Programmabegroting 2015

P R O G R A M M A B E G R O T I N G
2015-2018
Het Gilde Purmerend organiseert stadswandelingen in de oude binnenstad van Purmerend in nauwe samenwerking met
de Vereniging Historisch Purmerend. Ze organiseren dit met een tiental enthousiaste gidsen. Deze zijn professioneel
opgeleid en beschikken over heel veel kennis van onze stad.
P R O G R A M M A B E G R O T I N G
2
0
1
5
2
0
1
8
I N H O U D S O P G A V E
AANBIEDINGSBRIEF
5
LEESWIJZER
11
DE PROGRAMMA'S
15
1
Publieksdiensten
16
2
Samenleving
20
3
Wonen
34
4
Milieu
38
5
Bereikbaarheid
42
6
Beheer openbare ruimte
48
7
Ruimtelijke ordening
54
8
Veiligheid
60
9
Economie
64
10
Bestuur en concern
68
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
71
HET FINANCIEEL RESULTAAT 2015-2018
77
DE PARAGRAFEN
81
1
Lokale heffingen
81
2
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
84
3
Onderhoud kapitaalgoederen
91
4
Grondbeleid
95
5
Financiering
6
Bedrijfsvoering
103
7
Verbonden partijen
106
99
BIJLAGEN
Bijlage I Ontwikkeling en toelichting verloop vrije ruimte 2015-2018 en Midterm review
111
Bijlage II Bijlage II: Overzicht baten en lasten per programma en beleidsveld
120
Bijlage III Investeringsoverzicht
123
Bijlage IV Overzicht reserves en voorzieningen
131
Bijlage V Portefeuilleverdeling
139
Bijlage VI Gemeentelijke organisatie
141
Bijlage VII Uitgangspunten begroting 2015-2018
145
3
Programmabegroting 2015-2018 | Inhoudsopgave
4
Programmabegroting 2015-2018 |
A A N B I E D I N G S B R I E F
Geachte leden van de gemeenteraad,
Hierbij bieden wij u de concept-programmabegroting 2015 – 2018 aan. Het is de eerste begroting van deze
nieuwe bestuursperiode. We hebben in de begroting de lijn van het coalitieprogramma en de uitwerkingen van ons
collegewerkprogramma verwerkt.
Zoals u ook leest in het voorwoord van het collegewerkprogramma, zijn wij er trots op de stad te mogen dienen
als leden van het Purmerendse gemeentebestuur. We kijken er naar uit om in de komende jaren samen met
de gemeenteraad bij te dragen aan het leven in onze fantastische stad. Het is goed leven in Purmerend. Veel
Purmerenders zijn tevreden en vinden in de stad de voorzieningen die zij nodig hebben. Purmerend ligt op de rand
van het stad en platteland, dat geeft kansen. De internationale allure van Amsterdam en de landelijke uitstraling van
onze omgeving, maken Purmerend uniek.
We beginnen deze bestuursperiode niet met een dikke portemonnee. Dat belemmert ons niet om met energie,
enthousiasme en vol vertrouwen in de stad er uit te halen wat er in zit voor Purmerend. Zoals de realiteit ons
dicteert, zijn wij in de realisatie van onze ambities begrensd door de financiële kaders en de onzekerheden van
onder andere de decentralisaties in het sociale domein. We hebben niet voor elke ambitie structureel budget kunnen
vrijmaken. We houden deze ambities vast en willen de benodigde dekking vinden bij de midterm review. Verderop
in deze brief komen wij daar nader op terug. Meer dan ooit zal er een beroep worden gedaan op onze creativiteit en
vindingrijkheid om ook met minder financiële ruimte zo betekenisvol mogelijk voor onze inwoners te zijn.
We kiezen voor de volgende prioriteiten:
• het versterken van de band en omgang met de stad. Het ‘Van buiten naar binnen’ werken;
• het goed uitvoeren van de nieuwe taken uit de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de
Participatiewet. Hiervoor is 2015 het eerste uitvoeringsjaar. Daarin staat centraal dat zorgvuldig wordt omgegaan
met de huidige gebruikers, dat we optimaal zicht hebben op de ontwikkelingen bij de gebruikers en de
uitvoerende instellingen en dat we leren van de ervaringen die we gaandeweg opdoen.
• investeren in de toekomstbestendigheid van de stad. Voorbeelden daarvan zijn de omvorming van de
groenstructuur zodat deze met de beschikbare middelen goed onderhouden kan worden en de investering in de
Purmaryn, die na 25 jaar gebruik toe is aan een aantal aanpassingen, zodat de gebruikers het theater met plezier
blijven bezoeken;
• de ontwikkeling van een aantal binnenstad locaties in samenhang. Met name betreft dat de Schapenmarkt, het
TNT-terrein en het Zijp-terrein;
• zo veel mogelijk Purmerenders aan het werk te helpen en te houden. Enerzijds door het onderwijs nog meer aan
te sluiten aan hetgeen ondernemers nodig hebben, flexibeler om te gaan met regelgeving en de beschikbare
locaties voor bedrijfsvestiging zo optimaal mogelijk te benutten. Hierbij zullen Baanstee-Noord en kommetje A7
additioneel aan elkaar in de markt gezet worden.
Het gemeentebestuur heeft aangegeven meer ‘Van buiten naar binnen’ te willen werken. Dat is de rode draad
in deze begroting. De inhoud van de begroting is veranderd, maar ook de manier waarop wij met het document
omgaan. We voldoen aan de wettelijke en de door u gestelde eisen. Toch merken wij meer en meer dat de
begrotings- en verantwoordingscijfers niet alles omvattend zijn en dat meer nodig is om overzicht te houden en op
een effectieve wijze de gemeente te besturen. De nieuwe manier van werken betekent dat we geen genoegen willen
nemen met uitsluitend de documenten die wij in het kader van de planning en controlcyclus maken.
5
Programmabegroting 2015-2018 | Aanbiedingsbrief
We hebben met u afgesproken dat we niet alleen zullen ‘tellen’, maar ook meer (laten) ‘vertellen’. Het verhaal vanuit
Purmerend en de waarnemingen die wij samen uitwisselen zullen vertrekpunt worden bij de beoordeling of wij als
gemeente goed bezig zijn. Zien we dat het effect heeft wat wij doen.
Als we naar de samenwerking tussen uw raad en het college kijken, is de begroting een set van afspraken dat ons
gemeenschappelijk vertrekpunt vormt voor het komende jaar. De begroting bevat de voorwaarden waarbinnen wij
ons werk doen, waarvan wij, indien nodig, met wederzijds goedvinden kunnen afwijken. Binnen de kaders van de
begroting hebben we bovendien de ruimte nodig om maatwerk aan inwoners en bedrijven in de stad te kunnen
leveren.
Kortom: de door de coalitie ingezette koers zal een verandering betekenen in de omgang tussen de verschillende
bestuursorganen. Niet alles staat meer vooraf in de begroting, maar zal gaandeweg met elkaar moeten worden
verkend. De begroting bevat daardoor minder tekst dan voorgaande jaren. Met deze eerste stap, zien wij ook dat het
document nog niet is uitontwikkeld.
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN
De meerjarenbegroting 2015 – 2018 is structureel sluitend en er is voldoende weerstandsvermogen om risico’s het
hoofd te bieden. In elk jaar kan een toevoeging plaatsvinden aan de algemene reserve. De algemene reserve groeit
naar € 20 miljoen eind 2018. Deze groei past bij de wens om de schuldenlast van Purmerend af te bouwen en het
risico van hogere lasten door rentestijgingen te verminderen.
Het positieve resultaat van de begroting wijkt wellicht af van het algemene beeld dat gemeenten, en ook Purmerend,
vooral moeten bezuinigen. Toch treden deze ontwikkelingen tegelijk op. De reden hiervan is dat het voordelig
resultaat in hoofdzaak wordt veroorzaakt door incidentele baten. De belangrijkste zijn:
• verkoop aandelen NUON: € 4,6 miljoen in 2015;
• winstneming grondexploitatie Weidevenne in 2015, 2016 en 2017 (respectievelijk € 1,2, € 1,2 en € 1,3 miljoen);
• extra opbrengsten vastgoed en gronden in 2017 en 2018, beide € 1,25 miljoen.
Geschoond van de incidentele baten en lasten sluit de meerjarenbegroting met een klein overschot van € 10.000 in
2018. Dit overschot is mede ontstaan doordat een aantal keuzes naar de toekomst is verschoven. Er is een ambitie
tot structureel hogere uitgaven maar de dekking hiervoor ontbreekt vooralsnog. De betreffende onderwerpen zijn
hierna opgesomd en waar mogelijk voorzien van een financiële vertaling.
Het financieel resultaat dat ten gunste van de algemene reserve komt is als volgt:
Concept begroting 2015 - 2018
2015
2016
2017
2018
3.925
1.133
3.061
1.150
De omvang van de algemene reserve voorziet in het benodigde weerstandsvermogen. In de paragraaf
weerstandsvermogen en risico’s is aangegeven dat de gemeente € 8,55 miljoen weerstandsvermogen nodig heeft.
Een belangrijk nieuw risico zijn de nieuwe taken die de gemeente volgend jaar gaat uitvoeren in het kader van de
Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet.
BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN
De belangrijkste ontwikkelingen sinds het financieel perspectief zijn de volgende:
• incidentele hogere opbrengsten uit het gemeentefonds, in 2015, 2016 en 2017, door verschuivingen op de
rijksbegroting;
• lagere netto rentelasten doordat de rente op de kapitaalmarkt voor langlopende leningen lager is dan eerder
begroot. In de begroting is een structureel voordeel van ruim € 0,6 miljoen verwerkt;
6
Programmabegroting 2015-2018 | Aanbiedingsbrief
• de instelling van de voorziening voor groot onderhoud in de openbare ruimte levert een structureel voordeel op
van € 0,3 miljoen door egalisatie van de lasten over een periode van 15 jaar;
• hogere loonkosten en subsidies als gevolg van de voorgenomen Cao gemeenteambtenaren. Structureel vergt dit
€ 0,5 miljoen. In de meerjarenbegroting was vorig jaar bewust geen rekening gehouden met een stijging in 2014;
• de lagere bijdrage aan de veiligheidsregio, zoals vorig jaar verwerkt in de begroting, wordt voor € 0,2 miljoen niet
gerealiseerd. De veiligheidsregio realiseert wel besparingen, maar deze lekken voor een deel weg naar andere
gemeenten. Het aandeel van Purmerend in de veiligheidsregio groeit van 24% naar 25,5%;
• minder groei van opbrengsten uit reclame in de openbare ruimte € 0,1 miljoen.
Na deze ontwikkelingen is er een beperkte ruimte voor keuzes: structureel € 0,4 miljoen.
KEUZES EN MIDTERM REVIEW
Keuzes
De financiële ruimte voor keuzes is beperkt en noodzaakt ons op een later moment te oordelen over de mogelijkheid
om een deel van onze ambities financieel mogelijk te maken.
De voorgestelde keuzes in deze begroting sluiten aan bij eerdere uitspraken in het coalitieakkoord (behoud team
buurttoezicht en de hondenpoepzuiger) en urgentie om te investeren in een toekomstbestendige Purmaryn en
kunstgrasvelden voor twee voetbalverenigingen. Daarnaast is een aantal zaken met een incidenteel karakter
voorgelegd. De grootste incidentele post is de aanpassing van de groenstructuur voor € 0,9 miljoen verspreid over
drie jaar. Deze impuls is noodzakelijk om het onderhoud aan het groen te kunnen laten plaatsvinden binnen de
structurele budgetten en met het afgesproken kwaliteitsniveau.
Midterm review
Er zijn twee redenen om een aantal ambities/keuzes door te schuiven naar de midterm review. De keuzes passen bij
de brede kaderstellende rol van de raad en er is geen acute noodzaak om vóór 2016 een beslissing te nemen.
Om uw kaderstellende rol als raad goed te kunnen inrvullen is het nodig dat u en wij een compleet inzicht hebben
in de financiële lasten van de afzonderlijke onderwerpen en het maatschappelijk effect dat kan worden bereikt.
Tegelijkertijd zal er dan ook inzicht moeten zijn in wat we er voor moeten laten. Welke activiteiten kunnen anders
of kunnen worden beëindigd en welk maatschappelijk effect wordt hiervan verwacht. Deze afweging vergt een
gedegen voorbereiding. En we vinden het belangrijk dat de ervaringen met de nieuwe taken van de Jeugdwet,
de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet hierbij betrokken worden. Datzelfde geldt voor de
uitkomsten van bijvoorbeeld het woondebat dat in 2015 zal plaatsvinden. Over de route naar de midterm review en
de verwachtingen daarbij van uw raad, maken wij graag nadere afspraken met u.
Voorgestelde keuzes om op te nemen in de begroting 2015 -2018:
Keuzes
Intensivering alchoholmatigingsbeleid
Intensivering armoedebeleid
Jubileum 25 jaar Purmaryn
Toekomsbestendigheid Purmaryn
Kunstgrasvelden Wherevogels en Purmersteijn
Stimulering duurzaamheidsinitiatieven
Schoon: niet stoppen met inhuur poepzuiger
Incidenteel/
structureel
2015
2016
2017
2018
-10
-10
-
-
I
-150
-
-
-
I
-50
-
-
-
I
-
-50
-49
-48
S
-
-88
-86
-84
S
-30
-30
-
-
S
S
-78
-78
-78
-78
Impuls en ombouwen onderhoud groen
-300
-300
-300
-
I
Continuering buurttoezicht
-165
-167
-170
-173
S
I
Extra evenementen
Totaal voorgestelde keuzes
7
Programmabegroting 2015-2018 | Aanbiedingsbrief
-
-
-150
-
-783
-723
-833
-383
Onderwerpen voor nadere afweging in de midterm review:
2017
2018
Incidenteel/
structureel
-
-
-301
S
-
pm
pm
S
-
-
-45
-90
S
-
-
pm
pm
S
2de team buurttoezicht
-
-
-170
-173
S
Ondersteuning economie
-
-
-150
-150
S
Niet indexeren OZB-belasting
-
-
-190
-390
S
S
Keuzes
2015
2016
Groei sociaal rendement
-
Investeringen sportaccommodaties
-
Impuls fietspaden
Gratis openbaar vervoer
Nieuwe ontwikkelingen
-
-
pm
pm
Totaal midterm review
-
-
-555
-1.104
TARIEVEN
De tarieven voor 2015 voor huishoudens en bedrijven worden als volgt voorgesteld:
• afvalstoffenheffing: € 328,56, een verhoging met 1,6%. Dit is inclusief de nieuwe rijksbelasting op stort en
verbranding die omgerekend per huishouden € 9,91 bedraagt. Zonder de nieuwe rijksbelasting zou het tarief
gedaald zijn;
• gemeentelijke watertaken: gebruikers: € 67,80, eigenaren € 116,16, een stijging met 7%;
• OZB verhoging met 1,4% conform de prijsindex.
In totaal stijgen de lasten voor eigenaren met ruim 2,9% en voor gebruikers met 2,5%.
PROGRAMMA 2 SAMENLEVING
Het programma Samenleving is met afstand het grootste programma in de begroting. De lasten van dit programma
bedragen ruim € 129 miljoen, dit is 58% van de totale begroting. Met de komst van de nieuwe taken van de
Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet is het programma fors in omvang
toegenomen. Voor dit programma geldt dat uw raad heeft aangegeven de financiële ontwikkelingen binnen dit
programma goed te willen volgen en het college niet het mandaat te willen geven om binnen dit programma tussen
de beleidsvelden te mogen schuiven. De raad wil verschuivingen voorgelegd krijgen en expliciet vaststellen. Het
college heeft toegezegd om met een uitwerking te komen waardoor voor zowel het college als de raad de financiële
kaders duidelijk zijn.
Het college stelt voor om binnen programma 2 zeven beleidsvelden te onderscheiden en het budgetrecht van de
raad te koppelen aan de beleidsvelden. We stellen concreet de volgende beleidsvelden voor:
• Kunst en Cultuur;
• Sport en Recreatie;
• Wijkmanagement;
• Jeugd;
• Onderwijs;
• Maatschappelijke ondersteuning;
• Werk en Inkomen.
Deze indeling is niet bedoeld om de ontschotting in de manier van werken tegen te gaan; al kan dit door de
financiële indeling wel zo overkomen. Als in de uitvoering blijkt dat deze indeling knelt, zullen wij opnieuw met
uw raad in gesprek gaan over de wijze waarop uw raad, naar eigen bevindingen, voldoende mogelijkheden tot
kaderstelling en controle houdt.
Bij de tweede bestuursrapportage wordt voorgesteld om deze indeling nog in 2014 door te voeren, zodat de
vergelijkbaarheid van de rekening 2014 en begroting van volgend jaar optimaal is. 8
Programmabegroting 2015-2018 | Aanbiedingsbrief
De voorgestelde indeling is verwerkt in de begroting, u kunt het resultaat zien. Als de indeling en het leggen van het
budgetrecht op het niveau van de beleidsvelden passend zijn bij de wens van uw raad, dan wordt deze vastgelegd
in een wijziging van de financiële verordening.
VOORSTEL
Wij stellen u voor om de programmabegroting 2015 – 2018 vast te stellen overeenkomstig bijgaand concept.
Daarnaast stellen wij voor in te stemmen met de vervangingsinvesteringen, zoals die zijn opgevoerd in bijlage IV en
de bijbehorende bedragen aan te trekken voor de herfinanciering van leningen en de financiering van investeringen.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Purmerend,
de secretaris
9
de burgemeester
Programmabegroting 2015-2018 | Aanbiedingsbrief
RAADSBESLUIT PROGRAMMABEGROTING 2015 - 2018, NR. 1108883
De raad van de gemeente Purmerend;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 september 2014;
gelet op de artikelen 189, 190 en 191 van de Gemeentewet;
BESLUIT
1.
De programmabegroting 2015 -2018 vast te stellen, inclusief de keuzes voor:
- intensivering vvan het alcoholmatigingsbeleid in 2015 en 2016 met € 10.000 per jaar;
- een bijdrage aan het 25-jarig jubileum van de Purmaryn in 2015 van € 50.000;
- een investering in de toekomst bestendigheid van de Purmaryn in 2015 met € 50.000 structurele lasten vanaf
2016;
-stimulering van duurzaamheidsmaatregelen in 2015 en 2016 met € 30.000 per jaar;
-behoud van de "poepzuiger" voor de verwijdering van hondenpoep, € 78.000 per jaar;
- een impuls voor het ombouwen en onderhouden van het openbaar groen in 2015, 2016 en 2017 van €
300.000 per jaar;
- het voorzetten van het team Buurttoezicht voor € 165.000 per jaar;
- het opnemen van een reservering voor een groot evenement in 2017 voor € 150.000.
2.
De vervaningsinvesteringen vast te stellen zoals die zijn opgevoerd in bijlage III.
3.
Tot het aantrekken in 2015 van maximaal € 44 miljoen voor de herfinanciering van leningen en financiering van
investeringen.
4.
De fractievergoedingen 2015 vast te stellen op € 1.000 per fractie en € 400 per raadslid.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2014
de raadsgriffier
10
de voorzitter
Programmabegroting 2015-2018 | Aanbiedingsbrief
L
E
E
S
W
I
J
Z
E
R
DE PROGRAMMA'S
De programma’s zijn als volgt opgebouwd:
Inleiding
In de inleiding wordt in het kort het thema van het programma uitgewerkt.
Ambities coalitieakkoord
In deze paragraaf worden de ambities uit het coalitieakkoord 2014 opgesomd. De ambities worden verder
uitgewerkt gedurende de bestuursperiode.
Relevante beleidsnota's
Deze paragraaf presenteert een opsomming van het meest recente, relevante en vastgestelde beleid binnen het
betreffende programma.
Trends en risico's
Dit onderdeel presenteert toekomstige ontwikkelingen waar de gemeente (mogelijk) een passend antwoord op moet
geven. In geval van trends staat het antwoord onder het kopje 'Wat gaan we daarvoor doen'. Trends zijn financieel
verwerkt in de begroting. Bij risico's is geen antwoord geformuleerd, omdat de betreffende ontwikkeling nog
onzeker is. Deze risico's duiden vooral zaken aan die een rol spelen in de beleidsuitvoering. Specifieke financiële
risico's zijn opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen.
Wat willen we bereiken
In deze paragraaf wordt het gewenste maatschappelijke effect aangegeven dat de gemeente wil bereiken. De
gemeente heeft daar niet als enige invloed op. Niettemin maakt het beschrijven van die situatie duidelijk waar de
prestaties in dit programma aan bij moeten dragen. De gewenste maatschappelijke effecten geven zo sturing aan
het gemeentelijk handelen.
Wat gaan we daarvoor doen
Deze paragraaf geeft aan wat de belangrijkste of opvallenste zaken zijn die de gemeente gaat doen om het doel te
bereiken.
Omwille van de leesbaarheid zijn in programma 2 het te bereiken doel en wat de gemeente daarvoor gaat doen per
beleidsveld aan elkaar geschreven.
Bestuurlijke producten 2015
Hier treft u een overzicht van de producten die in 2015 aan de raad aangeboden worden. Ook is het kwartaal
benoemd waarin de raad de stukken ter bespreking aangeboden krijgt.
Wat mag het kosten
Per programma wordt kort toegelicht welke bijzonderheden zich in 2015 op financieel vlak voordoen. Dit
geldt alleen voor de ontwikkelingen op beleidsniveau groter dan € 100.000. Er wordt onderscheid gemaakt in
exploitaties, reserves, voorzieningen, investeringen en incidentele baten en lasten. Alleen als deze in het betreffende
programma voorkomen. In de bijlage vindt u een totaaloverzicht van de baten en lasten, reserves, voorzieningen en
investeringen.
11
Programmabegroting 2015-2018 | Leeswijzer
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
In de algemene dekkingsmiddelen staan de algemene baten en lasten van de gemeentebegroting. Dat zijn de
belastingen, opbrengst uit het gemeentefonds, rentebaten en -lasten, deelnemingen, stelposten die nog niet zijn
verwerkt in de programma's en ruimte voor nieuw beleid.
RESULTAAT PROGRAMMABEGROTING 2015 -2018
In het resultaat staat een totaaloverzicht van de baten en lasten van de programma's en de algemene
dekkingsmiddelen: het zogenaamde resultaat voor en na bestemming.
PARAGRAFEN
De paragrafen presenteren een aantal verplichte overzichten van het beleid, die aan de begroting ten grondslag
liggen.
BIJLAGEN
In de bijlage zijn een aantal overzichten opgenomen die aan de onderbouwing en uitvoering van de begroting ten
grondslag liggen. Deze bijlagen zijn:
Ia. Ontwikkeling en toelichting verloop vrije ruimte 2015-2018
In bijlage Ia zijn de financiële ontwikkelingen sinds het meerjarenperspectief 2015 opgesomd en kort toegelicht.
Deze is verdeeld naar onvermijdelijke ontwikkelingen, structurele effecten rekening 2013, realisatie taakstellingen en
keuzes. De keuzes zijn niet verwerkt in de financiële overzichten van de programma's. Dit vindt plaats na vaststelling
van de begroting door de raad.
Ib. Overzicht bij de midterm review te betrekken ambities.
In bijlage Ib zijn de onderwerpen opgenomen met, voorzover mogelijk, een financiële vertaling waarvoor in deze
begroting geen uitzicht is op structurele dekking. In het voorjaar van 2016 wordt een zogenaamde midterm review
gehouden. Halverwege de bestuursperiode wordt bekeken of de ambities op koers liggen en middelen kunnen
worden gevonden voor de ambities die financieel nog niet kunnen worden bekostigd.
II. Overzicht baten en lasten per programma- en beleidsveld
Dit overzicht geeft per programma een opsomming van de beleidsvelden en de raming van de baten en de lasten
voor de jaarschijf 2015-2018. Het zorgt voor een compleet beeld en is bedoeld als achterliggende toelichting.
III. Investeringsoverzichten
In het investeringsoverzicht staan alle lopende, de vervangings-, en toekomstige investeringen. Voor voorgenomen
investeringen wordt te zijner tijd een krediet aan de raad gevraagd.
IV. Overzicht en toelichting reserves en voorzieningen
Deze bijlage bevat het totaaloverzicht van de reserves, voorzieningen en het gebruik hiervan in 2015 en volgende
jaren. Het overzicht wordt gevolgd door een korte toelichting per reserve.
V. Portefeuilleverdeling
Deze bijlage beschrijft de portefeuilleverdeling van de collegeleden.
VI. Gemeentelijke organisatie
In deze bijlage wordt het overzicht gegeven van de opbouw en doorbelasting van de ambtelijke loonkosten aan de
verschillende programma's.
VII. Technische uitgangspunten voor de meerjarenbegroting
12
Programmabegroting 2015-2018 | Leeswijzer
In deze bijlage wordt beschreven welke uitgangspunten zijn gehanteerd voor loon- en prijsstijgingen en volgens
welke weging is bepaald of een ontwikkeling onvermijdelijk is en in de begroting moet worden opgenomen of dat er
sprake is van een keuzemogelijkheid voor de gemeenteraad.
VIII. Afkortingen en begrippenlijst
In deze bijlage vindt u alle afkortingen en begrippen terug die in deze programmabegroting worden genoemd.
13
Programmabegroting 2015-2018 | Leeswijzer
14
Programmabegroting 2015-2018 |
D E �
P R O G R A M M A ' S
1. PUBLIEKSDIENSTEN
16
2. SAMENLEVING
20
3. WONEN
34
4. MILIEU
38
5. BEREIKBAARHEID
42
6. BEHEER OPENBARE RUIMTE
48
7. RUIMTELIJKE ORDENING
54
8. VEILIGHEID
60
9. ECONOMIE
64
10. BESTUUR EN CONCERN
68
15
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
1
P U B L I E K S D I E N S T E N
Portefeuillehouders: M. Hegger, J. Krieger
Inleiding
Bij onze dienstverlening zetten wij het belang van inwoners en bedrijven op de eerste plaats. Mede daarom zoeken
we binnen de geldende wet- en regelgeving ruimte om vaker maatwerk te leveren. De komende tijd leggen we meer
accent op digitale dienstverlening, het werken op afspraak en een heldere informatievoorziening.
Ambities coalitieakkoord
In deze tijd is de behoefte aan individuele ruimte, ruimte voor maatschappelijke initiatieven en maatwerkoplossingen
groot. Wij willen dat inwoners een luisterende en begripvolle gemeente ervaren.
Bij sommige gemeentelijke taken, zoals de uitgifte van paspoorten of het ophalen van huisvuil weten we dat de
tevredenheid over hoe we dat doen over het algemeen groot is. Dat neemt niet weg dat we blijven kijken waar
efficiencywinst mogelijk is. Bij andere taken die vallen onder programma 1, denk aan vraagstukken in de openbare
ruimte, hebben inwoners vaak meer behoefte aan het leveren van inbreng. Zij mogen verwachten dat wij rekening
met hen houden en het gesprek aangaan voordat beslissingen worden genomen.
Relevante beleidsnota's
• Integraal uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend 2015
• Nota Integrale Handhaving Purmerend 2012-2015
• Nota Integrale Vergunningverlening 2012-2015
• Nota uitvoeringsregels handhaving horeca en alcoholverstrekkers Purmerend 2013
Trends en risico's
Digitalisering
De dienstverlening verandert. Waar vroeger alles via het loket, de telefoon of schriftelijk werd behandeld,
verloopt contact met de gemeente steeds vaker via internet en sociale media. De digitale kanalen worden steeds
belangrijker. De rijksoverheid verlangt van gemeenten dat zij bepaalde producten zoals identiteitsbewijzen steeds
beter beveiligt. DiGiD wordt op termijn vervangen.
Ruimte voor maatwerk
16
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
De gemeente wil bewoners meer ruimte voor initiatieven bieden en vraagt hen tegelijk meer eigen
verantwoordelijkheid te nemen. Dit maakt het werk van gemeenten complexer. Want om maatwerk te leveren is een
genuanceerde afweging van belangen nodig.
Wat willen we bereiken
1.1
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Publieksdienstverlening
We willen dat burgers tevreden zijn over onze dienstverlening.
Wat gaan we daarvoor doen
1.1
Beleidsveld Publieksdienstverlening
1.1.1
Prestatieveld Purmerend heeft Antwoord
• We breiden onze digitale dienstverlening zoveel mogelijk uit. Maar waar digitaal contact niet kan of niet wenselijk
is bieden we de mogelijkheid om op afspraak in of buiten het stadhuis langs te komen.
• Bij vragen over het sociale domein (zorg, welzijn en buurt) sturen we vooral op maatwerk.
• Bij producten als identiteitsbewijzen, belastingen en vergunningen sturen we vooral op kwaliteit en snelheid.
Hierbij nemen wij de wettelijke termijnen in acht, maar bij voorkeur leveren wij sneller.
• Het Klantcontactcentrum handelt vragen van burgers af, zowel telefonisch, als digitaal (e-mail en Twitter). Om dat
efficiënt te kunnen doen, wordt een ICT-systeem voor meldingen en vragen over de leefomgeving aangeschaft.
Deze investering is onderdeel van het programma Het Beter Werken. In 2013 bedroeg het aantal meldingen
leefomgeving 11.990. Indien de afhandeling van meldingen meer tijd vraagt, informeren onze medewerkers de
bewoners die meldingen hebben gedaan.
• Voor de informatievoorziening en dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen is het van essentieel
belang dat de gegevens van de gemeente op orde zijn. Wij investeren daarom tot eind 2018 in de opbouw
van een stelsel van basisregistraties. Denk bijvoorbeeld aan de BRP (Basis Registratie Personen), BAG
(Basisregistraties Adressen en Gebouwen) en de WOZ (Waardering Onroerende Zaken). Nevendoel is dat we
reeds bekende gegevens niet nogmaals hoeven te vragen.
• De verkiezingen voor de besturen van de waterschappen worden voor het eerst via een stembureau
georganiseerd, in 2015 samen met de verkiezingsdag voor Provinciale Staten
1.1.2
Prestatieveld Omgevingsvergunningen
• We leveren omgevingsvergunningen, dat zijn geïntegreerde vergunningen voor bouwen, wonen, monumenten,
natuur en milieu. Mede door de Wabo kunnen inwoners en bedrijven vaak via één loket hun vergunning regelen.
Dat levert hen aanzienlijk minder administratieve lasten op. Bovendien is sprake van kortere procedures én zijn de
voorschriften op elkaar afgestemd.
• In steeds meer gevallen is een volledig digitale behandeling van de omgevingsvergunning mogelijk. Een
aanvrager die meer informatie nodig heeft, helpen we graag op afspraak. De wettelijke termijnen nemen we in
acht, maar bij voorkeur leveren we sneller.
• In een Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving en Vergunningverlening 2015 werken we ons toezicht
en handhaving uit. Daarbij besteden we speciale aandacht aan toezicht in de wijken en de afhandeling van
meldingen.
Bestuurlijke producten 2015 - 2018
Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Evaluatieverslag integrale handhaving Purmerend 2014
Jaarlijks
2e kwartaal
Legesverordening
Jaarlijks
4e kwartaal
Integraal uitvoeringsprogramma vergunningverlening,Toezicht en handhaving
Jaarlijks
4e kwartaal
Per 4 jaar
4e kwartaal 2015
Purmerend 2015
Nota Integrale Handhaving en Vergunningverlening 2016-2019
17
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
Wat mag het kosten
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
Lasten
-7.306
-8.724
-8.972
-8.411
-8.126
-8.223
-8.264
Baten
2.317
3.185
2.898
3.113
3.150
3.159
3.170
Saldo
-4.989
-5.539
-6.074
-5.298
-4.976
-5.064
-5.094
Het saldo van dit programma stijgt met € 776.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt
veroorzaakt door een daling van de lasten met € 561.000 en een stijging van de baten met € 215.000.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
BV011 Publieksdienstverlening
Lasten
Baten
-7.306
-8.724
-8.972
-8.411
-8.126
-8.223
-8.264
2.317
3.185
2.898
3.113
3.150
3.159
3.170
-4.989
-5.539
-6.074
-5.298
-4.976
-5.064
-5.094
EXPLOITATIE
Voor wat betreft de omgevingsvergunningen onderdeel bouwen wordt de formatie in 2015 verder aangepast aan de
activiteiten. Het is niet nodig om in 2015 het tarief van de bouwleges te verhogen. Verwacht wordt dat de markt zich
verder stabiliseert, zodat het legestarief in 2015 op 3,9% (van de bouwsom) kan worden gehandhaafd.
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Specificatie incidentele baten en lasten (+ is baten en - is lasten)
Omschrijving
Begroot
2015
Begroot
2016
Begroot
2017
Begroot
2018
Verkiezingen
-113.000
134.000
-
-
Totaal
-113.000
134.000
-
-
Toelichting: In de begroting wordt rekening gehouden met jaarlijks één verkiezing. Door het in werking treden
van de Wet waterschapsverkiezingen per 1 juli 2014, vinden de waterschapsverkiezingen tegelijk plaats met de
verkiezingen voor de provinciale staten in 2015. Hierdoor krijgen gemeenten een rol bij het organiseren van deze
gecombineerde verkiezingen en is er voor 2015 extra geld beschikbaar gesteld vanuit het gemeentefonds. Voor
2016 is het budget verlaagd omdat er geen verkiezingen zijn voorzien.
18
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
19
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
2
S
A
M
E
N
L
E
V
I
N
G
Portefeuillehouders: G. Nijenhuis, R. Helm, M. Hegger, E. Voorbij
G. Nijenhuis: Jeugdzorg, jongerenwerk, kunst en cultuur, welzijn en volksgezondheid (w.o. GGD)
R. Helm: Wmo/AWBZ, ouderenbeleid en sport
M. Hegger: Bewonersparticipatie en wijkgericht werken
E. Voorbij: Onderwijs, werk en inkomen, armoedebestrijding en participatiewet (Baanstede)
Inleiding
Het programma samenleving is de komende jaren sterk in ontwikkeling. De rijksoverheid decentraliseert taken
(AWBZ, Participatie en Jeugzorg) naar de gemeente met daarbij een fikse korting op het uitvoeringsbudget.
Hierdoor krijgen we niet alleen de verantwoordelijkheid om de transitie van taken goed te regelen, maar ook om
de integraliteit van taken opnieuw te bekijken. Zoals het collegeprogramma het verwoordt: 'het biedt tegelijkertijd
kansen om onze samenleving in Purmerend te versterken''.
We gaan de lijn ''van buiten naar binnen'' verder vormgeven, de zorg transformeren. Dit is een proces van jaren
waarbij de investeringen vooruitlopen op besparingen.
De doorontwikkeling van het maatschappelijk beleidskader hoort hier ook bij: een sterker voorveld voorziet
uiteindelijk in minder afname van duurdere zorgsoorten. We gaan inzetten op vroegsignalering en preventie.
Daarnaast gaan we als gemeente kritisch kijken naar de resultaten van gesubsidieerde instellingen. We toetsen of
de verstrekte subsidies aansluiten bij de veranderingen in het sociale domein en de effecten die wij waarnemen in
de stad. We zien de ontschotting van zorgbudgetten allereerst als resultaat van het anders organiseren van de zorg
maar ook als voorwaarde om besparingen te realiseren.
Ook de rol van de gemeente verandert. Wanneer we uitgaan van het principe dat de kracht van de samenleving
in de samenleving zelf ligt, zullen wij als gemeente constant moeten kijken hoe we hier optimaal aan toe kunnen
voegen, zonder het over te nemen, zonder zaken te negeren.
Ambities coalitieakkoord
• Wij willen ruimte geven aan de mensen die Purmerend tot een levendige stad maken. Aan al die vrijwilligers en
inwoners die zich inzetten voor Purmerend.
• Wij hebben de ambitie de stad nog levendiger te maken door evenementen, kunst, cultuur en sport. Subsidies op
het gebied van welzijn en vrijwilligerswerk worden vooral ingezet daar waar mensen die het meest nodig hebben.
We gaan onder meer na hoe het rendement van Clup en Spurd kan worden geoptimaliseerd mede op het gebied
van het jongerenwerk.
• We onderzoeken de mogelijkheid Sportstad van het jaar te worden.
• Met de Sportaccommodatienota maken we keuzen in het aanbod en kwaliteit van accommodaties.
20
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
• De lijn van 'buiten naar binnen werken' versterkt de positie van het werken in wijken.
• De kwaliteit in de zorg (jeugdzorg, ouderenzorg en dagbesteding) willen we vooral afmeten aan de tevredenheid
van de gebruiker. Het is ons doel om zorg laagdrempelig (in de wijken) aan te bieden.
• We hebben speciale aandacht voor eenzaamheid onder ouderen en ouderenmishandeling
• We willen de huidige kwaliteit van het onderwijs vasthouden en indien mogelijk verbeteren.
• We helpen uitkeringsgerechtigden aan een baan en motiveren hen om een werkritme aan te houden of om bij te
leren.
• We maken ons sterk voor een vorm van beschut werken.
• We brengen armoede in beeld en bepalen welke ondersteuning wij kunnen bieden aan mensen die moeilijk
rondkomen.
• We willen dakloosheid voorkomen en streven er naar dat daklozen hun leven zo snel mogelijk weer in eigen hand
nemen.
Relevante beleidsnota's
• Maatschappelijk Beleidskader: Purmerend is van ons allemaal (2011)
• Kaders decentralisatie (2013)
• Nota Participatie (2014)
• Nota Lokaal Gezondheidsbeleid (2013-2016)
• Notitie Schuldhulpverlening
• Visie van de gemeente Purmerend: Wonen in Purmerend (2011)
• Nota naar Welzijnswerk nieuwe stijl (2012)
• Woonvisie Purmerend: Samen leven en wonen (2012)
• Beleidsplan WMO (2014)
• Beleidsplan jeugdzorg (2014)
• Beleidsplan Participatie (2014), moet nog vastgesteld worden
Trends en risico's
Doorontwikkeling maatschappelijk beleidskader
De aan de instellingen gestelde vragen hebben nog niet tot de gewenste resultaten geleid. Voor 2015 is de
taakstelling van €300.000 gerealiseerd door de vertraagde kapitaallasten van de nieuwe sporthal mee te tellen.
De ordening in de verschillende prestatievelden moet de komende tijd een mindere grote rol krijgen in de
samenwerking met elkaar. Door nieuwe werkvormen ontstaat meer samenhang waardoor ondermeer doublures
worden blootgelegd wat de efficiëntie ten goede zal komen.
In 2017 moeten de instellingen zover zijn dat de taakstelling van € 600.000 volledig wordt gerealiseerd . Zoals
eerder, door een aantal grote instellingen is uitgesproken, wordt verwacht dit te kunnen doen door dat zij nu meer
tijd hebben om in 2017 de vruchten te kunnen plukken van de andere werkvormen( waaronder de sociale wijkteams)
en de transformatie van de jeugdzorg en Awbz/Wmo. Daarnaast wordt verder gewerkt aan het mogelijk huisvesten
in het stadhuis.
Decentralisaties in het sociale domein
De komst van nieuwe taken op het gebied van Jeugdzorg, Participatie en Wmo betekent een forse uitbreiding van
dit programma met grote organisatorische en financiële gevolgen. De gemeente ontvangt van het rijk geld voor
deze nieuwe taken, maar met forse kortingen. Het zal een uitdaging zijn om deze overgang zo goed mogelijk te
begeleiden en passende zorg en dienstverlening te blijven bieden. Dit vraagt om nieuwe vormen van samenwerking
met alle betrokkenen: burgers, instellingen en overheden. Wij vertrouwen daarbij vooral op de eigen kracht,
zelfredzaamheid en initiatieven van de mensen. De verantwoordelijkheid van de gemeente is om die te stimuleren en
uit te dagen.
21
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
Vernieuwende initiatieven uit de samenleving
Naar aanleiding van het coalitieakkoord willen we inspelen op intitatieven die komen uit de samenleving.
Ontwikkelingen in armoedebestrijding
De Participatiewet heeft ook gevolgen voor de minimaregelingen en de bijzondere bijstand. Het Rijk stuurt aan
op maatwerk. Het huidige minimabeleid wordt zoveel mogelijk binnen de mogelijkheden van de wet voortgezet.
Het ingezette beleid voor extra inzet middelen intensivering armoede- en schuldenbeleid zetten we in 2015 voort.
Dit betekent inzet van incidentele middelen voor een preventiemedewerker en een vangnetbudget. Na uitvoering
van het armoedeonderzoek zullen we bepalen welke structurele inzet van geld nodig is. Steeds vaker krijgen
maatschappelijke partijen, vrijwilligers en betrokkenen zelf een actieve rol in schuldhulpverlening. Preventie blijft
belangrijk om instroom in de schuldregeling te voorkomen en te beperken. Helaas zien we meer huiseigenaren
in de schuldregeling terecht komen. In een aantal gevallen is huisuitzetting vanwege schuldproblematiek niet
te voorkomen, met grote maatschappelijke gevolgen. De gemeente heeft afspraken met woningcorporaties om
huisuitzettingen te voorkomen en mensen een tweede kans te bieden. Waar nodig zullen we deze in 2015 herzien.
Sociale werkvoorziening Baanstede
Met het inwerking treden van de Participatiewet op 1 januari 2015 wordt de instroom in de SW afgesloten. Het
herstructureren van Baanstede wordt daarmee nog belangrijker, niet alleen vanwege de financiële onhoudbaarheid
maar ook om mensen zoveel mogelijk perspectief op werk te bieden. De herstructurering vindt op een zorgvuldige
manier plaats. We waken ervoor dat iemand tussen wal en schip raakt. Ook maken we ons hard voor een vangnet
als detacheren niet lukt en voor een vorm van beschut werk voor mensen die dat nodig hebben.
Wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor
doen?
2.1
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Kunst en Cultuur
Purmerend is een stad met gezonde leefomstandigheden en voorzieningen. Uitgangspunt is dat iedereen een plek
heeft in Purmerend. Het wordt inwoners gemakkelijk gemaakt om gezond te leven en elkaar te ontmoeten. Het
verenigingsleven is sterk ontwikkeld. Er is sprake van een laagdrempelig aanbod en er zijn vele vrijwilligers actief.
De aanwezigheid van kunst en cultuur maken Purmerend een aantrekkelijke stad om in te wonen en te
verblijven. Op buurtniveau is er sprake van sterke sociale verbanden, met veel onderlinge ondersteuning en goed
nabuurschap,waardoor inwoners lang zelfredzaam zijn.
2.1.1
Prestatieveld Theater de Purmaryn
• Het aanbieden van een gevarieerd aanbod van theaterproducties in een eigentijdse omgeving.
De Purmaryn blijft op zijn huidige plek. Omdat het theater bijna 25 jaar oud is, is het noodzakelijk het theater aan
te passen aan de eisen van de huidige tijd. Voor het jaar 2015 is derhalve een aantal noodzakelijke investeringen
opgenomen die voornamelijk publieksgericht zijn: klimaatbeheersing grote zaal, toegankelijkheid "backstage" en
nooduitgang voor minder-validen, meer damestoiletten en renovatie toiletgroepen, garderobecapaciteit vergroten,
vervangen foyervloer en plafond, zitcapaciteit creëren op de 1e en 2e verdieping, vervanging voorgevelglas
en splitsing theater en café ingang. De kapitaallasten zijn vanaf de jaarschijf 2016 opgenomen. In oktober
2015 bestaat de Purmaryn 25 jaar. Wij willen aan deze gebeurtenis op gepaste wijze aandacht besteden. De
feestelijkheden vinden zowel binnen als buiten plaats, zodat ook nieuw publiek kan genieten van het theater.
Daarmee wordt de zichtbaarheid van het theater groter en verlevendigt het de binnenstad. Daartoe wordt
voorgesteld een eenmalig bedrag van € 50.000 in 2015 te reserveren.
2.1.2
Prestatieveld Kunst en cultuur uitoefening en beleving
• Het stimuleren en aanbieden van kunst- en cultuuruitingen en cultureel erfgoed. Dit om te bij te dragen aan een
brede en gevarieerde belangstelling voor cultuur bij Purmerenders.
22
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
• Met de Bibliotheek Waterland hebben we een goede bibliotheekvoorziening in onze stad. De belangrijkste
verandering is dat de ontwikkeling van digitale content landelijk wordt georganiseerd en geen taak meer is van
de lokale/regionale bibliotheek. Daarmee wordt per 1 januari 2015 het budget voor de bibliotheek gekort via een
uitname uit het gemeentefonds. De subsidie voor de bibliotheek verlagen we met een gelijk bedrag.
2.2
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Sport en recreatie
Een sterk ontwikkeld verenigingsleven, een gevarieerd aanbod van sportstimuleringsactiviteiten en goede sport- en
recreatievoorzieningen maken het de inwoners gemakkelijk om gezond te leven en elkaar te ontmoeten.
2.2.1
Prestatieveld Spelen en recreatie
• We stimuleren inwoners om deel te nemen aan sport- en recreatieactiviteiten, ongeacht hun leeftijd en
lichamelijke gesteldheid. Sport is een belangrijk onderdeel van de gezondheid van Purmerenders en kan ervoor
zorgen dat mensen geen beroep hoeven te doen op zorgverlening. We streven daarom naar een goed aanbod
van sportmogelijkheden in Purmerend. In dat kader realiseren we onder andere de nieuwe sportaccommodatie
aan de van IJsendijkstraat. In 2014 is het skatepark in het Leeghwaterpark tot stand gekomen.
We willen bezien of de gemeente Purmerend mede op basis van deze inspanningen kan meedingen naar de
nominatie Sportgemeente van het jaar.
• In samenwerking met de sportverenigingen, de Sportraad en Spurd onderzoeken we de ontwikkelingen in de
samenleving en de daaruit voortvloeiende behoeften en wensen op het gebied van sport voor de Purmerenders,
alsmede de daarmee gepaarde gaande kosten.
2.2.2
Prestatieveld Sportaccommodaties
• We realiseren en behouden voldoende, eigentijdse en veilige binnen- en buitensportaccommodaties. Hierbij
kijken we ook naar de bereikbaarheid en toegankelijkheid.
De Sportaccommodatienota geeft de ambitie aan en we onderzoeken welke kosten met deze ambitie gepaard
gaan. Vanwege de urgentie stellen we voor de kunstgrasvelden bij de voetbalverenigingen Purmersteijn en
De Wherevogels in 2015 aan te leggen vooruitlopend op de behandeling van de sportaccommodatienota. De
daarmee gepaarde jaarlasten bedragen circa € 88.000 vanaf 2016.
De aanbestedingsprocedure voor de sportaccommodatie aan de van IJsendijkstraat wordt nog in 2014 gestart.
De bouw zal in 2016 zijn gerealiseerd.
2.3
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Wijkmanagement
Buurten en wijken zijn ‘schoon heel en veilig’. Buurt- en wijkbewoners doen meer zelf aan het onderhoud van
de wijk en zijn actief in hun buurt. Zij hebben invloed op de ontwikkeling van de buurt en vinden daar voldoende
mogelijkheden om elkaar te ontmoeten.
Prestatieveld Wijkmanagement
• We zorgen voor de verbinding tussen gemeente en gebruikers in de wijken.
Uitgangspunt is de vraag: wat is de vraag vanuit de wijk of buurt ?
• We werken van buiten naar binnen.
Bij het werken in wijken gaat het er niet om dat wij als organisatie bedenken wat goed is voor de bewoners.
Uitgangspunt is om een beeld te krijgen wat speelt in de wijk en wat de bewoners en gebruikers op wijkniveau
bezig houdt. Om hier een goed beeld bij te krijgen zijn wij doorlopend in gesprek met bewoners, gebruikers en
partners in de wijk. Door deze manier van denken en werken geven wij nog meer ruimte aan de bewoners en
gebruikers om met initiatieven te komen. Maar ook om in gezamenlijkheid tot een aanpak van vraagstukken en
oplossingen te komen van problemen. Wij pakken vooral een ondersteunende en voorwaarde scheppende rol.
• We trekken op met bewonersgroepen.
23
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
Wij kijken naar de huidige manier van werken en functioneren van verschillende bewonersgroepen. Hoe komt het
geluid van de bewoners het beste tot zijn recht ? Hoe sluit dit aan bij het werken van 'buiten naar binnen'.
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Maatschappelijke
Ondersteuning
We bieden burgers die dat op grond van hun handicap of maatschappelijke positie nodig hebben op grond van
2.4
de nieuwe WMO toereikende en op de vraag afgestemde dienstverlening aan. Mensen blijven zo lang mogelijk
zelfstandig wonen en steunen elkaar zoveel mogelijk. Een beroep op de overheid wordt pas gedaan wanneer andere
mogelijkheden niet voor handen zijn. Op stedelijk niveau en in de wijken is een aantal collectieve, voorliggende
voorzieningen aanwezig die ondersteunend zijn aan het beoogde maatschappelijk effect.
24
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
2.4.1
Prestatieveld Ondersteuning
• Op dit moment kennen we in de AWBZ ondersteuningsvormen als individuele begeleiding, dagbesteding,
kortdurend verblijf en via de inloopfunctie GGZ. Deze ondersteuning komt vanaf 1 januari 2015 onder
verantwoordelijkheid te liggen van de gemeente. Het gaat met name om hulp aan mensen met een verstandelijke
beperking, lichamelijke beperking of psychogeriatrische beperking. Voor al deze ondersteuningsvormen worden
in 2015 oude AWBZ-producten losgelaten. Deze maken plaats voor nieuwe arrangementen, eventueel met
maatwerkvoorzieningen. Doordat meer wordt ingezet op de eigen kracht van de inwoners en het inzetten
van het eigen netwerk, neemt het beroep op mantelzorgers straks toe. Wij besteden daarom extra aandacht
aan mantelzorgers en zetten steeds meer in op hun individuele behoefte. Bij de afweging van een beroep op
mantelzorg, wegen wij de belangen en de draagkracht van de mantelzorger mee. Respijtzorgvoorzieningen
worden ingezet om de draagkracht van de mantelzorger te versterken. Voor klanten die behoefte hebben aan
lotgenotencontacten zijn bijeenkomsten. Ook waardering voor het verrichte mantelzorgwerk zorgt ervoor dat de
mantelzorger de ondersteuning langer volhoudt. Gemeenten zijn hiervoor vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk.
2.4.2
Prestatieveld Maatwerk voorzieningen
• Purmerenders kunnen een maatwerkvoorziening krijgen indien zij te maken hebben met een lichamelijke
beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem, waardoor zij problemen
ervaren in de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Zij krijgen dan de beschikking over
voorzieningen of middelen die hen in staat stellen zelfstandig te functioneren in het maatschappelijk leven. Een
maatwerkvoorziening wordt pas verstrekt als er geen andere algemene voorziening of product beschikbaar is.
De oplossing van een probleem wordt in eerste instantie bij de persoon zelf gezocht, bij zijn netwerk en in de
toeleiding naar een algemene voorziening. Als laatste wordt gekeken naar de noodzaak van verstrekking van
een maatwerkvoorziening. We gaan door met het scholen van loketmedewerkers, met name op het gebied van
vraagverheldering, aanboren van eigen kracht en zelfoplossend vermogen en het stimuleren van wederkerigheid.
Ook vindt er scholing plaats op het gebied van de extramurale AWBZ. We borgen de kwaliteit van de afgesloten
contracten. Het gaat daarbij om kwaliteit en onderhoud van de verstrekte hulpmiddelen, kwaliteit van hulp bij het
huishouden en kwaliteit van het aanvullend openbaar vervoer.
2.4.3
Prestatieveld Publieke gezondheidszorg
Op grond van de Wet Publieke Gezondheidszorg (WPG) zijn gemeenten verplicht een Gemeentelijke
Gezondheidsdienst (GGD) in te stellen en in stand te houden. Binnen het preventieve gezondheidsbeleid wordt de
komende periode ingezet op flexibiliteit en maatwerk.
Iedere 4 jaar worden de plannen op het gebied van gezondheidsbevordering vastgesteld. Voor 2013-2016 zijn
als speerpunten benoemd de preventie en aanpak van overgewicht en schadelijk alcoholgebruik onder jongeren.
Het project aanpak schadelijk alcoholgebruik onder jongeren wordt in 2015 voortgezet onder de paraplu van de
uitvoering van de nota gezondheidsbevordering. Het voorkomen van overgewicht wordt aangepakt met de effectief
bewezen landelijke methodiek van JOGG. Purmerend is JOGG gemeente. In 2015 vinden in samenwerking met
partijen in de stad weer veel activiteiten plaats om het gezond eten en bewegen voor jongeren aantrekkelijk en
gemakkelijker te maken.
2.4.4
Prestatieveld Voorliggende voorzieningen
Alvorens een beroep te doen op individuele voorzieningen wordt in eerste instantie verwezen naar collectieve
voorzieningen. Welzijn, zorg en ondersteuning worden in algemene voorzieningen aangeboden en zijn laagdrempelig
in de wijk aanwezig. Voor wijkoverstijgende zaken zijn ‘stedelijke arrangementen’ beschikbaar.
• Wijk- en buurtaccomodaties. Goede buurt- en wijkaccomodaties zijn van grote waarde. Met het vernieuwde
welzijnsaccomodatiebeleid wordt vooral ingeztet op kleinschalige voorzieningen dicht bij de bewoners in de
buurt. Daarbij wordt gepoogd zoveel mogelijk ook bewoners te betrekken bij het beheer en gebruik van deze
voorzieningen. Begin 2015 zal een voorzieningen aan het Tilburyplein gerealiseerd zijn. In de Weidevenne wordt
25
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
het complex Heel Europa opgeleverd waarin ook een kleinschalige buurtvoorziening aanwezig is. Met deze en de
reeds gerealiseerde andere buurtvoorzieningen zijn adequate ontmoetingsmogelijkheden aanwezig in de wijken.
• Sociale wijkteams. Vanuit de sociale wijkteams werken we samen met de bewoner(s) aan een passend en snel
antwoord op de (hulp/zorg)-vraag en, indien nodig, wordt er contact gelegd met de juiste mensen/partijen die
hieraan kunnen bijdragen. Dit gebeurt door samenwerking van de verschillende(maatschappelijke) organisaties en
de gemeente in het sociale wijkteam. Het sociale wijkteam draagt ook bij aan de versterking van de samenhang
en leefbaarheid in wijken, buurt en straat, het mobiliseren van eigen klracht van mensen, het activeren van eigen
netwerken en het vinden/inzetten van vrijwilligers. Speerpunten voor de vier sociale wijkteams (Gors/Centrum,
Purmer-Noord en Purmer Zuid; Overwhere/Wheermolen en Weidevenne) zijn onder andere:
• Netwerkontwikkeling in de wijk;
• Deskundigheidsbevordering (bij. op gebied van vechtscheidingen, doorverwijzen jeugd GGZ);
• Aansluiting huisartsen;
• Registeren.
• Maatschappelijke opvang en nachtopvang. Onze inzet is er opgericht dakloosheid zoveel mogelijk te voorkomen.
Als mensen toch dakloos raken, dan is ons streven hen in staat te stellen hun leven zo snel mogelijk weer in eigen
hand te nemen. De hiervoor noodzakelijke trajecten kunnen niet altijd direct worden opgestart. Voor de periode,
waarin hiervan sprake willen wij mensen in ieder geval tijdelijke opvang kunnen bieden. Daarom stellen wij voor
de openstelling van de nachtopvang uit te breiden tot het hele jaar. Met deze uitbreiding van de openstelling
realiseren wij een situatie, waarin aan daklozen op ieder moment een vorm van opvang kan worden geboden,
zoals op grond van de Wmo van gemeenten wordt verwacht. De uitvoering van deze gemeentelijke taak is
neergelegd bij 43 centrumgemeenten, waarvan Purmerend er een is. De verantwoordelijkheid van Purmerend
voor de maatschappelijke opvang betreft de hele regio Waterland. Dit betreft naast Purmerend de gemeenten
Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Waterland en Zeevang. Het gaat hier nadrukkelijk alleen om opvang.
Tijdens het verblijf in de nachtopvang beperkt de begeleiding zich tot het hoogst noodzakelijke (verkrijgen van
inkomen). Om effectief begeleiding te kunnen geven gericht op het leven weer in eigen hand nemen, is het nodig
mensen de stabielere vervolgplek te kunnen bieden in de vorm van tijdelijke eigen huisvesting met ambulante
begeleiding, zoals door het Algemeen Opvangcentrum Purmerend gebeurt.
• Beschermd Wonen. Met ingang van 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor beschermd
wonen. Meer specifiek gaat het om op participatie gerichte ondersteuning van volwassenen met psychiatrische
problemen in een beschermde woonomgeving. Het zwaartepunt ligt dus op de begeleiding, niet op de
behandeling van de psychiatrische problemen. Deze taak wordt belegd bij de centrumgemeenten voor
maatschappelijke opvang, dit betekent, dat Purmerend verantwoordelijk wordt voor deze activiteit voor de
regio Waterland. Het gaat om een zeer kwetsbare groep mensen. Daarom kiezen wij er voor in eerste instantie
zorgcontinuïteit te garanderen (zachte landing). Hiertoe wordt het budget zonder korting overgedragen aan de
gemeenten. De verleende indicaties blijven geldig tot maximaal vijf jaar. Wij kijken in hoeverre er op langere
termijn vorm kan worden gegeven aan deze ontwikkeling.
2.5
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Jeugd
Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. De overheid ondersteunt waar nodig. Daar waar
ouders het even niet helemaal zelf kunnen, speelt hun directe omgeving een belangrijke rol. Familie, buren, vrienden
en vrijwilligers geven hen in eerste instantie een steuntje in de rug. Ook de gemeente ondersteunt waar nodig. Dat
doen we door te investeren in goede preventie en door te zorgen dat ouders weten waar ze terecht kunnen voor
informatie, advies en lichte vormen van ondersteuning. Soms is echter meer nodig. Bijvoorbeeld als ouders zelf
tijdelijk hun kinderen niet kunnen opvoeden.
2.5.1
Prestatieveld Jeugd (preventief/lokaal)
• De ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur- aanpak’ : het inzetten op verbinding en samenwerking. Tussen de gezinnen in de
wijken, de vrijwilligers en professionals die hen ondersteunen en met de gemeente als regisseur.
26
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
• Het eerder herkennen van problemen bij het opgroeien
• Het versterken van de basis, collectieve voorzieningen en generalistische/lichte hulp om daarmee duurdere
vormen van specialistische ondersteuning te vermijden.
• De ingang van de jeugdhulp kan via de sociale wijkteams maar is flexibel, is geen momentopname en kan niet
alleen worden gezien als de poortwachter tot specialistische zorg. De toegang wordt georganiseerd via Spirit.
• Het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling wordt samengevoegd met het Meldpunt Huiselijk Geweld onder de
nieuwe naam "Veilig Thuis".
2.5.2
Prestatieveld Jeugdzorg (regionaal en bovenregionaal)
• Vanaf 2015 is de gemeente Purmerend bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp
(inclusief specialistische hulp zoals Jeugd-GGZ, zorg voor jongeren met een beperking (zoals jongeren met
een (Licht)Verstandelijke beperking, met autisme of Niet aangeboren hersenletsel)) en gesloten jeugdhulp in
het kader van ernstige opgroei- en opvoedproblemen), de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en
jeugdreclassering. Met uitzondering van de toegang tot de jeugdzorg zijn deze vormen van jeugdzorg vanaf 2015
regionaal of bovenregionaal ingekocht.
2.6
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Werk en Inkomen
Het is wenselijk dat meer mensen naar vermogen aan het werk zijn. Werk is nodig om een inkomen te verwerven.
Met inkomen kun je zorgen voor je levensonderhoud en er komt vrijheid om je leven in te richten op een manier
die bij je past. Maar we zien werk niet alleen als een voorwaarde voor inkomen en individuele vrijheid, maar ook
als activiteit die je midden in het leven en tussen de mensen houdt. Een baan hebben is van maatschappelijke
betekenis en biedt contacten die niet als vanzelfsprekend uit je familie, buurt of vriendengroep komen. Voor
inwoners die uitvallen of dreigen uit te vallen, of die onvoldoende middelen hebben om mee te doen is er een
vangnet. Het gaat erom uit te zoeken welke ondersteuning echt nodig is om te kunnen participeren. Wederkerigheid
is belangrijk. Voor wat, hoort wat. We ondersteunen mensen met een grote achterstand tot de arbeidsmarkt op weg
naar werk. Er is een relatief laag uitkeringsbestand en een goed bereik van participatie en armoedebeleid. Daarbij
zijn de klanten tevreden over de wijze van dienstverlening.
2.6.1
Prestatieveld Participatie
• In 2015 treedt de Participatiewet in werking. Het doel van deze wet is om mensen zoveel mogelijk te laten
meedoen in de samenleving. Bij voorkeur via een betaalde baan. Ook een gesubsidieerde baan, vrijwilligerswerk
of mantelzorg zijn manieren om actief deel te nemen aan de samenleving. Meedoen naar vermogen is de leidende
gedachte. Door deze wet krijgt de gemeente te maken met een bredere groep Purmerenders die in meer of
mindere mate kunnen werken. De uitdaging is om deze groep mensen naar vermogen aan het werk te helpen.
Deze taak moet met minder middelen dan in 2014 worden uitgevoerd. In 2015 willen we in beeld krijgen wat
nodig is om deze groep naar werk te begeleiden. Hiertoe gaan we een intensievere samenwerking aan met het
onderwijsveld, regiogemeenten en andere partijen die een rol spelen in de begeleiding van deze doelgroep en
met werkgevers. Eigen kracht en betrekken van de omgeving staan hierbij centraal.
• Zorgdragen voor doorlopende leer-, werk- en ontwikkelingslijnen.
Mensen die in onvoldoende mate participeren in de samenleving en niet aan het arbeidsproces deelnemen,
activeren en ondersteunen om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten en meer zelfredzaam te worden.
Dat wil zeggen daar waar nodig individuele begeleiding en daar waar mogelijk groepsbegeleiding. Er is sprake
van een actieve lokale en regionale werkgeversbenadering. Er is sprake van samenwerking in de regio met
werkgevers, UWV-Werkbedrijf en onderwijs. Mensen met een uitkering of een beperking kunnen een beroep
doen op individuele ondersteuning. Contracten met huidige re-integratiebedrijven lopen in 2015 af. In lijn met
de uitgangspunten van het participatiebeleid zal naar een andere vorm van inkoop gezocht worden, waarbij
maatwerk mogelijk is. Activering en maatschappelijke participatie van allerlei doelgroepen met en zonder
uitkering is een functionele, maar geen noodzakelijke taak voor de gemeente. Voor mensen met een uitkering
is nog zeer beperkt geld beschikbaar uit het participatiebudget voor sociale activering en zorg. Wij willen de
initiatieven van het maatschappelijk middenveld en inwoners zelf volgen en indien nodig faciliteren. Verder zal
27
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
het Werkbedrijf (een regionaal samenwerkingsverband) in 2015 invulling krijgen. Het Werkbedrijf moet de schakel
vormen tussen werkzoekenden (met én zonder een beperking) en werkgevers.
2.6.2
Prestatieveld Sociale werkvoorziening
We voeren de Wsw resultaatgericht uit. De Wsw is gericht op het creëren van aangepaste werkgelegenheid voor
mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die er als gevolg van een lichamelijke, psychische en/of verstandelijke
handicap niet in slagen werk te vinden. Het is bedoeling dat het deel van de mensen in de sociale werkvoorziening
dat geschikt is om naar buiten geplaatst te worden ook daadwerkelijk naar buiten wordt geplaatst. Eerder is
het idee ontstaan om dit te beleggen bij een externe detacheringsorganisatie. Inmiddels worden ook andere
varianten uitgewerkt, waarbij aansluiting wordt gezocht bij het WerkgeversServicePunt (WSP) en de in juli 2014
aangenomen Participatiewet. Een belangrijk onderdeel van deze wet is het Werkbedrijf en de nieuwe vorm van
Beschut Werken naast de SW. Dit werkt de gemeente momenteel uit. Ook wordt de verzelfstandiging van de
gemeentelijke groenvoorziening uitgevoerd. Schoonmaak en drukwerk/post zullen volgen.
We houden ons aan de quotumregeling voor het in dienst nemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
We proberen zoveel mogelijk uitkeringsgerechtigden te motiveren in het werkritme te blijven of om bij te leren.
2.6.3
Prestatieveld Inkomensondersteuning
• De economie groeit in 2014 maar het herstel is niet krachtig genoeg om de werkgelegenheid te laten toenemen.
Volgens de schattingen van het CPB trekt de economie verder aan in 2015. Het aantal banen neemt dan met
een gering percentage toe. Tot en met 2015 zal de werkgelegenheid naar verwachting alleen aantrekken in een
beperkt aantal arbeidsmarktregio's, waaronder Groot-Amsterdam. In de overige regio's neemt het aantal banen
af. Daarnaast is er het na-ijleffect van de WW. Een groot deel van mensen in de WW stroomt na deze periode de
bijstand in. In de Participatiewet wordt met de bijstandsuitkering voor iedereen een minimaal bestaansinkomen
gegarandeerd (vangnetfunctie) voor mensen die dat niet zelf kunnen verdienen door te werken of via een partner.
Het uitgangspunt van de nieuwe wet is dat wie naar vermogen kan werken niet afhankelijk hoort te zijn van een
uitkering.
2.6.4
Prestatieveld Armoedebestrijding
• Door het beschikbaar stellen van voorzieningen voor inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en
participatie, willen we stimuleren dat mensen die over een klein inkomen beschikken, meedoen in de
samenleving. Armoede of schulden moeten zo vroeg mogelijk gesignaleerd worden, zodat met individuele
inkomensondersteunende regelingen geholpen kan worden, zoals de Bijzondere Bijstand. Vooral kinderen
moeten op belangrijke terreinen als sport, cultuur en onderwijs mee kunnen doen. Het gaat hierbij om het
voorkomen van sociaal isolement en het bevorderen van volwaardige participatie van Purmerenders met een
minimuminkomen.
• Ook willen we bevorderen dat mensen met schulden zo worden ondersteund dat zij duurzaam uit de financiële
problemen blijven. Dit door regie te voeren op de schuldhulpverlening met andere instellingen die betrokken zijn
bij dezelfde klant. We zetten in op preventie, individuele dienstverlening, klantmanagement en samenwerking.
Op deze manier willen we voorkomen dat mensen schulden maken of terugvallen in een schuldensituatie. Als
het nodig is, bieden we schuldregelingen en budgetbeheer aan en leiden we toe naar de WSNP. De recent
aangenomen Wet maatregelen WWB verplicht ons om de beleidsregels voor 1 januari 2015 aan te passen.
Dit is een goed moment om te onderzoeken of we het minimabeleid moeten herijken. Ook sluit dit aan bij het
voornemen uit het coalitieakkoord in beeld te brengen hoe het is gesteld met de armoede in Purmerend.
2.7
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Onderwijs
Kinderen groeien in Purmerend op tot verantwoordelijke, zelfstandige en zelfredzame volwassenen. Hun
ontwikkeling door de jaren heen (van 0 tot 23) verloopt volgens een doorlopende lijn: van geboorte tot en met studie
en arbeidsmarkt.
28
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
2.7.1
Prestatieveld Achterstandenbeleid
• Het bieden van ondersteuning aan kinderen en hun ouders bij (dreigende) leerachterstanden als gevolg van het
onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal. Dit om een onderbreking van de doorgaande ontwikkelingslijn
te voorkomen.
2.7.2
Prestatieveld Huisvesting onderwijs
• Het realiseren en bestendigen van scholen die voldoen aan de eisen van het moderne onderwijs door te streven
naar efficiënt gebruik van gebouwen.
2.7.3
Prestatieveld Kinderopvang
We streven naar verantwoorde, veilige en kwalitatief goede kinderopvang. Het doel is daarom jaarlijks alle locaties
te inspecteren en waar nodig handhavend op te treden ( indien sprake is van overtredingen). De kinderopvang wordt
verder aan de marktwerking overgelaten.
We bevorderen dat kinderen zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen en brengen daartoe een duurzame
samenwerking van de verschillende partners in het veld tot stand. We bevorderen een goede doorgaande leerlijn.
In de komende tijd speelt een herorientatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in het kader van mogelijke
harmonisatie.
2.7.4
Prestatieveld Onderwijsondersteuning
Het bieden van, of het organiseren van, ondersteuning aan kinderen, ouders, peuterspeelzalen, kinderopvang en
scholen opdat de doorgaande ontwikkeling van een jeugdige ongestoord kan plaatsvinden.
• zonodig bieden van leerlingenvervoer;
• voorkomen voortijdige schooluitval;
• het bevorderen/faciliteren van de contacten tussen onderwijs en bedrijfsleven opdat de locale arbeidsmarkt
aansluit op het onderwijs en andersom;
• het bevorderen van (maatschappelijke) stages opdat jeugdigen verantwoordelijkheid voor de eigen leefomgeving
ontwikkelen.
Wat mag het kosten
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
-94.909
-96.794
Begroting
2014
(bijgesteld)
-97.614
Begroting
2015
-129.254
Begroting
2016
-130.396
Begroting
2017
-131.126
Begroting
2018
-132.736
Baten
38.608
37.155
38.969
29.197
30.603
31.843
32.938
Saldo
-56.301
-59.640
-58.645
-100.057
-99.793
-99.283
-99.798
Het saldo van dit programma daalt met € 41,4 miljoen ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt
veroorzaakt door een stijging van de lasten met € 31,6 miljoen en een daling van de baten van € 9,8 miljoen.
29
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
BV021 Kunst en cultuur
Lasten
Baten
-8.733
-8.123
-8.180
-8.189
-8.189
-8.186
-8.223
1.622
1.653
1.653
1.611
1.599
1.599
1.599
-7.111
-6.470
-6.527
-6.578
-6.591
-6.588
-6.624
Lasten
-6.433
-6.752
-6.793
-7.077
-7.641
-8.813
-8.928
Baten
1.185
1.153
1.159
1.172
1.173
1.174
1.186
-5.249
-5.599
-5.633
-5.906
-6.469
-7.639
-7.742
-1.581
-1.529
-1.309
-1.360
-1.370
-1.228
-1.239
BV022 Sport en recreatie
BV023 Wijkmanagement
Lasten
Baten
17
0
0
0
0
0
0
-1.565
-1.529
-1.309
-1.360
-1.370
-1.228
-1.239
Lasten
-2.360
-2.731
-2.761
-20.418
-19.545
-18.936
-19.067
Baten
1.111
1.111
1.121
0
0
0
0
-1.250
-1.620
-1.640
-20.418
-19.545
-18.936
-19.067
-13.657
-13.460
-13.281
-12.358
-12.392
-12.350
-12.411
2.173
1.667
1.666
1.827
1.766
1.776
1.787
-11.484
-11.792
-11.615
-10.531
-10.625
-10.574
-10.624
-22.414
-23.562
-23.152
-34.881
-35.395
-34.869
-35.290
1.707
1.726
1.918
1.772
1.791
1.808
1.836
-20.707
-21.836
-21.234
-33.109
-33.604
-33.060
-33.454
Lasten
-39.730
-40.638
-42.138
-44.971
-45.865
-46.743
-47.579
Baten
30.794
29.844
31.452
22.816
24.275
25.486
26.531
-8.936
-10.794
-10.686
-22.155
-21.590
-21.258
-21.048
BV024 Jeugd
BV025 Onderwijs
Lasten
Baten
BV026 Maatschappelijke ondersteuning
Lasten
Baten
BV027 Werk en inkomen
EXPLOITATIE
De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op beleidsveldniveau ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014
zijn:
Beleidsveld BV021 Kunst en Cultuur
Purmaryn: de kapitaallasten van de aanpassingen zijn opgenomen vanaf het jaar 2016: € 50.000 op jaarbasis.
Ten behoeve van 25 jaar theater Purmaryn in 2015 is eenmalig een bedrag van € 50.000 opgenomen in de jaarschijf
2015.
Beleidsveld BV022 Sport en recreatie
In dit beleidsveld zijn de lasten € 0,3 mln. hoger. Dit wordt veroorzaakt door de kapitaallasten van in 2014 afgeronde
(vervangings)investeringen.
Beleidsveld BV023 Wijkmanagement
De afwijkingen zijn lager dan € 100.000.
Beleidsveld BV024 Jeugd
In dit beleidsveld vervallen de lasten en baten voor de pilot decentrale toegang tot de ambulante jeugdzorg voor
30
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
€ 1,1 miljoen. De bedragen zijn overgeheveld naar de Jeugdwet 2015. Daarnaast stijgen de lasten met € 18,6
miljoen door de toevoeging van de middelen voor de decentralisatie Jeugd.
Beleidsveld BV025 Onderwijs
Vanwege het overhevelen van de verantwoordelijkheid voor de onderhoudslasten van schoolgebouwen naar de
schoolbesturen, worden de lasten verlaagd met € 0,8 miljoen. Daarnaast is er sprake van verlaging van de lasten
met € 0,3 miljoen vanwege incidentele lasten in 2014 met betrekking tot de Gasinjetstraat en de Zichthof. De lasten
en baten voor het onderwijsachterstandenbeleid dalen met € 0,1 miljoen.
Beleidsveld BV026 Maatschappelijke ondersteuning
Door het toevoegen van de middelen voor de decentralisatie Wmo stijgen de lasten met € 14,6 miljoen. Een miljoen
van deze lasten worden toegevoegd aan beleidsveld werk en inkomen, omdat maatwerk chronisch zieken wordt
uitgevoerd onder het minimabeleid. Ten gevolge van de bezuinigingen bij hulp bij het huishouden dalen de lasten
met € 0,8 mln.
Doordat meer taken naar de gemeenten komen is de verwachting dat de baten door de eigen bijdragen bij
maatwerkvoorzieningen zullen stijgen met € 18.000. Daarnaast zullen er geen baten meer worden ontvangen ter
dekking van de invoeringskosten van de Decentralisaties waardoor de baten dalen met € 164.000
Doordat de decentralisatieuitkering maatschappelijke opvang – verslavingsbeleid voor de jaren 2015 e.v. - ruim
€ 50.000 hoger is dan de jaren daarvoor, kan de uitbreiding van de openstelling van de nachtopvang budgettair
neutraal worden gerealiseerd.
Beleidsveld BV027 Werk en inkomen
Door het oplopende uitkeringenbestand stijgen de uitgaven van de uitkeringen en de apparaatskosten voor de
behandeling van de uitkeringen met € 2,1 miljoen. De verwachting is dat de rijksbijdrage met € 1,6 miljoen zal
stijgen, dit wordt mede veroorzaakt door wijzigingen in het landelijk verdeelmodel.
Bij participatie dalen de lasten met € 347.000 en de baten met € 2,5 miljoen. De uitgaven zouden bij ongewijzigd
beleid de inkomsten op termijn overstijgen. Deze trend is al ingezet in 2011, door de sterke afname van de
rijksgelden. Om die reden is een verandertraject ingezet in de werkwijze. Door goed zicht op de situatie van de
bewoner, samenwerking met partners en zaken via korte lijnen direct te regelen brengen we de kosten terug.
Tegelijk leidt dit voor de burger tot meer effectieve ondersteuning. Deze ontwikkeling is in lijn met de keuzes van de
organisatie.
De lagere baten zijn ontstaan door het wegvallen van de rijksbijdrage participatie. Deze middelen worden vanaf
2015 via het Gemeentefonds (deelfonds decentralisaties) verstrekt.
Bij de Sociale werkvoorziening wordt € 7,7 miljoen minder rijksbijdrage ontvangen. Vanaf 2015 wordt deze
rijksbijdrage opgenomen in de participatiewet, en via het gemeentefonds (deelfonds decentralisaties) verstrekt.
RESERVES
Reserve gemeentelijke middelen participatie
De reserve is in 2009 en 2010 gevormd met als doel de lagere rijksbijdrage voor participatie gefaseerd in te passen
in het beleid en daarmee te voorkomen dat inspanningen om cliënten te laten participeren, direct moeten worden
verminderd. In 2015 wordt € 290.657 aan de reserve onttrokken. In 2018 wordt het restant van de reserve € 189.198
onttrokken daarna is de reserve leeg.
Bestemmingsreserve herstructureringskosten WSW
31
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
De komende jaren vind een ingrijpende herstructurering in de uitvoering van de WSW plaats. Het is de ambitie de
SW-medewerkers bij reguliere werkgevers te plaatsen, of via vervreemding en publiek-private samenwerkingen
groepen SW-medewerkers te detacheren. Ten aanzien van de transitie is budget nodig voor (des)investeringen
en frictiekosten. Hiervoor is een totaal bedrag van € 5,6 mln. opgenomen, ten dele reeds uitgegeven. Gemeenten
dragen naar rato bij aan deze transitiekosten via de gemeentelijke bijdragen. In 2015 wordt de onttrekking voor de
herstructureringskosten op basis van de concept (niet bestuurlijk vastgestelde) begroting van Baanstede begroot op
€ 374.000.
Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting
Het doel van deze reserve is om de boekwaarden af te kunnen boeken van de onderwijspanden gedurende de
periode 2012 tot en met 2015, die worden herbestemd of worden gesloopt. Onttrekkingen aan reserve vinden plaats
na concrete voorstellen om leegkomende panden volledig af te boeken.
VOORZIENINGEN
Voorziening groot onderhoud De Purmaryn
Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel het realiseren van dekking en egalisering van de uitgaven
planmatig onderhoud en vervanging inventaris op middellange termijn. Het onderhoud van het gebouw de Purmaryn
vindt plaats op grond van een meerjaren onderhoudsplan.
INVESTERINGEN
Voor de vervanging en toekenning van hulpmiddelen wordt in 2015 een krediet voorgesteld van € 300.000 .
Ten laste van het krediet komen onder andere de aanschaf van rolstoelen, scootmobielen, driewielfietsen en
woonaanpassingen.
De komende jaren gaan we niet naar een nieuwe Purmaryn, maar naar een toekomstbestendige Purmaryn die
investeringen vergt. Bij het beleidsveld is omschreven wat deze investeringen inhouden.
We stellen voor kunstgrasvelden aan te leggen bij VPV Purmersteijn en voetbalvereniging De Wherevogels.
Deze investeringen zijn vanwege de urgentie naar voren gehaald. Bij VPV Purmersteijn bestaat tekort aan
trainingscapaciteit en is het hoofdveld in slechte conditie. Ook bij De Wherevogels is tekort aan trainingscapaciteit.
Hier stond renovatie van het natuurgras hoofdveld al ingepland. De investeringen brengen een structurele last mee
van circa € 88.000.
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Specificatie incidentele baten en lasten (+ is baten en - is lasten)
Omschrijving
Begroot
2015
Begroot
2016
Begroot
2017
Begroot
2018
a. Transitie Jeugdzorg
-500.000
-
-
-
b. Armoedebeleid
-150.000
-
-
-
c. Sloop sporthal Beukenkamp
-75.000
-
-
-
d. Jubileum Purmaryn
-50.000
-
-
-
e. Bijdrage participatiebeleid
-291.000
-302.000
-294.000
-189.000
f. Bijdrage herstructurering WSW
-375.000
-155.000
-187.000
-396.000
-1.441.000
-457.000
-481.000
-585.000
Totaal
Toelichting:
a. Transitie jeugdzorg: Voor de nieuwe taken Jeugdzorg, Awbz en Participatie worden er in 2014 en 2015 uitgaven
gedaan om een goede invoering mogelijk te maken. De personele inzet vindt zoveel als mogelijk plaats met de
bestaande ambtelijke capaciteit.
32
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
b. Armoedebeleid: Het ingezette beleid voor extra inzet middelen intensivering armoede- en schuldenbeleid zetten
we in 2015 voort.Dit betekent inzet van incidentele middelen voor een preventiemedewerker en een vangnetbudget.
Na uitvoering van het armoedeonderzoek zullen we bepalen welke structurele inzet van geld nodig is.
c. Sloop sporthal Beukenkamp: Om de bouw van multifunctionele sporthal te kunnen realiseren is het nodig om de
sporthal de Beukenkamp te slopen. De sloop van de Beukenkamp staat gepland voor 2015, hiervoor is incidenteel
budget beschikbaar gesteld.
d. Jubileum Purmaryn: 2015 is een jubileumjaar voor het Theater de Purmaryn. Het Theater de Purmaryn bestaat
dan 25 jaar. Hiervoor is het voorstel om in 2015 incidenteel geld beschikbaar te stellen.
e. Participatie: De rijksbijdrage voor participatie is afgebouwd. De daling van de inkomsten uit het rijk wordt
vooralsnog opgevangen door een incidentele inzet uit de bestemmingsreserve gemeentelijke middelen participatie
in de jaren 2015 t/m 2018. In 2018 is de reserve uitgeput.
f. Herstructurering WSW: Voor de hervorming van de wetgeving voor groepen mensen aan de onderkant van
de arbeidsmarkt is er een nieuw perspectief gekomen. Deze transitie van de uitvoeringsorganisatie brengt
herstructureringskosten met zich mee. Door het instellen van een bestemmingsreserve WSW wordt het
rekeningresultaat van deze jaren en daarmee het verloop van de algemene reserve, geschoond voor een incidentele
component.
33
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
3
W
O
N
E
N
Portefeuillehouder: J. Krieger
Inleiding
De meeste inwoners voelen zich thuis in Purmerend en willen graag dat zij én hun kinderen kunnen blijven wonen
in onze stad. Daarom stellen wij ons ten doel om voldoende passende woningen voor diverse doelgroepen te
realiseren, uiteraard in een prettige woonomgeving. Om dit voor elkaar te krijgen werkt de gemeente nauw samen
met woningcorporaties en andere partners. Bij het opstellen van de nieuwe woonvisie is extra aandacht besteed aan
mensen die een steuntje in de rug nodig hebben, zoals starters en ouderen.
In het coalitieakkoord 2014-2018 hebben wij afgesproken ons beleid opnieuw te bekijken en voorafgaand aan deze
herijking een woondebat te houden. In afwachting van de uitkomsten van dat debat is het programma Wonen nog
niet aangepast. De prestatiecriteria zijn daarom evenmin gewijzigd..
Ambities coalitieakkoord
Wij streven naar een goede mix van sociale huurwoningen, jongeren- en seniorenwoningen, koop- en huurwoningen
en goedkope en dure woningen. Belangrijke punten van aandacht vormen de veranderingen bij de huisvesting van
ouderen en het verkorten van wachtlijsten voor jongeren en starters. Een passend antwoord op de vraagstukken
formuleren wij niet op eigen houtje. Door middel van een woondebat wil de gemeente samen met de stad wenselijke
en haalbare maatregelen formuleren.
We willen dakloosheid zo veel mogelijk voorkomen.
Relevante beleidsnota's
• Woonvisie Purmerend 2012-2016
Trends en risico's
• Er is sprake van een veranderende markt voor koopwoningen.
• De markt voor huurwoningen stagneert en kent krapte.
• Het aantal noodgevallen en mensen met een urgentieverklaring neemt toe.
• Woningbouwcorporaties hebben minder (financiële) mogelijkheden, terwijl er meer initiatieven van
zorgleveranciers en particuliere beleggers komen.
• Wonen en zorg vindt steeds meer gescheiden plaats.
Wat willen we bereiken
34
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
3.1
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Wonen
We willen dat iedereen kan wonen in een kwalitatief goede woning en woonomgeving. Die vanzelfsprekend aansluit
op de behoeften en leefomstandigheden van het huishouden. De gemeente is echter slechts één van de partijen
die hier invloed op heeft. Met name de inwoners zelf zijn hier, samen met andere partijen, aan zet. Waar nodig
en mogelijk bieden wij de ruimte. Zolang er sprake van schaarste aan woningen is, zal de gemeente beschikbare
woningen zo eerlijk mogelijk verdelen.
Aandacht voor duurzaam wonen en leven is voor ons belangrijk. Hetzelfde geldt voor huisvestingsmogelijkheden
voor bijzondere doelgroepen.
Wat gaan we daarvoor doen
3.1
Beleidsveld Wonen
We zullen een woondebat houden om te komen tot maatregelen die de gemeente kan treffen.
3.1.1
Prestatieveld een aansprekende woningvoorraad
• We investeren in de stad en ondersteunen partners die ook willen investeren, zodat meer differentiatie in
woonmilieus en typen woningen ontstaan.
3.1.2
Prestatieveld iedereen op de juiste plek
• We investeren in doorstroming en organiseren in SRA-verband een rechtvaardige en evenwichtige
woonruimteverdeling.
Bestuurlijke producten 2015 - 2018
Bestuurlijk product
Jaar
Kwartaal
jaarlijkse monitor woningtoewijzing
2015
2e kwartaal
jaarlijkse monitor ontwikkeling woningvoorraad
2015
4e kwartaal
Wat mag het kosten
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
-1.220
-1.863
Begroting
2014
(bijgesteld)
-2.185
Begroting
2015
-1.664
Begroting
2016
-957
Begroting
2017
Begroting
2018
-905
-909
Baten
831
762
972
527
364
313
306
Saldo
-389
-1.102
-1.213
-1.137
-594
-593
-603
Het saldo van dit programma stijgt met € 76.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt
veroorzaakt door een daling van de lasten met € 521.000 en een daling van de baten van € 445.000.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
BV031 Wonen
Lasten
Baten
-1.220
-2.185
-1.664
-957
-905
-909
831
762
972
527
364
313
306
-389
-1.102
-1.213
-1.137
-594
-593
-603
EXPLOITATIE
Beleidsveld Wonen
35
-1.863
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
De baten en lasten in het programma Wonen dalen met € 400.000 vanwege het aflopen van de ondersteuning van
het wonen boven winkels. Daarnaast zijn er € 50.000 lagere lasten en baten vanwege een aflopende lening aan
Rochdale.
RESERVES
Reserve Woonvisie
De bijdrage in de woonvisie is bedoeld voor investeringen in de volkshuisvesting en is gekoppeld aan de woonvisie
2012-2016. In 2015 is worden uitgaven begroot voor € 572.000.
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Specificatie incidentele baten en lasten (+ is baten en - is lasten)
Omschrijving
Begroot
2015
Begroot
2016
Begroot
2017
Begroot
2018
Bijdrage woonvisie
-572.000
-
-
-
Totaal
-572.000
-
-
-
Toelichting: De bijdrage in de woonvisie is bedoeld voor investeringen in de volkshuisvesting en is gekoppeld aan de
woonvisie 2012-2016. De incidentele uitgave in 2015 is gekoppeld aan de investeringsagenda van de woonvisie en
de uitgaven van woningcorporaties en worden als bijdrage uit de bestemmingsreserve woonvisie gedekt.
36
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
37
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
4
M
I
L
I
E
U
Portefeuillehouder: M. Hegger
Inleiding
We willen dat Purmerend een plek is en blijft waar inwoners veilig en gezond kunnen wonen, werken en recreëren.
Onze speerpunten zijn het terugdringen van milieuhinder door bedrijven, efficiënte afvalverwijdering en energiezuinig
gedrag.
Ambities coalitieakkoord
Onze ambities richten zich op het versterken van de lokale duurzaamheid, een efficiënte en klantvriendelijke
afvalinzameling en een gezond milieu.
Relevante beleidsnota's
• Milieubeleidsplan 2012-2016
• Bodembeleidsplan
• Duurzaamheid en milieu-uitvoeringsprogramma 2015
• Geluidsbeleid Baanstee-Noord (2010)
• Integraal uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend 2015
• Nota Integrale Handhaving Purmerend 2012-2015
• Nota Integrale Vergunningverlening 2012-2015
Trends en risico's
• Gemeenten moeten de uitvoering van basistaken overdragen aan regionale uitvoeringsdiensten. Purmerend heeft
daarvoor aansluiting gevonden bij de RUD IJmond.
• Afvalscheiding landelijk worden nieuwe doelen gesteld, Purmerend is nog druk met traject om 60% scheiding te
realiseren.
• In 2015 wordt landelijk een afvalbelasting ingevoerd, dit heeft voor inwoners en bedrijven
kostenverhogende effecten.
Wat willen we bereiken
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld milieu
Uitgangspunt is dat de goede kwaliteit van het milieu in Purmerend behouden blijft. Het natuurlijke milieu wordt door
de activiteiten van burgers, bedrijven en instellingen ‘in beperkte mate’ belast. Daarnaast handelen de gemeentelijke
38
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
organisatie, bewoners en bedrijven in Purmerend energiezuinig. Mede hierdoor kunnen inwoners veilig wonen,
werken en recreëren, met gering risico voor de volksgezondheid.
Op het gebied van afvalinzameling willen wij een afvalscheidingspercentage van 60% in 2018 bereiken. Door
beter scheidingsgedrag van burgers kan de afvalstoffenheffing gelijk blijven of dalen. Daarnaast hebben wij een
publieksvriendelijke en efficiënte afvalinzameldienst. Deze dienstverlening wordt gekenmerkt door onder andere een
laagdrempelige toegang tot de milieustraat.
Wat gaan we daarvoor doen
4.1
Beleidsveld Milieu
Het voorkomen en beperken van gevaar, schade en hinder aan het natuurlijke milieu op basis van de uitvoering van
landelijke wetgeving en (gemeentelijk) milieubeleid. Visie, werkwijze en uitvoering zijn vastgelegd in het jaarlijks vast
te stellen Duurzaamheid- en Milieu-uitvoeringsprogramma, de Nota Integrale Handhaving 2012-2015 en het jaarlijks
vast te stellen Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving en Vergunningverlening 2015.
4.1.1
Prestatieveld Milieubeheer
• We voeren milieucontroles uit bij bedrijven en instellingen om de naleving van milieuregels op een hoog
niveau te houden. Om de last door toezicht te verminderen voeren we controles zoveel mogelijk integraal uit.
Milieuklachten handelen we zo snel mogelijk af. In 2014 zijn de basistaken aan de Regionale Uitvoeringsdienst
Milieudienst IJmond overgedragen. Sindsdien verricht de RUD IJmond de vergunningverlening voor en het
toezicht op enkele complexe bedrijven.
• Om het afvalscheidingspercentage omhoog te krijgen voeren we het alternerend inzamelen in. Hierbij wordt grijs
en groen afval week om week ingezameld.
4.1.2
Prestatieveld Afvalbeheer
In het coalitieakkoord is als ambitie vastgesteld dat wij 60% afvalscheiding bereiken in 2018. Een trendbreuk in de
huidige scheidingsresultaten is hiervoor nodig.
Wij laten ons hierbij niet alleen leiden door milieu- en duurzaamheidsdoelstelling, maar ook door belangrijke
financiële overwegingen. Deze zijn versterkt door de invoering van stort- en verbrandingsbelasting. De
scheidingsdoelstelling is niet alleen van belang voor het behalen van milieudoelen, maar ook voor de beheersing van
de afvalstoffenheffing.
Eind 2014 zullen wij een plan van aanpak presenteren op basis waarvan wij deze doelstellingen denken te behalen.
de beoogde omslag (trendbreuk) betekent dat wij in 2015 starten met een omvangrijk en gefaseerd traject. Hierbij
zullen wij oog hebben voor zowel de service aan bewoners, als de financiële en milieu aspecten.
Prestatie-indicatoren Afvalverwijdering
2014
2015
Afvalscheidingspercentage
45%
50%
% inwoners dat tevreden is over de milieustraat
90%
90%
% inwoners dat tevreden is over de afvalinzameling
90%
90%
Bestuurlijke producten 2015 - 2018
Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving en Vergunningverlening 2015
Jaarlijks
4e kwartaal
Evaluatieverslag Integrale handhaving Purmerend 2014
Jaarlijks
2e kwartaal
Milieu- en duurzaamheidsuitvoeringsprogramma 2016
Jaarlijks
4e kwartaal
39
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
Wat mag het kosten
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
Lasten
-13.064
-13.283
-13.279
-13.280
-13.363
-13.401
-13.483
Baten
12.723
12.674
12.906
12.954
13.382
13.417
13.479
Saldo
-340
-609
-373
-326
19
16
-4
Het saldo van dit programma stijgt met € 47.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt
veroorzaakt door een stijging van de lasten met € 1.000 en een stijging van de baten van € 48.000.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
BV041 Milieu
Lasten
-13.064
-13.283
-13.279
-13.280
-13.363
-13.401
-13.483
Baten
12.723
12.674
12.906
12.954
13.382
13.417
13.479
-340
-609
-373
-326
19
16
-4
EXPLOITATIE
Beleidsveld Milieu
Afvalinzameling
De begroting voor de afvalinzameling is sober opgesteld. ook is kritisch gekeken naar de feitelijke technische staat
van materieel en materiaal. Hierdoor is een aantal vervangingen uitgesteld.
Een en ander leidt tot een voordeel, dat helaas teniet gedaan wordt door een stijging van de verwerkingskosten van
HVC met ruim 1,4% en de doorvoering van een verbrandingsbelasting van € 13 per ton (totaal 26.200 ton).
RESERVES
Egalisatiereserve afvalstoffenheffing
Het verwachte saldo per 31-12-2014 van de egalisatiereserve is volledig ingezet bij de bepaling van de hoogte van
de afvalstoffenheffing 2015.
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Specificatie incidentele baten en lasten (+ is baten en - is lasten)
Omschrijving
Begroot
2015
Begroot
2016
Begroot
2017
Begroot
2018
Bijdrage afvalstoffenheffing
-340.000
-
-
-
Totaal
-340.000
-
-
-
Toelichting: Voor de afvalstoffenheffing wordt er uitgegaan van een kostendekkend tarief. Afwijkingen worden later
verrekend met de afvalstoffenheffing. In 2014 wordt incidenteel € 340.000 bijgedragen vauit de egalisatiereserve ter
dekking van de uitgaven en het tarief. Dit is het verwachte overschot over 2014.
40
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
41
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
5
B E R E I K B A A R H E I D
Portfeuillehouder: J. Krieger
Inleiding
Het is ons streven dat iedere Purmerender zich eenvoudig kan verplaatsen, uiteraard binnen redelijke grenzen van
reistijd en kosten. De benodigde infrastructuur moet veilig en duurzaam zijn en houdt rekening met de leefbaarheid.
Wij richten ons bij de inrichting van de infrastructuur eerst op openbaar vervoer, dan fietsers, voetgangers en
automobilisten.
Ambities coalitieakkoord
Oversteekplaatsen en onoverzichtelijke verkeerssituaties gaan we veiliger maken door te zorgen voor laagblijvend
groen op plaatsen waar nu nog hoge beplanting staat. Het asfalteren en opknappen van doorgaande fietspaden
willen we versnellen. In overleg met Purmerenders bepalen we welke fietspaden daarvoor in aanmerking komen.
Ook willen we met een aantal minimale investeringen de verkeersveiligheid in de binnenstad verbeteren.
Verder laten we de mogelijkheid onderzoeken om het openbaar vervoer voor (oudere) minima in de daluren gratis of
tegen een lager tarief aan te bieden.
Om het bezoek aan de binnenstad bevorderen betalen automobilisten op zondag geen parkeergeld meer. Op straat
parkeren zien wij vooral als een voorziening om kort te parkeren. We willen het inpandig parkeren stimuleren.
Relevante beleidsnota's
• Verkeersveiligheidsplan (2007)
• Fietsbeleidsplan (2010)
• Parkeervisie binnenstad 2012-2015 (2012)
• Parkeerverordening en bijbehorende uitvoeringsbesluiten (2013-2014)
Trends en risico's
Al heel lang worden plannen voor infrastructuur gemaakt op het niveau van de Stadsregio. Het Rijk dringt aan op
verdere schaalvergroting om daarmee economische ontwikkelingen in de Randstad makkelijker te maken. Het ziet er
naar uit dat er een samenwerkingsverband komt op het niveau van de Metropoolregio (Vervoersregio).
42
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
Het busvervoer met Amsterdam vinden de meeste Purmerenders zeer goed. Door de ingebruikname van de
Noordzuidlijn (vermoedelijk in december 2017) zal een deel van de reizigers uit Purmerend en uit Waterland
waarschijnlijk moeten overstappen op het Buikslotermeerplein in Amsterdam Noord.
Een treinreis van Purmerend naar Amsterdam duurt relatief lang. Purmerend ligt namelijk aan de Schiphollijn.
Treinreizigers met bestemming Amsterdam CS moeten sinds een aantal jaar overstappen op Amsterdam Sloterdijk.
Sinds enkele jaren rijden sneltreinen op het traject Hoorn-Amsterdam CS, maar deze stoppen niet in Purmerend.
De wegverbinding tussen Purmerend en Amsterdam wordt steeds beter. Een paar infrastructurele aanpassingen
(voorgenomen of al beslist) zorgen voor een betere verkeersdoorstroming. De aanpassingen zijn: de ingebruikname
van beide Coentunnels (eind 2014), aanleg van een spitsstrook langs de A7 Purmerend richting Amsterdam (eind
2015), het verlengen van de spitsstrook Amsterdam richting Purmerend (eind 2015) en verlengen van de busbaan
langs de Jaagweg van Ilpendam naar Purmerend (periode 2015-2018). In 2014 is gestart met de eerste fase van de
verdubbeling van de N244. De bedrijventerreinen in Purmerend zullen dan beter bereikbaar worden.
Wat willen we bereiken
We willen dat Purmerend een goed functionerende, veilige en duurzame infrastructuur heeft voor alle manieren van
vervoer. Daarbij houden we rekening met zaken als als leefbaarheid, milieu en fysieke- en sociale aspecten. Een
aantal locaties verdienen extra aandacht, zoals het centrum en andere publiektrekkende voorzieningen.
5.1
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Bereikbaarheid
Effectindicatoren Bereikbaarheid
Openbaar vervoer:
2014
Streefcijfer
2015
7,8 (2013)
≥7,8
6,1 (2013)
≥7
% ontevreden over bereikbaarheid centrum met openbaar vervoer
17% (2013)
≤17%
% ontevreden over bereikbaarheid centrum per fiets
1% (2013)
≤1%
Rapportcijfer klantwaardering openbaar vervoer Waterland
Fietsverkeer:
Rapportcijfer aantal fietsenrekken in de binnenstad
Bereikbaarheid centrum:
Verkeersveiligheid:
Rapportcijfer verkeersveiligheid in Purmerend
6,9 (2013)
≥7
% ontevreden over de veiligheid voor voetgangers in de buurt 1
6% (2011)
≤15%
% ontevreden over de veiligheid voor fietsers in de buurt
18% (2011)
≤15%
43
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
Wat gaan we daarvoor doen
5.1
Beleidsveld Bereikbaarheid
5.1.1
Prestatieveld Openbaar vervoer
We willen de sterke functie van het openbaar vervoer voor het woon-werkverkeer behouden en het gebruik van het
openbaar vervoer voor het sociaal en recreatief verkeer bevorderen.
Prestatie-indicatoren Openbaar vervoer
2014
2015
Nieuwe eindhaltering voor de bus op de Wolgalaan (in combinatie met een rotonde
op het kruispunt Neckerstraat-Wolgalaan)
voorbereiding
uitvoering
Herinrichting Tramplein (nieuw busstation)
uitvoering
gereed
Onderzoek ‘tidal flow’ busbaan N235 Ilpendam-Purmerend (gebruik busbaan in 2
richtingen) (project Provincie)
uitvoering
Onderzoek mogelijkheid openbaar vervoer (oudere) minima in daluren gratis of tegen
lager tarief
uitvoering
5.1.2
Prestatieveld Fietsverkeer
Met name voor verplaatsingen binnen de gemeente willen we het gebruik van de fiets bevorderen.
Prestatie-indicatoren Fietsverkeer
2014
2015
Uitbreiding fietsparkeren Jan Blankenbrug (in combinatie met herinrichting kruispunt uitvoering
Gorslaan-Jaagweg)
gereed Uitbreiding fietsparkeren binnenstad (maatregel parkeervisie)
uitvoering (proef
1 locatie)
uitvoering Aanpassingen fietsenstalling Plantsoenstraat (maatregel parkeervisie)
uitvoering
gereed
Inrichting Purmerweg als Fietsstraat (auto te gast)
voorbereiding
uitvoering
Uitvoering fietsmaatregelen coalitieakkoord (versnellen asfalteren fietspaden en
opknappen doorgaande fietspaden)
voorbereiding
uitvoering
5.1.3
Prestatieveld Autoverkeer
We willen de bereikbaarheid binnen de gemeente verbeteren door de bestaande samenwerking met Provincie
Noord-Holland, Stadsregio en buurgemeenten voort te zetten.
Prestatie-indicatoren Autoverkeer
2014
2015
Verdubbeling N244 (project Provincie)
uitvoering
uitvoering
Spitsstrook A7 in richting Amsterdam (project Rijkswaterstaat)
voorbereiding
uitvoering
Inrichting Nieuwstraat en Westerstraat in overeenstemming met tweerichtingsverkeer voorbereiding
uitvoering
Uitvoering maatregelen parkeervisie (o.a. aanpassen parkeertarieven, verbeterslag
parkeerbewegwijzering)
voorbereiding
uitvoering
Onderzoek nieuwe parkeervoorziening binnenstad
uitvoering
uitvoering
Onderzoek en optimalisatie verkeerslichtenregelingen (gem. 3 per jaar)
uitvoering
uitvoering
5.1.4
Prestatieveld Verkeersveiligheid
We willen niet alleen de verkeersveiligheid bevorderen, maar vooral ook aandacht geven aan het verminderen van
het gevoel van onveiligheid.
44
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
Prestatie-indicatoren Verkeersveiligheid
2014
2015
Aanleg rotonde Neckerstraat-Wolgalaan
voorbereiding
uitvoering
Nieuwe inrichting Clara Visserstraat
uitvoering
gereed
Herinrichting Wheermolen en Overwhere conform Duurzaam Veilig (bij groot
onderhoud riool)
uitvoering
uitvoering
Nieuwe inrichting Weteringstraat met verbetering verkeersveiligheid
voorbereiding
uitvoering
Nieuwe inrichting Hoornselaan met verbetering verkeersveiligheid
voorbereiding
uitvoering
Nieuwe inrichting Neckerstraat met verbetering verkeersveiligheid
voorbereiding
uitvoering
Bestuurlijke producten 2015 - 2018
Bestuurlijk product
Jaar
Kwartaal
Visie gemeentelijk wegennet
2015
2e kwartaal
Wat mag het kosten
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
Lasten
-3.447
-3.648
-3.579
-3.827
-3.710
-3.348
Baten
2.394
2.511
2.236
2.211
2.211
2.211
-3.408
2.211
Saldo
-1.054
-1.136
-1.343
-1.616
-1.499
-1.137
-1.197
Het saldo van dit programma daalt met € 273.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt
veroorzaakt door een stijging van de lasten met € 248.000 en een daling van de baten van € 25.000.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
BV051 Bereikbaarheid
Lasten
-3.447
-3.648
-3.579
-3.827
-3.710
-3.348
-3.408
Baten
2.394
2.511
2.236
2.211
2.211
2.211
2.211
-1.054
-1.136
-1.343
-1.616
-1.499
-1.137
-1.197
EXPLOITATIE
Beleidsveld Bereikbaarheid
In 2015 worden uitgestelde projecten uit 2013 opnieuw opgepakt. Dit betreft maatregelen uit de parkeervisie
Binnenstad en de herinrichting van twee bushaltes aan de Gedempte Where. Ten opzichte van 2014 leidt dit
tot een stijging van € 75.000 in de lasten voor incidentele maatregelen. Met betrekking tot de organisatiekosten
voor parkeren is per saldo sprake van een stijging van € 54.000 in de handhavings- en afhandelingskosten voor
naheffingsaanslagen. Hier staat geen evenredige toename van de opbrengsten uit opgelegde boetes tegenover.
Verder is voor 2015 een incidenteel groot onderhoud aan parkeergarage 't Lammetje gepland voor € 50.000 met als
doel de gebruiksmogelijkheden in ieder geval tot het eind van de technische levensduur te kunnen waarborgen. De
resterende lastenstijging betreft de kapitaallasten over investeringen in verkeersregelinstallaties die in 2014 zullen
worden afgerond.
Medio 2014 is voor de binnenstad van Purmerend gratis parkeren op zondag ingevoerd, met een opbrengstderving
van € 25.000 voor het eerste half jaar. Vanaf 2015 zal de volledige opbrengstderving van € 50.000 door deze
maatregel worden bereikt.
45
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
VOORZIENINGEN
Voorziening onderhoud DRIS
Deze voorziening is bestemd om de beheer- en onderhoudskosten van de DRIS-panelen voor een periode van tien
jaar te kunnen dekken (€ 50.000 per jaar vanaf 2013).
Voorziening Openbaar Vervoer
Deze voorziening dient voor het (gedeeltelijk) financieren van projecten en infrastructurele maatregelen ten behoeve
van een verbeterde doorstroming en toegankelijkheid van de het openbaar vervoer. De laatste middelen zullen in de
loop van 2014 worden ingezet conform het door de Stadsregio goedgekeurde voorstel. De voorziening zal hiermee
met ingang van 2015 komen te vervallen.
INVESTERINGEN
In overeenstemming met het coalitieakkoord wordt voorlopig afgezien van vergaande herinrichting van de ring
om de binnenstad en zullen alleen minimale investeringen in de verkeerssituatie plaatsvinden om de veiligheid te
garanderen. Deze investering zal eruit bestaan om de inrichting van de Nieuwstraat en Westerstraat beter af te
stemmen op tweerichtingverkeer met aanvullende opties voor omzetting naar langsparkeren in de Westerstraat en
aanleg van extra laad- en losplekken in de Nieuwstraat. De kosten voor deze aanpassingen bedragen maximaal
€ 214.000 en zullen gedekt worden uit het bestaande krediet Verkeerscirculatie Binnenstad van € 759.000. Het
restant zal samen met een hulpimpuls van € 400.000 vanuit de regio worden ingezet voor aanpassingen aan de
Neckerdijk en een vernieuwde inrichting van de Neckerstraat (gedeeltelijk opgenomen in de grondexploitatie Kop
van West). Doel van de aanpassing is een veiliger traject en een aantrekkelijker entree naar de binnenstad.
46
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
47
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
6
BEHEER�OPENBARE�RUIMTE
Portefeuillehouder: M. Hegger
Inleiding
Purmerend is een groene, vitale stad met een aangenaam stadsleven. Behoud van een prettige en veilige
leefomgeving vraagt om een zorgvuldig beheer van groenvoorzieningen, wegen, bruggen, openbare verlichting,
riolering en gemeentelijke gebouwen. Daarbij speelt een ‘schone’ buitenruimte een belangrijke rol.
Het beheer van de openbare buitenruimte wordt vaak ingedeeld in schoon, heel en veilig. Een belangrijk deel van
de bezuiniging raakt het onderdeel schoon. De gemeente heeft lange tijd in het reinigen van de woonomgeving
voorzien. De kosten voor deze taak drukken echter zwaar op de begroting. Bewoners zullen een groter deel van het
opruimen voor hun rekening moeten nemen. Of beter nog: het voorkomen van zwerfvuil in de eigen woonomgeving.
Het spreekt voor zich dat de gemeente ook in de toekomst nog een rol heeft in het schoon houden van onze stad.
De nadruk ligt daarbij op het schoonhouden van de hoofdinfrastructuur en het mechanisch verwijderen van onkruid
op de verharding.
De gemeente heeft de wettelijke taak om het afval- en hemelwater veilig af te voeren en de kwaliteit te waarborgen.
De zorg voor deze watertaken is ondergebracht in dit programma. Ook dierenwelzijn is ondergebracht binnen dit
programma.
Ambities coalitieakkoord
We willen meer aandacht voor het werken ‘van buiten naar binnen’. We denken dat het wijkgericht werken hier een
heel belangrijke rol in kan vervullen. Per situatie bekijken we welke werkwijze het best aansluit op de situatie. Het
gaat er om dat wij de ruimte en tijd nemen om ons te verplaatsen in de situatie, wensen en ideeën van inwoners en
ondernemers. Om contact en draagvlak te krijgen zijn vaak extra inspanningen nodig.
We willen zowel de hoofdgroenstructuur als de nevengroenstructuur versterken. Omdat de technische kwaliteit
achterblijft bij de beeldkwaliteit zijn investeringen nodig om bestaande beplanting te vervangen door geschiktere
soorten. Ook zullen we bij onoverzichtelijke verkeerssituaties hoge beplanting vervangen door lagere soorten of door
gazons. We lopen de stad gefaseerd door. Eerst doen we onoverzichtelijke kruisingen en één wijk, daarna volgt de
rest van de stad met een tempo van twee wijken per jaar. Vooral verbeteringen in de nevengroenstructuur lenen zich
goed voor samenwerking met bewoners.
Om de veiligheid en kwaliteit van fietspaden te versnellen investeren wij € 1 miljoen euro. Dit zetten wij in om
fietspaden te asfalteren en om de verkeersveiligheid te verbeteren bij oversteekplaatsen. De prioritering van
48
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
deze werkzaamheden krijgt vorm in overleg met de inwoners. De financiering van deze projecten bestaat uit de
investeringsimpuls, bestaande beheergelden en een mogelijke subsidiebijdrage van de Stadsregio Amsterdam.
Met het herstellen van het budget voor de poepzuiger zijn de kosten voor het hondenbeleid hoger dan de inkomsten
uit de hondenbelasting. Voor aanvullende maatregelen bestaat nog geen ruimte.
Relevante beleidsnota's
• • Beleidsnotitie Openbare verlichting (herzien in 2014)
• Stedelijk waterplan Purmerend (2006, loopt t/m 2015)
• Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP+) (2013 t/m 2017)
• Kwaliteitskeuzes onderhoud openbare ruimte (2008 als basis voor de beheerplannen)
• Handboek inrichting openbare ruimte (2008, wordt regelmatig geactualiseerd)
• Nota Dierenwelzijn (herzien in 2013)
• Reinigingsplan Purmerend (2011)
• Beheerplan Groen (2011)
• Beheerplan Bomen (2011)
• Beheerplan Wegen (2011)
• Beheerplan Straatmeubilair (2011)
• Beheerplan Kunst- en waterwerken (2011)
• Beheerplan Spelen (2013)
• Tussenevaluatie Kwaliteit Openbare Ruimte Purmerend (2012)
Trends en risico's
De zorg voor mens en milieu neemt bij het beheer en onderhoud van de openbare ruimte steeds meer een centrale
plaats in. Concrete voorbeelden zijn hergebruik van bestratingsmateriaal, het verminderen van afvalwater en het
gebruik van gerecycled kunststof of composiet voor bruggen en beschoeiingen, in plaats van hout.
Bezuinigingen maken verlaging van het kwaliteitsniveau van de openbare ruimte onontkoombaar. In de eerste plaats
is gekeken naar het verminderen van de intensiteit van onderhoudswerkzaamheden, zonder de kwaliteit aan te
tasten. Het aspect veiligheid is zoveel mogelijk ontzien. De verwachting is dat Purmerenders ervaren dat de stad
minder schoon is. Er zullen minder afvalbakken op straat beschikbaar zijn. Ook worden minder veegmachines
ingehuurd. Chemische onkruidbestrijding op verharding doen we niet meer. Op basis van te organiseren inspraak,
technische haalbaarheid, aanbestedingstrajecten en bereikbaarheidsplanningen verschuiven investeringen naar
achteren.
De toename van ziektes in het bomenbestand vormt een risico. Verspreid door de hele stad staan nog ruim 600
kastanjes, de meeste hebben een monumentaal karakter. Kastanjeziekte zijn echter in het hele land een probleem.
Behandeling van deze ziekte is namelijk niet goed mogelijk en dure vervanging lijkt het enige alternatief. Ook is
sinds kort de essentaksterfte landelijk in opkomst. Essentaksterfte, veroorzaakt door een schimmel, lijkt het nieuwe
probleem dat dezelfde rampzalige gevolgen kan hebben als iepziekte. In Purmerend staan ongeveer 7.500 essen. Er
is nog geen geschikt bestrijdingsmiddel. Monitoren en besmetting voorkomen door een snelle kap van aangetaste
bomen zijn de enige mogelijkheden.
Als onderdeel van het aanbestedingsbeleid, wordt bij aanbestedingen van beheerprojecten gestuurd op de inzet van
uitkeringsgerechtigden (social return).
Wat willen we bereiken
49
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
6.1
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Beheer openbare ruimte
Ondanks bezuinigingen willen we de onderhoudskwaliteit op een verantwoord niveau houden. Uitgangspunt is dat
we grote herstelinvesteringen in de toekomst voorkomen. De gemeente staat niet alleen voor het beheer en het
onderhoud, we willen inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners betrekken bij deze belangrijke taak; zij
zijn ogen en oren in de wijk, naast onze handhavers en wijkmanagers.
We hebben gekozen voor een koers ‘van buiten naar binnen’, waarbij we de belevingswereld van onze inwoners
voorop stellen. Het activeren en stimuleren van inwoners en ondernemers staat centraal bij het beheer en
onderhoud van de stad. Bewoners ontplooien al veel initiatieven op het gebied van groen, straatmeubilair en
verhardingen. Het samen met bewoners verrichten van allerlei onderhoudstaken vraagt om goede afspraken, veel
begeleiding en specifieke opleidingen zoals snoeicursussen. Adoptieprojecten lopen in principe door zolang er
inwoners zijn die de onderhoudstaken vervullen. Deze manier van werken levert geen besparing op. Wel is er meer
waardering over de openbare ruimte. Ook voorkomt het vervuiling en vandalisme en creëert het meer betrokkenheid
van bewoners.
Prestatieindicatoren Beheer openbare ruimte
2013*
2016
Schoon, heel en veilig:
Rapportcijfer algehele staat van onderhoud openbare ruimte
6,5
6,5
Rapportcijfer onderhoud afzonderlijke aspecten:
- Voetpaden en trottoirs
6,0
6,0
- Fietspaden
6,0
6,0
- Wegen en straten
6,5
6,5
- Groen
6,5
6,5
- Straatverlichting
7,0
7,0
- Bankjes en afvalbakken
6,5
6,5
- Schoonhouden openbare ruimte
6,0
6,0
- Vrijhouden van hondenpoep
5,5
5,5
Zorg voor watertaken: geen prestatie-indicatoren
Dierenwelzijn: geen prestatie-indicatoren *
Bron: Omnibusenquête 2013. Effecten van de besparingen op de indicatoren 2016 zijn ingeschat maar kunnen nog
niet worden gestoeld op vergelijkbare situaties.
Wat gaan we daarvoor doen
6.1
Beleidsveld Beheer openbare ruimte
6.1.1
Prestatieveld Schoon, heel en veilig
• We onderhouden de openbare ruimte op het vastgestelde kwaliteitsniveau. Aangezien een aantal bezuinigingen
een negatief effect hebben op de beeldkwaliteit zullen wij opnieuw moeten kijken naar het kwaliteitsniveau dat wij
kunnen en willen vasthouden.
• Met het oog op het ‘van binnen naar buiten’ werken, bieden we waar mogelijk meer ruimte voor initiatieven van
onze inwoners.
50
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
Prestatie-indicatoren
Schoon, heel en veilig
Prestatie 2013
Wijken
Centrum
Parken
Wijken
Centrum
Parken
Wegen
C
A
B/C
C
C
C
Kunstwerken
B/C
B/C
B
C
C
C
Wegmeubilair
A/B
B
B
C
C
C
Groen/bomen
B
A
B
C
C
C
Straatreiniging
A
A/B
B
C
C
C
Doelstelling 2015-2018
Toelichting: vijfpuntschaal beeldkwaliteit openbare ruimte: A+ = zeer goed, A = goed, B = voldoende, C = matig, D = slecht (bron: CROW)
6.1.2
Prestatieveld Zorg voor watertaken
• We zorgen voor een goed functionerend rioolstelsel en een goede ecologische kwaliteit van het oppervlakte- en
grondwater. Om wateroverlast voor te zijn voorkomen we hoge grondwaterstanden zoveel als mogelijk.
Prestatie-indicatoren Zorg voor watertaken
2013
2015-2018
Waterkwaliteit (emissievolume overstort op oppervlaktewater)
61.270 m3
39.000 m3
Waterpoverlast op straat (meldingen)
405
240
Prestatie-indicatyor Dierenwelzijn
2014
2015-2018
beheer ganzen o.a. door nestbeheer
jaarlijks
jaarlijks
6.1.3
Prestatieveld Dierenwelzijn
• Aandacht voor het welzijn van dieren in de openbare ruimte.
Bestuurlijke producten 2015 - 2018
Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Gladheidsbestrijdingsplan
Jaarlijks
3e kwartaal
Onderhoudsplan Stadsbeheer
Jaarlijks
4e kwartaal
Integrale Meerjarenplanning Onderhoud
Jaarlijks
4e kwartaal
Actualiseren beheerplannen
2015
3e kwartaal
Wat mag het kosten
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
-24.139
-24.703
Begroting
2014
(bijgesteld)
-25.019
Begroting
2015
-24.351
Begroting
2016
-24.704
Begroting
2017
-25.104
Begroting
2018
-25.423
Baten
9.398
9.423
9.252
10.070
10.368
10.622
10.773
Saldo
-14.741
-15.280
-15.767
-14.281
-14.336
-14.483
-14.651
Het saldo van dit programma stijgt met € 1.486.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt
veroorzaakt door een daling van de lasten met € 668.000 en een stijging van de baten met € 818.000.
51
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
BV061 Beheer openbare ruimte
Lasten
-24.139
Baten
-24.703
-25.019
-24.351
-24.704
-25.104
-25.423
9.398
9.423
9.252
10.070
10.368
10.622
10.773
-14.741
-15.280
-15.767
-14.281
-14.336
-14.483
-14.651
EXPLOITATIE
Beleidsveld Beheer openbare ruimte
Met ingang van 2015 manifesteert zich de in de vorige bestuursperiode aangenomen bezuiniging van structureel
€ 178.000 extra op het aspect schoon (stoppen met inhuur veegmachines van derden en stoppen met extra
schoonmaak van zogenaamde hotspots). Daarnaast is er sprake van een incidentele daling in de lasten ter hoogte
van € 1.500.000 in verband met afronding van de reconstructie van het kruispunt Gorslaan/Jaagweg in 2014.
Hier tegenover staat een stijging in de kapitaallasten van € 686.000 over vervangingsinvesteringen die in 2014 zullen
worden afgerond voor zowel het prestatieveld schoon, heel en veilig als het prestatieveld zorg voor watertaken. De
lasten voor de laatste categorie worden verrekenend in het tarief gemeentelijke watertaken (zie tabel) en zorgen
daarmee gelijktijdig voor een stijging in de baten uit rioolheffing van € 593.000.
Tot slot is in 2014 een investeringskrediet aangevraagd voor de aanleg van een gronddepot in de Baanstee Noord.
Dit brengt met ingang van 2015 extra kapitaal- en exploitatielasten met zich mee ter hoogte van € 237.500. Deze
kosten worden volledig gedekt door middel van een marktconform tarief voor de hergebruikte zand- en grond. Dit
betekent een gelijktijdige stijging in de baten van € 237.500
Tarief gemeentelijke watertaken
Opbouw tarief
Eigenaren
Tarief 2014
Actualisatie kosten
€ 108,46
€ 7,67
Legestarief gemeentelijke watertaken 2014
€ 116,12
Afgerond tarief i.v.m. 12 maandeljikse betaling
€ 116,16
Aantal aansluitingen 2015
37.259
Gebruikers
Tarief 2014
Actualisatie kosten
€ 63,10
€ 4,68
Legestarief gemeentelijke watertaken 2015
€ 67,78
Afgerond tarief i.v.m. 12 maandeljikse betaling
€ 67,80
Aantal aansluitingen 2015
37.393
Opbrengst legesheffing gemeentelijke watertaken
€ 6.861.016,00
RESERVES
Egalisatiereserve begraafrechten
Doel van deze reserve is het egaliseren van inkomsten uit meerjarig afgekochte grafrechten om jaarlijks een
evenredig deel van de afkooptermijn te laten vrijvallen voor het beheer en onderhoud aan de begraafplaatsen. Bij
de jaarrekening 2013 is door middel van resultaatbestemming het saldo van de reserve gecorrigeerd, zodat deze
overeenkomt met alle op dit moment geregistreerde afkooptermijnen tegen actueel prijspeil.
Egalisatiereserve gemeentelijke watertaken
52
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
Doel van deze reserve is om incidentele voor- en nadelen ten opzichte van de heffing gemeentelijke watertaken
te egaliseren. Er wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief. Indien in enig jaar de baten hoger zijn dan de
lasten - bijvoorbeeld door vertragingen in investeringen in het rioolstelsel - dan wordt het batig saldo aan de
egalisatiereserve gedoteerd en later gebruikt ter dekking van tijdelijk lagere tarieven.
VOORZIENINGEN
Voorziening Onderhoud Openbare Ruimte
Deze voorziening dient ter egalisatie van het planmatig onderhoud voor de producten wegen, riolering en kunst- en
waterwerken. Hieronder wordt verstaan het regulier onderhoud dat periodiek terugkomt in de onderhoudsplanning
(exclusief vervaningsinvesteringen). De doelstelling is een brede voorziening voor de geselecteerde producten,
waardoor verschillen elkaar jaarlijks kunnen compenseren. Ook compensatie vanuit het product riolering wordt hierin
toegestaan, mits in het tarief nooit meer dan het gemiddeld kostenniveau volgens het beheerplan wordt verwerkt.
Deze beheerplannen worden uiterlijk om de vier jaar geactualiseerd. In verband met de reeds doorgevoerde
bezuinigingen is voor de voorziening uitgegaan van het kwaliteitsniveau C (sober).
INVESTERINGEN
Voor 2015 staan de volgende vervangingsinvesteringen gepland:
• Uitvoeringsprogramma's asfalt en elementen voor € 1.404.081
• Vervanging houten en vaste bruggen voor € 334.000
• Riolering (incl. verbreed gemeentelijk rioleringsplan, stedelijk waterplan en oeverplan) voor € 4.671.171
53
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
7
RUIMTELIJKE�ORDENING
Portefeuillehouders: J. Krieger, E. Voorbij
Inleiding
De gemeente streeft naar een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving voor alle inwoners, waarbij een goede
balans bestaat tussen wonen, werken, recreëren en verblijven. Daartoe jaagt de gemeente zelfstandig en
samen met initiatiefnemers ontwikkelingen in de stad aan. Afweging van belangen vindt plaats als het gaat om
aanpassing in het gebruik van gronden en opstallen. De gemeente betrekt bij die belangenafweging haar inwoners,
bedrijven, investerende en ontwikkelende (markt)partijen en overige deelnemers en werkt met hen aan een actuele
gemeentelijke structuurvisie en aan actuele flexibele bestemmingsplannen.
Ambities coalitieakkoord
• Duurzaamheid. Ruimtelijke projecten leveren soms direct, soms indirect een bijdrage aan de gemeentelijke
duurzaamheidsambities.
• Bruisend Centrum. We willen kansen benutten om de stad nog aantrekkelijker te maken om er te verblijven;
samen met ondernemers en andere betrokkenen verkennen we in een conferentie, welke stappen daartoe gezet
kunnen worden.
• Ontwikkeling kommetje A7 en bezien voorwaarden Baanstee-Noord. De integrale ontwikkeling van Kom A7 levert
een bijdrage aan hoogwaardige werkgelegenheid en aan economische ontwikkeling van Purmerend. Om zoveel
mogelijk ondernemers naar Baanstee-Noord te trekken, worden de uitgiftevoorwaarden nog eens tegen het licht
gehouden. De economische ontwikkelingsmogelijkheden bekijken we in relatie tot Kom A7.
• In verbinding blijven met de stad, aandacht voor initiatieven. Ruimtelijke initiatieven en/of projecten, zowel
particulier als gemeentelijk, bieden de gelegenheid om met de stad in verbinding te zijn en te blijven.
• Flexibeler met bestemmingsplannen (en bestemmingen) omgaan. Planologische regelingen worden
flexibeler. Binnen wettelijke kaders wordt voortdurend naar evenwicht gezocht tussen 'ruimtelijke initiatieven
mogelijk maken' en 'rechtswaarborgen bieden aan betrokkenen'.
Relevante beleidsnota's
• Structuurvisie Purmerend 2005-2020 (2006);
• Nota Historische Woonschepen (2009);
• Beleidsnota Archeologie in Purmerend (2009);
• Welstandsnota (2011);
• Nota Planoverschrijdende ruimtelijke openbare faciliteiten Purmerend (2012);
• Nota Grondbeleid gemeente Purmerend (2012);
• Geactualiseerde strategische plankaart Structuurvisie Purmerend 2005-2020 met toelichting (2013);
54
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
• geldende bestemmingsplannen:
• De Purmer (2006),
• bedrijvenpark Baanstee-Noord (2008),
• De Gors e.o. (2010),
• Binnenstad (2011),
• Overwhere-Noord (2012),
• Wheermolen (2013),
• Weidevenne (2013),
• Vijfhoek en Hazepolder (2013),
• Overwhere-Zuid (2013) en
• Bedrijventerreinen (2013);
• Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR / regelmatige actualisatie);
• Lijst niet-geactualiseerde delen van bestemmingsplannen (regelmatige actualisatie).
Trends en risico's
Vereenvoudiging omgevingsrecht / stelselherziening
In juni 2014 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu (de voorzitter van) de Tweede Kamer der Staten-Generaal
geïnformeerd over verschillende onderdelen van de stelselherziening. Dit leidt tot eenvoudiger en gemakkelijker te
begrijpen regels met als doel een veilige en gezonde leefomgeving. Het ingediende wetsvoorstel Omgevingswet
legt hiervoor het fundament. De Raad van State heeft geadviseerd geen overhaaste stappen te ondernemen. De
verwachting is dat deze aanpassing in 2018 zijn beslag krijgt.
Heroriëntatie gemeentelijke betrokkenheid
De trend is dat in verband met de gemeentelijke regierol de structuurvisie vooral bij nieuwe ruimtelijke
ontwikkelingen aan waarde zal winnen. De strategische plankaart, behorend bij de Structuurvisie uit 2006, is eind
2013 geactualiseerd. De volgende stap is, dat de ambities voor de ontwikkeling van Purmerend in een nieuwe
Structuurvisie worden uitgewerkt.
a. naar (meer) vraaggestuurd werken
Ruimtelijke ontwikkeling verandert van ontwikkelings- naar uitnodigingsplanologie. De mate van bemoeienis
met nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen kan per project verschillen: van zelf initiërend en actief uitvoerend tot het
uitsluitend faciliteren van een initiatief. De trend is, dat het accent van de gemeentelijke betrokkenheid verschuift
richting ‘faciliteren en verleiden van investeerders’.
Verder komt op het gebied van projectleiding ook de nadruk meer te liggen op integraal omgevingsmanagement in
plaats van projectmanagement.
b. context gerichte oriëntatie
De bestuursvisie voor dit beleidsterrein gaat in Purmerend uit van een context gerichte oriëntatie. Daarmee gaat
samen het (meer) recht doen aan de eigen verantwoordelijkheid, zodat de eigen kracht van de gemeenschap wordt
aangeboord. Voor de werkzaamheden betekent dit o.a. dat voorbereidingen voor planologische procedures anders
kunnen worden ingericht, Dit resulteert echter niet per definitie in minder gemeentelijke betrokkenheid.
c. transitie/decentralisatie
In het maatschappelijk domein is sprake van decentralisatie van zorgtaken.
Deze transities hebben onvermijdelijk effect op het fysiek-ruimtelijke domein. Op het moment, dat zorgtaken anders
worden georganiseerd en bijvoorbeeld ouderen langer zelfstandig blijven (wonen), verandert de ruimtebehoefte.
Maatschappelijk vastgoed, zoals verpleeg- en verzorgingshuizen, zal anders worden ingevuld en gebruikt.
Daarnaast ontstaat rondom de woning een andere, op mantelzorg gerichte behoefte.
d. imago van de stad
Bedrijfshuisvesting en acquisitie behoeven de komende jaren nadrukkelijk aandacht. Dit ter verdere ontwikkeling van
de stad, alsook gelet op gemeentelijke financiële doelstellingen.
55
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
Purmerend heeft een positief imago op het gebied van evenementen. Begeleiding en sturing binnen de
maatschappelijke en bestuurlijke context is noodzakelijk om evenementen op verantwoorde wijze te (kunnen)
organiseren. Gezien dit belang wordt ook ingezet op (behoud van de positie van) een evenementencoördinator.
e. transformatieopgave gemeentelijke eigendommen
Het inzichtelijk beheer van gemeentelijke eigendommen leidt tot een efficiëntere vastgoedportefeuille. Vragen
omtrent bezit, beheer, verhuur, verkoop, onderhoud en/of sloop blijven echter terugkeren. Dit handelt om
uiteenlopende gebouwen en (hurende) partners. Zonodig moet afwijkend van reguliere afspraken ingespeeld
kunnen worden op wensen van de Purmerendse gemeenschap. Verder wordt leegkomend bezit geanalyseerd
voor herbestemming of herontwikkeling en wordt vervolgens een stappenplan ontwikkeld om in te kunnen spelen
op het aanwezige krachtenveld. Gelet op het feit dat het hier inbreiding binnen bestaand gebied betreft, vereist
herontwikkeling/herbestemming navenant meer (integraal) maatwerk.
f. rechtmatigheid en integriteit
Het afgelopen jaar is de stad en gemeentelijke organisatie geconfronteerd met een discussie rondom integriteit.
Dit heeft geleid tot (een gevoel van) onveiligheid binnen de organisatie en imago-/reputatieschade in de markt,
alsmede tot het nadenken over mogelijke waarborgen/werkmethoden. Het hanteren van het ‘4-ogen/oren’-principe
en zonodig het schriftelijk vastleggen van overleg is hierbij belangrijk. Inzet is, dat hiervoor naar de toekomst toe
waarborgen worden ingebouwd.
Orderportefeuille
Heroriëntatie van de gemeentelijke betrokkenheid bij ruimtelijke ontwikkelingen vraagt er ook om, dat de
orderportefeuille inzichtelijk is en 'up-to-date'. Daaraan wordt gewerkt, zodat deze vervolgens afgezet kan worden
tegen de beperktere ambtelijke capaciteit. Inherent hieraan is, dat heldere afspraken worden gemaakt over inzet en
beschikbaarheid van schaarse, ambtelijke capaciteit. Vanwege de te stellen prioriteiten ligt het voor de hand, dat
zowel bestuurlijk als ambtelijk wordt aangesloten bij het fenomeen ‘opdrachtgever - opdrachtnemer’. Daarbij is wel
van belang, dat er een zekere mate van flexibiliteit blijft om in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen.
Bouwproductie
Met het oog op de financiële crisis kan worden gesteld, dat sinds 2014 weer sprake is van een voorzichtig herstel
van de vastgoed- en woningmarkt. De indruk bestaat, dat over het algemeen de woningmarkt in de volle breedte
weer iets aantrekt.
Wat willen we bereiken
7.1
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Ruimtelijke Ordening
Purmerend is een hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad met een sterke samenhang tussen de historische
binnenstad en de wijken, de wijken onderling en de omliggende regio. Daardoor zijn de inwoners optimaal
gefaciliteerd om te wonen, werken, recreëren en verblijven. Bewoners worden betrokken bij nieuwe planvorming,
evenals bij het beheer van de openbare ruimte. Verder kunnen bewoners rekenen op handhaving van de beoogde,
ruimtelijke kwaliteit op basis van actuele regelgeving op ruimtelijk gebied.
Wat gaan we daarvoor doen
7.1
Beleidsveld Ruimtelijke ordening
7.1.1
Prestatieveld Optimale ruimtelijke hoofdstructuur
Realiseren en behouden van een functioneel, hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad. Dit doen we door
het op een zorgvuldige, functionele en financieel verantwoorde wijze realiseren van een evenwichtig en goed
toegankelijk aanbod van woningen, bedrijven- en kantorenlocaties, maatschappelijke en recreatieve voorzieningen
en infrastructuur.
56
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
7.1.2
Prestatieveld Bruisend Centrum
Realiseren en behouden van een hoogwaardig, duurzaam ingerichte en veilige binnenstad met sterke (regionale)
centrumfuncties. Ter bescherming van het stadsgezicht worden daarbij - waar mogelijk - het behoud, herstel en
gebruik van monumenten en cultuurhistorische waarden, gewaarborgd.
7.1.3
Prestatieveld Rechtszekerheid inwoners
Waarborgen van rechtsbescherming voor inwoners en bedrijven op basis van actuele bestemmingsplannen (met
inachtneming van de ambities uit het coalitieakkoord).
7.1.4
Prestatieveld Verkopen niet-strategisch vastgoed
Centraal organiseren van beheer van al het gemeentelijke vastgoed, zodat beter kan worden gestuurd op financiën,
beheer en bezetting van gemeentelijk vastgoed. Niet-strategisch vastgoed wordt ten bate van de algemene reserve
verkocht om het weerstandsvermogen te versterken.
Bestuurlijke producten 2015 - 2018
Bestuurlijk product
Jaartal
nota erfgoedbeleid
2015
herziening welstandsnota
2015
actielijst duurzaamheid
2015
(voor)ontwerp-bestemmingsplan De Purmer (cyclisch)
2015
(voor)ontwerp-bestemmingsplan Kop van West, Kom A7, Kleine Where e.d.
2015
diverse (project-)bestemmingsplan (zowel partikculier als gemeentelijk)
2015
Wat mag het kosten
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
Lasten
-21.300
-21.218
-27.913
-18.878
-14.564
-10.967
-9.689
Baten
17.872
19.917
26.275
17.971
13.288
10.097
7.469
Saldo
-3.428
-1.301
-1.638
-907
-1.276
-869
-2.220
Het saldo van dit programma stijgt met € 0,7 miljoen ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt
veroorzaakt door een daling van de lasten met € 9,0 miljoen en een daling van de baten van € 8,3 miljoen.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
BV071 Ruimtelijke ordening
Lasten
-21.300
-21.218
-27.913
-18.878
-14.564
-10.967
Baten
17.872
19.917
26.275
17.971
13.288
10.097
-9.689
7.469
-3.428
-1.301
-1.638
-907
-1.276
-869
-2.220
EXPLOITATIE
De lasten in dit programma dalen met € 8.952.000 en de baten dalen met € 8.120.000. Het grootste gedeelte wordt
verklaard door de grondexploitaties en NIEGGs: € 8,3 mln lagere lasten en € 6,9 mln lagere baten. Daarnaast was er
in 2014 sprake van de incidentele verkoop van een pand waardoor er in 2015 sprake is van € 850.000 lagere baten
en € 650.000 lagere lasten. In 2015 is € 0,3 mln minder begroot voor de verkoop van vastgoed. Tevens zijn € 0,1 mln
minder lasten en baten begroot vanwege het wegvallen van ISV-middelen.
57
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
RESERVES
Bestemmingsreserve Gronden
De bestemmingsreserve Gronden is ingesteld voor de risico's van de grondexploitaties en wordt daarnaast ingezet
voor potentiële nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De reserve dekt in dit kader onder andere de plankosten en
onderzoeken van de NIEGGs.
VOORZIENINGEN
Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen
Deze voorziening is ingesteld om onderhoudslasten te egaliseren van de panden die de gemeente in eigendom
heeft.
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Specificatie incidentele baten en lasten (+ is baten en - is lasten)
Omschrijving
Begroot
2015
Begroot
2016
Begroot
2017
Begroot
2018
a. Verkoop vastgoed
500.000
-
1.250.000
1.250.000
-
b. Frictie leegstand vastgoed
-184.000
-185.000
-
c. Winstneming grondexploitie Weidevenne
1.200.000
1.200.000
1.300.000
-
Totaal
1.516.000
1.015.000
2.550.000
1.250.000
Toelichting:
a. Verkoop vastgoed: Voor 2015, 2017 en 2018 wordt er niet-strategisch vastgoed afgestoten. Op basis van de
taxaties en de huidige boekwaarde wordt een netto resultaat verwacht. Dit komt via het resultaat ten gunste aan de
algemene reserve.
b. Frictie leegstand vastgoed: Hogere frictiekosten door de verkoop van vastgoed in 2015 en 2016 (De
huuropbrengsten vallen weg, nieuwe huurders of het afstoten van panden vergt enige tijd).
c. Winstneming grondexplotatie Weidevenne: De exploitatiebegroting Weidevenne sluit met een voordelig saldo van
€ 4.170.000 in 2018, de netto contante waarde hiervan per 1-1-2014 bedraagt € 3.731.000. Deze winstneming is
gefaseerd over de jaren 2015, 2016 en 2017 in de begroting opgenomen voor respectievelijk voor 2015 en 2016 €
1,2 miljoen en voor 2017 € 1,3 miljoen.
58
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
59
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
8
V
E
I
L
I
G
H
E
I
D
Portefeuillehouder: D. Bijl
Inleiding
Wij willen de inwoners van Purmerend een veilige omgeving bieden om te wonen, te werken en te recreëren.
Onze speciale aandachtsgebieden zijn brandweerzorg, verkeersveiligheid, openbare orde en sociale veiligheid en
rampenbestrijding.
Ambities coalitieakkoord
We hebben de wens het buurttoezicht uit te breiden met een tweede team.
Relevante beleidsnota's
• Lokaal integraal Veiligheidsplan 2014-2017
• Integraal uitvoeringsprogramma handhaving en vergunningverlening Purmerend 2015
• Nota Integrale Handhaving Purmerend 2012-2015
• Nota Integrale Vergunningverlening 2012-2015
• Nota uitvoeringsregels handhaving horeca en alcoholverstrekkers 2013
• Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2016
• Beleidsplan Brandveiligheid en Werkwijze en Kwaliteit Brandweerzorg 2016
Trends en risico's
Veiligheidsregio: Purmerend lokaal
Ten aanzien van de rol van de gemeenteraad is in de Wet Veiligheidsregio's opgenomen dat:
• de gemeenteraad tenminste eenmaal in de vier jaar de doelen vaststelt die de gemeente betreffende de
brandveiligheid en werkwijze en kwaliteit van de brandweerzorg, nastreeft;
• het bestuur van de veiligheidsregio ten minste eenmaal in de vier jaar een beleidsplan vaststelt, waarin het beleid
is vastgelegd voor de taken van de veiligheidsregio. Voorafgaand aan de vaststelling van het beleidsplan, overlegt
de burgemeester met de raad over het ontwerpbeleidsplan.
High Impact Crimes (woninginbraken, overvallen en straatroven)
De meeste inbreuk op het veiligheidsgevoel van inwoners wordt veroorzaakt door de zogenoemde High Impact
Crimes. Onder High Impact Crime vallen de volgende delicten: overvallen, straatroof, geweld en diefstal/inbraak
woningen. Deze delicten hebben zowel landelijk, regionaal als lokaal prioriteit. Met name de langdurige stijgende lijn
(zowel lokaal, landelijk als regionaal) van het aantal woninginbraken is zorgwekkend. Ook in Purmerend hebben we
hier last van, dus worden alle zeilen bijgezet om daar verandering in te brengen. Met succes, want de jongste cijfers
60
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
laten een dalende lijn zien. Lokaal wordt bij een verontrustende ontwikkeling in criminaliteit direct de samenwerking
met de politie geïntensiveerd, waarbij samen (met overige betrokken partners) maatwerk voor zowel de korte als de
lange termijn wordt geleverd. De aanpak van overvallen, één van de integrale persoonsgerichte aanpakken vanuit
politie, justitie, de gemeente en het Veiligheidshuis, is een succes en een voorbeeld voor de hele eenheid. In de
toekomst blijft dit een prioriteit en zal de aanpak betrekking hebben op zowel de persoon als het domein.
Wat willen we bereiken
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Veiligheid
8.1
Wat gaan we daarvoor doen
8.1
Beleidsveld Veiligheid
8.1.1
Prestatieveld Brandweerzorg
De Brandweerzorg wordt verzorgd door de Veiligheidsregio Zaanstreek/Waterland. De gemeente stelt indirect, via
het beleidsplan van de veiligheidsregio, de te bereiken prestaties vast.
8.1.2
Prestatieveld Fysieke veiligheid
Het voorkomen en zo veel mogelijk beperken van risico's van zware ongevallen, (dreigende) rampen en andere
calamiteiten in Purmerend en de regio. Het adequaat bestrijden, en daarbij zo veel mogelijk beperken van leed
en schade, bij eventuele calamiteiten. Daarbij wordt uitgegaan van een integrale aanpak met alle in- en extern
betrokkenen in het kader van de rampenbestrijding. Belangrijke partijen daarbij zijn: de Veiligheidsregio (brandweer,
politie, GHOR), HHNK en de provincie. Vanuit de Wet op de Veiligheidsregio en op basis van de gemeenschappelijke
regeling heeft eerstgenoemde partij primair de verantwoordelijkheid.
Crisisbeheersing en brandweer
Sinds 1 januari 2014 is de gemeente brandweer opgegaan in een nieuwe geregionaliseerde brandweer die
onderdeel is van de Veiligheidsregio Zaanstreek – Waterland(VRZW). De komende periode zullen onder andere
een nieuw dekkingsplan en een nieuw regionaal risicoprofiel worden opgesteld. De crisisbeheersing zal voor
een groot deel in het teken staan van het vergroten van de zelfredzaamheid van onze inwoners en de verdere
professionalisering van de gemeentelijke (oranje) kolom. De VRZW adviseert bij vergunningverlening en voert het
toezicht uit op de omgevingsvergunning, toestemming gebruik en de gebruiksmeldingen bij bedrijven, instellingen
en evenementen.
8.1.3
Prestatieveld Sociale veiligheid
De gemeente stelt zich ten doel een sociaal veilige woon- en leefomgeving, veilige openbare ruimte en
uitgaansklimaat te realiseren, door (jeugd) criminaliteit en - overlast zoveel mogelijk te voorkomen en waar nodig
te bestrijden. Daarbij wordt uitgegaan van een integrale aanpak met alle betrokken in- en externe partners (zoals:
politie, welzijnsinstellingen en woningbouwcorporaties) op basis van preventie, toezicht en handhaving.
Jeugd De laatste jaren is er door de gemeente flink ingezoomd op regievoering m.b.t. jeugd en veiligheid. De regie op
de Jeugd Netwerk Overleggen (JNO) is gekoppeld aan de inzet van Team Buurt Toezicht (TBT), de TopX jeugd,
de TopX overvallers en aan de aanpak van de overlastgevende jeugdgroep(en). Zowel OM als gemeente en politie
leveren capaciteit om de diverse trajecten en initiatieven te monitoren en waar nodig bij te sturen onder de regie
van de driehoek, bestaande uit: burgemeester, Officier van Justitie en politiechef. De aanpak van jeugdgroepen
richt zich zowel op het domein (de omgeving, de buitenruimte), op de groep als op het individu. De domeingerichte
aanpak wordt ingezet vanuit de JNO’s: onder regie van de wijkmanager werken politie, jongereninstanties,
woningcorporaties, Brijder en jeugdmaatschappelijk werk samen op het gebied van jeugd in de openbare ruimte.
Jongerenwerk werkt bij de groepsgerichte aanpak zo vraaggericht mogelijk. Inspelend op wat er op dat moment
nodig en gewenst is. Bij de persoonsgerichte aanpak wordt het Veiligheidshuis ingeschakeld: straf- en zorgpartners
werken hier samen en kunnen door het privacy convenant makkelijk en snel informatie uitwisselen.
61
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
De TopX jeugd wordt doorontwikkeld. Diverse instanties werken daarin samen aan het voorkomen van afglijden
van jeugd richting criminaliteit. Waar meerdere instanties zich zorgen maken, maar geen grip krijgen, wordt samen
over de grenzen van de eigen organisatie heen naar een oplossingsrichting gezocht. Toekomstperspectief voor hen
die geholpen willen worden en goed meewerken, lik op stuk voor hen die er voor kiezen buiten de wet te opereren.
Coördinatoren van het actieprogramma aanpak jeugdgroepen (Ministerie van Veiligheid en Justitie) ondersteunen de
gemeentelijke aanpak van de criminele groep zoveel mogelijk. De decentralisatie van de jeugdzorg biedt kansen om
meer op preventie in te zetten en indien nodig sneller en adequater te kunnen handelen.
Aanpak hennepteelt
Purmerend speelt een actieve rol bij de uitvoering van het regionale hennepconvenant. Indien een hennepplantage
wordt aangetroffen en er sprake is van directe gevaarzetting (bv door een ondeugdelijke elektravoorziening) neemt
de gemeente de regie van de ontmanteling op zich. De kosten worden dan op de overtreder verhaald.
Toezicht en Handhaving
Toezicht en handhaving in de openbare ruimte wordt uitgevoerd conform de nota Integrale Handhaving en het
handhavingsuitvoeringsprogramma. In het uitvoeringsprogramma zal een vertaling worden gemaakt van de ambitie
in het coalitieprogramma om het toezicht en de handhaving meer te concentreren in de wijk.
We willen de goede samenwerking met de politie verder uitbouwen. Het aantal meldingen in de leefomgeving
willen we verder terugdringen door meer wijkgericht toezicht te organiseren waarbij burgers en ondernemers meer
worden betrokken. De grootste ergernissen zoals hondenoverlast, verkeersveiligheid en afval worden projectmatig
aangepakt.
Team Buurttoezicht
Het college zal de mogelijkheid van een 2e Team Buurttoezicht onderzoeken bij de mid-term review.
Drank & Horecawet
Onder regie van de gemeente is alcoholmatigingsbeleid ontwikkeld. Met diverse betrokken partijen wordt gekeken
naar mogelijkheden om de jeugd te beschermen tegen de negatieve gevolgen van (overmatig en/of vroegtijdig)
alcohol/ drugsgebruik. In de begroting wordt rekening gehouden met een intensivering van het toezicht en de
handhaving op het bezit van alcohol door de jeugd door gemeentelijke handhavers. Daarnaast wordt vaker het
leeftijdsgrenzenteam ingezet. Dit team wordt niet alleen ingezet voor toezicht op het verstrekken van alcohol, maar
ook voor toezicht op het bezit van alcohol. De extra kosten die gepaard gaan met dit aanvullende scenario zijn
19.902,-. In de raadsvergadering op 25 juni is hiervoor een amendement ingediend en aangenomen.
Bibbob-beleid
Purmerend kent al jaren Bibob-beleid. Het Bibob-beleid in Purmerend richt zich onder andere op seksinrichtingen,
horeca, coffeeshops, vechtsportevenementen, subsidies, Wabo,Wet op de kansspelen. Landelijke ontwikkelingen
worden gevolgd en indien noodzakelijk zal het beleid geactualiseerd worden.
Arbeidsuitbuiting
Er is sprake van arbeidsuitbuiting wanneer een persoon in een werksituatie verkeert, waar er sprake is van dwang,
slechte arbeidsomstandigheden, slechte arbeidsvoorwaarden, meervoudige afhankelijkheid en/of beperkte
keuzevrijheid om uit de arbeidssituatie te stappen. Dit thema wordt de komende periode binnen de politie eenheid
Noord Holland opgepakt en ook binnen de ambtelijke organisatie van Purmerend zal de bewustwording en
meldingsbereidheid van mogelijke misstanden moeten worden vergroot.
62
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
Bestuurlijke producten 2015 - 2018
Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Gemeentelijk Integraal Veiligheidsplan
2015
4e kwartaal
Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving en Vergunningverlening Purmerend Jaarlijks
4e kwartaal
2015
Evaluatieverslag Integrale Handhaving Purmerend 2014
Jaarlijks
2e kwartaal
Wat mag het kosten
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
-8.343
-7.327
-7.336
-7.440
-7.395
-7.399
-7.399
Baten
315
203
200
202
203
204
204
Saldo
-8.029
-7.125
-7.136
-7.239
-7.192
-7.194
-7.195
Het saldo van dit programma daalt met € 103.000 ten opzichte van de bijgestelde 2014. Dit wordt veroorzaakt door
een stijging van de lasten met € 105.000 en een stijging van de baten van € 2.000.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
BV081 Veiligheid
Lasten
Baten
-8.343
-7.327
-7.336
-7.440
-7.395
-7.399
-7.399
315
203
200
202
203
204
204
-8.029
-7.125
-7.136
-7.239
-7.192
-7.194
-7.195
EXPLOITATIE
Beleidsveld Veiligheid
De hogere uitgaven in dit programma worden veroorzaakt door een stijging van de bijdrage aan de veiligheidsregio,
€ 65.000, en een licht hogere toerekening van de ambtelijke inzet voor handhaving € 40.000.
RESERVES
Er zijn reserves voor dit programma.
INVESTERINGEN
Voor 2015 en volgende jaren worden geen investeringen voorzien.
63
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
9
E
C
O
N
O
M
I
E
Portefeuillehouders: G. Nijenhuis, E. Voorbij
Inleiding
De economische ontwikkeling van Purmerend krijgt extra kracht wanneer marktpartijen en gemeente samen
optrekken. De rol van de gemeente is vooral het stimuleren en faciliteren van de stedelijke economie zodat
Purmerenders in hun eigen stad kunnen werken. We willen dit via twee sporen mogelijk maken. Allereerst door
het ondersteunen van het bedrijfsleven bij het uitvoeren van concrete plannen en projecten. Ten tweede door
het versterken en stimuleren van de lokale en regionale economie door actief op zoek te gaan naar kansen en
het scheppen van de randvoorwaarden om die kansen te benutten. Tevens stellen wij ons positief op tegenover
initiatieven van ondernemers.
Ambities coalitieakkoord
• • Opstellen van een breed actieprogramma met het bedrijfsleven
• Versterking van de binnenstad, te beginnen met een conferentie over 'Bruisend Centrum’
• Aandacht voor kleine ondernemingen (ZZP’ers): het beoordelen van onze aanbestedingsregels en het
beperken van de administratieve lasten
• De wens om Serious Request te organiseren in Purmerend
• Het versterken van de regionale samenwerking op het terrein van economische zaken
• Extra energie in de acquisitie voor Baanstee-Noord
• Het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt (door verbetering van de samenwerking
tussen ondernemers, overheid en onderwijsinstellingen).
Relevante beleidsnota's
• • Structuurvisie Purmerend 2005-2020;
• Detailhandelsvisie binnenstad Purmerend (2012)
• Perifere detailhandelsbeleid Purmerend (2012)
• Nota accountmanagement bedrijfsleven (2011)
• Kantorenvisie (2008)
• Uitgiftebeleid Baanstee-Noord (2011)
• Nota toerisme (2011)
• Kermisbeleidsplan 2009-2011
• Horecavisie (2010)
• Evenementenvisie (2013) en beleidsplan evenementen (2013)
64
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
Trends en risico's
Detailhandel
De winkelmarkt verandert van een groei- naar een verdringingsmarkt. Belangrijke landelijke ontwikkelingen
zijn: overaanbod, schaalvergroting, filialisering, vergijzing mkb'ers, toenemende internetverkopen en vergrijzing
consumenten. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de binnenstad en de buurt- en wijkwinkelcentra
in Purmerend. De partijen in de binnenstad bundelen hun krachten en werken aan ingrepen die een positieve
impuls kunnen geven. Landelijk ontstaan er nieuwe winkelformules met een horecafunctie. Van belang is om te
onderzoeken of en hoe deze nieuwe formules kunnen worden geaccommodeerd.
Horeca
De gemiddelde bestedingen in de horeca lopen enigszins terug. Toch doen zich verschillen voor. Doordat
55+'ers in het algemeen meer te besteden hebben zien we een gunstige ontwikkeling van de hotel- en
wellnessbranche. Schaalvergroting speelt een grote rol, net als in de detailhandel. Recent is het onderzoek naar
de verblijfsaccommodaties in de regio Waterland afgerond. Uit dit onderzoek blijkt dat er voor hotels, B&B's en
bungalowparken nog beperkt marktruimte beschikbaar is en blijft. De horeca in Purmerend heeft aangegeven dat
de verhoging van de leeftijdsgrens voor het drinken van alcohol (van 16 naar 18) een negatief effect heeft op de
bestedingen (en daarmee op de omzetten).
Toerisme
Uit de laatste bezoekersonderzoeken van de Amsterdamse regio blijkt dat het aantal (buitenlandse) toeristen dat
naar Amsterdam komt toeneemt. De verwachting is dat deze stroom voorlopig blijft groeien Dat geldt ook voor het
aantal zakelijke bezoeken aan Amsterdam. Daar wil de regio uiteraard een graantje van meepikken. Mede daarom
heeft het project 'Amsterdam Bezoeken, Holland Zien' een vervolg gekregen.
Purmerend is aangesloten bij het Bureau Toerisme Laag Holland (BTLH). Die organisatie steekt veel energie in
productontwikkeling, toeristische informatievoorziening en promotie. Het is nog niet duidelijk of en hoe Purmerend
aangehaakt kan blijven bij regionale activiteit (zoals persreizen, VVV-website en de publicatie van evenementen via
diverse kanalen, zonder dat de stad een bijdrage levert aan de centrale inkoop van het dienstenpakket bij BTLH.
Markten, evenementen en kermissen
Ook op markten is sprake van schaalvergroting en vergrijzing. De verwachting is dat een groot aantal kooplieden
in de komende jaren zal stoppen. Veel marktkooplieden hebben geen opvolgers. De bezettingsgraden op de
Purmerendse markten blijven op dit moment nog redelijk op peil.
Het aantal evenementen is toegenomen van 150 (in 2013) naar 220 (in 2014). De kermis heeft een regionaal
karakter en trekt nog steeds veel bezoekers. In 2015 zal het evenement 'Purmerend onder Stoom' plaatsvinden.
De verwachting is dat ook dit evenement veel bezoekers uit stad en regio zal aantrekken. Het bezoek aan de
gemeentelijke 'evenementenkalender' op internet is in 2014 fors toegenomen.
Bedrijven en kantoren
De eerste bedrijven hebben zich inmiddels op Baanstee-Noord gevestigd. Maar er is nog veel ruimte beschikbaar.
De gemeente gaat meer doen om bedrijven aan te trekken uit andere delen van het land of daarbuiten. Het is
ook zaak om aandacht te houden voor de kwaliteit van bestaande bedrijventerrein. Voor wat betreft 'De Koog' is
subsidie van de provincie verkregen voor het realiseren van een beeldkwaliteitsfonds. Met dit geld kunnen gevels
worden opgeknapt. Voor wat betreft de kantorenmarkt van Purmerend geldt dat deze redelijk bescheiden is ten
opzichte van de rest van de regio Amsterdam. De leegstand van kantoorpanden blijft relatief beperkt.
Het bedrijfsleven heeft eerder zorgen uitgesproken over de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt.
Inmiddels hebben diverse belanghebbenden elkaar gevonden. In de komende jaren zal worden gewerkt aan het
65
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
verbeteren van het netwerk (docenten-ondernemers) en het ontwikkelen van projectopdrachten voor leerlingen in
Purmerend.
Wat willen we bereiken
9.1
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Economie
De gemeente richt zich primair op de versterking en stimulering van de stedelijke en regionale economie. We
zetten in op een goed vestigingsklimaat voor winkels, kantoren, bedrijven en instellingen. De bedrijventerreinen en
kantoorlocaties blijven kwalitatief hoogwaardig en goed bereikbaar.
De contacten van de gemeente met de ondernemers zijn goed en dragen bij aan het realiseren van nieuwe
initiatieven en plannen in Purmerend. Ook startende ondernemers en ZZP'ers vinden voldoende ondersteuning om
hun bedrijf op te zetten of uit te bouwen.
Er is sprake van een stabiele woon-werkbalans. De regionale samenwerking op economische zaken met de directe
regio, Zaanstreek-Waterland en de MRA zorgt voor de gewenste afstemming en coördinatie van de economische
ontwikkelingen.
Wat gaan we daarvoor doen
9.1
Beleidsveld Economie
9.1.1
Prestatieveld Economische basisstructuur
• Accountmanagement om bedrijfsleven optimaal te faciliteren.
• Faciliteren en ondersteunen van plannen van ondernemers met betrekking tot de promotie van Purmerend.
• Het profileren van onze stad als centrumgemeente voor horeca en detailhandel. Tevens als uitvalsbasis voor
toeristisch-recreatieve attracties elders in de regio.
• Weten wat er speelt en informatie delen met bedrijven (o.a. bedrijvenomnibus)
• Netwerkbijeenkomsten organiseren met bedrijfsleven
• Actieprogramma opstellen met ondernemers
• Het stimuleren van startend ondernemerschap en ZZP'ers
9.1.2
Prestatieveld Bedrijven en kantoren
• Het bevorderen van de aantrekkingskracht van Purmerend voor arbeidsintensieve bedrijven en kantoren.
• Het betrekken van bedrijven bij het beheer van bedrijventerreinen
• Het aantrekken van bedrijven voor Baanstee-Noord en het ontwikkelen van zogenaamde 'nichemarkten'
• Beeldkwaliteitsfonds De Koog
9.1.3
Prestatieveld Detailhandel en horeca
• Het bevorderen van de gemeente als aantrekkelijk koop- en uitgaanscentrum voor zowel de eigen bevolking als
de inwoners van de regio. Daarnaast handhaven we een goede verzorgingsstructuur op wijkniveau
• Het bevorderen van de vestiging van detailhandel- en horecabedrijven door vooraf duidelijkheid te bieden en te
komen met ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen, visies en beleid
• Met ondernemers en inwoners werken we aan een bruisend centrum
• Samen met de ondernemersorganisaties bekijken we de mogelijkheden voor een ondernemersfonds in
Purmerend en ondersteunen we initiatieven die samenwerking tussen ondernemersverenigingen verbeteren.
• We doen onderzoek naar het ontwikkelingsperspectief van wijk- en buurtwinkelcentra in Purmerend en delen die
informatie met alle betrokkenen.
• We monitoren de effecten van de Winkeltijdenwet/-verordening
9.1.4
Prestatieveld toerisme (incl. markten en evenementen)
• We zorgen voor voldoende en goede recreatievoorzieningen in en rondom de stad
• Verbetering van de informatievoorziening aan bezoekers over het gebied Laag Holland
66
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
• In regionaal verband zoeken we naar wegen om internationale bezoekers vanuit Amsterdam naar de regio te
trekken
• De ontwikkeling van routes vanuit Purmerend (wandel-, fiets- en vaarroutes)
• Hoogwaardige evenementen en speciale markten met regionale uitstraling
• Bevorderen van overnachtingsmogelijkheden in Purmerend en regio
• We bevorderen waterrecreatie in Purmerend en omgeving door middel van ligplaatsen, een botenhelling en een
sloepennetwerk
• We evalueren de deelname van Purmerend aan BTLH
Bestuurlijke producten 2015 - 2018
Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
evaluatierapport BTLH
2015
3e kwartaal
onderzoeksrapport/notitie dagelijkse verzorgingsstructuur
2015
1e kwartaal
plan van aanpak ZZP'ers/startende ondernemers
2015
2e kwartaal
resultaat naar onderzoek opstellen actieplan met ondernemers
2015
2e kwartaal
onderzoek Serious Request
2015
4e kwartaal
verordening beeldkwaliteitsfonds De Koog
2015
2e kwartaal
Wat mag het kosten
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
-1.048
-936
-1.749
-901
-838
-870
-877
Baten
440
645
1.239
529
556
556
556
Saldo
-609
-292
-510
-373
-282
-314
-321
Het saldo van dit programma stijgt met € 137.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt
veroorzaakt door een daling van de lasten met € 848.000 en een daling van de baten van € 710.000.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
BV091 Economie
Lasten
Baten
-1.048
-936
-1.749
-901
-838
-870
-877
440
645
1.239
529
556
556
556
-609
-292
-510
-373
-282
-314
-321
EXPLOITATIE
Beleidsveld Economie
Watertoerisme
In 2014 is sprake van € 810.000 incidentele lasten en € 710.000 incidentele baten voor het actieplan watertoerisme.
Deze lasten en baten worden deels doorgeschoven naar 2015.
67
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
10
B E S T U U R � E N � C O N C E R N
Portefeuillehouders: D. Bijl en J. Krieger
Inleiding
In het programma Bestuur en Concern staan de doelen en middelen voor de Raad, het College en het management
van de organisatie centraal. De gemeente wil bekend staan als voorspelbaar, transparant en efficiënt als het gaat om
het te voeren beleid en de daarbij behorende prestaties. Bovendien wil de gemeente de toets van verantwoording
achteraf door accountant en publiek, goed doorstaan. Hiervoor zetten het bestuur en hun ondersteuning zich in.
Programma Bestuur en Concern hangt samen met de paragraaf Bedrijfsvoering: daarin staat welke instrumenten,
doelstellingen en verbeterprogramma’s de gemeente gebruikt om de bedrijfsvoering goed te laten functioneren.
Ambities coalitieakkoord
De rode draad van het coalitieakkoord bestaat uit de wens om een andere relatie met de stad te ontwikkelen. Een
relatie die meer ruimte schept voor onze inwoners en hun initiatieven.
Relevante beleidsnota's
• Het coaltieakkoord 2014 - 2018: Met vereende kracht
Wat willen we bereiken
10.1
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Bestuur en concern
De gemeente wil bekend staan als betrokken, voorspelbaar, transparant en efficiënt als het gaat om het te voeren
beleid en de daarbij horende prestaties. Bovendien wil de gemeente de toets van verantwoording achteraf door
accountant en publiek goed doorstaan.
Wat gaan we daarvoor doen
• Zorgvuldige communicatie met en betrokkenheid van burgers en instellingen bij plannen. • Bestuurlijke samenwerking is met andere gemeenten in verschillende vormen is van groot bealng om de doelen
van Purmerend te bereiken. Naast de verschillende verbonden partijen die uitvoerende taken verzorgen betreft
dat ook de Stadsregio en Metropoolregio Amsterdam. Purmerend is actief hierin actief in het dagelijks bestuur en
raadsleden hebben zitting in de regioraad. Over de ontwikkelingen wordt de gemeenteraad geïnformeerd. Vooraf
wordt geconsulteerd over in te nemen standpunten en achteraf wordt verslag gedaan.
• Een goed functionerende planning en control-cyclus. Door middel van een kadernota kan de raad op
kaderstellend niveau sturen op de begroting voor het volgende jaar
68
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
• Verwachtingen over de midterm review van het college worden met de raad afgestemd. Hierdoor kunnen alle
wensen en noden die nu niet binnen de financiële mogelijkheden vallen tegen elkaar worden afgewogen en kan
richting gegeven worden aan de zoektocht naar financiële dekking
• In september van elk jaar ontvangt de raad een bestuursrapportage waarin de resultaten voor het lopend jaar
worden gepresenteerd
• De hoofdlijnen van de rekening, kadernota en bestuursrapportages worden aan de raad in een presentatie
getoond. Hiermee maken we werk van de beoogde omslag van "tellen naar vertellen". Zo voorkomen we dat
raadsleden en publiek omvangrijke notities moeten lezen om zelfs de hoofdlijn van het beleid en de uitvoering te
kunnen volgen.
• De jaarlijkse bevolkingsprognose en Purmerend in cijfers worden digitaal gepubliceerd
• We raadplegen het internetpanel over actuele vraagstukken
• We nemen deel aan ‘Waar staat je gemeente?’.
Bestuurlijke producten 2015 - 2018
Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Aanbieding Programmarekening met accountantsverslag
jaarlijks
april
Bestuursrapportage
jaarlijks
3 kwartaal
Aanbieding Kadernota
jaarlijks
april
Aanbieding Programmabegroting
jaarlijks
september
e
Wat mag het kosten
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
-7.375
-12.279
-12.348
-12.318
-12.431
-12.417
-12.070
Baten
34
3.483
3.455
3.457
3.509
3.561
3.615
Saldo
-7.341
-8.796
-8.893
-8.861
-8.922
-8.855
-8.455
Het saldo van dit programma stijgt met € 32.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2014. Dit wordt
veroorzaakt door een daling van de lasten met € 30.000 en een stijging van de baten van € 2.000.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
BV101 Bestuur & concern
Lasten
-7.375
-12.279
-12.348
-12.318
-12.431
-12.417
-12.070
34
3.483
3.455
3.457
3.509
3.561
3.615
-7.341
-8.796
-8.893
-8.861
-8.922
-8.855
-8.455
Baten
EXPLOITATIE
Beleidsveld Bestuur en Concern
De daling van het saldo van € 32.000 wordt voornamelijk veroorzaakt door een aantal budgetverlagingen en verhogingen ten opzichte van 2014.
• Lagere kosten (€ 42.000) gemeenteraad. In 2014 waren kosten i.v.m. de gemeenteraadsverkiezingen begroot.
• Hogere kosten (€ 54.000) college door indexering salarissen en kosten 5e wethouder.
• Lagere kosten (€ 292.000) wachtgeldverplichtingen doordat in 2014 een dotatie aan de voorziening wachtgeld
moest worden begroot i.v.m. het vertrek van een wethouder.
• Lagere kosten (€ 142.000) voor frictiekosten salarissen door een kleiner aantal afwijkende inschalingen en het
beëindigen van regelingen met personeel die waren getroffen vóór 2009.
69
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
• Hogere kosten (€ 366.000) digitale informatievoorziening door investeringen vanuit het krediet Beter Werken.
VOORZIENINGEN
Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders
De voorziening wordt in 2015 ingezet ter dekking van de kosten van twee voormalig wethouders. De verwachte
uitgaaf in 2015 is € 165.000. Het wachtgeld van de voormalige wethouders eindigt respectievelijk in september 2016
en juli 2017.
INVESTERINGEN
Vanaf 2014 zijn er investeringen begroot voor digitale informatie voorziening. De investeringen genereren
kapitaallasten vanaf 2015. De begrote investeringen bedragen voor 2014 € 315.000 en vanaf 2015 € 225.000
structureel
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Specificatie incidentele baten en lasten (+ is baten en - is lasten)
Omschrijving
Begroot
2015
Begroot
2016
Begroot
2017
Begroot
2018
a. Frictiekosten -373.000
-550.000
-500.000
-
b. Gemeenteraadsverkiezingen 2018 (presidium)
Totaal
-
-
-
-110.000
-373.000
-550.000
-500.000
-110.000
Toelichting:
a. Frictiekosten: Door de afbouw van de gemeentelijke organisatie wordt er rekening gehouden met frictiekosten.
Deze frictiekosten zijn incidenteel gedekt uit de algemene reserve.
b. Gemeenteraadsverkiezingen 2018 (Presidium): Voor de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen 2018 is het
werkbudget voor de griffie incidenteel verhoogd voor representatie, scholing en aanschaf ICT apparatuur voor
nieuwe raadsleden en commissieleden.
70
Programmabegroting 2015-2018 | De programma's
ALGEMENE�DEKKINGSMIDDELEN
ALGEMEEN
In de algemene dekkingsmiddelen zijn de baten en lasten opgenomen die niet specifiek tot een programma
behoren. De algemene dekkingsmiddelen betreffen vooral de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze
middelen kennen in principe geen vooraf bepaald bestedingsdoel, zijn daarmee vrij aanwendbaar en behoren niet
tot een specifiek programma. De niet vrij aanwendbare heffingen, zoals het rioolrecht, de afvalstoffenheffing en de
ontvangsten van specifieke uitkeringen zijn als baten opgenomen in de betreffende programma’s.
In dit onderdeel wordt het volgende onderscheid gehanteerd:
• lokale belastingen;
• stelposten en onvoorziene uitgaven;
• de uitkering uit het gemeentefonds;
• renteopbrengsten;
• de baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen;
• stelpost voor incidentele baten en lasten.
ONTWIKKELING GEMEENTEFONDS
Sinds de verschijning van het financieel meerjarenperspectief 2015 zijn er diverse ontwikkelingen in het
gemeentefonds geweest. In de begroting zijn de inzichten tot en met de meicirculaire 2014 verwerkt. Met deze
circulaire wordt vooral invulling gegeven aan voornemens die eerder in december 2013 waren aangekondigd en voor
Purmerend als aanname in het financieel meerjarenperspectief 2015 waren verwerkt. In de meicirculaire is gebleken
dat de koppeling aan de rijksuitgaven een positieve bijstelling heeft op het accres dan eerder ingeschat. Dit effect
wordt verder toegelicht in het onderdeel algemene uitkering.
In de meicirculaire worden gemeenten geïnformeert over de gevolgen van het groot onderhoud aan het
verdeelstelsel van het Gemeentefonds en de budgetten in het sociaal deelfonds voor de uitvoering van de Jeugdwet
en de Wmo per 1 januari 2015. De budgetten voor de Participatiewet zijn in juni 2014 bekend gemaakt. Voor
Purmerend groeit de algemene uitkering, en daarmee het uitgavenniveau, in 2015 met ruim € 42,7 miljoen. Deze
middelen mogen uitsluitend besteed worden aan de nieuwe taken die aan gemeenten zijn toegekend. Binnen
het sociaal deelfonds is de bestedingsrichting echter vrij en verantwoording over besteding van de middelen
wordt afgelegd aan de gemeenteraad, niet aan het Rijk. Wel wordt het Rijk in staat gesteld om via passende
informatieverstrekking de toets op de bestedingsvoorwaarde uit te voeren en het beleid te monitoren. De
decentralisaties hebben een grote financiele onzekerheid in zich. De prijzen en aantallen zijn nog onduidelijk en
blijven dat tot zeker na de kadernota van het voorjaar 2015. Deze onzekerheid is meegewogen in de het benodigde
weerstandsvermogen.
In de circulaire worden verder nog enkele taakmutaties verwerkt. De belangrijkste is de overheveling van het
buitenonderhoud voor scholen van primair en speciaal onderwijs naar de schoolbesturen. Deze verlaging is
gecompenseerd door het wegvallend budget onderhoud schoolgebouwen en formatieinkrimping. Verder is de
integratie-uitkering Wmo (voor de oude taken) gekort met ingang van 2015 naar 40%. Ook tegenover deze korting
staat een uitgavenverlaging.
ONTWIKKELING STADSVERWARMING
De ontwikkeling binnen de Stadsverwarming volgens plan. De bouw voor eigen BioWarmtecentrale (BWC) is goed
aanbesteed en de bouwactiviteiten liggen voor op schema, waarbij is begonnen met het proefdraaien van de
installatie. De Stadsverwarming kan in het stookseizoen 2014/2015 volledig werken met duurzame warmte die is
opgewekt vanuit de eigen centrale "De Purmer"en de beide HulpWarmteCentrales.
Onderdeel van het verbeterprogramma is het terugdringen van het warmteverlies in het netwerk. Beoogd is om het
warmteverlies van meer dan 35% terug te brengen naar 22,1%.
71
Programmabegroting 2015-2018 | Algemene dekkingsmiddelen
Voor het meerjarenperspectief zijn alle actuele inzichten verwerkt en is er gekeken naar verschillende scenario's. In
deze scenario's is er ook weer zicht op dividenduitkering vanaf 2019. In aanvang zal een deel van de winst worden
gebruikt om het eigen vermogen van de Stadsverwarming te herstellen. In deze programmabegroting is binnen de
benodigde weerstandsvermogen voor Stadsverwarming geen bedrag meer opgenomen.
Stadsverwarming komt met de afronding van het verbeterprogramma in een nieuwe fase. Een fase waarbij het
bedrijf voor de vraag komt te staan om over te gaan naar een beheerorganisatie of in meer of mindere mate zich
door te ontwikkelen als lokaal duurzaam energiebedrijf dat meer producten biedt dan warmte en service rondom
warmte. Over de uitwerking van de meest gewenste richting voor de verdere toekomst wordt de raad voor eind
2015 geinformeerd.
FINANCIËLE TOELICHTING
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
Lasten
-1.785
-815
-2.311
-1.394
-633
136
520
Baten
95.313
100.080
99.442
143.140
139.624
139.854
139.384
Saldo
93.528
99.265
97.131
141.746
138.991
139.990
139.904
Het saldo stijgt met bijna € 45 miljoen tot bijna € 142 miljoen. Gelet op de grote omvang van de algemene
dekkingsmiddelen, wordt de samenstellingen de ontwikkeling hiervan per onderdeel afzonderlijk toegelicht.
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
Primitieve
begroting
2014
Begroting
2014
(bijgesteld)
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
1 Lokale heffingen
Lasten
-33
-36
-36
-37
-38
-38
-38
11.779
12.606
12.606
12.856
13.118
13.402
13.603
11.746
12.570
12.570
12.819
13.080
13.363
13.564
Lasten
226
1.257
-30
886
1.553
2.258
2.640
Baten
196
0
0
75
109
1.361
1.363
422
1.257
-30
961
1.662
3.619
4.003
-1
-12
-12
-12
-12
-12
-11
78.820
81.786
81.165
119.144
119.704
118.129
117.335
78.818
81.774
81.153
119.133
119.693
118.118
117.323
Baten
2 Nog te bestemmen middelen
3 Gemeentefonds
Lasten
Baten
4 Eigen financieringsmiddelen
Lasten
-285
-287
-260
-257
-255
-253
-251
Baten
3.479
4.504
4.135
4.801
5.260
5.605
5.770
3.194
4.217
3.876
4.544
5.005
5.352
5.519
Lasten
-1.690
-1.688
-1.924
-1.924
-1.831
-1.769
-1.769
Baten
1.036
1.184
1.537
6.263
1.433
1.358
1.314
-655
-503
-387
4.339
-398
-412
-456
Lasten
-1
-50
-50
-50
-50
-50
-50
Baten
4
0
0
0
0
0
0
2
-50
-50
-50
-50
-50
-50
5 Deelnemingen
6 Incidentele baten en lasten
72
Programmabegroting 2015-2018 | Algemene dekkingsmiddelen
Lokale heffingen
Onder dit product vallen de onroerende zaak en ruimte belastingen, de hondenbelasting en de precario. De
ontwikkeling in de baten wordt volledig veroorzaakt door de jaarlijkse aanpassing van de tarieven en de toename
van areaal dat in de heffing wordt betrokken. Hierbij is een inflatiecorrectie verwerkt van 1,4% (bron: CBS, CPI jaar
2014). Dit resulteert in een stijging van de baten ten opzichte van 2014 van € 249.000.
Nog te bestemmen middelen
De stelposten in de begroting 2015 hebben betrekking op specifieke uitgaven en taakstellingen die nog moeten
worden overgeheveld naar de afzonderlijke programma's en anderzijds onderdeel uitmaakt van de algemene
dekkingsmiddelen in de vorm van collectieve stelposten.
Voor het inzicht wordt hier volstaan met het concreet aangeven welke stelposten voor 2015 en volgende jaren op
stelposten is verwerkt:
• Aanpassing kostentoerekeningssleutel ICT: -€ 545.000. De kosten betreft nog uit te werken ICT-projecten
(zogenaamde pluspakketten) die als stelpost zijn opgenomen en geen onderdeel uitmaakt van het overheadtarief.
Deze inzet wordt later aan de programma's toegekend als duidelijk is op welk programma de inzet plaatsvindt.
Dit kan per jaar verschillen.
• Huur werkplein: -€ 400.000. Dit betreft de huurkosten werkplein die buiten het huisvestingstarief zijn gehouden.
Het werkplein wordt afgestoten en in de tarieven is hierop voorgesorteerd;
• Vertraagde kapitaallasten: De raming van de kapitaallasten is in de praktijk altijd iets optimistischer dan de
werkelijkheid. Om deze reden wordt incidenteel een bedrag van € 450.000 aan lasten tegengeboekt.
• Taakstelling organisatie:€ 1,1 miljoen voordelig. Dit betreft het nog in te vullen deel van de krimp van de
organsiatie. Na formalisering van de besluitvorming wordt dit functioneel verwerkt in de programma's. Dit bedrag
loopt op naar € 3,5 miljoen in 2017;
• Resultaat kostenplaats € 1,1 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door diverse posten: verschuiving krediet HBW,
indexering overhead en overheveling en inkrimping formatie. Bij de opstelling van de begroting 2016 wordt dit
verwerkt in de overheadtarieven en vindt verwerking plaats in de programmaproducten;
• Keuzes raad: € 390.000. De keuzes voor de raad zijn 'tijdelijk' opgenomen als stelpost. Na besluitvorming en
akkoord van de raad worden deze onderdelen functioneel opgenomen bij de programma's. Het betreft de impuls
Groen, stimulering duurzaamheidsinitiatieven, intensivering alcoholmatigingsbeleid, jubileum Purmaryn en extra
evenementen in 2017).
• CAO-gemeenten: € 326.000. De VNG en de vakorganisaties hebben 15 juli 2014 een principeakkoord voor een
nieuwe Cao gemeenten gesloten. Dit principeakkoord ligt nu ter goedkeuring van de gemeenten. Voor 2015 is er
rekening gehouden met een structurele loonsverhoging van 1% en een structurele salarisverhoging vanaf april
van bruto € 50 per maand. Hiervoor is (structureel) een stelpost opgenomen in de algemene dekkingsmiddelen,
waarbij ook rekening is gehouden met het effect op de DVO Beemster en de subsidies.
Gemeentefonds
De ontwikkeling van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds wordt voornamelijk bepaald door beleidsvoornemens van de Rijksoverheid. De begroting 2015 is gebaseerd op de meicirculaire 2014 van de Rijksoverheid.
Per saldo stijgt de uitkering met € 37,9 miljoen. De stijging wordt veroorzaakt door de volgende mutaties:
Omschrijving
- Lagere groei accres
- Hogere bijdrage voor areaal (vnl. bijstandscliënten en bedrijfsvestigingen
Bedrag
-€ 2,4 miljoen
€ 1,3 miljoen
- Instelling deelfonds sociaal domein (Participatie, Wmo en Jeugdzorg)
€ 42,7 miljoen
- Lagere integratie-uitkering WMO
-€ 2,3 miljoen
- Lagere bijdrage overige integratie- en decentralisatieuitkeringen
-€ 0,4 miljoen
- Lagere bijdrage door taakmutaties (m.n. onderhoud onderwijshuisvesting)
-€ 1,0 miljoen
73
Programmabegroting 2015-2018 | Algemene dekkingsmiddelen
Totaal
€ 37,9 mijoen
Accres ontwikkeling
Voor 2015 en verdere jaren is sprake van een positieve bijstelling van het accres (groei van het fonds), onder andere
als gevolg van hogere hogere (meerjarige) winstafdrachten van staatsondernemingen en een hogere winstafdracht
van De Nederlandse Bank. Dat leidt tot lagere Netto Gecorrigeerde RijksUitgaven(NGRU) en dus een lager accres.
Verschuivingen van investeringen in infrastructuur van 2014 naar 2015 en 2016 leidt tot een hoger accres. Na 2016
vervalt dit voordeel. Verder stijgt het accres als gevolg van wijzigingen in de Participatiewet, door meer uitgaven aan
de Wajong vanaf 2016.
Als gevolg van de (verwachte) macro-volumeontwikkelingen met betrekking tot de verdeelmaatstaven inwoners,
woningen, bijstandontvangers en belastingcapaciteit verandert de uitkeringsfactor. Ook dit (negatieve) tweede-ordeeffect is hierin opgesloten.
Herijking Gemeentefonds
De afgelopen jaren is het groot onderhoud van het gemeentefonds uitgevoerd. Er was scheefgroei ontstaan: de
werkelijke kosten aan gemeentelijke taken waren in der loop der tijd anders dan de ijkpunten in het gemeentefonds.
Met ingang van 2015 zijn de clusters (taakvelden) logischer ingedeeld en is driekwart van de clusters voorzien van
nieuwe ijkpunten op basis van kostenoriëntatie. Als gevolg van de groot onderhoudoperatie wijzigt de omvang
van het gemeentefonds niet. Dit heeft geleidt tot herveeldeffecten bij de individuele gemeenten. Voor Purmerend
resulteert deze herrijking voor 2015 in een voordeel van € 0,5 miljoen, oplopend naar € 0,7 miljoen voor de jaren
2016 en verder. De tweede tranche van het groot onderhoud vindt plaats met ingang van het uitkeringsjaar 2016.
Onderhoud buitenkant schoolgebouwen naar de schoolbesturen
Met ingang van 2015 zijn gemeenten niet langer verantwoordelijk voor buitenonderhoud en aanpassingen van
schoolgebouwen in het primair onderwijs en het speciaal onderwijs. De verantwoordelijkheid gaat over naar de
schoolbesturen. Daartoe worden middelen van dealgemene uitkering overgeheveld naar de begroting van OCW.
Deze overheveling staat los van de eerdergenoemde ombuiging in verband met onderwijshuisvesting
Voor Purmerend betekent dit een structurele uitname uit het gemeentefonds van € 0,75 miljoen ingaande 2015. De
uitgaven zijn structureel met hetzelfde bedrag verlaagd.
Areaal ontwikkeling
Dit betreft de mutaties in de eigen aantallen van Purmerend zoals inwoners, bijstandontvangers, woonruimten
etc. De aantallen bijstandontvangers zijn voor de jaren 2015 en verder naar boven bijgesteld. Tevens is het aantal
bedrijfsvestigingen met ingang van 2015 verhoogd in verband met de nieuwe definitie van de verdeelmaatstaf
bedrijfsvestigingen, waarbij de eenmanszaken nu worden meegeteld.
Deelnemingen
Opbrengst van de deelnemingen stijgt met € 4.726.000 Dit is het resultaat van de volgende opbrengsten:
• Hogere provisie voor de door Stadverwarming aangetrokken leningen die door de gemeente worden
gegarandeerd: € 123.000. Dit is het gevolg van aangetrokken leningen inzake voor de Biowarmtecentrale;
• Hogere dividend-uitkering van de Houdstermaatschappij EZW voor de aandelen Alliander en Nuon ten bedrage
van € 18.000;
• Verkoop aandelen NUON. In 2015 wordt het laatste deel van de verkoop ontvangen (€ 4.585.000).
Renteopbrengsten
De opbrengst van de eigen financieringsmiddelen stijgt met € 618.000. Deze stijging wordt veroorzaakt door de
actualisatie van de investeringen. De boekwaarde van de materiële en financiële activa en de GREX/NIEGS neemt
ten opzichte van 2014 toe met € 25,4 miljoen. Tegelijkertijd daalt de rente op nieuwe (her-)financiering.
74
Programmabegroting 2015-2018 | Algemene dekkingsmiddelen
Incidentele baten en lasten
Jaarlijks wordt een bedrag van € 50.000 voor onvoorziene lasten opgenomen voor de programmabegroting in zijn
geheel. Dit maakt het mogelijk om lopende het begrotingsjaar onvoorziene (niet begrote) uitgaven die daarnaast
onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn op te vangen. De post onvoorzien is uitsluitend bedoeld voor dekking van
onvoorziene lasten en mag alleen met toestemming van de raad worden aangesproken. Dit onderdeel maakt deel uit
van de paragraaf weerstandscapaciteit. Hiermee is voldaan aan de regelgeving om voor onvoorziene uitgaven een
bedrag in de begroting op te nemen.
Deze middelen worden indien nodig ingezet voor items die voldoen aan de alle drie de volgende voorwaarden:
• op het moment van totstandkoming van de begroting waren de kosten nog niet te voorzien;
• het is niet mogelijk om deze kosten te vermijden;
• de kosten zijn niet uit te stellen naar de toekomst voor afweging bij de volgende kadernota
RESERVES EN VOORZIENINGEN
Er zijn geen voorzieningen die bij de algemene dekkingsmiddelen horen.
Reserve afkoop geldleningen
Deze reserve is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Wherestad, waardoor er jaarlijks een
nadeel is op de renteverschillen. Jaarlijks wordt het gemiste voordeel aan rente opgevangen door een bedrag
te onttrekken aan deze reserve en als bate op te nemen in de algemene dekkingsmiddelen (onderdeel eigen
financieringsmiddelen). Dit is een jaarlijks aflopend bedrag en eind 2018 zal de reserve volledig zijn besteed. Voor
2014 is een bedrag van € 540.000 onttrokken.
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Specificatie incidentele baten en lasten in euro's (+ is baten en - is lasten)
Algemene dekkingsmiddelen
Begroot
2015
Begroot
2016
Begroot
2017
Begroot
2018
-
a. Verkoop aandelen NUON
4.585.000
-
-
b. Frictiekosten aflopend huurcontract werkplein
-400.000
-400.000
-200.000
c. Incidenteel nieuw beleid
-360.000
-310.000
-450.000
-
d. Bijdrage (waterschaps-)verkiezingen
-113.000
Totaal
3.938.000
-710.000
-650.000
-
Toelichting:
a. Verkoop aandelen NUON: De verkoop van het aandelenbezit NUON wordt in 2015 afgerond. In de laatste
trancheontvangt de gemeenten € 4,5 miljoen.
b. Werkplein: De doorlopende huurkosten van gebouw werkplein worden ten laste van de algemene
dekkingsmiddelen gebracht opdat hierdoor de kostprijs van de ambtelijke organisatie verschoond blijft van
frictiekosten.
c. Nieuw beleid: Voor 2015 en verder liggen er nieuwe afspraken: stimulering duurzaamheidsinitiatieven,
impuls en ombouwen onderhoud groen, extra evenementen, jubileum 25 jaar Purmaryn en intensivering
alcoholmatigingsbeleid. Incidenteel wordt dit vanuit de algemene reserve gedekt.
d. Bijdrage (waterschaps-)verkiezingen: vanuit het gemeentefonds is eenmalig geld beschikbaar gesteld voor de
uitvoering van de waterschapsverkiezingen door gemeenten. Dit bedrag is functioneel als uitgave opgenomen in
programma 1 Publiekdiensten.
75
Programmabegroting 2015-2018 | Algemene dekkingsmiddelen
76
Programmabegroting 2015-2018 |
HET�FINANCIEEL�RESULTAAT�2015-2018
ALGEMEEN
Op grond van het Besluit begroting en verantwoording geldt als indelingsvoorschrift voor de begroting dat alle
mutaties op reserves onderdeel uitmaken van het resultaat van de begroting.
Voor de mutaties op deze reserves gelden de volgende richtlijnen:
Algemene reserve:
Aan de algemene reserve wordt het voordelige resultaat toegevoegd of het nadelige resultaat onttrokken.
Voor deze reserve is geen sprecifieke bestemming. Een deel van de algemene reserve wordt aangemerkt als
weerstandsvermogen en dient in stand te blijven om risico's te kunnen opvangen.
Egalisatiereserves:
Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering in de resultaten voor specifieke
onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden explicitiet door de raad ingesteld en de onttrekkingen en
dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. In principe zijn de egalisatiereserves niet aan een termijn
gekoppeld.
Bestemmingsreserves:
Voor bestemmingsreserves geldt dat deze worden ingesteld voor één specifiek doel binnen een vastgestelde
termijn.
In het vervolg van dit onderdeel van de begroting wordt ingegaan op:
• de samenstelling van het resultaat 2015;
• het meerjarig overzicht 2015 - 2018 van de saldi per programma;
• de reeds in de programmabegroting verwerkte inzet van reserves, conform eerder besluitvorming;
• overzicht van incidentele baten en lasten.
HET TOTAAL VAN DE AFZONDERLIJKE PROGRAMMA'S EN HET RESULTAAT 2015
Programma (bedragen x € 1.000)
01. Publiekdiensten
02. Samenleving
Lasten
Baten
Saldo
-8.411
3.113
-5.298
-129.254
29.197
-100.057
-1.137
03. Wonen
-1.664
527
04. Milieu
-13.280
12.954
-326
-3.827
2.211
-1.616
06. Beheer openbare ruimte
-24.351
10.070
-14.281
07. Ruimtelijke ordening
-18.878
17.971
-907
-7.440
202
-7.239
05. Bereikbaarheid
08. Veiligheid
09. Economie
10. Bestuur en concern
Resultaat programma's
-901
529
-373
-12.318
3.457
-8.861
-220.326
80.231
-140.096
Algemene dekkingsmiddelen
-1.394
143.140
141.746
Resultaat voor bestemming
-221.720
223.371
1.650
Resultaatbepaling via egalisatie- en bestemmingsreserves
Resultaatbestemming: financieel/rekeningresultaat 2015
Resultaat begroting
77
Programmabegroting 2015-2018 | Het financieel resultaat 2015-2018
-79
2.354
2.275
-3.925
-
-3.925
-225.724
225.724
-
Het resultaat voor 2015 is per saldo € 3,9 miljoen positief, dit is na onttrekking aan de verschillende egalisatie
en bestemmingsreserves. Deze onttrekkingen zijn conform de eerder besluitvoming over de inzet van reserves.
Het resultaat is inclusief de ruimte voor te maken keuzes, zoals beschreven in het onderdeel algemene
dekkingsmiddelen.
Ontwikkeling van het resultaat meerjarig
In de onderstaande tabel is zichtbaar hoe het resultaat zicht ontwikkelt in de meerjarenbegroting. Dit is het resultaat
inclusief de incidentele baten uit verkoop vastgoed, winstneming grondexploitaties en verkoop van aandelen Nuon.
Programma (Bedragen x € 1.000)
Jaar 2015
01. Publiekdiensten
02. Samenleving
Jaar 2016
Jaar 2017
Jaar 2018
-5.298
-4.976
-5.064
-5.094
-100.057
-99.793
-99.283
-99.798
-1.137
-594
-593
-603
03. Wonen
04. Milieu
-326
19
16
-4
-1.616
-1.499
-1.137
-1.197
-14.281
-14.336
-14.483
-14.651
-907
-1.276
-869
-2.220
-7.239
-7.192
-7.194
-7.195
05. Bereikbaarheid
06. Beheer openbare ruimte
07. Ruimtelijke ordening
08. Veiligheid
09. Economie
-373
-282
-314
-321
-8.861
-8.922
-8.855
-8.455
-140.096
-138.850
-137.777
-139.536
Algemene dekkingsmiddelen
141.746
138.991
139.990
139.904
Resultaat voor bestemming
1.650
141
2.213
368
Resultaatbepaling via egalisatie- en bestemmingsreserves
2.275
992
848
782
-3.925
-1.133
-3.061
-1.150
10. Bestuur en concern
Resultaat programma's
Resultaatbestemming: financieel/rekeningresultaat
Samenstelling van het resultaat naar afzonderlijke reserves
In onderstaand overzicht worden de mutaties op de reserves weergegeven. Het doel, voeding en mutaties op de
afzonderlijke reserves zijn toegelicht in de toelichting per programma en in de bijlage V "reserves en voorzieningen".
(bedragen * € 1.000)
Resultaat programma's (saldo baten/lasten)
Programma
1 t/m 13
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
-140.096
-138.850
-137.777
-139.536
141.746
138.991
139.990
139.904
1.650
141
2.213
368
4
340
-
-
-
6
103
98
90
78
AD
540
412
269
109
983
510
358
187
Algemene dekkingsmiddelen (saldo baten/lasten)
Resultaat voor bestemming 2015
Resultaatbepaling 2015 via egalisatiereserves:
Saldo onttrekking aan de reserve Afvalverwijdering
Saldo onttrekking aan de reserve Begraafrechten
Saldo onttrekking aan de reserve Rente
Resultaatbepaling 2015 na mutaties egalisatiereserves
Resultaatbepaling 2015 via bestemmingsreserves:
Saldo onttrekking aan de reserve Gemeentelijk middelen participatie
2
291
302
294
189
Saldo onttrekking aan de reserve Herstructureringskosten WSW
2
375
155
187
396
Saldo onttrekking aan de reserve Woonvisie
3
572
-
-
-
Saldo onttrekking aan de reserve Gronden
7
55
25
9
9
Resultaatbepaling 2015 na mutaties bestemmingsreserves
1.292
483
489
595
Resultaatbestemming: Financieel/rekening resultaat 2015
-3.925
-1.133
-3.061
-1.150
78
Programmabegroting 2015-2018 | Het financieel resultaat 2015-2018
ONTWIKKELING ALGEMENE RESERVE
De mutaties op de algemene reserve zijn als volgt opgebouwd: (+ is voordeel en - is een nadeel)
(bedragen maal € 1000) (+/+ = toevoeging
en -/- onttrekking)
Saldo 1 januari
toevoeging (+)/onttrekking(-) resultaat
Saldo 31 december
2014
2015
2016
2017
2018
10.916
10.803
14.728
15.861
18.922
-113
3.925
1.133
3.061
1.150
10.803
14.728
15.861
18.922
20.072
Het voordelig resultaat voor de jaren 2015 - 2018 wordt in belangrijke mate veroorzaakt door incidentele baten uit de
verkoop van Nuon-aandelen en grondverkopen. Gecorrigeerd voor de incidentele baten en lasten heeft het laatste
jaar van de meerjarenbegroting een voordelig resultaat van € 10.000.
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Het overzicht incidentele baten en lasten geeft inzicht in de mate waarin er sprake is van structureel evenwicht.
De term structureel evenwicht houdt in dat de begroting voldoet aan bepaalde eisen. De belangrijkste daarvan is
dat structurele lasten zijn gedekt door structurele baten. Incidentele lasten mogen worden gedekt door incidentele
baten, waaronder onttrekkingen aan de reserves. Voor het begrip 'incidenteel' moet gedacht worden aan lasten en
baten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen.
Tabel incidentele lasten en baten per programma (+ is baten en - is lasten)
Programma's (bedragen in €) Porgramma 1 Publiekdiensten
Programma 2 Samenleving
Programma 3 Wonen
Programma 4 Milieu
Programma 7 Ruimtelijke ordening
Programma 10 Bestuur en concern
Begroot
2015
Begroot
2016
Begroot
2017
Begroot
2018
-113.000
134.000
-
-
-1.441.000
-457.000
-481.000
-585.000
-572.000
-
-
-
-340.000
-
-
-
1.516.000
1.015.000
2.550.000
1.250.000
-110.000
-373.000
-550.000
-500.000
Algemene dekkingsmiddelen
3.938.000
-710.000
-650.000
-
Totaal programma's (resultaat voor bestemming)
2.615.000
-568.000
919.000
555.000
Bijdrage uit reserves
1.578.000
457.000
481.000
585.000
Totaal programma's (resultaat na bestemming)
4.193.000
-111.000
1.400.000
1.140.000
Vrijwel alle incidentele lasten worden afgedekt met incidentele baten. Er is per saldo geen sprake van dekking
structurele lasten met incidentele dekking. Er is dus sprake van materieel evenwicht.In 2018 is het structureel
overschot € 10.000.
Het saldo dat onstaat uit incidentele lasten en baten is voordelig vanaf 2016 en wordt via de resultaatbestemming
toegevoegd aan de algemene reserve.
Voor een uitgebreidere toelichting op de lasten per programma wordt verwezen naar de betreffende programma's.
79
Programmabegroting 2015-2018 | Het financieel resultaat 2015-2018
80
Programmabegroting 2015-2018 |
D E �
1
P A R A G R A F E N
Lokale heffingen
De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in de totale gemeentelijke heffingen. Het betreft hier zowel heffingen
met een specifiek doel (retributies) als heffingen waarvan de besteding niet gebonden is, zoals bij onroerendzaak-,
honden- en precariobelasting.
BELEID LOKALE HEFFINGEN
Het beleid bij de uitvoering van de heffing en inning van lokale belastingen is gericht op het waarborgen van een
zo’n hoog mogelijke kwaliteit en continuïteit tegen zo laag mogelijke kosten (efficiency). Bij invoering of wijziging
van nieuwe heffingen vormen deze drie pijlers de belangrijkste maatstaven, die jaarlijks worden beoordeeld op
resultaatgerichtheid. Het externe beleid is erop gericht om meer transparantie te creëren ten aanzien van het doel en
de besteding van de inkomsten van de te heffen belastingen. Daarbij wordt gelet op de lastendrukverdeling en wordt
zoveel mogelijk het profijtbeginsel toegepast. Dit alles ter verbetering van het draagvlak en van het imago van lokale
heffingen. Als uitgangspunt geldt dat de lokale belastingen jaarlijks worden verhoogd voor inflatie. Hierbij wordt het
consumentenprijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) als basis gebruikt. Voor 2015 betekent
dit een verhoging van 1,4%.
KOSTENTOEREKENING EN KOSTENDEKKENDHEID
Voor de lokale heffingen geldt als wettelijke norm, dat deze niet boven het niveau van kostendekkendheid uit mogen
komen.
In deze opstelling wordt de kostendekkenheid van rijbewijzen en reisdocumenten gepresenteerd. Dit in tegenstelling
tot voorgaande jaren, waarin alle kosten van Burgerzaken werden afgezet tegen de inkomsten. Daarmee werd ten
onrechte de wettelijke taak betrokken in de vergelijking.
Tabel kostendekkendheid 2015
1
Programma
Omschrijving
Publiekdiensten
Omgevingsvergunningen
Publiekdiensten
Rijbewijzen
Publiekdiensten
Reisdocumenten
Milieu
Huishoudelijk afval
Beheer openbare ruimte
Begraafplaatsen
Beheer openbare ruimte
Riolering
Lasten
Baten
1.278.060
100%
79%
489.307
388.808
1.047.100
822.097
79%
11.264.195
11.264.195
100%
774.323
679.482
88%
6.861.016
6.861.016
100%
1. Nb. Onttrekkingen aan reserves zijn meegeteld als baten.
OVERZICHT DIVERSE HEFFINGEN
In het vervolg van deze paragraaf wordt ingegaan op de belangrijkste heffingen. Dit zijn:
• de onroerende zaakbelasting (OZB);
• de roerende zaakbelasting;
• de rioolheffingen;
• parkeerbelastingen;
• precariobelasting;
• hondenbelasting;
• reinigingsheffing.
ONROERENDE ZAAKBELASTINGEN (OZB)
De OZB zijn te onderscheiden in een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een
gebruikersbelasting voor niet-woningen.
81
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
% 2015
1.278.060
De OZB-tarieven worden jaarlijks verhoogd met het inflatiepercentage. Hiervoor gebruikt de gemeente de
consumentenprijsindex van het CBS van januari 2014 (1,4% voor 2015). De waarde van onroerende zaken wordt
jaarlijks geactualiseerd. Door de jaarlijkse herwaardering worden de eigenaren (en gebruikers als het niet-woningen
betreft) met minder grote schommelingen in de aanslag geconfronteerd. Het heffingspercentage wordt jaarlijks
bijgesteld. Hierbij geldt als uitgangspunt dat de nieuwe waarde en het nieuwe percentage eenzelfde opbrengst
hebben als de oude waarde en het oude percentage. Dit uiteraard zonder rekening te houden met de aanpassing
van het percentage voor inflatie en areaaluitbreidingen.
ROERENDE WOON- EN BEDRIJFSRUIMTEBELASTINGEN
Deze belasting wordt ook wel roerende zaakbelastingen (RZB) genoemd, vanwege de aanvulling op en de gelijkenis
met de OZB. Deze belastingen worden geheven op alle roerende zaken zoals woonschepen, woonwagens en
kiosken. De heffingspercentages zijn gelijk aan die van de OZB.
RIOOLHEFFINGEN
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beheer van het afval- en regenwater en het verwerken van overtollig
grondwater. De heffing mag maximaal kostendekkend zijn en alleen die kosten bevatten die in het wetsvoorstel
zijn genoemd. In Purmerend is heffingsgrondslag voor eigenaren een vast bedrag per aangesloten eigendom. De
heffingsgrondslag voor gebruikers is gekoppeld aan het waterverbruik in kubieke meters. Hierbij is gekozen voor
een in rekening te brengen tarief per hele eenheid van 300 kubieke meter. Eerder is besloten het tarief niet verder te
differentiëren, gezien de flink stijgende perceptiekosten versus het relatief kleine voordeel voor de burger.
PARKEERBELASTINGEN
Parkeerbelastingen zijn te onderscheiden in een belasting voor feitelijk parkeren en een belasting voor gemeentelijke
parkeervergunningen. Beiden dienen ter regulering van het parkeerbeleid. De handhaving door middel van
de naheffingsaanslag is de zogenaamde fiscalisering van parkeerboetes en geldt alleen voor het parkeren bij
automaten zonder geldig bewijs van betaling. Jaarlijks wordt het maximumtarief van de naheffingsaanslag
vastgesteld bij Ministerieel Besluit.
PRECARIOBELASTING
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen op voor de openbare dienst
bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene voor wie dat voorwerp (of voorwerpen) op voor de openbare
dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn. De gemeente voert een jaarlijkse inventarisatie uit aan de hand
waarvan de precariobelasting opgelegd wordt.
HONDENBELASTING
Hondenbelasting is in zijn oorsprong een regulerende belasting ter beperking van het aantal honden. Omdat er
sprake is van een belasting geldt hier niet dat er wettelijk sprake is van een maximumtarief en de spelregels van
kostendekkendheid. Op 24 januari 2013 heeft de belastingrechter van het Gerechtshof Den Bosch een opmerkelijke
uitspraak gedaan over de hondenbelasting. Geoordeeld is dat het heffen van hondenbelasting is toegestaan
als de kosten van hondenbezit voor de gemeente van wezenlijke betekenis zijn voor de heffing. Wat er onder
"wezenlijk"wordt verstaan, is door de belastingrechter niet aangegeven. Als de hondenbelasting uitsluitend gericht
is op het verkrijgen van inkomsten is er sprake van discriminatie vindt de belastingrechter. De belastingrechter
heeft niet aangegeven wat hij verstaat onder "wezenlijk". Tegen de uitspraak van het Hof is cassatie ingesteld door
de gemeente Sittard-Geleen bij de Hoge Raad. De VNG is van mening dat de uitspraak van het Gerechtshof geen
gevolgen heeft voor het heffen van hondenbelasting gelet op het karakter van deze heffing. De gemeente is niet
verplicht de opbrengst van de hondenbelasting voor een bepaald doel te besteden. De opbrengst vloeit naar de
algemene middelen.
De uitvoering van het hondenbeleid omvat in Purmerend onder meer de (externe) controles op aanwezigheid van
honden, het handhaven van de regels die zijn vastgelegd in de APV, het verwijderen van hondenpoep in uitlaaten losloopgebieden en het onderhoud van de voorzieningen. Vrijgesteld van deze belasting zijn ondermeer:
82
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
politiehonden, Soho-honden en puppy’s jonger dan twee maanden. De kosten in Purmerend bedragen ongeveer 2/3
deel van de opbrengst hondenbelasting.
REINIGINGSHEFFINGEN De reinigingsheffingen zijn te verdelen in afvalstoffenheffing en reinigingsrechten. De afvalstoffenheffing wordt
geheven voor het inzamelen en verwerken van het huisvuil volgens de Wet Milieubeheer van particuliere
huishoudens. Reinigingsrechten worden geheven bij bedrijven voor het beschikbaar stellen van verschillende
containers, ledigen van containers en andere soorten van bedrijfsafvalverwijdering. Het tarief van de
afvalstoffenheffing wordt beïnvloed door meerdere factoren. Het gaat hierbij op hoofdlijnen om de inzet van
personeel en materiaal, verwerkingstarieven van afvalstromen en de toerekening van overhead. Daarnaast speelt de
omvang van het aantal huishoudens mee waarover de totale kosten worden verdeeld.
LEGES
De belangrijkste leges die worden geheven zijn:
• leges Bevolking en Burgerlijke Stand
• leges voor het verstrekken van diverse vergunningen
• leges Volkshuisvesting
• leges Omgevingsvergunningen
LIJKBEZORGINGRECHTEN (BEGRAAFRECHTEN)
Lijkbezorgingrechten worden onder meer geheven voor het gebruik van de aula, het begraven van stoffelijke
overschotten en het bijzetten van asbussen in de urnenmuur. De begraafplaats wordt niet kostendekkend
geëxploiteerd, dit komt mede door lineaire afschrijvingen en is een keuze geweest van de gemeenteraad.
BRANDWEERRECHTEN
Brandweerrechten worden geheven op geleverde diensten door de brandweer die geen eigenlijke, repressieve
brandweertaken zijn.
MARKTGELDEN Marktgelden worden geheven op zowel reguliere weekmarkten als incidentele marktdagen en bestaan uit tarieven
voor het plaatsen van marktkramen en het parkeren bij markten.
RANGORDE OVERZICHT WOONLASTENMONITOR 2014
Gemeente
Bedrag
Rangorde 2014
Nederland gemiddeld
€ 704
Alkmaar
Edam-Volendam
Hoorn
2013
rangorde 6 € 538
4
60 € 627
47
98 € 657
73
Den Helder
136 € 683
140
Wormerland
211 € 715
245
Purmerend
215 € 719
193
Beemster
225 € 726
244
Waterland
314 € 772
330
Zaanstad
350 € 804
348
Landsmeer
355 € 809
360
Zeevang
389 € 860
391
83
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
* Bron: Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Op nummer 1 staat de
gemeente met de laagste lasten
Uit de bovenstaande tabel blijkt de plaats van Purmerend in het landelijk overzicht en die van de ISW-gemeenten en
de steden in Noord-Holland met een enigszins vergelijkbare omvang. Het betreft de gegevens over het jaar 2014. De
tarieven Purmerend liggen op het niveau van het landelijk gemiddelde.
OVERZICHT LOKALE HEFFINGEN 2015 HUISHOUDEN MET EEN GEMIDDELDE WOZ-WAARDE VAN € 189.000
Bedragen in € per jaar
2015
2014
Verschil
1)
220,94
3,09
Heffing gemeentelijke watertaken eigenaar
116,16
108,48
7,68
Heffing gemeentelijke watertaken gebruiker
67,80
63,12
4,68
Afvalstoffenheffing
328,56
323,40
5,16
Totaal
736,55
715,94
20,61
Eigenaar + gebruiker:
OZB eigenaar
224,03
Gebruiker:
Heffing gemeentelijke watertaken gebruiker
67,80
63,12
4,68
Afvalstoffenheffing
328,56
323,40
5,16
Totaal
396,36
386,52
9,84
De bedragen voor 2015 zijn onder voorbehoud, omdat de tarieven in een afzonderlijk raadsvoorstel nog door de raad
moeten worden vastgesteld.
1)
OZB 2015 is een voorlopig bedrag, waarbij nog geen rekening is gehouden met de waardeontwikkeling van de
WOZ-objecten, omdat deze nog niet bekend is.
Kwijtschelding wordt verleend voor de afvalstoffenheffing en het gebruikersgedeelte van de rioolheffing. Om voor
kwijtschelding in aanmerking te komen, worden diverse criteria getoetst waaraan voldaan moet worden (inkomsten,
toeslagen die men ontvangt, eigen vermogen e.d.). Kwijtschelding kan geheel of gedeeltelijk toegekend worden.
Sinds 2011 wordt de kwijtschelding verrekend binnen de tarieven afvalstoffenheffing en rioolheffing.
Landelijke regelgeving over de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is in 2013 gewijzigd. Bij de toetsing
van het inkomen wordt met ingang van 2014 rekening gehouden met eventuele uitgaven voor kinderopvang. Ook
is het vanaf 2014 voor zelfstandige ondernemers mogelijk voor kwijtschelding in aanmerking te komen voor de
belastingen die zij als particulier moeten betalen. 2
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
DOELSTELLING
De paragraaf weerstandsvermogen geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om niet begrote
lasten te dekken. Door het weerstandsvermogen hoeft bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering
niet direct tot een bezuiniging te worden overgegaan. Onderscheid wordt gemaakt tussen incidenteel en
structureel weerstandsvermogen. Het eerste is bedoeld voor eenmalige tegenvallers en het tweede voor structurele
tegenvallers. Het begrip weerstandsvermogen is als volgt gedefinieerd:
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:
A. De weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om
niet begrote kosten te dekken;
B. Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de
financiële positie.
84
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
OMVANG WEERSTANDSCAPACITEIT
Tot de weerstandscapaciteit worden de algemene reserve, stille reserves en de onbenutte belastingcapaciteit
gerekend. Dit zijn immers middelen en mogelijkheden waarover een gemeente beschikt, om niet begrote
kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Hoewel bestemmingsreserves in principe ook tot de
weerstandscapaciteit behoren worden ze niet meegerekend. Dit vanwege het feit dat bestemmingsreserves
niet vrij inzetbaar zijn zonder heroverweging van (politieke) keuzes, en de uitvoering van projecten ten laste van
bestemmingsreserves al in gang gezet is.
De algemene reserve en stille reserves behoren tot de incidentele weerstandscapaciteit. Dit is het vermogen
om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de
voortzetting van taken op het geldende niveau. Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen
bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder
dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. In de literatuur wordt hiertoe soms ook de
bezuinigingsmogelijkheden die een gemeente heeft gerekend. Bezuinigingsmogelijkheden zijn echter niet met
één raadsbesluit gerealiseerd, daarvoor is meer nodig aan voorbereiding en uitvoering. Wel kan onbenutte
belastingcapaciteit tot structurele weerstandscapaciteit worden gerekend.
STILLE RESERVES
Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die lager dan de werkelijke waarde of tegen nul zijn gewaardeerd
en die direct verkoopbaar zijn - indien we dat zouden willen - zonder dat de normale bedrijfsgang daaronder te
lijden heeft. Dit betreft dan met name de nu door de gemeente verhuurde, niet voor de openbare dienst bestemde
gebouwen. Evenmin mogen deze gebouwen in gebruik zijn bij maatschappelijke voorzieningen. In feite moet er
sprake zijn van bijna direct verkoopbare gebouwen. Ook als een onderdeel uit maakt van de voorgenomen te
ontwikkelen gebieden maakt het geen onderdeel uit van de stille reserves.
Op basis van de lijst met af te stoten gebouwen is in de begroting rekening gehouden met het realiseren van netto
verkoopopbrengsten. Aanvullend hierop kunnen nieuwe panden worden aangewezen om te worden afgestoten.
NIEUWE KANSEN
Naast het benodigde weerstandsvermogen voor risico's zijn er ook kansen. Deze kansen laten zich niet vertalen
in de financiële positie. Deels zijn de kansen wel opgenomen in de begroting in de vorm van winsten uit
grondexploitaties en panden. Een kans verdient nog aandacht: het cumulatief dividend van de BV stadsverwarming.
Dividend kan eerst worden uitgekeerd nadat het bedrijf werkelijk winst heeft gemaakt en een redelijk eigen
vermogen heeft. Met de stadsverwarming is afgesproken dat de gemeente ook over de jaren tot 2018 een jaarlijkse
vermogensvergoeding wenst te ontvangen. In totaal wordt tot aan 2019 uitgegaan van een bedrag van € 5,6 miljoen
dividend dat later alsnog tot uitkering kan komen. De kans valt echter buiten het kader van de meerjarenbegroting
2014 -2018.
ONBENUTTE BELASTINGCAPACITEIT
De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Purmerend is het verschil tussen het werkelijke tarief
(on)roerende zaakbelastingen dat de gemeente heeft vastgesteld en het tarief dat de gemeente minimaal zou
moeten hanteren om in aanmerking te komen voor extra steun van het rijk (de zogenaamde artikel 12 status).
Daarnaast telt mee het verschil tussen kostendekkende tarieven en de werkelijk gehanteerde tarieven. Omdat in
Purmerend gewerkt wordt met kostendekkende tarieven, resteert als onbenutte belastingcapaciteit alleen de OZB.
Als onbenutte belastingcapaciteit geldt voor Purmerend dat de OZB opbrengst met circa € 3,1 miljoen moet worden
verhoogd alvorens de gemeente in aanmerking zou komen voor de zogenaamde artikel 12 status.
85
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
RISICO’S
Voor een goed begrip van wat er onder risico's valt en wat er niet onder valt is de onderstaande vuistregel
behulpzaam:
Kortingen op algemene en specifieke uitkeringen
Voor kortingen op algemene (het gemeentefonds) en specifieke uitkeringen geldt dat deze worden ingeschat en
verwerkt in de begroting.
Kosten
Voor gebeurtenissen waarvan het zeker is dat ze zich voor gaan doen en waarvan de omvang ook bekend is,
worden voorzieningen ingesteld. Bij het weerstandsvermogen kunnen deze kosten derhalve buiten beschouwing
worden gelaten. Hetzelfde geldt voor kosten waarvan de omvang minder goed is in te schatten, maar waarvoor
wel een bestemmingsreserve is ingesteld. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de resterende boekwaarde van
buitengebruik te stellen onderwijspanden en de sanering van asbest.
Kleine risico's
Voor kleine risico's geldt dat de financiële betekenis hiervan niet zodanig materieel is dat hiermee rekening moet
worden gehouden bij de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. In de begroting is een post onvoorzien
opgenomen van € 50.000 om gedurende het jaar hierop te kunnen antwoorden als inpassing van de uitgaven niet
binnen een programma is op te vangen. We hebben het dan niet over reguliere afwijkingen bij de uitvoering van de
begroting. Hiervoor geldt dat meerdere malen per jaar er bijstelling van de begroting plaatsvindt.
Rampen en crisis
Voor rampen en crisissituaties geldt dat er een scala aan beheersmaatregelen is getroffen. Dit betreft enerzijds het
rampenplan waarmee aangegeven wordt hoe een (dreigende) ramp of crisis te lijf wordt gegaan en anderzijds is
er sprake van een verzekerd risico en voor zover dit niet het geval is zal worden teruggevallen op de rijksoverheid.
Uiteraard kan er sprake zijn van een financieel nadeel voor de gemeente. De omvang hiervan is niet vooraf in te
schatten. Voor zover het in de beïnvloedingssfeer ligt van de gemeente wordt via de weg van vergunningen en
periodieke toetsing gezorgd voor het minimaliseren van de risico's.
Voor de bepaling van de wenselijke omvang van het weerstandsvermogen zijn de financiële risico's in kaart
gebracht. De risico’s die bij deze paragraaf worden meegenomen zijn de niet reguliere, strategische, niet
kwantificeerbare risico’s. De reguliere horen immers in de begroting tot uitdrukking te komen. Veelal kunnen deze via
een verzekering worden afgedekt. Bij deze risico's wordt een ondergrens gehanteerd van € 100.000. Risico's onder
deze grens worden hier verder niet toegelicht. Bij de risico’s geldt dat een inschatting gemaakt kan worden van de
kans dat het risico zich daadwerkelijk zal manifesteren en de omvang van het risico.
Om de risico’s op te vangen, zijn er verschillende maatregelen mogelijk:
• bijstelling van de geldende beleidskaders, hierdoor kunnen de uitvoeringskosten worden beperkt. Dit kan
bijvoorbeeld door de grenzen waarboven een bijdrage door de gemeente wordt verleend te verhogen;
• inkomstenverhogende maatregelen te nemen indien de risico’s zich manifesteren op onderdelen waar sprake is
van kostendekkende dienstverlening;
• frequent(er) te toetsen of het risico zich al voordoet en zo goed mogelijk maatregelen te treffen ter beheersing
van de onzekerheden. Deze maatregel kan worden ingezet op die onderdelen waarvan de uitkomst niet door
de gemeente kan worden gestuurd, maar waarvan de uitkomsten wel kunnen worden gevolgd. Het doel van de
maatregel is dan het voorkomen dat 'ongemerkt' de begroting en de werkelijkheid uiteen groeien en er nadelen
optreden.
86
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
Bij het hierna wegen en waarderen van de risico’s is meegewogen dat de gemeente de komende periode nog vol
op bezig is om afgesproken bezuinigingen door te voeren. Zolang deze bezuinigingen niet volledig zijn gerealiseerd,
zal het niet eenvoudig zijn om extra bezuinigingen te realiseren die nodig kunnen zijn om structurele tegenvallers
op te vangen. Daarom wordt in de weging van het benodigde weerstandsvermogen uitgegaan dat het steeds drie
jaar zal duren voordat een structureel effect van de risico’s kan worden gecompenseerd met lagere uitgaven elders.
In de opstelling is afgewogen of alle risico's zich gelijktijdig kunnen en zullen voordoen. De risico's zijn daarom
opgeteld. Zodra risico's zich daadwerkelijk manifesteren, wordt afgewogen of structurele maatregelen genomen
moeten worden.
Tabel overzicht meegewogen financiële risico's:
1.
Inkomsten leges omgevingsvergunningen, programma 1
2.
Nieuwe taken Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning en
€ 1,5
miljoen
€ 1,75
miljoen
€ 2,0
miljoen
€0
miljoen
Participatiewet
3.
Wet werk en bijstand
4.
Sociale werkvoorziening Baanstede
5.
Grondexploitaties en voorraad gronden
€ 0,6
miljoen
6.
Wachtgeld zittende collegeleden
€ 0,6
miljoen
7.
Deelneming NV Huisvuilcentrale Alkmaar
€0
miljoen
8.
Deelneming BV Stadsverwarming Purmerend
€0
miljoen
9.
Garanties op leningen
€0
miljoen
€ 1,5
miljoen
10. Vertraagd realiseren van taakstellingen en bezuinigingen
11. Ontwikkelingen loon en prijzen
Totaal benodigd weerstandsvermogen:
€ 0,6
miljoen
€ 8,55
miljoen
1. Inkomsten leges omgevingsvergunningen
De inkomsten zijn relatief sterk afhankelijk van externe ontwikkelingen. Voor de begrotingsuitvoering is dit
een risico. Voor de omgevingsvergunningen wordt gewerkt met een kostendekkend tarief. Vooraf wordt een
inschatting gemaakt van de verwachte werkzaamheden en hierop wordt de ambtelijke formatie afgestemd.
Hierna wordt het tarief bepaald voor het volgende jaar. Gedurende het jaar kan het tarief niet worden aangepast.
Als in het jaar van uitvoering de daadwerkelijke aanvragen sterk achterblijven is het niet mogelijk om in gelijke
mate de uitgaven te laten dalen. Mede voor dit risico bestaat sinds de rekening 2011 de egalisatiereserve
omgevingsvergunningen. De voeding van de reserve is afhankelijk van overschotten in de uitvoering in enig jaar. De
stand van de egalisatiereserve is sinds 2012 nihil.
De omvang van de afwijking kan gelet op de schommelingen in de afgelopen jaren variëren van € 100.000 tot
€ 1.000.000. De kans dat de inkomsten afwijken van de begroting is groot.
Voor de komende jaren zijn de prognoses kritisch doorgenomen bedraagt de tariefstelling 3,9%. Voor de komende
jaren wordt een opbrengst geraamd van € 1,3 miljoen per jaar.
Ondanks de getroffen maatregelen, waardoor de uitgaven voor de omgevingsvergunningen zijn gedaald , blijft het
risico op lagere opbrengsten door achterblijvende aanvragen bestaan.
Vanwege de onvoorspelbaarheid van dit risico wordt voor de bepaling van het mogelijke beslag op
weerstandsvermogen uitgegaan van lagere opbrengsten over een periode van drie jaar van gemiddeld € 500.000: in
totaal € 1,5 miljoen.
2. Nieuwe taken Jeudgwet, Wet maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet
Per 1 januari 2015 wordt het gemeentelijk takenpakket uitgebreid met de decentralisatie van drie wetten: de wet
maatschappelijke ondersteuning (WMO), de jeugdwet en de participatiewet. De gemeentefondsuitkering wordt
daarom uitgebreid met het sociaal deelfonds. Voor de jeugdwet gaat het om € 18,7 mln en voor de WMO om
€ 14,7 mln. Hoeveel middelen werkelijk benodigd zijn, is nog onzeker. De exacte doelgroep is nog onbekend en
datzelfde geldt voor de bewegingen binnen de doelgroep. De gemeente zet in op een beweging van de tweede naar
87
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
de eerste en nuldelijn. Gedurende 2015 zal duidelijk worden in hoeverre dit effect heeft. Het onvoldoende tot stand
komen van de transformatie of het groter zijn van de doelgroep, kan leiden tot financiële tegenvallers, wachtlijsten
en/of ontevreden cliënten. Omdat bovendien er onduidelijkheid is over de exact over te dragen groep bestaande
cliënten en hun rechten kan niet met zekerheid worden gezegd dat de budgetten in de begroting toereikend zijn.
Indien de budgetten niet toereikend zijn wil de gemeente de rijksoverheid hierop kunnen aanspreken. Zeker als het
gaat om de startsituatie van de nieuwe taken.
Hoewel het risico zich moeilijk laat kwantificeren willen we in het benodigd weerstandsvermogen hiervoor wel een
bedrag op nemen van 1,75 miljoen.
Bewust is daarbij gekozen voor het niet afzonderlijk instelling van een risicoreserve en hiervoor uit de algemene
reserve middelen te onttrekken.
Mocht zich in 2015 de situatie voordoen dat er sprake is van onderbesteding van de rijksbudgetten dan worden
deze middelen opgenomen in een nieuwe reserve.
3. Wet werk en bijstand
Bij de uitvoering van de Wwb doen zich twee risico’s voor die van belang zijn voor het meerjarenperspectief.
Het betreft de cliëntenaantallen en de hoogte van de rijksbijdrage. Allereerst de aantallen cliënten (65-) met een
bijstandsuitkering: afwijkingen van het aantal cliënten werken direct door in de uitgaven. De ontwikkeling van
het aantal cliënten laat zich moeilijk schatten. In de begroting wordt om die reden een marge in de uitvoering
als afwijking redelijk geacht. Voordat deze cliënten in aanmerking komen voor bijstand zijn er voorliggende
voorzieningen, zoals de werkloosheidsuitkeringen. Deze voorzieningen zorgen ervoor dat in een teruglopende
economie het aantal bijstandscliënten pas na enige tijd oploopt. In de begroting wordt rekening gehouden nog
steeds stijgende aantallen uitkeringen. Onzeker is hoe lang de periode van economische verslechtering aanhoudt
en of landelijk het macrobudget voor het inkomensdeel voldoende wordt bijgesteld. Uitgangspunt is dat voor alle
gemeenten samen een toereikend macrobudget wordt vastgesteld. Het macrobudget wordt voorlopig vastgesteld in
september voorafgaand aan het uitvoeringsjaar en definitief vastgesteld in september van het uitvoeringsjaar, zodat
met de meest actuele inzichten in conjunctuur en kabinetsbeleid rekening kan worden gehouden. Het macrobudget
wordt met deze uitgangspunten bepaald door uit te gaan van de gerealiseerde prijs en het gerealiseerde volume in
het voorgaande jaar, van een inschatting van de effecten van de conjunctuur en kabinetsbeleid in het begrotingsjaar
zelf en van een indexering van de gemiddelde prijs. Met het nader voorlopige budget halverwege het uitvoeringsjaar
worden gemeenten tussentijds geïnformeerd over de nieuwe inzichten in de ontwikkeling van hun budget. De
omvang van de rijksbijdrage laat zich dan ook moeilijk voorspellen.
Om het risico van de afwijkingen in de cliëntenaantallen en de omvang van de rijksbijdrage zo goed mogelijk te
volgen, zal in de bestuursrapportages specifiek aandacht worden besteed aan de bijstellingen. Voor de afwijkingen
in enig jaar geldt dat deze moeten worden opgevangen in het weerstandsvermogen van de gemeente.
Het risico in de uitvoering van het inkomensdeel van de Wwb kan oplopen tot € 1,5 tot € 2 miljoen per jaar. De kans
op afwijkingen is groot. In de situatie dat er sprake is van zeer excessieve groei van het aantal uitkeringen kan er een
beroep worden gedaan op een landelijke regeling.
De uitvoeringslasten van de Wwb zijn een blijvend onderdeel in de onderbouwing van het weerstandsvermogen.
Voor de waardering van het risico wordt uitgegaan van een bedrag van € 2 miljoen.
4. Baanstede
De gemeenschappelijke werkvoorziening Zaanstreek/Waterland Baanstede staat voor een zware opgave. Het aantal
medewerkers moet krimpen, beschut werken moet worden gegarandeerd en de huidige SW-ers moeten een nieuw
perspectief krijgen. Financieel groeit het tekort van de werkvoorziening. Dit tekort is structureel verwerkt in de
meerjarenraming met een ambitieuze taakstelling.
88
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
Het jaarlijkse verschil tussen de begroting en de rekening wordt tot op heden verwerkt in het rekening resultaat. Het
lopende jaar valt na de bijstelling van de begroting halverwege het jaar meestal iets gunstiger uit. Het verschil is
circa € 100.000. Voor de herstructureringskosten is een reserve gevormd.
Op grond van deze elementen is er geen rekening gehouden met een bedrag aan benodigd weerstandsvermogen.
Eventuele aanpassingen zijn bovendien ook direct van een structureel karakter.
5.Grondexploitaties en voorraad gronden
Over de risicos die zijn verbonden aan de lopende grondexploitaties en de voorraad gronden wordt jaarlijks
uitgebreid geinformeerd via de meerjarenrognose gronden. Dit stuk wordt gelijktijdig met de gemeenterekening
aangeboden en is dan al in de gemeenterekening verwerkt.
Sinds de opstelling van het MPG in 2014 is er geen nieuwe informatie over de risico's die de gemeente loopt. De
inschatting is wel dat de winstneming uit met name de grondexploitatie Weidevenne hoger zal zijn.
De meest recente inschatting voor niet afgedekte risico's bedraagt nog steeds € 0,6 miljoen.
Speciale aandacht blijft uitgaan naar de grondexploitatie Baanstee Noord. In het volgende MPG wordt hier met
de meest recente inzichten op teruggekomen. Dat zelfde geldt voor de rentevoet die op langere termijn wordt
gehanteerd voor de winstbeekeningen.
6. Wachtgeld zittende collegeleden
Voor de mogelijke aanspraak op wachtgeld door de huidige collegeleden geldt dat het niet is toegestaan hiervoor
een voorziening te treffen. De maximale aanspraak op wachtgeld kan weliswaar worden ingeschat, maar de mate
waarin daadwerkelijk gebruik gemaakt gaat worden niet. Aan het eind van de bestuursperiode 2014 - 2018 bedraagt
de maximale aanspraak € 1,2 miljoen. In dit bedrag wordt geen rekening gehouden met mogelijke aanspraken
op verlengd wachtgeld tot het moment van pensioenering. Op het moment dat ex-bestuurders daadwerkelijk
aanspraak doen op wachtgeld, zal de omvang daarvan worden bepaald en ten laste van de exploitatie worden
gebracht. De omvang van de voorziening wordt vervolgens jaarlijks opnieuw getoetst aan de hand van de werkelijke
situatie van de betreffende ex-wethouders.
Als benodigd weerstandsvermogen wordt rekening gehouden met een mogelijke aanspraak van 50%: € 0,6 miljoen.
Het percentage van 50% is niet exact onderbouwd.
7. Deelneming in de NV Huisvuilcentrale Alkmaar (HVC)
De gemeente bezit 3% van de aandelen in HVC. De aandeelhouders hebben formeel de plicht om tekorten aan te
vullen als er onvoldoende eigen vermogen is. Daarnaast hebben de aandeelhouders de aangetrokken geldleningen
gegarandeerd. Het purmerendse aandeel hierin is ongeveer €22 miljoen.
HVC wordt gezien als een gezonde onderneming die een stevige positie heeft in de afvalmarkt. Het aanbod van te
verwerken afval is meerjarig in contracten ondergebracht (10 tot 15 jaar vooruit) en het bedrijf kan stapsgewijs de
komende jaren de omvang van de gemeentegaranties gaan afbouwen. Over het gegarandeerde leningen ontvangt
de gemeente jaarlijks 1% risico-provisie.
8. Deelneming in de BV Stadsverwarming Purmerend
De gemeente bezit als aandeelhouder 100% van de aandelen in de Stadsverwarming. In het verleden heeft de
gemeente zeer grote verliezen genomen. Op basis van de actuele meerjarenprognoses is het bedrijf rendabel en
zal vanaf 2019 winst worden gemaakt. Een belangrijk risico in de ramingen is de ontwikkeling van de gasprijs. Als
de gasprijs veel minder of zelf niet meer stijgt zal het rendement van de stadsverwarming ook moeten worden
bijgesteld. Dit risico is niet nieuw.
89
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
Als aandeelhouder heeft de gemeente ook leningen verstrekt aan Stadsverwarming en leningen gegarandeerd.
Hiervoor wordt een risicoprovisie ontvangen. Op basis van de actuele inzichten en de door de accountants
geverifieerde waarde van het bedrijf loopt de gemeente geen actueel risico.
9. Garanties op leningen
De gemeente heeft een omvangrijke portefeuille van gegarandeerde leningen. De grootste sector zijn de
woningbouwcorporaties. Als zich grote problemen voordoen in deze sector is in eerste instantie het waarborgfonds
en het rijk aan zet, uiteindelijk kan de gemeente aangesproken op de aangegeven garanties. Er is op dit moment
geen sprake van acute dreiging. Omwille van de inzichtelijkheid is dit onderwerp wel opgenomen in de risico's.
10. Vertraagd realiseren taakstellingen en bezuinigingen
in de begroting 2015 is een taakstelling op de ambtelijke organisatie en gesubsidieerde organisaties. De krimp van
de ambtelijke organisatie is inmiddels voor 50% geformaliseerd. De krimp van de budgetten van de gesubsidieerde
instellingen is voor een klein deel ingevuld en vergt nog nadere uitwerkingen.
Zolang beide taakstellingen niet volledig zijn gerealiseerd kunnen zich vertragingseffecten voordoen. Deze
vertragingseffecten komen ten laste van het rekeningresultaat en daarvoor is weerstandsvermogen nodig. Voor de
komende jaren wordt een bedrag van € 1,5 miljoen meegenomen in het weerstandsvermogen.
11. Ontwikkelingen loon en prijzen
In de begroting is gerekend met gemiddelde loonstijging van 1,5% per jaar. De uitkomst van de loonstijging is
afhankelijk van de onderhandelingen tussen de werkgevers en de werknemers. Een complicerende factor in de
berekeningen voor de loonstijging is het effect van met name de pensioenpremies.
Pensioenpremies worden aangepast zonder directe invloed van de gemeente en staan het laatste jaar onder grote
druk. Deze druk wordt veroorzaakt door de lage rentestand, de discussie over de verhoging van de pensioenleeftijd,
de stijgende levensverwachting en de behaalde rendementen bij de pensioenmaatschappij.
Sinds 2010 wordt een zogenaamde herstelpremie voor de dekkingsgraad van het pensioenfonds in rekening
gebracht bij werkgevers en werknemers. In de berekeningen voor de stijging van de loonkosten voor de werkgever
is verwerkt dat de herstelpremie per 2015 vervalt.
Voor de begroting is relevant dat indien de stijging van de loonkosten voor de werkgever 0,5% hoger ligt dan
aangenomen, werkt dit door op de gemeentebegroting voor circa € 0,3 miljoen. In deze € 0,3 miljoen is verwerkt dat
de tarieven gedurende het begrotingsjaar niet kunnen worden aangepast en dat de afspraak geldt dat de nominale
stijging van subsidies is gekoppeld aan het looneffect van de ambtenaren.
Voor de algemene prijzen wordt gerekend met een jaarlijkse stijging van 1 %. Dit is iets lager dan de verwachte
inflatie. Met een grotere stijging wordt in bepaling van het benodigde weerstandsvermogen geen rekening
gehouden. Een eventuele afwijking komt terug in de bestuursrapportage gedurende het jaar en bij de opstelling van
de volgende begroting.
Het jaar daarop volgend zal de hogere stijging wel in de tarieven zijn verwerkt en resteert er een gat van € 0,24
miljoen. Voor de eerste twee jaar samen bedraagt het risico bij 0,5% verschil € 0,54 miljoen.
De onzekerheden rondom de pensioenen (zowel de premies als de eventuele kortingspercentages op de
toekomstige uitkeringen) blijft voortduren. Het is voor de gemeente niet reëel om een voorspelling te doen van de
uitkomst. In bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt de mogelijke afwijking van de stijging van lonen
en prijzen meegewogen voor € 0,6 miljoen.
90
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
RISICO'S OP EIGENDOMMEN
Dit betreft schade aan eigendommen door ontvreemding, brand, storm en dergelijke - waar de gemeente overigens
voor verzekerd is. De eigendommen worden periodiek opnieuw worden getaxeerd en eventuele aanpassing van
de premies wordt verwerkt in de begroting. In de verzekeringsafspraken is er een eigen risico voor de gemeente.
Dit eigen risico is niet apart begroot en wordt gerekend tot de reguliere begrotingsafwijkingen als een situatie zich
voordoet waarin een deel van de schade niet wordt uitgekeerd. In het weerstandsvermogen is voor schades aan
eigendommen geen aparte component opgenomen.
RISICO'S OP BEDRIJFSVOERING
Bedrijfsvoering
Hiermee wordt vooral bedoeld de wijze waarop de informatievoorziening, de administratieve organisatie en de
interne controle gestalte hebben gekregen. Concrete risico’s zijn overigens op dit punt niet te kwantificeren. Indirect
kunnen zich financiële tegenvallers of claims van derden voordoen, indien de ambtelijke en bestuurlijke contacten
naar buiten daar aanleiding toe geven.
Urentoerekening aan gesloten budgetten en investeringen
In de programmabegroting is voor een bepaald bedrag aan organisatie-uren toegerekend aan investeringen en
gesloten budgetten (grondexploitaties, afval en riolering). Indien deze werkzaamheden niet of deels tot uitvoering
komen, komen de bij de desbetreffende investeringen geraamde uren ten laste van de exploitatie. Hierop wordt
via tussentijdse informatie zo goed mogelijk gestuurd. Het risico in enig jaar wordt gerekend tot de reguliere
uitvoeringsrisico's.
3
Onderhoud kapitaalgoederen
KLEIN (DAGELIJKS) ONDERHOUD
Dit is het reguliere dagelijks (correctief) onderhoud dat noodzakelijk is om het object in goede staat te houden en
komt jaarlijks terug. Deze lasten worden in de begroting opgenomen en dus rechtstreeks ten laste van de exploitatie
gebracht.
PLANMATIG ONDERHOUD (NIET LEVENSDUURVERLENGEND)
Dit is onderhoud van veelal ingrijpende aard dat op een groot deel van het eigendom wordt uitgevoerd en na
een langere gebruiksperiode moet worden verricht. Deze lasten, waaronder het binnenschilderwerk, worden niet
aangemerkt als levensduurverlengend. Niet elk jaar is hiervoor een gelijk bedrag nodig. Voor het egaliseren van
de lasten in de gemeentebegroting wordt gebruikgemaakt van voorzieningen. Het bedrag dat in de begroting is
opgenomen moet toereikend zijn voor de gemiddelde uitgaven aan planmatig onderhoud over deze periode. In een
jaar dat er minder nodig is, wordt er aan de voorziening gedoteerd en in een jaar dat er meer dan het gemiddelde
nodig is, wordt er onttrokken. In principe heeft de voorziening nooit een negatief saldo. Hierdoor komt er een beter
en evenwichtiger begrotingsbeslag. Deze voorzieningen worden onderbouwd met een beheerplan per object,
dat periodiek wordt geactualiseerd. Het werken met voorzieningen is toegestaan in het Besluit Begroting en
Verantwoording en heeft als voordeel dat hiermee zowel de programma’s als het rekeningresultaat een rustiger
beeld tonen en eenvoudiger leesbaar worden. Voor de verschillende kapitaalgoederen wordt hieronder steeds
vermeld welk budget voor regulier onderhoud is opgenomen.
PLANMATIG GROOT ONDERHOUD (LEVENSDUURVERLENGEND)
Dit betreft de uitgaven voor planmatig groot onderhoud, zoals vervanging van (delen) van daken, dakbedekking,
elektrische installaties en vloeren. Uitgaven boven de € 25.000 worden geactiveerd mits het oorspronkelijke
onderdeel ook is afgeschreven. In deze paragraaf is de staat van onderhoud van de volgende kapitaalgoederen
opgenomen:
1. Wegen
2. Riolering
3. Openbare verlichting
91
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
4. Kunst- en waterwerken
5. Groen
6. Begraafplaatsen
7. Sportfaciliteiten
8. Gebouwen
9. Wagenpark
ALGEMEEN – ONDERHOUDSNIVEAU VAN KAPITAALGOEDEREN IN DE BUITENRUIMTE
Begin 2008 zijn de uitkomsten bekendgemaakt van het onderzoek naar de budgetten voor onderhoud. Samen
met de gemeenteraad is het gewenste onderhoudsniveau vastgesteld. In de studie zijn de budgetten voor
onderhoud aan het areaal wegen, kunstwerken en groen aangepast aan de groei van het areaal als gevolg van
de stadsuitbreiding en de nog op te leveren gebieden - in met name - Weidevenne. Daarnaast is er berekend wat
de verschillende kwaliteitsniveaus kosten. De uitkomsten hiervan zijn betrokken bij de keuzes in de kadernota
2009-2016. Het in 2008 door de gemeenteraad gekozen onderhoudsniveau zal, als gevolg van de bezuinigingen,
neerwaarts bijgesteld moeten worden. Uitgangspunt daarbij is dat het onderhoud in technische zin op een minimaal
aanvaardbaar niveau blijft, dit ter voorkoming van dure investeringen en onderhoudsmaatregelen in de toekomst. Bij
de invulling van de bezuinigingstaak is daarom primair gekeken naar het aspect 'schoon' in plaats van de aspecten
'heel' en 'veilig'. Het nu gekozen onderhoudsniveau zal in het voorjaar van 2014 worden gepresenteerd aan de
nieuwe gemeenteraad.
1. Wegen
Begin 2011 is het Beheerplan Wegen opgesteld. Dit plan is een nadere uitwerking van de door de gemeenteraad
vastgestelde kwaliteitsambities, en zal worden aangepast aan de nu doorgevoerde bezuinigingen. Voor wegen
geldt een kwaliteitsniveau C ('matig'), conform de CROW-normering. Op basis van tweejaarlijkse visuele inspecties
van het wegenareaal en het beheerpakket wegen wordt het planmatige groot onderhoud in beeld gebracht.
De werkplanning wordt daarna integraal afgestemd op de riolerings-, kabel- en leidingwerkzaamheden en
verkeerskundige of maatschappelijk gewenste aanpassingen. Naast het groot onderhoud wordt ook het klein
onderhoud planmatig (wijkgericht) opgepakt, waarbij rekening moet worden gehouden met een beparing op
het correctief onderhoud van € 400.000 per jaar. Dit gebeurt doorgaans op basis van meldingen van bewoners
of eigen waarnemingen. Voorafgaand aan het nieuwe jaar wordt het jaarlijkse onderhoudsplan opgesteld. Dit
onderhoudsplan wordt besproken met de wijkkerngroepen.
Ondanks het streven om het wegenareaal op C-niveau te houden, is het onontkoombaar dat bij een cyclische
onderhoudsplanning een deel van de wegen tijdelijk onder de norm zakt richting kwaliteitsniveau D ('slecht tot zeer
slecht'). Hierdoor ontstaat incidenteel achterstallig onderhoud. Het wegennet hoeft dus niet alleen uit wegen in
topconditie te bestaan, want het op het juiste moment onderhouden van de wegen is het volgens een glijdende
schaal toepassen van onderhoud op basis van de kwaliteit van de actuele situatie. Het is vanuit technisch en
financieel oogpunt noodzakelijk om het onderhoud - zoals in de wegbeheeranalyse is voorgesteld - op het juiste
moment (cyclisch) uit te voeren. Hiermee wordt kapitaalvernietiging voorkomen. Uit oogpunt van een verhoogd
risico voor verkeersonveiligheid wordt het 'achterstallig onderhoud' binnen een redelijke termijn weer opgelost
middels (groot) onderhoud of een reconstructie.
Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te
egaliseren wordt er gebruikgemaakt van een onderhoudsvoorziening. Onderhoudsmaatregelen waarbij de
levensduur van een weggedeelte kan worden verlengd, worden geactiveerd en afgeschreven conform de financiële
verordening. In 2015 staat € 4,4 miljoen aan onderhoudslasten begroot. De lasten groeien, mede gelet op de
areaaluitbreidingen, in 2018 naar € 4,7 miljoen.
92
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
2. Riolering
De huidige werkwijze is, dat op basis van visuele inspecties – meestal met een camera – de meest noodzakelijke
maatregelen worden bepaald. In de tweede helft van 2013 is het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017
(GRP+) vastgesteld, met daaraan gekoppeld een operationeel plan voor vervanging en aanpassing van het
rioolstelsel. Naast het GRP+, waarin de technische onderhoudsmaatregelen zijn opgenomen, is in 2005 een
overeenkomst met het Hoogheemraadschap Hollands NoorderKwartier (HHNK) afgesloten, waarin gezamenlijk
werkzaamheden op milieugebied (verbeteren kwaliteit oppervlaktewater) in de periode 2006 -2016 worden
uitgevoerd. Het afkoppelen van de riolering, ook op vrijwillige basis bij particulieren, maakt hier onderdeel van
uit. De werkzaamheden uit het GRP+ en die van het Stedelijk Waterplan (SWP) zijn gecombineerd, waardoor
besparingen konden worden gerealiseerd. Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om
deze schommelingen in de lasten te egaliseren wordt er gebruikgemaakt van een onderhoudsvoorziening. Grote
rioolvervangingsprojecten zijn vervangingsinvesteringen en worden conform het activabeleid geactiveerd. De
aanleg van nieuwe riolering in uitbreidingsgebieden loopt via de grondexploitatie. Toekomstige onderhoudskosten
komen daarentegen wel ten laste van het reguliere onderhoudsbudget. Uitgangspunt voor het onderhoud aan
de riolering en de begroting is dat er een kostendekkend tarief voor de heffing gemeentelijke watertaken (v/h
rioolrechten) is. In 2015 staat € 5,5 miljoen aan onderhoudslasten begroot. De lasten groeien, mede door de
groeiende investeringslast, in 2018 naar € 6,1 miljoen.
3. Openbare verlichting
De in 2005 vastgestelde beleidsnota, met daarin onder meer welke wegcategorieën op welke wijze worden verlicht,
wordt in 2014 geactualiseerd en ter vaststelling aan de raad aangeboden. De uitval van de openbare verlichting
is voor 80% het gevolg van defecte lampen. Herstel daarvan gebeurt binnen drie werkdagen na melding of direct
tijdens de periodieke dagcontrole. Het herstel van de overige storingen (kabels, armaturen, vandalisme en dergelijke)
duurt in het algemeen langer, deels als gevolg van de noodzakelijke inzet van de netbeheerder (ContiNuon). De
aanleg van nieuwe openbare verlichting in uitbreidingsgebieden loopt via de grondexploitatie. De vervanging van
lichtmasten gebeurt onregelmatig - vaak door schades of uitval - en betreft kleine hoeveelheden, die rechtstreeks uit
het onderhoudsbudget worden gedekt. Het aanpassen van het kabelnet varieert sterk en is afhankelijk van de mate
van de wegreconstructies. De jaarlijkse onderhoudslasten bedragen gemiddeld € 629.000.
4. Kunst- en waterwerken
Volgens de huidige werkwijze worden op basis van visuele inspecties en gedetailleerde technische inspecties
de meest noodzakelijke maatregelen bepaald. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het digitaal beheersysteem
DG‑Dialog. Zowel bruggen, duikers, beschoeiing en damwanden maken deel uit van het product kunst- en
waterwerken. Het planmatig onderhoud van kunst- en waterwerken kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om
deze schommelingen in de lasten te egaliseren wordt er gebruik gemaakt van een onderhoudsvoorziening. Grote
vervangingsinvesteringen worden geactiveerd en afgeschreven worden conform de financiële verordening. De
budgetten voor regulier onderhoud staan op het product kunst- en waterwerken. Voor 2015 staat voor € 3,1 miljoen
aan onderhoudslasten begroot. Het niveau daalt naar € 2,4 miljoen in 2018.
5. Groen
In 2009 zijn beheerplannen voor het groen en de bomen opgesteld. De verschillende onderdelen
(Groenstructuurplan, Bomenstructuurplan en Natuurstructuurplan) van de Groene Ambitie uit 2006, hebben als
belangrijke input gediend. Ook het niveau van het groenonderhoud maakte deel uit van de discussie met de
gemeenteraad over het gewenste onderhoudsniveau, daarbij voldoet de beeldkwaliteit aan het gekozen niveau.
De technische kwaliteit blijft daarbij echter achter. Kleinschalige groenreconstructies op wijkniveau worden in
samenspraak en in een aantal gevallen samen met de buurt ingevuld. De jaarlijkse onderhoudslasten bedragen
gemiddeld € 3,8 miljoen.
93
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
6. Begraafplaatsen
Purmerend heeft een tweetal begraafplaatsen. De oude begraafplaats in de binnenstad (niet meer in gebruik) en
de nieuwe algemene begraafplaats aan de Purmerweg. De nieuwe algemene begraafplaats Purmerend is in 2013
uitgebreid met een nieuw grafveld. Tevens zijn nieuwe urnenmuren geplaatst. De capaciteit van de begraafplaats
is daardoor minstens voldoende tot en met 2022. Voor mogelijke verdere uitbreidingen in de toekomst zijn nog
-aangrenzend aan de huidige begraafplaats - terreinen beschikbaar. Deze terreinen zijn enkele jaren geleden al
door de gemeente aangekocht. Op de begraafplaats staat bebouwing, bestaande uit een aulacomplex en een
machineberging. De aula is een aantal jaren geleden uitgebreid en voldoet in 90% van de plechtigheden aan
de vraag. Het op de begraafplaats aanwezige crematorium wordt door particulieren geëxploiteerd. De jaarlijkse
onderhoudslasten voor het gebouw en het terreinen bedragen gemiddeld € 740.000.
7. Sportfaciliteiten en speelvoorzieningen
De gebouwen en voorzieningen zijn eigendom van de gemeente, maar worden geëxploiteerd door stichting
Spurd. De gemeente blijft dan ook verantwoordelijk voor de gangbare eigenaarlasten, waaronder groot onderhoud
en opstalverzekeringen. Voor het Leeghwaterbad, de binnensportaccommodaties en de voor rekening van de
gemeente komende buitensportaccommodaties (inclusief toplagen) zijn onderhoudsplannen opgesteld. De
plannen worden regelmatig geactualiseerd. De gemeente Purmerend begroot de vervangingsinvesteringen
in meerjarenperspectief en stelt deze middelen ter beschikking aan de stichting. Stichting Spurd beheert de
sportterreinen en gebouwen en beschikt over de middelen voor het dagelijks en planmatig (groot) onderhoud,
waarvoor zij een subsidie ontvangt van de gemeente. De speelvoorzieningen heeft de gemeente zelf in beheer. Voor
het in stand houden en een veilig gebruik worden de onderhoudsplannen geactualiseerd. Voor 2015 staat voor € 3,3
miljoen aan onderhoudslasten begroot. Het niveau groeit naar € 4,5 miljoen in 2018.
8. Gebouwen
De vervanging- en onderhoudslasten voor de panden die de gemeente Purmerend in gebruik heeft, worden in
meerjarenperspectief geactualiseerd. Het betreft de diverse panden die door de gemeente zelf worden gebruikt,
zoals het stadhuis, kantoor de Koog, de brandweerkazerne en Theater de Purmaryn, gebouwen in gebruik bij
welzijnsinstellingen en overige verhuurde percelen. Het onderhoud aan schoolgebouwen wordt met ingang van
2015 overgedragen aan de schoolbesturen. Aan de gebouwen wordt zodanig onderhoud verricht dat deze in een
toestand blijven, die voor de dagelijkse functievervulling noodzakelijk is. Het onderhoud valt uiteen in:
• jaarlijks terugkerende gebruiks- en onderhoudslasten (energielasten en dagelijks onderhoud);
• planmatig onderhoud voor vervanging van technische en bouwkundige installaties (vervanging dak, cv- installatie)
dat met een zekere regelmaat terugkeert.
Het noodzakelijke onderhoud wordt gepland en jaarlijks wordt de begroting in meerjarenperspectief geactualiseerd
conform de systematiek van de beheersapplicatie Kraan. Zo mogelijk wordt het groot planmatig onderhoud
opgenomen in de lijst met vervangingsinvesteringen en geactiveerd conform de financiële verordening. Het
overige planmatig en dagelijks onderhoud wordt in de exploitatie geactualiseerd. Het planmatig onderhoud kent
fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te egaliseren wordt er gebruikgemaakt van
onderhoudsvoorzieningen. De totale onderhoudslasten bedragen gemiddeld € 1,8 miljoen per jaar.
9. Wagenpark
De onderhoudslasten van het wagenpark worden jaarlijks geactualiseerd. De vervanging vindt plaats in
meerjarenperspectief, waarbij wordt afgeschreven conform de financiële verordening. Het moment van vervangen
gebeurt waar mogelijk onder behoud van de langere technische levensduur. Van jaar tot jaar wordt de vervanging
geactualiseerd en zo nodig wordt vervanging uitgesteld als zich dat financieel verhoudt tot de stijging van de
onderhoudslasten. Voor het voertuigenpark wordt jaarlijks gemiddeld een bedrag van € 700.000 besteed om
94
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
voertuigen te vervangen. Het gehele wagenpark heeft een gemiddelde exploitatielast van € 1,3 miljoen per jaar voor
kapitaal- en onderhoudlasten. De lasten zijn doorgerekend aan diverse producten waar voertuigen worden ingezet.
4
Grondbeleid
ALGEMEEN
Op 24 mei 2012 heeft de raad de nota grondbeleid vastgesteld. Deze nota speelt in op de ontwikkelingen, zoals
onder andere de wijzigingen in de wet- en regelgeving en de financiële en economische crisis. De nota geeft in
belangrijke mate de wijze waarop de gemeente Purmerend invulling geeft aan de uitvoeringsstrategie voor het
gemeentelijk grondbeleid. Onderdeel daarvan is de wijziging van de gewenste strategie op het grondbeleid. De
uitvoeringsstrategie, waarvoor deze nota het kader biedt, is afhankelijk van inhoudelijke ontwikkel- en beleidsvisies
van de gemeente en hoe de gemeente deze ambities optimaal waarborgt. Daarbij zijn marktomstandigheden en
het risicoprofiel van ontwikkelingen belangrijke aspecten. Essentieel hierbij is dat per geval een strategische keuze
(ontwikkelingsstrategie) moet worden gemaakt met betrekking tot de samenwerkingsvorm.
DOELSTELLING
De gemeente Purmerend zal per geval en locatie een keuze maken voor het voeren van een actief of faciliterend
grondbeleid en op welke wijze zij grondexploitatie wil (laten) voeren en welke samenwerkingsvorm het meest
geschikt is.Om deze doelstelling te realiseren is het volgende beleid geformuleerd:
• Op basis van het beperken van risico’s en gemeentelijke investeringen, faciliteren waar kan
en actief waar nodig;
• Het voeren van actief grondbeleid waar noodzakelijk in verband met beoogde winstbestemming en daar waar
mogelijk ter versterking van onderhandelingspositie;
• Het voeren van faciliterend grondbeleid, als het risicoprofiel of de grondpositie daartoe aanleiding geeft;
• Vooraf bepaalt het college in een vertrouwelijke notitie per afzonderlijk project welke grondbeleidstrategie
wordt toegepast. Een risico-inschatting en een eventueel verwervingsplan maken hiervan onderdeel uit. De
gemeenteraad wordt hierover vertrouwelijk geïnformeerd;
• Bij het sluiten van een overeenkomst met een initiatiefnemer vormt het exploitatieplan het uitgangspunt voor het
kostenverhaal, waarbij gelijktijdig afspraken worden gemaakt over de levering van gronden die tot het openbaar
gebied gaan behoren;
• Bij de jaarrekening legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad over het gevoerde grondbeleid.
ACTIEF EN FACILITEREND GRONDBELEID
In de afgelopen decennia heeft de gemeente voornamelijk actieve grondpolitiek bedreven als instrument om het
ruimtelijk ordeningsbeleid vorm te geven. Dit betekende aankoop van gronden, in eigen regie een plan ontwikkelen
en de grond weer uitgeven. Het voordeel hiervan was maximale invloed op het te realiseren (woningbouw)
programma en het tempo van uitvoering. Bijkomend voordeel was een inkomstenstroom in het grondbedrijf als
gevolg van de succesvolle exploitatie van deze plannen. In toenemende mate dienen zich echter
projecten aan die niet door middel van actieve grondpolitiek uitgevoerd kunnen worden. Dit, omdat de grond
simpelweg niet te koop is, of omdat het risico van een ontwikkeling te groot is, of omdat de financiële haalbaarheid
aan grote financiële risico's verbonden is. Daarom zal de rol van de gemeente bij het grondbeleid zich in de
toekomst steeds meer gaan richten op een faciliterende rol. Hierbij zal de rol van de gemeente zich beperken tot een
regierol, waarbij getracht wordt de gemeentelijke doelstellingen te realiseren, zonder dat de gronden in eigendom
zijn van de gemeente.
RESULTAATBESTEMMING
Bij het verwerken van gerealiseerde, of nog te realiseren winsten en verliezen ten aanzien van grondcomplexen,
wordt binnen het grondbeleid in Purmerend de volgende methodiek gehanteerd:
1. Verliesneming
95
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
Zodra onomstotelijk duidelijk wordt dat een complex verliesgevend zal worden afgesloten, zal dit verlies moeten
worden genomen (als correctie van de boekwaarde) en wordt aan de raad voorgesteld als dekking een onttrekking
aan de algemene reserve te laten plaatsvinden.
2. Winstneming
Van projecten die zich in de planuitvoeringsfase bevinden, worden eventuele winsten toegevoegd aan de
algemene reserve. In principe is dat het geval bij afsluiting van de grondexploitatie, tenzij tussentijdse winstneming
verantwoord is. Als stelregel voor tussentijdse winstneming dient in de rekenwijze rekening te worden gehouden
met mogelijke financiële risico’s die in de toekomst van invloed kunnen zijn op het positieve eindresultaat van de
desbetreffende grondexploitatie. De risico’s hebben zowel betrekking op de kosten- als
opbrengstenkant. Bij tussentijdse winstneming worden deze risico’s als volgt ingeschat:
1. 25 % over de nog te ontvangen opbrengst;
2. 10 % over de nog te maken kosten.
Er vindt nog overleg plaats over de vraag of de winstnemingen niet te voorzichtig worden bepaald.
3. Projectmatig werken
Of nu gewerkt wordt met actief of faciliterend grondbeleid, in beide gevallen wordt in de gemeente Purmerend
projectmatig gewerkt in de volgende zes fasen van gebiedsontwikkeling, zoals hieronder aangegeven. Deze fasen
zijn opgenomen in het ‘Handboek Projectmatig Werken’ en zullen ook in het jaarlijks bij de jaarrekening vast te
stellen ‘Meerjaren Programma Grondexploitaties’ (MPG) worden opgenomen.
GRONDPRIJSBEPALING
Bij de vaststelling van de grondprijs wordt, afhankelijk van de functie waarvoor een stuk grond door de afnemer
zal worden gebruikt, een grondprijsmethodiek gehanteerd. De waarde van de grond is immers in grote mate
afhankelijk van de uiteindelijke bestemming. Uitgangspunt bij het bepalen van de uitgifteprijzen is in principe een
marktconforme en transparante benadering. Dit zijn belangrijk principes om in te voeren grondbeleid op actieve
wijze invulling te geven aan de grondexploitatieparagraaf van de Wro en vermijding van ongeoorloofde
staatssteun. Voor zover een voorgenomen transactie niet past binnen de algemene kaders van vastgesteld
grondprijsbeleid of als prijsvorming niet tot stand komt op basis van een openbare bieding, wordt de
marktconformiteit onderbouwd door middel van een onafhankelijke taxatie. In onderstaand overzicht is aangegeven
welke functies worden onderscheiden en welke grondprijsmethodiek(en) vooralsnog bij welke functie kunnen
worden gehanteerd. In vergelijking tot de voorheen gehanteerde grondprijzennota is het aantal functies verminderd.
In het onderstaande overzicht is voor de functies 1A, woningbouw sociaal, 5A, maatschappelijke
voorzieningen - niet commercieel en 6 overige opgenomen dat dit een vaste grondprijs dient te zijn.
96
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
Functie
Grondprijsmethode
Aandachtspunt
1A Woningbouw sociaal
Vaste grondprijs
Gedifferentieerd naar één- en
meergezinswoningen
1B Woningbouw vrije sector
Residuele en/of comperatieve
grondprijs
Gebruik van gedifferentieerde
grondqoutes of de biedprocedure
behoort tot de mogelijkheid
1C Woningbouw vrije kavels
Residuele en/of comperatieve
grondprijs
Gebruik van gedifferentieerde
grondqoutes of de biedprocedure
behoort tot de mogelijkheid
2 Kantoren
Residuele en/of comperatieve
grondprijs
Gebruik van gedifferentieerde
grondqoutes of de biedprocedure
behoort tot de mogelijkheid
3 Bedrijven
Residuele en/of comperatieve
grondprijs
Gebruik van gedifferentieerde
grondqoutes of de biedprocedure
behoort tot de mogelijkheid
4 Detailhandel en horeca
Residuele en/of comperatieve
grondprijs
Gebruik van gedifferentieerde
grondqoutes of de biedprocedure
behoort tot de mogelijkheid
5A Maatschappelijke voorzieningen commercieel
Residuele en/of comperatieve
grondprijs
5B Maatschappelijke voorzieningen niet commercieel
Vaste grondprijs met als minimum de
kostprijs
6 Overige (o.a. snippergroen, parkeren) Vaste grondprijs
Minimaal kostprijs
Indien noodzakelijk, kan gemotiveerd van de aangegeven grondprijsmethodieken worden afgeweken.
In de bovenstaande tabel genoemde grondprijsmethodieken vormen de uitgangspunten voor de berekening
van de verwachte opbrengsten voor de grondexploitatie. Op het moment dat een grondtransactie binnen het
grondexploitatiegebied plaatsvindt, zal eveneens de prijs worden aangehouden die op basis van één van de
hierboven vermelde methodieken is bepaald. Per datum van transport wordt de daadwerkelijke prijs bepaald. Deze
wordt vervolgens verwerkt bij de actualisatie van de grondexploitatie. De grondprijzen worden net als
nu het geval is jaarlijks gewijzigd bij de actualisatie van de grondexploitaties.
ACTUELE PROGNOSE LOPENDE GRONDEXPLOITATIES
Kerngegevens
projecten
in ontwikkeling
Boekwaarde
01-01-2014
V/N
einddatum
indicatie mogelijk
projectresultaat
Kop van West
€ 6.887.434
N
2023
€ 24.790 V
Brantjesstraat
0
N
2015
€365.000 V
€ 6.887.434
N
Actief grondbeleid
97
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
€ 389.790
Verwacht Planeconomisch saldo
Kerngegevens projecten in uitvoering
Boekwaarde
01-01-2014 V/N
eind
datum
eindwaarde V/N
€V
6.552.250
2018
€N
41.187.934
2029
contant (2,5%)
V/N
€ 4.170.000 V
€ 3.731.000
V
24.083.792 V
€ 20.160.500
V
Actief grondbeleid
Weidevenne
Baanstee-Noord
Faciliterend grondbeleid:
Hoornse Buurt
0
2015
0
€
47.740.184 N
€ 23.891.500
V
METHODIEK ACTUALISATIE
Grondexploitatieopzetten worden één maal per jaar geactualiseerd en samen met de NIEGG's aangebonden in het
MPG (Meerjarenprognose gronden) tegelijk met de programmarekening.
PROJECTEN IN DE PLANONTWIKKELINGSFASE
Kop van West
Het project Kop van West is 13 ha groot. In het noordelijk plangebied is nu nog ruim 1. ha van de grond in bezit
van derden. De gemeente gaat hier uit van ontwikkeling van het gehele gebied waarbij de gemeente haar reeds
verworven eigendommen zoveel mogelijk actief gaat ontwikkelen. De particuliere eigenaren van de grond in
de noordoostpunt van het gebied hebben het recht om zelf te ontwikkelen, ook wel zelfrealisatie. Een definitief
stedenbouwkundig plan als onderlegger voor het bestemmingsplan wordt dit jaar ter kennisgeving aan de raad
aangeboden. Vervolgens zal dit jaar een bestemmingsplan ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. De
e
uitvoering van deze sanerings en ophoog werkzaamheden zullen in het 2 helft van 2014 worden opgestart. Het
resultaat van de KVW komt uit op netto contante waarde van ca € 24.900 voordelig. Met de verdere uitwerking
van de plannen en het maken van nadere ontwerpkeuzes zal binnenkort een scherper beeld ontstaan van het
verwachte resultaat. Het resultaat is een definitief stedenbouwkundig plan en een financiële vertaling in de vorm
van een nieuwe grondexploitatie die bij de eerstvolgende actualisatie aan de raad zal worden voorgelegd. Het
vastgestelde werkkrediet van in totaal € 3,5 miljoen zal in 2014 naar het laat aanzien volledig worden benut. In 2015
is voor bouwrijpmaken en plankosten € 2 miljoen nodig, dit is verwerkt in de geactualiseerde jaarschijven van de
grondexploitatie en maakt onderdeel uit van de begrotingswijziging.
Brantjesstraat
De ontwikkelstrategie voor de Brantjesstraat laat zien dat de uitgifte van 2 vrije kavels het best aansluit op de
huidige markt en de bestaande woonomgeving. Een en ander is ook met de direct omwonenden gecommuniceerd.
Met dit programma wordt ingespeeld op de acute vraag naar zelfbouw op basis van particulier opdrachtgeverschap
(PO). Het bouwen van meer woningen zou verkeerstechnisch leiden tot een zwaardere parkeerdruk en een
grotere belasting voor de bestaande infrastructuur betekenen. Ook zou daarmee de weerstand vanuit de buurt
toenemen. De gemeente maakt deze kavels zelf bouwrijp en draagt zorg voor de ontsluiting en aanleg van het
plangebied.
Het verwacht resultaat op netto contante waarde bedraagt voor deze uitgifte ca € 365.000.
PROJECTEN IN UITVOERINGSFASE
Weidevenne
In 2013 heeft de woningbouwmarkt zich nog niet hersteld. Wel zijn ontwikkelaars gevonden voor twee nieuwe
projecten. Ten eerste een ontwikkeling van 41 koop- en huurappartementen langs het Noord-Hollands Kanaal en ten
tweede een project van 23 goedkope startersappartementen langs de Nijlstraat. Bovendien is de verkoop van de
tweede fase (19 vrije sectorwoningen) van het Convento in de verkoop gegaan.
98
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
De exploitatiebegroting Weidevenne herziening 2014 gaat er van uit dat het complex in 2018 wordt afgesloten. De
laatste woningen moeten dan in 2017 in aanbouw zijn genomen. In de einddatum is rekening gehouden met de
aankoop van alle benodigde gronden. De aankoop is inmiddels in 2014 gerealiseerd.
De exploitatiebegroting Weidevenne herziening 2014 sluit met een voordelig saldo van € 4.170.000 in 2018, de netto
contante waarde hiervan per 1-1-2014 bedraagt € 3.731.000.
Bedrijvenpark Baanstee-Noord
In december 2010 is een start gemaakt met het bouwrijp maken van het bedrijvenpark.
Het bouwrijp maken van de eerste fase is afgerond. De landschappelijke randbeplanting rond het bedrijvenpark, de
afronding van de hoofdstructuur riolering en wegen staan gepland voor 2014. Voor 2014 is de verwachting dat de
geplande 2,5 ha uitgifte gehaald gaat worden.
Het college heeft in februari 2014 zich positief uitgesproken om een zonnepanelenpark ter grootte van 8,5 ha
voor een periode van 17 jaar mogelijk te maken. De definitieve besluitvorming over dit project zal in de loop van
2014 plaatsvinden. Om die reden is in huidige financiële opzet geen rekening gehouden met de consequenties
van dit initiatief voor de grondexploitatie. Een eerste verkenning leert dat een noodzakelijke verlenging van de
grondexploitatie met 5 jaar voor dit initiatief geen nadelig effect heeft op de geprognotiseerde eindwaarde.
Op basis van de huidige inzichten sluit de grondexploitatie BANO 2014 met een positief eindsaldo van € 20.160.500.
Hoornse Buurt
In de Hoornse Buurt staan 11 woningen en het voormalige bedrijfsgebouw 'Trio'. De eigenaar, woningbouwcorporatie Wooncompagnie, heeft het initiatief genomen om dit gebied te herontwikkelen. In het ontwerp worden
de bestaande woningen en 'Trio' vervangen door 28 appartementen. Door een integrale aanpak van het gebied wil
Wooncompagnie de verouderde woningvoorraad vernieuwen en vervangen door woningen die voldoen aan de eisen
van nu.
Bovendien kan de openbare ruimte worden opgewaardeerd. Hierbij kan gedacht worden aan het verbeteren van het
binnengebied en het parkeren langs de waterkant om te vormen tot verblijfsgebied. Ook wordt met de realisatie van
dit project een bijdrage geleverd aan de revitalisatie van dit deel van de binnenstad.
De rol van de gemeente is zuiver faciliterend. Overigens heeft de gemeente bij dit project, afgezien van de openbare
ruimte, geen eigen grondpositie.
In 2014 is gestart met de sloop van de bestaande woningen, waarna in 2015 de woningen en woonomgeving
worden opgeleverd.
5
Financiering
DOELSTELLING
In deze paragraaf wordt helder gemaakt hoe de financieringsfunctie is ingericht en hoe daarmee wordt gewerkt.
In het coalitieakkoord is aangegeven dat in de lopende bestuursperiode een begin wordt gemaakt met het
terugdringen van de schuldenlast. Om dit voornemen te kunnen volgen is een nieuw overzicht opgenomen waarin
de ontwikkeling van de schuldenlast over een periode van 10 jaar kan worden gevolgd.
99
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
Prognose meerjareninvesteringen 2015-2024 (in miljoenen)
stand
stand
stand
stand
stand
stand
31-12-2014 31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2023
Meerjaren investeringen
materiele aktiva
218,8
234,1
237,8
232,9
231,0
231,0
financiele aktiva
70,3
66,2
60,3
59,5
58,7
46,6
GREX
56,0
62,0
63,0
56,7
51,1
16,1
NIEGGS
0,9
0,9
0,9
0,9
0,9
0,5
Onderuitputting investeringen
-15,0
-12,0
-9,0
-7,0
-5,0
-2,0
totaal meerjaren investeringen
331,0
351,2
353,0
343,0
336,7
292,2
Bovenstaande investeringen worden als volgt gefinancierd :
Eigen vermogen: algemene reserve
10,8
14,7
15,8
18,9
20,0
20,0
Vreemd vermogen: langlopende geldleningen
320,2
336,5
337,2
324,1
316,7
272,2
totaal
331,0
351,2
353,0
343,0
336,7
292,2
Op basis van bovenstaande bedraagt de schuld (in euro's)
per inwoner (op basis van 80.000 inwoners):
4.003
4.206
4.215
4.053
3.960
3.404
De leningsportefeuille per 31-12-2014 bedraagt volgens onderstaande tabel € 289,6 miljoen. Dit is € 30,6 miljoen
lager dan de behoefte aan langlopend vreemd vermogen. Voor dit bedrag worden de investeringen tijdelijk
gefinancierd met de egalisatie- en bestemmingsreserve, de voorzieningen en doeluitkeringen en tot slot met
kasgeld. In de loop der jaren neemt de beschikbaarheid van deze middelen af. De ontwikkeling van de schuldenlast
kan daarom het best worden gemeten aan de regel vreemd vermogen zoals hierboven in de tabel opgenomen.
Uit de tabel blijkt dat behoefte aan vreemd vermogen de komende 10 jaar kan afnemen met bijna € 40 miljoen. De
belangrijkste onzekerheid in de afname is de verkoop van gronden.
Tabel leningportefeuille (opgenomen geldleningen in miljoenen):
stand
31-12-2014
A. Algemeen
B. Woningbouw
C. Stadsverwarming Purmerend
totaal
gemiddelde
rente%
aflossing
2015
270,7
2,82%
18,1
5,9
3,83%
3,4
13,0
2,82%
289,6
0
21,5
Toelichting:
ad A. De leningportefeuille Algemeen bestaat voornamelijk uit leningen met een jaarlijkse nominale aflossing
of met een aflossing ineens aan het einde van de looptijd (zogenaamde fixe leningen). De leningportefeuille
Algemeen bedraagt per 31 december 2014 € 270,7 miljoen. Deze leningen zijn aangetrokken met een gemiddeld
rentepercentage 2,82 %. De aflossingsverplichting in 2015 bedraagt € 18,1 miljoen.
ad B. De leningportefeuille woningbouw bedraagt per 31 december 2014 € 5,9 miljoen.Deze geldleningen zijn
aangetrokken ter financiering van woningbouwprojecten en zijn doorverstrekt aan de woningbouwcorporaties.
Gemiddeld rentepercentage bedraagt 3,83%. De aflossingsverplichting in 2015 bedraagt € 3,4 miljoen.
ad C. In mei 2011 is er een 5 jarige fixe lening ad € 5,0 miljoen aangetrokken ter financiering van de
kapitaalsbehoefte van de Stadsverwarming Purmerend. De geldlening is doorverstrekt aan de Stadsverwarming
Purmerend. De lening is aangetrokken met een percentage van 3,09%. Aflossing vindt plaats in 2016.
100
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
In oktober 2013 is er nog een 10 jarige fixe lening ad € 8,0 miljoen aangetrokken ter financiering van de
kapitaalsbehoefte van de Stadsverwarming Purmerend. Deze geldlening is eveneens doorverstrekt aan de
Stadsverwarming Purmerend. De lening is aangetrokken met een percentage van 2,65 %. Er is in 2015 geen
aflossingsverplichting.
De gemeenteraad heeft in 2011 ingestemd met het verstrekken van geldleningen aan Stadsverwarming voor in
totaal € 45 miljoen in de periode tot en met 2014. Bij deze leningen wordt een risicoopslag van 0,5% gehanteerd.
De twee aan Stadsverwarming verstrekte geldleningen hebben per 31 december 2015 een boekwaarde van € 13,0
miljoen. In het kader van de voorgenomen afbouw van de schuldenlast geeft het de voorkeur om in de toekomst
geen leningen meer aan te trekken en door te verstrekken aan Stadsverwarming. In plaats daarvan kan ook worden
volstaan met het garanderen van nieuwe geldleningen.
RENTERISICO
Het in één kwartaal door de gemeente opgenomen kasgeld wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de
uitstaande korte financiering (rentetypische looptijd korter dan 1 jaar) per aanvang van de drie kalendermaanden.
De kasgeldlimiet (KGL) waartegen dit gemiddelde wordt afgezet, bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Het
begrotingstotaal bedraagt in 2015 € 221,1 miljoen. De kasgeldlimiet bedraagt dan voor 2015 € 18,8 miljoen. Voor
leningen met een looptijd vanaf 1 jaar geldt de renterisiconorm. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico
bij herfinanciering te beheersen. Deze norm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen
van de langlopende leningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Dit om tevoorkomen
dat bij herfinanciering van de leningen bij (aanzienlijk) hogere rente, grote schokken optreden in de hoogte van de
rente die de gemeente moet betalen. In 2015 bedraagt de renterisiconorm ongeveer € 44,2 miljoen. In 2015 zal de
renterisiconorm niet worden overschreden.
BEOORDELING TE BETALEN RENTE EN RENTEONTWIKKELING
Als vaste rekenrente (omslagrente) voor activa wordt een percentage van 4% gehanteerd. Tegenover deze
rekenrente staat de rente die de gemeente betaalt over de opgenomen geldleningen en over de eigen middelen
(reserves en voorzieningen). Voor de begroting 2015 geldt dat de gemiddelde actuele betaalde rente 2,84 %
bedraagt en de rente over de eigen middelen 2,1%. Als trend geldt dat in de afgelopen periode een lichtdalende
tendens van de langlopende rentetarieven zichtbaar is. Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een rente voor
nieuw aan te trekken geldleningen die oploopt naar 2,2%. Op grond hiervan is de verwachting dat de gemiddeld te
betalen rente de komende periode stabiel licht zal dalen. Dit is verwerkt in de meerjarenbegroting.
KREDIETRISICO
Het kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering, als gevolg van het niet (tijdig) na kunnen
komen van de verplichtingen door de tegenpartij vanwege insolventie of deficit. In de verordening 212 en 213A
2010 (vastgesteld door de raad d.d. 25 november 2010) is het Treasurystatuut geïntegreerd. Uitzettingen van gelden
uit hoofde van de Treasuryfunctie alleen mogen worden gedaan bij financiële instellingen die ten minste een AAArating hebben. Indien zich een overschot lijkt te gaan voordoen wordt namelijk de volgende volgorde in handelen
gehanteerd:
• Het aangetrokken kasgeld terugbrengen naar nul;
• Afzien van het aantrekken van nieuwe langlopende geldleningen voor een periode van 1 tot 2 jaar;
• Het uitzetten van overtollige liquide middelen voor een korte termijn.
Door de beperkte omvang van de plotselinge meevallers is de kans dat Purmerend beschikt over overtollige
middelen verwaarloosbaar.
KOERSRISICO
Dit is het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve
koersontwikkelingen. Door gebruik te maken van díe instrumenten voor de kortlopende uitzettingen die zijn
toegestaan (zoals daggeld en rekening courant), zal het te lopen koersrisico minimaal zijn. Langlopende uitzettingen
101
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
uit hoofde van de treasuryfunctie zullen naar verwachting niet plaatsvinden. Voor het verstrekken van geldleningen
en garantstellingen uit hoofde van de publieke functie, zullen zich naar verwachting geen bijzondere risico’s
voordoen
VALUTARISICO
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te
garanderen in de Nederlandse geldeenheid (de euro).
EMU-SALDO
Op grond van het bestuurlijk akkoord tussen de VNG en het kabinet van 27 september 2004 moeten gemeenten
sinds het jaar 2006 hun EMU-saldo in de begroting opnemen.
Het EMU-saldo van een overheidslichaam kan globaal omschreven worden als het saldo op kasbasis, op basis van
chartale geldstromen in een jaar. Het boekhoudstelsel van de EU is gebaseerd op het kasstelsel (evenals dat van
het Rijk), terwijl gemeenten het ‘stelsel van baten en lasten’ hanteren. Zo kan het voorkomen dat een gemeente een
sluitende exploitatie heeft (wettelijke verplichting), maar op kasbasis een tekort. Investeringen worden bijvoorbeeld
in de gemeentelijke exploitatie in een aantal jaren afgeschreven, maar in het kasstelsel worden deze bedragen
ineens ten laste van het resultaat gebracht. Ook de grondexploitatie kan een substantiële invloed hebben op het
EMU-saldo van de gemeente.
Het EMU-saldo van de gemeente werkt door in het EMU-saldo van de nationale overheid. Het EMU-tekort van de
staat mag, in het kader van het Stabiliteitspact, maximaal 3% van het Bruto Nationaal Product (BNP) bedragen.
Dit percentage is als gevolg van de kredietcrisis in heel Europa onder druk komen te staan: praktisch alle Europese
landen overschreden het ruimschoots.
De afgelopen jaren is steeds gebleken dat de begrote EMU-saldi veel hoger zijn dan de werkelijke saldi in de
programmarekening. Dit wordt veroorzaakt door een continue te optimistische inschatting van het jaar van uitgave
van ter beschikking gestelde kredieten. Tevens geldt dat voor een individuele gemeente de noodzaak tot het doen
van een investeringsuitgave zich verhoudt tot een theoretische berekening van wat de gemeenten gemiddeld als
EMU-saldi zouden mogen realiseren. Niet alle gemeenten plegen tegelijk omvangrijke investeringen. Hieronder
worden de EMU-saldi gepresenteerd, zoals nu zijn verwerkt voor 2013, 2014 en 2015 .Vooralsnog wordt ervan
uitgegaan dat hieruit geen knelpunten voortvloeien.
De EMU-saldi zijn (bedragen x € 1.000):
Jaar
Bedrag
2013 (werkelijk)
-2.961
2014 (begroting bijgesteld)
-20.818
2015 (begroting)
-17.034
AFLOSSINGSSCHEMA OPGENOMEN GELDLENINGEN
Hieronder worden de aflossingen van opgenomen geldleningen gepresenteerd voor de komende periode:
2015 € 21,5 miljoen
2016 € 36,7 miljoen
2017 € 41,7 miljoen
2018 € 43,9 miljoen
De aflossingen zullen volledig geherfinancierd worden.
102
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
NIEUW AAN TE TREKKEN GELDLENINGEN
Voor 2015 wordt rekening gehouden met het aantrekken van nieuwe langlopende geldleningen voor een bedrag van
€ 44 miljoen. Dit bedrag is samengesteld uit: investeringen 2015 minus afschrijvingen 2015 plus herfinanciering van
in het verleden afgesloten geldleningen.
RISICOANALYSE
Ten aanzien van de rentekosten en baten wordt er in de meerjarenbegroting geen bijzonder risico gelopen. De
aflopende renteopbrengsten door aflossingen van de aan woningcorporaties en stadsverwarming verstrekte
leningen zijn structureel ingepast.
6
Bedrijfsvoering
ALGEMEEN
Uitvoering van de gemeentelijke taken is mogelijk bij een adequate bedrijfsvoering. De Gemeentewet schrijft voor
dat de werkzaamheden rechtmatig, doelmatig en doeltreffend worden uitgevoerd. De borging en toetsing hiervan
liggen besloten in de wijze van bedrijfsvoering.Deze is in belangrijke mate de verantwoordelijkheid van de ambtelijke
organisatie, maar dient wel aan te sluiten bij de ambities van het bestuur.
Dat een gemeente als vanzelfsprekend uit kon gaan van regels om te coördineren is niet meer. Daarmee is niet
gezegd dat er taken afgaan, maar de uitvoering ervan wordt op een andere leest geschoeid. Doelen stellen, plannen
maken en die uitvoeren moeten worden getoetst aan de vraag of dit de burger/Purmerendse samenleving helpt. De
gemeente legt meer verantwoordelijkheid bij de burgers en het maatschappelijk middenveld. Dit betekent dat de
gemeente meer een faciliterende rol heeft om dat mogelijk te maken. Dit wordt ook wel aangeduid met de term 'van
buiten naar binnen'.
Dit betekent dat we ons continue moeten afvragen of de wijze van Bedrijfsvoering aansluit en bijdraagt aan het
realiseren van de ambities en doelstellingen. In hoeverre zijn bestaande systemen en ingesleten patronen nog
daadwerkelijk nodig of verplicht of kunnen we op een andere wijze de bedrijfsvoering organiseren, die beter aansluit
bij en bijdraagt aan de ambities en de doelstellingen.
HET BETER WERKEN
De gemeente Purmerend staat de komende jaren voor de uitdaging om veel werk te verzetten met aanzienlijk
minder mensen en middelen. Tegelijkertijd hevelt de rijksoverheid taken over naar gemeenten, die daarvoor
financieel beperkte middelen ontvangen. Ondertussen worden de verwachtingen van inwoners eerder hoger dan
lager. Deze uitdagingen vragen om een moderne organisatie die hierop kan inspelen. Door een combinatie van een
andere werkwijze, gedrag én innovatie willen we die uitdaging omzetten in een beter werkende gemeente. Deze
ontwikkelingen vragen bijsturing van de manier waarop we werken.
Na een periode van voorbereidingen zetten we in 2015 een aantal randvoorwaarden neer om deze beweging
verder op gang te helpen. Het stadhuis wordt verbouwd om een nieuwe kantooromgeving te realiseren. De
kantooromgeving brengt grote veranderingen met zich mee voor de medewerkers. We dagen ze uit en om
hun werkplek – veel meer dan nu - af te stemmen op de te behalen resultaten. Geen persoonsgebonden
kantooroplossing, maar een dynamische activiteitgerichte werkomgeving waar we burgers, organisaties en elkaar
ontmoeten, informatie uitwisselen en samenwerken. We gaan de beschikbare ruimte en werkplekken zo efficiënt
mogelijk met elkaar delen via werkplekdeling. Daarmee komt er meer vrijheid maar ook meer verantwoordelijkheid
bij de medewerker. Van de managers vraagt dat een andere manier van aansturing.
Deze beweging staat volledig ten dienste van het effectiever werken voor de stad. Meer ontmoeting, meer
perspectieven, meer verplaatsen in de wereld van buiten. Ter versterking van deze ontwikkeling maken we in 2015
103
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
graag definitieve afspraken met een aantal ketenpartners voor gezamenlijke huisvesting in het stadhuis en gaan we
door met het digitaliseren van onze informatie en werkprocessen.
INFORMATIEVOORZIENING
De verdere professionalisering van de informatievoorziening (IV) wordt de komende jaren doorgezet:
Directe digitale dienstverlening aan de burger neemt toe. Meer en betere web-formulieren beschikbaar en de
technische basis om ze voor in te vullen wordt gelegd.
Met de toenemende flexibilisering van de ICT werkplek en groei van aantal en intensiteit van de
samenwerkingsverbanden, neemt de behoefte aan informatieuitwisseling met buiten snel toe zoals bij de 3
decentralisaties. Om dit mogelijk te maken worden er technische maatregelen getroffen, zoals het maken van
standaard koppelvlakken tussen verschillende applicaties.
Ten behoeve van het tijd- en plaatsonafhankelijk werken is in 2014 de infrastructuur vernieuwd waardoor in 2015
gestart kan worden met het daadwerkelijk plaatsonafhankelijk gebruiken van de verschillende applicaties.
Begin 2015 wordt gestart met de uitrol van de generieke applicaties (bijv MS office), gevolgd door de specifieke
applicaties (bijv. GWS, Squit).
Door het steeds opener worden van de informatievoorziening neemt het belang van informatiebeveiliging en
privacybescherming toe. We implementeren de landelijke Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten.
Denk daarbij aan de manier waarop we met wachtwoorden omgaan en aan een sterkere bewustwording bij de
gebruikers.
Ontwikkelingen op IV gebied gaan zeer snel. Hoewel we als gemeente Purmerend niet voorop hoeven te
lopen willen we wel meekunnen met de verwachtingen en ook eisen die de omgeving heeft. Dit vergt jaarlijkse
investeringen in innovatie/aanpassingen.
DECENTRALISATIES
Per 1 januari worden de nieuwe Jeugdwet, WMO en Participatiewet ingevoerd. De voorbereidingen hebben
grotendeels plaatsgevonden in 2014 maar het werk loopt nog door in 2015. Bedrijfsvoering ondersteunt onder meer
bij het inrichten en optimaliseren van de informatievoorziening, financiële voortgangsbewaking, het inrichten van
monitoringssystemen en de inkoop en contractbewaking van zorg. Waar de focus tot 1 januari 2015 ligt op het
inrichten van de transitie, gaat de focus in 2015 steeds meer komen te liggen op de transformatie van de zorg.
STELSEL VAN BASISREGISTRATIES
De rijksoverheid verplicht gemeenten om een stelsel van basisregistraties op te bouwen. Voorbeelden van
basisregistraties zijn de BRP (BasisRegistratiePersonen) en de BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen).
Elke gemeente moet het ontwerp realiseren volgens centraal, landelijk, bepaalde definities en kwaliteitseisen.
Het stelsel van basisregistraties speelt een belangrijke rol in het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken.
Of het nu gaat om uitrukkende hulpdiensten, het efficiënt vaststellen van het recht op uitkering, het toetsen van
vergunningaanvragen of het bestrijden van fraude; alle betrokkenen hebben baat bij slim gebruik van veel gebruikte
overheidsgegevens zoals adressen, persoonsgegevens, bedrijfsnamen en geo-informatie. Deze gegevens worden
vastgelegd in basisregistraties. Door al bekende gegevens binnen de overheid met elkaar te delen, kan de overheid
efficiënter opereren en de dienstverlening verbeteren. Zo hoeft een burger of bedrijf bepaalde gegevens niet steeds
opnieuw aan te leveren, maar volstaat één melding.
De gemeente Purmerend investeert nu en in de komende jaren in extra middelen en capaciteit om het stelsel te
realiseren en om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen.
TAAKSTELLING/KRIMP AMBTELIJKE ORGANISATIE In 2014 is zijn afspraken gemaakt hoe we te werk gaan om de krimp van het benodigde aantal fte's te realiseren en
hoe we de voortgang monitoren. Met het Georganiseerd Overleg (vakbond) is een afspraak gemaakt hoe om te gaan
met boventalligheid als gevolg van de krimp. In 2015 zal volgens deze afspraken gehandeld worden.
Inmiddels zijn er uitgewerkte voorstellen voor circa 50% van de afgesproken krimp om advies voorgelegd aan de
OR. Er van uitgaande dat conform deze voorstellen wordt besloten is de helft van de krimp geformaliseerd.
104
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
In 2015 en verder vindt verdere concretisering van de resterende krimp plaats.
MOBILITEIT
Ook in 2015 richt de werkgever zich op mobiliteitsvraagstukken. Niet alleen daar waar boventalligheid aan de orde is
en er geïnvesteerd wordt in begeleiding van werk naar werk (VWNW), maar ook in het kader van actief werkgever-en
werknemerschap. Een en ander is gericht op inzet van medewerkers op hun talent en kwaliteit.
INTEGRITEIT
Het vertonen van onbesproken gedrag en het nemen van moreel juiste beslissingen van bestuurders en ambtenaren
is een cruciale voorwaarde voor het functioneren van een betrouwbare overheid.
De continue aandacht hiervoor zal verder worden versterkt. In 2015 zal een eerste aanzet gemaakt worden om te
voldoen aan:
• de wettelijke verplichting mbt integriteit (actuele visie op integriteit, het actualiseren van regelingen, het opstellen
van een onderzoeksprotocol, aandacht voor bewustwording, scholing en vorming mbt integriteit, risico-analyses)
• een werkend integriteitssysteem (intern borgen van integriteit in de organisatie. Trainen van managers en
medewerkers op het gebied van morele oordeelsvorming. Handhaving als er sprak is van schendingen. Het
inrichten van integriteitsorganen).
ZIEKTEVERZUIM
Het beleid rondom ziekteverzuim is gericht op duurzame inzetbaarheid, waarbij de focus ligt op preventie, reductie
en beheersing van het ziekteverzuim.
Purmerend werkt met een verzuimdoelstelling, die gebaseerd is op de Gemeentelijke Verzuimnorm van het A+Ofonds. De huidige doelstelling is 4,42%. Het verzuimpercentage in 2013 was 6,18 procent. Inmiddels daalt het
verzuim gestaag en bedraagt het actuele percentage 5,5 %. De laatste twee maanden ligt het verzuim zelfs op 4,4
%. Ook in 2015 zal veel inzet worden gepleegd op het voeren van effectieve verzuimgesprekken tussen medewerker
en leidinggevende. Gesprekken zijn gericht op wat iemand nog wel kan in plaats van wat iemand niet kan. De
leidinggevende voert de regie en schakelt waar nodig de arbodienst in
BETALINGSGEDRAG
Het betalingsgedrag blijft de laatste jaren stabiel (80% binnen 30 dagen). De gerealiseerde gemiddelde
betalingstermijn bedraagt 25 dagen. Om het gedrag verder te verbeteren wordt ingezet op bewustwording van tijdig
betalen dan wel het retourneren van foutief ingediende facturen zodat het percentage openstaande facturen niet
vertroebeld wordt door het feit dat facturen niet conform afspraak ingediend zijn.
REGIONALE SAMENWERKING
Beemster
In 2014 is de ambtelijke samenwerking tussen Beemster en Purmerend in volle omgang van start gegaan. De
meeste grote ICT systemen zijn gekoppeld of overgebracht in de Purmerendse systemen. Tot in 2015 verwachten
we bezig te zijn met de overige systemen, en loskoppelen van de ICT voorziening van Zeevang die aan Beemster
vast zat. Het jaar staat verder in het teken van monitoren van mens en taak en verder uitwerken van met name
Bedrijfsvoeringsaspecten dievoorwaardelijk zijn voor het doen slagen van de overeengekomen samenwerking.
Regionale flexbank
Gemeente Purmerend zal een koppeling realiseren tussen onze interne bestaande flexbank en de regionale nieuwe
flexbank om zo kansen op mobiliteit te vergroten.
Trainees
In 2015 gaat een tweede regionale traineepool van start. Naast de eerdere samenwerkingsgemeenten doen nu ook
andere organisaties zoals oa de VRK Zaanstreek-Waterland en Omgevingsdienst Noordzeekanaal mee.
105
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
Purmerend heeft structureel drie traineeplekken beschikbaar. Hiermee wordt ook in regionale samenwerking een
verbinding gelegd met Jong Talent.
WET MARKT EN OVERHEID
Met ingang van 1 juli 2014 geldt de wet Markt en Overheid voor alle economische activiteiten van overheden.
Overheden moeten voldoen aan de gedragsregels van de overheid als ondernemer, zoals het doorberekenen
van de integrale kosten of het niet bevoordelen van overheidsbedrijven.De doelstelling van de wet is om een zo
gelijk mogelijke concurrentieverhouding te creëren tussen overheden en particuliere ondernemingen. Hierbij wordt
rekening gehouden met de specifieke publieke taak van de overheid. Door toepassing van de gedragsregels moeten
overheden meer oog krijgen voor de mededingingsaspecten van overheidsmaatregelen..
VENNOOTSCHAPSBELASTINGPLICHT
De vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen gaat naar verwachting gewijzigd worden. Het
bestaande uitgangspunt van 'onbelast, tenzij' verandert in 'belast, tenzij'.
Overheidsondernemingen zijn veelal niet belastingplichtig op grond van de Wet op de vennootschapsbelasting
1969. De met deze overheidsondernemingen concurrerende private ondernemingen zijn dat in beginsel wel.
Het concept voorstel tot wijziging van de wet geeft vorm aan de wens van het kabinet om een gelijk speelveld
te bereiken en beoogt de in het parlement en bij burgers en bedrijven levende zorgen over mogelijke
concurrentieverstoring weg te nemen. De nieuwe regeling geldt voor boekjaren die op of na 1 januari 2016
aanvangen.De wijziging van de vennootschapsbelasting gaat gepaard met de nodige administratieve
uitvoeringsmaatregelen zoals de opstelling van een fiscale openingsbalans, de wijze waarop afbakening tussen
belaste en niet belaste activiteiten moet plaatsvinden en de fiscale winstbepaling. Voor de onderdelen die onder de
heffing van vennootschapsbelasting gaan vallen, zijn dit aspecten die de nodige aandacht zullen vergen.
VERANTWOORDING
De begroting dient voor de raad zodanige informatie te bevatten dat de raad zijn budgetverantwoordelijkheid
kan nemen en zijn controlerende rol kan spelen. Continue wordt gezocht naar het optimaliseren van de
informatievoorziening.
De bestuursrapportage wordt drie maal per jaar aangeboden. In deze rapportage wordt gerapporteerd over de
geconstateerde of verwachte afwijkingen op de programmabegroting. De eerste rapportage concentreert zich op de
effecten die doorwerken vanuit het voorgaande jaar. De tweede en derde bestuursrapportage informeren het bestuur
over de stand van zakenvan de uitvoering van de begroting.
Interne controles worden conform een plan uitgevoerd en leveren inzicht in de aanscherping van processen. Ook
zijn interne controles een belangrijke bouwsteen voor de accountantscontrole.
7
Verbonden partijen
DOELSTELLING
De gemeente Purmerend is verbonden met een aantal partijen. Deze paragraaf geeft inzicht in de partijen waarmee
Purmerend is verbonden. In onderstaand overzicht beschrijven wij de verbonden partij, de wijze waarop de
bestuurlijke zeggenschap is vormgegeven en de hoogte van de jaarlijkse bijdragen.
WAT IS EEN VERBONDEN PARTIJ
Een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft (artikel 1
Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten).
HOE KIJKEN WIJ AAN TEGEN INHOUDELIJKE AANSTURING VERBONDEN PARTIJEN?
De gemeente Purmerend heeft om diverse redenen een belang in verbonden partijen. Dit kan diverse oorzaken
hebben:
• vanuit het verleden ontstaan, gemeentelijk belang beperkt, maar financieel interessant vanwege
dividendinkomsten;
106
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
• strategisch belang; de gemeente heeft er belang bij of is wettelijk verplicht om via gemeenschappelijke regelingen
of besturen invloed te hebben in bepaalde meer inhoudelijke zaken. Door deze verbonden partijen wordt het
mogelijk bepaalde voorzieningen voor de (inwoners van) de gemeente beschikbaar te hebben en daarbij ook
bestuurlijke invloed uit te oefenen;
• verzelfstandigde gemeentelijke onderdelen; qua bestuur en organisatie zijn er voormalige gemeentelijke
onderdelen op afstand gezet. Door financiële relaties of bestuurlijke vertegenwoordiging heeft de gemeente nog
invloed op de koers van deze verzelfstandigde onderdelen.
Al deze samenwerkingsverbanden hebben als overeenkomst dat het bestuur van de gemeente Purmerend via deze
samenwerkingsverbanden een bijdrage kan leveren aan het behalen van de verschillende programmadoelstellingen.
Als dit wijzigt moet de gemeente bij de wijze van betrokkenheid in de betreffende partij heroverwegen.
BEGROTINGSCRITERIUM IN RELATIE TOT VERBONDEN PARTIJEN
Het begrotingscriterium houdt in dat binnen de spelregels van de raad geen overschrijdingen op programmaniveau
mogen plaatsvinden. Een belangrijk dilemma in het kader van de verbonden partijen is dat door de wijze waarop
de bestuurlijke zeggenschap is georganiseerd (op afstand), de uitkomsten van de begroting en jaarrekening van de
verbonden partijen en de gemeentelijke bijdrage niet altijd direct beinvloedbaar zijn.
Over voorstellen voor de ontwikkeling van de gemeentelijke bijdrage hanteert onze gemeente de volgende
beleidslijn:
• financieel effect gebaseerd op nieuw beleid van verbonden partij; kan alleen opgenomen worden in de begroting
en de budgetten, na instemming van de raad, passende binnen de (financiële) spelregels voor nieuw beleid van
de gemeente;
• financieel effect gebaseerd op bestaand beleid van verbonden partij; beschouwen als onvermijdelijke wijziging en
deze als zodanig behandelen in de begroting en begrotingsaanpassingen.
De belangrijkste verbonden van Purmerend zijn:
Naam instellling
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Zaanstreek/ Waterland
Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningschap Zaanstreek/
Waterland Beenstede
Geraamde
bijdrage
2015
€ 2.447.513
€ 731.322
Veiligheidsregio Zaanstreek/Waterland
Recreatieschappen Het Twiske en landschap Waterland
€ 148.709
Intergemeentelijke samenwerkingsorgaan Waterland (ISW)
€ 307.804
BV Stadsverwarming Purmerend
n.v.t.
Huisvuil Centrale Alkmaar (HVC)
n.v.t.
Onlangs zijn de voorschriften voor de paragraaf verbonden partijen gewijzigd. Aangegeven moet worden het
verwachte financieel resultaat 2015, het eigen vermogen en het vreemd vermogen. De informatie is nog niet
eenduidig beschikbaar voor de begroting 2015. Er is nader overleg nodig met de verschillende partijen zodat
eenduidige definities worden gehanteerd en de informatie tijdig voor alle gemeenten beschikbaar is.
In de rekening 2014 wordt de vereiste informatie opgenomen en vanaf dat moment in gebed in de P&C-cyclus.
Programma 2 Samenleving
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Zaanstreek/Waterland
Dit betreft een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten in Waterland, Zaanstad en Oostzaan. Gemeenten
zijn verplicht om alleen, of samen met anderen, een Gezondheidsdienst in stand te houden. Bestuurlijk is de
107
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. De begrote bijdrage voor 2015 van de gemeente Purmerend is
€ 2.447.513.
Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningschap Zaanstreek/Waterland Baanstede
Als gemeente stellen wij jaarlijks budget beschikbaar aan het werkvoorzieningsschap Zaanstreek/Waterland
(Baanstede) voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in
het dagelijks bestuur. Vanaf 1 januari 2015 treedt de participatiewet in werking. Er kunnen dan geen nieuwe mensen
meer instromen in de Wsw. De rechten en plichten van mensen, die onder de huidige Wet sociale werkvoorziening
werken, veranderen niet. Zij zijn geïndiceerd en blijven onder de Wsw vallen. Voor de mensen op de wachtlijst Wsw
en nieuwe instroom geldt dat zij per 1 januari 2015 een beroep kunnen doen op de Participatiewet als ze tot de
doelgroep behoren. De participatiewet maakt het mogelijk dat mensen met een arbeidsbeperking werk krijgen.
De begrote bijdrage van de gemeente Purmerend in het exploitatietekort (€ 3,7 miljoen) van Baanstede op basis
van de concept begroting van Baanstede van april 2014 bedraagt in 2015 € 731.322 (exclusief de middelen die
voorheen in een subsidierelatie werden ondergebracht, en die nu onderdeel uitmaken van het deelfonds sociaal
domein). De bijdrage aan de herstructureringskosten bedraagt € 374.556. De verwachte omvang van het eigen
vermogen van Baanstede aan het begin en einde van het boekjaar bedraagt nihil. Baanstede heeft bij de provincie
uitstel van aanlevering van de begroting gevraagd. De conceptbegroting is daarom nog niet door het bestuur
vastgesteld.
Programma 8 Veiligheid
Veiligheidsregio Zaanstreek/Waterland
Dit betreft de gemeenteschappelijk regeling van de alle gemeenten in de regio Zaanstreek/Waterland. De
veiligheidsregio zorgt de brandweertaken en taken op het gebied van rampen en crisisbestrijding. Ook de
geneeskundige hulpverlening bij rampen valt in het pakket.
In het bestuur heeft namens Purmerend de Burgemeester zitting, voor de afstemming tussen de veiligheidsregio en
de gemeentelijke taken bij de rampenbestrijding (o.a. crisisopvang, registratie van slachtoffers en schade) vindt ook
overleg plaats met de gemeentesecretarissen.
Bijdrage aan de VRZW bedraagt in 2015 € 5,8 miljoen.
Programma 9 Economie
Recreatieschappen Het Twiske en Landschap Waterland
Op dit moment participeert de gemeente Purmerend in recreatieschap Het Twiske en Landschap Waterland. De
bijdrage in 2015 aan de recreatieschappen is € 78.100 voor Het Twiske en € 70.609 voor Landschap Waterland.
Programma 10 Bestuur en Concern
Intergemeentelijke Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW)
De samenwerking op Waterlandse schaal richt zich vooral op beleidsafstemming op terreinen als ruimtelijke
ordening, landschap, verkeer en vervoer en economie. Daarvoor heeft het I.S.W. een klein ambtelijk apparaat
beschikbaar. De nadruk ligt op het overleg van de portfeuillehouders. In 2015 bedraagt de bijdrage aan het I.S.W. €
307.804. De gemeente Purmerend heeft besloten om de financiële bijdrage af te bouwen. In de begroting is voor het
jaar 2016 een verlaging begroot van € 53.000 en vanaf 2017 een verlaging van € 106.000.
Het Waterlands archief voert de wettelijke taak van de gemeenten uit om een streekarchief te voeren. De gemeente
Purmerend draagt ongeveer 50% van de lasten. In 2015 bedraagt de bijdrage aan het Waterlands archief € 475.666.
Algemene dekkingsmiddelen
BV Stadsverwarming Purmerend
108
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
De BV stadsverwarming is een 100% deelneming van de gemeente Purmerend. De BV koopt en verkoopt warmte
en heeft hiervoor een eigen distributienet. De deelneming van de gemeente in de BV bedraagt ruim € 38 miljoenen
staat ongeveer gelijk aan 50% van de omvang van de activa van de BV.
De gemeente is enig aandeelhouder en moet als zodanig instemmen met de benoeming van de Commissarissen.
De exploitatieresultaten van de BV staan niet toe dat er dividend aan de gemeente kan worden uitgekeerd.
HVC (Huisvuil Centrale Alkmaar)
De deelneming HVC is in 2011 geactiveerd op 102 aandelen met een waarde van € 45,45. De totale waarde van de
deelneming bedraagt € 4.636. Door HVC wordt er op dit moment nog geen dividend uitgekeerd. Daarnaast staat
Purmerend via het aandeelhouderschap garant voor circa € 22 miljoen langlopende leningen. Jaarlijks wordt 1% van
de garantstellingprovisie door de HVC uitgekeerd. Het beleid van HVC is om de omvang van de leningen te laten
afnemen.
109
Programmabegroting 2015-2018 | De Paragrafen
B
I
J
L
A
G
E
N
I. ONTWIKKELING EN TOELICHTING VERLOOP VRIJE RUIMTE 2015-2018 EN MIDTERM REVIEW
111
II. BIJLAGE II: OVERZICHT BATEN EN LASTEN PER PROGRAMMA EN BELEIDSVELD
120
III. INVESTERINGSOVERZICHT
123
IV. OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN
131
V. PORTEFEUILLEVERDELING
139
VI. GEMEENTELIJKE ORGANISATIE
141
VII. UITGANGSPUNTEN BEGROTING 2015-2018
145
110
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
111
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
Bijlage I Ontwikkeling en toelichting verloop vrije
ruimte 2015-2018 en Midterm review
IA. ONTWIKKELING EN TOELICHTING VERLOOP VRIJE RUIMTE
112
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
(+/+ = voordeel en -/- is nadeel, bedragen maal € 1.000)
2015
2016
2017
2018
Resultaat perspectief voorjaar 2014
4.461
690
1.760
27
-394
-200
-
-
A. Ruimtenemers
Onvermijdelijk
1 Ontwikkeling Baanstede
2 Taakstelling maatschappelijk beleidskader
3 Beëindiging taak onderhoud onderwijshuisvesting
4a Handhavingstaak onrechtmatige bewoning
4b Opbrengstboetes onrechtmatige bewoning
77
-
-
-255
-183
-10
-
-88
-89
-90
-91
53
53
53
53
-50
-50
-50
-50
6 Egalisatie onderhoud openbare ruimte
-165
-151
300
308
7 Frictie leegstand vastgoed
-184
-185
-
-
8 Niet realiseren aanvullende besparing veiligheidsregio
-110
-171
-173
-175
9 Lagere opbrengst reclame
-131
-104
-104
-104
-
-
-
-110
-137
-139
-140
-142
5 Parkeren op zondag gratis
10 Nieuwe Raad 2018 (presidium)
11 5de Wethouder
12 rechtspositieraadsleden
13 Vertragingseffect bezuiniging op ISW
14 Verschuiving frictie inclusief vertraging taakstelling
-20
-20
-20
-20
-106
-53
-
-
500
-300
-500
-
15a CAO structureel
-226
-327
-333
-340
15b CAO effect subsidies
-120
-176
-178
-180
16 Effect vertraagde kapitaallasten
435
1.041
182
-
17 Diverse kleinere afwijkingen
-33
-11
-9
16
-954
-1.065
-1.072
-835
-10
-10
-
-
-150
-
-
-
-50
-
-
-
-
-50
-49
-48
-
-88
-86
-84
-30
-30
-
-78
Subtotaal A:
B Keuzes
1 Intensivering alcoholmatigingsbeleid
2 Intensivering armoedebeleid
3 Jubileum 25 jaar Purmaryn
4 Toekomstbestendigheid Purmaryn
5 Aanleg kunstgrasvelden Purmersteijn en De Wherevogels
6 Stimulering duurzaamheidsinitiatieven
7 Schoon: niet stoppen met inhuur poepzuiger
-78
-78
-78
8 Impuls en ombouwen onderhoud Groen
-300
-300
-300
-
9 Continuering buurttoezicht
-165
-167
-170
-173
10 Extra evenementen
Subtotaal B:
-
-
-150
-
-783
-723
-833
-383
-
134
-
-
20
20
20
20
C. Ruimtemakers
1 Vrijval budget verkiezingen 2016
2 Wijziging leerlingenvervoer
3 Incidentele opbrengsten grond
-
-
1.250
1.250
4 Lagere rentelasten door hogere algemene reserve van 15 naar 20
miljoen
-
-8
26
118
5 Lagere rentestand financiering
200
420
620
635
6 Ontwikkeling gemeentefonds
981
1.828
1.454
481
7 Deelneming EZW
Subtotaal C:
Ontwikkeling sinds financieel perspectief
Resultaat begroting 2015 - 2018
Incidentele posten 2018
Structurele stand begroting
113
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
-
-163
-163
-163
1.201
2.231
3.207
2.341
-536
443
1.301
1.123
3.925
1.133
3.061
1.150
1.140
10
Toelichting:
a1. Ontwikkeling Baanstede
Op basis van de actuele begroting 2014 en de concept meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met een
grotere bijdrage van de gemeenten in het exploitatietekort. Voor de jaren 2017 en 2018 is de inzet dat het tekort niet
verder groeit en gehandhaafd wordt op circa € 700.000 per jaar. De ontwikkeling rond Baanstede is verder toegelicht
in programma 2.
a2. Taakstelling maatschappelijk beleidskader
In de begroting is een oplopende taakstelling voor het maatschappelijk beleidskader opgenomen. Voor 2015 is
rekening gehouden met een besparing van € 300.000. Deze is voor een deel ingevuld.
a3. Beëindiging taak onderhoud onderwijshuisvesting
Het gemeentefonds is per 2015 gekort voor de middelen onderhoud onderwijshuisvesting. Deze middelen zijn
overgedragen aan de schoolbesturen. In de begroting vallen de jaarlijkse budgetten voor incidentele uitgaven weg,
verminderen kapitaallasten voor geactiveerd levensduur verlengend onderhoud en wordt de ambtelijke formatie
beperkt. In 2014 is verwerkt dat de voorziening voor onderhoud vrijvalt. Het realiseren van de afbouw van de
uitgaven en de formatie loopt iets achter op de uitname uit het gemeentefonds.
a4. Handhaving onrechtmatige bewoning
In de woonvisie is aandacht besteed aan onrechtmatige bewoning en de handhavingstaak die hieraan verbonden is.
Onderdeel van de handhavingstaak is het opleggen van boetes in die gevallen waar sprake is van een overtreding.
Om de boetes op te leggen is een goede dossiervorming van groot belang. Met de huidige ambtelijke capaciteit
was dit nu niet goed mogelijk. Voor de uitvoering is een uitbreiding met 1 formatieplaats nodig. tegenover de hogere
lasten staan opbrengsten uit boetes. Het ontvangen van de boetes op zich mag overigens geen reden zijn om een
taak wel of niet uit te voeren.
De opname van deze inzet is ook al incidenteel voor 2014 voorgesteld. Hier betreft het de structurele verwerking in
de meerjarenbegroting.
a5. Parkeren op zondag gratis
Conform het raadsbesluit is verwerkt dat de opbrengsten uit het parkeren op zondag zijn komen te vervallen.
a6. Egalisatie onderhoud openbare ruimte
De langer gewenste voorziening voor het onderhoud van de openbare ruimte en de riolering is onderbouwd en
vastgesteld. In de meerjarenbegroting was opgenomen dat het budget van 2016 naar 2017 structureel groeit. Uit de
onderbouwing blijkt dat de groei minder sterk is als vanaf 2014 de voorziening wordt ingesteld. De eerste jaren moet
overigens wel meer worden gestort in de voorziening dan nu opgenomen in de begroting. Met de voorziening is het
onderhoud voor de komende 15 jaar afgedekt.
a7. Frictieleegstand vastgoed
In de vastgoedportefeuille van de gemeente is sprake van nieuwe en mogelijke blijvende leegstand. Dit betreft o.a.
de gebouwen die worden verhuurt aan kinderopvang instellingen. In de begroting wordt rekening gehouden met het
niet kunnen vinden van nieuwe huurders gedurende de eerste paar jaar. Structureel is opgenomen dat een nieuwe
invulling met huurders van de panden kan worden bereikt of dat de panden in 2016 worden afgestoten.
a8. Niet realiseren aanvullende besparing veiligheidsregio
De Purmerendse begroting is sinds augustus 2013 niet aangepast. In de begroting 2014 werd nog rekening
gehouden met een aanvullend voordeel op eerdere meerjarenraming. Dit voordeel wordt niet gerealiseerd.
De begroting van de veiligheidsregio houdt rekening met een besparing van € 2,6 miljoen structureel. Deze
114
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
besparing komt niet evenredig bij alle gemeenten terecht omdat vanaf 2015 wordt toegegroeid naar een objectief
verdeelmodel van de lasten dat aansluit bij de maatstaven in het gemeentefonds. In dit nieuwe model stijgt het
aandeel van Purmerend in de begroting van 24% naar 25,5%. a9. Lagere opbrengsten reclame
In de begroting was rekening gehouden met stijgende opbrengsten uit buitenreclame. Deze stijging is te
optimistisch ingeschat. Voor Purmerend wordt een jaarlijkse opbrengst van € 200.000 mogelijk geacht. Het verschil
met de begrotingsraming is als onvermijdelijke ontwikkeling hier gepresenteerd en verwerkt in programma 9.
a10. Nieuwe Raad 2018
Na gemeenteraadsverkiezingen treden er wijzigingen op de in de samenstelling van de raad. Gebruikelijk is dat
hiermee een bedrag van € 110.000 aan incidentele kosten gepaard gaat. De uitgaven zijn verder toegelicht in
programma 10 onder het kopje incidentele baten en lasten.
a11. 5de Wethouder
Na de verkiezingen is gekozen voor de uitbreiding van het college met een vijfde wethouder. De structurele lasten
hiervan zijn hier gepresenteerd en verwerkt in programma 10.
a12. rechtspositieraadsleden
In de rechtspositie van politieke ambtsdragers waren verschillen mogelijk per gemeente. Deze verschillen worden
met ingang van 2015 door de wetgever gelijk getrokken. Als gevolg hiervan stijgen de lasten voor de begroting met
structureel € 20.000. De wijziging bestaat uit:
a. De tegemoetkoming ziektekostenverzekering die in Purmerend juist m.i.v. 2014 was afgeschaft en was ingezet
als een bezuinigingsmaatregel moet m.i.v. 1-7-2014 verplicht worden uitbetaald. Toegevoegd (en nieuw) daarbij
is dat de tegemoetkoming ook moet worden uitbetaald aan commissieleden. Deze tegemoetkoming bedraagt op
dit moment p.p. € 203,21. Op jaarbasis is dat een bedrag van € 12.599,02 (€ 7112,35 voor de 35 raadsleden en
rekening houdend met het maximaal aantal van 27 (drie per fractie bij 9 fracties) te benoemen commissieleden €
5.486,67 voor commissieleden);
b. de raadsleden die zitting hebben in een Rekenkamercommissie krijgen een toelage van 5% v.d. vergoeding
voor de (raads-)werkzaamheden op jaarbasis. En er komt een recht op vergoeding van een aantal andere zaken,
waaronder niet partijpolitieke scholing. (uitgegaan wordt van een stijging met € 6.000 op jaarbasis)
c. de onkostenvergoeding voor raadsleden is (voor alle gemeenten) vastgesteld op een bedrag van € 165 (was voor
Purmerend € 161,79). Verschil op jaarbasis € 1348,20.
Het geheel aan wijzigingen wordt verwerkt in een nieuwe verordening rechtspositie die in september wordt
voorgelegd aan het presidium.
a13. Vertragingseffect taakstelling ISW
De besparing op de totale kosten van de gemeenschappelijke regeling ISW wordt later gerealiseerd. Dit wordt
veroorzaakt door een zorgvuldige afbouw van de organisatie en de bestaffing van de organsiatie.
a14. Verschuiving frictie taakstelling gemeentelijke organisatie
De frictiekosten van de krimp van de ambtelijke organisatie treden naar verwachting later op. Een deel van het
budget is in 2014 vrijgevallen, maar wordt alsnog nodig geacht in 2016 en 2017. Het geheel van de taakstelling kan
worden gerealiseerd en beïnvloed verder de begroting niet.
a15. CAO gemeenteambtenaren
In de zomer van 2014 is een akkoord bereikt tussen de werkgevers en werknemers over de nieuwe CAO voor
gemeenteambtenaren. Structureel is het effect dat in plaats van 1,5% stijging van de loonkosten over 2014 en
115
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
2015 er nu 2,6% loonstijging zal worden gerealiseerd. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over sociaal rendement,
behoud van werkgelegenheid en het bevorderen van de instroom van jongeren.
Met deze nieuwe CAO wordt de voorgenomen nullijn in de CAO voor 2014 doorbroken. Het effect wordt gezien als
een onvermijdelijke uitgaven. Conform onze spelregels en de afspraken met de gesubsidieerde instellingen werkt de
hogere stijging door naar de subsidies.
a16. Effect vertraging kapitaallasten
Door verschuivingen in het tempo waarmee de goedgekeurde investeringen worden uitgevoerd treden rente en
afschrijvingen later op. Dit levert een incidenteel voordeel op de begroting.
a17 Diverse kleinere afwijkingen
Bij de opstelling van de begroting komen altijd diverse kleinere afwijkingen voor. Het totaal van deze afwijkingen is
hier als een regel gepresenteerd. De afwijkingen zijn ieder afzonderlijk kleiner dan € 50.000.
b1. Intensivering alcoholmatigingsbeleid
In lijn met de bespreking in de raad, de commissie AZ, wordt voorgesteld om ook voor het seizoen 2015/2016 extra
inzet op controle en handhaving bij onder andere verenigingen mogelijk te maken.Hiervoor is € 20.000 nodig in
aanvulling op de besluit in 2014. De inzet vindt plast gedurende 2015 en 2016.
b2. Intensivering Armoedebeleid
De rijksregelgeving voor het armoede en minimabeleid is in beweging. Het voornemen is om maatwerk in de
toekenning voorop te plaatsen. Voor 2015 wordt voorgesteld om de huidige inzet te handhaven en in de loop van
2015 te bezien of de huidige structurele middelen toereikend zijn voor de uitvoering in de komende jaren.
b3. Jublieum 25 jaar Purmaryn
Voorgesteld wordt een incidenteel bedrag van € 50.000 beschikbaar te stellen. Het voorstel is nader toegelicht in
programma 2.
b4. Toekomstbestendigheid Purmaryn
De investering in de Purmaryn is toegelicht in programma 2. Financieel is rekening gehouden met de inzet van een
deel van de voorziening voor onderhoud omdat een aantal elementen daarin worden geraamd. Daarnaast is het
krediet voor vervanging horeca/foyer ingezet voor het deel dat nog niet was benut.
b5. Aanleg Kunstgrasvelden Purmersteijn en De Wherevogels
De aanleg van deze twee kunstgrasvelden is toegelicht in programma 2. In de tabel is rekening gehouden met de
eerder geraamde vervangingsinvestering van de toplaag van een gewoon grasveld. Het betreft hier derhalve de
meerkosten na aftrek van de eigen bijdrage van 10% door de verenigingen in de toplaag van het kunstgrasveld.
b6. Stimulering duurzaamheidsinitiatieven
Voor de vele initiatieven op het terrein van duurzaamheid wordt een gemeente bijdrage nodig geacht. Het betreft
een werkbudget dat niet vooraf is verplicht en bedoelt is om lopende het jaar in te kunnen spelen op actuele
ontwikkelingen en initiatieven.
b7. Niet stoppen met de inhuur van de poepzuiger
Het beëindigen van de inhuur van de poepzuiger voor het verwijderen van hondenpoep was een bezuiniging uit de
begroting 2014. In lijn met het coalitieakkoord wordt voorgesteld om van deze bezuiniging af te zien.
b8. Impuls en ombouwen Groen
116
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
Om het groen in de openbare ruimte te kunnen onderhouden met de structureel beschikbare middelen is een
ombouw operatie nodig. Voorgesteld wordt om deze ombouw in drie jaar uit te voeren met een incidenteel budget
van € 900.000. Aan deze ombouw ligt een groenvisie ten grondslag die dit najaar aan de raad wordt aangeboden.
b9. Continuering buurttoezicht
Voor de continuering van het team buurttoezicht wordt voorgesteld om structureel € 165.000 beschikbaar te stellen.
b10. Extra evenement
Voorgesteld wordt om een taakstellend bedrag van € 150.000 beschikbaar te stellen voor een grootschalig
evenement in 2017.
c1. Vrijval budget verkiezingen
In de begroting is rekening gehouden met de organisatie van 1 verkiezing per jaar. Voor 2016 worden momenteel
geen verkiezingen verwacht. Het budget kan voor € 134.000 vrijvallen.
c2. Leerlingenvervoer
Conform de wijziging op het leerlingen vervoer is een structurele lagere last verwerkt van € 20.000.
c3. Incidentele opbrengst uit verkoop grond
Uit de ontwikkeling van bestaande grondposities van de gemeente en de lopende grondexploitaties (met name
Weidevenne) wordt een hogere opbrengst mogelijk geacht dan eerder verwerkt.
c4. Lagere rentelasten door groei van de algemene reserve
Door een blijvend hoger niveau van de algemene reserve hoeft de gemeente minder langlopende leningen aan te
trekken. In de meerjarenbegroting levrt dit € 118.000 ruimte op.
c5. Lagere rentestand financiering.
Uit de (her)financiering van de vermogensbehoefte vloeit een structureel voordeel. De leningne worden afgesloten
met een looptijd van tussen de 6 en 10 jaar. De te betalen rente ligt onder de aanname in de begroting van 2,25 %.
De komende jaren wordt hiermee een voordeel gerealiseerd van € 635.000.
c6. Ontwikkeling gemeentefonds
Structureel profiteert Purmerend van het herverdeeleffect binnen het gemeentefonds naar aanleiding van aanpassing
van verschillende maatstaven. In de jaren 2015 - 2017 is er een tijdelijk voordeel door verschuivingen van uitgaven
op de rijksbegroting. Inhoudelijke wijzigingen
c7. EZW
In de houdstermaatschappij Energie Zaanstreek Waterland zitten de aandelen Alliander. Geraamd was dat na
de verplichte vermogensgroei naar 40% de dividenduitkering zich zou herstellen naar € 380.000 per jaar. Door
nieuwe eisen van de toezichthouder Consument en Markt ten aanzien van de tarieven en de toegestane gemiddelde
vermogensvergoeding zal het dividend niet terug groeien naar het oude niveau. Een tegenvaller van structureel €
163.000. Het aandelenkapitaal is overigens maar paar duizend euro. Jaarlijks ontvangt de gemeente nog steeds
ruim € 200.000 dividend.
117
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
IB. MIDTERM REVIEW
Dekking betrekken bij de Midterm Review
1. Sociaal rendement
2017
2018 PGR
-
-301
2
2. Investeringen sportaccommodaties
pm
pm
2
3. Impuls fietspaden
-45
-90
5
4. gratis openbaar vervoer voor ouderen en/of minima
pm
pm
5
5. 2de team buurttoezicht
-170
-173
8
6. Ondersteuning Economie
-150
-150
9
7. afzien van indexering OZB
-190
-390
11
pm
pm
-555
-1.104
8. Nieuwe ontwikkelingen
Totaal:
Toelichting:
De onderwerpen zijn in de volgorde van de programma's opgenomen, er is geen sprake van prioriteitsvolgorde. Het
totaalbedrag is een indicatie van de omvang van middelen die vrijgemaakt zou moeten worden.
1. Sociaal rendement
In de begroting zijn de jaarlijkse lasten van de inzet op sociaal rendement verwerkt tot met 2017. Daarna blijven de
lasten gelijk. In de afgesproken ambitie van de gemeente om als werkgever ruimte te maken voor de creatie van 35
fulltime arbeidsplaatsen wordt uitgegaan van jaarlijkse groei die in 2019 wordt voltooid. De stijging van de lasten
voor 2018 en 2019 zijn nog niet in de begroting verwerkt.
2. Investeringen sportaccommodaties
In de nota Sportaccommodaties wordt aandacht gevraagd voor investeringen in verschillende gebouwen en
sportvelden. Deze nota wordt dit najaar aangeboden aan de gemeenteraad. Voor nieuwe of hogere lasten is nog
geen financiële dekking aangewezen.
3. Impuls Fietspaden
In het coalitieakkoord is gevraagd om fietspaden sneller dan opgenomen in het bestaande onderhoudsprogramma
aan te verbeteren. Het gaat daarbij om de verkeersveiligheid, goede doorstroming en gebruiksvriendelijkheid. In de
tabel zijn de kapitaallasten opgenomen van een investering van € 1 miljoen die in 20 jaar wordt afgeschreven.
4. Gratis openbaar vervoer voor ouderen en/of minima
In het coalitieakkoord is de wens opgenomen om de mogelijkheid te onderzoeken om het gebruik van het openbaar
vervoer door ouderen en/of minima gratis te maken. Indien hiertoe mogelijkheden zijn komt de financiële afweging
terug in de midterm review. Op dit moment zijn de mogelijkheden en de lasten hiervan nog niet bekend.
5. 2de team buurttoezicht
In het coalitieakkoord is opgenomen dat halverwege de bestuursperiode wordt bekeken of het nodig is om een
tweede team buurttoezicht in te stellen. In de tabel opgenomen bedragen zijn gelijk aan de lasten van het huidige
team buurttoezicht.
6. Ondersteuning economie
De ambities op het terrein van economie, onderwijs en arbeidsmarkt staan op gespannen voet met de beschikbare
ambtelijke capaciteit. In de midterm review komt de afweging aanbod of het nodig is de bestaande capaciteit
structureel uit te breiden. Het in de tabel opgenomen bedrag komt overeen met ongeveer 1,5 fte uitbreiding van de
ambtelijke organisatie.
7. Afzien van indexering van de OZB
118
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
In het coalitieakkoord is opgenomen dat halverwege de bestuurperiode zal worden beoordeeld of gelet op de
financieële positie van de gemeente het doorvoeren van de jaarlijkse inflatiecorrectie achterwege kan blijven. De in
de tabel opgenomen bedragen drukken uit wat het effect is van het zowel in 2017 als in 2018 niet doorvoeren van
1,5% inflatiecorrectie.
8. Nieuwe ontwikkelingen
In elke bestuursperiode doen zich ontwikkelingen voor die vooraf niet waren voorzien. Om uit te drukken dat ook
nieuwe ontwikkelingen een financiële inzet kunnen vergen is deze regel opgenomen in de tabel.
119
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
Bijlage II Bijlage II: Overzicht baten en lasten per
programma en beleidsveld
Programma (Bedragen x € 1.000)
BV011 Publieksdienstverlening
Lasten
- Baten
Lasten
Baten
BV022 Sport en recreatie
BV023 Wijkmanagement
3.159
3.170
-5.094
Lasten
-8.189
-8.189
-8.186
-8.223
Baten
1.611
1.599
1.599
1.599
-6.578
-6.591
-6.588
-6.624
Lasten
-7.077
-7.641
-8.813
-8.928
Baten
1.172
1.173
1.174
1.186
-5.906
-6.469
-7.639
-7.742
-1.317
-1.328
-1.186
-1.196
-
-
-
-
Lasten
Lasten
Lasten
Lasten
-20.115
-19.858
-19.249
-19.379
-12.358
-12.392
-12.350
-12.411
1.827
1.766
1.776
1.787
-10.531
-10.625
-10.574
-10.624
-36.171
-36.068
-35.543
-35.965
Lasten
-44.026
-44.920
-45.799
-46.634
Baten
22.816
24.275
25.486
26.531
-21.210
-20.646
-20.313
-20.103
-105.355
-104.769
-104.347
-104.892
-1.664
-957
-905
-909
Lasten
527
364
313
306
-1.137
-594
-593
-603
Lasten
-13.280
-13.363
-13.401
-13.483
Baten
12.954
13.382
13.417
13.479
-326
19
16
-4
-3.827
-3.710
-3.348
-3.408
Lasten
2.211
2.211
2.211
2.211
-1.616
-1.499
-1.137
-1.197
Lasten
-24.351
-24.704
-25.104
-25.423
Baten
10.070
10.368
10.622
10.773
-14.281
-14.336
-14.483
-14.651
Lasten
-18.878
-14.564
-10.967
-9.689
Baten
17.971
13.288
10.097
7.469
-907
-1.276
-869
-2.220
Lasten
-7.440
-7.395
-7.399
-7.399
202
203
204
204
-7.239
-7.192
-7.194
-7.195
-901
-838
-870
-877
Baten
PGR08 VEILIGHEID
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
-
1.836
PGR07 RUIMTELIJKE ORDENING
120
-
-34.129
PGR06 BEHEER OPENBARE RUIMTE
BV091 Economie
-
1.808
Baten
BV081 Veiligheid
-
-33.735
PGR05 BEREIKBAARHEID
BV071 Ruimtelijke ordening
-1.196
-19.379
1.791
PGR04 MILIEU
BV061 Beheer openbare ruimte
-1.186
-19.249
-34.277
Baten
BV051 Bereikbaarheid
-1.328
-19.858
1.772
PGR03 WONEN
BV041 Milieu
-1.317
-20.115
-34.399
PGR02 SAMENLEVING
BV031 Wonen
-8.264
-5.064
Baten
BV027 Werk en inkomen
-8.223
3.150
Baten
BV026 Maatschappelijke ondersteuning
-8.126
Begroting
2018
-4.976
Baten
BV025 Onderwijs
-8.411
Begroting
2017
3.113
Baten
BV024 Jeugd
Begroting
2016
-5.298
PGR01 PUBLIEKSDIENSTEN
BV021 Kunst en cultuur
Begroting
2015
Lasten
Programma (Bedragen x € 1.000)
Lasten
- Baten
Baten
PGR09 ECONOMIE
BV101 Bestuur & concern
Lasten
Baten
PGR10 BESTUUR & CONCERN
Algemene dekkingsmiddelen
Lasten
Baten
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
R121 Egalisatiereserve
Lasten
Baten
R122 Bestemmingsreserves
Lasten
Baten
R123 Algemene reserve
Lasten
Baten
RESULTAATBESTEMMING
TOTAAL
121
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
Begroting
2015
Begroting
2016
529
Begroting
2017
556
Begroting
2018
556
556
-373
-282
-314
-321
-12.318
-12.431
-12.417
-12.070
3.457
3.509
3.561
3.615
-8.861
-8.922
-8.855
-8.455
-1.394
-633
136
520
143.140
139.624
139.854
139.384
141.746
138.991
139.990
139.904
-79
-80
-81
-82
1.062
590
440
269
983
510
358
187
-
-
-
-
1.292
483
489
595
1.292
483
489
595
-3.925
-1.133
-3.061
-1.150
-
-
-
-
-3.925
-1.133
-3.061
-1.150
-1.650
-141
-2.213
-368
-
-
-
-
122
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
Bijlage III Investeringsoverzicht
De geactualiseerde investeringen en uitgaven zijn opgenomen in een drietal overzichten:
A. lopende investeringen. Dit betreft die investeringen waarvoor reeds een besluit is genomen om tot uitgaven over
te gaan. Hierin zijn ook opgenomen de vervangingsinvesteringen.
B. vervangingsinvesteringen. De investeringen die de omvang van de (versleten) kapitaalgoederenvoorraad op peil
houden. De aangekochte kapitaalgoederen vervangen de economisch verouderde kapitaalgoederen. Hieronder
vallen ook de levensduurverlengende investeringen boven de € 25.000. Dit betreft uitgaven voor planmatig
onderhoud, zaols vervanging van (delen) van daken, dakbedekking, electrische installaties, vloeren etc.
C. voorgenomen investeringen. Dit betreft investeringen waarvoor nog een voorstel/besluit genomen dient te worden
door de raad, alvorens er uitgaven gedaan mogen worden. Voor 2015 zijn er geen investeringen voorzien waarvoor
een apart voorstel wordt voorgelegd.
123
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
A. Lopende investeringen
Omschrijving object, programma,
beleidsveld en prestatieveld
Modernisering Gemeentelijke
Basisadministratie (GBA)
Afschr.
duur
Gereed
6
2014
-2016
Afschr.
Krediet /
m.i.v. aanschaf.w.
2015
-2016
Totaal
besteed
t/m 2013
Investering Investering
2014
2015
Investering
2016
490.000
-
290.000
200.000
-
BV011 Publieksdienstverlening
490.000
-
290.000
200.000
-
PGR01 Publiekdiensten
490.000
-
290.000
200.000
-
4 luchtbehandelingskasten Leeghwaterbad
20
2014
2015
186.000
186.000
-
-
-
Vervanging gevelbeplating wanden
zwembad
20
2015
2016
39.661
39.661
-
-
-
Outdoor sport en recreatie voor jeugd
20
2014
2015
190.325
-
190.325
-
-
Parkeervoorziening volkstuinen Isis
40
2014
2015
25.000
14.251
10.749
-
-
Beschoeiing volkstuinen Isis
30
2014
2015
133.458
49.400
84.058
-
-
Paden volkstuinen Fenix
20
2014
2015
82.400
67.692
14.708
-
-
Beschoeiing volkstuinen Fenix
30
2014
2015
87.903
43.952
43.951
-
-
Vervanging luchtbehandeling De Vaart
20
2015
2016
129.170
-
-
129.170
-
Multifunctionele sportaccomodatie bouw
50
2016
2017
9.135.759
192.492
250.000
5.700.000
2.993.267
Multifunctionele sportaccomodatie
installaties
20
2016
2017
3.750.000
98.194
100.000
900.000
2.651.806
Multifunctionele sportaccomodatie
inrichting
10
2016
2017
1.000.000
26.173
50.000
-
923.827
Sportzaal De Karekiet, facelift sportvloer
20
2015
2016
75.348
-
-
75.348
-
Vervanging vloertegels De Karekiet
20
2015
2016
40.145
40.145
-
-
-
Sportzaal De Karekiet, boeiboorden
20
2015
2016
38.782
38.782
-
-
-
Sportzaal De Karekiet, vervanging
buitenkozijnen
20
2015
2016
84.151
84.151
-
-
-
Sportvloer gymlokaal doplaan
20
2015
2016
47.826
47.826
-
-
-
Inrichting motorisch therapielokaal
20
2014
2015
46.390
38.339
8.051
-
-
Den Uyllaan 3, bouw Gymlokaal
40
2014
2015
915.338
915.338
-
-
-
Renovatie voetbalveld Savannestraat veld 1
toplaag (v.v. Purmerend)
10
2014
2015
65.513
65.513
-
-
-
Toplaag skeelerbaan trimpad
10
2014
2015
651.943
651.943
-
-
-
Hockeyveld toplaag de Munnik
10
2015
2016
158.428
158.428
-
-
-
Renovatie voetbalveld Savannestraat, veld
3 toplaag (v.v. Purmerend)
10
2014
2015
65.313
65.313
-
-
-
Atletiekbaan toplaag de Munnik
10
2014
2015
400.820
395.820
5.000
-
-
Rugbyclub velden en terreininrichting
20
2016
2017
1.606.700
83.169
600.000
800.000
123.531
Rugbyclub nieuw clubgebouw
40
2016
2017
698.153
-
-
600.000
98.153
Toplaag kunstgrasvoetbalveld
Savannestraat (v.v.Purmerend)
10
2015
2016
256.431
-
-
256.431
-
Toplaag kunstgrasvoetbalveld Van
Ijsendijkstraat (v.v. Purmersteijn)
10
2014
2015
256.431
-
256.431
-
-
Renovatie veld 4 toplaag sportcomplex
Savannestraat (v.v. Purmerend)
10
2014
2015
49.111
-
49.111
-
-
Kleedaccommodaties FC Purmerend
50
2014
2015
245.400
-
245.400
-
-
Verbouwing binnenklimaat Purmerends
Museum
20
2014
2015
300.000
3.520
296.480
-
-
Gebouw Kerkstraat 20
50
2014
2015
288.865
268.865
20.000
-
-
Outdoor sport en recreatie voor jeugd
20
2014
2015
91.665
-
91.665
-
-
Vervanging speeltoestellen
15
2014
2015
72.956
-
72.956
-
-
Vervangingsbeleid speelvoorzieningen
15
2014
2015
255.485
-
255.485
-
-
SW2008 plann.pakk.Purmaryn
6
2014
2015
62.000
8.515
53.485
-
-
Kassa systeem Purmaryn
6
2014
2015
66.000
55.980
10.020
-
-
124
Programmabegroting 2015-2018 |
Omschrijving object, programma,
beleidsveld en prestatieveld
Afschr.
duur
Gereed
Afschr.
Krediet /
m.i.v. aanschaf.w.
Totaal
besteed
t/m 2013
Investering Investering
2014
2015
Investering
2016
Verv.dakbedekking platte daken Purmaryn
20
2016
2017
64.779
14.760
30.000
-
20.019
Vervanging installaties horeca Purmaryn
10
2014
2015
80.000
33.074
46.926
-
-
Dakbedekking grote zaal
20
2014
2015
42.657
-
42.657
-
-
Armaturen verkeersruimten publiek
10
2015
2016
53.140
18.500
2.500
32.141
-
Geluidsinstallatie grote zaal (versterkers en
luidsprekers)
10
2014
2015
65.650
-
65.650
-
-
Geluidsinstallatie kleine zaal (versterkers en
luidsprekers)
10
2014
2015
BV021 Kunst en cultuur
30.300
-
30.300
-
-
21.935.397
3.705.795
2.925.909
8.493.090
6.810.603
Binnenklimaat Yellowstone 11
20
2014
2015
360.000
-
360.000
-
-
Verbouwing Ploegeschaar Hoefsmidhof 4
20
2014
2015
47.800
-
47.800
-
-
Verbouwing Roozendaal Boterbloem 9
20
2014
2015
110.110
-
110.110
-
-
Verbouwing De Akker Zichthof 11
20
2014
2015
166.500
-
166.500
-
-
Verbouwing De Boemerang
Jachtwagenstr.64
20
2014
2015
59.500
-
59.500
-
-
Binnenklimaat Amazonelaan 17
20
2014
2015
190.000
-
190.000
-
-
Verbouwing De Dijk Zichthof 9
20
2014
2015
197.500
-
197.500
-
-
Verbouwing Montesorischool Salland 38
20
2015
2015
279.035
-
-
279.035
-
Verbouwing Het Baken Grevelingenmeer 62
20
2015
2015
600.000
-
-
600.000
-
Hoefsmid 1, Smidse,Uitbr.(terr&bouw)
40
2014
2015
287.997
530.835
-242.838
-
-
Hoefsmid 1, Smidse,Uitbr.(install.)
20
2014
2015
0,00
160.710
-160.710
-
-
Prisma,verv.Mercuriusw/Gasinjetstr(geb)
40
2015
2016
1.437.960
150.847
1.037.470
249.643
-
Prisma,verv.Mercuriusw/Gasinjetstr(inst)
20
2015
2016
479.320
-
345.825
133.495
-
Den Uyllaan 3, bouw&terreinKingschool
40
2014
2015
1.915.506
1.605.558
309.948
-
-
Den Uyllaan 3, installaties Kingschool
20
2014
2015
935.264
935.264
-
-
-
Dakbedekking Spinnekop 1
20
2016
2017
143.229
-
-
-
143.229
Elektrische installatie Spinnekop 1
10
2016
2017
93.317
-
-
-
93.317
Voorbereiding PSG gebouw fase 1
10
2020
2021
4.952.000
4.952.000
-
-
-
Voorbereiding PSG installaties fase 1
10
2020
2021
1.238.000
1.238.000
-
-
-
Voorbereiding PSG terr.inr. fase 1
10
2020
2021
410.000
410.000
-
-
-
13.903.038
9.983.214
2.421.105
1.262.173
236.546
Verbouwing Wagenweg 14
10
2014
2015
95.591
70.253
25.338
-
-
WMO Hulpmiddelen 2014
6
2014
2015
BV025 Onderwijs
250.000
-
250.000
-
-
BV026 Maatschappelijke ondersteuning
36.184.026
70.253
275.338
-
-
PGR02 Samenleving
36.184.026
13.759.262
5.622.352
9.755.263
7.047.149
-
26.892
-
-
Vloeren, Claxonate
10
2014
2015
26.892
Parkeerplaatsen (20st) incl verbreden
rijbaan, Gasinjetstraat
40
2015
2016
62.000
-
-
62.000
-
VRI Verzetslaan-Frescobaldistraat
25
2014
2015
89.665
28.786
60.879
-
-
Verkeersregelinstallatie Verzetslaan/
Persijnln-oost
25
2014
2015
92.125
26.428
65.697
-
-
VRI Verzetslaan-Helder Camarastraat
25
2014
2015
92.125
25.814
66.311
-
-
Verkeersregelinstallatie Verzetslaan/
Persijnln-zuid
25
2014
2015
92.125
20.909
71.216
-
-
Verkeersregelinstallatie Laan der
Continenten/Azielaan
25
2014
2015
92.945
-
92.945
-
-
Verkeersregelinstallatie Gorslaan/Jaagweg
25
2014
2015
95.405
-
95.405
-
-
Verkeersregelinstallatie JM den Uyllaan/
v.IJsendijkstraat
25
2014
2015
133.228
-
133.228
-
-
Verkeerscirculatie Binnenstad
40
2015
2016
759.000
-
-
214.000
545.000
125
Programmabegroting 2015-2018 |
Omschrijving object, programma,
beleidsveld en prestatieveld
Schoolroute-oversteek IJsendijkstraat
Afschr.
duur
Gereed
40
2014
Afschr.
Krediet /
m.i.v. aanschaf.w.
2015
Totaal
besteed
t/m 2013
Investering Investering
2014
2015
Investering
2016
35.000
-
35.000
-
-
BV051 Bereikbaarheid
1.570.510
101.937
647.573
276.000
545.000
PGR05 Bereikbaarheid
1.570.510
101.937
647.573
276.000
545.000
Uitvoeringsprogramma asfalt (incl. restant
2013)
25
2014
2015
1.710.175
-
1.710.175
-
-
Uitvoeringsprogramma elementen (incl.
restant 2013)
30
2014
2015
1.896.794
-
1.896.794
-
-
Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (GRP
+) incl. restant 2013
45
2014
2015
6.061.026
-
6.061.026
-
-
Vervanging beschoeiingen (1050m)
40
2014
2015
220.352
152.146
68.206
-
-
Groot onderhoud bruggen (incl. restant
2013)
50
2014
2015
2.175.525
-
2.175.525
-
-
Kiss&ride en parkeerplaats den Uyllaan 3
40
2013
2015
206.400
67.650
138.750
-
-
Inrichten Gemeentelijk Gronddepot
Baanstee-Nrd
30
2014
2015
1.208.000
-
1.208.000
-
-
Uitbreiding nieuwe algemene begraafplaats
(grafveld+urnenmuur)
40
2014
2015
730.000
665.170
64.830
-
-
Riolering 2013-2016
45
2014
2015
253.433
-
253.433
-
-
Stedelijk Waterplan (incl. restant 2013)
45
2014
2015
1.439.093
-
1.439.093
-
-
Stedelijk Waterplan (uitvoering oeverplan
incl. restant 2013)
45
2014
2015
137.069
-
137.069
-
-
Vervanging houten of vaste bruggen
40
2014
2015
BV061 Beheer openbare ruimte
PGR06 Beheer openbare ruimte
Noodaggregaat (planmatig onderhoud)
10
2014
2015
BV081 Veiligheid
PGR08 Veiligheid
331.533
-
331.533
-
-
16.369.400
884.966
15.484.434
-
-
16.369.400
884.966
15.484.434
-
-
80.002
-
80.002
-
-
80.002
-
80.002
-
-
80.002
-
80.002
-
6
2014
2015
25.000
-
25.000
-
-
Dakbedekking, onderkomens groen (2012)
20
2016
2017
121.234
-
-
-
121.234
Verbouwing kantoorgedeelte de Koog
20
2014
2015
102.500
88.297
14.203
-
-
Groot onderhoud (gebouw) stadhuis
20
2014
2015
39.286
-
39.286
-
-
HBW facilitair
Vervanging apparatuur facilitair
10
2015
2016
1.239.000
-
123.900
1.115.100
-
HBW informatie voorziening aanleg
technische structuur HW
4
2014
2015
760.000
-
760.000
-
-
HBW informatie voorziening aanleg
technische structuur SW
6
2014
2015
350.000
-
350.000
-
-
HBW digitalisering documenten en
werkprocessen HW
4
2014
2015
100.000
-
100.000
-
-
HBW digitalisering documenten en
werkprocessen SW
6
2014
2015
470.000
-
470.000
-
-
HBW Huisvesting Bouwkundig (verbouw)
20
2015
2016
911.000
-
91.100
819.900
-
HBW Huisvesting Bouwkundig (installaties)
20
2015
2016
1.632.000
-
163.200
1.468.800
-
HBW Huisvesting Bouwkundig (Overig)
20
2015
2016
2.313.000
-
231.300
2.081.700
-
8.063.020
88.297
2.367.989
5.485.500
121.234
Digitaliseren software
6
2014
2015
315.000
-
315.000
-
-
Overige onderzoek en projecten software
6
2014
2015
320.000
-
320.000
-
-
4
2014
-2015
2015
-2016
580.800
-
480.800
100.000
-
1.215.800
-
1.115.800
100.000
-
8/10
2014
2015
1.670.675
-
1.670.675
-
-
1.670.675
-
1.670.675
-
-
Bedrijfsvoering/Huisvesting
Randvoorwaarde ICT hardware (generieke
basis)
Bedrijfsvoering/ICT
Tractie (vervoermiddelen en machines)
Tractie
126
Programmabegroting 2015-2018 |
Omschrijving object, programma,
beleidsveld en prestatieveld
Afschr.
duur
Gereed
Afschr.
Krediet /
m.i.v. aanschaf.w.
Totaal
besteed
t/m 2013
Investering Investering
2014
2015
Investering
2016
Bedrijfsvoering & Tractie
10.949.495
88.297
5.154.464
5.585.500
121.234
Totaal lopende investeringen
65.643.433
14.834.461
27.278.826
15.816.763
7.713.383
127
Programmabegroting 2015-2018 |
B. Vervangingsinvesteringen
Omschrijving object, programma, beleidsveld en
prestatieveld
Paspomaat
Afschr.duur Gereed
6
2015
Afschr. Krediet / Investering Investering Investering Investering
m.i.v. aanschaf.w. 2015
2016
2017
2018
2016
100.000
100.000
-
-
-
BV011 Publieksdienstverlening
100.000
100.000
-
-
-
PGR01 Publiekdiensten
100.000
100.000
-
-
-
Bestrating sportcomplex, Trimpad 10
20
2015
2016
25.486
25.486
-
-
-
Buitenkozijnen/deurbetimmering gymlokaal
Sweelinckstraat
20
2015
2016
26.151
26.151
-
-
-
Renovatie trainingsveld sportcomplex, Westerweg 48
(v.v. Wherevogels)
10
2015
2016
65.887
65.887
-
-
-
Toplaag kunstgrasvoetbalveld, Westerweg 48 (v.v.
Wherevogels)
10
2015
2016
202.500
202.500
-
-
-
Bovenlaag kunstgrasvoetbalveld, Westerweg 48 (v.v.
Wherevogels)
20
2015
2016
225.000
225.000
-
-
-
Toplaag kunstgrasvoetbalveld, Van IJsendijkstraat (v.v.
Purmersteijn)
10
2015
2016
202.500
202.500
Bovenlaag kunstgrasvoetbalveld, Van IJsendijkstraat (v.v.
Purmersteijn)
20
2015
2016
225.000
225.000
Vervanging automatische dosering zwemwaterzuivering
10
2015
2016
43.030
43.030
-
-
-
Vervanging gootroosters diverse baden zwembad
10
2015
2016
60.675
60.675
-
-
-
Vervanging kunstgrasvelden
15
2016
-2017
2017
-2018
117.761
-
58.442
59.319
-
Vervanging pannavelden
20
2016
-2017
2017
-2018
70.658
-
35.066
35.592
-
Outdoor sport en recreatie voor jeugd
20
2015
-2018
2016
-2019
377.336
92.582
93.508
94.911
96.335
Vervanging regelinstallatie CV- en sanitaire installatie
zwembad
10
2015
2016
76.374
76.374
-
-
-
Vervanging regelinstallatie luchtbehandeling zwembad
10
2015
2016
143.427
143.427
-
-
-
Vervanging speeltoestellen
15
2015
-2018
2016
-2019
300.320
73.686
74.423
75.539
76.672
Vervanging verlichtingsarmaturen zwembad
10
2015
2016
105.207
105.207
-
-
-
Vervanging vloer hal horeca zwembad
10
2015
2016
82.520
82.520
-
-
-
Vervanging voegwerk gevel sportzaal De Karekiet
20
2015
2016
31.129
31.129
-
-
-
Vervanging voegwerk vloerafwerking recreatie- en
wedstrijdbad
10
2015
2016
81.418
81.418
-
-
-
Vervanging zwakstroominstallaties zwembad
10
2015
2016
189.000
189.000
-
-
-
Vervangingsbeleid speelvoorzieningen
15
2015
-2018
2016
-2019
1.051.682
258.039
260.619
264.528
268.496
Klimaatregeling OS2
15
2015
2016
35.350
35.350
-
-
-
10/20
2015
2016
478.000
478.000
-
-
-
Renoveren stoelen
10
2015
2016
47.635
47.635
-
-
-
Renoveren stoelen
10
2017
2018
40.000
-
-
40.000
-
Toneelstoffering grote zaal
10
2016
2017
31.916
-
31.916
-
-
Vervangen balkon inblaas unit
20
2017
2018
38.805
-
-
38.805
-
Vervangen zonwering kleine zaal
10
2018
2019
30.000
-
-
-
30.000
4.404.767 2.770.596
471.503
20
2016
2017
Renovatie/toekomstbestendigheid Purmaryn
BV021 Kunst en cultuur
Dakbedekking/dakpannen Torenmolen 9
BV025 Onderwijs
553.974
608.694
82.226
-
82.226
-
-
82.226
-
82.226
-
-
WMO Hulpmiddelen 2015
6
2015
2016
300.000
300.000
-
-
-
WMO Hulpmiddelen 2016
6
2016
2017
350.000
-
350.000
-
-
WMO Hulpmiddelen 2017
6
2017
2018
400.000
-
-
400.000
-
WMO Hulpmiddelen 2018
6
2018
2019
450.000
-
-
-
450.000
128
Programmabegroting 2015-2018 |
Omschrijving object, programma, beleidsveld en
prestatieveld
Afschr.duur Gereed
Afschr. Krediet / Investering Investering Investering Investering
m.i.v. aanschaf.w. 2015
2016
2017
2018
BV026 Maatschappelijke ondersteuning
1.500.000
PGR02 Samenleving
Vervanging handcomputers VTH
300.000
5.986.993 3.070.596
6
2017
2018
350.000
400.000
450.000
986.200 1.008.694
921.503
45.000
-
-
45.000
-
BV041 Milieu
45.000
-
-
45.000
-
PGR04 Milieu
45.000
-
-
45.000
-
-
-
-
Luchtbehandeling/ventilator Claxonate
20
2015
2016
70.125
70.125
Vervanging elektrische installaties/verlichting, Claxonate
20
2017
2018
56.327
-
-
56.327
-
Vloeren, Claxonate
10
2016
2017
75.595
-
75.595
-
-
Stadsafsl. (Koestr., Plantsoenstr., Kolkstr., Kalversteeg,
Zuidersteeg)
10
2016
2017
211.460
-
211.460
-
-
Verkeersregelinstallatie Azielaan/Gangeslaan
25
2016
2017
97.587
-
97.587
-
-
Verkeersregelinstallatie Gorslaan/Linnaeusstraat
25
2016
2017
134.245
-
134.245
-
-
Verkeersregelinstallatie Gorslaan/Waterlandlaan
25
2017
2018
143.000
-
-
143.000
-
Verkeersregelinstallatie Purmerweg/Westerweg
25
2016
2017
64.395
-
64.395
-
-
Verkeersregelinstallatie V.IJsendijkstraat/Wormerplein
25
2017
2018
71.500
-
-
71.500
-
Bussluis Zambezilaan
15
2018
2019
50.000
-
-
-
50.000
BV051 Bereikbaarheid
974.234
70.125
583.282
270.827
50.000
PGR05 Bereikbaarheid
974.234
70.125
583.282
270.827
50.000
87.932
-
-
87.932
121.794
Jan Blankenbrug, vervanging slagboominstallatie
20
2017
2018
Kooimanbrug, verv. Brugbesturing
15
2018
2019
121.794
-
-
-
Groot onderhoud bruggen
50
2018
2019
3.008.032
-
-
- 3.008.032
Jan Blankenbrug Ren.Electrotechn.instllatie
20
2017
2018
70.711
-
-
Uitvoeringsprogramma asfalt (incl. restant 2013)
25
2015
-2018
2016
-2019
4.309.451 1.057.358 1.067.932 1.083.951 1.100.210
Uitvoeringsprogramma elementen (incl. restant 2013)
30
2015
-2017
2016
-2018
1.606.571
346.696
265.571
994.304
-
Vervanging houten of vaste bruggen
40
2015
-2018
2016
-2019
1.364.731
334.848
338.196
343.269
348.418
Lozingsputten t.b.v. poepzuiger
45
2015
2016
150.000
150.000
-
-
-
Beschoeiingen
40
2018
2019
300.000
-
-
-
300.000
Verv.Lino/tapijt/Parket Purmerweg 92, aula begraafplaats
15
2017
2018
36.656
-
-
36.656
-
Riolering 2014-2015
45
2015
2016
120.000
120.000
-
-
-
Stedelijk Waterplan
45
2015
-2016
2016
-2017
3.209.040 2.308.208
900.832
-
-
Stedelijk Waterplan (uitvoering oeverplan)
45
2015
2016
-
-
-
45
2015
-2016
2016
-2017
5.299.866 2.188.707 3.111.159
-
-
45
2017
-2018
2018
-2019
Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (GRP+) incl. restant
2013
Vervanging Riolering
BV061 Beheer openbare ruimte
54.256
5.223.382
54.256
-
70.711
-
- 2.442.395 2.780.987
24.962.422 6.560.073 5.683.690 5.059.218 7.659.441
PGR06 Beheer openbare ruimte
24.962.422 6.560.073 5.683.690 5.059.218 7.659.441
Dakbedekking, Geulenstraat Muziekschool
20
2016
2017
36.157
-
36.157
-
-
Diverse vervangingen, Kaasmarkt 20
20
2017
2018
28.377
-
-
28.377
-
Kozijnen/deur/betimmering, Karekietpark 26
20
2017
2018
117.808
-
-
117.808
-
Kozijnen/deur/betimmeringen, Narcissenstraat 1
20
2016
2017
47.072
-
47.072
-
-
Leeghwaterpark 3, dakbedekking
20
2018
2019
29.534
-
-
-
29.534
Leeghwaterpark 3, kozijnen en deuren
20
2018
2019
29.534
-
-
-
29.534
Overweersepolderdijk 4, woning kozijnen e.d.
20
2016
2017
28.604
-
28.604
-
-
Klimaatbeheersing trouwzaal, Kaasmarkt 20
20
2015
2016
74.500
74.500
-
-
-
Lift, Kaasmarkt 20
20
2016
2017
56.664
-
56.664
-
-
129
Programmabegroting 2015-2018 |
Omschrijving object, programma, beleidsveld en
prestatieveld
Afschr.duur Gereed
Afschr. Krediet / Investering Investering Investering Investering
m.i.v. aanschaf.w. 2015
2016
2017
2018
BV071 Ruimtelijke Ordening
PGR07 Ruimtelijke ordening
Groot onderhoud (gebouw) stadhuis
448.250
74.500
168.497
146.185
59.068
448.250
74.500
168.497
146.185
59.068
27.399
-
-
27.399
-
20
2017
2018
27.399
-
-
27.399
-
Basis- en kernregistratie (iNUP) software
6
2015
-2018
2016
-2019
950.000
200.000
350.000
200.000
200.000
Digitaliseren hardware
4
2015
-2018
2016
-2019
200.000
50.000
50.000
50.000
50.000
Digitaliseren software
6
2015
-2018
2016
-2019
500.000
175.000
175.000
75.000
75.000
Overige onderzoek en projecten software
6
2015
-2018
2016
-2019
1.050.000
250.000
300.000
250.000
250.000
2.700.000
675.000
875.000
575.000
575.000
2.877.250 1.057.250
525.000
136.000 1.159.000
Bedrijfsvoering/Huisvesting
Bedrijfsvoering/ICT
Tractie (vervoermiddelen en machines)
IJsendijkstraat 186, dakbedekking tractieloods
8/10
2015
-2018
2016
-2019
20
2017
2018
-
-
Tractie
2.915.497 1.057.250
525.000
174.247 1.159.000
Bedrijfsvoering & Tractie
5.642.896 1.732.250 1.400.000
776.646 1.734.000
Totaal vervangingsinvesteringen
130
Programmabegroting 2015-2018 |
38.247
38.247
-
38.159.795 11.607.544 8.821.670 7.306.570 10.424.012
Bijlage IV Overzicht reserves en voorzieningen
Naam reserve en/of voorziening (x € 1.000)
Programma
Ontwikkeling
Algemene
dekkingsmiddelen
Boekwaarde per 01-01
2015
2016
2017
2018
A. ALGEMENE RESERVE:
Algemene reserve
Onttrekkingen
Toevoegingen
Boekwaarde per 31-12
Totaal algemene reserve
10.805 14.730 15.863 18.924
-
-
3.925
1.133
-
-
3.061 1.150
14.730 15.863 18.924 20.074
14.730 15.863 18.924 20.074
B. EGALISATIERESERVES:
Egalisatiereserve afvalverwijdering
04. Milieu
Boekwaarde per 01-01
Onttrekkingen
Totaal afvalverwijdering
Egalisatiereserve begraafrechten
06. Beheer openbare
ruimte
Totaal begraafrechten
Egalisatiereserve gemeentelijke watertaken
Totaal Gemeentelijke watertaken
Reserve afkoop geldleningen
Algemene
dekkingsmiddelen
Totaal afkoop leningen Wherestad
-
-
-
-
-
-
Toevoegingen
-
-
-
-
Boekwaarde per 31-12
-
-
-
-
1.592
1.489
Onttrekkingen
-182
-178
-171
-161
Toevoegingen
79
80
81
82
1.489
1.391
Boekwaarde per 01-01
-
-
-
-
Onttrekkingen
-
-
-
-
Toevoegingen
-
-
-
-
Boekwaarde per 31-12
-
-
-
-
1.329
789
377
109
Onttrekkingen
-540
-412
-269
-109
Toevoegingen
-
-
-
-
789
377
109
-
2.278
1.769
Boekwaarde per 01-01
Boekwaarde per 31-12
06. Beheer openbare
ruimte
340
-340
Boekwaarde per 01-01
Boekwaarde per 31-12
Totaal egalisatiereserve
1.391 1.302
1.302 1.223
1.410 1.223
C. BESTEMMINGSRESERVES:
Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting 02. Samenleving
Totaal af te stoten panden
onderwijshuisvesting
Reserve sanering asbest
02. Samenleving
Totaal sanering asbest
Reserve gem. middelen participatie
374
374
374
-
-
-
-
Toevoegingen
-
-
-
-
Boekwaarde per 31-12
374
374
374
374
Boekwaarde per 01-01
369
369
369
369
Onttrekkingen
-
-
-
-
Toevoegingen
-
-
-
-
369
369
369
369
1.075
785
483
189
Onttrekkingen
-291
-302
-294
-189
Toevoegingen
-
-
-
-
785
483
189
-
Boekwaarde per 01-01
Boekwaarde per 31-12
02. Samenleving
Totaal herstructurering WSW
Reserve woonvisie
374
Onttrekkingen
Boekwaarde per 31-12
02. Samenleving
Totaal gem. middelen participatie
Reserve herstructurering WSW
Boekwaarde per 01-01
03. Wonen
Boekwaarde per 01-01
1.259
884
729
542
Onttrekkingen
-375
-155
-187
-396
Toevoegingen
-
-
-
-
Boekwaarde per 31-12
884
729
542
146
Boekwaarde per 01-01
615
43
43
43
-572
-
-
-
Onttrekkingen
131
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
Naam reserve en/of voorziening (x € 1.000)
Programma
Ontwikkeling
Toevoegingen
Totaal Woonvisie
Reserve gronden
07. Ruimtelijke Ordening
Totaal gronden
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
Boekwaarde per 31-12
43
43
43
43
Boekwaarde per 01-01
435
380
354
345
Onttrekkingen
-55
-25
-9
-9
Toevoegingen
-
-
-
-
345
336
Boekwaarde per 31-12
Totaal bestemmingsreserves
Totaal RESERVES
380
354
2.835
2.353
1.863 1.268
19.843 19.984 22.197 22.565
D. VOORZIENINGEN:
Groot onderhoud/vervangingsinventaris De
Purmaryn
02. Samenleving
Boekwaarde per 01-01
Onttrekkingen
Toevoegingen
Totaal De Purmaryn
Voorziening openbaar vervoer
05. Bereikbaarheid
Totaal openbaar vervoer
Onderhoud DRIS
05. Bereikbaarheid
Voorziening onderhoudsplan openbare ruimte
Voorziening groot onderhoud gemeentelijke
gebouwen
07. Ruimtelijke Ordening
Totaal groot onderhoud gemeentelijke
gebouwen
Voorziening civiele procedure IJsendijkstraat
Totaal civiele procedure IJsendijkstraat
Voorziening streekarchief Waterland
07. Ruimtelijke Ordening
44
44
99
47
90
Boekwaarde per 01-01
26
26
26
26
Onttrekkingen
-
-
-
-
Toevoegingen
-
-
-
-
Boekwaarde per 31-12
26
26
26
26
Boekwaarde per 01-01
405
355
305
255
Onttrekkingen
-50
-50
-50
-50
Boekwaarde per 1 januari
08. Veiligheid
-
-
-
-
355
305
255
205
41
909
877 2.265
Onttrekkingen
-3.667
-4.567
-3.147 -3.133
Toevoegingen
4.535
4.535
4.535 4.535
909
877
2.265 3.667
Boekwaarde per 01-01
1.316
1.459
1.058
780
Onttrekkingen
-633
-1.176
-1.054
-719
Toevoegingen
776
776
776
776
1.459
1.058
780
836
Boekwaarde per 01-01
50
50
50
50
Onttrekkingen
-
-
-
-
Toevoegingen
-
-
-
-
Boekwaarde per 31-12
50
50
50
50
Boekwaarde per 1 januari
85
105
125
70
Onttrekkingen
-
-0
-75
-3
Toevoegingen
20
20
20
20
105
125
70
87
Totaal streekarchief Waterland
Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne
-
44
Boekwaarde per 31-12
07. Ruimtelijke Ordening
47
-96
44
Boekwaarde per 31
december
Totaal Infrastructuur
99
-52
107
Boekwaarde per 31-12
06. Beheer openbare
ruimte
107
Boekwaarde per 31-12
Toevoegingen
Totaal DRIS
186
-124
Boekwaarde per 01-01
83
37
47
57
Onttrekkingen
-97
-39
-39
-39
Toevoegingen
51
49
49
49
Totaal brandweerkazerne
Boekwaarde per 31-12
37
47
57
67
Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders 10. Bestuur en concern
Boekwaarde per 01-01
353
188
47
2
Onttrekkingen
-165
-141
-45
-
Toevoegingen
-
-
-
-
188
47
2
2
Totaal wachtgeldverplichtingen bestuurders
132
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
Boekwaarde per 31-12
Naam reserve en/of voorziening (x € 1.000)
Programma
Ontwikkeling
Voorziening spaarverlof Purmerend
10. Bestuur en concern
Boekwaarde per 01-01
Onttrekkingen
Toevoegingen
Totaal Spaarverlof Purmerend
Totaal VOORZIENINGEN
Totaal RESERVES EN VOORZIENINGEN
133
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
Boekwaarde per 31-12
2015
2016
2017
2018
26
26
26
26
-
-
-
-
-
-
-
-
26
26
26
26
3.261
2.660
3.577 5.057
23.104 22.644 25.775 27.622
Toelichting reserves en voorzieningen
ALGEMEEN
Ter toelichting op het totaaloverzicht wordt per reserve aangegeven: het doel waarvoor deze is ingesteld, de wijze
van voeding en waaraan de reserve of voorziening wordt besteed. De specifieke mutaties in 2015 zijn toegelicht in
het onderdeel financiële toelichting per programma.
ALGEMENE RESERVE
Doel en voeding: doel van de algemene reserve is het opvangen van risico's in algemene zin en risico's waarvoor
geen bestemmingreserve of voorziening is gevormd. Het voor- en/ of nadelig resultaat van de programmarekening
wordt verrekend met de algemene reserve. Voor deze reserve is geen specifieke bestemming, anders dan dat een
deel van de algemene reserve is aangemerkt als weerstandsvermogen.
De omvang van de algemene reserve is door de raad bepaald op minimaal € 15 miljoen of zoveel hoger als er
weerstandsvermogen nodig is. In de paragraaf Weerstandsvermogen is aangegeven dat de actuele inschatting van
het benodigde weerstandsvermogen € 8,55 miljoen is.
In het coalitieakkoord "Met vereende kracht" is aangegeven dat in de periode 2014 - 2018 een begin wordt
gemaakt met het verminderen van de schuldenlast. Dit komt in deze begroting tot uitdrukking door een groei van de
algemene reserve in 2018 naar € 20 miljoen.
EGALISATIERESERVES
Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering in de resultaten voor specifieke
onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden expliciet door de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties
worden vanuit de resultaten voorgesteld. De egalisatiereserves zijn ingesteld om een overschot op een bepaalde
heffing te voorkomen als uitgaven en investeringen vertraging oplopen. De egalisatiereserves zijn niet aan een
termijn gekoppeld.
Programma 4 Milieu
Egalisatiereserve afvalverwijdering
Doel en voeding: doel van deze reserve is om de fluctuaties tussen de baten en lasten voor het inzamelen en
verwijderen van afval op te vangen. Indien in enige jaar de baten voor de afvalinzameling hoger zijn dan de lasten
wordt het verschil toegevoegd aan de egalisatiereserve. De egalisatiereserve wordt vervolgens ingezet voor
(tijdelijke) matiging van het tarief of incidentele uitgaven. De egalisatiereserve kan geen nadelig saldo hebben.
Beschikbaar bedrag per 1 januari 2015 bedraagt € 340.000. Dit bedrag wordt in 2015 onttrokken en in mindering
gebracht op het tarief van de afvalstoffenheffing.
Programma 6 Beheer openbare ruimte
Egalisatiereserve begraafrechten
Doel en voeding: doel van deze reserve is om het structurele beheer en onderhoud aan de begraafplaats te kunnen
bekostigen uit de meerjarig afgekochte grafrechten.De egalisatie reserve is bij de programmarekening 2009
ingesteld. Als voeding voor de reserve wordt de meerjarig afgekochte grafhuur gebruikt. De onttrekking aan de
reserve dient voor de bekostiging van het onderhoud aan de begraafplaats.
In 2013 is gebleken dat van de bestaande graven en urnnissen er een deel is weggelekt in het resultaat
van voorgaande jaren. Doordat de afdracht aan de egalisatiereserve begraafrechten in die jaren niet heeft
plaatsgevonden, is de omvang van de reserve ovoldoende geworden om dekking te bieden voor de
onderhoudskosten van het deel van de begraafplaats dat nu in gebruik is genomen. Om structurele verslechtering
van het exploitatiesaldo en daarmee een vertekening van de kostendekkendheid te voorkomen is bij de
resultaatbestemming van de programmarekening 2013 (besluitnummer 1135077) € 1.448.000 toegevoegd.
Egalisatiereserve gemeentelijke watertaken
Doel en voeding: doel van deze reserve is om de fluctuaties in de onderhoudskosten aan het rioolstelsel en vanuit
het Stedelijk Waterplan in Purmerend op te vangen. Er wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief. Indien in enig
134
Programmabegroting 2015-2018 |
jaar de baten hoger zijn dan de lasten - bijvoorbeeld door vertragingen in investeringen in het rioolstelsel - dan wordt
het batig saldo toegevoegd aan de egalisatiereserve en later gebruikt voor tijdelijk lagere tarieven.
Algemene dekkingsmiddelen
Egalisatiereserve afkoop geldleningen
Doel en voeding: doel van deze reserve is het opvangen van het ontstane jaarlijkse nadeel op de renteverschillen.
Dit nadeel is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Wherestad. De voeding is de ontvangen
boeterente van Wherestad en is beschikbaar gesteld in de derde bestuursrapportage in 2010 (besluitnummer
10-115). Het jaarlijkse voordeel wat nu wordt gemist wordt opgevangen door jaarlijks een bedrag te onttrekken
aan deze reserve en als bate op te nemen in in de eigen financieringsmiddelen vallende onder de algemene
dekkingsmiddelen. De reserve zal eind 2018 volledig zijn besteed en wordt dan opgeheven.
BESTEMMINGSRESERVES
Voor bestemmingsreserves geldt dat deze worden ingesteld voor één specifiek doel binnen
een vastgestelde termijn. In 2014 is de volgende reserve volledig besteed en opgeheven:
• Infrastructuur Gorslaan
De bovenstaande reserves zijn hier verder niet meer toegelicht.
Programma 2 Samenleving
Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting
Doel en voeding: deze reserve is bij het vaststellen van de programmarekening 2011 voor het eerst gevuld
met een bedrag van € 2.030.000 (besluitnummer 652938). Doel van deze reserve is om de boekwaarden van
onderwijspanden die gedurende de periode 2012 tot en met 2015 worden herbestemd of gesloopt, te kunnen
afboeken. Hiervoor is in 2012 een bedrag van € 2.030.000 beschikbaar gesteld. Bij het vaststellen van de
programmarekening 2012 is nog een bedrag van € 125.000 voor dit doel in de reserve gestort. Onttrekkingen aan
de reserve vinden plaats na concrete voorstellen om leegkomende panden volledig af te boeken. Per 1 januari 2015
resteert nog een bedrag van € 374.000 in de reserve.
Reserve sanering asbest
Doel en voeding: Doel van deze reserve is het (gedeeltelijk) afdekking van de kosten die gepaard gaan bij
verwijderen van asbest uit de gemeentelijke onderwijsgebouwen. Bij het vaststellen van de programmarekening
2012 (besluitnummer 1083805) is voor dit doel een bedrag van € 400.000 in de reserve gestort. Inmiddels is een
bedrag van € 31.000 onttrokken aan deze reserve.
Reserve gemeentelijke middelen participatie
Doel en voeding: Doel van deze reserve is het gefaseerd kunnen aanpassen van de geplande uitgaven als gevolg
van de grote daling van de rijksbijdrage participatie vanaf 2010. Hiermee wordt voorkomen dat het programma
voor participatie direct moet worden aangepast of deels worden stopgezet. De reserve is ingesteld in de derde
bestuursrapportage 2009 (besluitnummer 09-135) voor de periode 2010-2014. Door verschuivingen in de
bestedingen en het langer gebruik kunnen maken van rijksgelden is de reserve van een nieuwe bestedingsritme
voorzien. Eind 2018 zal de reserve volledig zijn uitgeput.
Reserve herstructurering WSW
Doel en voeding: Doel van deze reserve is het afdekken van kosten in verband met herstructurering van het
Werkvoorzieningschap Waterland. De reserve is ingesteld in 2013 en heeft een looptijd tot en met 2019. Programma 3 Wonen
Reserve Woonvisie
135
Programmabegroting 2015-2018 |
Doel en voeding: De reserve Woonvisie is bedoeld voor investeringen in de volkshuisvesting en is gekoppeld aan
het gelijknamige beleidsplan dat in 2012 door de raad is vastgesteld. De reserve is gevoed met het eindsaldo van
de oude reserve Volkshuisvesting per 31-12-2012 en een bijdrage uit de algemene reserve € 362.000. De reserve is
ingesteld voor de periode 2012 - 2015.
Programma 7 Ruimtelijke Ordening
Reserve gronden
Doel en voeding: Doel van deze reserve is voor de risico's van de grondexploitaties en wordt daarnaast ingezet
voor potentiële nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De reserve dekt in dit kader onder andere de plankosten en
onderzoeken van de NIEGGs.
VOORZIENINGEN
Programma 2 Samenleving
Voorziening groot onderhoud De Purmaryn
Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel het realiseren van dekking en egalisering van de uitgaven
planmatig onderhoud en vervanging inventaris op middellange termijn. Het onderhoud van het gebouw de Purmaryn
vindt plaats op grond van een meerjarenonderhoudsplan.
Programma 5 Bereikbaarheid
Voorziening openbaar vervoer
Doel en voeding: Deze voorziening is in 2001 ingesteld en gevoed met de opgebouwde reserves bij Connexxion
en heeft tot doel het mede financieren van specifieke openbaar vervoer projecten en infrastructurele voorzieningen
ten behoeve van verbeterde doorstroming, comfort of toegankelijkheid van het openbaar vervoer. De gereserveerde
middelen blijven uitsluitend bestemd voor maatregelen ten behoeve van het openbaar vervoer. De voorziening wordt
ingezet voor het meefinancieren van het openbaar vervoer projecten en infrastructurele maatregelen ten behoeve
van een verbeterde doorstroming en toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Het resterende saldo kan ingezet
worden voor openbaar vervoer projecten. Voorstellen zijn in overleg met de Stadsregio in voorbereiding.
Voorziening onderhoud DRIS
Doel en voeding: Deze voorziening is in 2011 afgesplitst uit de voorziening openbaar vervoer voor een bedrag van €
500.000 en bestemd om de beheer- en onderhoudskosten van de DRIS- panelen voor een periode van tien jaar te
kunnen dekken.
Voorziening onderhoudsplan openbare ruimte
Doel en voeding: Deze voorziening dient ter egalisatie van het planmatig onderhoud voor de producten wegen,
riolering en kunst- en waterwerken. Hieronder wordt verstaan het regulier onderhoud dat periodiek terugkomt
in de onderhoudsplanning (exclusief vervaningsinvesteringen). De doelstelling is een brede voorziening voor de
geselecteerde producten, waardoor verschillen elkaar jaarlijks kunnen compenseren. Ook compensatie vanuit het
product riolering wordt hierin toegestaan, mits in het tarief nooit meer dan het gemiddeld kostenniveau volgens het
beheerplan wordt verwerkt. Deze beheerplannen worden uiterlijk om de vier jaar geactualiseerd. In verband met de
reeds doorgevoerde bezuinigingen wordt voor de voorziening uitgegaan van het kwaliteitsniveau C (sober).
Programma 7 Ruimtelijke ordening
Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen
Doel en voeding: Deze voorziening is ingesteld om onderhoudslasten te egaliseren van de panden die de gemeente
in eigendom heeft. Voor de inzichtelijkheid zijn de volgende onderhoudsvoorzieningen samengevoegd:
- Voorziening groot onderhoud onderwijshuisvesting (programma 2)
- Voorziening verhuurde percelen (programma 7)
- Voorziening groot onderhoud welzijnsgebouwen (programma 7)
136
Programmabegroting 2015-2018 |
- Voorziening onderhoud streekarchief (programma 7)
- Voorziening froot onderhoud brandweerkazerne (programma 8)
- Voorziening gemeentelijke huisvesting ( programma 10)
Voorziening civiele procedure
Doel en voeding: Deze voorziening is ingesteld ter dekking van het eigen risico in geval van een civiele procedure
wegens het vermeend onterecht weigeren van een binnenplanse vrijstelling van een bestemmingsplan m.b.t.
tot de locatie Van IJsendijkstraat 403-409. Het saldo van de voorziening bedraagt € 50.000. Eventuele verdere
vermogensschade voor de gemeente inzake onrechtmatig genomen besluiten, is gedekt door een verzekering.
Voorziening streekarchief Waterland
Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel om de kosten van groot onderhoud van het pand Streekarchief
Waterland (SAW) aan de Wielingenstraat 75 te dekken. De voorziening wordt jaarlijks gevoed met de door het ISW
afgesproken verhoging van het canon met 3,725%.
Programma 8 Veiligheid
Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne
Doel en voeding: Doel van deze voorziening is het dekken van de kosten voor het groot onderhoud bouwkundig
onderhoud. De voeding van deze voorziening geschied aan de hand van het groot onderhoudsplan en is gebaseerd
op de bestaande beheer- en onderhoudsgegevens uit Kraan. De aanwending is gebaseerd op de kosten onderhoud
van de kazerne aan de Gorslaan.
Programma 10 Bestuur en Concern
Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders
Doel en voeding: De voorziening is bestemd voor de wachtgeldverplichtingen van voormalige bestuurders. Indien
op enig moment een huidige bestuurder vertrekt zal bepaald moeten worden in hoeverre de persoon recht heeft op
wachtgeld, de hoogte van het wachtgeld en de termijn van het recht op wachtgeld. De som van dit geheel vormt de
wachtgeldverplichting voor de gemeente Purmerend. Financieel wordt deze verplichting verwerkt door het bedrag
van de verplichting te storten in de voorziening wachtgeldverplichtingen ten laste van de algemene middelen.
Voorziening spaarverlof
Doel en voeding: In deze voorziening is de waarde opgenomen van verlofuren die in het verleden konden worden
opgespaard. De voorziening is gevormd ter dekking van de kosten van vervangend personeel van deelnemers
aan de gemeentelijke spaarverordening op het moment dat zij spaarverlof opnemen. Aangezien de regeling is
opgeheven bestaat de dotatie uit een mutatie ten behoeve van het opvangen van prijsstijgingen. De onttrekking
betreft de compensatie aan een afdeling op het moment dat spaarverlof wordt opgenomen door een
deelnemer.
137
Programmabegroting 2015-2018 |
138
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
Bijlage V Portefeuilleverdeling
Bijl, D. (Don)
Burgemeester
• Personeel
• Integriteit
• Openbare orde
• Veiligheidsbeleid
• Coördinatie evenementenbeleid
• Regionale samenwerking
• Wijkwethouderschap Centrum
Helm, R (Roald)
1e locoburgemeester
• Financiën
• Stadsverwarming/HVC
• Wmo/AWBZ
• Ouderenbeleid
• Sport
• Wijkwethouderschap Wheermolen
Voorbij, E (Edwin)
2e locoburgemeester
• Onderwijs
• Werk en inkomen
• Armoedebestrijding
• Participatiewet (Baanstede)
• Economische zaken
• Vermindering regeldruk
• Baanstee-Noord
• Ontwikkeling kommetje A7
• Wijkwethouderschap Purmer-Zuid en Overwhere
Krieger, J. (Hans)
e
3 locoburgemeester
• Ruimtelijke ordening, inclusief grondexplotaties
• Wonen
• Kop van West
• Verkeer en vervoer
• Organisatie (intern)
• ICT
• Wijkwethouderschap Gors
Nijenhuis, G (Geoffrey)
e
4 locoburgemeester
• Jeugdzorg
• Jongerenwerk
• Kunst en cultuur
• Welzijn
• Toerisme
139
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
• Sociale wijkteams
• Volksgezondheid (w.o. GGD)
• Wijkwethouderschap Weidevenne
Hegger, M (Mario)
e
5 locoburgemeester
• Bewonersparticipatie
• Wijkgericht werken
• Fysieke leefomgeving
• handhaving
• Duurzaamheid en dierenwelzijn
• Publiekdienstverlening
• Communicatie
• Wijkwethouderschap Purmer-Noord
140
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
Bijlage VI Gemeentelijke organisatie
INLEIDING
In de gemeente Purmerend wordt het principe van integrale kostentoerekening toegepast.
Dit betekent dat zowel directe als indirecte kosten, zoveel mogelijk aan een product worden
toegerekend ten behoeve van de berekening van een kostprijs. Alle kosten die een direct verband hebben met een
product worden toegerekend. Hieronder vallen onder andere loonkosten, kapitaallasten en materiële kosten. Onder
indirecte kosten wordt verstaan de kosten die niet rechtstreeks samenhangen met een product. Indirecte kosten
die een verband hebben met de dienstverlening kunnen worden aangeduid als overheadkosten. Voorbeelden van
overheadkosten zijn managementkosten, huisvestingskosten, automatiseringskosten, personeelsgebonden kosten
(o.a. opleidingskosten, overwerk, toelagen, reiskosten).
De overheadkosten worden via een verdeelsleutel toegerekend aan afdelingen of producten waaraan zij een bijdrage
leveren. Hiermee wordt een juiste toerekening aan programma's en producten beoogd waardoor te bepalen is of
gemeentelijke tarieven kostendekkend zijn.
In het vervolg van deze bijlage wordt ingegaan op:
• de methode van kostentoerekening;
• de tarieven die worden gehanteerd voor de doorbelasting van overhead;
• de totale kosten die worden doorbelast;
• doorbelastingen zoals nu opgenomen in de programmabegroting per programma;
DE METHODE VAN KOSTENTOEREKENING
De methode van kostenberekening is conform de in de begroting 2014 aangepaste methode. Afspraak is dat eens in
de twee jaar de methode en de verdeelsleutels geactualiseerd worden.
Gelet op de krimp van de organisatie is er voor gekozen om als verdeelsleutel van de overheadkosten de
formatieomvang van een team te hanteren. De gehanteerde verdeelsleutels zijn:
• Huisvestingskosten: verdeelsleutel aantal m2 en/of aantal formatieplaatsen
• ICT kosten: verdeelsleutel aantal formatieplaatsen
• Facilitaire kosten: verdeelsleutel aantal formatieplaatsen
• Overige kosten: verdeelsleutel aantal formatieplaatsen
Uitzondering op deze regel voor huisvestings-, facilitaire en ict kosten is de formatie van de
buitendienstmedewerkers, zij maken immers geen gebruik van de genoemde faciliteiten.
Stap 1: loonkosten
De loonkosten zijn geactualiseerd op basis van de begrote/vastgestelde formatie en doorgerekend in
meerjarenperspectief 2015 - 2018. De loonsom 2015 is aangepast op basis van de laatst vastgestelde CAO (looptijd
tot 1-1-2013). Vanaf 2014 is voor de CAO van gemeenteambtenaren uitgegaan van de nullijn. Wel is rekening
gehouden met de kosten van de tijdelijke herstelopslag premie ouderdoms- en nabestaandenpensioen (verlengd
tot 1-1-2015) en een verlaging van werkgeverspremies. Vanaf 2015 is een gemiddelde stijging van 1,5% per jaar
begroot voor het opvangen van ontwikkelingen m.b.t. inflatie en stijgingen van werkgeverslasten.Het laatst bekende
en nog te accorderen principeakkoord voor een nieuwe CAO (1-1-2013 / 1-1-2016) is niet in de tarieven begrepen
en zal als stelpost begroot worden, ondergebracht bij de algemene dekkingsmiddelen.Bij de opstelling van de
begroting van 2016 vindt opname in de tarieven plaats.
Voor zover sprake is van afwijkende inschalingen, zijn deze apart doorbelast naar programma 10 Bestuur en
Concern. In feite krijgen de afdelingen hiermee een vorm van tijdelijke compensatie, waardoor de afwijkingen niet
doorwerken in de tarieven. Tevens heeft dit als voordeel dat de omvang van de afwijkingen en het verloop direct kan
worden gevolgd in de begroting.
141
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
Stap 2: overhead
Voor actualisering van de toerekening zijn per onderdeel de volgende stappen gezet:
a. Huisvesting. Er wordt één tarief gehanteerd voor het stadhuis en het Werkplein. Er wordt uitgegaan van sluiting
van het Werkplein in 2015 en dat medewerkers van de locatie Werkplein worden ingehuisd in het stadhuis. Voor de
doorlopende huurkosten van het Werkplein (tot medio 2017) is een bijdrage van de algemene reserve begroot.
Voor het stadhuis is apart bepaald welk deel wordt gebruikt door het college, de gemeenteraad en de centrale hal
voor de dienstverlening. Op basis van het aantal m2 zijn deze onderdelen doorbelast. De rest van het stadshuis is
doorbelast via een gemiddeld bedrag per formatieplaats. De huisvestingskosten van de locatie De Koog zijn direct
aan de afdeling Uitvoering toegerekend.
b. ICT. De automatiseringskosten zijn gesplitst in kosten ten behoeve van generieke of specifieke voorzieningen.
De generieke kosten blijven onderdeel van het overheadtarief en worden doorbelast op basis van een bedrag
per formatieplaats met een ict voorziening. De specifieke investeringen worden waar mogelijk rechtstreeks aan
producten en/of afdelingsteams toegerekend. Op basis van de inzet van het functioneel beheer worden de kosten
voor onderhoud, licenties, functioneel beheerders, projectleiders (gedeeltelijk) aan producten en/of afdelingsteams
die gebruik maken van de specifieke pakketten toegerekend. De kosten verband houdende met nog uit te werken
ict-projecten zijn als stelpost opgenomen onder de algemene dekkingsmiddelen. Deze toekomstige investeringen
zijn dus niet langer onderdeel van het overheadtarief met de intentie dat deze investeringen na uitwerking direct aan
een product en/of afdeling worden toegerekend.
c. Facilitair. De facilitaire kosten bestaan o.a.uit kosten concerndata, telefonie, reproductie, kantoorartikelen
en archief. De kosten m.b.t. GEO informatie (basisregistraties t.b.v. GBA, BAG, WOZ, BGT etc.) worden direct
toegerekend aan programma 1 Publieksdiensten. De kosten verband houdende met het archief en registratuur
worden verantwoord onder programma 10 Bestuur en Concern.
d. Overig. De kosten van de overige onderdelen van de afdeling Bedrijfsvoering (teams P&O, P&C, Juridischeen veiligheidszaken, Communicatie en de staf gemeentesecretaris) zijn samengebracht in de sleutel overig. Per
team is getoetst voor welk deel gewerkt wordt voor specifieke programmaproducten. Specifieke/rechtstreekse
doorbelasting doet zich o.a. voor bij de producten concerncontrol, bestuurscommunicatie, juridische ondersteuning
en beleidsonderzoek/informatiemanagement.
Uit de bovenstaande methode zijn vier tarieven voortgekomen voor de toerekening/ doorbelasting. Tarieven voor de
doorbelasting (bedragen * € 1) zijn als volgt opgebouwd: Sleutel
Verdeling
2015
2016
2017
2018
Huisvesting stadhuis
Formatie (fte's)
3.367
3.418
3.469
3.521
Huisvesting stadhuis
Vierkante meters (m2)
343
349
354
359
ICT
Formatie (fte's)
3.779
3.690
3.299
3.348
Facilitair
Formatie (fte's)
3.581
3.551
3.594
3.648
Overig
Formatie (fte's)
14.181
14.220
14.284
14.498
De overhead voor een volledige werkplek in het stadhuis in 2015 bedraagt € 24.908. In 2014 was het tarief € 23.733.
Stap 2: toerekening van afdelingen naar producten
• De lasten van het afdelingsmanagement (en de staf van de afdeling indien daar sprake van is) zijn
verhoudingsgewijs doorbelast aan de teams van de desbetreffende afdeling.
142
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
• Per afdelingsteam is vastgesteld op welke producten de inzet van de organisatie plaatsvindt. Dit is vastgelegd in
een procentuele verdeling van de lasten per team naar de afzonderlijke programmaproducten. Voor 2015 is de
procentuele verdeling ten laste van de producten geactualiseerd.
TOTAAL DOORBELASTE KOSTEN PER PROGRAMMA EN PROGRAMMAPRODUCT
In het onderstaande overzicht is zichtbaar voor welk bedrag in 2015 e.v. in totaal is doorbelast aan de programma's.
Op onderdelen kan als gevolg van afwijkingen in de werkelijke inzet van de afdelingen, tussen de producten worden
geschoven. Waar dit gebeurt tussen programma's, maakt dit onderdeel uit van de afwijkingen die worden gemeld in
bestuursrapportages.
Programma
Lasten
Lasten Lasten
Lasten
Lasten
2014
2015
2016
2017
2018
PGR01 PUBLIEKSDIENSTEN
PGR02 SAMENLEVING
-7.061.677
-6.885.398
-6.821.702
-6.848.781
-6.894.230
-16.055.893 -16.759.750 -17.096.838 -17.098.539 -17.248.686
PGR03 WONEN
-625.539
-633.029
-638.883
-632.474
-639.246
PGR04 MILIEU
-6.494.145
-6.320.187
-6.379.938
-6.420.762
-6.461.593
PGR05 BEREIKBAARHEID
-1.762.589
-1.832.138
-1.829.991
-1.844.843
-1.861.995
PGR06 BEHEER OPENBARE RUIMTE
-9.979.959 -10.143.294 -10.242.695 -10.278.700 -10.377.798
PGR07 RUIMTELIJKE ORDENING
-4.476.409
-4.443.236
-4.349.965
-4.066.498
-4.110.598
PGR08 VEILIGHEID
-1.033.135
-788.713
-753.167
-753.819
-759.215
PGR09 ECONOMIE
-490.967
-464.183
-467.451
-472.558
-477.702
-8.781.601
-8.929.072
-8.957.384
-8.984.852
-9.033.378
PGR11 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
-461.158
-466.695
-471.598
-478.245
-478.245
BEGROTE INVESTERINGSKREDIETEN
-281.000
-167.001
-177.672
-178.859
-179.716
809.252
1.078.759
2.687.135
3.502.684
3.568.064
PGR10 BESTUUR & CONCERN
STELPOST TAAKSTELLING ORGANISATIE
Totaal programma's
-56.694.820 -56.753.937 -55.500.149 -54.556.246 -54.954.338
Toelichting bij de tabel. De verklaring op hoofdlijnen voor de daling / stijging van de doorbelasting (lonen, tractie,
overhead):
• De loon- en salariskosten zijn geïndexeerd voor de meerjaren (doorbelasting + 1,5% vanaf 2016)
• Voor het deel waarvoor de organisatie reeds gekrompen is, is dat verwerkt in de doorbelasting naar de
programma's.
• Algemene dekkingsmiddelen. Betreft een stelpost i.c.t. kosten waarvan de verdeling over de programma's
gedurende het boekjaar plaatsvindt.
• Stelpost taakstelling organisatie. In de tabel is rekening gehouden met de afgesproken taakstelling op de
organisatie en de krimp als gevolg van 'Het beter werken' die na uitwerking wordt verwerkt in de verschillende
programma's.
143
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
144
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
Bijlage VII Uitgangspunten begroting 2015-2018
De technische uitgangspunten die zullen worden gehanteerd voor het opstellen van de ramingen in de nieuwe
begroting 2015 zijn als volgt:
• De ontwikkeling van de loonkosten van de gemeenteambtenaren volgt de CAO voor de jaren 2016 en
verder wordt rekening gehouden met 1,5% hogere lasten per jaar. Dit is inclusief de ontwikkeling van de
werkgeverspremies. De afgelopen jaren zijn vooral de werkgeverspremies (pensioenpremies en premies voor
zorgverzekeringswetten) gestegen. Het terugdraaien van de tijdelijke premieopslag voor het ABP heeft in 2014
nog niet plaatsgevonden. Voor 2015 wordt rekening gehouden met het alsnog vervallen van deze opslag van
2,12%.
• De personeelsformatie is gebaseerd op het organogram per 1 januari 2014, inclusief alle wijzigingen in genomen
besluiten tot en met februari 2014. Nieuwe ambtelijke functies worden begroot tegen de functionele schaal
met een anciënniteit van trede 10. De besluitvorming over de bezuinigingen op personeel zullen hierop worden
gemuteerd.
• Voor de subsidies wordt rekening gehouden met een ontwikkeling gelijk aan de ambtelijke salarissen. Deze
systematiek houdt in dat stijging uit het lopende jaar wordt vergeleken met de werkelijke stijging van de
ambtenaren CAO. Indien instellingen zelf een hogere CAO-ontwikkeling hebben dan de ambtenaren wordt
hiervoor geen aanvullende compensatie verleend. De instelling zal dan in overleg met de gemeente maatregelen
moeten nemen die ervoor zorgen dat met de beschikbare middelen hetzelfde doel wordt bereikt, of dat met de
beschikbare middelen concrete verlaging van de voorziening wordt afgesproken.
• De kosten van derden betreffen de diensten en goederen die derden leveren voor de uitvoering van de
werkzaamheden binnen de gemeente. Het gaat hier bijvoorbeeld om de kosten van energie, kantoorartikelen,
accountantsdiensten, onderhoud aan gebouwen en infrastructuur, schoonmaak en softwarelicenties. Het is
gebruikelijk bij het begroten van deze kosten om rekening te houden met een prijsindexatie. In afwijking van
de CBS prijsindexcijfers wordt uitgegaan van een jaarlijkse groei van 1,5%. Hiermee wordt de blijvende inzet
onderstreept om goedkoper en met een hogere kwaliteit in te kopen. In de budgetten wordt de groei niet
functioneel verwerkt. In geval van excessieve stijgingen kan, met onderbouwing, aanspraak worden gedaan op
de collectieve stelpost. Reguliere stijgingen dienen binnen het programma/product te worden opgevangen.
• Voor de tarieven wordt rekening gehouden met een kostendekkend tarief, conform de uitgangspunten in de
meerjarenbegroting 2014 - 2017. De ontwikkeling van het tarief wordt vergeleken met de CBS-index voor
consumenten.
De belastingen, heffingen en leges stijgen jaarlijks nominaal met de consumentenprijsindex (CPI). Tenzij het
tarief voor de leges landelijk door de rijksoverheid wordt voorgeschreven. Voor de indexering van de belastingen
en heffingen wordt de inflatie van consumentenprijzen gevolgd, zoals gepubliceerd door het CBS in januari in
het jaar voorafgaand aan de begroting. De indexering voor 2014 bedroeg 3,0% (CPI januari 2013). Voor 2015
bedraagt de indexering 1,4 % (CPI januari 2014).
In de meerraming wordt voor de jaren na 2015 nu uitgegaan van 1,5%. Dit zal worden aangepast bij de volgende
kadernota op basis van de dan gepubliceerde index van januari 2015.
• In het kader van de verordening ex artikel 212 van de gemeentewet betreffende het financieel beheer van de
gemeente is er voor gekozen een omslagrente te hanteren. Voor de begroting 2015 wordt de huidige omslagrente
van 4,0% gecontinueerd. Dit percentage wordt ook gebruikt als uitgangspunt voor de berekening van lasten van
(toekomstige) investeringen.
• Voor de doorberekening van rente aan grondexploitaties en Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG's)
wordt sinds 2013 2,5% gehanteerd. Dit percentage kan ongewijzigd blijven omdat de hiervoor benodigde
leningen voor meerdere jaren zijn afgesloten.
• De afschrijving van de vaste activa vindt lineair plaats. Voor het afschrijven van de vaste activa worden de
afschrijvingstermijnen gehanteerd conform de financiële verordening. De afschrijvingen starten in het jaar na
ingebruikname. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.
145
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
• Investeringen met een ondergrens van kleiner dan € 25.000 worden rechtstreeks in de exploitatie opgenomen,
uitgezonderd de jaarlijkse vervanging van kleinere auto’s die samen worden geactiveerd en gronden en terreinen,
die altijd worden geactiveerd.
• Voor verbonden partijen wordt uitgegaan van gelijke financiële uitgangspunten als voor de eigen begroting. De
budgetten worden in beginsel dus ook geïndexeerd. Het betreft het ISW, de Veiligheidsregio, de Stadsregio
Amsterdam, de GGD, Baanstede en de recreatieschappen. De meerjarenbegrotingen van de verbonden partijen
zijn verwerkt zoals aangegeven in de zienswijze die hierop door de gemeenteraad is vastgesteld. Voor Baanstede
geldt dat vooruit is gelopen op de uit te brengen zienswijze omdat de begroting niet voor het zomerreces
beschikbaar was. Gewerkt is met het ambtelijk concept.
Autonome ontwikkelingen en niet autonome ontwikkelingen
De volgende ontwikkelingen worden gezien als autonome ontwikkelingen en zijn - indien van toepassing - direct
verwerkt in het financieel kader:
• Dalende of stijgende cliëntenaantallen (bijvoorbeeld Wwb, Wmo-voorzieningen) leiden tot navenante aanpassing
van de ambtelijke formatie;
• Uitbreiding of krimp van het areaal (in beheer zijnde wegen, straten, groen, meubilair en kunstwerken) wordt
verwerkt in de begroting zodat het bestaande beheer niet in kwaliteitsniveau hoeft te worden aangepast;
• Leerlingprognoses met een effect op de benodigde hoeveelheid. Dit geldt onder andere voor het
leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting;
• Ontwikkelingen (af- en/of toename) uitkering in het gemeentefonds (areaal/accres);
• Vervanging van voertuigen en installaties via vervangingsinvesteringen;
• Voor de leges en tarieven wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief op basis van de systematiek van
toerekenen van organisatiekosten in de begroting 2014.
Niet-autonome ontwikkelingen zijn
• Wijziging in de kostentoerekening voor wat betreft het effect op de tariefsverhogingen. Tariefwijzigingen zijn
afgezien van aanpassing aan de inflatie altijd een keuze;
• Voorstellen waarin het beleid wordt gewijzigd of nieuwe initiatieven ten opzichte van de meerjarenbegroting
2014-2017 worden gedaan;
• Dalende rijksinkomsten voor specifieke taken. Het uitgangspunt bij rijksinkomsten is dat het gemeentelijk aandeel
in de kosten niet stijgt. Bij een dreigende stijging wordt een bezuiniging als keuze aan de raad voorgelegd.
Tabel samenvatting uitgangspunten 2015:
Loonontwikkeling
1,5 %
Prijs/inflatieontwikkeling
1,5 %
Omslagrente
4,0 %
Rente voor grondexploitaties
2,5 %
Subsidies gesubsidieerde instellingen
1,5 %
Gemeentelijke heffingen, leges en belastingen
1,4 %
146
Programmabegroting 2015-2018 | Bijlagen
AFKORTINGENLIJST
Afkorting
Betekenis
AWBZ
BAG
Basisregistraties Adressen en Gebouwen
BRP
Basis Registratie Personen
CPB
DiGiD
GGD
emeentelijke Gezondheidsdienst
Wabo
Wmo
WOZ
Waardering Onroerende Zaken
WPG
Wet Publieke Gezondheidszorg
WSNP
WSP
WerkgeversServicePunt
Wsw
WW
WWB
147
Wet werk en bijstand
Programmabegroting 2015-2018 |