Inbreng AO Modernisering milieubeleid 2014

Inbreng algemeen overleg Modernisering Milieubeleid
Op 10 september spreekt u met staatssecretaris Mansveld over Modernisering van het milieubeleid. De waterschappen willen u voorafgaand aan het debat enkele, voor de waterschappen
belangrijke punten, meegeven.
Glastuinbouw
In de tweede nota Duurzame Gewasbescherming hebben de staatssecretarissen van Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu een wijziging van het Activiteitenbesluit aangekondigd,
waarmee de glastuinbouwsector per 2016 verplicht wordt (collectieve) zuiveringsinstallaties toe
te passen die het te lozen drainwater (teelten op substraat) en drainagewater (teelten in de
grond) moeten zuiveren om aan de waterkwaliteitsopgaven te voldoen. De waterschappen onderschrijven deze aanpak omdat het de waterkwaliteit verbetert. Daarbij draagt het bij aan het
realiseren van de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). De KRW gaat
namelijk, voor alle milieuschadelijke stoffen, uit van bronmaatregelen en van het principe ‘de
vervuiler betaalt’. Eventuele maatregelen bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) worden
in dit kader gezien als dure ‘end of pipe’ oplossingen en zijn geen oplossing voor de korte termijn. Recent is ook de discussie over het voorkomen van geneesmiddelen in oppervlaktewater
in de publiciteit gekomen. Ook daarbij werd geopperd dat deze eventueel bij de RWZI’s eruit te
filteren. Dat brengt sommige groepen op de suggestie dan in een keer zowel gewasbeschermingsmiddelen als medicijnen uit het water te zuiveren.
De koppeling van geneesmiddelen met gewasbeschermingsmiddelen is evenwel ongewenst,
omdat restanten van geneesmiddelen vooral een stedelijk probleem vormen en gewasbeschermingsmiddelen met name een probleem in het agrarisch gebied. Bovendien vinden de
waterschappen het principieel onjuist dat een verplichting van de glastuinbouwsector wordt afgewenteld op de Nederlandse samenleving. De eventuele ombouw van RWZI’s om gewasbeschermingsmiddelen te zuiveren, de extra zuiveringskosten en de extra energie en grondstoffen, inclusief aanpassing van de capaciteit van de riolering, die dat met zich meebrengt zullen
immers door de belastingbetaler bekostigd moeten worden uit een verhoging van de zuiveringsheffing en de rioleringsheffing. Verder zorgt zuivering op de RWZI ervoor dat de prikkel
voor glastuinbouwers om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen te verkleinen weggenomen wordt en dat de glastuinbouwsector daarmee haar ambitie en afspraak met de overheden om in 2027 een nagenoeg emissievrije glastuinbouw te realiseren, los laat.
Deze algemene lijn laat overigens onverlet dat er op lokale schaal afspraken tussen tuinbouwsector en individuele waterschappen mogelijk zijn, om gezamenlijk een antwoord te formuleren
op de noodzaak tot het zuiveren van drainage- en drainwater.
Vraag: Is de staatssecretaris het met de waterschappen eens met het uitgangspunt dat bronmaatrege-len en collectieve zuiveringsmaatregelen te verkiezen zijn boven end of pipe oplossingen bij de RWZI?
Negatief effect gewasbeschermingsmiddelengebruik op vogelstand
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat een bepaalde groep gewasbeschermingsmiddelen
een negatief effect lijkt te hebben op de vogelstand en dat dit komt door de aanwezigheid van
deze middelen in het oppervlaktewater. Het gaat hierbij om het gebruik van neonicotinoïden, het
meest gebruikte bestrijdingsmiddel tegen insecten en waartoe ook het middel imidacloprid behoort. De waterschappen delen de zorg van de wetenschappers en roepen de agrarische sector
al langer op tot het nemen van maatregelen, zodat schadelijke middelen niet in het oppervlaktewater terecht komen. Dat deze middelen de waterkwaliteitsnormen overschrijden komt doordat de norm uit het EU-beleid voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen voor deze
middelen minder streng is dan de norm die vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW) wordt gesteld.
Dit heeft tot gevolg dat het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (CTGB) gewasbeschermingsmiddelen kan toelaten die bij normaal gebruik niet voldoen
Pagina 2 van 2
aan de KRW-doelen voor oppervlaktewater. De waterschappen zijn daarom van mening dat bij
het toelaten van gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ook rekening moet worden gehouden met de waterkwaliteitsnormen uit de Kaderrichtlijn Water.
Vraag: Is de staatssecretaris het met de waterschappen eens dat de KRW-normen ook betrokken moeten worden bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen?
Loodvervuiling
Bij het vissen met hengels wordt gebruik gemaakt van lood. Een deel van dit lood, blijft in het
water achter. Het gaat daarbij niet alleen om kleine loodjes, sommige exemplaren wegen zelfs
meer dan honderd of tweehonderd gram. Waterschappen en RWS bestuderen al enkele jaren
dit probleem. In opdracht van RWS is nu een grondige emissieschatting uitgevoerd door Deltares, waarbij op basis van voorzichtige aannames het loodverlies geschat wordt op 470 ton/jaar
voor zout water en 54 ton/jaar voor zoet water.
Omdat massief lood niet snel oxideert blijft het ”verloren” lood in de vorm van loodklompjes in
het onderwatermilieu aanwezig (of wordt bij baggeren op de kant gezet). In de studie wordt (met
een voorzichtige raming) uitgegaan dat er in zoet water per jaar 13.300 kg lood oplost en in zout
water 4.400 kg/jaar. Daarom zouden de waterschappen graag zien dat de staatssecretaris dit
probleem oppakt.
In het kader van het KRW-innovatieprogramma zijn alternatieven voor lood in de hengelsport
ontwikkeld. Dit alternatief wordt echter nog weinig gebruikt, omdat er geen wettelijk verbod is op
het gebruik van lood. Al dat lood hoopt zich op in het milieu. Dat is vanuit het voorzorgsprincipe
een ongewenste situatie.
Vraag: Op welke wijze wil de staatssecretaris de belasting van lood in het oppervlaktewater
verminderen?
Nanodeeltjes/microplastics
De waterschappen vinden het goed dat de staatsecretaris de problematiek van microplastics in
cosmetica in Europees verband agendeert. Maar er zijn nog andere bronnen van microverontreiniging, zoals nanodeeltjes. Volgens de Gezondheidsraad is er reden om het afvalbeheer tegen het licht te houden en uit voorzorgsoverwegingen meer aandacht te geven aan de aanwezigheid van nanomaterialen in afval.
Vraag: Wat gaat de staatssecretaris doen om de aanwezigheid van nanodeeltjes in het milieu te
voorkomen? Of moeten we vragen de problematiek eerst eens in kaart brengen?
Terugwinnen grondstoffen
De staatssecretaris wijst terecht op de potentie tot het terugwinnen van grondstoffen en energie
uit afvalwater bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Waterschappen hebben dit door heel het
land actief opgepakt. Er worden innovatieve pilots voorbereid en uitgevoerd voor de terugwinning van cellulose, polymeren (bioplastics), alginaat en CO2, hiervoor is een Green Deal in
voorbereiding tussen waterschappen en het ministerie van I&M. Op diverse plaatsen wordt op
dit moment al fosfaat (struviet) teruggewonnen uit het afvalwater. De waterschappen kijken uit
naar de toegezegde aanpassing van het Meststoffenbesluit waardoor het mogelijk wordt om
ook struviet uit afvalwater toe te passen in de Nederlandse landbouw. In Duitsland is dit al mogelijk.
Vraag: Kan de staatssecretaris aangeven wanneer, uiterlijk 1 januari 2015, de aanpassing van
het Meststoffenbesluit in werking treedt?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ilona Elfferich-Rodenburg
Telefoon: 06 – 12 46 39 23 of e-mail: [email protected]