Bewegingsdetectie in de werkomgeving

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014
Invulinstructie:
 Dit formulier is bedoeld voor onderzoeksopdrachten die in een periode van
gemiddeld 4 maanden (kunnen) worden uitgevoerd.
 Voor kortere klussen komt nog een apart formulier
 Alle onderzoeksopdrachten geschikt voor afstuderen, moeten voldoen aan de
eisen van het HBO eindniveau: zie bijlage.
 Zie verder de cursief gedrukte aanwijzingen per item.
Titel van het project (Kort en krachtige weergave van het onderwerp)
Bewegingsdetectie in de werkomgeving
Korte omschrijving van de onderzoeksopdracht
Wat is de beste manier om bewegingspatronen in de werkomgeving te meten? Met
het toenemen van de flexibiliteit en keuzemogelijkheden binnen (en buiten)
kantoren, wordt het steeds belangrijker om inzicht te krijgen in de keuze/gedragspatronen van gebruikers. Welke plekken binnen het kantoor worden op
welk moment, door welke personen en voor welke activiteiten gebruikt? Hoe
beweegt een medewerker zich door de werkomgeving, hoe vaak wisselt deze van
plek? Belangrijke vragen, omdat het feitelijke gebruik vaak afwijkt van de
verwachtingen van adviseurs en ontwerpers. Met als gevolg dat de omgeving niet
optimaal wordt gebruikt en (belangrijker) mensen niet optimaal presteren. Omdat
mensen zich maar beperkt bewust zijn van hun bewegingspatronen in de
werkomgeving en directe observatie zeer arbeidsintensief is, zoeken we naar
slimmere meetmethodes, die gebruik maken van moderne technologie.
Aanleiding tot de onderzoeksopdracht en de huidige situatie
Deze onderzoeksopdracht is gerelateerd aan het promotieonderzoek ‘De psychologie
van de flexplek’ van Jan Gerard Hoendervanger (= opdrachtgever); zie bijlage. In het
kader van dat onderzoek zullen metingen worden verricht om de effecten van
bepaalde interventies in de werkomgeving (denk aan het veranderen van de
spelregels of het aanpassen van de inrichting) te kunnen analyseren. In andere
studies zijn voor dit doel verschillende technieken toegepast, zoals Radio Frequency
Identification (RFID) en Ultra Wide Band (UWB). Deze onderzoeksopdracht is gericht
op het inventariseren van verschillende technieken met bijbehorende voor- en
nadelen. De zoektocht zal bestaan uit literatuurstudie, interviews met deskundigen
en zo mogelijk het testen van meettechnieken in de praktijk.
Deze onderzoeksopdracht maakt onderdeel uit van het programma Workspace
Design van het Kenniscentrum NoorderRuimte. Dit betekent dat er naast de
opdrachtgever ook betrokkenheid zal zijn van een groep van adviseurs en
ontwerpers op het gebied van huisvesting, organisatie en ICT (Community of
Experts).
Gewenste situatie met betrekking tot het vraagstuk
Onderzoeksrapport: inventarisatie en beoordeling van verschillende meetmethoden.
Adviesrapport: aanbevelingen voor het promotieonderzoek.
Presentatie: van de conclusies en aanbevelingen aan de opdrachtgever en partners
van Workspace Design.
Geschikt voor studenten van de opleidingen
Sensortechnologie (Advanced Sensor Applications)
Human Technology
De volgende kennis/skills zijn noodzakelijk en/of gewenst
Onderzoeksvaardigheden: desk research, analyseren, rapporteren.
Kennis van en affiniteit met technische aspecten van verschillende meetmethoden.
Basiskennis van of belangstelling voor het thema werkomgeving is een pre.
BIJ INTERNE OPDRACHTGEVER
Lectoraat
Onderzoekslijn
Facility Management
Onderzoekprogramma
Workspace Design
Contactgegevens
Contactpersoon: Jan Gerard Hoendervanger
Contactgegevens: [email protected] 06-22513751
Website:
BIJ EXTERNE OPDRACHTGEVER
Contactgegevens
Bedrijf:
Contactpersoon:
Contactgegevens:
Website:
Participatie vormen ‘lectoraten’ bNR
Gewenste vorm
X
Verstrekken opdracht
Opdrachtgever op afstand (weinig
contact)
Opdrachtgever intensief (veel
contact)
Bijdragen aan opdrachten van
anderen
Expert (te consulteren)
Expert (actief)
Interne opdrachtgever ook voor
andere projecten
Deelnemer kennisuitwisselingsbijeenkomsten
Deelnemer themagroepen
Coach (proces)
Lerende met eigen ontwikkelagenda
Advisering bNR
Openstellen van lectoraat en eigen
kenniskringen
Openstellen van eigen netwerken
Opmerkingen (wensen, tijd etc.)
Competentieniveau
Aspect
Niveau 1
(basisfase)
Aard van de Eenvoudig
taak
Gestructureerd
Past bekende
methoden
direct toe
volgens
vaststaande
normen
Aard van de Bekend
context
Eenvoudig
Monodisciplinair
In de
schoolsituatie
Normen
voor
adequaat
handelen
Is
ondernemend,
heeft een open
houding
Kennis
Beheerst
basiskennis,
maakt gebruik
van bronnen
X Niveau 2
(kernfase)
Complex
Gestructureerd
X Eindniveau
(specialisatiefase)
Complex
Ongestructureerd
Past bekende
methoden aan
wisselende
situaties aan
Verbeterd methoden
en past normen aan
de situatie aan
Bekend
Complex
Monodisciplinair
Onbekend
Complex
Multidisciplinair
In de praktijk
onder
begeleiding
Past
wetenschappelij
ke kennis toe, is
resultaatgericht,
is besluitvaardig
Gebruikt
basiskennis,
maakt zich
doelgericht
nieuwe kennis
eigen
In de praktijk
zelfstandig
Toont visie, is
innovatief
Gebruikt kennis op
een toegepast
wetenschappelijke
manier, draagt bij aan
kennisontwikkeling
X
Kwaliteit van de output
Resultaat
Criteria
Adequaat
Valide
Verantwoording
Consistent
Resultaat als proces
Controleerbaar
Vakkundig
Betrouwbaar
Logisch
Praktijkresultaat
Gevonden resultaat:
 Levert een daadwerkelijke
oplossing.
 Verankerd in de probleemcontext
 Toelaatbaar en duurzaam
Gevonden resultaat :
 Geaccepteerd in probleemcontext
 Acceptabel in het
probleemdomein
 Conceptueel onderbouwd
 Goed verklaard
 Generalisering aannemelijk
gemaakt
Inhoudselementen:
 In zichzelf consistent
 Onderling consistent
Uitvoering is:
 Compleet
 Achteraf nog gedetailleerd te
volgen
 Transparant, duidelijk
gecommuniceerd
Uitvoering is:
 Resultaateffectief
 Kenniseffectief
 Efficiënt
 Toelaatbaar
Uitvoering is niet toevallig beïnvloed door
 Degenen die de activiteiten
uitvoeren
 Toestand van de organisatie
rondom hen heen
 Onvolkomenheden
 Toevallig
Redeneringen zijn vrij van:
 Inhoudelijke redeneerfouten
 Onzakelijke argumenten
 Gegoochel met betekenissen