Naar de volgende stap in onderhoud

Rondetafel ondeRhoud
Naar de volgende
stap in onderhoud
Staat onderhoud in crisistijd
onder druk of wordt dan juist
de toegevoegde waarde ervan
ingezien omdat installaties met
goed onderhoud betrouwbaarder
zijn en langer meegaan? Hoe
ga je om met kwetsbaarheid in
de productieketen tijdens shutdowns? En kan maintenance
met big data naar een hoger
niveau worden getild? Daarover
spraken experts en leden van
het Petrochem Platform tijdens
een rondetafeldiscussie over
onderhoud.
Liesbeth Schipper
DEELnEMERS ROnDE TAFEL
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
40
leon alderliesten, Emerson
Gerolf de Boer, Ortec
Mark haarman, Mainnovation
hans hennekam, Yokogawa
Joris hurenkamp,
Havenbedrijf Rotterdam
hans Kerkhoven,
zelfstandig adviseur
hans Minnaard, Stork
Ronald van der Sluis, Cofely
Ron Vaz dias, iTanks
Roelf Venhuizen, Profion
Onderhoud wordt binnen veel bedrijven
nog vaak als een kostenpost gezien. In
economisch mindere tijden kan maintenance daardoor onder druk komen te
staan. Is die aanname te kort door de
bocht of zit er een kern van waarheid
in? Experts en leden van het Petrochem
Platform spraken hun bevindingen uit
tijdens een rondetafeldiscussie over
onderhoud.
Roelf Venhuizen, voorzitter van Profion,
erkent dat de gelegenheid wordt aangegrepen om nog eens heel kritisch naar
onderhoud te kijken. ‘Ik hoor van onze
leden dat elk dubbeltje wordt omgedraaid,
maar tegelijkertijd dat het essentiële
onderhoud daar niet onder lijdt. Er is heel
weinig marge, het is allemaal behoorlijk
uitgedund en gestroomlijnd. Dus installaties moeten het goed blijven doen, anders
komen bedrijven zichzelf op een vreselijke
manier tegen. Dat besef is enorm toegenomen, en ik denk daarom dat onderhoud
de dans een beetje ontspringt.’
Hans Kerhoven sluit zich daarbij aan.
‘Zolang bedrijven betrouwbaarheid
als belangrijkste driver blijven houden, is het effect maar heel marginaal.
Misschien wordt er wat minder verf
gebruikt, maar betrouwbaarheid wordt
steeds belangrijker. Veel bedrijven hebben geen reserve-unit meer staan die ze
niet echt nodig hebben.'
onder druk
Toch denkt Hans Minnaard dat maintenance managers zich wel onder druk
gezet voelen. ‘Besparen komt neer op
minder doen, dus er blijft een drang
om minder aan onderhoud te doen.
Bovendien is moeilijk in te schatten wat
het effect daarvan zou zijn. De meeste
maintenance managers hebben onvoldoende sturing om te kunnen zeggen:
“Als ik nu minder doe, gaat het dit jaar
misschien nog niet mis, maar het jaar
daarop wel.” Die druk zullen alle maintenance managers voelen.’
Maar Ron Vaz Dias koppelt het wel
of niet goed onderhouden van installaties los van de economische crisis.
‘Onderhoudsaannemers moeten nog
altijd voor de laagst mogelijke prijs werken, en dat was ook al zo in economisch
heel goede tijden. Ook toen mochten
niet altijd de beste aannemers hun werk
doen, want het mocht allemaal niet te
veel kosten. Ik denk dat onderhoud de
laatste jaren veel meer gekoppeld is aan
veiligheid dan aan geld.’
Eigenlijk zou de aanname zelfs helemaal moeten worden omgedraaid, stelt
Minnaard. ‘In crisistijd is er minder geld
voor nieuwe investeringen. Bedrijven
moeten langer omgaan met hun
bestaande assets en gaan daardoor alleen
maar meer aan levensduurverlenging
FLExiBiLiTEiT
Bedrijven houden lang de kaarten
voor de borst en op het moment dat
het bepalend wordt, komen ze last
minute bij de leverancier aanbellen,
stelt Leon Alderliesten van Emerson.
‘Wij leveranciers worden daarom heel
graag betrokken bij het voorbereiden
en plannen van een project of turnaround. Eindgebruikers moeten beseffen dat de flexibiliteit die ze tijdens
een calamiteit verlangen niet altijd
beschikbaar is.’
Hij signaleert ook dat klanten de deur
dicht houden voor externe partijen
waar de kennis aanwezig is die ze
hard nodig hebben. ‘Ze durven geen
leverancier binnen te halen, want ze
denken: als die mannen vroegtijdig
bij een turnaround zijn betrokken,
zijn we aan de beurt met betalen.
Maar dat is niet meer zo. We willen
graag bij een klant aan tafel zitten om
mee te denken over een oplossing
die werkt. Dan kunnen we namelijk
gepaste ondersteuning bieden.’
PETROCHEM 02 – 2014
040_41_43_X1_thema_artikel 2.indd 40
11-02-14 13:44
FOTO’S: PDM
‘er zou een soort control center moeten komen
die de betrokken partijen bij elkaar brengt om
niet het optimum voor die ene plant te zoeken,
maar het optimum voor de hele keten.’
doen. Ze zien in economisch mindere
tijden juist beter de toegevoerde waarde
van onderhoud. Het is niet meer alleen
een kostenpost. Er is meer bewustzijn
voor een hogere leveringszekerheid, een
hogere betrouwbaarheid en een langere
levensduur.’
Kwetsbaarheid
Het volgende punt dat ter tafel kwam,
ging over industriële ketens die de productie veel efficiëntievoordelen bieden, maar
ook kwetsbaarheid in de hand werken.
Zeker tijdens groot onderhoud. Als een
shutdown bij het ene bedrijf in de keten
soepel verloopt en op tijd kan worden
afgerond, kan de productie toch niet worden opgestart als het onderhoud bij een
toeleverende partij in de keten uitloopt.
Op zo’n moment komt de afhankelijkheid
van elkaar schrijnend naar voren. Is die
kwetsbaarheid te doorbreken?
Dat is heel simpel, meent Ronald van
der Sluis. ‘Het is belangrijk shutdowns
als onderdeel van de keten te blijven
zien. Want wat gebeurt er? Zolang het
pais en vree is, acteren bedrijven als
een keten maar zodra er een shutdown
aankomt, is het ieder voor zich. En dan
krijg je dat de een de ander niet gaat
vertellen dat hij niet klaar is en waarom
niet. Het gaat om geld, het gaat om
claims, zo simpel is het. Er ontstaat één
grote kiekeboe. Dan is er dus geen echte
bereidheid meer om elkaar te helpen in
de keten.'
'Natuurlijk, je moet wel eerst je eigen
zaken voor elkaar hebben, maar daarna
moet er bereidheid zijn om in de keten
te blijven acteren. En die taak ligt bij de
verantwoordelijken, de belanghebbenden, in de keten zelf.’
optimum
Eigenlijk zou een onderhoudsstop dus
een project moeten zijn van de hele
keten. Maar een keten van verschillende bedrijven zit op een lager niveau
dan bijvoorbeeld een raffinaderij, legt
Minnaard de vinger op de zere plek.
‘Het gaat om meerdere plants met verschillende eigenaren, die aan elkaar zijn
gekoppeld. Het effect daarvan is dat ze
ieder voor zich blijven optimaliseren. Er
zou in de regio daarom een regieorgaan
moeten zijn voor de ketens.’
Dat is ook het idee van Mark Haarman:
‘Er zou een soort control center moeten komen die de betrokken partijen
bij elkaar brengt om niet het optimum
PETROCHEM 02 – 2014
040_41_43_X1_thema_artikel 2.indd 41
41
11-02-14 13:44
voor die ene plant te zoeken, maar het
optimum voor de hele keten. Daar hebben de individuele partijen het meeste
belang bij. Je hebt er niks aan als de ene
shutdown hartstikke goed gaat en de
andere niet, want het breekt op de zwakste schakel.’
hetzelfde ambitieniveau
In het idee van een overkoepelend control center ziet Venhuizen echter niets.
‘Je lost het niet op met een regieorgaan,
want het blijft een fundamentele kwestie
van dat ene bedrijf. Ik leg de verantwoordelijkheid liever bij de individuele
personen met verantwoordelijkheden
binnen de keten. Zij moeten ervoor
zorgen dat ze met partners samenwerken
die een shutdown kunnen doen op hetzelfde ambitieniveau van betrouwbaarheid en professionaliteit als zijzelf.’
Is het dan geen gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid? Haarman: ‘Als
het ene bedrijf sneller gaat, kan dat
bedrijf z’n resources beschikbaar stellen
voor het achterblijvende bedrijf. Dat is
ketenregie.’ Maar Venhuizen blijft bij
z’n standpunt: ‘Als je een onverwachte
aantasting van serieuze apparatuur met
een bepaalde minimale levertijd tegenkomt, dan kun je hoog of laag springen,
maar je moet die apparatuur toch echt
gewoon vervangen.’
Wat ook meespeelt, is hoe uniek de keten
is, stelt Venhuizen. ‘Een chloorproducent
bijvoorbeeld heeft een behoorlijk unieke
supply positie omdat er geen alternatieven van transport meer zijn. Ethyleen is
ook een issue, maar er zijn wel nog steeds
twintig krakers in Europa, met een bijbeCREATiEvER
Leon Alderliesten van Emerson ziet
dat maintenance managers sinds de
economische crisis veel creatiever
aan het worden zijn. ‘Ze hebben meer
belangstelling voor de moderne spullen die we ze al jaren leveren, met
allemaal informatie die iets vertelt
over de conditie van hun assets. Ze
willen dat nu gaan uitrollen, maar
om die stap te zetten, moet een hele
organisatie naar toestandsafhankelijk onderhoud in plaats van reactief
onderhoud worden gemanoeuvreerd.
En daar zit een grote uitdaging, want
daarvoor is een mindchange nodig.’
horend netwerk. Dus als de een niet kan
leveren, dan kan de ander wel bijspringen
en daarmee kun je dan een heel eind
komen. Als een bedrijf echt alleen die
ene supplier heeft, maakt dat zijn keten
extra kwetsbaar en dat moet automatisch
leiden tot een heel goed overleg.’
Maar communicatie ligt commercieel ook ongelooflijk gevoelig, weet
Venhuizen. ‘Wanneer ga je wel of niet
force majeur, wanneer is het wel of niet
verwijtbaar. Als je laat zien dat je je
van de data tot een beslissing te komen.
In een onderzoeksproject optimaliseren wij inspectiemomenten en vooral
onderhoudsmomenten om beslissingen
over onderhoudsstrategieën te kwantificeren. Dus we proberen slijtageniveaus
van systeemcomponenten te vatten
in een monitor om die informatie
vervolgens te vertalen naar minimale
onderhoudskosten met handhaving van
kwaliteit, ofwel een optimale onderhoudsstrategie.’
‘Bedrijven zien in economisch mindere tijden
juist beter de toegevoerde waarde van onderhoud. het is niet meer alleen een kostenpost.’
systeem niet op orde had, dat je het had
kunnen weten en dat je er geen actie op
ondernomen hebt, dan maak je je heel
kwetsbaar. En dan kan het je heel veel
geld kosten.’
Op die manier staat angst voor claims de
samenwerking danig in de weg. Maar dat
hangt ook weer af van de partners, stelt
Venhuizen. ‘De ene partner staat ogenblikkelijk klaar met claims terwijl je met de
ander nog een rekening te vereffenen hebt.
Dan leidt het met een beetje geven en
nemen over de tijd heen niet tot claims.’
Big data
Het derde onderwerp waar de experts en
partners van de rondetafel over spraken,
was big data. ‘In de toekomst kunnen
we voorspellen dat op 3 maart om tien
uur ’s morgens pomp x zal falen’, stelt
Minnaard. ‘En we hebben dan nog vijf
dagen de tijd om een actie te plannen.
Dat kunnen we realiseren, met big data.
Maar we zijn er nog niet. Leveranciers
als Emerson en Yokogawa hebben en
bouwen al schitterende systemen en software, dus wat betreft de middelen komt
er steeds meer beschikbaar. De grote
uitdaging ligt nu nog bij de kennis om de
data aan elkaar te koppelen zodat daaruit
beslissingen kunnen worden genomen.’
Dat beaamt Gerolf de Boer. ‘Het is heel
belangrijk dat uit die enorme berg data
de juiste data worden gefilterd. Dus
zorgen dat je geen analyse doet op data
die op dat moment niet relevant zijn,
want dat kan leiden tot fouten. Er zijn
mensen en modellen voor nodig om
Strategie aanpassen
Met big data kan onderhoud dus naar
een hoger niveau worden getild, daarover is iedereen het eens. Alderliesten:
‘Als ik met een plant-, maintenance- of
operationsmanager praat, dan willen die
allemaal wel die richting op. Maar het
doorpakken naar het implementeren,
om echt van die informatie gebruik te
maken, om er onderhoudsstrategieën op
uit te rollen, daar ontbreekt het aan.’
Daarvoor is een verandering van strategie nodig bij de eindgebruikers, meent
Alderliesten. ‘We hebben de intelligente
oplossingen in de vorm van producten,
we hebben de kennis beschikbaar, we
moeten alleen nog de eindgebruikers
mee hebben. Die kunnen door hiervan
gebruik te maken hun onderhoudstrateKEnniS
Het gebeurt regelmatig dat onderhoudsplanningen flink overschreden
worden, stelt Hans Hennekam van
Yokogawa. ‘ik heb in de afgelopen
twee jaar een aantal van die casussen
voorbij zien komen en ik vraag me af
of de mensen binnen die bedrijven
nog wel de kennis hebben om in te
zien: dit gaat niet goed. ik bedoel, de
tijd waartussen shutdowns plaatsvinden, wordt steeds langer. is dan
nog wel de kennis aanwezig om het
overzicht te hebben? Het overzicht
van: gaat het goed lopen op de plant
of niet?’
PETROCHEM 02 – 2014
040_41_43_X1_thema_artikel 2.indd 43
43
11-02-14 13:44
gie erop aanpassen. Het is niet effectief
als een eindgebruiker voor veel assets
nog steeds aan periodiek onderhoud
doet, terwijl hij een fantastisch assetmanagementsysteem heeft staan dat een
PREDiCTivE MAinTEnAnCE
De volgende stap die in onderhoud
kan worden gezet, is predictive maintenance, stelt Mark Haarman van
Mainnovation. ‘Het gaat net weer
iets verder dan toestandsafhankelijk
onderhoud. Het neemt niet alleen de
toestandswaarde van een asset mee,
maar ook de omgevingsvariabele van
de asset. Wat is de temperatuur buiten?
Wat is het opleidingsniveau van de
operator? Hoe staat het met het zonlicht op dat tijdstip van de dag? Dus je
stopt de data van die asset maar ook
de omgevingsdata in een grote database, daar laat je intelligente software
op los en dan zie je correlaties.’
‘het is heel belangrijk dat uit die enorme berg
data de juiste data worden gefilterd.’
indicatie geeft voor conditie-afhankelijk
onderhoud van zijn kritische assets.’
De hele organisatie moet er ook op worden aangepast, brengt Hans Hennekam
naar voren. ‘De betrouwbaarheid van de
data is het allerbelangrijkste, maar er zit
ook manuele data in. Dus als een operator een storing registreert en op een
lijstje alles maar aankruist, dan is meteen
alle historische data daardoor niet meer
bruikbaar.’
exponentiële groei
Het aantal predictive maintenance-projecten wereldwijd is op dit moment nog
op twee handen te tellen, weet Haarman.
En het is de vraag hoe snel de ontwikkeling verder zal gaan. Alderliesten: ‘We
hebben in Nederland te maken met veel
bestaande fabrieken waar het implementeren van zo’n technologie kostbaar is.
Dus de vraag is dan: wat is de toestand
van mijn plant? En is het nog wel de
investering waard om er een hele infrastructuur op aan te passen?’
Venhuizen denkt dat predictive maintenance aan het begin staat van exponentiële groei. ‘We kijken al heel lang
naar trillingen, en nu gaan we gewoon
een stap verder omdat de technologie
in staat is om al die data te verzamelen.’ En waar wordt big data dan als
eerste toegepast? Hennekam denkt aan
daar waar er iets te verdienen valt. ‘Het
gaat bijvoorbeeld om een compressor,
daar zit veel geld in.’ Haarman voegt
daaraan toe dat het bedrijven zullen zijn
die veel van dezelfde assets hebben, zoals
Prorail. Nedtrain en de luchtmacht. En
de chemische industrie? Daar verwacht
hij geen voorlopersfunctie van, aangezien elke fabriek uniek is. W
PETROCHEM 02 – 2014
040_41_43_X1_thema_artikel 2.indd 45
45
11-02-14 13:44