open brief - Brusselnieuws

REACTIE VAN DE BRUSSELSE CULTUURBELEIDSCOÖRDINATOREN OP HET VGC-PERSONEELSBELEID
Geacht collegelid Bruno De Lille,
Geacht collegelid Guy Vanhengel,
Geacht collegelid Brigitte Grouwels,
De resultaten van het VGC-examen verspreiden zich als een olievlek.
Niet enkel de gedupeerden van het examen worden geraakt. Ook wij. Ook Brussel.
De VGC verdeelt jaarlijks de subsidies lokaal cultuurbeleid over de Brusselse gemeentes. In 15
gemeentes proberen wij, de cultuurbeleidscoördinatoren samen met het lokale
gemeenschapscentrum als gepriviligieerde partner een cultuurbeleid uit te werken. Wij dienden net
samen een beleidsplan in voor de komende 6 jaar. Een plan op maat van de lokale noden én lokale
ploegen. Een plan waarin wij ons engageren om samen te bouwen aan een beter Brussel, met veel
aandacht voor belangrijke maatschappelijke groepen zoals kinderen en kansarmen. Een plan waarin
gemeenschapsvorming en duurzaamheid voorop staan. Wat blijft er van dit plan over? Welke
ambities kunnen we nu nog waarmaken?
Duurzaamheid wordt een loos begrip als de continuïteit van een ploeg niet kan gegarandeerd
worden. Ook op korte termijn komt de continuïteit van dagelijkse werkingen in het gedrang, zoals
kinderactiviteiten en –opvang tijdens de zomermaanden bijvoorbeeld. Het is naïef te geloven dat een
nieuw iemand onmiddellijk is ingewerkt, zoiets duurt màànden of langer, zeker omdat het
persoonlijke netwerk zo’n grote rol speelt in gemeenschapscentra.
Cultuurfunctionarissen en hun collega’s zijn zoveel meer dan een A, B, AB, C of D van bepaalde of
onbepaalde duur. Het zijn vooral ook mensen die elk een persoonlijke relatie uitbouwden met hun
collega’s en hun publiek, die lokale netwerken opbouwden waar een centrum zijn werking aan
ophangt, vaak een investering van jàren. Want dat is een GEMEENSCHAPScentrum : een minigemeenschap die zich ten dienste stelt van de lokale gemeenschap : de klusjesman die de vereniging
die komt vergaderen verder helpt, de cultuurfunctionaris die een goed contact heeft met de mama’s
van de kinderen uit de kinderwerking, de centrumverantwoordelijke die graag gezien is bij
partnerorganisaties, …. In een gemeenschapscentrum werken vergt bepaalde competenties die niet
te meten vallen via een standaard Hudson examen. En het vergt zéker andere competenties dan
degene die nodig zijn om in een administratie te werken. De resultaten van het examen
weerspiegelen dan ook in veel gevallen niet de reële competenties van werknemers op het terrein.
We erkennen problemen in sommige gemeenschapscentra, maar dit examen lost die alvast niet op.
Veel “goede” mensen zijn de dupe geworden. En bij uitbreiding veel “goede” werkingen. En bij
verdere uitbreiding zal het publiek, de lokale gemeenschap, de Brusselaar, delen in de klappen.
Het lijkt erop dat de VGC liever investeert in stenen dan in mensen, wat vandaag tot absurde
situaties leidt : in GC De Kriekelaar wordt bijv. geïnvesteerd in een zaal van éen miljoen (de werken
zijn net gestart), maar de theatertechnieker wordt na 10 jaar dienst op straat gezet. Er is geen plaats
meer voor zijn functie in het nieuwe personeelsplan. Ook in GC De Maalbeek starten volgend jaar de
langverwachte werken aan de zaal, maar ook daar is geen plaats meer voor een theatertechnieker.
Hoe denkt men producties te laten doorgaan in die “chique zalen”? Wil de VGC dan lege dozen?
Als er al geïnvesteerd wordt in mensen, wordt er bijzonder vreemd omgegaan met de mogelijke
opbrengst hiervan : zoveel verplichte opleidingen voor het personeel om hen performanter en
competenter te maken en dan toch maar op basis van éen examen beslissen dat het sop de kool niet
waard was. Jaar na jaar positieve evaluaties door diezelfde VGC tellen ineens niet meer mee.
In GC De Maalbeek wordt die situatie ten top gedreven : na 6 contractverlengingen mag de
centrumverantwoordelijke vertrekken, terwijl zij er in slaagde eindelijk een stabiele ploeg te vormen,
met ambitieuze plannen voor de werking. En stabiele ploegen vormen binnen een “beleid” van
tijdelijke contracten (en dus veel personeelsverloop) is geen sinecure, zo bleek. Om een paar
voorbeelden te noemen : wijktrajecten lokaal cultuurbeleid in Heembeek en Laken konden de
afgelopen jaren niet worden uitgevoerd wegens te veel personeelsverloop en ondoordachte
“experimenten” met stafpersoneel in deze centra. Ook het wijktraject in Haren leed onder het
experiment van een halftijdse i.p.v. voltijdse centrumverantwoordelijke.
En welk beleid is het om in een besparingsactie vooral jobs op niveau C en D te schrappen? Want in
de hele heisa rond het examen wordt vergeten dat er in het nieuwe personeelsplan ook nog 55
equivalente voltijdsen worden geschrapt, hoofdzakelijk in de laagste niveaus. Mensen die in de
meest precaire socio-economische situatie verkeren worden zonder boe of ba op straat gezet …
Bovendien zijn het net deze mensen die de eerste lijn met alle publiek in elk gemeenschapscentrum
verzorgen.
De hertekening van de personeelssituatie in de gemeenschapscentra lost de problemen niet op,
maar creëert er vele nieuwe. Niet enkel de gemeenschapscentra worden geraakt, er is een bredere
maatschappelijke impact.
Wat ons betreft, had de VGC de afgelopen periode beter werk gemaakt van een degelijke visieontwikkeling en echt grootstedelijk denken in plaats van onder druk van besparingen voor de hand
liggende formele maatregelen te treffen.
Wij eisen een strategisch beleid op lange termijn op maat van de grootstad (!) Brussel en met
aandacht voor het menselijke, zowel qua personeel, als voor de bevolking. Een beleid van wijk tot
grootstad op mensenmaat, en niet van Kafka naar de muur.
Met vriendelijke groet,
de cultuurbeleidscoördinatoren :
Marc Bultereys (Sint-Agatha-Berchem / Koekelberg)
Sofie Decorte (Etterbeek)
Mira Dejonge (Evere)
Hilde De Visscher (Vorst)
Niki D’Heere (Anderlecht)
Hylke Gryseels (Schaarbeek)
Céline Jacquet (Ukkel)
Jessy Neukermans (Jette)
Ingrid Lemaire (Sint-Gillis)
Nils Schnitzler (Sint-Pieters-Woluwe)
Thomas Simkens (Sint-Joost-ten-Node)
Anja Stroobants (Brussel)
Tjorven Vanden Eynde (Molenbeek)
Bastiaan Wildemeersch (Elsene)