Frits Spits in Vrij Nederland

Zin&Zonde
‘Grote zakken
ribbelchips, naturel,
die vond ik heel erg
lekker’
‘Wat in mijn hoofd zo groot was
geworden, was helemaal niet
groot. Het was gewoon een boekje’
Frits Spits (66)
Programmamaker en dagdichter. Onlangs
verscheen zijn bundel ‘Dagdichten’
door Sara van Gorp
foto Lenny Oosterwijk
toch ongelofelijk. Wat voor reden heb ik om
jaloers te zijn? Geeneen. Ik ben een bofkont,
dat ben ik.’
Gulzigheid&Onmatigheid
Luiheid&Gemakzucht
‘Elke minuut die ik verspil, vind ik zonde. Ik
ben anderhalf jaar geleden ziek geweest, een
vervelende bacterie. Het had mis kunnen
gaan. Toen besefte ik: je moet wel alles uit
het leven halen wat erin zit, en dat doe ik.
­Gewoon voor me uitkijken, dat is niets voor
mij. Als je jonger bent, kan het je niks schelen, dan vermors je meer tijd, onbewust. Ik
heb wel altijd tijd gemaakt voor mijn vrouw
Greetje en onze drie zoons, en nu voor onze
twee kleindochters. Ik ging nauwelijks naar
recepties. Mijn programma’s, daar hield ik
me mee bezig, niet met het promoten van
mezelf.’
Hoogmoed&IJdelheid
‘Met radio ben je niet zichtbaar en dat wil ik
ook niet zijn. Dat vond ik tien jaar geleden en
dat vind ik nog steeds. Toch ben ik tv gaan
doen. Toen ze mij voor het eerst zagen, was
de schok groot. Door mijn radioprogramma
Avondspits dachten ze dat ik een snelle jongen was met een sportauto en veel gel in m’n
haar. En toen zagen ze mij: een keurige midveertiger. Dat was voor veel mensen een deceptie. Mij kon het niet schelen hoe ik eruit
zag of wat ze daarvan vonden.
Vroeger had ik veel praatjes, wist erg goed
hoe het allemaal moest. Ik verdiepte me weinig in wat collega’s dreef, maar had er wel
een mening over. Egoïstisch was ik. Later
dacht ik: misschien willen die wel op een andere manier radio maken en zijn hun motieven even oprecht als die van jou. Frits, ik zou
m’n grote mond maar eens houden. Ik ben
blij dat ik dit soort ontdekkingen heb gedaan
en durf te zeggen dat ik fouten heb gemaakt.
Een kurkeik in Zuid-Frankrijk speelt daarin
een grote rol. In de zomer van 2011 stuitte ik
op een kampeerplaats op die kurkeik. Ik
werd verliefd op die boom. Ik ben gaan
schrijven, met die boom gaan praten. Dat
zijn vijfentachtig verhalen geworden. De
boom staat voor wat werkelijk van waarde is
78 Vrij Nederland 15 februari 2014
en wat over de grens van de dood reikt. Hij is
symbool geworden voor mijn kritische ik,
die tegen mij zegt: “Doe eens normaal, ik wil
niet dat je gaat zeuren nu. Je hebt zo’n prachtige carrière gehad, hou op met dat gedoe.”
Ik ken mezelf, ik heb de neiging sentimenteel te zijn. Dat duw ik altijd weg. Dat ik het
erg vind dat Tijd voor Twee ophoudt, wil ik
niet tegen mezelf zeggen. Weemoedig ben ik
wel, dat mag.’
Lust&Wellust
‘Ik ben trouw aan mijn vrouw omdat ik verschrikkelijk veel van haar hou. Op mijn tiende werd ik verliefd op haar. Zij niet meteen
op mij, we kregen verkering toen we vijftien
waren. En ik vind het nog steeds leuk om
thuis te komen, om haar te zien. Greetje
heeft er veertig jaar lang voor gezorgd dat ze
uit de schijnwerpers bleef. “Doe jij je werk
maar,” zei ze, “ik wil dat niet.” Maar daar zat
ze half november tijdens de surprise party
die de KRO voor me organiseerde; pontificaal
in het midden. Een mooiere liefdesverklaring kun je in je leven niet krijgen.’
Hebzucht&Gierigheid
‘Ik heb net voor mijn verjaardag briefpapier
gekregen, met mijn naam erop. Dat wilde ik
al sinds ik van Adri van der Heijden een brief
kreeg, zo mooi en op zulk mooi papier. Een
week nadat ik het papier kreeg, had ik al vier
brieven verstuurd. Een brief is een cadeautje,
dan ligt-ie in een envelop op tafel en kan ik er
uren naar kijken: wat ziet-ie er mooi uit.’
Jaloezie&Afgunst
‘Ik kreeg alle kansen van de wereld. Toen ik
Avondspits deed, werd ik gebeld of ik ook
Tijd voor Twee wilde maken, wat ik negentien jaar heb gedaan. Nu vroeg de KRO of ik
nog iets voor ze kon betekenen als Tijd voor
Twee op zou houden te bestaan. Dat werd
het programma Taalstaat dat ik sinds begin
dit jaar maak. Op m’n vijfenzestigste, dat is
‘Er was een tijd dat ik ongelofelijk kon eten.
Snoepen vooral, verschrikkelijk snoepen.
M&M’s en Marsen en Twixen en al dat soort
onzin die heel slecht is. Grote zakken ribbelchips, naturel. Die vond ik heel erg lekker.
Het was vaak om nervositeit weg te eten. Het
is een raar vak, je staat onder druk, wil veel,
moet veel. En als ik veel wil, ga ik eten. Nu
niet meer; tweeënhalf jaar geleden ben ik begonnen af te vallen omdat ik niet meer in
mijn nieuwe zomerkleren paste. Twintig kilo
ben ik kwijt, perfect. Ik ben ook helemaal
van die snoepverslaving af.’
Woede&Wraak
‘Met ruzie kan ik slecht omgaan, dat vind ik
het ergste wat er is. Ik wil altijd in harmonie
leven met de wereld en als ik met iemand
een conflict heb, probeer ik het goed krijgen.
Lukt dat niet, dan beschouw ik dat als een
nederlaag. Ik ben wel een keer woedend geweest op Matthijs van Nieuwkerk. Achteraf
onbegrijpelijk. Ik had een boek geschreven,
Zestig strepen, dat had ik nog nooit gedaan.
Dat boek maakte me wankel, het was iets
van mijn binnenkant dat naar buiten kwam.
Ik was daar blijkbaar heel kwetsbaar door
geworden, krankzinnig eigenlijk. Ik werd er
door anderen op gewezen dat Matthijs het
tijdens een uitzending van De Wereld Draait
Door niet over het boek had, maar alleen
over elementen uit het boek en het verder
terzijde schoof. Toen pas werd ik kwaad, ik
voelde me niet serieus genomen en dat liet
ik weten in de media. Ik was destijds eigenlijk een beetje overspannen. Later die week
stierf mijn moeder ook nog, het was een heel
nare tijd. Ik neem het mezelf achteraf kwalijk. Onlangs heb ik Matthijs van Nieuwkerk
laten weten dat het me speet, dat inzicht
kwam pas laat. Voor mij was het boek heel
serieus, of het nou goed was of niet. Dat was
het geloof ik niet zo, maar goed. Dat wat in
mijn hoofd zo groot was geworden, was helemaal niet groot. Zo gaat dat dus. Het was gewoon een boekje.’ n
Vrij Nederland 15 februari 2014 79