Interview met Meindert Fennema

Meindert Fennema reikt de Peter Baehrprijs uit
‘Van dit soort mensen moeten we het hebben’
De Peter Baehrprijs 2014 gaat naar Shahin Nasiri. De 28-jarige Iraanse
student Filosofie kan met de prijs (tienduizend euro) zijn
onderzoeksvoorstel over vrijheidsbeleving verder uitwerken. Drie jaar
geleden stelde professor dr. Meindert Fennema de prijs in. ‘Het UAF
voorkomt menselijke, intellectuele en culturele kapitaalvernietiging. Dit is
mijn manier om ze daarbij te helpen.’
Hoe kwam u op het idee van de Peter Baehrprijs?
‘Mijn uitgever zocht in 2010 iemand die een biografie over Geert Wilders wilde
schrijven. Ik vond dat een goed idee en anti-immigratiepartijen hadden al
langere tijd mijn belangstelling. Ik nam die taak dan ook enthousiast op me. De
verschijning van dat boek, ‘Geert Wilders, de tovenaarsleerling’, viel precies
samen met de onderhandelingen van het kabinet Rutte 1. Wilders stond in het
brandpunt van de belangstelling. Mede daardoor verkocht het boek enorm goed:
er gingen ruim tienduizend exemplaren over de toonbank. Dat is veel, zeker als
je bedenkt dat de linkse elite er niet veel van moest hebben. Met de opbrengst
wilde ik iets goeds doen. Iets dat Geert Wilders beslist niet gedaan zou hebben.’
Waarom koos u voor het UAF?
‘De opvang die het UAF vluchtelingen biedt is enorm waardevol. Vluchtelingen
komen hier, zijn ontworteld en moeten zichzelf uit het moeras trekken en een
richting kiezen. Dankzij het UAF kunnen zij doen waar ze goed in zijn. Met het
ondersteunen en aanmoedigen van vluchtelingstudenten voorkomt het UAF
menselijke, intellectuele en culturele kapitaalvernietiging. Daarom steunde ik het
UAF al langer, als particulier donateur. Van dit soort mensen moeten we het
hebben, nu en in de toekomst. Met de instelling van de prijs draag ik mijn
steentje bij aan dat goede werk.’
Was de keuze dit jaar moeilijk?
‘Het aantal kandidaten voor de prijs is elk jaar redelijk gering. Meestal zijn er vier
of vijf aanmeldingen. Kwalitatief zijn die allemaal goed, zeker degenen die de
prijs krijgen. Dit jaar was er weinig twijfel: de jury koos unaniem voor het
voorstel van Shahin Nasiri. Een scherpzinnige jongen. Hij wil zijn proefschrift
schrijven over onze vrijheidsbeleving, maar dan gezien vanuit ‘de ander’. Een
bijzonder interessant perspectief. Hoe beleef je de vrijheid als je een vluchteling
bent? De vrijheid die wij hier kennen, hangt zo nauw samen met een paspoort
dat je als Nederlander bijna zou vergeten dat die vrijheid niet voor iedereen is
weggelegd. Tegelijk denk ik dat alle vluchtelingen ook vrijheid kennen, of
tenminste hebben gekend. Anders waren ze niet gevlucht. Maar nu begeef ik me
op het terrein van Shahin, dat is niet mijn bedoeling. Uiteraard blijf ik zijn
vorderingen met belangstelling volgen.’
De prijs is vernoemd naar oud UAF-voorzitter Peter Baehr. Waarom is dat?
‘Heel even speelde ik met de gedachte om de prijs naar Geert Wilders te
vernoemen. Dat zou behoorlijk wat stof hebben doen opwaaien, niet? Maar daar
zag ik vanaf. Het UAF liep ook niet echt warm voor dat idee. De enige die
werkelijk voor vernoeming in aanmerking kwam, was Peter Baehr. Niet alleen
omdat hij dé mensenrechtenspecialist bij uitstek was, want dat was hij inderdaad,
maar ook omdat ik persoonlijk iets goed te maken had. Toen ik in 1970 als
assistent bij het Europa Instituut werkte, was Peter daar net hoogleraar. Wij
botsten. Vaak en hard. Hij was oprichter van D66, ik had me aangesloten bij de
communistische partij. We stonden lijnrecht tegenover elkaar. In mijn memoires,
die volgend jaar verschijnen, ga ik daar dieper op in. De titel wordt ‘Goed Fout.
Herinneringen van een meeloper’. Ik dacht het morele gelijk aan mijn kant
hebben, maar daar ben ik gaandeweg anders over gaan denken. Hij was de
redelijkheid zelve, ik de onredelijkheid. We zijn daar jaren later wel weer
uitgekomen. Met het vernoemen van de prijs naar hem maak ik postuum nog wat
goed.’
Wat hoopt u met de prijs te bereiken?
‘Ik wil studenten die met behulp van het UAF gestudeerd hebben en willen
promoveren op het terrein van mensenrechten iets verder op weg helpen. Uit
ervaring weet ik dat het schrijven van een proefschrift het karakter en intellect
van iemand flink op de proef stelt. Ik heb er zelf acht jaar over gedaan. Het is
bedoeld als een aanmoediging, om iemand op weg te helpen. Daarnaast bewijs ik
ook de wetenschap een dienst. Het perspectief van immigranten is vaak
verrassend en creatief. Daarmee vormt het een waardevolle aanvulling het op
het Nederlandse aanbod. Uiteraard hoop ik dat ik de persoon in kwestie
persoonlijk en maatschappelijk ook een beetje vooruit help.’
Meindert Fennema (Leeuwarden, 21 mei 1946) is politicoloog en emeritus
hoogleraar Politieke Theorie. Hij publiceerde onder meer over politiek
engagement van migrantengemeenschappen en over anti-immigranten partijen
in Europa. In 2013 verscheen bij Prometheus zijn eerste roman, ‘Het Slachthuis’
waarin migranten centraal staan. In mei volgend jaar verschijnt bij Bert Bakker,
‘Goed Fout. Herinneringen van een meeloper.’
Interview: Miriam Bruinooge