20140527_7_bijlage_1_rapportage_mediation_Oeverstr

drs. R.P.F. Bijkerk
Dijkstraat 88
3904 DH Veenendaal
E-mail [email protected]
Veenendaal, donderdag 8 mei 2014
Aan:
De Raad van de gemeente Wijk bij Duurstede
Betreft:
Rapportage mediation ‘Oeverstraat-Muntstraat’
Geachte raadsleden,
Hierbij doe ik u mijn verslag toekomen over het verloop en de uitkomst van het mediationtraject ‘Oeverstraat-Muntstraat’.
De gemeente Wijk bij Duurstede heeft medio maart aan mij gevraagd op te treden als mediator. Dit naar aanleiding van het tijdens de gemeenteraadsvergadering van 25 februari jongstleden bij de behandeling van het bestemmingsplan Oeverstraat-Muntstraat door u genomen
besluit. De behandeling van dit bestemmingsplan is toen aangehouden en er werd gevraagd
om een formele bemiddeling tussen de initiatiefnemer van het bouwplan de heer Scholman en
de omwonenden die tegen dit plan bezwaren hadden geuit en ter vergadering bij monde van
de heer Korstanje vroegen om een ‘bemiddelingstraject’.
In mijn rapportage zal ik eerst stilstaan bij de door mij ondernomen mediation-activiteiten.
Vervolgens ga ik in op de gevoerde inhoudelijke gedachtewisseling en de daaruit getrokken
conclusies. Tot slot zal ik een advies formuleren.
Als bijlage treft u het door de betrokkenen goedgekeurde beknopte verslag aan van de concluderende bespreking op 29 april tussen de initiatiefnemer van het bouwplan de heer Scholman
en de (direct) omwonenden. Het spreekt voor zich dat ik bereid ben nadere vragen uit uw
Raad te beantwoorden.
Aangaande de mediation-activiteiten het volgende.
Nadat ik de opdracht had aanvaard, kreeg ik via de heer Koelman (medewerker a.i. van de
gemeente Wijk bij Duurstede) de benodigde stukken toegezonden. Met de heer Koelman heb
ik gedurende het traject contact onderhouden, zowel om hem (en via hem de gemeente) te
informeren over de voortgang als vanwege praktische zaken als het reserveren van ruimten in
het gemeentehuis.
Op woensdag 19 maart had ik oriënterende besprekingen met achtereenvolgens wethouder
Peek, de heer Korstanje (contactpersoon en woordvoerder van de omwonenden) en de heer
Scholman.
Pagina 1 van 6
Verslag mediation Oeverstraat-Muntstraat
Op maandagavond 31 maart vond ten huize van de heer Korstanje een oriënterend vervolggesprek plaats met een aantal (direct) omwonenden van het beoogde bouwperceel.
Uit dit vervolggesprek vloeide een verkennende bespreking voort tussen de heer Scholman –
met wie ik tussentijds per e-mail en telefoon contact had onderhouden om hem bij te praten
en zijn mening te vernemen – en een delegatie van direct omwonenden. Deze verkennende
bespreking vond op donderdagavond 10 april in het gemeentehuis plaats.
Vervolgens was er op dinsdagavond 15 april, eveneens in het gemeentehuis, een bijeenkomst
voor de ondertekenaars van de ingediende zienswijzen. Tijdens die bijeenkomst werd tevens
stilgestaan bij de uitkomst van de verkennende bespreking, terwijl ik als mediator na afloop
het resultaat van de bijeenkomst weer ‘terugkoppelde’ naar de heer Scholman.
Op dinsdagavond 29 april ten slotte vond in het gemeentehuis de concluderende bespreking
plaats tussen de initiatiefnemer van het bouwplan en de omwonenden, in het bijzonder de
direct omwonenden (zoals dat was afgesproken tijdens de bijeenkomst voor de ondertekenaars
van de ingediende zienswijzen).
Wat betreft de inhoudelijke gedachtewisseling kan worden vastgesteld dat er tijdens het proces, met instemming van alle betrokkenen, een ‘knip’ is gemaakt tussen de discussie ten principale, namelijk de vraag of er al dan niet stedelijke inbreiding op het onderhavige perceel
moet kunnen plaatsvinden, en het – ingeval de gemeenteraad besluit tot het mogelijk maken
van het bouwplan – zoeken naar een modus (compromis) tussen behoud van een reëel bouwvolume enerzijds en het tegemoetkomen aan door de omwonenden gesignaleerde probleempunten anderzijds.
Met betrekking tot de discussie over de wenselijkheid van stedelijke inbreiding op het perceel
werd tijdens het mediation-traject geen overeenstemming bereikt.
Initiatiefnemer de heer Scholman gaf aan graag zijn plan te willen realiseren en wees daarbij
op het positieve Collegebesluit ter zake, op het ontwerp-bestemmingsplan – dat bovendien
was aangepast om aan de ingediende zienswijzen tegemoet te komen – en op de lange tijd die
de hele procedure inmiddels duurde. De heer Scholman verklaarde zich tegelijkertijd bereid
tot overleg met de omwonenden om te bezien of een compromisoplossing zou kunnen worden gevonden.
Van hun kant gaven de omwonenden, en meer in het algemeen de ondertekenaars van de
ingediende zienswijzen, aan het bebouwen van het bewuste perceel ‘onwenselijk’ te vinden.
Dat op grond van cultuurhistorische argumenten (karakter en geschiedenis van de Muntstraat), maatschappelijke argumenten (beperkte winst aan woonruimte) en vanwege de negatieve invloed van de nieuwbouw op de waarde van onroerend goed en, waar het naastwonenden betreft, op de bezonning en de toetreding van ‘licht en lucht’ alsmede – in één specifiek
geval – op de milieuvergunningssituatie.
In de loop van het traject werd de conclusie getrokken dat het antwoord op de vraag of er wel
of niet gebouwd kan worden op het onderhavige perceel een politieke keuze is. Een keuze die,
onder afweging van de over en weer ingebrachte pro’s en contra’s, door de gemeenteraad
dient te worden gemaakt. De behandeling van het bestemmingsplan Oeverstraat-Muntstraat
biedt daartoe de gelegenheid.
Vervolgens spitste de mediation zich toe op de vraag of – indien de gemeenteraad zou besluiten het bouwplan mogelijk te maken – via nadere ‘randvoorwaarden’ en afspraken tot voornoemde modus zou kunnen worden gekomen.
Pagina 2 van 6
Verslag mediation Oeverstraat-Muntstraat
Tijdens de verkennende bespreking op 10 april tussen de initiatiefnemer en een delegatie van
omwonenden had de heer Scholman reeds aangegeven bereid te zijn te praten over kwesties
als nok- en goothoogte, verdiepte bouw, rooilijn en praktische oplossingen op het vlak van
privacy en ‘licht en lucht’. Dat onder de voorwaarde van een ‘voldoende realiseerbaar bouwplan’.
Van hun kant kwamen de omwonenden – tijdens de op 15 april in het kader van de mediation voor de ondertekenaars van de zienswijzen belegde avond – na onderling beraad tot de
conclusie dat zij, onder handhaving van hun mening dat bebouwing van het perceel onwenselijk is, niettemin bereid waren ‘constructief mee te denken’ over het vinden van een compromisoplossing in geval de gemeente het bouwplan mogelijk zou maken. Dit in het besef dat de
raadsbehandeling van het bestemmingsplan Oeverstraat-Muntstraat de gelegenheid biedt om
eventuele nadere randvoorwaarden en andere afspraken vast te leggen.
Op dinsdagavond 29 april vond vervolgens een concluderende bespreking plaats tussen de
heer Scholman en de (direct) omwonenden. Deze bespreking – verwezen zij naar het als bijlage toegevoegde verslag – verliep in een goede en constructieve sfeer. De deelnemers verdienen
daarvoor oprechte waardering.
Het bereikte compromis (ingeval van bebouwing van het perceel), waarmee alle aanwezigen
instemden, ziet er als volgt uit:
1. Uitgangspunt is het tevens betrekken van de woning Muntstraat 1 (die ook deel uitmaakt van het ontwerp-bestemmingsplan), het gaat dus om het geheel van Muntstraat
1 en Muntstraat ‘0’ (de tuin / bouwkavel).
2. De woning Muntstraat 1 heeft nu een planologisch toegestane (maar niet gerealiseerde) nokhoogte van 10 meter. Deze nokhoogte zou moeten worden teruggebracht tot
maximaal 7,5 meter, de goothoogte zou maximaal 5,5 meter mogen zijn.
3. Voor Muntstraat ‘0’ (de bouwkavel) zou ook een maximale nokhoogte van 7,5 meter
en een maximale goothoogte van 5,5 meter moeten gelden.
4. Op beide percelen zou de rooilijn 1 tot 3 meter moeten kunnen worden teruggelegd
(afhankelijk van het uiteindelijke bouwplan).
5. Vanwege de vigerende milieunormering moet de afstand tussen het bedrijfspand van
de heer Korstanje aan de overzijde (Muntstraat 6-8) en het nieuw te bouwen pand eigenlijk minimaal 10 meter zijn (zo heeft de heer Korstanje begrepen). Die afstand is
evenwel planologisch en vanuit bouwoogpunt niet erg reëel. Dit betekent dat de heer
Korstanje de zekerheid zou dienen te krijgen dat de gedachte nieuwbouw niet van invloed is op de huidige milieuvergunningssituatie van zijn bedrijfspand – ook niet na
eventuele doorverkoop van het pand.
6. Voorts zou bij Muntstraat ‘0’ en (wanneer dat aan de orde komt) bij Muntstraat 1 dienen te worden gekozen voor een verdiepte bouw (zo’n 50 centimeter).
7. Met betrekking tot het naastgelegen pand van de heer Oteman (Oeverstraat 12-14)
zegt de heer Scholman nadrukkelijk toe ‘in alle redelijkheid rekening te zullen houden’
met ‘licht en lucht’ alsmede de privacy (hoogte / precieze plek dakterras). Ook zegt hij
toe bij de uitwerking van het bouwplan vooroverleg te zullen hebben met de heer
Oteman en andere direct belanghebbenden.
Voorts wil de heer Korstanje – zo bleek tijdens de concluderende bespreking – alsnog de
complete bezonningsinformatie (dus inclusief de situatie tijdens de wintermaanden) betreffende zijn pand, maar dat ter informatie. Het betreft geen voorbehoud aangaande het bereikte
compromis.
Pagina 3 van 6
Verslag mediation Oeverstraat-Muntstraat
Op basis van de uitkomst van het mediation-traject kom ik tot het volgende advies aan u als
gemeenteraad:
A. Aangaande de wenselijkheid van stedelijke inbreiding op het onderhavige perceel adviseer ik u, gelet op hetgeen tijdens het mediation-traject aan pro’s en contra’s naar voren werd gebracht, bij het agendapunt ‘bestemmingsplan Oeverstraat-Muntstraat’ een
voor de betrokkenen transparante en inhoudelijk gemotiveerde afweging te maken.
B. Indien u besluit tot het mogelijk maken van het bouwplan adviseer ik u het bereikte
compromis te vertalen in uw besluit(en) c.q. het bestemmingsplan alsmede tot richtsnoer te maken voor de verdere uitwerking.
Met hoogachting en vriendelijke groet,
Rein Bijkerk
Pagina 4 van 6
Verslag mediation Oeverstraat-Muntstraat
BIJLAGE
Beknopt verslag bespreking in het kader van de mediation Oeverstraat-Muntstraat tussen initiatiefnemer bouwplan en omwonenden op 29 april 2014 in het gemeentehuis van
Wijk bij Duurstede
Aanwezig: Joop Oteman, mevrouw Oteman, Matty van Leeuwen, Hans Korstanje, Lex Herold, Bart
de Vries, Jan van Amerongen, Rutger van de Meerendonk, Manon van Sterkenburg, Paul Heymans,
Niels Scholman (initiatiefnemer)
Voorts aanwezig Rein Bijkerk (mediator)
De heer Bijkerk heet allen van harte welkom.
Er volgt een korte voorstellingsronde en daarna licht de heer Bijkerk de context en het doel van de
avond toe: het gaat erom van gedachten te wisselen en conclusies te trekken aangaande een compromis tussen initiatiefnemer van het bouwplan de heer Scholman en de direct omwonenden ingeval de
gemeenteraad besluit bebouwing van het tuinperceel planologisch mogelijk te maken.
Ook leest de heer Bijkerk enige relevante passages voor uit het e-mailbericht dat hij, naar aanleiding
van vragen zijnerzijds, van de heer Koelman (gemeente Wijk bij Duurstede) heeft ontvangen. Kern is
dat het rapport van de mediator begeleid door een ambtelijke notitie (vanwege een juiste vertaling
‘naar een haalbaar bestemmingsplan’) naar de gemeenteraad zal worden gezonden. Na aanpassing
door de gemeenteraad van het ontwerp-bestemmingsplan hoeft dit plan ‘niet opnieuw ter inzage.’
Namens de omwonenden brengt de heer Korstanje de punten in die eerder aan de orde kwamen tijdens de bijeenkomst op 15 april met de ondertekenaars van de ingediende zienswijzen en die samenvallen met de punten die eerder de revue passeerden tijdens de verkennende bespreking tussen de initiatiefnemer en een delegatie van omwonenden op 10 april.
De heer Bijkerk stelt voor deze punten één voor één langs te lopen.
Na een open gedachtewisseling komen de aanwezigen tot het volgende compromis dat aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd:
1. Uitgangspunt is het tevens betrekken van de woning Muntstraat 1 (die ook deel uitmaakt van
het ontwerp-bestemmingsplan), het gaat dus om het geheel van Muntstraat 1 en Muntstraat
‘0’ (de tuin / bouwkavel).
2. De woning Muntstraat 1 heeft nu een planologisch toegestane (maar niet gerealiseerde) nokhoogte van 10 meter. Deze nokhoogte zou moeten worden teruggebracht tot maximaal 7,5
meter, de goothoogte zou maximaal 5,5 meter mogen zijn.
3. Voor Muntstraat ‘0’ (de bouwkavel) zou ook een maximale nokhoogte van 7,5 meter en een
maximale goothoogte van 5,5 meter moeten gelden.
4. Op beide percelen zou de rooilijn 1 tot 3 meter moeten kunnen worden teruggelegd (afhankelijk van het uiteindelijke bouwplan).
5. Vanwege de vigerende milieunormering moet de afstand tussen het bedrijfspand van de heer
Korstanje aan de overzijde (Muntstraat 6-8) en het nieuw te bouwen pand eigenlijk minimaal
10 meter zijn (zo heeft de heer Korstanje begrepen). Die afstand is evenwel planologisch en
vanuit bouwoogpunt niet erg reëel. Dit betekent dat de heer Korstanje de zekerheid zou dienen te krijgen dat de gedachte nieuwbouw niet van invloed is op de huidige milieuvergunningssituatie van zijn bedrijfspand – ook niet na eventuele doorverkoop van het pand.
6. Voorts zou bij Muntstraat ‘0’ en (wanneer dat aan de orde komt) bij Muntstraat 1 dienen te
worden gekozen voor een verdiepte bouw (zo’n 50 centimeter).
7. Met betrekking tot het naastgelegen pand van de heer Oteman (Oeverstraat 12-14) zegt de
heer Scholman nadrukkelijk toe ‘in alle redelijkheid rekening te zullen houden’ met ‘licht en
Pagina 5 van 6
Verslag mediation Oeverstraat-Muntstraat
lucht’ alsmede de privacy (hoogte / precieze plek dakterras). Ook zegt hij toe bij de uitwerking
van het bouwplan vooroverleg te zullen hebben met de heer Oteman en andere direct belanghebbenden.
Op de expliciete vraag ter zake van de heer Bijkerk geven alle aanwezigen – initiatiefnemer de heer
Scholman en de omwonenden – aan in te stemmen met het in de punten 1 tot en met 7 verwoorde
compromis.
De heer Korstanje voegt toe dat hij alsnog de complete bezonningsinformatie (dus inclusief de situatie
tijdens de wintermaanden) wil, maar dat ter informatie. Hij maakt met dit verzoek geen voorbehoud
met betrekking tot het compromis.
De heer Bijkerk zal zo spoedig mogelijk contact opnemen met de heer Koelman. Voorts zal hij het
bereikte compromis verwoorden in zijn rapportage en daarin tevens de gemeenteraad verzoeken,
mocht de raad besluiten tot het mogelijk maken van nieuwbouw op het perceel Muntstraat ‘0’, het
ontwerp-bestemmingsplan aan te passen aan het compromis.
De heer Bijkerk dankt de aanwezigen voor hun inbreng en het door hen bereikte resultaat.
Verslag: Rein Bijkerk, dinsdag 6 mei 2014
Pagina 6 van 6