli 2014 een principeakkoord voor een nieuwe Cao gemeenten gesloten. Dit principeakkoord ligt nu ter goedkeuring van de gemeenten. Voor 2015 is er rekening gehouden met een structurele loonsverhoging van 1% en een structurele salarisverhoging vanaf april van bruto € 50 per maand. Hiervoor is (structureel) een stelpost opgenomen in de algemene dekkingsmiddelen, waarbij ook rekening is gehouden met het effect op de DVO Beemster en de subsidies. Gemeentefonds De ontwikkeling van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds wordt voornamelijk bepaald door beleidsvoornemens van de Rijksoverheid. De begroting 2015 is gebaseerd op de meicirculaire 2014 van de Rijksoverheid. Per saldo stijgt de uitkering met € 37,9 miljoen. De stijging wordt veroorzaakt door de volgende mutaties: Omschrijving - Lagere groei accres - Hogere bijdrage voor areaal (vnl. bijstandscliënten en bedrijfsvestigingen Bedrag -€ 2,4 miljoen € 1,3 miljoen - Instelling deelfonds sociaal domein (Participatie, Wmo en Jeugdzorg) € 42,7 miljoen - Lagere integratie-uitkering WMO -€ 2,3 miljoen - Lagere bijdrage overige integratie- en decentralisatieuitkeringen -€ 0,4 miljoen - Lagere bijdrage door taakmutaties (m.n. onderhoud onderwijshuisvesting) -€ 1,0 miljoen 73 Programmabegroting 2015-2018 | Algemene dekkingsmiddelen Totaal € 37,9 mijoen Accres ontwikkeling Voor 2015 en verdere jaren is sprake van een positieve bijstelling van het accres (groei van het fonds), onder andere als gevolg van hogere hogere (meerjarige) winstafdrachten van staatsondernemingen en een hogere winstafdracht van De Nederlandse Bank. Dat leidt tot lagere Netto Gecorrigeerde RijksUitgaven(NGRU) en dus een lager accres. Verschuivingen van investeringen in infrastructuur van 2014 naar 2015 en 2016 leidt tot een hoger accres. Na 2016 vervalt dit voordeel. Verder stijgt het accres als gevolg van wijzigingen in de Participatiewet, door meer uitgaven aan de Wajong vanaf 2016. Als gevolg van de (verwachte) macro-volumeontwikkelingen met betrekking tot de verdeelmaatstaven inwoners, woningen, bijstandontvangers en belastingcapaciteit verandert de uitkeringsfactor. Ook dit (negatieve) tweede-ordeeffect is hierin opgesloten. Herijking Gemeentefonds De afgelopen jaren is het groot onderhoud van het gemeentefonds uitgevoerd. Er was scheefgroei ontstaan: de werkelijke kosten aan gemeentelijke taken waren in der loop der tijd anders dan de ijkpunten in het gemeentefonds. Met ingang van 2015 zijn de clusters (taakvelden) logischer ingedeeld en is driekwart van de clusters voorzien van nieuwe ijkpunten op basis van kostenoriëntatie. Als gevolg van de groot onderhoudoperatie wijzigt de omvang van het gemeentefonds niet. Dit heeft geleidt tot herveeldeffecten bij de individuele gemeenten. Voor Purmerend resulteert deze herrijking voor 2015 in een voordeel van € 0,5 miljoen, oplopend naar € 0,7 miljoen voor de jaren 2016 en verder. De tweede tranche van het groot onderhoud vindt plaats met ingang van het uitkeringsjaar 2016. Onderhoud buitenkant schoolgebouwen naar de schoolbesturen Met ingang van 2015 zijn gemeenten niet langer verantwoordelijk voor buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen in het primair onderwijs en het speciaal onderwijs. De verantwoordelijkheid gaat over naar de schoolbesturen. Daartoe worden middelen van dealgemene uitkering overgeheveld naar de begroting van OCW. Deze overheveling staat los van de eerdergenoemde ombuiging in verband met onderwijshuisvesting Voor Purmerend betekent dit een structurele uitname uit het gemeentefonds van € 0,75 miljoen ingaande 2015. De uitgaven zijn structureel met hetzelfde bedrag verlaagd. Areaal ontwikkeling Dit betreft de mutaties in de eigen aantallen van Purmerend zoals inwoners, bijstandontvangers, woonruimten etc. De aantallen bijstandontvangers zijn voor de jaren 2015 en verder naar boven bijgesteld. Tevens is het aantal bedrijfsvestigingen met ingang van 2015 verhoogd in verband met de nieuwe definitie van de verdeelmaatstaf bedrijfsvestigingen, waarbij de eenmanszaken nu worden meegeteld. Deelnemingen Opbrengst van de deelnemingen stijgt met € 4.726.000 Dit is het resultaat van de volgende opbrengsten: • Hogere provisie voor de door Stadverwarming aangetrokken leningen die door de gemeente worden gegarandeerd: € 123.000. Dit is het gevolg van aangetrokken leningen inzake voor de Biowarmtecentrale; • Hogere dividend-uitkering van de Houdstermaatschappij EZW voor de aandelen Alliander en Nuon ten bedrage van € 18.000; • Verkoop aandelen NUON. In 2015 wordt het laatste deel van de verkoop ontvangen (€ 4.585.000). Renteopbrengsten De opbrengst van de eigen financieringsmiddelen stijgt met € 618.000. Deze stijging wordt veroorzaakt door de actualisatie van de investeringen. De boekwaarde van de materiële en financiële activa en de GREX/NIEGS neemt ten opzichte van 2014 toe met € 25,4 miljoen. Tegelijkertijd daalt de rente op nieuwe (her-)financiering. 74 Programmabegroting 2015-2018 | Algemene dekkingsmiddelen Incidentele baten en lasten Jaarlijks wordt een bedrag van € 50.000 voor onvoorziene lasten opgenomen voor de programmabegroting in zijn geheel. Dit maakt het mogelijk om lopende het begrotingsjaar onvoorziene (niet begrote) uitgaven die daarnaast onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn op te vangen. De post onvoorzien is uitsluitend bedoeld voor dekking van onvoorziene lasten en mag alleen met toestemming van de raad worden aangesproken. Dit onderdeel maakt deel uit van de paragraaf weerstandscapaciteit. Hiermee is voldaan aan de regelgeving om voor onvoorziene uitgaven een bedrag in de begroting op te nemen. Deze middelen worden indien nodig ingezet voor items die voldoen aan de alle drie de volgende voorwaarden: • op het moment van totstandkoming van de begroting waren de kosten nog niet te voorzien; • het is niet mogelijk om deze kosten te vermijden; • de kosten zijn niet uit te stellen naar de toekomst voor afweging bij de volgende kadernota RESERVES EN VOORZIENINGEN Er zijn geen voorzieningen die bij de algemene dekkingsmiddelen horen. Reserve afkoop geldleningen Deze reserve is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Wherestad, waardoor er jaarlijks een nadeel is op de renteverschillen. Jaarlijks wordt het gemiste voordeel aan rente opgevangen door een bedrag te onttrekken aan deze reserve en als bate op te nemen in de algemene dekkingsmiddelen (onderdeel eigen financieringsmiddelen). Dit is een jaarlijks aflopend bedrag en eind 2018 zal de reserve volledig zijn besteed. Voor 2014 is een bedrag van € 540.000 onttrokken. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Specificatie incidentele baten en lasten in euro's (+ is baten en - is lasten) Algemene dekkingsmiddelen Begroot 2015 Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 - a. Verkoop aandelen NUON 4.585.000 - - b. Frictiekosten aflopend huurcontract werkplein -400.000 -400.000 -200.000 c. Incidenteel nieuw beleid -360.000 -310.000 -450.000 - d. Bijdrage (waterschaps-)verkiezingen -113.000 Totaal 3.938.000 -710.000 -650.000 - Toelichting: a. Verkoop aandelen NUON: De verkoop van het aandelenbezit NUON wordt in 2015 afgerond. In de laatste trancheontvangt de gemeenten € 4,5 miljoen. b. Werkplein: De doorlopende huurkosten van gebouw werkplein worden ten laste van de algemene dekkingsmiddelen gebracht opdat hierdoor de kostprijs van de ambtelijke organisatie verschoond blijft van frictiekosten. c. Nieuw beleid: Voor 2015 en verder liggen er nieuwe afspraken: stimulering duurzaamheidsinitiatieven, impuls en ombouwen onderhoud groen, extra evenementen, jubileum 25 jaar Purmaryn en intensivering alcoholmatigingsbeleid. Incidenteel wordt dit vanuit de algemene reserve gedekt. d. Bijdrage (waterschaps-)verkiezingen: vanuit het gemeentefonds is eenmalig geld beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de waterschapsverkiezingen door gemeenten. Dit bedrag is functioneel als uitgave opgenomen in programma 1 Publiekdiensten. 75 Programmabegroting 2015-2018 | Algemene dekkingsmiddelen 76 Programmabegroting 2015-2018 | HET�FINANCIEEL�RESULTAAT�2015-2018 ALGEMEEN Op grond van het Besluit begroting en verantwoording geldt als indelingsvoorschrift voor de begroting dat alle mutaties op reserves onderdeel uitmaken van het resultaat van de begroting. Voor de mutaties op deze reserves gelden de volgende richtlijnen: Algemene reserve: Aan de algemene reserve wordt het voordelige resultaat toegevoegd of het nadelige resultaat onttrokken. Voor deze reserve is geen sprecifieke bestemming. Een deel van de algemene reserve wordt aangemerkt als weerstandsvermogen en dient in stand te blijven om risico's te kunnen opvangen. Egalisatiereserves: Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering in de resultaten voor specifieke onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden explicitiet door de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. In principe zijn de egalisatiereserves niet aan een termijn gekoppeld. Bestemmingsreserves: Voor bestemmingsreserves geldt dat deze worden ingesteld voor één specifiek doel binnen een vastgestelde termijn. In het vervolg van dit onderdeel van de begroting wordt ingegaan op: • de samenstelling van het resultaat 2015; • het meerjarig overzicht 2015 - 2018 van de saldi per programma; • de reeds in de programmabegroting verwerkte inzet van reserves, conform eerder besluitvorming; • overzicht van incidentele baten en lasten. HET TOTAAL VAN DE AFZONDERLIJKE PROGRAMMA'S EN HET RESULTAAT 2015 Programma (bedragen x € 1.000) 01. Publiekdiensten 02. Samenleving Lasten Baten Saldo -8.411 3.113 -5.298 -129.254 29.197 -100.057 -1.137 03. Wonen -1.664 527 04. Milieu -13.280 12.954 -326 -3.827 2.211 -1.616 06. Beheer openbare ruimte -24.351 10.070 -14.281 07. Ruimtelijke ordening -18.878 17.971 -907 -7.440 202 -7.239 05. Bereikbaarheid 08. Veiligheid 09. Economie 10. Bestuur en concern Resultaat programma's -901 529 -373 -12.318 3.457 -8.861 -220.326 80.231 -140.096 Algemene dekkingsmiddelen -1.394 143.140 141.746 Resultaat voor bestemming -221.720 223.371 1.650 Resultaatbepaling via egalisatie- en bestemmingsreserves Resultaatbestemming: financieel/rekeningresultaat 2015 Resultaat begroting 77 Programmabegroting 2015-2018 | Het financieel resultaat 2015-2018 -79 2.354 2.275 -3.925 - -3.925 -225.724 225.724 - Het resultaat voor 2015 is per saldo € 3,9 miljoen positief, dit is na onttrekking aan de verschillende egalisatie en bestemmingsreserves. Deze onttrekkingen zijn conform de eerder besluitvoming over de inzet van reserves. Het resultaat is inclusief de ruimte voor te maken keuzes, zoals beschreven in het onderdeel algemene dekkingsmiddelen. Ontwikkeling van het resultaat meerjarig In de onderstaande tabel is zichtbaar hoe het resultaat zicht ontwikkelt in de meerjarenbegroting. Dit is het resultaat inclusief de incidentele baten uit verkoop vastgoed, winstneming grondexploitaties en verkoop van aandelen Nuon. Programma (Bedragen x € 1.000) Jaar 2015 01. Publiekdiensten 02. Samenleving Jaar 2016 Jaar 2017 Jaar 2018 -5.298 -4.976 -5.064 -5.094 -100.057 -99.793 -99.283 -99.798 -1.137 -594 -593 -603 03. Wonen 04. Milieu -326 19 16 -4 -1.616 -1.499 -1.137 -1.197 -14.281 -14.336 -14.483 -14.651 -907 -1.276 -869 -2.220 -7.239 -7.192 -7.194 -7.195 05. Bereikbaarheid 06. Beheer openbare ruimte 07. Ruimtelijke ordening 08. Veiligheid 09. Economie -373 -282 -314 -321 -8.861 -8.922 -8.855 -8.455 -140.096 -138.850 -137.777 -139.536 Algemene dekkingsmiddelen 141.746 138.991 139.990 139.904 Resultaat voor bestemming 1.650 141 2.213 368 Resultaatbepaling via egalisatie- en bestemmingsreserves 2.275 992 848 782 -3.925 -1.133 -3.061 -1.150 10. Bestuur en concern Resultaat programma's Resultaatbestemming: financieel/rekeningresultaat Samenstelling van het resultaat naar afzonderlijke reserves In onderstaand overzicht worden de mutaties op de reserves weergegeven. Het doel, voeding en mutaties op de afzonderlijke reserves zijn toegelicht in de toelichting per programma en in de bijlage V "reserves en voorzieningen". (bedragen * € 1.000) Resultaat programma's (saldo baten/lasten) Programma 1 t/m 13 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 -140.096 -138.850 -137.777 -139.536 141.746 138.991 139.990 139.904 1.650 141 2.213 368 4 340 - - - 6 103 98 90 78 AD 540 412 269 109 983 510 358 187 Algemene dekkingsmiddelen (saldo baten/lasten) Resultaat voor bestemming 2015 Resultaatbepaling 2015 via egalisatiereserves: Saldo onttrekking aan de reserve Afvalverwijdering Saldo onttrekking aan de reserve Begraafrechten Saldo onttrekking aan de reserve Rente Resultaatbepaling 2015 na mutaties egalisatiereserves Resultaatbepaling 2015 via bestemmingsreserves: Saldo onttrekking aan de reserve Gemeentelijk middelen participatie 2 291 302 294 189 Saldo onttrekking aan de reserve Herstructureringskosten WSW 2 375 155 187 396 Saldo onttrekking aan de reserve Woonvisie 3 572 - - - Saldo onttrekking aan de reserve Gronden 7 55 25 9 9 Resultaatbepaling 2015 na mutaties bestemmingsreserves 1.292 483 489 595 Resultaatbestemming: Financieel/rekening resultaat 2015 -3.925 -1.133 -3.061 -1.150 78 Programmabegroting 2015-2018 | Het financieel resultaat 2015-2018 ONTWIKKELING ALGEMENE RESERVE De mutaties op de algemene reserve zijn als volgt opgebouwd: (+ is voordeel en - is een nadeel) (bedragen maal € 1000) (+/+ = toevoeging en -/- onttrekking) Saldo 1 januari toevoeging (+)/onttrekking(-) resultaat Saldo 31 december 2014 2015 2016 2017 2018 10.916 10.803 14.728 15.861 18.922 -113 3.925 1.133 3.061 1.150 10.803 14.728 15.861 18.922 20.072 Het voordelig resultaat voor de jaren 2015 - 2018 wordt in belangrijke mate veroorzaakt door incidentele baten uit de verkoop van Nuon-aandelen en grondverkopen. Gecorrigeerd voor de incidentele baten en lasten heeft het laatste jaar van de meerjarenbegroting een voordelig resultaat van € 10.000. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Het overzicht incidentele baten en lasten geeft inzicht in de mate waarin er sprake is van structureel evenwicht. De term structureel evenwicht houdt in dat de begroting voldoet aan bepaalde eisen. De belangrijkste daarvan is dat structurele lasten zijn gedekt door structurele baten. Incidentele lasten mogen worden gedekt door incidentele baten, waaronder onttrekkingen aan de reserves. Voor het begrip 'incidenteel' moet gedacht worden aan lasten en baten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Tabel incidentele lasten en baten per programma (+ is baten en - is lasten) Programma's (bedragen in €) Porgramma 1 Publiekdiensten Programma 2 Samenleving Programma 3 Wonen Programma 4 Milieu Programma 7 Ruimtelijke ordening Programma 10 Bestuur en concern Begroot 2015 Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 -113.000 134.000 - - -1.441.000 -457.000 -481.000 -585.000 -572.000 - - - -340.000 - - - 1.516.000 1.015.000 2.550.000 1.250.000 -110.000 -373.000 -550.000 -500.000 Algemene dekkingsmiddelen 3.938.000 -710.000 -650.000 - Totaal programma's (resultaat voor bestemming) 2.615.000 -568.000 919.000 555.000 Bijdrage uit reserves 1.578.000 457.000 481.000 585.000 Totaal programma's (resultaat na bestemming) 4.193.000 -111.000 1.400.000 1.140.000 Vrijwel alle incidentele lasten worden afgedekt met incidentele baten. Er is per saldo geen sprake van dekking structurele lasten met incidentele dekking. Er is dus sprake van materieel evenwicht.In 2018 is het structureel overschot € 10.000. Het saldo dat onstaat uit incidentele lasten en baten is voordelig vanaf 2016 en wordt via de resultaatbestemming toegevoegd aan de algemene reserve. Voor een uitgebreidere toelichting op de lasten per programma wordt verwezen naar de betreffende programma's. 79 Programmabegroting 2015-2018 | Het financieel resultaat 2015-2018 80 Programmabegroting 2015-2018 | D E � 1 P A R A G R A F E N Lokale heffingen De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in de totale gemeentelijke heffingen. Het betreft hier zowel heffingen met een specifiek doel (retributies) als heffingen waarvan de besteding niet gebonden is, zoals bij onroerendzaak-, honden- en precariobelasting. BELEID LOKALE HEFFINGEN Het beleid bij de uitvoering van de heffing en inning van lokale belastingen is gericht op het waarborgen van een zo’n hoog mogelijke kwaliteit en continuïteit tegen zo laag mogelijke kosten (efficiency). Bij invoering of wijziging van nieuwe heffingen vormen deze drie pijlers de belangrijkste maatstaven, die jaarlijks worden beoordeeld op resultaatgerichtheid. Het externe beleid is erop gericht om meer transparantie te creëren ten aanzien van het doel en de besteding van de inkomsten van de te heffen belastingen. Daarbij wordt gelet op de lastendrukverdeling en wordt zoveel mogelijk het profijtbeginsel toegepast. Dit alles ter verbetering van het draagvlak en van het imago van lokale heffingen. Als uitgangspunt geldt dat de lokale belastingen jaarlijks worden verhoogd voor inflatie. Hierbij wordt het consumentenprijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) als basis gebruikt. Voor 2015 betekent dit een verhoging van 1,4%. KOSTENTOEREKENING EN KOSTENDEKKENDHEID Voor de lokale heffingen geldt als wettelijke norm, dat deze niet boven het niveau van kostendekkendheid uit mogen komen. In deze opstelling wordt de kostendekkenheid van rijbewijzen en reisdocumenten gepresenteerd. Dit in tegenstelling tot voorgaande jaren, waarin alle kosten van Burgerzaken werden afgezet tegen de inkomsten. Daarmee werd ten onrechte de wettelijke taak betrokken in de vergelijking. Tabel kostendekkendheid 2015 1 Programma Omschrijving Publiekdiensten Omgevingsvergunningen Publiekdiensten Rijbewijzen Publiekdiensten Reisdocumenten Milieu Huishoudelijk afval Beheer openbare ruimte Begraafplaatsen Beheer openbare ruimte Riolering Lasten Baten 1.278.060 100% 79% 489.307 388.808 1.047.100 822.097 79% 11.264.195 11.264.195 100% 774.323 679.482 88% 6.861.016 6.861.016 100% 1. Nb. Onttrekkingen aan reserves zijn meegeteld als baten. OVERZICHT DIVERSE HEFFINGEN In het vervolg van deze paragraaf wordt ingegaan op de belangrijkste heffingen. Dit zijn: • de onroerende zaakbelasting (OZB); • de roerende zaakbelasting; • de rioolheffingen; • parkeerbelastingen; • precariobelasting; • hondenbelasting; • reinigingsheffing. ONROERENDE ZAAKBELASTINGEN (OZB) De OZB zijn te onderscheiden in een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting voor niet-woningen. 81 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen % 2015 1.278.060 De OZB-tarieven worden jaarlijks verhoogd met het inflatiepercentage. Hiervoor gebruikt de gemeente de consumentenprijsindex van het CBS van januari 2014 (1,4% voor 2015). De waarde van onroerende zaken wordt jaarlijks geactualiseerd. Door de jaarlijkse herwaardering worden de eigenaren (en gebruikers als het niet-woningen betreft) met minder grote schommelingen in de aanslag geconfronteerd. Het heffingspercentage wordt jaarlijks bijgesteld. Hierbij geldt als uitgangspunt dat de nieuwe waarde en het nieuwe percentage eenzelfde opbrengst hebben als de oude waarde en het oude percentage. Dit uiteraard zonder rekening te houden met de aanpassing van het percentage voor inflatie en areaaluitbreidingen. ROERENDE WOON- EN BEDRIJFSRUIMTEBELASTINGEN Deze belasting wordt ook wel roerende zaakbelastingen (RZB) genoemd, vanwege de aanvulling op en de gelijkenis met de OZB. Deze belastingen worden geheven op alle roerende zaken zoals woonschepen, woonwagens en kiosken. De heffingspercentages zijn gelijk aan die van de OZB. RIOOLHEFFINGEN Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beheer van het afval- en regenwater en het verwerken van overtollig grondwater. De heffing mag maximaal kostendekkend zijn en alleen die kosten bevatten die in het wetsvoorstel zijn genoemd. In Purmerend is heffingsgrondslag voor eigenaren een vast bedrag per aangesloten eigendom. De heffingsgrondslag voor gebruikers is gekoppeld aan het waterverbruik in kubieke meters. Hierbij is gekozen voor een in rekening te brengen tarief per hele eenheid van 300 kubieke meter. Eerder is besloten het tarief niet verder te differentiëren, gezien de flink stijgende perceptiekosten versus het relatief kleine voordeel voor de burger. PARKEERBELASTINGEN Parkeerbelastingen zijn te onderscheiden in een belasting voor feitelijk parkeren en een belasting voor gemeentelijke parkeervergunningen. Beiden dienen ter regulering van het parkeerbeleid. De handhaving door middel van de naheffingsaanslag is de zogenaamde fiscalisering van parkeerboetes en geldt alleen voor het parkeren bij automaten zonder geldig bewijs van betaling. Jaarlijks wordt het maximumtarief van de naheffingsaanslag vastgesteld bij Ministerieel Besluit. PRECARIOBELASTING De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene voor wie dat voorwerp (of voorwerpen) op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn. De gemeente voert een jaarlijkse inventarisatie uit aan de hand waarvan de precariobelasting opgelegd wordt. HONDENBELASTING Hondenbelasting is in zijn oorsprong een regulerende belasting ter beperking van het aantal honden. Omdat er sprake is van een belasting geldt hier niet dat er wettelijk sprake is van een maximumtarief en de spelregels van kostendekkendheid. Op 24 januari 2013 heeft de belastingrechter van het Gerechtshof Den Bosch een opmerkelijke uitspraak gedaan over de hondenbelasting. Geoordeeld is dat het heffen van hondenbelasting is toegestaan als de kosten van hondenbezit voor de gemeente van wezenlijke betekenis zijn voor de heffing. Wat er onder "wezenlijk"wordt verstaan, is door de belastingrechter niet aangegeven. Als de hondenbelasting uitsluitend gericht is op het verkrijgen van inkomsten is er sprake van discriminatie vindt de belastingrechter. De belastingrechter heeft niet aangegeven wat hij verstaat onder "wezenlijk". Tegen de uitspraak van het Hof is cassatie ingesteld door de gemeente Sittard-Geleen bij de Hoge Raad. De VNG is van mening dat de uitspraak van het Gerechtshof geen gevolgen heeft voor het heffen van hondenbelasting gelet op het karakter van deze heffing. De gemeente is niet verplicht de opbrengst van de hondenbelasting voor een bepaald doel te besteden. De opbrengst vloeit naar de algemene middelen. De uitvoering van het hondenbeleid omvat in Purmerend onder meer de (externe) controles op aanwezigheid van honden, het handhaven van de regels die zijn vastgelegd in de APV, het verwijderen van hondenpoep in uitlaaten losloopgebieden en het onderhoud van de voorzieningen. Vrijgesteld van deze belasting zijn ondermeer: 82 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen politiehonden, Soho-honden en puppy’s jonger dan twee maanden. De kosten in Purmerend bedragen ongeveer 2/3 deel van de opbrengst hondenbelasting. REINIGINGSHEFFINGEN De reinigingsheffingen zijn te verdelen in afvalstoffenheffing en reinigingsrechten. De afvalstoffenheffing wordt geheven voor het inzamelen en verwerken van het huisvuil volgens de Wet Milieubeheer van particuliere huishoudens. Reinigingsrechten worden geheven bij bedrijven voor het beschikbaar stellen van verschillende containers, ledigen van containers en andere soorten van bedrijfsafvalverwijdering. Het tarief van de afvalstoffenheffing wordt beïnvloed door meerdere factoren. Het gaat hierbij op hoofdlijnen om de inzet van personeel en materiaal, verwerkingstarieven van afvalstromen en de toerekening van overhead. Daarnaast speelt de omvang van het aantal huishoudens mee waarover de totale kosten worden verdeeld. LEGES De belangrijkste leges die worden geheven zijn: • leges Bevolking en Burgerlijke Stand • leges voor het verstrekken van diverse vergunningen • leges Volkshuisvesting • leges Omgevingsvergunningen LIJKBEZORGINGRECHTEN (BEGRAAFRECHTEN) Lijkbezorgingrechten worden onder meer geheven voor het gebruik van de aula, het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen in de urnenmuur. De begraafplaats wordt niet kostendekkend geëxploiteerd, dit komt mede door lineaire afschrijvingen en is een keuze geweest van de gemeenteraad. BRANDWEERRECHTEN Brandweerrechten worden geheven op geleverde diensten door de brandweer die geen eigenlijke, repressieve brandweertaken zijn. MARKTGELDEN Marktgelden worden geheven op zowel reguliere weekmarkten als incidentele marktdagen en bestaan uit tarieven voor het plaatsen van marktkramen en het parkeren bij markten. RANGORDE OVERZICHT WOONLASTENMONITOR 2014 Gemeente Bedrag Rangorde 2014 Nederland gemiddeld € 704 Alkmaar Edam-Volendam Hoorn 2013 rangorde 6 € 538 4 60 € 627 47 98 € 657 73 Den Helder 136 € 683 140 Wormerland 211 € 715 245 Purmerend 215 € 719 193 Beemster 225 € 726 244 Waterland 314 € 772 330 Zaanstad 350 € 804 348 Landsmeer 355 € 809 360 Zeevang 389 € 860 391 83 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen * Bron: Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Op nummer 1 staat de gemeente met de laagste lasten Uit de bovenstaande tabel blijkt de plaats van Purmerend in het landelijk overzicht en die van de ISW-gemeenten en de steden in Noord-Holland met een enigszins vergelijkbare omvang. Het betreft de gegevens over het jaar 2014. De tarieven Purmerend liggen op het niveau van het landelijk gemiddelde. OVERZICHT LOKALE HEFFINGEN 2015 HUISHOUDEN MET EEN GEMIDDELDE WOZ-WAARDE VAN € 189.000 Bedragen in € per jaar 2015 2014 Verschil 1) 220,94 3,09 Heffing gemeentelijke watertaken eigenaar 116,16 108,48 7,68 Heffing gemeentelijke watertaken gebruiker 67,80 63,12 4,68 Afvalstoffenheffing 328,56 323,40 5,16 Totaal 736,55 715,94 20,61 Eigenaar + gebruiker: OZB eigenaar 224,03 Gebruiker: Heffing gemeentelijke watertaken gebruiker 67,80 63,12 4,68 Afvalstoffenheffing 328,56 323,40 5,16 Totaal 396,36 386,52 9,84 De bedragen voor 2015 zijn onder voorbehoud, omdat de tarieven in een afzonderlijk raadsvoorstel nog door de raad moeten worden vastgesteld. 1) OZB 2015 is een voorlopig bedrag, waarbij nog geen rekening is gehouden met de waardeontwikkeling van de WOZ-objecten, omdat deze nog niet bekend is. Kwijtschelding wordt verleend voor de afvalstoffenheffing en het gebruikersgedeelte van de rioolheffing. Om voor kwijtschelding in aanmerking te komen, worden diverse criteria getoetst waaraan voldaan moet worden (inkomsten, toeslagen die men ontvangt, eigen vermogen e.d.). Kwijtschelding kan geheel of gedeeltelijk toegekend worden. Sinds 2011 wordt de kwijtschelding verrekend binnen de tarieven afvalstoffenheffing en rioolheffing. Landelijke regelgeving over de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is in 2013 gewijzigd. Bij de toetsing van het inkomen wordt met ingang van 2014 rekening gehouden met eventuele uitgaven voor kinderopvang. Ook is het vanaf 2014 voor zelfstandige ondernemers mogelijk voor kwijtschelding in aanmerking te komen voor de belastingen die zij als particulier moeten betalen. 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing DOELSTELLING De paragraaf weerstandsvermogen geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om niet begrote lasten te dekken. Door het weerstandsvermogen hoeft bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct tot een bezuiniging te worden overgegaan. Onderscheid wordt gemaakt tussen incidenteel en structureel weerstandsvermogen. Het eerste is bedoeld voor eenmalige tegenvallers en het tweede voor structurele tegenvallers. Het begrip weerstandsvermogen is als volgt gedefinieerd: Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: A. De weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; B. Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. 84 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen OMVANG WEERSTANDSCAPACITEIT Tot de weerstandscapaciteit worden de algemene reserve, stille reserves en de onbenutte belastingcapaciteit gerekend. Dit zijn immers middelen en mogelijkheden waarover een gemeente beschikt, om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Hoewel bestemmingsreserves in principe ook tot de weerstandscapaciteit behoren worden ze niet meegerekend. Dit vanwege het feit dat bestemmingsreserves niet vrij inzetbaar zijn zonder heroverweging van (politieke) keuzes, en de uitvoering van projecten ten laste van bestemmingsreserves al in gang gezet is. De algemene reserve en stille reserves behoren tot de incidentele weerstandscapaciteit. Dit is het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. In de literatuur wordt hiertoe soms ook de bezuinigingsmogelijkheden die een gemeente heeft gerekend. Bezuinigingsmogelijkheden zijn echter niet met één raadsbesluit gerealiseerd, daarvoor is meer nodig aan voorbereiding en uitvoering. Wel kan onbenutte belastingcapaciteit tot structurele weerstandscapaciteit worden gerekend. STILLE RESERVES Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die lager dan de werkelijke waarde of tegen nul zijn gewaardeerd en die direct verkoopbaar zijn - indien we dat zouden willen - zonder dat de normale bedrijfsgang daaronder te lijden heeft. Dit betreft dan met name de nu door de gemeente verhuurde, niet voor de openbare dienst bestemde gebouwen. Evenmin mogen deze gebouwen in gebruik zijn bij maatschappelijke voorzieningen. In feite moet er sprake zijn van bijna direct verkoopbare gebouwen. Ook als een onderdeel uit maakt van de voorgenomen te ontwikkelen gebieden maakt het geen onderdeel uit van de stille reserves. Op basis van de lijst met af te stoten gebouwen is in de begroting rekening gehouden met het realiseren van netto verkoopopbrengsten. Aanvullend hierop kunnen nieuwe panden worden aangewezen om te worden afgestoten. NIEUWE KANSEN Naast het benodigde weerstandsvermogen voor risico's zijn er ook kansen. Deze kansen laten zich niet vertalen in de financiële positie. Deels zijn de kansen wel opgenomen in de begroting in de vorm van winsten uit grondexploitaties en panden. Een kans verdient nog aandacht: het cumulatief dividend van de BV stadsverwarming. Dividend kan eerst worden uitgekeerd nadat het bedrijf werkelijk winst heeft gemaakt en een redelijk eigen vermogen heeft. Met de stadsverwarming is afgesproken dat de gemeente ook over de jaren tot 2018 een jaarlijkse vermogensvergoeding wenst te ontvangen. In totaal wordt tot aan 2019 uitgegaan van een bedrag van € 5,6 miljoen dividend dat later alsnog tot uitkering kan komen. De kans valt echter buiten het kader van de meerjarenbegroting 2014 -2018. ONBENUTTE BELASTINGCAPACITEIT De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Purmerend is het verschil tussen het werkelijke tarief (on)roerende zaakbelastingen dat de gemeente heeft vastgesteld en het tarief dat de gemeente minimaal zou moeten hanteren om in aanmerking te komen voor extra steun van het rijk (de zogenaamde artikel 12 status). Daarnaast telt mee het verschil tussen kostendekkende tarieven en de werkelijk gehanteerde tarieven. Omdat in Purmerend gewerkt wordt met kostendekkende tarieven, resteert als onbenutte belastingcapaciteit alleen de OZB. Als onbenutte belastingcapaciteit geldt voor Purmerend dat de OZB opbrengst met circa € 3,1 miljoen moet worden verhoogd alvorens de gemeente in aanmerking zou komen voor de zogenaamde artikel 12 status. 85 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen RISICO’S Voor een goed begrip van wat er onder risico's valt en wat er niet onder valt is de onderstaande vuistregel behulpzaam: Kortingen op algemene en specifieke uitkeringen Voor kortingen op algemene (het gemeentefonds) en specifieke uitkeringen geldt dat deze worden ingeschat en verwerkt in de begroting. Kosten Voor gebeurtenissen waarvan het zeker is dat ze zich voor gaan doen en waarvan de omvang ook bekend is, worden voorzieningen ingesteld. Bij het weerstandsvermogen kunnen deze kosten derhalve buiten beschouwing worden gelaten. Hetzelfde geldt voor kosten waarvan de omvang minder goed is in te schatten, maar waarvoor wel een bestemmingsreserve is ingesteld. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de resterende boekwaarde van buitengebruik te stellen onderwijspanden en de sanering van asbest. Kleine risico's Voor kleine risico's geldt dat de financiële betekenis hiervan niet zodanig materieel is dat hiermee rekening moet worden gehouden bij de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. In de begroting is een post onvoorzien opgenomen van € 50.000 om gedurende het jaar hierop te kunnen antwoorden als inpassing van de uitgaven niet binnen een programma is op te vangen. We hebben het dan niet over reguliere afwijkingen bij de uitvoering van de begroting. Hiervoor geldt dat meerdere malen per jaar er bijstelling van de begroting plaatsvindt. Rampen en crisis Voor rampen en crisissituaties geldt dat er een scala aan beheersmaatregelen is getroffen. Dit betreft enerzijds het rampenplan waarmee aangegeven wordt hoe een (dreigende) ramp of crisis te lijf wordt gegaan en anderzijds is er sprake van een verzekerd risico en voor zover dit niet het geval is zal worden teruggevallen op de rijksoverheid. Uiteraard kan er sprake zijn van een financieel nadeel voor de gemeente. De omvang hiervan is niet vooraf in te schatten. Voor zover het in de beïnvloedingssfeer ligt van de gemeente wordt via de weg van vergunningen en periodieke toetsing gezorgd voor het minimaliseren van de risico's. Voor de bepaling van de wenselijke omvang van het weerstandsvermogen zijn de financiële risico's in kaart gebracht. De risico’s die bij deze paragraaf worden meegenomen zijn de niet reguliere, strategische, niet kwantificeerbare risico’s. De reguliere horen immers in de begroting tot uitdrukking te komen. Veelal kunnen deze via een verzekering worden afgedekt. Bij deze risico's wordt een ondergrens gehanteerd van € 100.000. Risico's onder deze grens worden hier verder niet toegelicht. Bij de risico’s geldt dat een inschatting gemaakt kan worden van de kans dat het risico zich daadwerkelijk zal manifesteren en de omvang van het risico. Om de risico’s op te vangen, zijn er verschillende maatregelen mogelijk: • bijstelling van de geldende beleidskaders, hierdoor kunnen de uitvoeringskosten worden beperkt. Dit kan bijvoorbeeld door de grenzen waarboven een bijdrage door de gemeente wordt verleend te verhogen; • inkomstenverhogende maatregelen te nemen indien de risico’s zich manifesteren op onderdelen waar sprake is van kostendekkende dienstverlening; • frequent(er) te toetsen of het risico zich al voordoet en zo goed mogelijk maatregelen te treffen ter beheersing van de onzekerheden. Deze maatregel kan worden ingezet op die onderdelen waarvan de uitkomst niet door de gemeente kan worden gestuurd, maar waarvan de uitkomsten wel kunnen worden gevolgd. Het doel van de maatregel is dan het voorkomen dat 'ongemerkt' de begroting en de werkelijkheid uiteen groeien en er nadelen optreden. 86 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen Bij het hierna wegen en waarderen van de risico’s is meegewogen dat de gemeente de komende periode nog vol op bezig is om afgesproken bezuinigingen door te voeren. Zolang deze bezuinigingen niet volledig zijn gerealiseerd, zal het niet eenvoudig zijn om extra bezuinigingen te realiseren die nodig kunnen zijn om structurele tegenvallers op te vangen. Daarom wordt in de weging van het benodigde weerstandsvermogen uitgegaan dat het steeds drie jaar zal duren voordat een structureel effect van de risico’s kan worden gecompenseerd met lagere uitgaven elders. In de opstelling is afgewogen of alle risico's zich gelijktijdig kunnen en zullen voordoen. De risico's zijn daarom opgeteld. Zodra risico's zich daadwerkelijk manifesteren, wordt afgewogen of structurele maatregelen genomen moeten worden. Tabel overzicht meegewogen financiële risico's: 1. Inkomsten leges omgevingsvergunningen, programma 1 2. Nieuwe taken Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning en € 1,5 miljoen € 1,75 miljoen € 2,0 miljoen €0 miljoen Participatiewet 3. Wet werk en bijstand 4. Sociale werkvoorziening Baanstede 5. Grondexploitaties en voorraad gronden € 0,6 miljoen 6. Wachtgeld zittende collegeleden € 0,6 miljoen 7. Deelneming NV Huisvuilcentrale Alkmaar €0 miljoen 8. Deelneming BV Stadsverwarming Purmerend €0 miljoen 9. Garanties op leningen €0 miljoen € 1,5 miljoen 10. Vertraagd realiseren van taakstellingen en bezuinigingen 11. Ontwikkelingen loon en prijzen Totaal benodigd weerstandsvermogen: € 0,6 miljoen € 8,55 miljoen 1. Inkomsten leges omgevingsvergunningen De inkomsten zijn relatief sterk afhankelijk van externe ontwikkelingen. Voor de begrotingsuitvoering is dit een risico. Voor de omgevingsvergunningen wordt gewerkt met een kostendekkend tarief. Vooraf wordt een inschatting gemaakt van de verwachte werkzaamheden en hierop wordt de ambtelijke formatie afgestemd. Hierna wordt het tarief bepaald voor het volgende jaar. Gedurende het jaar kan het tarief niet worden aangepast. Als in het jaar van uitvoering de daadwerkelijke aanvragen sterk achterblijven is het niet mogelijk om in gelijke mate de uitgaven te laten dalen. Mede voor dit risico bestaat sinds de rekening 2011 de egalisatiereserve omgevingsvergunningen. De voeding van de reserve is afhankelijk van overschotten in de uitvoering in enig jaar. De stand van de egalisatiereserve is sinds 2012 nihil. De omvang van de afwijking kan gelet op de schommelingen in de afgelopen jaren variëren van € 100.000 tot € 1.000.000. De kans dat de inkomsten afwijken van de begroting is groot. Voor de komende jaren zijn de prognoses kritisch doorgenomen bedraagt de tariefstelling 3,9%. Voor de komende jaren wordt een opbrengst geraamd van € 1,3 miljoen per jaar. Ondanks de getroffen maatregelen, waardoor de uitgaven voor de omgevingsvergunningen zijn gedaald , blijft het risico op lagere opbrengsten door achterblijvende aanvragen bestaan. Vanwege de onvoorspelbaarheid van dit risico wordt voor de bepaling van het mogelijke beslag op weerstandsvermogen uitgegaan van lagere opbrengsten over een periode van drie jaar van gemiddeld € 500.000: in totaal € 1,5 miljoen. 2. Nieuwe taken Jeudgwet, Wet maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Per 1 januari 2015 wordt het gemeentelijk takenpakket uitgebreid met de decentralisatie van drie wetten: de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), de jeugdwet en de participatiewet. De gemeentefondsuitkering wordt daarom uitgebreid met het sociaal deelfonds. Voor de jeugdwet gaat het om € 18,7 mln en voor de WMO om € 14,7 mln. Hoeveel middelen werkelijk benodigd zijn, is nog onzeker. De exacte doelgroep is nog onbekend en datzelfde geldt voor de bewegingen binnen de doelgroep. De gemeente zet in op een beweging van de tweede naar 87 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen de eerste en nuldelijn. Gedurende 2015 zal duidelijk worden in hoeverre dit effect heeft. Het onvoldoende tot stand komen van de transformatie of het groter zijn van de doelgroep, kan leiden tot financiële tegenvallers, wachtlijsten en/of ontevreden cliënten. Omdat bovendien er onduidelijkheid is over de exact over te dragen groep bestaande cliënten en hun rechten kan niet met zekerheid worden gezegd dat de budgetten in de begroting toereikend zijn. Indien de budgetten niet toereikend zijn wil de gemeente de rijksoverheid hierop kunnen aanspreken. Zeker als het gaat om de startsituatie van de nieuwe taken. Hoewel het risico zich moeilijk laat kwantificeren willen we in het benodigd weerstandsvermogen hiervoor wel een bedrag op nemen van 1,75 miljoen. Bewust is daarbij gekozen voor het niet afzonderlijk instelling van een risicoreserve en hiervoor uit de algemene reserve middelen te onttrekken. Mocht zich in 2015 de situatie voordoen dat er sprake is van onderbesteding van de rijksbudgetten dan worden deze middelen opgenomen in een nieuwe reserve. 3. Wet werk en bijstand Bij de uitvoering van de Wwb doen zich twee risico’s voor die van belang zijn voor het meerjarenperspectief. Het betreft de cliëntenaantallen en de hoogte van de rijksbijdrage. Allereerst de aantallen cliënten (65-) met een bijstandsuitkering: afwijkingen van het aantal cliënten werken direct door in de uitgaven. De ontwikkeling van het aantal cliënten laat zich moeilijk schatten. In de begroting wordt om die reden een marge in de uitvoering als afwijking redelijk geacht. Voordat deze cliënten in aanmerking komen voor bijstand zijn er voorliggende voorzieningen, zoals de werkloosheidsuitkeringen. Deze voorzieningen zorgen ervoor dat in een teruglopende economie het aantal bijstandscliënten pas na enige tijd oploopt. In de begroting wordt rekening gehouden nog steeds stijgende aantallen uitkeringen. Onzeker is hoe lang de periode van economische verslechtering aanhoudt en of landelijk het macrobudget voor het inkomensdeel voldoende wordt bijgesteld. Uitgangspunt is dat voor alle gemeenten samen een toereikend macrobudget wordt vastgesteld. Het macrobudget wordt voorlopig vastgesteld in september voorafgaand aan het uitvoeringsjaar en definitief vastgesteld in september van het uitvoeringsjaar, zodat met de meest actuele inzichten in conjunctuur en kabinetsbeleid rekening kan worden gehouden. Het macrobudget wordt met deze uitgangspunten bepaald door uit te gaan van de gerealiseerde prijs en het gerealiseerde volume in het voorgaande jaar, van een inschatting van de effecten van de conjunctuur en kabinetsbeleid in het begrotingsjaar zelf en van een indexering van de gemiddelde prijs. Met het nader voorlopige budget halverwege het uitvoeringsjaar worden gemeenten tussentijds geïnformeerd over de nieuwe inzichten in de ontwikkeling van hun budget. De omvang van de rijksbijdrage laat zich dan ook moeilijk voorspellen. Om het risico van de afwijkingen in de cliëntenaantallen en de omvang van de rijksbijdrage zo goed mogelijk te volgen, zal in de bestuursrapportages specifiek aandacht worden besteed aan de bijstellingen. Voor de afwijkingen in enig jaar geldt dat deze moeten worden opgevangen in het weerstandsvermogen van de gemeente. Het risico in de uitvoering van het inkomensdeel van de Wwb kan oplopen tot € 1,5 tot € 2 miljoen per jaar. De kans op afwijkingen is groot. In de situatie dat er sprake is van zeer excessieve groei van het aantal uitkeringen kan er een beroep worden gedaan op een landelijke regeling. De uitvoeringslasten van de Wwb zijn een blijvend onderdeel in de onderbouwing van het weerstandsvermogen. Voor de waardering van het risico wordt uitgegaan van een bedrag van € 2 miljoen. 4. Baanstede De gemeenschappelijke werkvoorziening Zaanstreek/Waterland Baanstede staat voor een zware opgave. Het aantal medewerkers moet krimpen, beschut werken moet worden gegarandeerd en de huidige SW-ers moeten een nieuw perspectief krijgen. Financieel groeit het tekort van de werkvoorziening. Dit tekort is structureel verwerkt in de meerjarenraming met een ambitieuze taakstelling. 88 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen Het jaarlijkse verschil tussen de begroting en de rekening wordt tot op heden verwerkt in het rekening resultaat. Het lopende jaar valt na de bijstelling van de begroting halverwege het jaar meestal iets gunstiger uit. Het verschil is circa € 100.000. Voor de herstructureringskosten is een reserve gevormd. Op grond van deze elementen is er geen rekening gehouden met een bedrag aan benodigd weerstandsvermogen. Eventuele aanpassingen zijn bovendien ook direct van een structureel karakter. 5.Grondexploitaties en voorraad gronden Over de risicos die zijn verbonden aan de lopende grondexploitaties en de voorraad gronden wordt jaarlijks uitgebreid geinformeerd via de meerjarenrognose gronden. Dit stuk wordt gelijktijdig met de gemeenterekening aangeboden en is dan al in de gemeenterekening verwerkt. Sinds de opstelling van het MPG in 2014 is er geen nieuwe informatie over de risico's die de gemeente loopt. De inschatting is wel dat de winstneming uit met name de grondexploitatie Weidevenne hoger zal zijn. De meest recente inschatting voor niet afgedekte risico's bedraagt nog steeds € 0,6 miljoen. Speciale aandacht blijft uitgaan naar de grondexploitatie Baanstee Noord. In het volgende MPG wordt hier met de meest recente inzichten op teruggekomen. Dat zelfde geldt voor de rentevoet die op langere termijn wordt gehanteerd voor de winstbeekeningen. 6. Wachtgeld zittende collegeleden Voor de mogelijke aanspraak op wachtgeld door de huidige collegeleden geldt dat het niet is toegestaan hiervoor een voorziening te treffen. De maximale aanspraak op wachtgeld kan weliswaar worden ingeschat, maar de mate waarin daadwerkelijk gebruik gemaakt gaat worden niet. Aan het eind van de bestuursperiode 2014 - 2018 bedraagt de maximale aanspraak € 1,2 miljoen. In dit bedrag wordt geen rekening gehouden met mogelijke aanspraken op verlengd wachtgeld tot het moment van pensioenering. Op het moment dat ex-bestuurders daadwerkelijk aanspraak doen op wachtgeld, zal de omvang daarvan worden bepaald en ten laste van de exploitatie worden gebracht. De omvang van de voorziening wordt vervolgens jaarlijks opnieuw getoetst aan de hand van de werkelijke situatie van de betreffende ex-wethouders. Als benodigd weerstandsvermogen wordt rekening gehouden met een mogelijke aanspraak van 50%: € 0,6 miljoen. Het percentage van 50% is niet exact onderbouwd. 7. Deelneming in de NV Huisvuilcentrale Alkmaar (HVC) De gemeente bezit 3% van de aandelen in HVC. De aandeelhouders hebben formeel de plicht om tekorten aan te vullen als er onvoldoende eigen vermogen is. Daarnaast hebben de aandeelhouders de aangetrokken geldleningen gegarandeerd. Het purmerendse aandeel hierin is ongeveer €22 miljoen. HVC wordt gezien als een gezonde onderneming die een stevige positie heeft in de afvalmarkt. Het aanbod van te verwerken afval is meerjarig in contracten ondergebracht (10 tot 15 jaar vooruit) en het bedrijf kan stapsgewijs de komende jaren de omvang van de gemeentegaranties gaan afbouwen. Over het gegarandeerde leningen ontvangt de gemeente jaarlijks 1% risico-provisie. 8. Deelneming in de BV Stadsverwarming Purmerend De gemeente bezit als aandeelhouder 100% van de aandelen in de Stadsverwarming. In het verleden heeft de gemeente zeer grote verliezen genomen. Op basis van de actuele meerjarenprognoses is het bedrijf rendabel en zal vanaf 2019 winst worden gemaakt. Een belangrijk risico in de ramingen is de ontwikkeling van de gasprijs. Als de gasprijs veel minder of zelf niet meer stijgt zal het rendement van de stadsverwarming ook moeten worden bijgesteld. Dit risico is niet nieuw. 89 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen Als aandeelhouder heeft de gemeente ook leningen verstrekt aan Stadsverwarming en leningen gegarandeerd. Hiervoor wordt een risicoprovisie ontvangen. Op basis van de actuele inzichten en de door de accountants geverifieerde waarde van het bedrijf loopt de gemeente geen actueel risico. 9. Garanties op leningen De gemeente heeft een omvangrijke portefeuille van gegarandeerde leningen. De grootste sector zijn de woningbouwcorporaties. Als zich grote problemen voordoen in deze sector is in eerste instantie het waarborgfonds en het rijk aan zet, uiteindelijk kan de gemeente aangesproken op de aangegeven garanties. Er is op dit moment geen sprake van acute dreiging. Omwille van de inzichtelijkheid is dit onderwerp wel opgenomen in de risico's. 10. Vertraagd realiseren taakstellingen en bezuinigingen in de begroting 2015 is een taakstelling op de ambtelijke organisatie en gesubsidieerde organisaties. De krimp van de ambtelijke organisatie is inmiddels voor 50% geformaliseerd. De krimp van de budgetten van de gesubsidieerde instellingen is voor een klein deel ingevuld en vergt nog nadere uitwerkingen. Zolang beide taakstellingen niet volledig zijn gerealiseerd kunnen zich vertragingseffecten voordoen. Deze vertragingseffecten komen ten laste van het rekeningresultaat en daarvoor is weerstandsvermogen nodig. Voor de komende jaren wordt een bedrag van € 1,5 miljoen meegenomen in het weerstandsvermogen. 11. Ontwikkelingen loon en prijzen In de begroting is gerekend met gemiddelde loonstijging van 1,5% per jaar. De uitkomst van de loonstijging is afhankelijk van de onderhandelingen tussen de werkgevers en de werknemers. Een complicerende factor in de berekeningen voor de loonstijging is het effect van met name de pensioenpremies. Pensioenpremies worden aangepast zonder directe invloed van de gemeente en staan het laatste jaar onder grote druk. Deze druk wordt veroorzaakt door de lage rentestand, de discussie over de verhoging van de pensioenleeftijd, de stijgende levensverwachting en de behaalde rendementen bij de pensioenmaatschappij. Sinds 2010 wordt een zogenaamde herstelpremie voor de dekkingsgraad van het pensioenfonds in rekening gebracht bij werkgevers en werknemers. In de berekeningen voor de stijging van de loonkosten voor de werkgever is verwerkt dat de herstelpremie per 2015 vervalt. Voor de begroting is relevant dat indien de stijging van de loonkosten voor de werkgever 0,5% hoger ligt dan aangenomen, werkt dit door op de gemeentebegroting voor circa € 0,3 miljoen. In deze € 0,3 miljoen is verwerkt dat de tarieven gedurende het begrotingsjaar niet kunnen worden aangepast en dat de afspraak geldt dat de nominale stijging van subsidies is gekoppeld aan het looneffect van de ambtenaren. Voor de algemene prijzen wordt gerekend met een jaarlijkse stijging van 1 %. Dit is iets lager dan de verwachte inflatie. Met een grotere stijging wordt in bepaling van het benodigde weerstandsvermogen geen rekening gehouden. Een eventuele afwijking komt terug in de bestuursrapportage gedurende het jaar en bij de opstelling van de volgende begroting. Het jaar daarop volgend zal de hogere stijging wel in de tarieven zijn verwerkt en resteert er een gat van € 0,24 miljoen. Voor de eerste twee jaar samen bedraagt het risico bij 0,5% verschil € 0,54 miljoen. De onzekerheden rondom de pensioenen (zowel de premies als de eventuele kortingspercentages op de toekomstige uitkeringen) blijft voortduren. Het is voor de gemeente niet reëel om een voorspelling te doen van de uitkomst. In bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt de mogelijke afwijking van de stijging van lonen en prijzen meegewogen voor € 0,6 miljoen. 90 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen RISICO'S OP EIGENDOMMEN Dit betreft schade aan eigendommen door ontvreemding, brand, storm en dergelijke - waar de gemeente overigens voor verzekerd is. De eigendommen worden periodiek opnieuw worden getaxeerd en eventuele aanpassing van de premies wordt verwerkt in de begroting. In de verzekeringsafspraken is er een eigen risico voor de gemeente. Dit eigen risico is niet apart begroot en wordt gerekend tot de reguliere begrotingsafwijkingen als een situatie zich voordoet waarin een deel van de schade niet wordt uitgekeerd. In het weerstandsvermogen is voor schades aan eigendommen geen aparte component opgenomen. RISICO'S OP BEDRIJFSVOERING Bedrijfsvoering Hiermee wordt vooral bedoeld de wijze waarop de informatievoorziening, de administratieve organisatie en de interne controle gestalte hebben gekregen. Concrete risico’s zijn overigens op dit punt niet te kwantificeren. Indirect kunnen zich financiële tegenvallers of claims van derden voordoen, indien de ambtelijke en bestuurlijke contacten naar buiten daar aanleiding toe geven. Urentoerekening aan gesloten budgetten en investeringen In de programmabegroting is voor een bepaald bedrag aan organisatie-uren toegerekend aan investeringen en gesloten budgetten (grondexploitaties, afval en riolering). Indien deze werkzaamheden niet of deels tot uitvoering komen, komen de bij de desbetreffende investeringen geraamde uren ten laste van de exploitatie. Hierop wordt via tussentijdse informatie zo goed mogelijk gestuurd. Het risico in enig jaar wordt gerekend tot de reguliere uitvoeringsrisico's. 3 Onderhoud kapitaalgoederen KLEIN (DAGELIJKS) ONDERHOUD Dit is het reguliere dagelijks (correctief) onderhoud dat noodzakelijk is om het object in goede staat te houden en komt jaarlijks terug. Deze lasten worden in de begroting opgenomen en dus rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht. PLANMATIG ONDERHOUD (NIET LEVENSDUURVERLENGEND) Dit is onderhoud van veelal ingrijpende aard dat op een groot deel van het eigendom wordt uitgevoerd en na een langere gebruiksperiode moet worden verricht. Deze lasten, waaronder het binnenschilderwerk, worden niet aangemerkt als levensduurverlengend. Niet elk jaar is hiervoor een gelijk bedrag nodig. Voor het egaliseren van de lasten in de gemeentebegroting wordt gebruikgemaakt van voorzieningen. Het bedrag dat in de begroting is opgenomen moet toereikend zijn voor de gemiddelde uitgaven aan planmatig onderhoud over deze periode. In een jaar dat er minder nodig is, wordt er aan de voorziening gedoteerd en in een jaar dat er meer dan het gemiddelde nodig is, wordt er onttrokken. In principe heeft de voorziening nooit een negatief saldo. Hierdoor komt er een beter en evenwichtiger begrotingsbeslag. Deze voorzieningen worden onderbouwd met een beheerplan per object, dat periodiek wordt geactualiseerd. Het werken met voorzieningen is toegestaan in het Besluit Begroting en Verantwoording en heeft als voordeel dat hiermee zowel de programma’s als het rekeningresultaat een rustiger beeld tonen en eenvoudiger leesbaar worden. Voor de verschillende kapitaalgoederen wordt hieronder steeds vermeld welk budget voor regulier onderhoud is opgenomen. PLANMATIG GROOT ONDERHOUD (LEVENSDUURVERLENGEND) Dit betreft de uitgaven voor planmatig groot onderhoud, zoals vervanging van (delen) van daken, dakbedekking, elektrische installaties en vloeren. Uitgaven boven de € 25.000 worden geactiveerd mits het oorspronkelijke onderdeel ook is afgeschreven. In deze paragraaf is de staat van onderhoud van de volgende kapitaalgoederen opgenomen: 1. Wegen 2. Riolering 3. Openbare verlichting 91 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen 4. Kunst- en waterwerken 5. Groen 6. Begraafplaatsen 7. Sportfaciliteiten 8. Gebouwen 9. Wagenpark ALGEMEEN – ONDERHOUDSNIVEAU VAN KAPITAALGOEDEREN IN DE BUITENRUIMTE Begin 2008 zijn de uitkomsten bekendgemaakt van het onderzoek naar de budgetten voor onderhoud. Samen met de gemeenteraad is het gewenste onderhoudsniveau vastgesteld. In de studie zijn de budgetten voor onderhoud aan het areaal wegen, kunstwerken en groen aangepast aan de groei van het areaal als gevolg van de stadsuitbreiding en de nog op te leveren gebieden - in met name - Weidevenne. Daarnaast is er berekend wat de verschillende kwaliteitsniveaus kosten. De uitkomsten hiervan zijn betrokken bij de keuzes in de kadernota 2009-2016. Het in 2008 door de gemeenteraad gekozen onderhoudsniveau zal, als gevolg van de bezuinigingen, neerwaarts bijgesteld moeten worden. Uitgangspunt daarbij is dat het onderhoud in technische zin op een minimaal aanvaardbaar niveau blijft, dit ter voorkoming van dure investeringen en onderhoudsmaatregelen in de toekomst. Bij de invulling van de bezuinigingstaak is daarom primair gekeken naar het aspect 'schoon' in plaats van de aspecten 'heel' en 'veilig'. Het nu gekozen onderhoudsniveau zal in het voorjaar van 2014 worden gepresenteerd aan de nieuwe gemeenteraad. 1. Wegen Begin 2011 is het Beheerplan Wegen opgesteld. Dit plan is een nadere uitwerking van de door de gemeenteraad vastgestelde kwaliteitsambities, en zal worden aangepast aan de nu doorgevoerde bezuinigingen. Voor wegen geldt een kwaliteitsniveau C ('matig'), conform de CROW-normering. Op basis van tweejaarlijkse visuele inspecties van het wegenareaal en het beheerpakket wegen wordt het planmatige groot onderhoud in beeld gebracht. De werkplanning wordt daarna integraal afgestemd op de riolerings-, kabel- en leidingwerkzaamheden en verkeerskundige of maatschappelijk gewenste aanpassingen. Naast het groot onderhoud wordt ook het klein onderhoud planmatig (wijkgericht) opgepakt, waarbij rekening moet worden gehouden met een beparing op het correctief onderhoud van € 400.000 per jaar. Dit gebeurt doorgaans op basis van meldingen van bewoners of eigen waarnemingen. Voorafgaand aan het nieuwe jaar wordt het jaarlijkse onderhoudsplan opgesteld. Dit onderhoudsplan wordt besproken met de wijkkerngroepen. Ondanks het streven om het wegenareaal op C-niveau te houden, is het onontkoombaar dat bij een cyclische onderhoudsplanning een deel van de wegen tijdelijk onder de norm zakt richting kwaliteitsniveau D ('slecht tot zeer slecht'). Hierdoor ontstaat incidenteel achterstallig onderhoud. Het wegennet hoeft dus niet alleen uit wegen in topconditie te bestaan, want het op het juiste moment onderhouden van de wegen is het volgens een glijdende schaal toepassen van onderhoud op basis van de kwaliteit van de actuele situatie. Het is vanuit technisch en financieel oogpunt noodzakelijk om het onderhoud - zoals in de wegbeheeranalyse is voorgesteld - op het juiste moment (cyclisch) uit te voeren. Hiermee wordt kapitaalvernietiging voorkomen. Uit oogpunt van een verhoogd risico voor verkeersonveiligheid wordt het 'achterstallig onderhoud' binnen een redelijke termijn weer opgelost middels (groot) onderhoud of een reconstructie. Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te egaliseren wordt er gebruikgemaakt van een onderhoudsvoorziening. Onderhoudsmaatregelen waarbij de levensduur van een weggedeelte kan worden verlengd, worden geactiveerd en afgeschreven conform de financiële verordening. In 2015 staat € 4,4 miljoen aan onderhoudslasten begroot. De lasten groeien, mede gelet op de areaaluitbreidingen, in 2018 naar € 4,7 miljoen. 92 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen 2. Riolering De huidige werkwijze is, dat op basis van visuele inspecties – meestal met een camera – de meest noodzakelijke maatregelen worden bepaald. In de tweede helft van 2013 is het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 (GRP+) vastgesteld, met daaraan gekoppeld een operationeel plan voor vervanging en aanpassing van het rioolstelsel. Naast het GRP+, waarin de technische onderhoudsmaatregelen zijn opgenomen, is in 2005 een overeenkomst met het Hoogheemraadschap Hollands NoorderKwartier (HHNK) afgesloten, waarin gezamenlijk werkzaamheden op milieugebied (verbeteren kwaliteit oppervlaktewater) in de periode 2006 -2016 worden uitgevoerd. Het afkoppelen van de riolering, ook op vrijwillige basis bij particulieren, maakt hier onderdeel van uit. De werkzaamheden uit het GRP+ en die van het Stedelijk Waterplan (SWP) zijn gecombineerd, waardoor besparingen konden worden gerealiseerd. Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te egaliseren wordt er gebruikgemaakt van een onderhoudsvoorziening. Grote rioolvervangingsprojecten zijn vervangingsinvesteringen en worden conform het activabeleid geactiveerd. De aanleg van nieuwe riolering in uitbreidingsgebieden loopt via de grondexploitatie. Toekomstige onderhoudskosten komen daarentegen wel ten laste van het reguliere onderhoudsbudget. Uitgangspunt voor het onderhoud aan de riolering en de begroting is dat er een kostendekkend tarief voor de heffing gemeentelijke watertaken (v/h rioolrechten) is. In 2015 staat € 5,5 miljoen aan onderhoudslasten begroot. De lasten groeien, mede door de groeiende investeringslast, in 2018 naar € 6,1 miljoen. 3. Openbare verlichting De in 2005 vastgestelde beleidsnota, met daarin onder meer welke wegcategorieën op welke wijze worden verlicht, wordt in 2014 geactualiseerd en ter vaststelling aan de raad aangeboden. De uitval van de openbare verlichting is voor 80% het gevolg van defecte lampen. Herstel daarvan gebeurt binnen drie werkdagen na melding of direct tijdens de periodieke dagcontrole. Het herstel van de overige storingen (kabels, armaturen, vandalisme en dergelijke) duurt in het algemeen langer, deels als gevolg van de noodzakelijke inzet van de netbeheerder (ContiNuon). De aanleg van nieuwe openbare verlichting in uitbreidingsgebieden loopt via de grondexploitatie. De vervanging van lichtmasten gebeurt onregelmatig - vaak door schades of uitval - en betreft kleine hoeveelheden, die rechtstreeks uit het onderhoudsbudget worden gedekt. Het aanpassen van het kabelnet varieert sterk en is afhankelijk van de mate van de wegreconstructies. De jaarlijkse onderhoudslasten bedragen gemiddeld € 629.000. 4. Kunst- en waterwerken Volgens de huidige werkwijze worden op basis van visuele inspecties en gedetailleerde technische inspecties de meest noodzakelijke maatregelen bepaald. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het digitaal beheersysteem DG‑Dialog. Zowel bruggen, duikers, beschoeiing en damwanden maken deel uit van het product kunst- en waterwerken. Het planmatig onderhoud van kunst- en waterwerken kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te egaliseren wordt er gebruik gemaakt van een onderhoudsvoorziening. Grote vervangingsinvesteringen worden geactiveerd en afgeschreven worden conform de financiële verordening. De budgetten voor regulier onderhoud staan op het product kunst- en waterwerken. Voor 2015 staat voor € 3,1 miljoen aan onderhoudslasten begroot. Het niveau daalt naar € 2,4 miljoen in 2018. 5. Groen In 2009 zijn beheerplannen voor het groen en de bomen opgesteld. De verschillende onderdelen (Groenstructuurplan, Bomenstructuurplan en Natuurstructuurplan) van de Groene Ambitie uit 2006, hebben als belangrijke input gediend. Ook het niveau van het groenonderhoud maakte deel uit van de discussie met de gemeenteraad over het gewenste onderhoudsniveau, daarbij voldoet de beeldkwaliteit aan het gekozen niveau. De technische kwaliteit blijft daarbij echter achter. Kleinschalige groenreconstructies op wijkniveau worden in samenspraak en in een aantal gevallen samen met de buurt ingevuld. De jaarlijkse onderhoudslasten bedragen gemiddeld € 3,8 miljoen. 93 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen 6. Begraafplaatsen Purmerend heeft een tweetal begraafplaatsen. De oude begraafplaats in de binnenstad (niet meer in gebruik) en de nieuwe algemene begraafplaats aan de Purmerweg. De nieuwe algemene begraafplaats Purmerend is in 2013 uitgebreid met een nieuw grafveld. Tevens zijn nieuwe urnenmuren geplaatst. De capaciteit van de begraafplaats is daardoor minstens voldoende tot en met 2022. Voor mogelijke verdere uitbreidingen in de toekomst zijn nog -aangrenzend aan de huidige begraafplaats - terreinen beschikbaar. Deze terreinen zijn enkele jaren geleden al door de gemeente aangekocht. Op de begraafplaats staat bebouwing, bestaande uit een aulacomplex en een machineberging. De aula is een aantal jaren geleden uitgebreid en voldoet in 90% van de plechtigheden aan de vraag. Het op de begraafplaats aanwezige crematorium wordt door particulieren geëxploiteerd. De jaarlijkse onderhoudslasten voor het gebouw en het terreinen bedragen gemiddeld € 740.000. 7. Sportfaciliteiten en speelvoorzieningen De gebouwen en voorzieningen zijn eigendom van de gemeente, maar worden geëxploiteerd door stichting Spurd. De gemeente blijft dan ook verantwoordelijk voor de gangbare eigenaarlasten, waaronder groot onderhoud en opstalverzekeringen. Voor het Leeghwaterbad, de binnensportaccommodaties en de voor rekening van de gemeente komende buitensportaccommodaties (inclusief toplagen) zijn onderhoudsplannen opgesteld. De plannen worden regelmatig geactualiseerd. De gemeente Purmerend begroot de vervangingsinvesteringen in meerjarenperspectief en stelt deze middelen ter beschikking aan de stichting. Stichting Spurd beheert de sportterreinen en gebouwen en beschikt over de middelen voor het dagelijks en planmatig (groot) onderhoud, waarvoor zij een subsidie ontvangt van de gemeente. De speelvoorzieningen heeft de gemeente zelf in beheer. Voor het in stand houden en een veilig gebruik worden de onderhoudsplannen geactualiseerd. Voor 2015 staat voor € 3,3 miljoen aan onderhoudslasten begroot. Het niveau groeit naar € 4,5 miljoen in 2018. 8. Gebouwen De vervanging- en onderhoudslasten voor de panden die de gemeente Purmerend in gebruik heeft, worden in meerjarenperspectief geactualiseerd. Het betreft de diverse panden die door de gemeente zelf worden gebruikt, zoals het stadhuis, kantoor de Koog, de brandweerkazerne en Theater de Purmaryn, gebouwen in gebruik bij welzijnsinstellingen en overige verhuurde percelen. Het onderhoud aan schoolgebouwen wordt met ingang van 2015 overgedragen aan de schoolbesturen. Aan de gebouwen wordt zodanig onderhoud verricht dat deze in een toestand blijven, die voor de dagelijkse functievervulling noodzakelijk is. Het onderhoud valt uiteen in: • jaarlijks terugkerende gebruiks- en onderhoudslasten (energielasten en dagelijks onderhoud); • planmatig onderhoud voor vervanging van technische en bouwkundige installaties (vervanging dak, cv- installatie) dat met een zekere regelmaat terugkeert. Het noodzakelijke onderhoud wordt gepland en jaarlijks wordt de begroting in meerjarenperspectief geactualiseerd conform de systematiek van de beheersapplicatie Kraan. Zo mogelijk wordt het groot planmatig onderhoud opgenomen in de lijst met vervangingsinvesteringen en geactiveerd conform de financiële verordening. Het overige planmatig en dagelijks onderhoud wordt in de exploitatie geactualiseerd. Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te egaliseren wordt er gebruikgemaakt van onderhoudsvoorzieningen. De totale onderhoudslasten bedragen gemiddeld € 1,8 miljoen per jaar. 9. Wagenpark De onderhoudslasten van het wagenpark worden jaarlijks geactualiseerd. De vervanging vindt plaats in meerjarenperspectief, waarbij wordt afgeschreven conform de financiële verordening. Het moment van vervangen gebeurt waar mogelijk onder behoud van de langere technische levensduur. Van jaar tot jaar wordt de vervanging geactualiseerd en zo nodig wordt vervanging uitgesteld als zich dat financieel verhoudt tot de stijging van de onderhoudslasten. Voor het voertuigenpark wordt jaarlijks gemiddeld een bedrag van € 700.000 besteed om 94 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen voertuigen te vervangen. Het gehele wagenpark heeft een gemiddelde exploitatielast van € 1,3 miljoen per jaar voor kapitaal- en onderhoudlasten. De lasten zijn doorgerekend aan diverse producten waar voertuigen worden ingezet. 4 Grondbeleid ALGEMEEN Op 24 mei 2012 heeft de raad de nota grondbeleid vastgesteld. Deze nota speelt in op de ontwikkelingen, zoals onder andere de wijzigingen in de wet- en regelgeving en de financiële en economische crisis. De nota geeft in belangrijke mate de wijze waarop de gemeente Purmerend invulling geeft aan de uitvoeringsstrategie voor het gemeentelijk grondbeleid. Onderdeel daarvan is de wijziging van de gewenste strategie op het grondbeleid. De uitvoeringsstrategie, waarvoor deze nota het kader biedt, is afhankelijk van inhoudelijke ontwikkel- en beleidsvisies van de gemeente en hoe de gemeente deze ambities optimaal waarborgt. Daarbij zijn marktomstandigheden en het risicoprofiel van ontwikkelingen belangrijke aspecten. Essentieel hierbij is dat per geval een strategische keuze (ontwikkelingsstrategie) moet worden gemaakt met betrekking tot de samenwerkingsvorm. DOELSTELLING De gemeente Purmerend zal per geval en locatie een keuze maken voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid en op welke wijze zij grondexploitatie wil (laten) voeren en welke samenwerkingsvorm het meest geschikt is.Om deze doelstelling te realiseren is het volgende beleid geformuleerd: • Op basis van het beperken van risico’s en gemeentelijke investeringen, faciliteren waar kan en actief waar nodig; • Het voeren van actief grondbeleid waar noodzakelijk in verband met beoogde winstbestemming en daar waar mogelijk ter versterking van onderhandelingspositie; • Het voeren van faciliterend grondbeleid, als het risicoprofiel of de grondpositie daartoe aanleiding geeft; • Vooraf bepaalt het college in een vertrouwelijke notitie per afzonderlijk project welke grondbeleidstrategie wordt toegepast. Een risico-inschatting en een eventueel verwervingsplan maken hiervan onderdeel uit. De gemeenteraad wordt hierover vertrouwelijk geïnformeerd; • Bij het sluiten van een overeenkomst met een initiatiefnemer vormt het exploitatieplan het uitgangspunt voor het kostenverhaal, waarbij gelijktijdig afspraken worden gemaakt over de levering van gronden die tot het openbaar gebied gaan behoren; • Bij de jaarrekening legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad over het gevoerde grondbeleid. ACTIEF EN FACILITEREND GRONDBELEID In de afgelopen decennia heeft de gemeente voornamelijk actieve grondpolitiek bedreven als instrument om het ruimtelijk ordeningsbeleid vorm te geven. Dit betekende aankoop van gronden, in eigen regie een plan ontwikkelen en de grond weer uitgeven. Het voordeel hiervan was maximale invloed op het te realiseren (woningbouw) programma en het tempo van uitvoering. Bijkomend voordeel was een inkomstenstroom in het grondbedrijf als gevolg van de succesvolle exploitatie van deze plannen. In toenemende mate dienen zich echter projecten aan die niet door middel van actieve grondpolitiek uitgevoerd kunnen worden. Dit, omdat de grond simpelweg niet te koop is, of omdat het risico van een ontwikkeling te groot is, of omdat de financiële haalbaarheid aan grote financiële risico's verbonden is. Daarom zal de rol van de gemeente bij het grondbeleid zich in de toekomst steeds meer gaan richten op een faciliterende rol. Hierbij zal de rol van de gemeente zich beperken tot een regierol, waarbij getracht wordt de gemeentelijke doelstellingen te realiseren, zonder dat de gronden in eigendom zijn van de gemeente. RESULTAATBESTEMMING Bij het verwerken van gerealiseerde, of nog te realiseren winsten en verliezen ten aanzien van grondcomplexen, wordt binnen het grondbeleid in Purmerend de volgende methodiek gehanteerd: 1. Verliesneming 95 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen Zodra onomstotelijk duidelijk wordt dat een complex verliesgevend zal worden afgesloten, zal dit verlies moeten worden genomen (als correctie van de boekwaarde) en wordt aan de raad voorgesteld als dekking een onttrekking aan de algemene reserve te laten plaatsvinden. 2. Winstneming Van projecten die zich in de planuitvoeringsfase bevinden, worden eventuele winsten toegevoegd aan de algemene reserve. In principe is dat het geval bij afsluiting van de grondexploitatie, tenzij tussentijdse winstneming verantwoord is. Als stelregel voor tussentijdse winstneming dient in de rekenwijze rekening te worden gehouden met mogelijke financiële risico’s die in de toekomst van invloed kunnen zijn op het positieve eindresultaat van de desbetreffende grondexploitatie. De risico’s hebben zowel betrekking op de kosten- als opbrengstenkant. Bij tussentijdse winstneming worden deze risico’s als volgt ingeschat: 1. 25 % over de nog te ontvangen opbrengst; 2. 10 % over de nog te maken kosten. Er vindt nog overleg plaats over de vraag of de winstnemingen niet te voorzichtig worden bepaald. 3. Projectmatig werken Of nu gewerkt wordt met actief of faciliterend grondbeleid, in beide gevallen wordt in de gemeente Purmerend projectmatig gewerkt in de volgende zes fasen van gebiedsontwikkeling, zoals hieronder aangegeven. Deze fasen zijn opgenomen in het ‘Handboek Projectmatig Werken’ en zullen ook in het jaarlijks bij de jaarrekening vast te stellen ‘Meerjaren Programma Grondexploitaties’ (MPG) worden opgenomen. GRONDPRIJSBEPALING Bij de vaststelling van de grondprijs wordt, afhankelijk van de functie waarvoor een stuk grond door de afnemer zal worden gebruikt, een grondprijsmethodiek gehanteerd. De waarde van de grond is immers in grote mate afhankelijk van de uiteindelijke bestemming. Uitgangspunt bij het bepalen van de uitgifteprijzen is in principe een marktconforme en transparante benadering. Dit zijn belangrijk principes om in te voeren grondbeleid op actieve wijze invulling te geven aan de grondexploitatieparagraaf van de Wro en vermijding van ongeoorloofde staatssteun. Voor zover een voorgenomen transactie niet past binnen de algemene kaders van vastgesteld grondprijsbeleid of als prijsvorming niet tot stand komt op basis van een openbare bieding, wordt de marktconformiteit onderbouwd door middel van een onafhankelijke taxatie. In onderstaand overzicht is aangegeven welke functies worden onderscheiden en welke grondprijsmethodiek(en) vooralsnog bij welke functie kunnen worden gehanteerd. In vergelijking tot de voorheen gehanteerde grondprijzennota is het aantal functies verminderd. In het onderstaande overzicht is voor de functies 1A, woningbouw sociaal, 5A, maatschappelijke voorzieningen - niet commercieel en 6 overige opgenomen dat dit een vaste grondprijs dient te zijn. 96 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen Functie Grondprijsmethode Aandachtspunt 1A Woningbouw sociaal Vaste grondprijs Gedifferentieerd naar één- en meergezinswoningen 1B Woningbouw vrije sector Residuele en/of comperatieve grondprijs Gebruik van gedifferentieerde grondqoutes of de biedprocedure behoort tot de mogelijkheid 1C Woningbouw vrije kavels Residuele en/of comperatieve grondprijs Gebruik van gedifferentieerde grondqoutes of de biedprocedure behoort tot de mogelijkheid 2 Kantoren Residuele en/of comperatieve grondprijs Gebruik van gedifferentieerde grondqoutes of de biedprocedure behoort tot de mogelijkheid 3 Bedrijven Residuele en/of comperatieve grondprijs Gebruik van gedifferentieerde grondqoutes of de biedprocedure behoort tot de mogelijkheid 4 Detailhandel en horeca Residuele en/of comperatieve grondprijs Gebruik van gedifferentieerde grondqoutes of de biedprocedure behoort tot de mogelijkheid 5A Maatschappelijke voorzieningen commercieel Residuele en/of comperatieve grondprijs 5B Maatschappelijke voorzieningen niet commercieel Vaste grondprijs met als minimum de kostprijs 6 Overige (o.a. snippergroen, parkeren) Vaste grondprijs Minimaal kostprijs Indien noodzakelijk, kan gemotiveerd van de aangegeven grondprijsmethodieken worden afgeweken. In de bovenstaande tabel genoemde grondprijsmethodieken vormen de uitgangspunten voor de berekening van de verwachte opbrengsten voor de grondexploitatie. Op het moment dat een grondtransactie binnen het grondexploitatiegebied plaatsvindt, zal eveneens de prijs worden aangehouden die op basis van één van de hierboven vermelde methodieken is bepaald. Per datum van transport wordt de daadwerkelijke prijs bepaald. Deze wordt vervolgens verwerkt bij de actualisatie van de grondexploitatie. De grondprijzen worden net als nu het geval is jaarlijks gewijzigd bij de actualisatie van de grondexploitaties. ACTUELE PROGNOSE LOPENDE GRONDEXPLOITATIES Kerngegevens projecten in ontwikkeling Boekwaarde 01-01-2014 V/N einddatum indicatie mogelijk projectresultaat Kop van West € 6.887.434 N 2023 € 24.790 V Brantjesstraat 0 N 2015 €365.000 V € 6.887.434 N Actief grondbeleid 97 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen € 389.790 Verwacht Planeconomisch saldo Kerngegevens projecten in uitvoering Boekwaarde 01-01-2014 V/N eind datum eindwaarde V/N €V 6.552.250 2018 €N 41.187.934 2029 contant (2,5%) V/N € 4.170.000 V € 3.731.000 V 24.083.792 V € 20.160.500 V Actief grondbeleid Weidevenne Baanstee-Noord Faciliterend grondbeleid: Hoornse Buurt 0 2015 0 € 47.740.184 N € 23.891.500 V METHODIEK ACTUALISATIE Grondexploitatieopzetten worden één maal per jaar geactualiseerd en samen met de NIEGG's aangebonden in het MPG (Meerjarenprognose gronden) tegelijk met de programmarekening. PROJECTEN IN DE PLANONTWIKKELINGSFASE Kop van West Het project Kop van West is 13 ha groot. In het noordelijk plangebied is nu nog ruim 1. ha van de grond in bezit van derden. De gemeente gaat hier uit van ontwikkeling van het gehele gebied waarbij de gemeente haar reeds verworven eigendommen zoveel mogelijk actief gaat ontwikkelen. De particuliere eigenaren van de grond in de noordoostpunt van het gebied hebben het recht om zelf te ontwikkelen, ook wel zelfrealisatie. Een definitief stedenbouwkundig plan als onderlegger voor het bestemmingsplan wordt dit jaar ter kennisgeving aan de raad aangeboden. Vervolgens zal dit jaar een bestemmingsplan ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. De e uitvoering van deze sanerings en ophoog werkzaamheden zullen in het 2 helft van 2014 worden opgestart. Het resultaat van de KVW komt uit op netto contante waarde van ca € 24.900 voordelig. Met de verdere uitwerking van de plannen en het maken van nadere ontwerpkeuzes zal binnenkort een scherper beeld ontstaan van het verwachte resultaat. Het resultaat is een definitief stedenbouwkundig plan en een financiële vertaling in de vorm van een nieuwe grondexploitatie die bij de eerstvolgende actualisatie aan de raad zal worden voorgelegd. Het vastgestelde werkkrediet van in totaal € 3,5 miljoen zal in 2014 naar het laat aanzien volledig worden benut. In 2015 is voor bouwrijpmaken en plankosten € 2 miljoen nodig, dit is verwerkt in de geactualiseerde jaarschijven van de grondexploitatie en maakt onderdeel uit van de begrotingswijziging. Brantjesstraat De ontwikkelstrategie voor de Brantjesstraat laat zien dat de uitgifte van 2 vrije kavels het best aansluit op de huidige markt en de bestaande woonomgeving. Een en ander is ook met de direct omwonenden gecommuniceerd. Met dit programma wordt ingespeeld op de acute vraag naar zelfbouw op basis van particulier opdrachtgeverschap (PO). Het bouwen van meer woningen zou verkeerstechnisch leiden tot een zwaardere parkeerdruk en een grotere belasting voor de bestaande infrastructuur betekenen. Ook zou daarmee de weerstand vanuit de buurt toenemen. De gemeente maakt deze kavels zelf bouwrijp en draagt zorg voor de ontsluiting en aanleg van het plangebied. Het verwacht resultaat op netto contante waarde bedraagt voor deze uitgifte ca € 365.000. PROJECTEN IN UITVOERINGSFASE Weidevenne In 2013 heeft de woningbouwmarkt zich nog niet hersteld. Wel zijn ontwikkelaars gevonden voor twee nieuwe projecten. Ten eerste een ontwikkeling van 41 koop- en huurappartementen langs het Noord-Hollands Kanaal en ten tweede een project van 23 goedkope startersappartementen langs de Nijlstraat. Bovendien is de verkoop van de tweede fase (19 vrije sectorwoningen) van het Convento in de verkoop gegaan. 98 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen De exploitatiebegroting Weidevenne herziening 2014 gaat er van uit dat het complex in 2018 wordt afgesloten. De laatste woningen moeten dan in 2017 in aanbouw zijn genomen. In de einddatum is rekening gehouden met de aankoop van alle benodigde gronden. De aankoop is inmiddels in 2014 gerealiseerd. De exploitatiebegroting Weidevenne herziening 2014 sluit met een voordelig saldo van € 4.170.000 in 2018, de netto contante waarde hiervan per 1-1-2014 bedraagt € 3.731.000. Bedrijvenpark Baanstee-Noord In december 2010 is een start gemaakt met het bouwrijp maken van het bedrijvenpark. Het bouwrijp maken van de eerste fase is afgerond. De landschappelijke randbeplanting rond het bedrijvenpark, de afronding van de hoofdstructuur riolering en wegen staan gepland voor 2014. Voor 2014 is de verwachting dat de geplande 2,5 ha uitgifte gehaald gaat worden. Het college heeft in februari 2014 zich positief uitgesproken om een zonnepanelenpark ter grootte van 8,5 ha voor een periode van 17 jaar mogelijk te maken. De definitieve besluitvorming over dit project zal in de loop van 2014 plaatsvinden. Om die reden is in huidige financiële opzet geen rekening gehouden met de consequenties van dit initiatief voor de grondexploitatie. Een eerste verkenning leert dat een noodzakelijke verlenging van de grondexploitatie met 5 jaar voor dit initiatief geen nadelig effect heeft op de geprognotiseerde eindwaarde. Op basis van de huidige inzichten sluit de grondexploitatie BANO 2014 met een positief eindsaldo van € 20.160.500. Hoornse Buurt In de Hoornse Buurt staan 11 woningen en het voormalige bedrijfsgebouw 'Trio'. De eigenaar, woningbouwcorporatie Wooncompagnie, heeft het initiatief genomen om dit gebied te herontwikkelen. In het ontwerp worden de bestaande woningen en 'Trio' vervangen door 28 appartementen. Door een integrale aanpak van het gebied wil Wooncompagnie de verouderde woningvoorraad vernieuwen en vervangen door woningen die voldoen aan de eisen van nu. Bovendien kan de openbare ruimte worden opgewaardeerd. Hierbij kan gedacht worden aan het verbeteren van het binnengebied en het parkeren langs de waterkant om te vormen tot verblijfsgebied. Ook wordt met de realisatie van dit project een bijdrage geleverd aan de revitalisatie van dit deel van de binnenstad. De rol van de gemeente is zuiver faciliterend. Overigens heeft de gemeente bij dit project, afgezien van de openbare ruimte, geen eigen grondpositie. In 2014 is gestart met de sloop van de bestaande woningen, waarna in 2015 de woningen en woonomgeving worden opgeleverd. 5 Financiering DOELSTELLING In deze paragraaf wordt helder gemaakt hoe de financieringsfunctie is ingericht en hoe daarmee wordt gewerkt. In het coalitieakkoord is aangegeven dat in de lopende bestuursperiode een begin wordt gemaakt met het terugdringen van de schuldenlast. Om dit voornemen te kunnen volgen is een nieuw overzicht opgenomen waarin de ontwikkeling van de schuldenlast over een periode van 10 jaar kan worden gevolgd. 99 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen Prognose meerjareninvesteringen 2015-2024 (in miljoenen) stand stand stand stand stand stand 31-12-2014 31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2023 Meerjaren investeringen materiele aktiva 218,8 234,1 237,8 232,9 231,0 231,0 financiele aktiva 70,3 66,2 60,3 59,5 58,7 46,6 GREX 56,0 62,0 63,0 56,7 51,1 16,1 NIEGGS 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,5 Onderuitputting investeringen -15,0 -12,0 -9,0 -7,0 -5,0 -2,0 totaal meerjaren investeringen 331,0 351,2 353,0 343,0 336,7 292,2 Bovenstaande investeringen worden als volgt gefinancierd : Eigen vermogen: algemene reserve 10,8 14,7 15,8 18,9 20,0 20,0 Vreemd vermogen: langlopende geldleningen 320,2 336,5 337,2 324,1 316,7 272,2 totaal 331,0 351,2 353,0 343,0 336,7 292,2 Op basis van bovenstaande bedraagt de schuld (in euro's) per inwoner (op basis van 80.000 inwoners): 4.003 4.206 4.215 4.053 3.960 3.404 De leningsportefeuille per 31-12-2014 bedraagt volgens onderstaande tabel € 289,6 miljoen. Dit is € 30,6 miljoen lager dan de behoefte aan langlopend vreemd vermogen. Voor dit bedrag worden de investeringen tijdelijk gefinancierd met de egalisatie- en bestemmingsreserve, de voorzieningen en doeluitkeringen en tot slot met kasgeld. In de loop der jaren neemt de beschikbaarheid van deze middelen af. De ontwikkeling van de schuldenlast kan daarom het best worden gemeten aan de regel vreemd vermogen zoals hierboven in de tabel opgenomen. Uit de tabel blijkt dat behoefte aan vreemd vermogen de komende 10 jaar kan afnemen met bijna € 40 miljoen. De belangrijkste onzekerheid in de afname is de verkoop van gronden. Tabel leningportefeuille (opgenomen geldleningen in miljoenen): stand 31-12-2014 A. Algemeen B. Woningbouw C. Stadsverwarming Purmerend totaal gemiddelde rente% aflossing 2015 270,7 2,82% 18,1 5,9 3,83% 3,4 13,0 2,82% 289,6 0 21,5 Toelichting: ad A. De leningportefeuille Algemeen bestaat voornamelijk uit leningen met een jaarlijkse nominale aflossing of met een aflossing ineens aan het einde van de looptijd (zogenaamde fixe leningen). De leningportefeuille Algemeen bedraagt per 31 december 2014 € 270,7 miljoen. Deze leningen zijn aangetrokken met een gemiddeld rentepercentage 2,82 %. De aflossingsverplichting in 2015 bedraagt € 18,1 miljoen. ad B. De leningportefeuille woningbouw bedraagt per 31 december 2014 € 5,9 miljoen.Deze geldleningen zijn aangetrokken ter financiering van woningbouwprojecten en zijn doorverstrekt aan de woningbouwcorporaties. Gemiddeld rentepercentage bedraagt 3,83%. De aflossingsverplichting in 2015 bedraagt € 3,4 miljoen. ad C. In mei 2011 is er een 5 jarige fixe lening ad € 5,0 miljoen aangetrokken ter financiering van de kapitaalsbehoefte van de Stadsverwarming Purmerend. De geldlening is doorverstrekt aan de Stadsverwarming Purmerend. De lening is aangetrokken met een percentage van 3,09%. Aflossing vindt plaats in 2016. 100 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen In oktober 2013 is er nog een 10 jarige fixe lening ad € 8,0 miljoen aangetrokken ter financiering van de kapitaalsbehoefte van de Stadsverwarming Purmerend. Deze geldlening is eveneens doorverstrekt aan de Stadsverwarming Purmerend. De lening is aangetrokken met een percentage van 2,65 %. Er is in 2015 geen aflossingsverplichting. De gemeenteraad heeft in 2011 ingestemd met het verstrekken van geldleningen aan Stadsverwarming voor in totaal € 45 miljoen in de periode tot en met 2014. Bij deze leningen wordt een risicoopslag van 0,5% gehanteerd. De twee aan Stadsverwarming verstrekte geldleningen hebben per 31 december 2015 een boekwaarde van € 13,0 miljoen. In het kader van de voorgenomen afbouw van de schuldenlast geeft het de voorkeur om in de toekomst geen leningen meer aan te trekken en door te verstrekken aan Stadsverwarming. In plaats daarvan kan ook worden volstaan met het garanderen van nieuwe geldleningen. RENTERISICO Het in één kwartaal door de gemeente opgenomen kasgeld wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de uitstaande korte financiering (rentetypische looptijd korter dan 1 jaar) per aanvang van de drie kalendermaanden. De kasgeldlimiet (KGL) waartegen dit gemiddelde wordt afgezet, bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal bedraagt in 2015 € 221,1 miljoen. De kasgeldlimiet bedraagt dan voor 2015 € 18,8 miljoen. Voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar geldt de renterisiconorm. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Deze norm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen van de langlopende leningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Dit om tevoorkomen dat bij herfinanciering van de leningen bij (aanzienlijk) hogere rente, grote schokken optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. In 2015 bedraagt de renterisiconorm ongeveer € 44,2 miljoen. In 2015 zal de renterisiconorm niet worden overschreden. BEOORDELING TE BETALEN RENTE EN RENTEONTWIKKELING Als vaste rekenrente (omslagrente) voor activa wordt een percentage van 4% gehanteerd. Tegenover deze rekenrente staat de rente die de gemeente betaalt over de opgenomen geldleningen en over de eigen middelen (reserves en voorzieningen). Voor de begroting 2015 geldt dat de gemiddelde actuele betaalde rente 2,84 % bedraagt en de rente over de eigen middelen 2,1%. Als trend geldt dat in de afgelopen periode een lichtdalende tendens van de langlopende rentetarieven zichtbaar is. Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een rente voor nieuw aan te trekken geldleningen die oploopt naar 2,2%. Op grond hiervan is de verwachting dat de gemiddeld te betalen rente de komende periode stabiel licht zal dalen. Dit is verwerkt in de meerjarenbegroting. KREDIETRISICO Het kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering, als gevolg van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij vanwege insolventie of deficit. In de verordening 212 en 213A 2010 (vastgesteld door de raad d.d. 25 november 2010) is het Treasurystatuut geïntegreerd. Uitzettingen van gelden uit hoofde van de Treasuryfunctie alleen mogen worden gedaan bij financiële instellingen die ten minste een AAArating hebben. Indien zich een overschot lijkt te gaan voordoen wordt namelijk de volgende volgorde in handelen gehanteerd: • Het aangetrokken kasgeld terugbrengen naar nul; • Afzien van het aantrekken van nieuwe langlopende geldleningen voor een periode van 1 tot 2 jaar; • Het uitzetten van overtollige liquide middelen voor een korte termijn. Door de beperkte omvang van de plotselinge meevallers is de kans dat Purmerend beschikt over overtollige middelen verwaarloosbaar. KOERSRISICO Dit is het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Door gebruik te maken van díe instrumenten voor de kortlopende uitzettingen die zijn toegestaan (zoals daggeld en rekening courant), zal het te lopen koersrisico minimaal zijn. Langlopende uitzettingen 101 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen uit hoofde van de treasuryfunctie zullen naar verwachting niet plaatsvinden. Voor het verstrekken van geldleningen en garantstellingen uit hoofde van de publieke functie, zullen zich naar verwachting geen bijzondere risico’s voordoen VALUTARISICO Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de Nederlandse geldeenheid (de euro). EMU-SALDO Op grond van het bestuurlijk akkoord tussen de VNG en het kabinet van 27 september 2004 moeten gemeenten sinds het jaar 2006 hun EMU-saldo in de begroting opnemen. Het EMU-saldo van een overheidslichaam kan globaal omschreven worden als het saldo op kasbasis, op basis van chartale geldstromen in een jaar. Het boekhoudstelsel van de EU is gebaseerd op het kasstelsel (evenals dat van het Rijk), terwijl gemeenten het ‘stelsel van baten en lasten’ hanteren. Zo kan het voorkomen dat een gemeente een sluitende exploitatie heeft (wettelijke verplichting), maar op kasbasis een tekort. Investeringen worden bijvoorbeeld in de gemeentelijke exploitatie in een aantal jaren afgeschreven, maar in het kasstelsel worden deze bedragen ineens ten laste van het resultaat gebracht. Ook de grondexploitatie kan een substantiële invloed hebben op het EMU-saldo van de gemeente. Het EMU-saldo van de gemeente werkt door in het EMU-saldo van de nationale overheid. Het EMU-tekort van de staat mag, in het kader van het Stabiliteitspact, maximaal 3% van het Bruto Nationaal Product (BNP) bedragen. Dit percentage is als gevolg van de kredietcrisis in heel Europa onder druk komen te staan: praktisch alle Europese landen overschreden het ruimschoots. De afgelopen jaren is steeds gebleken dat de begrote EMU-saldi veel hoger zijn dan de werkelijke saldi in de programmarekening. Dit wordt veroorzaakt door een continue te optimistische inschatting van het jaar van uitgave van ter beschikking gestelde kredieten. Tevens geldt dat voor een individuele gemeente de noodzaak tot het doen van een investeringsuitgave zich verhoudt tot een theoretische berekening van wat de gemeenten gemiddeld als EMU-saldi zouden mogen realiseren. Niet alle gemeenten plegen tegelijk omvangrijke investeringen. Hieronder worden de EMU-saldi gepresenteerd, zoals nu zijn verwerkt voor 2013, 2014 en 2015 .Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat hieruit geen knelpunten voortvloeien. De EMU-saldi zijn (bedragen x € 1.000): Jaar Bedrag 2013 (werkelijk) -2.961 2014 (begroting bijgesteld) -20.818 2015 (begroting) -17.034 AFLOSSINGSSCHEMA OPGENOMEN GELDLENINGEN Hieronder worden de aflossingen van opgenomen geldleningen gepresenteerd voor de komende periode: 2015 € 21,5 miljoen 2016 € 36,7 miljoen 2017 € 41,7 miljoen 2018 € 43,9 miljoen De aflossingen zullen volledig geherfinancierd worden. 102 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen NIEUW AAN TE TREKKEN GELDLENINGEN Voor 2015 wordt rekening gehouden met het aantrekken van nieuwe langlopende geldleningen voor een bedrag van € 44 miljoen. Dit bedrag is samengesteld uit: investeringen 2015 minus afschrijvingen 2015 plus herfinanciering van in het verleden afgesloten geldleningen. RISICOANALYSE Ten aanzien van de rentekosten en baten wordt er in de meerjarenbegroting geen bijzonder risico gelopen. De aflopende renteopbrengsten door aflossingen van de aan woningcorporaties en stadsverwarming verstrekte leningen zijn structureel ingepast. 6 Bedrijfsvoering ALGEMEEN Uitvoering van de gemeentelijke taken is mogelijk bij een adequate bedrijfsvoering. De Gemeentewet schrijft voor dat de werkzaamheden rechtmatig, doelmatig en doeltreffend worden uitgevoerd. De borging en toetsing hiervan liggen besloten in de wijze van bedrijfsvoering.Deze is in belangrijke mate de verantwoordelijkheid van de ambtelijke organisatie, maar dient wel aan te sluiten bij de ambities van het bestuur. Dat een gemeente als vanzelfsprekend uit kon gaan van regels om te coördineren is niet meer. Daarmee is niet gezegd dat er taken afgaan, maar de uitvoering ervan wordt op een andere leest geschoeid. Doelen stellen, plannen maken en die uitvoeren moeten worden getoetst aan de vraag of dit de burger/Purmerendse samenleving helpt. De gemeente legt meer verantwoordelijkheid bij de burgers en het maatschappelijk middenveld. Dit betekent dat de gemeente meer een faciliterende rol heeft om dat mogelijk te maken. Dit wordt ook wel aangeduid met de term 'van buiten naar binnen'. Dit betekent dat we ons continue moeten afvragen of de wijze van Bedrijfsvoering aansluit en bijdraagt aan het realiseren van de ambities en doelstellingen. In hoeverre zijn bestaande systemen en ingesleten patronen nog daadwerkelijk nodig of verplicht of kunnen we op een andere wijze de bedrijfsvoering organiseren, die beter aansluit bij en bijdraagt aan de ambities en de doelstellingen. HET BETER WERKEN De gemeente Purmerend staat de komende jaren voor de uitdaging om veel werk te verzetten met aanzienlijk minder mensen en middelen. Tegelijkertijd hevelt de rijksoverheid taken over naar gemeenten, die daarvoor financieel beperkte middelen ontvangen. Ondertussen worden de verwachtingen van inwoners eerder hoger dan lager. Deze uitdagingen vragen om een moderne organisatie die hierop kan inspelen. Door een combinatie van een andere werkwijze, gedrag én innovatie willen we die uitdaging omzetten in een beter werkende gemeente. Deze ontwikkelingen vragen bijsturing van de manier waarop we werken. Na een periode van voorbereidingen zetten we in 2015 een aantal randvoorwaarden neer om deze beweging verder op gang te helpen. Het stadhuis wordt verbouwd om een nieuwe kantooromgeving te realiseren. De kantooromgeving brengt grote veranderingen met zich mee voor de medewerkers. We dagen ze uit en om hun werkplek – veel meer dan nu - af te stemmen op de te behalen resultaten. Geen persoonsgebonden kantooroplossing, maar een dynamische activiteitgerichte werkomgeving waar we burgers, organisaties en elkaar ontmoeten, informatie uitwisselen en samenwerken. We gaan de beschikbare ruimte en werkplekken zo efficiënt mogelijk met elkaar delen via werkplekdeling. Daarmee komt er meer vrijheid maar ook meer verantwoordelijkheid bij de medewerker. Van de managers vraagt dat een andere manier van aansturing. Deze beweging staat volledig ten dienste van het effectiever werken voor de stad. Meer ontmoeting, meer perspectieven, meer verplaatsen in de wereld van buiten. Ter versterking van deze ontwikkeling maken we in 2015 103 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen graag definitieve afspraken met een aantal ketenpartners voor gezamenlijke huisvesting in het stadhuis en gaan we door met het digitaliseren van onze informatie en werkprocessen. INFORMATIEVOORZIENING De verdere professionalisering van de informatievoorziening (IV) wordt de komende jaren doorgezet: Directe digitale dienstverlening aan de burger neemt toe. Meer en betere web-formulieren beschikbaar en de technische basis om ze voor in te vullen wordt gelegd. Met de toenemende flexibilisering van de ICT werkplek en groei van aantal en intensiteit van de samenwerkingsverbanden, neemt de behoefte aan informatieuitwisseling met buiten snel toe zoals bij de 3 decentralisaties. Om dit mogelijk te maken worden er technische maatregelen getroffen, zoals het maken van standaard koppelvlakken tussen verschillende applicaties. Ten behoeve van het tijd- en plaatsonafhankelijk werken is in 2014 de infrastructuur vernieuwd waardoor in 2015 gestart kan worden met het daadwerkelijk plaatsonafhankelijk gebruiken van de verschillende applicaties. Begin 2015 wordt gestart met de uitrol van de generieke applicaties (bijv MS office), gevolgd door de specifieke applicaties (bijv. GWS, Squit). Door het steeds opener worden van de informatievoorziening neemt het belang van informatiebeveiliging en privacybescherming toe. We implementeren de landelijke Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten. Denk daarbij aan de manier waarop we met wachtwoorden omgaan en aan een sterkere bewustwording bij de gebruikers. Ontwikkelingen op IV gebied gaan zeer snel. Hoewel we als gemeente Purmerend niet voorop hoeven te lopen willen we wel meekunnen met de verwachtingen en ook eisen die de omgeving heeft. Dit vergt jaarlijkse investeringen in innovatie/aanpassingen. DECENTRALISATIES Per 1 januari worden de nieuwe Jeugdwet, WMO en Participatiewet ingevoerd. De voorbereidingen hebben grotendeels plaatsgevonden in 2014 maar het werk loopt nog door in 2015. Bedrijfsvoering ondersteunt onder meer bij het inrichten en optimaliseren van de informatievoorziening, financiële voortgangsbewaking, het inrichten van monitoringssystemen en de inkoop en contractbewaking van zorg. Waar de focus tot 1 januari 2015 ligt op het inrichten van de transitie, gaat de focus in 2015 steeds meer komen te liggen op de transformatie van de zorg. STELSEL VAN BASISREGISTRATIES De rijksoverheid verplicht gemeenten om een stelsel van basisregistraties op te bouwen. Voorbeelden van basisregistraties zijn de BRP (BasisRegistratiePersonen) en de BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen). Elke gemeente moet het ontwerp realiseren volgens centraal, landelijk, bepaalde definities en kwaliteitseisen. Het stelsel van basisregistraties speelt een belangrijke rol in het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken. Of het nu gaat om uitrukkende hulpdiensten, het efficiënt vaststellen van het recht op uitkering, het toetsen van vergunningaanvragen of het bestrijden van fraude; alle betrokkenen hebben baat bij slim gebruik van veel gebruikte overheidsgegevens zoals adressen, persoonsgegevens, bedrijfsnamen en geo-informatie. Deze gegevens worden vastgelegd in basisregistraties. Door al bekende gegevens binnen de overheid met elkaar te delen, kan de overheid efficiënter opereren en de dienstverlening verbeteren. Zo hoeft een burger of bedrijf bepaalde gegevens niet steeds opnieuw aan te leveren, maar volstaat één melding. De gemeente Purmerend investeert nu en in de komende jaren in extra middelen en capaciteit om het stelsel te realiseren en om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. TAAKSTELLING/KRIMP AMBTELIJKE ORGANISATIE In 2014 is zijn afspraken gemaakt hoe we te werk gaan om de krimp van het benodigde aantal fte's te realiseren en hoe we de voortgang monitoren. Met het Georganiseerd Overleg (vakbond) is een afspraak gemaakt hoe om te gaan met boventalligheid als gevolg van de krimp. In 2015 zal volgens deze afspraken gehandeld worden. Inmiddels zijn er uitgewerkte voorstellen voor circa 50% van de afgesproken krimp om advies voorgelegd aan de OR. Er van uitgaande dat conform deze voorstellen wordt besloten is de helft van de krimp geformaliseerd. 104 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen In 2015 en verder vindt verdere concretisering van de resterende krimp plaats. MOBILITEIT Ook in 2015 richt de werkgever zich op mobiliteitsvraagstukken. Niet alleen daar waar boventalligheid aan de orde is en er geïnvesteerd wordt in begeleiding van werk naar werk (VWNW), maar ook in het kader van actief werkgever-en werknemerschap. Een en ander is gericht op inzet van medewerkers op hun talent en kwaliteit. INTEGRITEIT Het vertonen van onbesproken gedrag en het nemen van moreel juiste beslissingen van bestuurders en ambtenaren is een cruciale voorwaarde voor het functioneren van een betrouwbare overheid. De continue aandacht hiervoor zal verder worden versterkt. In 2015 zal een eerste aanzet gemaakt worden om te voldoen aan: • de wettelijke verplichting mbt integriteit (actuele visie op integriteit, het actualiseren van regelingen, het opstellen van een onderzoeksprotocol, aandacht voor bewustwording, scholing en vorming mbt integriteit, risico-analyses) • een werkend integriteitssysteem (intern borgen van integriteit in de organisatie. Trainen van managers en medewerkers op het gebied van morele oordeelsvorming. Handhaving als er sprak is van schendingen. Het inrichten van integriteitsorganen). ZIEKTEVERZUIM Het beleid rondom ziekteverzuim is gericht op duurzame inzetbaarheid, waarbij de focus ligt op preventie, reductie en beheersing van het ziekteverzuim. Purmerend werkt met een verzuimdoelstelling, die gebaseerd is op de Gemeentelijke Verzuimnorm van het A+Ofonds. De huidige doelstelling is 4,42%. Het verzuimpercentage in 2013 was 6,18 procent. Inmiddels daalt het verzuim gestaag en bedraagt het actuele percentage 5,5 %. De laatste twee maanden ligt het verzuim zelfs op 4,4 %. Ook in 2015 zal veel inzet worden gepleegd op het voeren van effectieve verzuimgesprekken tussen medewerker en leidinggevende. Gesprekken zijn gericht op wat iemand nog wel kan in plaats van wat iemand niet kan. De leidinggevende voert de regie en schakelt waar nodig de arbodienst in BETALINGSGEDRAG Het betalingsgedrag blijft de laatste jaren stabiel (80% binnen 30 dagen). De gerealiseerde gemiddelde betalingstermijn bedraagt 25 dagen. Om het gedrag verder te verbeteren wordt ingezet op bewustwording van tijdig betalen dan wel het retourneren van foutief ingediende facturen zodat het percentage openstaande facturen niet vertroebeld wordt door het feit dat facturen niet conform afspraak ingediend zijn. REGIONALE SAMENWERKING Beemster In 2014 is de ambtelijke samenwerking tussen Beemster en Purmerend in volle omgang van start gegaan. De meeste grote ICT systemen zijn gekoppeld of overgebracht in de Purmerendse systemen. Tot in 2015 verwachten we bezig te zijn met de overige systemen, en loskoppelen van de ICT voorziening van Zeevang die aan Beemster vast zat. Het jaar staat verder in het teken van monitoren van mens en taak en verder uitwerken van met name Bedrijfsvoeringsaspecten dievoorwaardelijk zijn voor het doen slagen van de overeengekomen samenwerking. Regionale flexbank Gemeente Purmerend zal een koppeling realiseren tussen onze interne bestaande flexbank en de regionale nieuwe flexbank om zo kansen op mobiliteit te vergroten. Trainees In 2015 gaat een tweede regionale traineepool van start. Naast de eerdere samenwerkingsgemeenten doen nu ook andere organisaties zoals oa de VRK Zaanstreek-Waterland en Omgevingsdienst Noordzeekanaal mee. 105 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen Purmerend heeft structureel drie traineeplekken beschikbaar. Hiermee wordt ook in regionale samenwerking een verbinding gelegd met Jong Talent. WET MARKT EN OVERHEID Met ingang van 1 juli 2014 geldt de wet Markt en Overheid voor alle economische activiteiten van overheden. Overheden moeten voldoen aan de gedragsregels van de overheid als ondernemer, zoals het doorberekenen van de integrale kosten of het niet bevoordelen van overheidsbedrijven.De doelstelling van de wet is om een zo gelijk mogelijke concurrentieverhouding te creëren tussen overheden en particuliere ondernemingen. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke publieke taak van de overheid. Door toepassing van de gedragsregels moeten overheden meer oog krijgen voor de mededingingsaspecten van overheidsmaatregelen.. VENNOOTSCHAPSBELASTINGPLICHT De vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen gaat naar verwachting gewijzigd worden. Het bestaande uitgangspunt van 'onbelast, tenzij' verandert in 'belast, tenzij'. Overheidsondernemingen zijn veelal niet belastingplichtig op grond van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De met deze overheidsondernemingen concurrerende private ondernemingen zijn dat in beginsel wel. Het concept voorstel tot wijziging van de wet geeft vorm aan de wens van het kabinet om een gelijk speelveld te bereiken en beoogt de in het parlement en bij burgers en bedrijven levende zorgen over mogelijke concurrentieverstoring weg te nemen. De nieuwe regeling geldt voor boekjaren die op of na 1 januari 2016 aanvangen.De wijziging van de vennootschapsbelasting gaat gepaard met de nodige administratieve uitvoeringsmaatregelen zoals de opstelling van een fiscale openingsbalans, de wijze waarop afbakening tussen belaste en niet belaste activiteiten moet plaatsvinden en de fiscale winstbepaling. Voor de onderdelen die onder de heffing van vennootschapsbelasting gaan vallen, zijn dit aspecten die de nodige aandacht zullen vergen. VERANTWOORDING De begroting dient voor de raad zodanige informatie te bevatten dat de raad zijn budgetverantwoordelijkheid kan nemen en zijn controlerende rol kan spelen. Continue wordt gezocht naar het optimaliseren van de informatievoorziening. De bestuursrapportage wordt drie maal per jaar aangeboden. In deze rapportage wordt gerapporteerd over de geconstateerde of verwachte afwijkingen op de programmabegroting. De eerste rapportage concentreert zich op de effecten die doorwerken vanuit het voorgaande jaar. De tweede en derde bestuursrapportage informeren het bestuur over de stand van zakenvan de uitvoering van de begroting. Interne controles worden conform een plan uitgevoerd en leveren inzicht in de aanscherping van processen. Ook zijn interne controles een belangrijke bouwsteen voor de accountantscontrole. 7 Verbonden partijen DOELSTELLING De gemeente Purmerend is verbonden met een aantal partijen. Deze paragraaf geeft inzicht in de partijen waarmee Purmerend is verbonden. In onderstaand overzicht beschrijven wij de verbonden partij, de wijze waarop de bestuurlijke zeggenschap is vormgegeven en de hoogte van de jaarlijkse bijdragen. WAT IS EEN VERBONDEN PARTIJ Een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft (artikel 1 Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten). HOE KIJKEN WIJ AAN TEGEN INHOUDELIJKE AANSTURING VERBONDEN PARTIJEN? De gemeente Purmerend heeft om diverse redenen een belang in verbonden partijen. Dit kan diverse oorzaken hebben: • vanuit het verleden ontstaan, gemeentelijk belang beperkt, maar financieel interessant vanwege dividendinkomsten; 106 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen • strategisch belang; de gemeente heeft er belang bij of is wettelijk verplicht om via gemeenschappelijke regelingen of besturen invloed te hebben in bepaalde meer inhoudelijke zaken. Door deze verbonden partijen wordt het mogelijk bepaalde voorzieningen voor de (inwoners van) de gemeente beschikbaar te hebben en daarbij ook bestuurlijke invloed uit te oefenen; • verzelfstandigde gemeentelijke onderdelen; qua bestuur en organisatie zijn er voormalige gemeentelijke onderdelen op afstand gezet. Door financiële relaties of bestuurlijke vertegenwoordiging heeft de gemeente nog invloed op de koers van deze verzelfstandigde onderdelen. Al deze samenwerkingsverbanden hebben als overeenkomst dat het bestuur van de gemeente Purmerend via deze samenwerkingsverbanden een bijdrage kan leveren aan het behalen van de verschillende programmadoelstellingen. Als dit wijzigt moet de gemeente bij de wijze van betrokkenheid in de betreffende partij heroverwegen. BEGROTINGSCRITERIUM IN RELATIE TOT VERBONDEN PARTIJEN Het begrotingscriterium houdt in dat binnen de spelregels van de raad geen overschrijdingen op programmaniveau mogen plaatsvinden. Een belangrijk dilemma in het kader van de verbonden partijen is dat door de wijze waarop de bestuurlijke zeggenschap is georganiseerd (op afstand), de uitkomsten van de begroting en jaarrekening van de verbonden partijen en de gemeentelijke bijdrage niet altijd direct beinvloedbaar zijn. Over voorstellen voor de ontwikkeling van de gemeentelijke bijdrage hanteert onze gemeente de volgende beleidslijn: • financieel effect gebaseerd op nieuw beleid van verbonden partij; kan alleen opgenomen worden in de begroting en de budgetten, na instemming van de raad, passende binnen de (financiële) spelregels voor nieuw beleid van de gemeente; • financieel effect gebaseerd op bestaand beleid van verbonden partij; beschouwen als onvermijdelijke wijziging en deze als zodanig behandelen in de begroting en begrotingsaanpassingen. De belangrijkste verbonden van Purmerend zijn: Naam instellling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Zaanstreek/ Waterland Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningschap Zaanstreek/ Waterland Beenstede Geraamde bijdrage 2015 € 2.447.513 € 731.322 Veiligheidsregio Zaanstreek/Waterland Recreatieschappen Het Twiske en landschap Waterland € 148.709 Intergemeentelijke samenwerkingsorgaan Waterland (ISW) € 307.804 BV Stadsverwarming Purmerend n.v.t. Huisvuil Centrale Alkmaar (HVC) n.v.t. Onlangs zijn de voorschriften voor de paragraaf verbonden partijen gewijzigd. Aangegeven moet worden het verwachte financieel resultaat 2015, het eigen vermogen en het vreemd vermogen. De informatie is nog niet eenduidig beschikbaar voor de begroting 2015. Er is nader overleg nodig met de verschillende partijen zodat eenduidige definities worden gehanteerd en de informatie tijdig voor alle gemeenten beschikbaar is. In de rekening 2014 wordt de vereiste informatie opgenomen en vanaf dat moment in gebed in de P&C-cyclus. Programma 2 Samenleving Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Zaanstreek/Waterland Dit betreft een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten in Waterland, Zaanstad en Oostzaan. Gemeenten zijn verplicht om alleen, of samen met anderen, een Gezondheidsdienst in stand te houden. Bestuurlijk is de 107 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. De begrote bijdrage voor 2015 van de gemeente Purmerend is € 2.447.513. Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningschap Zaanstreek/Waterland Baanstede Als gemeente stellen wij jaarlijks budget beschikbaar aan het werkvoorzieningsschap Zaanstreek/Waterland (Baanstede) voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. Vanaf 1 januari 2015 treedt de participatiewet in werking. Er kunnen dan geen nieuwe mensen meer instromen in de Wsw. De rechten en plichten van mensen, die onder de huidige Wet sociale werkvoorziening werken, veranderen niet. Zij zijn geïndiceerd en blijven onder de Wsw vallen. Voor de mensen op de wachtlijst Wsw en nieuwe instroom geldt dat zij per 1 januari 2015 een beroep kunnen doen op de Participatiewet als ze tot de doelgroep behoren. De participatiewet maakt het mogelijk dat mensen met een arbeidsbeperking werk krijgen. De begrote bijdrage van de gemeente Purmerend in het exploitatietekort (€ 3,7 miljoen) van Baanstede op basis van de concept begroting van Baanstede van april 2014 bedraagt in 2015 € 731.322 (exclusief de middelen die voorheen in een subsidierelatie werden ondergebracht, en die nu onderdeel uitmaken van het deelfonds sociaal domein). De bijdrage aan de herstructureringskosten bedraagt € 374.556. De verwachte omvang van het eigen vermogen van Baanstede aan het begin en einde van het boekjaar bedraagt nihil. Baanstede heeft bij de provincie uitstel van aanlevering van de begroting gevraagd. De conceptbegroting is daarom nog niet door het bestuur vastgesteld. Programma 8 Veiligheid Veiligheidsregio Zaanstreek/Waterland Dit betreft de gemeenteschappelijk regeling van de alle gemeenten in de regio Zaanstreek/Waterland. De veiligheidsregio zorgt de brandweertaken en taken op het gebied van rampen en crisisbestrijding. Ook de geneeskundige hulpverlening bij rampen valt in het pakket. In het bestuur heeft namens Purmerend de Burgemeester zitting, voor de afstemming tussen de veiligheidsregio en de gemeentelijke taken bij de rampenbestrijding (o.a. crisisopvang, registratie van slachtoffers en schade) vindt ook overleg plaats met de gemeentesecretarissen. Bijdrage aan de VRZW bedraagt in 2015 € 5,8 miljoen. Programma 9 Economie Recreatieschappen Het Twiske en Landschap Waterland Op dit moment participeert de gemeente Purmerend in recreatieschap Het Twiske en Landschap Waterland. De bijdrage in 2015 aan de recreatieschappen is € 78.100 voor Het Twiske en € 70.609 voor Landschap Waterland. Programma 10 Bestuur en Concern Intergemeentelijke Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW) De samenwerking op Waterlandse schaal richt zich vooral op beleidsafstemming op terreinen als ruimtelijke ordening, landschap, verkeer en vervoer en economie. Daarvoor heeft het I.S.W. een klein ambtelijk apparaat beschikbaar. De nadruk ligt op het overleg van de portfeuillehouders. In 2015 bedraagt de bijdrage aan het I.S.W. € 307.804. De gemeente Purmerend heeft besloten om de financiële bijdrage af te bouwen. In de begroting is voor het jaar 2016 een verlaging begroot van € 53.000 en vanaf 2017 een verlaging van € 106.000. Het Waterlands archief voert de wettelijke taak van de gemeenten uit om een streekarchief te voeren. De gemeente Purmerend draagt ongeveer 50% van de lasten. In 2015 bedraagt de bijdrage aan het Waterlands archief € 475.666. Algemene dekkingsmiddelen BV Stadsverwarming Purmerend 108 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen De BV stadsverwarming is een 100% deelneming van de gemeente Purmerend. De BV koopt en verkoopt warmte en heeft hiervoor een eigen distributienet. De deelneming van de gemeente in de BV bedraagt ruim € 38 miljoenen staat ongeveer gelijk aan 50% van de omvang van de activa van de BV. De gemeente is enig aandeelhouder en moet als zodanig instemmen met de benoeming van de Commissarissen. De exploitatieresultaten van de BV staan niet toe dat er dividend aan de gemeente kan worden uitgekeerd. HVC (Huisvuil Centrale Alkmaar) De deelneming HVC is in 2011 geactiveerd op 102 aandelen met een waarde van € 45,45. De totale waarde van de deelneming bedraagt € 4.636. Door HVC wordt er op dit moment nog geen dividend uitgekeerd. Daarnaast staat Purmerend via het aandeelhouderschap garant voor circa € 22 miljoen langlopende leningen. Jaarlijks wordt 1% van de garantstellingprovisie door de HVC uitgekeerd. Het beleid van HVC is om de omvang van de leningen te laten afnemen. 109 Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen B I J L A G E N I. ONTWIKKELING EN TOELICHTING VERLOOP VRIJE RUIMTE 2015-2018 EN MIDTERM REVIEW 111 II. BIJLAGE II: OVERZICHT BATEN EN LASTEN PER PROGRAMMA EN BELEIDSVELD 120 III. INVESTERINGSOVERZICHT 123 IV. OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN 131 V. PORTEFEUILLEVERDELING 139 VI. GEMEENTELIJKE ORGANISATIE 141 VII. UITGANGSPUNTEN BEGROTING 2015-2018 145 110 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen 111 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen Bijlage I Ontwikkeling en toelichting verloop vrije ruimte 2015-2018 en Midterm review IA. ONTWIKKELING EN TOELICHTING VERLOOP VRIJE RUIMTE 112 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen (+/+ = voordeel en -/- is nadeel, bedragen maal € 1.000) 2015 2016 2017 2018 Resultaat perspectief voorjaar 2014 4.461 690 1.760 27 -394 -200 - - A. Ruimtenemers Onvermijdelijk 1 Ontwikkeling Baanstede 2 Taakstelling maatschappelijk beleidskader 3 Beëindiging taak onderhoud onderwijshuisvesting 4a Handhavingstaak onrechtmatige bewoning 4b Opbrengstboetes onrechtmatige bewoning 77 - - -255 -183 -10 - -88 -89 -90 -91 53 53 53 53 -50 -50 -50 -50 6 Egalisatie onderhoud openbare ruimte -165 -151 300 308 7 Frictie leegstand vastgoed -184 -185 - - 8 Niet realiseren aanvullende besparing veiligheidsregio -110 -171 -173 -175 9 Lagere opbrengst reclame -131 -104 -104 -104 - - - -110 -137 -139 -140 -142 5 Parkeren op zondag gratis 10 Nieuwe Raad 2018 (presidium) 11 5de Wethouder 12 rechtspositieraadsleden 13 Vertragingseffect bezuiniging op ISW 14 Verschuiving frictie inclusief vertraging taakstelling -20 -20 -20 -20 -106 -53 - - 500 -300 -500 - 15a CAO structureel -226 -327 -333 -340 15b CAO effect subsidies -120 -176 -178 -180 16 Effect vertraagde kapitaallasten 435 1.041 182 - 17 Diverse kleinere afwijkingen -33 -11 -9 16 -954 -1.065 -1.072 -835 -10 -10 - - -150 - - - -50 - - - - -50 -49 -48 - -88 -86 -84 -30 -30 - -78 Subtotaal A: B Keuzes 1 Intensivering alcoholmatigingsbeleid 2 Intensivering armoedebeleid 3 Jubileum 25 jaar Purmaryn 4 Toekomstbestendigheid Purmaryn 5 Aanleg kunstgrasvelden Purmersteijn en De Wherevogels 6 Stimulering duurzaamheidsinitiatieven 7 Schoon: niet stoppen met inhuur poepzuiger -78 -78 -78 8 Impuls en ombouwen onderhoud Groen -300 -300 -300 - 9 Continuering buurttoezicht -165 -167 -170 -173 10 Extra evenementen Subtotaal B: - - -150 - -783 -723 -833 -383 - 134 - - 20 20 20 20 C. Ruimtemakers 1 Vrijval budget verkiezingen 2016 2 Wijziging leerlingenvervoer 3 Incidentele opbrengsten grond - - 1.250 1.250 4 Lagere rentelasten door hogere algemene reserve van 15 naar 20 miljoen - -8 26 118 5 Lagere rentestand financiering 200 420 620 635 6 Ontwikkeling gemeentefonds 981 1.828 1.454 481 7 Deelneming EZW Subtotaal C: Ontwikkeling sinds financieel perspectief Resultaat begroting 2015 - 2018 Incidentele posten 2018 Structurele stand begroting 113 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen - -163 -163 -163 1.201 2.231 3.207 2.341 -536 443 1.301 1.123 3.925 1.133 3.061 1.150 1.140 10 Toelichting: a1. Ontwikkeling Baanstede Op basis van de actuele begroting 2014 en de concept meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met een grotere bijdrage van de gemeenten in het exploitatietekort. Voor de jaren 2017 en 2018 is de inzet dat het tekort niet verder groeit en gehandhaafd wordt op circa € 700.000 per jaar. De ontwikkeling rond Baanstede is verder toegelicht in programma 2. a2. Taakstelling maatschappelijk beleidskader In de begroting is een oplopende taakstelling voor het maatschappelijk beleidskader opgenomen. Voor 2015 is rekening gehouden met een besparing van € 300.000. Deze is voor een deel ingevuld. a3. Beëindiging taak onderhoud onderwijshuisvesting Het gemeentefonds is per 2015 gekort voor de middelen onderhoud onderwijshuisvesting. Deze middelen zijn overgedragen aan de schoolbesturen. In de begroting vallen de jaarlijkse budgetten voor incidentele uitgaven weg, verminderen kapitaallasten voor geactiveerd levensduur verlengend onderhoud en wordt de ambtelijke formatie beperkt. In 2014 is verwerkt dat de voorziening voor onderhoud vrijvalt. Het realiseren van de afbouw van de uitgaven en de formatie loopt iets achter op de uitname uit het gemeentefonds. a4. Handhaving onrechtmatige bewoning In de woonvisie is aandacht besteed aan onrechtmatige bewoning en de handhavingstaak die hieraan verbonden is. Onderdeel van de handhavingstaak is het opleggen van boetes in die gevallen waar sprake is van een overtreding. Om de boetes op te leggen is een goede dossiervorming van groot belang. Met de huidige ambtelijke capaciteit was dit nu niet goed mogelijk. Voor de uitvoering is een uitbreiding met 1 formatieplaats nodig. tegenover de hogere lasten staan opbrengsten uit boetes. Het ontvangen van de boetes op zich mag overigens geen reden zijn om een taak wel of niet uit te voeren. De opname van deze inzet is ook al incidenteel voor 2014 voorgesteld. Hier betreft het de structurele verwerking in de meerjarenbegroting. a5. Parkeren op zondag gratis Conform het raadsbesluit is verwerkt dat de opbrengsten uit het parkeren op zondag zijn komen te vervallen. a6. Egalisatie onderhoud openbare ruimte De langer gewenste voorziening voor het onderhoud van de openbare ruimte en de riolering is onderbouwd en vastgesteld. In de meerjarenbegroting was opgenomen dat het budget van 2016 naar 2017 structureel groeit. Uit de onderbouwing blijkt dat de groei minder sterk is als vanaf 2014 de voorziening wordt ingesteld. De eerste jaren moet overigens wel meer worden gestort in de voorziening dan nu opgenomen in de begroting. Met de voorziening is het onderhoud voor de komende 15 jaar afgedekt. a7. Frictieleegstand vastgoed In de vastgoedportefeuille van de gemeente is sprake van nieuwe en mogelijke blijvende leegstand. Dit betreft o.a. de gebouwen die worden verhuurt aan kinderopvang instellingen. In de begroting wordt rekening gehouden met het niet kunnen vinden van nieuwe huurders gedurende de eerste paar jaar. Structureel is opgenomen dat een nieuwe invulling met huurders van de panden kan worden bereikt of dat de panden in 2016 worden afgestoten. a8. Niet realiseren aanvullende besparing veiligheidsregio De Purmerendse begroting is sinds augustus 2013 niet aangepast. In de begroting 2014 werd nog rekening gehouden met een aanvullend voordeel op eerdere meerjarenraming. Dit voordeel wordt niet gerealiseerd. De begroting van de veiligheidsregio houdt rekening met een besparing van € 2,6 miljoen structureel. Deze 114 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen besparing komt niet evenredig bij alle gemeenten terecht omdat vanaf 2015 wordt toegegroeid naar een objectief verdeelmodel van de lasten dat aansluit bij de maatstaven in het gemeentefonds. In dit nieuwe model stijgt het aandeel van Purmerend in de begroting van 24% naar 25,5%. a9. Lagere opbrengsten reclame In de begroting was rekening gehouden met stijgende opbrengsten uit buitenreclame. Deze stijging is te optimistisch ingeschat. Voor Purmerend wordt een jaarlijkse opbrengst van € 200.000 mogelijk geacht. Het verschil met de begrotingsraming is als onvermijdelijke ontwikkeling hier gepresenteerd en verwerkt in programma 9. a10. Nieuwe Raad 2018 Na gemeenteraadsverkiezingen treden er wijzigingen op de in de samenstelling van de raad. Gebruikelijk is dat hiermee een bedrag van € 110.000 aan incidentele kosten gepaard gaat. De uitgaven zijn verder toegelicht in programma 10 onder het kopje incidentele baten en lasten. a11. 5de Wethouder Na de verkiezingen is gekozen voor de uitbreiding van het college met een vijfde wethouder. De structurele lasten hiervan zijn hier gepresenteerd en verwerkt in programma 10. a12. rechtspositieraadsleden In de rechtspositie van politieke ambtsdragers waren verschillen mogelijk per gemeente. Deze verschillen worden met ingang van 2015 door de wetgever gelijk getrokken. Als gevolg hiervan stijgen de lasten voor de begroting met structureel € 20.000. De wijziging bestaat uit: a. De tegemoetkoming ziektekostenverzekering die in Purmerend juist m.i.v. 2014 was afgeschaft en was ingezet als een bezuinigingsmaatregel moet m.i.v. 1-7-2014 verplicht worden uitbetaald. Toegevoegd (en nieuw) daarbij is dat de tegemoetkoming ook moet worden uitbetaald aan commissieleden. Deze tegemoetkoming bedraagt op dit moment p.p. € 203,21. Op jaarbasis is dat een bedrag van € 12.599,02 (€ 7112,35 voor de 35 raadsleden en rekening houdend met het maximaal aantal van 27 (drie per fractie bij 9 fracties) te benoemen commissieleden € 5.486,67 voor commissieleden); b. de raadsleden die zitting hebben in een Rekenkamercommissie krijgen een toelage van 5% v.d. vergoeding voor de (raads-)werkzaamheden op jaarbasis. En er komt een recht op vergoeding van een aantal andere zaken, waaronder niet partijpolitieke scholing. (uitgegaan wordt van een stijging met € 6.000 op jaarbasis) c. de onkostenvergoeding voor raadsleden is (voor alle gemeenten) vastgesteld op een bedrag van € 165 (was voor Purmerend € 161,79). Verschil op jaarbasis € 1348,20. Het geheel aan wijzigingen wordt verwerkt in een nieuwe verordening rechtspositie die in september wordt voorgelegd aan het presidium. a13. Vertragingseffect taakstelling ISW De besparing op de totale kosten van de gemeenschappelijke regeling ISW wordt later gerealiseerd. Dit wordt veroorzaakt door een zorgvuldige afbouw van de organisatie en de bestaffing van de organsiatie. a14. Verschuiving frictie taakstelling gemeentelijke organisatie De frictiekosten van de krimp van de ambtelijke organisatie treden naar verwachting later op. Een deel van het budget is in 2014 vrijgevallen, maar wordt alsnog nodig geacht in 2016 en 2017. Het geheel van de taakstelling kan worden gerealiseerd en beïnvloed verder de begroting niet. a15. CAO gemeenteambtenaren In de zomer van 2014 is een akkoord bereikt tussen de werkgevers en werknemers over de nieuwe CAO voor gemeenteambtenaren. Structureel is het effect dat in plaats van 1,5% stijging van de loonkosten over 2014 en 115 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen 2015 er nu 2,6% loonstijging zal worden gerealiseerd. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over sociaal rendement, behoud van werkgelegenheid en het bevorderen van de instroom van jongeren. Met deze nieuwe CAO wordt de voorgenomen nullijn in de CAO voor 2014 doorbroken. Het effect wordt gezien als een onvermijdelijke uitgaven. Conform onze spelregels en de afspraken met de gesubsidieerde instellingen werkt de hogere stijging door naar de subsidies. a16. Effect vertraging kapitaallasten Door verschuivingen in het tempo waarmee de goedgekeurde investeringen worden uitgevoerd treden rente en afschrijvingen later op. Dit levert een incidenteel voordeel op de begroting. a17 Diverse kleinere afwijkingen Bij de opstelling van de begroting komen altijd diverse kleinere afwijkingen voor. Het totaal van deze afwijkingen is hier als een regel gepresenteerd. De afwijkingen zijn ieder afzonderlijk kleiner dan € 50.000. b1. Intensivering alcoholmatigingsbeleid In lijn met de bespreking in de raad, de commissie AZ, wordt voorgesteld om ook voor het seizoen 2015/2016 extra inzet op controle en handhaving bij onder andere verenigingen mogelijk te maken.Hiervoor is € 20.000 nodig in aanvulling op de besluit in 2014. De inzet vindt plast gedurende 2015 en 2016. b2. Intensivering Armoedebeleid De rijksregelgeving voor het armoede en minimabeleid is in beweging. Het voornemen is om maatwerk in de toekenning voorop te plaatsen. Voor 2015 wordt voorgesteld om de huidige inzet te handhaven en in de loop van 2015 te bezien of de huidige structurele middelen toereikend zijn voor de uitvoering in de komende jaren. b3. Jublieum 25 jaar Purmaryn Voorgesteld wordt een incidenteel bedrag van € 50.000 beschikbaar te stellen. Het voorstel is nader toegelicht in programma 2. b4. Toekomstbestendigheid Purmaryn De investering in de Purmaryn is toegelicht in programma 2. Financieel is rekening gehouden met de inzet van een deel van de voorziening voor onderhoud omdat een aantal elementen daarin worden geraamd. Daarnaast is het krediet voor vervanging horeca/foyer ingezet voor het deel dat nog niet was benut. b5. Aanleg Kunstgrasvelden Purmersteijn en De Wherevogels De aanleg van deze twee kunstgrasvelden is toegelicht in programma 2. In de tabel is rekening gehouden met de eerder geraamde vervangingsinvestering van de toplaag van een gewoon grasveld. Het betreft hier derhalve de meerkosten na aftrek van de eigen bijdrage van 10% door de verenigingen in de toplaag van het kunstgrasveld. b6. Stimulering duurzaamheidsinitiatieven Voor de vele initiatieven op het terrein van duurzaamheid wordt een gemeente bijdrage nodig geacht. Het betreft een werkbudget dat niet vooraf is verplicht en bedoelt is om lopende het jaar in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen en initiatieven. b7. Niet stoppen met de inhuur van de poepzuiger Het beëindigen van de inhuur van de poepzuiger voor het verwijderen van hondenpoep was een bezuiniging uit de begroting 2014. In lijn met het coalitieakkoord wordt voorgesteld om van deze bezuiniging af te zien. b8. Impuls en ombouwen Groen 116 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen Om het groen in de openbare ruimte te kunnen onderhouden met de structureel beschikbare middelen is een ombouw operatie nodig. Voorgesteld wordt om deze ombouw in drie jaar uit te voeren met een incidenteel budget van € 900.000. Aan deze ombouw ligt een groenvisie ten grondslag die dit najaar aan de raad wordt aangeboden. b9. Continuering buurttoezicht Voor de continuering van het team buurttoezicht wordt voorgesteld om structureel € 165.000 beschikbaar te stellen. b10. Extra evenement Voorgesteld wordt om een taakstellend bedrag van € 150.000 beschikbaar te stellen voor een grootschalig evenement in 2017. c1. Vrijval budget verkiezingen In de begroting is rekening gehouden met de organisatie van 1 verkiezing per jaar. Voor 2016 worden momenteel geen verkiezingen verwacht. Het budget kan voor € 134.000 vrijvallen. c2. Leerlingenvervoer Conform de wijziging op het leerlingen vervoer is een structurele lagere last verwerkt van € 20.000. c3. Incidentele opbrengst uit verkoop grond Uit de ontwikkeling van bestaande grondposities van de gemeente en de lopende grondexploitaties (met name Weidevenne) wordt een hogere opbrengst mogelijk geacht dan eerder verwerkt. c4. Lagere rentelasten door groei van de algemene reserve Door een blijvend hoger niveau van de algemene reserve hoeft de gemeente minder langlopende leningen aan te trekken. In de meerjarenbegroting levrt dit € 118.000 ruimte op. c5. Lagere rentestand financiering. Uit de (her)financiering van de vermogensbehoefte vloeit een structureel voordeel. De leningne worden afgesloten met een looptijd van tussen de 6 en 10 jaar. De te betalen rente ligt onder de aanname in de begroting van 2,25 %. De komende jaren wordt hiermee een voordeel gerealiseerd van € 635.000. c6. Ontwikkeling gemeentefonds Structureel profiteert Purmerend van het herverdeeleffect binnen het gemeentefonds naar aanleiding van aanpassing van verschillende maatstaven. In de jaren 2015 - 2017 is er een tijdelijk voordeel door verschuivingen van uitgaven op de rijksbegroting. Inhoudelijke wijzigingen c7. EZW In de houdstermaatschappij Energie Zaanstreek Waterland zitten de aandelen Alliander. Geraamd was dat na de verplichte vermogensgroei naar 40% de dividenduitkering zich zou herstellen naar € 380.000 per jaar. Door nieuwe eisen van de toezichthouder Consument en Markt ten aanzien van de tarieven en de toegestane gemiddelde vermogensvergoeding zal het dividend niet terug groeien naar het oude niveau. Een tegenvaller van structureel € 163.000. Het aandelenkapitaal is overigens maar paar duizend euro. Jaarlijks ontvangt de gemeente nog steeds ruim € 200.000 dividend. 117 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen IB. MIDTERM REVIEW Dekking betrekken bij de Midterm Review 1. Sociaal rendement 2017 2018 PGR - -301 2 2. Investeringen sportaccommodaties pm pm 2 3. Impuls fietspaden -45 -90 5 4. gratis openbaar vervoer voor ouderen en/of minima pm pm 5 5. 2de team buurttoezicht -170 -173 8 6. Ondersteuning Economie -150 -150 9 7. afzien van indexering OZB -190 -390 11 pm pm -555 -1.104 8. Nieuwe ontwikkelingen Totaal: Toelichting: De onderwerpen zijn in de volgorde van de programma's opgenomen, er is geen sprake van prioriteitsvolgorde. Het totaalbedrag is een indicatie van de omvang van middelen die vrijgemaakt zou moeten worden. 1. Sociaal rendement In de begroting zijn de jaarlijkse lasten van de inzet op sociaal rendement verwerkt tot met 2017. Daarna blijven de lasten gelijk. In de afgesproken ambitie van de gemeente om als werkgever ruimte te maken voor de creatie van 35 fulltime arbeidsplaatsen wordt uitgegaan van jaarlijkse groei die in 2019 wordt voltooid. De stijging van de lasten voor 2018 en 2019 zijn nog niet in de begroting verwerkt. 2. Investeringen sportaccommodaties In de nota Sportaccommodaties wordt aandacht gevraagd voor investeringen in verschillende gebouwen en sportvelden. Deze nota wordt dit najaar aangeboden aan de gemeenteraad. Voor nieuwe of hogere lasten is nog geen financiële dekking aangewezen. 3. Impuls Fietspaden In het coalitieakkoord is gevraagd om fietspaden sneller dan opgenomen in het bestaande onderhoudsprogramma aan te verbeteren. Het gaat daarbij om de verkeersveiligheid, goede doorstroming en gebruiksvriendelijkheid. In de tabel zijn de kapitaallasten opgenomen van een investering van € 1 miljoen die in 20 jaar wordt afgeschreven. 4. Gratis openbaar vervoer voor ouderen en/of minima In het coalitieakkoord is de wens opgenomen om de mogelijkheid te onderzoeken om het gebruik van het openbaar vervoer door ouderen en/of minima gratis te maken. Indien hiertoe mogelijkheden zijn komt de financiële afweging terug in de midterm review. Op dit moment zijn de mogelijkheden en de lasten hiervan nog niet bekend. 5. 2de team buurttoezicht In het coalitieakkoord is opgenomen dat halverwege de bestuursperiode wordt bekeken of het nodig is om een tweede team buurttoezicht in te stellen. In de tabel opgenomen bedragen zijn gelijk aan de lasten van het huidige team buurttoezicht. 6. Ondersteuning economie De ambities op het terrein van economie, onderwijs en arbeidsmarkt staan op gespannen voet met de beschikbare ambtelijke capaciteit. In de midterm review komt de afweging aanbod of het nodig is de bestaande capaciteit structureel uit te breiden. Het in de tabel opgenomen bedrag komt overeen met ongeveer 1,5 fte uitbreiding van de ambtelijke organisatie. 7. Afzien van indexering van de OZB 118 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen In het coalitieakkoord is opgenomen dat halverwege de bestuurperiode zal worden beoordeeld of gelet op de financieële positie van de gemeente het doorvoeren van de jaarlijkse inflatiecorrectie achterwege kan blijven. De in de tabel opgenomen bedragen drukken uit wat het effect is van het zowel in 2017 als in 2018 niet doorvoeren van 1,5% inflatiecorrectie. 8. Nieuwe ontwikkelingen In elke bestuursperiode doen zich ontwikkelingen voor die vooraf niet waren voorzien. Om uit te drukken dat ook nieuwe ontwikkelingen een financiële inzet kunnen vergen is deze regel opgenomen in de tabel. 119 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen Bijlage II Bijlage II: Overzicht baten en lasten per programma en beleidsveld Programma (Bedragen x € 1.000) BV011 Publieksdienstverlening Lasten - Baten Lasten Baten BV022 Sport en recreatie BV023 Wijkmanagement 3.159 3.170 -5.094 Lasten -8.189 -8.189 -8.186 -8.223 Baten 1.611 1.599 1.599 1.599 -6.578 -6.591 -6.588 -6.624 Lasten -7.077 -7.641 -8.813 -8.928 Baten 1.172 1.173 1.174 1.186 -5.906 -6.469 -7.639 -7.742 -1.317 -1.328 -1.186 -1.196 - - - - Lasten Lasten Lasten Lasten -20.115 -19.858 -19.249 -19.379 -12.358 -12.392 -12.350 -12.411 1.827 1.766 1.776 1.787 -10.531 -10.625 -10.574 -10.624 -36.171 -36.068 -35.543 -35.965 Lasten -44.026 -44.920 -45.799 -46.634 Baten 22.816 24.275 25.486 26.531 -21.210 -20.646 -20.313 -20.103 -105.355 -104.769 -104.347 -104.892 -1.664 -957 -905 -909 Lasten 527 364 313 306 -1.137 -594 -593 -603 Lasten -13.280 -13.363 -13.401 -13.483 Baten 12.954 13.382 13.417 13.479 -326 19 16 -4 -3.827 -3.710 -3.348 -3.408 Lasten 2.211 2.211 2.211 2.211 -1.616 -1.499 -1.137 -1.197 Lasten -24.351 -24.704 -25.104 -25.423 Baten 10.070 10.368 10.622 10.773 -14.281 -14.336 -14.483 -14.651 Lasten -18.878 -14.564 -10.967 -9.689 Baten 17.971 13.288 10.097 7.469 -907 -1.276 -869 -2.220 Lasten -7.440 -7.395 -7.399 -7.399 202 203 204 204 -7.239 -7.192 -7.194 -7.195 -901 -838 -870 -877 Baten PGR08 VEILIGHEID Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen - 1.836 PGR07 RUIMTELIJKE ORDENING 120 - -34.129 PGR06 BEHEER OPENBARE RUIMTE BV091 Economie - 1.808 Baten BV081 Veiligheid - -33.735 PGR05 BEREIKBAARHEID BV071 Ruimtelijke ordening -1.196 -19.379 1.791 PGR04 MILIEU BV061 Beheer openbare ruimte -1.186 -19.249 -34.277 Baten BV051 Bereikbaarheid -1.328 -19.858 1.772 PGR03 WONEN BV041 Milieu -1.317 -20.115 -34.399 PGR02 SAMENLEVING BV031 Wonen -8.264 -5.064 Baten BV027 Werk en inkomen -8.223 3.150 Baten BV026 Maatschappelijke ondersteuning -8.126 Begroting 2018 -4.976 Baten BV025 Onderwijs -8.411 Begroting 2017 3.113 Baten BV024 Jeugd Begroting 2016 -5.298 PGR01 PUBLIEKSDIENSTEN BV021 Kunst en cultuur Begroting 2015 Lasten Programma (Bedragen x € 1.000) Lasten - Baten Baten PGR09 ECONOMIE BV101 Bestuur & concern Lasten Baten PGR10 BESTUUR & CONCERN Algemene dekkingsmiddelen Lasten Baten ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN R121 Egalisatiereserve Lasten Baten R122 Bestemmingsreserves Lasten Baten R123 Algemene reserve Lasten Baten RESULTAATBESTEMMING TOTAAL 121 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen Begroting 2015 Begroting 2016 529 Begroting 2017 556 Begroting 2018 556 556 -373 -282 -314 -321 -12.318 -12.431 -12.417 -12.070 3.457 3.509 3.561 3.615 -8.861 -8.922 -8.855 -8.455 -1.394 -633 136 520 143.140 139.624 139.854 139.384 141.746 138.991 139.990 139.904 -79 -80 -81 -82 1.062 590 440 269 983 510 358 187 - - - - 1.292 483 489 595 1.292 483 489 595 -3.925 -1.133 -3.061 -1.150 - - - - -3.925 -1.133 -3.061 -1.150 -1.650 -141 -2.213 -368 - - - - 122 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen Bijlage III Investeringsoverzicht De geactualiseerde investeringen en uitgaven zijn opgenomen in een drietal overzichten: A. lopende investeringen. Dit betreft die investeringen waarvoor reeds een besluit is genomen om tot uitgaven over te gaan. Hierin zijn ook opgenomen de vervangingsinvesteringen. B. vervangingsinvesteringen. De investeringen die de omvang van de (versleten) kapitaalgoederenvoorraad op peil houden. De aangekochte kapitaalgoederen vervangen de economisch verouderde kapitaalgoederen. Hieronder vallen ook de levensduurverlengende investeringen boven de € 25.000. Dit betreft uitgaven voor planmatig onderhoud, zaols vervanging van (delen) van daken, dakbedekking, electrische installaties, vloeren etc. C. voorgenomen investeringen. Dit betreft investeringen waarvoor nog een voorstel/besluit genomen dient te worden door de raad, alvorens er uitgaven gedaan mogen worden. Voor 2015 zijn er geen investeringen voorzien waarvoor een apart voorstel wordt voorgelegd. 123 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen A. Lopende investeringen Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) Afschr. duur Gereed 6 2014 -2016 Afschr. Krediet / m.i.v. aanschaf.w. 2015 -2016 Totaal besteed t/m 2013 Investering Investering 2014 2015 Investering 2016 490.000 - 290.000 200.000 - BV011 Publieksdienstverlening 490.000 - 290.000 200.000 - PGR01 Publiekdiensten 490.000 - 290.000 200.000 - 4 luchtbehandelingskasten Leeghwaterbad 20 2014 2015 186.000 186.000 - - - Vervanging gevelbeplating wanden zwembad 20 2015 2016 39.661 39.661 - - - Outdoor sport en recreatie voor jeugd 20 2014 2015 190.325 - 190.325 - - Parkeervoorziening volkstuinen Isis 40 2014 2015 25.000 14.251 10.749 - - Beschoeiing volkstuinen Isis 30 2014 2015 133.458 49.400 84.058 - - Paden volkstuinen Fenix 20 2014 2015 82.400 67.692 14.708 - - Beschoeiing volkstuinen Fenix 30 2014 2015 87.903 43.952 43.951 - - Vervanging luchtbehandeling De Vaart 20 2015 2016 129.170 - - 129.170 - Multifunctionele sportaccomodatie bouw 50 2016 2017 9.135.759 192.492 250.000 5.700.000 2.993.267 Multifunctionele sportaccomodatie installaties 20 2016 2017 3.750.000 98.194 100.000 900.000 2.651.806 Multifunctionele sportaccomodatie inrichting 10 2016 2017 1.000.000 26.173 50.000 - 923.827 Sportzaal De Karekiet, facelift sportvloer 20 2015 2016 75.348 - - 75.348 - Vervanging vloertegels De Karekiet 20 2015 2016 40.145 40.145 - - - Sportzaal De Karekiet, boeiboorden 20 2015 2016 38.782 38.782 - - - Sportzaal De Karekiet, vervanging buitenkozijnen 20 2015 2016 84.151 84.151 - - - Sportvloer gymlokaal doplaan 20 2015 2016 47.826 47.826 - - - Inrichting motorisch therapielokaal 20 2014 2015 46.390 38.339 8.051 - - Den Uyllaan 3, bouw Gymlokaal 40 2014 2015 915.338 915.338 - - - Renovatie voetbalveld Savannestraat veld 1 toplaag (v.v. Purmerend) 10 2014 2015 65.513 65.513 - - - Toplaag skeelerbaan trimpad 10 2014 2015 651.943 651.943 - - - Hockeyveld toplaag de Munnik 10 2015 2016 158.428 158.428 - - - Renovatie voetbalveld Savannestraat, veld 3 toplaag (v.v. Purmerend) 10 2014 2015 65.313 65.313 - - - Atletiekbaan toplaag de Munnik 10 2014 2015 400.820 395.820 5.000 - - Rugbyclub velden en terreininrichting 20 2016 2017 1.606.700 83.169 600.000 800.000 123.531 Rugbyclub nieuw clubgebouw 40 2016 2017 698.153 - - 600.000 98.153 Toplaag kunstgrasvoetbalveld Savannestraat (v.v.Purmerend) 10 2015 2016 256.431 - - 256.431 - Toplaag kunstgrasvoetbalveld Van Ijsendijkstraat (v.v. Purmersteijn) 10 2014 2015 256.431 - 256.431 - - Renovatie veld 4 toplaag sportcomplex Savannestraat (v.v. Purmerend) 10 2014 2015 49.111 - 49.111 - - Kleedaccommodaties FC Purmerend 50 2014 2015 245.400 - 245.400 - - Verbouwing binnenklimaat Purmerends Museum 20 2014 2015 300.000 3.520 296.480 - - Gebouw Kerkstraat 20 50 2014 2015 288.865 268.865 20.000 - - Outdoor sport en recreatie voor jeugd 20 2014 2015 91.665 - 91.665 - - Vervanging speeltoestellen 15 2014 2015 72.956 - 72.956 - - Vervangingsbeleid speelvoorzieningen 15 2014 2015 255.485 - 255.485 - - SW2008 plann.pakk.Purmaryn 6 2014 2015 62.000 8.515 53.485 - - Kassa systeem Purmaryn 6 2014 2015 66.000 55.980 10.020 - - 124 Programmabegroting 2015-2018 | Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld Afschr. duur Gereed Afschr. Krediet / m.i.v. aanschaf.w. Totaal besteed t/m 2013 Investering Investering 2014 2015 Investering 2016 Verv.dakbedekking platte daken Purmaryn 20 2016 2017 64.779 14.760 30.000 - 20.019 Vervanging installaties horeca Purmaryn 10 2014 2015 80.000 33.074 46.926 - - Dakbedekking grote zaal 20 2014 2015 42.657 - 42.657 - - Armaturen verkeersruimten publiek 10 2015 2016 53.140 18.500 2.500 32.141 - Geluidsinstallatie grote zaal (versterkers en luidsprekers) 10 2014 2015 65.650 - 65.650 - - Geluidsinstallatie kleine zaal (versterkers en luidsprekers) 10 2014 2015 BV021 Kunst en cultuur 30.300 - 30.300 - - 21.935.397 3.705.795 2.925.909 8.493.090 6.810.603 Binnenklimaat Yellowstone 11 20 2014 2015 360.000 - 360.000 - - Verbouwing Ploegeschaar Hoefsmidhof 4 20 2014 2015 47.800 - 47.800 - - Verbouwing Roozendaal Boterbloem 9 20 2014 2015 110.110 - 110.110 - - Verbouwing De Akker Zichthof 11 20 2014 2015 166.500 - 166.500 - - Verbouwing De Boemerang Jachtwagenstr.64 20 2014 2015 59.500 - 59.500 - - Binnenklimaat Amazonelaan 17 20 2014 2015 190.000 - 190.000 - - Verbouwing De Dijk Zichthof 9 20 2014 2015 197.500 - 197.500 - - Verbouwing Montesorischool Salland 38 20 2015 2015 279.035 - - 279.035 - Verbouwing Het Baken Grevelingenmeer 62 20 2015 2015 600.000 - - 600.000 - Hoefsmid 1, Smidse,Uitbr.(terr&bouw) 40 2014 2015 287.997 530.835 -242.838 - - Hoefsmid 1, Smidse,Uitbr.(install.) 20 2014 2015 0,00 160.710 -160.710 - - Prisma,verv.Mercuriusw/Gasinjetstr(geb) 40 2015 2016 1.437.960 150.847 1.037.470 249.643 - Prisma,verv.Mercuriusw/Gasinjetstr(inst) 20 2015 2016 479.320 - 345.825 133.495 - Den Uyllaan 3, bouw&terreinKingschool 40 2014 2015 1.915.506 1.605.558 309.948 - - Den Uyllaan 3, installaties Kingschool 20 2014 2015 935.264 935.264 - - - Dakbedekking Spinnekop 1 20 2016 2017 143.229 - - - 143.229 Elektrische installatie Spinnekop 1 10 2016 2017 93.317 - - - 93.317 Voorbereiding PSG gebouw fase 1 10 2020 2021 4.952.000 4.952.000 - - - Voorbereiding PSG installaties fase 1 10 2020 2021 1.238.000 1.238.000 - - - Voorbereiding PSG terr.inr. fase 1 10 2020 2021 410.000 410.000 - - - 13.903.038 9.983.214 2.421.105 1.262.173 236.546 Verbouwing Wagenweg 14 10 2014 2015 95.591 70.253 25.338 - - WMO Hulpmiddelen 2014 6 2014 2015 BV025 Onderwijs 250.000 - 250.000 - - BV026 Maatschappelijke ondersteuning 36.184.026 70.253 275.338 - - PGR02 Samenleving 36.184.026 13.759.262 5.622.352 9.755.263 7.047.149 - 26.892 - - Vloeren, Claxonate 10 2014 2015 26.892 Parkeerplaatsen (20st) incl verbreden rijbaan, Gasinjetstraat 40 2015 2016 62.000 - - 62.000 - VRI Verzetslaan-Frescobaldistraat 25 2014 2015 89.665 28.786 60.879 - - Verkeersregelinstallatie Verzetslaan/ Persijnln-oost 25 2014 2015 92.125 26.428 65.697 - - VRI Verzetslaan-Helder Camarastraat 25 2014 2015 92.125 25.814 66.311 - - Verkeersregelinstallatie Verzetslaan/ Persijnln-zuid 25 2014 2015 92.125 20.909 71.216 - - Verkeersregelinstallatie Laan der Continenten/Azielaan 25 2014 2015 92.945 - 92.945 - - Verkeersregelinstallatie Gorslaan/Jaagweg 25 2014 2015 95.405 - 95.405 - - Verkeersregelinstallatie JM den Uyllaan/ v.IJsendijkstraat 25 2014 2015 133.228 - 133.228 - - Verkeerscirculatie Binnenstad 40 2015 2016 759.000 - - 214.000 545.000 125 Programmabegroting 2015-2018 | Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld Schoolroute-oversteek IJsendijkstraat Afschr. duur Gereed 40 2014 Afschr. Krediet / m.i.v. aanschaf.w. 2015 Totaal besteed t/m 2013 Investering Investering 2014 2015 Investering 2016 35.000 - 35.000 - - BV051 Bereikbaarheid 1.570.510 101.937 647.573 276.000 545.000 PGR05 Bereikbaarheid 1.570.510 101.937 647.573 276.000 545.000 Uitvoeringsprogramma asfalt (incl. restant 2013) 25 2014 2015 1.710.175 - 1.710.175 - - Uitvoeringsprogramma elementen (incl. restant 2013) 30 2014 2015 1.896.794 - 1.896.794 - - Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (GRP +) incl. restant 2013 45 2014 2015 6.061.026 - 6.061.026 - - Vervanging beschoeiingen (1050m) 40 2014 2015 220.352 152.146 68.206 - - Groot onderhoud bruggen (incl. restant 2013) 50 2014 2015 2.175.525 - 2.175.525 - - Kiss&ride en parkeerplaats den Uyllaan 3 40 2013 2015 206.400 67.650 138.750 - - Inrichten Gemeentelijk Gronddepot Baanstee-Nrd 30 2014 2015 1.208.000 - 1.208.000 - - Uitbreiding nieuwe algemene begraafplaats (grafveld+urnenmuur) 40 2014 2015 730.000 665.170 64.830 - - Riolering 2013-2016 45 2014 2015 253.433 - 253.433 - - Stedelijk Waterplan (incl. restant 2013) 45 2014 2015 1.439.093 - 1.439.093 - - Stedelijk Waterplan (uitvoering oeverplan incl. restant 2013) 45 2014 2015 137.069 - 137.069 - - Vervanging houten of vaste bruggen 40 2014 2015 BV061 Beheer openbare ruimte PGR06 Beheer openbare ruimte Noodaggregaat (planmatig onderhoud) 10 2014 2015 BV081 Veiligheid PGR08 Veiligheid 331.533 - 331.533 - - 16.369.400 884.966 15.484.434 - - 16.369.400 884.966 15.484.434 - - 80.002 - 80.002 - - 80.002 - 80.002 - - 80.002 - 80.002 - 6 2014 2015 25.000 - 25.000 - - Dakbedekking, onderkomens groen (2012) 20 2016 2017 121.234 - - - 121.234 Verbouwing kantoorgedeelte de Koog 20 2014 2015 102.500 88.297 14.203 - - Groot onderhoud (gebouw) stadhuis 20 2014 2015 39.286 - 39.286 - - HBW facilitair Vervanging apparatuur facilitair 10 2015 2016 1.239.000 - 123.900 1.115.100 - HBW informatie voorziening aanleg technische structuur HW 4 2014 2015 760.000 - 760.000 - - HBW informatie voorziening aanleg technische structuur SW 6 2014 2015 350.000 - 350.000 - - HBW digitalisering documenten en werkprocessen HW 4 2014 2015 100.000 - 100.000 - - HBW digitalisering documenten en werkprocessen SW 6 2014 2015 470.000 - 470.000 - - HBW Huisvesting Bouwkundig (verbouw) 20 2015 2016 911.000 - 91.100 819.900 - HBW Huisvesting Bouwkundig (installaties) 20 2015 2016 1.632.000 - 163.200 1.468.800 - HBW Huisvesting Bouwkundig (Overig) 20 2015 2016 2.313.000 - 231.300 2.081.700 - 8.063.020 88.297 2.367.989 5.485.500 121.234 Digitaliseren software 6 2014 2015 315.000 - 315.000 - - Overige onderzoek en projecten software 6 2014 2015 320.000 - 320.000 - - 4 2014 -2015 2015 -2016 580.800 - 480.800 100.000 - 1.215.800 - 1.115.800 100.000 - 8/10 2014 2015 1.670.675 - 1.670.675 - - 1.670.675 - 1.670.675 - - Bedrijfsvoering/Huisvesting Randvoorwaarde ICT hardware (generieke basis) Bedrijfsvoering/ICT Tractie (vervoermiddelen en machines) Tractie 126 Programmabegroting 2015-2018 | Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld Afschr. duur Gereed Afschr. Krediet / m.i.v. aanschaf.w. Totaal besteed t/m 2013 Investering Investering 2014 2015 Investering 2016 Bedrijfsvoering & Tractie 10.949.495 88.297 5.154.464 5.585.500 121.234 Totaal lopende investeringen 65.643.433 14.834.461 27.278.826 15.816.763 7.713.383 127 Programmabegroting 2015-2018 | B. Vervangingsinvesteringen Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld Paspomaat Afschr.duur Gereed 6 2015 Afschr. Krediet / Investering Investering Investering Investering m.i.v. aanschaf.w. 2015 2016 2017 2018 2016 100.000 100.000 - - - BV011 Publieksdienstverlening 100.000 100.000 - - - PGR01 Publiekdiensten 100.000 100.000 - - - Bestrating sportcomplex, Trimpad 10 20 2015 2016 25.486 25.486 - - - Buitenkozijnen/deurbetimmering gymlokaal Sweelinckstraat 20 2015 2016 26.151 26.151 - - - Renovatie trainingsveld sportcomplex, Westerweg 48 (v.v. Wherevogels) 10 2015 2016 65.887 65.887 - - - Toplaag kunstgrasvoetbalveld, Westerweg 48 (v.v. Wherevogels) 10 2015 2016 202.500 202.500 - - - Bovenlaag kunstgrasvoetbalveld, Westerweg 48 (v.v. Wherevogels) 20 2015 2016 225.000 225.000 - - - Toplaag kunstgrasvoetbalveld, Van IJsendijkstraat (v.v. Purmersteijn) 10 2015 2016 202.500 202.500 Bovenlaag kunstgrasvoetbalveld, Van IJsendijkstraat (v.v. Purmersteijn) 20 2015 2016 225.000 225.000 Vervanging automatische dosering zwemwaterzuivering 10 2015 2016 43.030 43.030 - - - Vervanging gootroosters diverse baden zwembad 10 2015 2016 60.675 60.675 - - - Vervanging kunstgrasvelden 15 2016 -2017 2017 -2018 117.761 - 58.442 59.319 - Vervanging pannavelden 20 2016 -2017 2017 -2018 70.658 - 35.066 35.592 - Outdoor sport en recreatie voor jeugd 20 2015 -2018 2016 -2019 377.336 92.582 93.508 94.911 96.335 Vervanging regelinstallatie CV- en sanitaire installatie zwembad 10 2015 2016 76.374 76.374 - - - Vervanging regelinstallatie luchtbehandeling zwembad 10 2015 2016 143.427 143.427 - - - Vervanging speeltoestellen 15 2015 -2018 2016 -2019 300.320 73.686 74.423 75.539 76.672 Vervanging verlichtingsarmaturen zwembad 10 2015 2016 105.207 105.207 - - - Vervanging vloer hal horeca zwembad 10 2015 2016 82.520 82.520 - - - Vervanging voegwerk gevel sportzaal De Karekiet 20 2015 2016 31.129 31.129 - - - Vervanging voegwerk vloerafwerking recreatie- en wedstrijdbad 10 2015 2016 81.418 81.418 - - - Vervanging zwakstroominstallaties zwembad 10 2015 2016 189.000 189.000 - - - Vervangingsbeleid speelvoorzieningen 15 2015 -2018 2016 -2019 1.051.682 258.039 260.619 264.528 268.496 Klimaatregeling OS2 15 2015 2016 35.350 35.350 - - - 10/20 2015 2016 478.000 478.000 - - - Renoveren stoelen 10 2015 2016 47.635 47.635 - - - Renoveren stoelen 10 2017 2018 40.000 - - 40.000 - Toneelstoffering grote zaal 10 2016 2017 31.916 - 31.916 - - Vervangen balkon inblaas unit 20 2017 2018 38.805 - - 38.805 - Vervangen zonwering kleine zaal 10 2018 2019 30.000 - - - 30.000 4.404.767 2.770.596 471.503 20 2016 2017 Renovatie/toekomstbestendigheid Purmaryn BV021 Kunst en cultuur Dakbedekking/dakpannen Torenmolen 9 BV025 Onderwijs 553.974 608.694 82.226 - 82.226 - - 82.226 - 82.226 - - WMO Hulpmiddelen 2015 6 2015 2016 300.000 300.000 - - - WMO Hulpmiddelen 2016 6 2016 2017 350.000 - 350.000 - - WMO Hulpmiddelen 2017 6 2017 2018 400.000 - - 400.000 - WMO Hulpmiddelen 2018 6 2018 2019 450.000 - - - 450.000 128 Programmabegroting 2015-2018 | Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld Afschr.duur Gereed Afschr. Krediet / Investering Investering Investering Investering m.i.v. aanschaf.w. 2015 2016 2017 2018 BV026 Maatschappelijke ondersteuning 1.500.000 PGR02 Samenleving Vervanging handcomputers VTH 300.000 5.986.993 3.070.596 6 2017 2018 350.000 400.000 450.000 986.200 1.008.694 921.503 45.000 - - 45.000 - BV041 Milieu 45.000 - - 45.000 - PGR04 Milieu 45.000 - - 45.000 - - - - Luchtbehandeling/ventilator Claxonate 20 2015 2016 70.125 70.125 Vervanging elektrische installaties/verlichting, Claxonate 20 2017 2018 56.327 - - 56.327 - Vloeren, Claxonate 10 2016 2017 75.595 - 75.595 - - Stadsafsl. (Koestr., Plantsoenstr., Kolkstr., Kalversteeg, Zuidersteeg) 10 2016 2017 211.460 - 211.460 - - Verkeersregelinstallatie Azielaan/Gangeslaan 25 2016 2017 97.587 - 97.587 - - Verkeersregelinstallatie Gorslaan/Linnaeusstraat 25 2016 2017 134.245 - 134.245 - - Verkeersregelinstallatie Gorslaan/Waterlandlaan 25 2017 2018 143.000 - - 143.000 - Verkeersregelinstallatie Purmerweg/Westerweg 25 2016 2017 64.395 - 64.395 - - Verkeersregelinstallatie V.IJsendijkstraat/Wormerplein 25 2017 2018 71.500 - - 71.500 - Bussluis Zambezilaan 15 2018 2019 50.000 - - - 50.000 BV051 Bereikbaarheid 974.234 70.125 583.282 270.827 50.000 PGR05 Bereikbaarheid 974.234 70.125 583.282 270.827 50.000 87.932 - - 87.932 121.794 Jan Blankenbrug, vervanging slagboominstallatie 20 2017 2018 Kooimanbrug, verv. Brugbesturing 15 2018 2019 121.794 - - - Groot onderhoud bruggen 50 2018 2019 3.008.032 - - - 3.008.032 Jan Blankenbrug Ren.Electrotechn.instllatie 20 2017 2018 70.711 - - Uitvoeringsprogramma asfalt (incl. restant 2013) 25 2015 -2018 2016 -2019 4.309.451 1.057.358 1.067.932 1.083.951 1.100.210 Uitvoeringsprogramma elementen (incl. restant 2013) 30 2015 -2017 2016 -2018 1.606.571 346.696 265.571 994.304 - Vervanging houten of vaste bruggen 40 2015 -2018 2016 -2019 1.364.731 334.848 338.196 343.269 348.418 Lozingsputten t.b.v. poepzuiger 45 2015 2016 150.000 150.000 - - - Beschoeiingen 40 2018 2019 300.000 - - - 300.000 Verv.Lino/tapijt/Parket Purmerweg 92, aula begraafplaats 15 2017 2018 36.656 - - 36.656 - Riolering 2014-2015 45 2015 2016 120.000 120.000 - - - Stedelijk Waterplan 45 2015 -2016 2016 -2017 3.209.040 2.308.208 900.832 - - Stedelijk Waterplan (uitvoering oeverplan) 45 2015 2016 - - - 45 2015 -2016 2016 -2017 5.299.866 2.188.707 3.111.159 - - 45 2017 -2018 2018 -2019 Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (GRP+) incl. restant 2013 Vervanging Riolering BV061 Beheer openbare ruimte 54.256 5.223.382 54.256 - 70.711 - - 2.442.395 2.780.987 24.962.422 6.560.073 5.683.690 5.059.218 7.659.441 PGR06 Beheer openbare ruimte 24.962.422 6.560.073 5.683.690 5.059.218 7.659.441 Dakbedekking, Geulenstraat Muziekschool 20 2016 2017 36.157 - 36.157 - - Diverse vervangingen, Kaasmarkt 20 20 2017 2018 28.377 - - 28.377 - Kozijnen/deur/betimmering, Karekietpark 26 20 2017 2018 117.808 - - 117.808 - Kozijnen/deur/betimmeringen, Narcissenstraat 1 20 2016 2017 47.072 - 47.072 - - Leeghwaterpark 3, dakbedekking 20 2018 2019 29.534 - - - 29.534 Leeghwaterpark 3, kozijnen en deuren 20 2018 2019 29.534 - - - 29.534 Overweersepolderdijk 4, woning kozijnen e.d. 20 2016 2017 28.604 - 28.604 - - Klimaatbeheersing trouwzaal, Kaasmarkt 20 20 2015 2016 74.500 74.500 - - - Lift, Kaasmarkt 20 20 2016 2017 56.664 - 56.664 - - 129 Programmabegroting 2015-2018 | Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld Afschr.duur Gereed Afschr. Krediet / Investering Investering Investering Investering m.i.v. aanschaf.w. 2015 2016 2017 2018 BV071 Ruimtelijke Ordening PGR07 Ruimtelijke ordening Groot onderhoud (gebouw) stadhuis 448.250 74.500 168.497 146.185 59.068 448.250 74.500 168.497 146.185 59.068 27.399 - - 27.399 - 20 2017 2018 27.399 - - 27.399 - Basis- en kernregistratie (iNUP) software 6 2015 -2018 2016 -2019 950.000 200.000 350.000 200.000 200.000 Digitaliseren hardware 4 2015 -2018 2016 -2019 200.000 50.000 50.000 50.000 50.000 Digitaliseren software 6 2015 -2018 2016 -2019 500.000 175.000 175.000 75.000 75.000 Overige onderzoek en projecten software 6 2015 -2018 2016 -2019 1.050.000 250.000 300.000 250.000 250.000 2.700.000 675.000 875.000 575.000 575.000 2.877.250 1.057.250 525.000 136.000 1.159.000 Bedrijfsvoering/Huisvesting Bedrijfsvoering/ICT Tractie (vervoermiddelen en machines) IJsendijkstraat 186, dakbedekking tractieloods 8/10 2015 -2018 2016 -2019 20 2017 2018 - - Tractie 2.915.497 1.057.250 525.000 174.247 1.159.000 Bedrijfsvoering & Tractie 5.642.896 1.732.250 1.400.000 776.646 1.734.000 Totaal vervangingsinvesteringen 130 Programmabegroting 2015-2018 | 38.247 38.247 - 38.159.795 11.607.544 8.821.670 7.306.570 10.424.012 Bijlage IV Overzicht reserves en voorzieningen Naam reserve en/of voorziening (x € 1.000) Programma Ontwikkeling Algemene dekkingsmiddelen Boekwaarde per 01-01 2015 2016 2017 2018 A. ALGEMENE RESERVE: Algemene reserve Onttrekkingen Toevoegingen Boekwaarde per 31-12 Totaal algemene reserve 10.805 14.730 15.863 18.924 - - 3.925 1.133 - - 3.061 1.150 14.730 15.863 18.924 20.074 14.730 15.863 18.924 20.074 B. EGALISATIERESERVES: Egalisatiereserve afvalverwijdering 04. Milieu Boekwaarde per 01-01 Onttrekkingen Totaal afvalverwijdering Egalisatiereserve begraafrechten 06. Beheer openbare ruimte Totaal begraafrechten Egalisatiereserve gemeentelijke watertaken Totaal Gemeentelijke watertaken Reserve afkoop geldleningen Algemene dekkingsmiddelen Totaal afkoop leningen Wherestad - - - - - - Toevoegingen - - - - Boekwaarde per 31-12 - - - - 1.592 1.489 Onttrekkingen -182 -178 -171 -161 Toevoegingen 79 80 81 82 1.489 1.391 Boekwaarde per 01-01 - - - - Onttrekkingen - - - - Toevoegingen - - - - Boekwaarde per 31-12 - - - - 1.329 789 377 109 Onttrekkingen -540 -412 -269 -109 Toevoegingen - - - - 789 377 109 - 2.278 1.769 Boekwaarde per 01-01 Boekwaarde per 31-12 06. Beheer openbare ruimte 340 -340 Boekwaarde per 01-01 Boekwaarde per 31-12 Totaal egalisatiereserve 1.391 1.302 1.302 1.223 1.410 1.223 C. BESTEMMINGSRESERVES: Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting 02. Samenleving Totaal af te stoten panden onderwijshuisvesting Reserve sanering asbest 02. Samenleving Totaal sanering asbest Reserve gem. middelen participatie 374 374 374 - - - - Toevoegingen - - - - Boekwaarde per 31-12 374 374 374 374 Boekwaarde per 01-01 369 369 369 369 Onttrekkingen - - - - Toevoegingen - - - - 369 369 369 369 1.075 785 483 189 Onttrekkingen -291 -302 -294 -189 Toevoegingen - - - - 785 483 189 - Boekwaarde per 01-01 Boekwaarde per 31-12 02. Samenleving Totaal herstructurering WSW Reserve woonvisie 374 Onttrekkingen Boekwaarde per 31-12 02. Samenleving Totaal gem. middelen participatie Reserve herstructurering WSW Boekwaarde per 01-01 03. Wonen Boekwaarde per 01-01 1.259 884 729 542 Onttrekkingen -375 -155 -187 -396 Toevoegingen - - - - Boekwaarde per 31-12 884 729 542 146 Boekwaarde per 01-01 615 43 43 43 -572 - - - Onttrekkingen 131 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen Naam reserve en/of voorziening (x € 1.000) Programma Ontwikkeling Toevoegingen Totaal Woonvisie Reserve gronden 07. Ruimtelijke Ordening Totaal gronden 2015 2016 2017 2018 - - - - Boekwaarde per 31-12 43 43 43 43 Boekwaarde per 01-01 435 380 354 345 Onttrekkingen -55 -25 -9 -9 Toevoegingen - - - - 345 336 Boekwaarde per 31-12 Totaal bestemmingsreserves Totaal RESERVES 380 354 2.835 2.353 1.863 1.268 19.843 19.984 22.197 22.565 D. VOORZIENINGEN: Groot onderhoud/vervangingsinventaris De Purmaryn 02. Samenleving Boekwaarde per 01-01 Onttrekkingen Toevoegingen Totaal De Purmaryn Voorziening openbaar vervoer 05. Bereikbaarheid Totaal openbaar vervoer Onderhoud DRIS 05. Bereikbaarheid Voorziening onderhoudsplan openbare ruimte Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen 07. Ruimtelijke Ordening Totaal groot onderhoud gemeentelijke gebouwen Voorziening civiele procedure IJsendijkstraat Totaal civiele procedure IJsendijkstraat Voorziening streekarchief Waterland 07. Ruimtelijke Ordening 44 44 99 47 90 Boekwaarde per 01-01 26 26 26 26 Onttrekkingen - - - - Toevoegingen - - - - Boekwaarde per 31-12 26 26 26 26 Boekwaarde per 01-01 405 355 305 255 Onttrekkingen -50 -50 -50 -50 Boekwaarde per 1 januari 08. Veiligheid - - - - 355 305 255 205 41 909 877 2.265 Onttrekkingen -3.667 -4.567 -3.147 -3.133 Toevoegingen 4.535 4.535 4.535 4.535 909 877 2.265 3.667 Boekwaarde per 01-01 1.316 1.459 1.058 780 Onttrekkingen -633 -1.176 -1.054 -719 Toevoegingen 776 776 776 776 1.459 1.058 780 836 Boekwaarde per 01-01 50 50 50 50 Onttrekkingen - - - - Toevoegingen - - - - Boekwaarde per 31-12 50 50 50 50 Boekwaarde per 1 januari 85 105 125 70 Onttrekkingen - -0 -75 -3 Toevoegingen 20 20 20 20 105 125 70 87 Totaal streekarchief Waterland Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne - 44 Boekwaarde per 31-12 07. Ruimtelijke Ordening 47 -96 44 Boekwaarde per 31 december Totaal Infrastructuur 99 -52 107 Boekwaarde per 31-12 06. Beheer openbare ruimte 107 Boekwaarde per 31-12 Toevoegingen Totaal DRIS 186 -124 Boekwaarde per 01-01 83 37 47 57 Onttrekkingen -97 -39 -39 -39 Toevoegingen 51 49 49 49 Totaal brandweerkazerne Boekwaarde per 31-12 37 47 57 67 Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders 10. Bestuur en concern Boekwaarde per 01-01 353 188 47 2 Onttrekkingen -165 -141 -45 - Toevoegingen - - - - 188 47 2 2 Totaal wachtgeldverplichtingen bestuurders 132 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen Boekwaarde per 31-12 Naam reserve en/of voorziening (x € 1.000) Programma Ontwikkeling Voorziening spaarverlof Purmerend 10. Bestuur en concern Boekwaarde per 01-01 Onttrekkingen Toevoegingen Totaal Spaarverlof Purmerend Totaal VOORZIENINGEN Totaal RESERVES EN VOORZIENINGEN 133 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen Boekwaarde per 31-12 2015 2016 2017 2018 26 26 26 26 - - - - - - - - 26 26 26 26 3.261 2.660 3.577 5.057 23.104 22.644 25.775 27.622 Toelichting reserves en voorzieningen ALGEMEEN Ter toelichting op het totaaloverzicht wordt per reserve aangegeven: het doel waarvoor deze is ingesteld, de wijze van voeding en waaraan de reserve of voorziening wordt besteed. De specifieke mutaties in 2015 zijn toegelicht in het onderdeel financiële toelichting per programma. ALGEMENE RESERVE Doel en voeding: doel van de algemene reserve is het opvangen van risico's in algemene zin en risico's waarvoor geen bestemmingreserve of voorziening is gevormd. Het voor- en/ of nadelig resultaat van de programmarekening wordt verrekend met de algemene reserve. Voor deze reserve is geen specifieke bestemming, anders dan dat een deel van de algemene reserve is aangemerkt als weerstandsvermogen. De omvang van de algemene reserve is door de raad bepaald op minimaal € 15 miljoen of zoveel hoger als er weerstandsvermogen nodig is. In de paragraaf Weerstandsvermogen is aangegeven dat de actuele inschatting van het benodigde weerstandsvermogen € 8,55 miljoen is. In het coalitieakkoord "Met vereende kracht" is aangegeven dat in de periode 2014 - 2018 een begin wordt gemaakt met het verminderen van de schuldenlast. Dit komt in deze begroting tot uitdrukking door een groei van de algemene reserve in 2018 naar € 20 miljoen. EGALISATIERESERVES Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering in de resultaten voor specifieke onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden expliciet door de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. De egalisatiereserves zijn ingesteld om een overschot op een bepaalde heffing te voorkomen als uitgaven en investeringen vertraging oplopen. De egalisatiereserves zijn niet aan een termijn gekoppeld. Programma 4 Milieu Egalisatiereserve afvalverwijdering Doel en voeding: doel van deze reserve is om de fluctuaties tussen de baten en lasten voor het inzamelen en verwijderen van afval op te vangen. Indien in enige jaar de baten voor de afvalinzameling hoger zijn dan de lasten wordt het verschil toegevoegd aan de egalisatiereserve. De egalisatiereserve wordt vervolgens ingezet voor (tijdelijke) matiging van het tarief of incidentele uitgaven. De egalisatiereserve kan geen nadelig saldo hebben. Beschikbaar bedrag per 1 januari 2015 bedraagt € 340.000. Dit bedrag wordt in 2015 onttrokken en in mindering gebracht op het tarief van de afvalstoffenheffing. Programma 6 Beheer openbare ruimte Egalisatiereserve begraafrechten Doel en voeding: doel van deze reserve is om het structurele beheer en onderhoud aan de begraafplaats te kunnen bekostigen uit de meerjarig afgekochte grafrechten.De egalisatie reserve is bij de programmarekening 2009 ingesteld. Als voeding voor de reserve wordt de meerjarig afgekochte grafhuur gebruikt. De onttrekking aan de reserve dient voor de bekostiging van het onderhoud aan de begraafplaats. In 2013 is gebleken dat van de bestaande graven en urnnissen er een deel is weggelekt in het resultaat van voorgaande jaren. Doordat de afdracht aan de egalisatiereserve begraafrechten in die jaren niet heeft plaatsgevonden, is de omvang van de reserve ovoldoende geworden om dekking te bieden voor de onderhoudskosten van het deel van de begraafplaats dat nu in gebruik is genomen. Om structurele verslechtering van het exploitatiesaldo en daarmee een vertekening van de kostendekkendheid te voorkomen is bij de resultaatbestemming van de programmarekening 2013 (besluitnummer 1135077) € 1.448.000 toegevoegd. Egalisatiereserve gemeentelijke watertaken Doel en voeding: doel van deze reserve is om de fluctuaties in de onderhoudskosten aan het rioolstelsel en vanuit het Stedelijk Waterplan in Purmerend op te vangen. Er wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief. Indien in enig 134 Programmabegroting 2015-2018 | jaar de baten hoger zijn dan de lasten - bijvoorbeeld door vertragingen in investeringen in het rioolstelsel - dan wordt het batig saldo toegevoegd aan de egalisatiereserve en later gebruikt voor tijdelijk lagere tarieven. Algemene dekkingsmiddelen Egalisatiereserve afkoop geldleningen Doel en voeding: doel van deze reserve is het opvangen van het ontstane jaarlijkse nadeel op de renteverschillen. Dit nadeel is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Wherestad. De voeding is de ontvangen boeterente van Wherestad en is beschikbaar gesteld in de derde bestuursrapportage in 2010 (besluitnummer 10-115). Het jaarlijkse voordeel wat nu wordt gemist wordt opgevangen door jaarlijks een bedrag te onttrekken aan deze reserve en als bate op te nemen in in de eigen financieringsmiddelen vallende onder de algemene dekkingsmiddelen. De reserve zal eind 2018 volledig zijn besteed en wordt dan opgeheven. BESTEMMINGSRESERVES Voor bestemmingsreserves geldt dat deze worden ingesteld voor één specifiek doel binnen een vastgestelde termijn. In 2014 is de volgende reserve volledig besteed en opgeheven: • Infrastructuur Gorslaan De bovenstaande reserves zijn hier verder niet meer toegelicht. Programma 2 Samenleving Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting Doel en voeding: deze reserve is bij het vaststellen van de programmarekening 2011 voor het eerst gevuld met een bedrag van € 2.030.000 (besluitnummer 652938). Doel van deze reserve is om de boekwaarden van onderwijspanden die gedurende de periode 2012 tot en met 2015 worden herbestemd of gesloopt, te kunnen afboeken. Hiervoor is in 2012 een bedrag van € 2.030.000 beschikbaar gesteld. Bij het vaststellen van de programmarekening 2012 is nog een bedrag van € 125.000 voor dit doel in de reserve gestort. Onttrekkingen aan de reserve vinden plaats na concrete voorstellen om leegkomende panden volledig af te boeken. Per 1 januari 2015 resteert nog een bedrag van € 374.000 in de reserve. Reserve sanering asbest Doel en voeding: Doel van deze reserve is het (gedeeltelijk) afdekking van de kosten die gepaard gaan bij verwijderen van asbest uit de gemeentelijke onderwijsgebouwen. Bij het vaststellen van de programmarekening 2012 (besluitnummer 1083805) is voor dit doel een bedrag van € 400.000 in de reserve gestort. Inmiddels is een bedrag van € 31.000 onttrokken aan deze reserve. Reserve gemeentelijke middelen participatie Doel en voeding: Doel van deze reserve is het gefaseerd kunnen aanpassen van de geplande uitgaven als gevolg van de grote daling van de rijksbijdrage participatie vanaf 2010. Hiermee wordt voorkomen dat het programma voor participatie direct moet worden aangepast of deels worden stopgezet. De reserve is ingesteld in de derde bestuursrapportage 2009 (besluitnummer 09-135) voor de periode 2010-2014. Door verschuivingen in de bestedingen en het langer gebruik kunnen maken van rijksgelden is de reserve van een nieuwe bestedingsritme voorzien. Eind 2018 zal de reserve volledig zijn uitgeput. Reserve herstructurering WSW Doel en voeding: Doel van deze reserve is het afdekken van kosten in verband met herstructurering van het Werkvoorzieningschap Waterland. De reserve is ingesteld in 2013 en heeft een looptijd tot en met 2019. Programma 3 Wonen Reserve Woonvisie 135 Programmabegroting 2015-2018 | Doel en voeding: De reserve Woonvisie is bedoeld voor investeringen in de volkshuisvesting en is gekoppeld aan het gelijknamige beleidsplan dat in 2012 door de raad is vastgesteld. De reserve is gevoed met het eindsaldo van de oude reserve Volkshuisvesting per 31-12-2012 en een bijdrage uit de algemene reserve € 362.000. De reserve is ingesteld voor de periode 2012 - 2015. Programma 7 Ruimtelijke Ordening Reserve gronden Doel en voeding: Doel van deze reserve is voor de risico's van de grondexploitaties en wordt daarnaast ingezet voor potentiële nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De reserve dekt in dit kader onder andere de plankosten en onderzoeken van de NIEGGs. VOORZIENINGEN Programma 2 Samenleving Voorziening groot onderhoud De Purmaryn Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel het realiseren van dekking en egalisering van de uitgaven planmatig onderhoud en vervanging inventaris op middellange termijn. Het onderhoud van het gebouw de Purmaryn vindt plaats op grond van een meerjarenonderhoudsplan. Programma 5 Bereikbaarheid Voorziening openbaar vervoer Doel en voeding: Deze voorziening is in 2001 ingesteld en gevoed met de opgebouwde reserves bij Connexxion en heeft tot doel het mede financieren van specifieke openbaar vervoer projecten en infrastructurele voorzieningen ten behoeve van verbeterde doorstroming, comfort of toegankelijkheid van het openbaar vervoer. De gereserveerde middelen blijven uitsluitend bestemd voor maatregelen ten behoeve van het openbaar vervoer. De voorziening wordt ingezet voor het meefinancieren van het openbaar vervoer projecten en infrastructurele maatregelen ten behoeve van een verbeterde doorstroming en toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Het resterende saldo kan ingezet worden voor openbaar vervoer projecten. Voorstellen zijn in overleg met de Stadsregio in voorbereiding. Voorziening onderhoud DRIS Doel en voeding: Deze voorziening is in 2011 afgesplitst uit de voorziening openbaar vervoer voor een bedrag van € 500.000 en bestemd om de beheer- en onderhoudskosten van de DRIS- panelen voor een periode van tien jaar te kunnen dekken. Voorziening onderhoudsplan openbare ruimte Doel en voeding: Deze voorziening dient ter egalisatie van het planmatig onderhoud voor de producten wegen, riolering en kunst- en waterwerken. Hieronder wordt verstaan het regulier onderhoud dat periodiek terugkomt in de onderhoudsplanning (exclusief vervaningsinvesteringen). De doelstelling is een brede voorziening voor de geselecteerde producten, waardoor verschillen elkaar jaarlijks kunnen compenseren. Ook compensatie vanuit het product riolering wordt hierin toegestaan, mits in het tarief nooit meer dan het gemiddeld kostenniveau volgens het beheerplan wordt verwerkt. Deze beheerplannen worden uiterlijk om de vier jaar geactualiseerd. In verband met de reeds doorgevoerde bezuinigingen wordt voor de voorziening uitgegaan van het kwaliteitsniveau C (sober). Programma 7 Ruimtelijke ordening Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen Doel en voeding: Deze voorziening is ingesteld om onderhoudslasten te egaliseren van de panden die de gemeente in eigendom heeft. Voor de inzichtelijkheid zijn de volgende onderhoudsvoorzieningen samengevoegd: - Voorziening groot onderhoud onderwijshuisvesting (programma 2) - Voorziening verhuurde percelen (programma 7) - Voorziening groot onderhoud welzijnsgebouwen (programma 7) 136 Programmabegroting 2015-2018 | - Voorziening onderhoud streekarchief (programma 7) - Voorziening froot onderhoud brandweerkazerne (programma 8) - Voorziening gemeentelijke huisvesting ( programma 10) Voorziening civiele procedure Doel en voeding: Deze voorziening is ingesteld ter dekking van het eigen risico in geval van een civiele procedure wegens het vermeend onterecht weigeren van een binnenplanse vrijstelling van een bestemmingsplan m.b.t. tot de locatie Van IJsendijkstraat 403-409. Het saldo van de voorziening bedraagt € 50.000. Eventuele verdere vermogensschade voor de gemeente inzake onrechtmatig genomen besluiten, is gedekt door een verzekering. Voorziening streekarchief Waterland Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel om de kosten van groot onderhoud van het pand Streekarchief Waterland (SAW) aan de Wielingenstraat 75 te dekken. De voorziening wordt jaarlijks gevoed met de door het ISW afgesproken verhoging van het canon met 3,725%. Programma 8 Veiligheid Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne Doel en voeding: Doel van deze voorziening is het dekken van de kosten voor het groot onderhoud bouwkundig onderhoud. De voeding van deze voorziening geschied aan de hand van het groot onderhoudsplan en is gebaseerd op de bestaande beheer- en onderhoudsgegevens uit Kraan. De aanwending is gebaseerd op de kosten onderhoud van de kazerne aan de Gorslaan. Programma 10 Bestuur en Concern Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders Doel en voeding: De voorziening is bestemd voor de wachtgeldverplichtingen van voormalige bestuurders. Indien op enig moment een huidige bestuurder vertrekt zal bepaald moeten worden in hoeverre de persoon recht heeft op wachtgeld, de hoogte van het wachtgeld en de termijn van het recht op wachtgeld. De som van dit geheel vormt de wachtgeldverplichting voor de gemeente Purmerend. Financieel wordt deze verplichting verwerkt door het bedrag van de verplichting te storten in de voorziening wachtgeldverplichtingen ten laste van de algemene middelen. Voorziening spaarverlof Doel en voeding: In deze voorziening is de waarde opgenomen van verlofuren die in het verleden konden worden opgespaard. De voorziening is gevormd ter dekking van de kosten van vervangend personeel van deelnemers aan de gemeentelijke spaarverordening op het moment dat zij spaarverlof opnemen. Aangezien de regeling is opgeheven bestaat de dotatie uit een mutatie ten behoeve van het opvangen van prijsstijgingen. De onttrekking betreft de compensatie aan een afdeling op het moment dat spaarverlof wordt opgenomen door een deelnemer. 137 Programmabegroting 2015-2018 | 138 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen Bijlage V Portefeuilleverdeling Bijl, D. (Don) Burgemeester • Personeel • Integriteit • Openbare orde • Veiligheidsbeleid • Coördinatie evenementenbeleid • Regionale samenwerking • Wijkwethouderschap Centrum Helm, R (Roald) 1e locoburgemeester • Financiën • Stadsverwarming/HVC • Wmo/AWBZ • Ouderenbeleid • Sport • Wijkwethouderschap Wheermolen Voorbij, E (Edwin) 2e locoburgemeester • Onderwijs • Werk en inkomen • Armoedebestrijding • Participatiewet (Baanstede) • Economische zaken • Vermindering regeldruk • Baanstee-Noord • Ontwikkeling kommetje A7 • Wijkwethouderschap Purmer-Zuid en Overwhere Krieger, J. (Hans) e 3 locoburgemeester • Ruimtelijke ordening, inclusief grondexplotaties • Wonen • Kop van West • Verkeer en vervoer • Organisatie (intern) • ICT • Wijkwethouderschap Gors Nijenhuis, G (Geoffrey) e 4 locoburgemeester • Jeugdzorg • Jongerenwerk • Kunst en cultuur • Welzijn • Toerisme 139 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen • Sociale wijkteams • Volksgezondheid (w.o. GGD) • Wijkwethouderschap Weidevenne Hegger, M (Mario) e 5 locoburgemeester • Bewonersparticipatie • Wijkgericht werken • Fysieke leefomgeving • handhaving • Duurzaamheid en dierenwelzijn • Publiekdienstverlening • Communicatie • Wijkwethouderschap Purmer-Noord 140 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen Bijlage VI Gemeentelijke organisatie INLEIDING In de gemeente Purmerend wordt het principe van integrale kostentoerekening toegepast. Dit betekent dat zowel directe als indirecte kosten, zoveel mogelijk aan een product worden toegerekend ten behoeve van de berekening van een kostprijs. Alle kosten die een direct verband hebben met een product worden toegerekend. Hieronder vallen onder andere loonkosten, kapitaallasten en materiële kosten. Onder indirecte kosten wordt verstaan de kosten die niet rechtstreeks samenhangen met een product. Indirecte kosten die een verband hebben met de dienstverlening kunnen worden aangeduid als overheadkosten. Voorbeelden van overheadkosten zijn managementkosten, huisvestingskosten, automatiseringskosten, personeelsgebonden kosten (o.a. opleidingskosten, overwerk, toelagen, reiskosten). De overheadkosten worden via een verdeelsleutel toegerekend aan afdelingen of producten waaraan zij een bijdrage leveren. Hiermee wordt een juiste toerekening aan programma's en producten beoogd waardoor te bepalen is of gemeentelijke tarieven kostendekkend zijn. In het vervolg van deze bijlage wordt ingegaan op: • de methode van kostentoerekening; • de tarieven die worden gehanteerd voor de doorbelasting van overhead; • de totale kosten die worden doorbelast; • doorbelastingen zoals nu opgenomen in de programmabegroting per programma; DE METHODE VAN KOSTENTOEREKENING De methode van kostenberekening is conform de in de begroting 2014 aangepaste methode. Afspraak is dat eens in de twee jaar de methode en de verdeelsleutels geactualiseerd worden. Gelet op de krimp van de organisatie is er voor gekozen om als verdeelsleutel van de overheadkosten de formatieomvang van een team te hanteren. De gehanteerde verdeelsleutels zijn: • Huisvestingskosten: verdeelsleutel aantal m2 en/of aantal formatieplaatsen • ICT kosten: verdeelsleutel aantal formatieplaatsen • Facilitaire kosten: verdeelsleutel aantal formatieplaatsen • Overige kosten: verdeelsleutel aantal formatieplaatsen Uitzondering op deze regel voor huisvestings-, facilitaire en ict kosten is de formatie van de buitendienstmedewerkers, zij maken immers geen gebruik van de genoemde faciliteiten. Stap 1: loonkosten De loonkosten zijn geactualiseerd op basis van de begrote/vastgestelde formatie en doorgerekend in meerjarenperspectief 2015 - 2018. De loonsom 2015 is aangepast op basis van de laatst vastgestelde CAO (looptijd tot 1-1-2013). Vanaf 2014 is voor de CAO van gemeenteambtenaren uitgegaan van de nullijn. Wel is rekening gehouden met de kosten van de tijdelijke herstelopslag premie ouderdoms- en nabestaandenpensioen (verlengd tot 1-1-2015) en een verlaging van werkgeverspremies. Vanaf 2015 is een gemiddelde stijging van 1,5% per jaar begroot voor het opvangen van ontwikkelingen m.b.t. inflatie en stijgingen van werkgeverslasten.Het laatst bekende en nog te accorderen principeakkoord voor een nieuwe CAO (1-1-2013 / 1-1-2016) is niet in de tarieven begrepen en zal als stelpost begroot worden, ondergebracht bij de algemene dekkingsmiddelen.Bij de opstelling van de begroting van 2016 vindt opname in de tarieven plaats. Voor zover sprake is van afwijkende inschalingen, zijn deze apart doorbelast naar programma 10 Bestuur en Concern. In feite krijgen de afdelingen hiermee een vorm van tijdelijke compensatie, waardoor de afwijkingen niet doorwerken in de tarieven. Tevens heeft dit als voordeel dat de omvang van de afwijkingen en het verloop direct kan worden gevolgd in de begroting. 141 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen Stap 2: overhead Voor actualisering van de toerekening zijn per onderdeel de volgende stappen gezet: a. Huisvesting. Er wordt één tarief gehanteerd voor het stadhuis en het Werkplein. Er wordt uitgegaan van sluiting van het Werkplein in 2015 en dat medewerkers van de locatie Werkplein worden ingehuisd in het stadhuis. Voor de doorlopende huurkosten van het Werkplein (tot medio 2017) is een bijdrage van de algemene reserve begroot. Voor het stadhuis is apart bepaald welk deel wordt gebruikt door het college, de gemeenteraad en de centrale hal voor de dienstverlening. Op basis van het aantal m2 zijn deze onderdelen doorbelast. De rest van het stadshuis is doorbelast via een gemiddeld bedrag per formatieplaats. De huisvestingskosten van de locatie De Koog zijn direct aan de afdeling Uitvoering toegerekend. b. ICT. De automatiseringskosten zijn gesplitst in kosten ten behoeve van generieke of specifieke voorzieningen. De generieke kosten blijven onderdeel van het overheadtarief en worden doorbelast op basis van een bedrag per formatieplaats met een ict voorziening. De specifieke investeringen worden waar mogelijk rechtstreeks aan producten en/of afdelingsteams toegerekend. Op basis van de inzet van het functioneel beheer worden de kosten voor onderhoud, licenties, functioneel beheerders, projectleiders (gedeeltelijk) aan producten en/of afdelingsteams die gebruik maken van de specifieke pakketten toegerekend. De kosten verband houdende met nog uit te werken ict-projecten zijn als stelpost opgenomen onder de algemene dekkingsmiddelen. Deze toekomstige investeringen zijn dus niet langer onderdeel van het overheadtarief met de intentie dat deze investeringen na uitwerking direct aan een product en/of afdeling worden toegerekend. c. Facilitair. De facilitaire kosten bestaan o.a.uit kosten concerndata, telefonie, reproductie, kantoorartikelen en archief. De kosten m.b.t. GEO informatie (basisregistraties t.b.v. GBA, BAG, WOZ, BGT etc.) worden direct toegerekend aan programma 1 Publieksdiensten. De kosten verband houdende met het archief en registratuur worden verantwoord onder programma 10 Bestuur en Concern. d. Overig. De kosten van de overige onderdelen van de afdeling Bedrijfsvoering (teams P&O, P&C, Juridischeen veiligheidszaken, Communicatie en de staf gemeentesecretaris) zijn samengebracht in de sleutel overig. Per team is getoetst voor welk deel gewerkt wordt voor specifieke programmaproducten. Specifieke/rechtstreekse doorbelasting doet zich o.a. voor bij de producten concerncontrol, bestuurscommunicatie, juridische ondersteuning en beleidsonderzoek/informatiemanagement. Uit de bovenstaande methode zijn vier tarieven voortgekomen voor de toerekening/ doorbelasting. Tarieven voor de doorbelasting (bedragen * € 1) zijn als volgt opgebouwd: Sleutel Verdeling 2015 2016 2017 2018 Huisvesting stadhuis Formatie (fte's) 3.367 3.418 3.469 3.521 Huisvesting stadhuis Vierkante meters (m2) 343 349 354 359 ICT Formatie (fte's) 3.779 3.690 3.299 3.348 Facilitair Formatie (fte's) 3.581 3.551 3.594 3.648 Overig Formatie (fte's) 14.181 14.220 14.284 14.498 De overhead voor een volledige werkplek in het stadhuis in 2015 bedraagt € 24.908. In 2014 was het tarief € 23.733. Stap 2: toerekening van afdelingen naar producten • De lasten van het afdelingsmanagement (en de staf van de afdeling indien daar sprake van is) zijn verhoudingsgewijs doorbelast aan de teams van de desbetreffende afdeling. 142 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen • Per afdelingsteam is vastgesteld op welke producten de inzet van de organisatie plaatsvindt. Dit is vastgelegd in een procentuele verdeling van de lasten per team naar de afzonderlijke programmaproducten. Voor 2015 is de procentuele verdeling ten laste van de producten geactualiseerd. TOTAAL DOORBELASTE KOSTEN PER PROGRAMMA EN PROGRAMMAPRODUCT In het onderstaande overzicht is zichtbaar voor welk bedrag in 2015 e.v. in totaal is doorbelast aan de programma's. Op onderdelen kan als gevolg van afwijkingen in de werkelijke inzet van de afdelingen, tussen de producten worden geschoven. Waar dit gebeurt tussen programma's, maakt dit onderdeel uit van de afwijkingen die worden gemeld in bestuursrapportages. Programma Lasten Lasten Lasten Lasten Lasten 2014 2015 2016 2017 2018 PGR01 PUBLIEKSDIENSTEN PGR02 SAMENLEVING -7.061.677 -6.885.398 -6.821.702 -6.848.781 -6.894.230 -16.055.893 -16.759.750 -17.096.838 -17.098.539 -17.248.686 PGR03 WONEN -625.539 -633.029 -638.883 -632.474 -639.246 PGR04 MILIEU -6.494.145 -6.320.187 -6.379.938 -6.420.762 -6.461.593 PGR05 BEREIKBAARHEID -1.762.589 -1.832.138 -1.829.991 -1.844.843 -1.861.995 PGR06 BEHEER OPENBARE RUIMTE -9.979.959 -10.143.294 -10.242.695 -10.278.700 -10.377.798 PGR07 RUIMTELIJKE ORDENING -4.476.409 -4.443.236 -4.349.965 -4.066.498 -4.110.598 PGR08 VEILIGHEID -1.033.135 -788.713 -753.167 -753.819 -759.215 PGR09 ECONOMIE -490.967 -464.183 -467.451 -472.558 -477.702 -8.781.601 -8.929.072 -8.957.384 -8.984.852 -9.033.378 PGR11 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN -461.158 -466.695 -471.598 -478.245 -478.245 BEGROTE INVESTERINGSKREDIETEN -281.000 -167.001 -177.672 -178.859 -179.716 809.252 1.078.759 2.687.135 3.502.684 3.568.064 PGR10 BESTUUR & CONCERN STELPOST TAAKSTELLING ORGANISATIE Totaal programma's -56.694.820 -56.753.937 -55.500.149 -54.556.246 -54.954.338 Toelichting bij de tabel. De verklaring op hoofdlijnen voor de daling / stijging van de doorbelasting (lonen, tractie, overhead): • De loon- en salariskosten zijn geïndexeerd voor de meerjaren (doorbelasting + 1,5% vanaf 2016) • Voor het deel waarvoor de organisatie reeds gekrompen is, is dat verwerkt in de doorbelasting naar de programma's. • Algemene dekkingsmiddelen. Betreft een stelpost i.c.t. kosten waarvan de verdeling over de programma's gedurende het boekjaar plaatsvindt. • Stelpost taakstelling organisatie. In de tabel is rekening gehouden met de afgesproken taakstelling op de organisatie en de krimp als gevolg van 'Het beter werken' die na uitwerking wordt verwerkt in de verschillende programma's. 143 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen 144 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen Bijlage VII Uitgangspunten begroting 2015-2018 De technische uitgangspunten die zullen worden gehanteerd voor het opstellen van de ramingen in de nieuwe begroting 2015 zijn als volgt: • De ontwikkeling van de loonkosten van de gemeenteambtenaren volgt de CAO voor de jaren 2016 en verder wordt rekening gehouden met 1,5% hogere lasten per jaar. Dit is inclusief de ontwikkeling van de werkgeverspremies. De afgelopen jaren zijn vooral de werkgeverspremies (pensioenpremies en premies voor zorgverzekeringswetten) gestegen. Het terugdraaien van de tijdelijke premieopslag voor het ABP heeft in 2014 nog niet plaatsgevonden. Voor 2015 wordt rekening gehouden met het alsnog vervallen van deze opslag van 2,12%. • De personeelsformatie is gebaseerd op het organogram per 1 januari 2014, inclusief alle wijzigingen in genomen besluiten tot en met februari 2014. Nieuwe ambtelijke functies worden begroot tegen de functionele schaal met een anciënniteit van trede 10. De besluitvorming over de bezuinigingen op personeel zullen hierop worden gemuteerd. • Voor de subsidies wordt rekening gehouden met een ontwikkeling gelijk aan de ambtelijke salarissen. Deze systematiek houdt in dat stijging uit het lopende jaar wordt vergeleken met de werkelijke stijging van de ambtenaren CAO. Indien instellingen zelf een hogere CAO-ontwikkeling hebben dan de ambtenaren wordt hiervoor geen aanvullende compensatie verleend. De instelling zal dan in overleg met de gemeente maatregelen moeten nemen die ervoor zorgen dat met de beschikbare middelen hetzelfde doel wordt bereikt, of dat met de beschikbare middelen concrete verlaging van de voorziening wordt afgesproken. • De kosten van derden betreffen de diensten en goederen die derden leveren voor de uitvoering van de werkzaamheden binnen de gemeente. Het gaat hier bijvoorbeeld om de kosten van energie, kantoorartikelen, accountantsdiensten, onderhoud aan gebouwen en infrastructuur, schoonmaak en softwarelicenties. Het is gebruikelijk bij het begroten van deze kosten om rekening te houden met een prijsindexatie. In afwijking van de CBS prijsindexcijfers wordt uitgegaan van een jaarlijkse groei van 1,5%. Hiermee wordt de blijvende inzet onderstreept om goedkoper en met een hogere kwaliteit in te kopen. In de budgetten wordt de groei niet functioneel verwerkt. In geval van excessieve stijgingen kan, met onderbouwing, aanspraak worden gedaan op de collectieve stelpost. Reguliere stijgingen dienen binnen het programma/product te worden opgevangen. • Voor de tarieven wordt rekening gehouden met een kostendekkend tarief, conform de uitgangspunten in de meerjarenbegroting 2014 - 2017. De ontwikkeling van het tarief wordt vergeleken met de CBS-index voor consumenten. De belastingen, heffingen en leges stijgen jaarlijks nominaal met de consumentenprijsindex (CPI). Tenzij het tarief voor de leges landelijk door de rijksoverheid wordt voorgeschreven. Voor de indexering van de belastingen en heffingen wordt de inflatie van consumentenprijzen gevolgd, zoals gepubliceerd door het CBS in januari in het jaar voorafgaand aan de begroting. De indexering voor 2014 bedroeg 3,0% (CPI januari 2013). Voor 2015 bedraagt de indexering 1,4 % (CPI januari 2014). In de meerraming wordt voor de jaren na 2015 nu uitgegaan van 1,5%. Dit zal worden aangepast bij de volgende kadernota op basis van de dan gepubliceerde index van januari 2015. • In het kader van de verordening ex artikel 212 van de gemeentewet betreffende het financieel beheer van de gemeente is er voor gekozen een omslagrente te hanteren. Voor de begroting 2015 wordt de huidige omslagrente van 4,0% gecontinueerd. Dit percentage wordt ook gebruikt als uitgangspunt voor de berekening van lasten van (toekomstige) investeringen. • Voor de doorberekening van rente aan grondexploitaties en Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG's) wordt sinds 2013 2,5% gehanteerd. Dit percentage kan ongewijzigd blijven omdat de hiervoor benodigde leningen voor meerdere jaren zijn afgesloten. • De afschrijving van de vaste activa vindt lineair plaats. Voor het afschrijven van de vaste activa worden de afschrijvingstermijnen gehanteerd conform de financiële verordening. De afschrijvingen starten in het jaar na ingebruikname. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven. 145 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen • Investeringen met een ondergrens van kleiner dan € 25.000 worden rechtstreeks in de exploitatie opgenomen, uitgezonderd de jaarlijkse vervanging van kleinere auto’s die samen worden geactiveerd en gronden en terreinen, die altijd worden geactiveerd. • Voor verbonden partijen wordt uitgegaan van gelijke financiële uitgangspunten als voor de eigen begroting. De budgetten worden in beginsel dus ook geïndexeerd. Het betreft het ISW, de Veiligheidsregio, de Stadsregio Amsterdam, de GGD, Baanstede en de recreatieschappen. De meerjarenbegrotingen van de verbonden partijen zijn verwerkt zoals aangegeven in de zienswijze die hierop door de gemeenteraad is vastgesteld. Voor Baanstede geldt dat vooruit is gelopen op de uit te brengen zienswijze omdat de begroting niet voor het zomerreces beschikbaar was. Gewerkt is met het ambtelijk concept. Autonome ontwikkelingen en niet autonome ontwikkelingen De volgende ontwikkelingen worden gezien als autonome ontwikkelingen en zijn - indien van toepassing - direct verwerkt in het financieel kader: • Dalende of stijgende cliëntenaantallen (bijvoorbeeld Wwb, Wmo-voorzieningen) leiden tot navenante aanpassing van de ambtelijke formatie; • Uitbreiding of krimp van het areaal (in beheer zijnde wegen, straten, groen, meubilair en kunstwerken) wordt verwerkt in de begroting zodat het bestaande beheer niet in kwaliteitsniveau hoeft te worden aangepast; • Leerlingprognoses met een effect op de benodigde hoeveelheid. Dit geldt onder andere voor het leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting; • Ontwikkelingen (af- en/of toename) uitkering in het gemeentefonds (areaal/accres); • Vervanging van voertuigen en installaties via vervangingsinvesteringen; • Voor de leges en tarieven wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief op basis van de systematiek van toerekenen van organisatiekosten in de begroting 2014. Niet-autonome ontwikkelingen zijn • Wijziging in de kostentoerekening voor wat betreft het effect op de tariefsverhogingen. Tariefwijzigingen zijn afgezien van aanpassing aan de inflatie altijd een keuze; • Voorstellen waarin het beleid wordt gewijzigd of nieuwe initiatieven ten opzichte van de meerjarenbegroting 2014-2017 worden gedaan; • Dalende rijksinkomsten voor specifieke taken. Het uitgangspunt bij rijksinkomsten is dat het gemeentelijk aandeel in de kosten niet stijgt. Bij een dreigende stijging wordt een bezuiniging als keuze aan de raad voorgelegd. Tabel samenvatting uitgangspunten 2015: Loonontwikkeling 1,5 % Prijs/inflatieontwikkeling 1,5 % Omslagrente 4,0 % Rente voor grondexploitaties 2,5 % Subsidies gesubsidieerde instellingen 1,5 % Gemeentelijke heffingen, leges en belastingen 1,4 % 146 Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen AFKORTINGENLIJST Afkorting Betekenis AWBZ BAG Basisregistraties Adressen en Gebouwen BRP Basis Registratie Personen CPB DiGiD GGD emeentelijke Gezondheidsdienst Wabo Wmo WOZ Waardering Onroerende Zaken WPG Wet Publieke Gezondheidszorg WSNP WSP WerkgeversServicePunt Wsw WW WWB 147 Wet werk en bijstand Programmabegroting 2015-2018 |
© Copyright 2024 ExpyDoc