Jesaja 25:6-9 God houdt van een feestmaal Maak een feestmaal klaar met lekker eten en drinken (…) want deze dag is gewijd aan onze Heer (Neh. 8:10) Hij richtte in zijn huis een groot feestmaal voor hem aan, waarop een groot aantal tollenaars en anderen samen met Jezus aanwezig waren (Luc. 5:29) De feestmaaltijd van Jezus Gelukkig al wie zal deelnemen aan de maaltijd in het koninkrijk van God (Luc. 14:15) Niemand van degenen die eerst uitgenodigd waren zal van mijn feestmaal proeven (Luc. 14:24) En we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij (Openb. 3:20) Wat staat er op het menu? Uitgelezen gerechten en belegen wijnen Een feestmaal rijk aan merg en vet Voortreffelijk, uitmuntend, volmaakt Wijn staat voor het leven Merg en vet staan voor overvloed Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed (Joh. 10:10) De allerbeste wijn komt nog Maar u hebt de beste wijn tot nu toe bewaard! (Joh. 2:10) Ik zeg jullie: vanaf vandaag zal ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader. (Matt. 26:29) Een totale bevrijding Dan zal Hij de schemer van hopeloosheid en de sluier van de dood, die over de volken van de aarde ligt, wegnemen; Hij zal de dood voor altijd vernietigen. De Here God zal alle tranen afvegen en voor altijd de beledigingen en de spot tegen zijn volk en land wegnemen. De Here heeft gesproken; Hij zal dit zeker doen! (Het Boek) Een toekomstige terugblik Op die dag zal men zeggen: ‘Hij is onze God! Hij was onze hoop; hij zou ons redden. Hij is de HEER, hij was onze hoop. Juich en en wees blij: hij heeft ons gered. (Jes. 25:9) Volharden in de hoop In deze hoop zijn we gered. Als we echter nu al zouden zien waarop we hopen, zou het geen hoop meer zijn. Wie hoopt er nog op wat hij al kan zien? Maar als wij hopen op wat nog niet zichtbaar is, blijven we in afwachting daarvan volharden. De Geest helpt ons in onze zwakheid. (Rom. 8:24-25) Volharden door vooruit te kijken Denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God. Laat tot u doordringen hoe hij standhield (…) opdat u niet de moed verliest en het opgeeft. (Hebr. 12:2-3) Zal van mijn feestmaal proeven Halleluja, de Heer, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap op zich genomen. Laten we blij zijn en jubelen, laten we hem de eer geven! Want de bruiloft van het lam is gekomen en zijn bruid staat klaar. (…) Gelukkig zijn zij die voor het bruiloftsmaal van het lam zijn uitgenodigd (Openb. 19:6-7 en 9) Zonder uitnodiging geen feest We zullen samen eten, ik met hem en hij met mij. (Openb. 3:20) Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en… (3:20) Zonder uitnodiging geen feest Wie worden uitgenodigd voor het feestmaal met Jezus? Zij die Jezus hier in dit leven hebben uitgenodigd om binnen te komen! De feestlocatie Op deze berg… Sion (zie Jes. 24:23) Gods heilige berg waar de Heer zetelt (Ps. 2:6 en 9:12) Waar de redding vandaan komt (Ps. 14:7) Stad van volmaakte pracht, waar God verschijnt in stralend licht (Ps. 50:2) De Heer keert terug Dit zegt de HEER: Ik keer terug naar de Sion en kom in Jeruzalem wonen. “Stad van trouw” zal Jeruzalem heten, en de berg van de HEER van de hemelse machten “Heilige berg”. (Zach. 8:3) Een veel grotere werkelijkheid Want u bent niet tot een tastbare berg genaderd, en tot een brandend vuur, tot donkerheid, duisternis en stormwind… (Hebr. 12:18 HSV) Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen… (Hebr. 12:22 HSV) Het hemelse Jeruzalem Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zal ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. (Openb. 21:1-2) Het hemelse Jeruzalem Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij. (Openb. 21:3-4) Het hemelse Jeruzalem Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’ (Openb. 21:5)
© Copyright 2024 ExpyDoc