Collegebesluit besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke

*
rg'
gemeente Roermond
VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND
datum
indiening:
25 novembet 2014
datum/agendapunt B&Wvergader¡ng 0212141301
=
afdeling:
Onderwerp:
Welzijn
Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond
2015.
Voorstel:
1. het college besluit het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015 vast te stellen en
het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2014in te trekken met ingang van 1
januari 2015;
2. het college besluit de commissie Burgers en Samenleving en de Wmo-raad de beleidsregels en het besluit
ter informatie toe te zenden.
Behandeling in:
raadscommissie:
op:
gemeenteraad van:
Wmo-raad
Beslissing B&W:
1. akkoord;
2. akkoord.
Handtekening gemeentesecretaris
v.k
onderwerp: Wmo-besluit201s.
pagina: 2
Bijlagen:
- Bijlage l: Wmo 2015 besluit Roermond
- Bijlage 2: Notitie: Onderbouwing hoogte PGB{arieven voor Jeugd en Wmo ML-Oost
Toelichting op voorstel:
Op 30 oktober jl. is de Wmo-verordening (Wet maatschappelijke ondersteuning) aan de gemeenteraad
voorgelegd ter vaststel ling.
Een volgende stap is het vaststellen van Wmo-beleidsregels (verder beleidsregels genoemd) en het Wmobesluit (verder besluit genoemd).
Beide documenten zijn ter vaststelling door het college, aangezien het uitwerkingen van de verordening als
kaderstellend document betreffen. Op 25 november jl. besprak u in uw vergadering de Beleidsregels
maatschappelijk ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2015.
Met dít voorstel wordt u het Wmo-besluit voorgelegd.
Grofweg kan worden gesteld dat de beleidsregels een inhoudelijke uitwerking van de kaders in de verordening
zijn, het besluit behelst de financiële uitwerking van de kaders.
lnhoud besluit: PGB-tarieven als meest opvallende punt
Voor burger en gemeente zijn het vaststellen van PGB-tarieven (persoonsgebonden budget) een cruciaal punt
binnen het besluit. Een PGB is een alternatieve verstrekkingsvorm voor Zorg in Natura (ZlN), m.a.w. de cliënt
heeft de keuze (onder bepaalde voorwaarden) of hij/ zij het zorgaanbod in natura wil ontvangen of het hierbij
behorende geldbedrag om deze toegewezen zorg of ondersteuning zélf in te kopen.
Ten behoeve van de eenduidigheid voor de burger is er afstemming in de regio gezocht om de PGB-tarieven
niet alleen in Midden-Limburg Oost en Midden-Limburg West, maar ook tussen jeugd en Wmo af te stemmen
Belangrijk voor het bepalen van het PGB-tarief is het antwoord op twee vragen:
1. Op basis van de wet is de gemeente verplicht de keuzevrijheid tussen ZIN en PGB te bieden, waarbij
het PGB in ieder geval 'toereikend' moet zijn: hoe vertaalje de kosten van ZIN naar een PGB-tarief?
Met een PGB is de zorgvrager vrij om de ondersteuning bij aanbieders van geheel uiteenlopende aard
in te kopen, van mantelzorgers tot professionele organisatie: welk percentage van het PGB-tarief is
redelijk voor welke aanbieder, aangezien de kostenopbouw voor deze verschillende aanbieders geheel
anders van aard zal zijn?
2.
Bij het bepalen van PGB{arieven zijn verder de volgende uitgangspunten van belang:
Overgangsrecht: de huidige cliënten binnen de Wmo kennen een overgangsrecht welke zich ook
vertaald naar gelijkluidend PGB-tarieven;
'Oude taken': voor de taken die nu al onder de Wmo zijn ondergebracht, wordt aangesloten op de
huidige tarieven.
-
-
Dit betekent dat binnen het besluit nieuwe PGB-tarieven opgenomen moeten worden voor de nieuwe taken
(individuele en groeps)begeleiding en kortdurend verblijf.
(Voor de nieuwe taken waarvoor budgetten aan de centrumgemeente Venlo worden toegekend, wordt nog
beleid ontwikkeld. Hierover bent u in relatie tot de beleidsregels reeds geïnformeerd.)
onderwerp: Wmo-besluit2015.
pagina: 3
Ad. 1. Hoogte PGB-tarieven voor nieuwe taken
ln het bepalen van de tarieven is er rekening gehouden met 2 aspecten:
a. De hoogte van ZlN, zoals deze in de inkoop/ aanbesteding zijn opgenomen;
b. De hoogte van de PGB's in de huidige AWBZ voor deze nieuwe taken.
Ad. 2. Differentiatie PGB-percentage naar aard/ kenmerken aanbieder
Grofweg wordt er een differentie gemaakt in 5 categorieën te weten: professionele organisatie, ZZP-erl
freelancer, zorgprofessional in loondienst, niet professional in loondienst en naaste familie.
Met name de laatste categorie kent een verschil met de huidige tarieven. De lagere tarieven voor het sociale
netwerk vloeien rechtsreeks voort uit de beleidskeuzes dat inzet van sociaal netwerk behoort tot het maximaal
benutten van de eigen kracht en mogelijkheden van de klant, teneinde het maatschappelijke probleem zelf op
te lossen alvorens er maatwerkvoorzieningen kunnen worden ingezet. Omdat ondersteuning vanuit het
netwerk niet afdwingbaar is, maar wel goedkoper is dan inzet van professionele ondersteuning wordt een
kleine stimulerende vergoeding hiervoor wenselijk geacht. Dat rechtvaardigt het genoemde percentage van
20%.ln het recente verleden zijn echter situaties ontstaan waarbij een 1" graads familielid een betaalde baan
heeft opgegeven om met een PGB de verzorgingstaken voor een naast familielid in te vullen en daaruit
inkomen te veruverven. ln feite is dit een situatie die ook onder de oude AWBZ PGB regeling ongewenst was,
maar die wel gedoogd werd. Deze situaties zijn in 2013 en 2014 aanleiding geweest om het PGB tarief voor
personen uit het sociale netwerk sterk te verlagen. Deze situaties kunnen alleen nog voorkomen bij cliënten
met overgangsrecht. Nieuwe cliënten vallen automatisch in een van de gedefinieerde categorieën.
Knelpu nte n voor burgers
lndien de nieuwe PGB-regels Wmo in de praktijk in een specifiek individueel geval tot onbillijkheden van
overwegende aard leidt (deze zouden bijv. te venruachten kunnen zijn n.a.v. het tarief voor naaste familie),
heeft het college op basis van de hardheidsclausule uit de Verordening Wmo de bevoegdheid om af te wijken
van de standaard regeling en in voorkomende gevallen maatwerk te leveren.
N.a.v. de beleidsregels werd er door één van uw collegeleden de vraag gesteld of een 'stroppenpot' geen
uitkomst zou kunnen bieden in situaties waarbij er toch 'onbillijkheden' zouden ontstaan.
De werkgroep adviseert nadrukkelijk om te kiezen voor de maatwerk-optie, omdat hiermee niet generiek weer
iets ongedaan wordt gemaakt, wat bewust in beleid is ingebracht. Dit doet meer recht aan het individuele
karakter en het maatwerk en de mogelijkheid tot uitzondering van de regel (i.p.v. collectief een 'potje' maken
om de regels collectief te verzachten).
Kerntakendiscussie:
N.v.t.
Commu n icatieparag raaf:
De beleidsregels en het besluit zullen voor kennisgeving naar de Wmo-raad en de commissle Burgers en
Samenleving worden gezonden.
Bovendien zullen de beleidsregels en het besluit worden gepubliceerd.