liturgie van deze dienst

Liturgie voor de avonddienst in kerkcentrum Open Hof
Op 5 oktober 2014 om 19:00 uur
Voorganger: ds. Wim Terlouw
Organist: Harry Hamer
Aanvangslied: Psalm 87 : 1 en 2
Op Sions berg sticht God zijn heilge stede.
Zij heeft zijn hart, Hij houdt er open hof.
O Godsstad, vrolijk zingen wij uw lof:
door uwe poort zal ieder binnentreden.
Rahab en Babel zullen u behoren.
Ja volk na volk buigt eenmaal voor Hem neer
en ieder land erkent Hem als de HEER.
O moederstad, uit u is elk geboren !
Bemoediging en groet - Klein Gloria
Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
als in den beginne, nu en immer
en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Drempelgebed
Psalm 122, gelezen en gezongen:
Lezen: 1 – 5
1 Een pelgrimslied van David. Verheugd was ik toen ik hoorde:
‘Wij gaan naar het huis van de HEER, ‘
2 verheugd ben ik, nu onze voeten staan binnen je poorten,
Jeruzalem.
3 Jeruzalem, als een stad gebouwd, hecht en dicht opeen.
4 Daar komen de stammen samen, de stammen van de HEER,
om Israëls plicht te vervullen, te prijzen de naam van de HEER.
5 Daar zetelt het gerecht, daar troont het huis van David.
Zingen: 3
Bidt heil toe aan dit Vredesoord:
dat die u mint bevredigd zij,
dat vrede in uw wallen zij,
gezegend zij uw muur en poort!
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in
om u met vrede te ontmoeten!
Om al mijn broeders binnen u,
om 's HEREN tempel wil ik u,
o stad van God, met vrede groeten.
Thema 1: Jeruzalem, stad van vrede – stad van verlangen
Zingen: Lied 175 : 1 en 2
Wij hebben een sterke stad,
een stad met muren en schansen,
wij hebben een sterke stad,
een stad waar de kinderen dansen
en waar men muziek maakt en zingt,
een stad door de Heer omringd.
Wie wonen daar in die stad,
die stad op de nieuwe aarde?
Een volk dat de Heer aanbad
en de trouw aan zijn roeping bewaarde.
O poortwachter, open de poort
voor alwie vertrouwt op zijn woord!
Lezing: Jesaja 1 : 21 – 27
21 Ach, de trouwe stad is een hoer geworden. Waar eens recht
heerste en gerechtigheid woonde, daar huizen nu moordenaars.
22 Je zilver is zwart en dof geworden, je wijn versneden met water.
23 Je vorsten zijn schurken, ze houden het met dieven, ze denken
alleen aan geschenken en steekpenningen. Wezen bieden ze geen
bescherming, het lot van weduwen laat hen koud.
24 Daarom-zo spreekt de HEER van de hemelse machten, de
sterke God van Israël: Wee hun, ik zal me wreken op mijn tegenstanders, mijn woede koelen op mijn vijanden.
25 Ik zal mij tegen je keren, je zilver zuiver ik met loog, al je vuil
verwijder ik.
26 Ik breng je rechters en raadgevers tot inkeer, het zal weer worden als voorheen. Dan zul je deze naam dragen: ‘Stad van gerechtigheid’, ‘Stad van trouw’.
27 Sion zal verlost worden door recht en wie zich bekeert door gerechtigheid.
Thema 2: Oordeel
Zingen: Gezang 38 : 1 en 3
De Heer spreekt: hoor mijn hartsgeheim,
o Israel, mijn teerbeminde,
omdat gij liefhebt in den blinde
verdorven macht en schone schijn,
liet Ik u gaan in uw ellende,
ontnam u honing, melk en wijn.
Nu voer Ik u in de woestijn
en daar zal Ik mij tot u wenden.
Ik zal u werven tot mijn bruid,
zo zegt de Heer, Ik zal u winnen.
Een lichte bruidstijd zal beginnen
in liefde en gerechtigheid.
Ik zal waarlijk trouw beminnen.
Geheel mijn hart gaat naar u uit.
Ik leer u wat mijn naam beduidt.
Zo zult gij eindelijk Mij kennen.
Lezen: Jesaja 2 : 1-5
1 Dit zijn de woorden van Jesaja, de zoon van Amos; het visioen
dat hij zag over Juda en Jeruzalem.
2 Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de HEER
rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen, 3 machtige naties zullen zeggen: ‘Laten we optrekken naar de berg van de HEER, naar
de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onderrichten, ons de weg
wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen.’
Vanaf de Sion klinkt zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt de HEER.
4 Hij zal rechtspreken tussen de volken, over machtige naties een
oordeel vellen. Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers
en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal nog het zwaard
trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat oorlog is.
5 Nakomelingen van Jakob, kom mee, laten wij leven in het licht
van de HEER.
Zingen: Lied 447 : 3
Een een smidse van 't huis onzes Heren
maakt het zwaard tot een ploegschaar, de speer tot een zicht.
Niemand zal meer een wapen hanteren;
maar zij groeten elkaar in het heldere licht
van de waarheid die eindlijk zal dagen
over mensen van zijn welbehagen.
Thema 3: Het visioen
Zingen: Lied 550 : 1 en 2
Verheugt u, gij dochter van Sion,
en jonkvrouw Jeruzalem, juich!
Uw koning rijdt binnen,
het rijk gaat beginnen,
de zalige tijden,
Hij komt ons bevrijden
rechtvaardig, zachtmoedig,
de aarde zal spoedig
een bloeiende tuin zijn
van vrede en recht,
de Heer heeft het heden gezegd.
Verheugt u, gij dochter van Sion,
en jonkvrouw Jeruzalem, juich!
Hij zal u regeren
met God en met ere.
De wagens, de paarden,
de wapens, de zwaarden,
krijgszuchtige plannen,
Hij zal ze verbannen,
Hij zal ze verdoen in zijn
toorn en zijn recht,
het is van te voren voorzegd.
Vierde thema: De Koning en de stad
Zingen: Lied 550 : 3
Verheug u, gij dochter van Sion,
en jonkvrouw Jeruzalem, juich!
Zijn daden, zij zullen
de aarde vervullen,
voor jood en voor heiden
door dood en door lijden
draagt Hij met zich mede
de blijdschap, de vrede,
Hij rijdt op een ezel. Hij lijdt als een knecht,
zo brengt Hij het leven terecht.
Gebeden
Gaven
Zingen: Lied 766 : 1, 2 en 3
Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen,
een nieuwe aarde ontstond
om het geheim des levens te beseffen,
niet meer in zee gegrond.
Ik zag een stad verblindend naderkomen,
een middelpunt van feest,
Jeruzalem, zoals het in Gods dromen
vanouds moet zijn geweest.
Jeruzalem is als een bruid getreden
voor God in wit en goud
en in haar heldre ogen staat een vrede
door niemand ooit aanschouwd.
Een stem roept in het rond: nu gaat beginnen,
de koninklijke tijd,
de koning zal de koningin beminnen
die Hem is toegewijd.
De Koning die zijn troon heeft in den hoge,
houdt bij de mensen hof
en alle tranen zal Hij van hun ogen
afwissen tot zijn lof.
Er zal geen rouw, er zal geen dood meer wezen,
nergens verdriet meer zijn,
de eerste dingen werden uitgewezen,
voorbij ging alle pijn.
Zegen