Wmo-verordening 2015 en samenvatting

Samenvatting Verordening maatschappelijke
ondersteuning Amsterdam 2015
Op 1 januari 2015 wordt een aantal zorgtaken dat nu door het Rijk wordt uitgevoerd
overgedragen aan de gemeente. Die taken, die nu zijn geregeld in de AWBZ (Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten), worden dan opgenomen in de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo). Het gaat bijvoorbeeld om begeleiding en beschermd wonen. Dat betekent dat de
gemeente de uitvoering van die taken zelf kan vormgeven. Daarnaast stimuleert de gemeente
mensen zoveel mogelijk zelf te doen, eventueel met hulp van anderen. De nieuwe Wmo wordt
meer een vangnet voor Amsterdammers die zich niet meer zelf of met behulp van hun omgeving,
kunnen redden of meedoen.
Uitgangspunten Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 Amsterdam
Uitgangspunten van de nieuwe Wmo-verordening 2015 zijn:
de gemeente Amsterdam bevordert dat Amsterdammers meer zelf kunnen doen, onder andere
met een basisaanbod van Wmo voorzieningen en het ondersteunen van mantelzorgers;
Wijkzorg biedt op het niveau van de wijk laagdrempelige ondersteuning op maat;
specialistisch aanbod, woonvoorzieningen, rolstoelvoorzieningen, vervoervoorzieningen en hulp
bij het huishouden blijven beschikbaar als maatwerkvoorzieningen voor degenen die het nodig
hebben.
Algemene bepalingen (hoofdstuk 1)
Hoofdstuk 1 geeft een omschrijving van de begrippen die in de Verordening worden gehanteerd
en beschrijft de doelgroep.
Toegang (hoofdstuk 2)
Nu begint de toegang tot Wmo voorzieningen met een aanvraag waarna een beschikking volgt. In
de Wmo vanaf 2015 is een nieuwe fase ingebouwd: de melding. Na een melding van een vraag
om ondersteuning vindt er eerst een onderzoek plaats naar wensen en mogelijkheden, samen
met de betrokkene en diens eventuele mantelzorger of vertegenwoordiger. Dit wordt ook wel het
“keukentafelgesprek” genoemd en zal ondermeer door Wijkzorg plaatsvinden.
In het nieuwe Amsterdamse Zorgstelsel (NAZ) speelt dit onderzoek een belangrijke rol. Hier
wordt bekeken welke mogelijkheden iemand zelf nog heeft om problemen op te lossen en welke
laagdrempelige oplossingen mogelijk zijn. Als dat echt nodig is, wordt de hulpvrager snel
doorgeleid om te onderzoeken voor welke maatwerkvoorziening iemand in aanmerking komt. Pas
na afronding van dit onderzoek kan iemand desgewenst een aanvraag voor een
maatwerkvoorziening doen.
Algemene voorzieningen (hoofdstuk 3)
Algemene voorzieningen zijn rechtstreeks toegankelijk, zonder - of op basis van een beperkte toegangsbeoordeling. Het gaat voor een deel om bestaande voorzieningen, zoals de
basisvoorzieningen op stadsdeelniveau, beschermd vervoer of nacht- en crisisopvang. Voor een
ander deel gaat het om nieuwe voorzieningen, zoals ambulante ondersteuning en dagbesteding.
Voor algemene voorzieningen is geen persoonsgebonden budget (Pgb) meer mogelijk.
Er wordt eerst beoordeeld of algemene voorzieningen voldoende zijn en een oplossing bieden
voor het probleem met zelfredzaamheid of participatie. Daarna wordt pas gekeken naar de meer
geïndividualiseerde maatwerkvoorzieningen (de huidige “individuele voorzieningen”).
Dit is een uitgave van de gemeente Amsterdam, dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Datum : juli 2014
1
De ambulante ondersteuning (artikel 3.3) wordt in principe door de Wijkzorg uitgevoerd. In de
Wijkzorg werken onder andere de instellingen voor maatschappelijke dienstverlening, huisartsen
en MEE Amstel en Zaan die verantwoordelijk is voor de cliëntondersteuning, samen.
Maatwerkvoorzieningen (hoofdstuk 4)
Maatwerkvoorzieningen zijn niet rechtstreeks toegankelijk. Er is een aanvraag van de cliënt en
een beschikking van het college voor nodig. In de verordening worden de voorzieningen op
hoofdlijnen beschreven aan de hand van de basiscriteria die gelden voor toegang tot deze
voorzieningen. Daarbij is het mogelijk dat het college nog nadere regels vaststelt met
aanvullende criteria die gelden voor maatwerkvoorzieningen.
Voor een groot deel gaat het bij de maatwerkvoorzieningen om bestaande voorzieningen: hulp bij
het huishouden, woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, rolstoelen. Daarnaast de nieuwe
maatwerkvoorzieningen ambulante ondersteuning en dagbesteding.
De maatwerkvoorzieningen die nu als financiële tegemoetkoming zijn geregeld, zullen door de
wetswijziging enigszins veranderen. Deze voorzieningen, waaronder de verhuiskostenvergoeding
en de vervoerskostenvergoeding worden in sommige gevallen verstrekt als persoonsgebonden
budget (Pgb) en in andere gevallen als Financiële tegemoetkoming meerkosten chronisch
gehandicapten, die onderdeel wordt van de nieuwe Wmo.
Het Pgb wordt anders opgezet in de nieuwe Wmo. Er wordt geen geldbedrag aan cliënten
uitbetaald, maar de factuur van de zorgverlener/ondersteuner wordt rechtstreeks uitbetaald door
de Sociale Verzekeringsbank. De gemeente bekijkt voordat een Pgb wordt toegekend, of de
manier waarop de cliënt het Pgb wil inzetten, leidt tot een verantwoorde ondersteuning.
Anders dan onder de huidige Wmo zijn maatschappelijke opvang en de gedecentraliseerde
voorziening beschermd wonen aangemerkt als maatwerkvoorzieningen, zodat deze vanaf 2015
onderdeel uitmaken van de Wmo-verordening.
Bijdrage in de kosten (hoofdstuk 5)
In dit hoofdstuk staan de basisregels zoals het vragen van een bijdrage voor algemeen
gebruikelijke kosten, de algemene voorzieningen en de maatwerkvoorziening. Het gaat dan met
name om zaken die ook via de verordening geregeld moeten worden, zoals de berekeningswijze.
Voor de bijdrage in de kosten wordt nog een besluit voorgelegd aan de gemeenteraad over de
specifieke invulling voor de algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. De uitwerking
wordt in de Nadere Regels opgenomen.
Toezicht en Handhaving (hoofdstuk 6)
De gemeente Amsterdam gaat in de uitvoering maatregelen treffen om onterechte verstrekking
van voorzieningen te voorkomen. Als cliënten zich ernstig misdragen tegen medewerkers van
een zorgaanbieder wordt het mogelijk tijdelijke maatregelen te treffen.
Kwaliteit en Klachten (hoofdstuk 7)
Dit hoofdstuk gaat over de regelingen die aanbieders volgens de wet moeten hanteren:
meldingsregeling calamiteiten en geweld, klachtenregeling en medezeggenschap.
Inspraak (hoofdstuk 8)
Hoofdstuk 8 beschrijft regels die de rechten van Amsterdammers moeten waarborgen op het
terrein van inspraak.
Slotbepalingen (hoofdstuk 9)
Dit hoofdstuk bevat de slotbepalingen, waaronder het overgangsrecht.
Dit is een uitgave van de gemeente Amsterdam, dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Datum : juli 2014
2