WAD doet het er toe?

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014
Invulinstructie:
 Dit formulier is bedoeld voor onderzoeksopdrachten die in een periode van
gemiddeld 4 maanden (kunnen) worden uitgevoerd.
 Voor kortere klussen komt nog een apart formulier
 Alle onderzoeksopdrachten geschikt voor afstuderen, moeten voldoen aan de
eisen van het HBO eindniveau: zie bijlage.
 Zie verder de cursief gedrukte aanwijzingen per item.
Titel van het project (Kort en krachtige weergave van het onderwerp)
“WAD doet het er toe?”
Verkennend onderzoek naar de invloed van het werelderfgoed Waddenzee op de
‘sense of place’ van bewoners van de kustregio van Friesland en Groningen
Korte omschrijving van de onderzoeksopdracht
Voor de kustregio van Friesland en Groningen bestaan twee tegenstrijdige perspectieven.
Enerzijds wordt het als een probleemgebied ervaren waar door demografische
veranderingen (krimp) de leefomstandigheden verslechteren, anderzijds als een gebied met
een unieke cultuurhistorische erfenis dat door zijn sterke relatie met het werelderfgoed
Waddenzee toeristisch-recreatief ontsloten kan worden. In verschillende, vaak sectoraal
georganiseerde netwerken wordt nagedacht over de toekomst van deze regio waarin
90.000 inwoners verspreid over 2 havensteden en een veertigtal dorpen woonachtig zijn.
Maar in de verschillende visies en plannen spelen de bewoners nog een ondergeschikte rol.
Dat is opmerkelijk aangezien ook bewoners betekenis hechten aan de plek waar zij wonen
en werken. Maar over deze ‘sense of place’ is weinig bekend. Het onderzoek heeft tot doel
om op vier exemplarische plekken in de kustregio –Friese havenstad, Fries dorp, Gronings
dorp, Groningse havenstad- met behulp van enquêtes de ‘sense of place’ in kaart te
brengen. De resultaten van deze enquête zullen gebruikt worden voor het formuleren van
aanbevelingen hoe bewoners te laten participeren in de planvorming m.b.t. het noordelijk
kustgebied.
Aanleiding tot de onderzoeksopdracht en de huidige situatie
De aanwijzing van de Waddenzee tot werelderfgoed inspireert vele plannenmakers.
Daarnaast zijn nog twee ontwikkelingen van invloed op noordelijke kustregio:
demografische veranderingen (krimp) en klimaatverandering (zeespiegelstijging). Dit heeft
aanleiding gegeven tot ontstaan van de volgende veelal sectorale plannen:
Klimaatverandering
De klimaatverandering is van grote invloed op de toekomst van de waddenkust. In de eerste
plaats zullen de zeedijken over de volledige lengte versterkt moeten worden (tijdens de
laatste keuring is het grootste deel van de dijken afgekeurd). Daarnaast zullen
klimaatadaptatieplannen opgesteld moeten worden om te kunnen omgaan met
neerslagoverschotten en de verzilting van de landbouwgronden de eerste kilometers achter
de dijk. Deze plannen worden opgesteld en uitgevoerd in het kader van het
Deltaprogramma 2013 (deelprogramma Wadden). Hierbij staat de waterveiligheid voorop,
hoewel men open staat voor een meer integralere benadering van de
kustverdedigingsproblematiek. Uit eerder onderzoek van het kenniscentrum
NoorderRuimte blijkt dat op lokaal niveau, met uitzondering van de Eemsdelta, het
fenomeen klimaatadaptatie onbekend is.
Natuurontwikkeling
Het werelderfgoed Waddenzee inspireert tot het opstellen van plannen voor natuurherstel.
De in de kustregio actieve terreinbeherende natuurorganisatie concentreren zich op het
vergroten van de biodiversiteit van hun buitendijkse terreinen (vooral kweldergebied) en
achten vergroting van het areaal binnendijkse natuur passen de vigerende beleidslijnen
voor de ontwikkeling van het werelderfgoedgebied. Hoewel er enig oog is voor de
recreatieve functie van de natuurgebieden is ook hier nauwelijks sprake van een integrale
benadering.
Toerisme en recreatie
In tegenstelling tot het kustgebied van Neder-Saksen en Sleeswijk-Holstein is de
Nederlandse waddenkust toeristisch niet ontwikkeld. Het toerisme in de Nederlandse
waddenregio concentreert zich met name op de eilanden. Niettemin is ontwikkeling van het
toerisme als speerpunt nummer 1 benoemd om de economische neergang van het gebied
tegen te gaan. Binnen de toeristisch-recreatieve sector zijn verschillende visies op gesteld
om dit te bewerkstelligen. Zo zijn in opdracht van de Kamer van Koophandel NoordNederland scenario’s ontwikkeld om via het vliegveld Eelde meer buitenlandse toeristen te
interesseren voor het waddenkustgebied. Bij het nadenken over versterking van de
toeristische functie wordt echter nauwelijks stil gestaan bij de hiervoor noodzakelijk
ontsluiting van het noordelijk kustgebied.
Culturele landschapsontwikkeling
Vrij recent zijn de initiatieven die vanuit kringen rond het Oerol-festival (Terschelling)
worden genomen. Centraal hierin staat het besef dat wij mensen verlangen naar het
ongerepte maar bestaan bij de gratie van het interveniëren in een gebied als de
waddenkust. Met behulp van o.a. kunstzinnige uitingen wil men langs de gehele
waddenkust een eigentijdse invulling geven aan het landschap waarin de waarden die we
daaraan geven zich weerspiegelen. Een dergelijke permanente tentoonstelling, met het
estuaire de Nantes als lichtend voorbeeld, zal volgens de initiatiefnemers de waddenkust
aantrekkelijker maken voor buitenlandse bezoekers. Op dit moment zoekt men verbinding
met plannen die gemaakt worden voor de kustverdediging en de toeristische ontsluiting
van het gebied.
Gewenste situatie met betrekking tot het vraagstuk
Een onderzoeksrapport met:
- Een theoretische uitwerking van het begrip ‘sense of place’
- Resultaten van de enquêtes uitwerkt per onderzoekslokatie
- Een eerste verkenning hoe de resultaten van het onderzoek binnen de verschillende
sectorale plannen toegepast kunnen worden
-
Het organiseren in juni van een expertmeeting waarin de resultaten van het
onderzoek en de aanbevelingen met vertegenwoordigers van de verschillende
sectoren worden besproken.
Geschikt voor studenten van de opleidingen
Bouwkunde, CT, met belangstelling voor hoger ruimtelijk schaalniveau
De volgende kennis/skills zijn noodzakelijk en/of gewenst
Gevoel voor sociale wetenschap
Affiniteit met kustlandschappen
Vermogen bestaande plannen kritisch te evalueren
Helder en overtuigend presenteren van aanbevelingen
BIJ INTERNE OPDRACHTGEVER
Lectoraat
Onderzoekslijn
Mariene Wetlands Studies
(Hans Revier) i.s.m. Krimp
en Leefomgeving (Sabine
Meier).
Contactgegevens
Contactpersoon: Hans Revier
Contactgegevens: [email protected]
Website:
BIJ EXTERNE OPDRACHTGEVER
Contactgegevens
Bedrijf:
Contactpersoon:
Contactgegevens:
Onderzoekprogramma
Website:
Participatie vormen ‘lectoraten’ bNR
Gewenste vorm
X
Verstrekken opdracht
Opdrachtgever op afstand (weinig
contact)
Opdrachtgever intensief (veel
contact)
Bijdragen aan opdrachten van
anderen
Expert (te consulteren)
Expert (actief)
Interne opdrachtgever ook voor
andere projecten
Deelnemer kennisuitwisselingsbijeenkomsten
Deelnemer themagroepen
Coach (proces)
Lerende met eigen ontwikkelagenda
Advisering bNR
Openstellen van lectoraat en eigen
kenniskringen
Openstellen van eigen netwerken
Opmerkingen (wensen, tijd etc.)
Competentieniveau
Aspect
Niveau 1
(basisfase)
Aard van de Eenvoudig
taak
Gestructureerd
Past bekende
methoden
direct toe
volgens
vaststaande
normen
Aard van de Bekend
context
Eenvoudig
Monodisciplinair
In de
schoolsituatie
Normen
voor
adequaat
handelen
Is
ondernemend,
heeft een open
houding
Kennis
Beheerst
basiskennis,
maakt gebruik
van bronnen
X Niveau 2
(kernfase)
Complex
Gestructureerd
X Eindniveau
(specialisatiefase)
Complex
Ongestructureerd
Past bekende
methoden aan
wisselende
situaties aan
Verbeterd methoden
en past normen aan
de situatie aan
Bekend
Complex
Monodisciplinair
Onbekend
Complex
Multidisciplinair
In de praktijk
onder
begeleiding
Past
wetenschappelij
ke kennis toe, is
resultaatgericht,
is besluitvaardig
Gebruikt
basiskennis,
maakt zich
doelgericht
nieuwe kennis
eigen
In de praktijk
zelfstandig
Toont visie, is
innovatief
Gebruikt kennis op
een toegepast
wetenschappelijke
manier, draagt bij aan
kennisontwikkeling
X
Kwaliteit van de output
Resultaat
Criteria
Adequaat
Valide
Verantwoording
Consistent
Resultaat als proces
Controleerbaar
Vakkundig
Betrouwbaar
Logisch
Praktijkresultaat
Gevonden resultaat:
 Levert een daadwerkelijke
oplossing.
 Verankerd in de probleemcontext
 Toelaatbaar en duurzaam
Gevonden resultaat :
 Geaccepteerd in probleemcontext
 Acceptabel in het
probleemdomein
 Conceptueel onderbouwd
 Goed verklaard
 Generalisering aannemelijk
gemaakt
Inhoudselementen:
 In zichzelf consistent
 Onderling consistent
Uitvoering is:
 Compleet
 Achteraf nog gedetailleerd te
volgen
 Transparant, duidelijk
gecommuniceerd
Uitvoering is:
 Resultaateffectief
 Kenniseffectief
 Efficiënt
 Toelaatbaar
Uitvoering is niet toevallig beïnvloed door
 Degenen die de activiteiten
uitvoeren
 Toestand van de organisatie
rondom hen heen
 Onvolkomenheden
 Toevallig
Redeneringen zijn vrij van:
 Inhoudelijke redeneerfouten
 Onzakelijke argumenten
 Gegoochel met betekenissen