Wiebe Draijer - VNO-NCW

Naar een breed groeidebat
Lezing Wiebe Draijer, voorzitter SER, bij de Bilderberg-conferentie van VNO-NCW
op vrijdag 7 februari 2014, 13.45 uur, hotel de Bilderberg in Oosterbeek.
Het gesproken woord geldt
Dames en heren,
Gisteravond was ik bij mijn zoon op school voor de presentatie van profielwerkstukken. Het
brede spectrum aan onderwerpen die de leerlingen behandelden, gaf mij vertrouwen dat
het best goed gaat met deze komende generatie. Zij sneden onder meer de volgende
kwesties aan: Wat is liefde? De definitie van schoonheid? Wat is een belastingparadijs? Wat
is burgerschap?
Die laatste vraag werd gisteravond door de leerlingen drieledig beantwoord. Burgerschap
toon je: 1. door inzicht in hoe de maatschappij werkt; 2. geloof en vertrouwen in het
maatschappelijk bestel; 3. zelf actief deelnemen aan het maatschappelijk leven. Dat geeft
vertrouwen voor de toekomst.
Maar dat vertrouwen loopt weer terug als je kennis neemt van een Europees onderzoek
onder veertienjarigen. Daarin scoren Nederlandse scholieren in vergelijkend perspectief op
een aantal punten heel laag: bij vertrouwen in de overheid, bij houding tegenover
discriminatie en bij maatschappelijke betrokkenheid. Dat roept de vraag op hoe we de
dialoog met die jonge generatie gaan organiseren. Overigens is onze jeugd wel heel actief
op sociale media – maar dat is in eigen kring.
Hoe dan ook: het viel mij op dat geen enkel profielwerkstuk gisteravond betrekking had op
ondernemerschap en groei. En daaraan hebben wij wel veel behoefte. We hebben een
debat over, en een aanpak voor groei nodig, in een omgeving die wordt gekenmerkt door
het opknippen van bedrijfsketens, door technologische veranderingen, en door andere
tektonische verschuivingen.
Alleen al op de arbeidsmarkt doen zich ten minste drie grote verschuivingen voor die even
zovele uitdagingen inhouden:
1. De verzilvering (beter alternatief voor vergrijzing) die een fase aan het werkzame
leven toevoegt. Wat gaan we in die vierde fase doen?
2. De decentralisatie die – conform het Sociaal Akkoord - het accent gaat leggen op de
werking van regionale arbeidsmarkten. Maar wat is de arbeidsmarkt van de regio
precies? De decentralisatie is in essentie goed, maar het risico bestaat dat deze
eenzijdig als een vehikel voor bezuinigen wordt gezien.
3. De dynamisering. De jonge generatie zal sneller van baan wisselen en zich minder
binden aan een vast contract. Dat roept vragen op over het huidige bestel. Het
incrementeel oplossen van knelpunten houdt risico’s in. Het is beter om vooruit te
denken, vanuit de positie van werkenden zelf.
Ik zie volop beweging in economie en maatschappij. Het wordt nu tijd om met elkaar een
groeiagenda op te stellen en daarmee keuzes te maken voor de toekomst. Richtingloosheid
is gevaarlijk, dat heeft de geschiedenis wel bewezen. De aanloop naar 1914, het begin van
de Eerste Wereldoorlog, biedt daarvan een sprekend voorbeeld. Europa heeft zich toen
massaal in een zwart gat gestort. Ik zie een paar parallellen tussen die tijd en het heden
(zonder overigens herhaling van een dergelijk drama te willen suggereren). Die parallellen
betreffen de grote verschillen in welvaart en een blind vertrouwen in de technologie. In een
context van richtingloosheid houdt dat risico’s in.
Wat we nu nodig hebben, is stabiliteit, om van daaruit richting te geven. We hebben af te
rekenen met een historie van punten op de horizon met een halfwaardetijd van twee
dagen.
Ondernemerschap is belangrijk voor dat richting geven. Het schept ruimte, geeft lucht.
Economen houden ons voor dat onze economie met 1,5% per jaar kan groeien. Dat is
logisch, maar komt voort uit een in principe verkeerde houding. Welke keuzes willen we
maken als daardoor een hoger groeitempo kan worden gerealiseerd en we niet blijven
voortmodderen? Dan moeten we willen kijken naar de productiviteitsgroei en naar de groei
van de werktijd. De eerste opgave is om de bestaande arbeidsreserve in te schakelen. Op
lange termijn moeten we ook de rol van migratie bezien.
Bij wijze van voorschot op een antwoord wil ik u wat persoonlijke reflecties voorleggen.
Het is nodig om keuzes te maken. Ik wil er een aantal noemen:
- In onderwijs en innovatie moeten we van goed naar excellent. De KIA
- Kennis en Innovatiefoto 2014 laat zien dat Nederland er over het algemeen goed
voorstaat, maar het buitenland zit niet stil en we gaan op een aantal terreinen niet
mee met de besten.
- Waar verdienen we in de toekomst ons geld mee? We hebben topsectoren
aangewezen. Maak keuzes en pak door op die keuzes.
- De circulaire economie (het sluiten van kringlopen door hergebruik);
- Het aantrekken van buitenlandse ondernemingen (vooral uit Azië);
- Het doorzetten van ingezette hervormingen, in alle eerlijkheid, op terreinen als
zorg, woningmarkt, balansherstel, financiering van het mkb.
Terug naar mijn kanttekeningen bij houding en gedrag van de komende generatie. De bron
van onze kracht is gelegen in ondernemerschap en een internationale oriëntatie. Ik vind het
contrast met de schoolbanken groot. Nederlandse studenten gaan minder dan andere
nationaliteiten in het buitenland studeren. Scholieren zijn negatief over buitenlanders. En
we hebben meer ondernemerschap nodig.
Dat onderstreept de noodzaak om met de groeiagenda het individu te bereiken, het
gesprek aan te gaan tot in de haarvaten van de samenleving. Het gaat hier om de dialoog,
eerder dan het formuleren van het antwoord. En de G-1000 van David van Reybroeck kan
ons leren hoe hier grotere groepen mensen bij te betrekken.
Aan de overlegeconomie, aan het voeren van overleg ontlenen wij kracht. Dat ziet men in
het buitenland heel goed. Onlangs was ik in Zweden, op uitnodiging van de familie
Wallenberg, om te spreken met voorzitters van werkgevers- en werknemersorganisaties
over de vraag hoe dat land in een versnelling te brengen. Ons beeld van Zweden is dat het
de zaakjes goed op orde heeft. Maar naar hun eigen inzicht ontbreekt er iets: een
overlegmodel.
Zo’n overlegmodel moet natuurlijk wel kunnen leveren. Het Energieakkoord van september
vorig jaar is een mooi product. Maar er zijn andere onderwerpen die vragen om oplossing
via overleg. Ik doe hier een open uitnodiging om daarvoor de tafels van de
overlegeconomie te gebruiken, ook al staat het overleg onder druk. De vakbeweging heeft
moeite om een antwoord op de toekomst te formuleren; aan werkgeverszijde is de
uitdaging om vocale ondernemers aan boord te houden.
In die context moeten we nu de groeiagenda gaan oppakken. Hoe organiseren we
voldoende capaciteit om mede richting te geven aan die agenda. Bijvoorbeeld door gebruik
te maken van een nog onderbenutte bron. Het is een bijzondere omstandigheid dat aan de
top van de vijf grootste in ons land gevestigde ondernemingen landgenoten staan. Daarvan
moeten we goed gebruik maken, door een dialoog op te zetten tussen de top van het
bedrijfsleven en de politieke leiding van ons land. En ik wil een oproep doen mee te doen
met dit gesprek over de groeiagenda – juist ook aan en met de jongere generatie. Opdat in
2017 alle scholieren het belang van ondernemerschap voor groei op hun netvlies hebben.
Ik dank u voor uw aandacht.