Meerjaren Begroting 2015-2018 0 Inhoudsopgave Inleiding 2 Beleidsontwikkelingen 6 Doelen en activiteiten 9 Personeel 15 Begroting 2015-2018 21 - Inleiding 22 - Balans incl. toelichting 29 - Staat van baten en lasten incl. toelichting 33 - Treasurybeleid 45 Bijlagen - Meerjareninvestering materiële vaste activa (MIP) - Meerjarenonderhoudsplan (MOP) 1 Inleiding In voorgaande jaren hebben we de toekomst als een voor de organisatie spannende periode aangemerkt. Dat doen we nu weer, immers we staan voor nieuwe uitdagingen, zowel inhoudelijk als qua bedrijfsvoering. Deze meerjarenbegroting is opgesteld in de periode april – juni 2014 met de wetenschap dat er wordt onderhandeld over een nieuwe cao primair onderwijs en dat er nog geen zekerheid is over de meerjarige inzet van de middelen uit het begrotingsakkoord 2014-2017. Indien de totstandkoming van een nieuwe cao PO en/of definitieve invulling van de afspraken uit het begrotingsakkoord leiden tot substantiële afwijkingen van deze meerjarenbegroting dan zal dit direct worden gerapporteerd en indien noodzakelijk zal een herziene meerjarenbegroting worden opgesteld. DHS gaat voor de komende jaren nieuwe ambities formuleren. En net als voorheen creativiteit, inventiviteit en aanpassingsvermogen aanspreken om ervoor te zorgen dat de organisatie haar opdracht goed kan blijven vervullen. Goed en aansprekend onderwijs voor de leerlingen, gedegen en uitdagend werkgeverschap voor de medewerkers, adequate bedrijfsvoering voor de organisatie als geheel. Het is goed gegaan de laatste jaren. DHS heeft successen geboekt in brede zin met de kwaliteit van haar onderwijs en de stabiliteit van de bedrijfsvoering. Maar DHS heeft ook successen geboekt in specifieke zin, met een succesvol en inspirerend lustrum, met de Van Ostadeschool als een excellente school, met zeer goede cito-uitslagen op bijvoorbeeld de Archipelschool, met de leerkracht van het jaar op de Valkenbosschool, met de uitverkiezing van sportiefste school van Nederland, en met meerdere erkenningen van kwaliteit en inzet voor sportieve en culturele prestaties van onze scholen. De toekomst van het onderwijs en onderwijsondersteuning Goed onderwijs, hogere onderwijsprestaties van de leerlingen en professionalisering van de leraar zijn de kerndoelstellingen van ons beleid. Dat was zo in de afgelopen jaren en dat blijft zo in de komende jaren. De aandacht gaat zich echter verleggen: van voldoende onderwijsprestaties naar goede en excellente onderwijsprestaties, van goede onderwijsondersteuning en leerlingzorg naar preventie van leer- en gedragsproblemen, van het oplossen van conflicten en pestgedrag naar het voorkomen van conflicten door betere communicatie en het aanleren van een respectvolle benadering van iedereen door iedereen die bij de school betrokken is. Van het bieden van onderwijs aan de leerling van 4 – 20 (in het VSO) naar het bieden van onderwijs en de opvang vanaf de leeftijd van 2,5 jaar. Met een eigentijds en toekomstgericht perspectief. Een nieuwe visie op ICT in het onderwijs, een eigen visie op brede vorming, sociaal-emotionele en talentontwikkeling van de leerlingen. Kortom, de lat gaat omhoog en het bereik wordt uitgebreid. De toekomst van de medewerker Sleutelwoord voor de toekomst van onze medewerkers is professionalisering die zich richt op alle activiteiten die tot doel hebben kennis en vaardigheden van alle medewerkers te verbeteren en te ontwikkelen. Dit in een cultuur waarin reflectie op eigen handelen, verbinding zoeken en het beste uit jezelf halen centraal staat en binnen een systeem van doel- en resultaatgericht werken. De lat gaat omhoog, we willen onze medewerkers nog beter maken, en de condities voor het werken bij DHS nog aantrekkelijker. 2 De komende jaren zal er verder worden gewerkt aan de implementatie van het bovenstaand beleid waarbij de externe factoren (o.a. financiën) mede bepalend zullen zijn voor het te behalen succes. Financieel beeld van de komende jaren Ook in deze meerjarenbegroting ontkomen wij er niet aan om uitgebreid stil te staan bij de financiële ontwikkelingen voor DHS als organisatie maar ook voor het primair onderwijs als geheel. In de vorige meerjarenbegroting 2014-2017 is al vastgesteld dat er met betrekking tot de omvang van de bekostiging en de loonkostenontwikkeling in het primair onderwijs sprake is van turbulente tijden. Helaas moeten wij in deze meerjarenbegroting 2015-2018 vaststellen dat de onzekerheid over de toekomstige bekostiging en loonkostenontwikkeling eigenlijk alleen maar is toegenomen. Bij de toelichting op de begroting wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende ontwikkelingen en hun invloed op het resultaat van DHS. Samenvattend is de financiële ontwikkeling vanaf de realisatie 2013 tot en met de begroting 2018 als volgt: - Afname totale baten -/- € 2,0 mln. - Loonkostenstijging -/- € 5,8 mln. - Inflatie -/- € 0,5 mln. - Overige kostentoename -/- € 0,5 mln. In totaliteit bedraagt de begrote afname van de financiële ruimte in de periode 2013-2018 dus circa € 8,8 mln. Vooral de ongedekte loonkostenstijgingen en afname van het aantal bekostigde achterstandsleerlingen blijven zwaar drukken op de financiële mogelijkheden van DHS. DHS kiest in deze meerjarenbegroting voor een voortzetting van het in voorgaande meerjarenbegrotingen al toegepaste voorzichtige maar evenwichtige financiële scenario. De omvang van de gemiddelde personeelsformatie moet op basis van het huidige scenario in deze begrotingsperiode afnemen van 1.510 fte in de prognose 2014 naar 1.348 fte in het begrotingsjaar 2018. Een afname van in totaal 162 fte waarvan 55 fte het gevolg is van het vertrek van de Cor Emousschool naar de cluster 2 instelling Viertaal. Op basis van de op- en vastgestelde meerjarenbegrotingen van de individuele scholen is de afgelopen twee jaar zichtbaar geworden dat de scholen de noodzakelijke reductie van hun formatie vooral zoeken in de categorie Onderwijs Ondersteunend Personeel en meer specifiek de onderwijsassistenten op de basisscholen. Deze keuze wordt o.a. ingegeven door de terugloop van de bekostiging voor achterstandsleerlingen, de scholen met traditioneel “veel” achterstandsleerlingen hebben in het verleden, mede op basis van politieke wensen en besluitvorming, relatief veel onderwijsassistenten aangesteld. Met het teruglopen van de beschikbare middelen wordt ook in 1e instantie hier de formatie reductie gezocht. Dit wordt nog versterkt door de wens om de onderwijskwaliteit van de school en de professionalisering van medewerkers te verhogen waardoor scholen steeds vaker kiezen voor gekwalificeerde “handen voor de klas”. 3 Het natuurlijk verloop op basis van pensioen/overig is bij deze groep medewerkers gering en daardoor is er bovenformativiteit bij deze groep medewerkers ontstaan. De omvang van die bovenformativiteit bedraagt voor het komend schooljaar 2014-2015 circa 22 fte. DHS zal er alles aan zal doen om deze groep medewerkers te begeleiden naar nieuw werk binnen of buiten DHS en in deze meerjarenbegroting wordt er vanuit gegaan dat deze 22 fte per 1-8-2016 de organisatie zal of heeft verlaten. Dit vraagt om een zorgvuldige aanpak. Daarom kiezen we er bewust voor te investeren in deze medewerkers zodat zij voldoende toegerust zijn om elders een baan te kunnen vinden. Daarbij zal de medewerker voldoende gefaciliteerd worden in tijd, opleiding en eventuele coaching. DHS wil met deze groep medewerkers komen tot overeenstemming om op vrijwillige basis afscheid te kunnen nemen van de organisatie. We zullen de medewerkers hierbij ondersteunen door hen gepaste loopbaanbegeleiding te bieden op individueel niveau en/of groepsniveau. Het doel: de medewerkers de kans geven zich te oriënteren op hun eigen profiel en begeleiding te geven op de weg naar een andere functie c.q. een andere baan bij andere werkgevers. Ook zal bekeken worden welke groep kan worden omgeschoold naar leerkracht of PSZ-leid(st)er i.v.m. de eventueel uitbreiding van PSZ binnen de nevenstichting. Mochten bovenstaande interventies niet leiden tot vrijwillig vertrek of herplaatsing dan zullen, op basis van een vaststellingsovereenkomsten met wederzijds goedvinden, afspraken worden over ontslag. Per saldo zal de formatie van de overige functies op de scholen en bestuurskantoor in deze periode dan nog met 85 fte (-/- 5%) moeten afnemen. In periode sinds 2010 is de formatie van DHS al met 121 fte afgenomen en daarmee is er vooral bij de ondersteunende functies op de scholen al een reductie gerealiseerd. Bij de verwachte stabilisatie van het aantal leerlingen zal de toekomstige formatiereductie minimaal dan ook voor een deel moeten worden gevonden in het vergroten van de groepen/klassen Het College van bestuur van DHS zal dan ook alles in het werk stellen om, individueel dan wel in samenwerking met de PO-raad, er voor te zorgen dat dit begrotingsscenario niet bewaarheid wordt en de uiteindelijke afname van de financiële ruimte wordt beperkt. Maar vanuit een goed en verantwoord financieel beheer is het onvermijdelijk dat wij in deze meer jarenbegroting met dit scenario rekening houden. Inzet eigen vermogen In het bestuursverslag 2013 is op basis van de in 2013 uitgevoerde risicoanalyse vastgesteld dat de bufferliquiditeit van DHS in de komende jaren kan fluctueren tussen een ondergrens van 5% en een bovengrens van 10% met een meerjarig gemiddelde van 7,5%. Tevens is in dat bestuursverslag vastgesteld dat DHS bij een gemiddelde bufferliquiditeit van 7,5% in deze meerjarenbegroting een vrij besteedbaar eigen vermogen heeft van € 6,8 mln. Dit beschikbare vrij besteedbare eigen vermogen kan maar eenmalig worden ingezet en daarom moet DHS op termijn (in deze meerjarenbegroting in 2017) weer een sluitende begroting realiseren. Vergelijkbaar met de voorgaande meerjarenbegrotingen wordt het vrij besteedbare vermogen ingezet voor de versterking van de onderwijskwaliteit en een gefaseerde realisatie van de noodzakelijke reductie van de personele formatie. 4 Inzet eigen vermogen voor een verantwoorde opvang van de inkomstendaling: - € 175.000, in 2015 voor mobiliteit bevorderende maatregelen voor ons personeel voor o.a. herscholing, sollicitatieverlof en stimuleringspremies. In 2014 is ook een bedrag van € 175.000 beschikbaar voor mobiliteit bevorderende maatregelen. - € 463.000 voor een gefaseerde afbouw van onze personeelssterkte in 2015. Na het jaar 2015 is op basis van de huidige meerjarenbegroting geen sprake meer van bovenformativiteit. In 2014 zal er conform de begroting 2014 een bedrag van minimaal € 1,3 mln. moeten worden ingezet voor de dekking van de kosten van bovenformativiteit. Door de inzet van deze middelen kunnen onze scholen op een geleidelijke wijze toegroeien naar een situatie met minder inkomsten. Door (tijdelijk) een deel van het eigen vermogen in te zetten voor dekking van de loonkosten van bovenformatieve medewerkers op de scholen kan DHS geleidelijk en op basis van natuurlijk verloop toegroeien naar de situatie van een noodzakelijk lagere formatieve personeelssterkte. Maatregelen voor de versterking van de onderwijskwaliteit: DHS heeft er ook in deze meerjarenbegroting voor gekozen om een deel van het eigen vermogen in te zetten voor de professionalisering van onze medewerkers en de innovatie van het onderwijs. Het gaat in deze meerjarenbegroting om de volgende bedragen - € 500.000 voor innovatie van het onderwijs, dit is jaarlijks een bedrag van € 125.000 dat t/m 2018 wordt ingezet. - € 700.000 voor coaching van beginnende leerkrachten en directeuren, dit is een jaarlijks bedrag van € 175.000.dat tot 2018 wordt ingezet. - € 300.0000 voor impulsgeld voor opleidingen van zittend personeel, dit is een bedrag van € 75.000 per jaar dat wordt ingezet tot en met 2018 - € 200.000 voor digitale leermiddelen conform de voorgaande begroting worden deze middelen in 2015 en 2016 begroot. - € 100.000 voor versterking van onderwijs in de Engelse taal, ook deze post wordt t/m 2018 ingezet. Voor de ontwikkeling van het IKC concept worden na 2014 (€ 75.000) geen middelen meer gereserveerd. 5 Samenvattend: Inzet eigen vermogen voor versterking onderwijskwaliteit 2015 2016 2017 2018 Innovatie onderwijs € 125.000 € 125.000 € 125.000 € 125.000 Coaching beginnende leerkrachten en directeuren € 175.000 € 175.000 € 175.000 € 175.000 Opleiding zittend personeel € Digitale leermiddelen € 100.000 € 100.000 75.000 € Engelse Taal € Totaal € 500.000 € 500.000 € 400.000 € 400.000 25.000 € 75.000 € 25.000 € 75.000 € 75.000 25.000 € 25.000 De geel gearceerde bedragen zijn de bedragen die in vergelijking met de vorige meerjarenbegroting 2014-2017 nu extra worden ingezet. In totaliteit gaat het een extra bedrag van € 1 mln. . Wij zijn er van overtuigd dat we met bovenstaande maatregelen erin zullen slagen onze organisatie over vier jaar sterker te laten zijn dan nu het geval is en tegelijkertijd ons personeel op een verantwoorde wijze te begeleiden naar de nieuwe omstandigheden. Het beschikbare eigen vermogen kan maar éénmalig worden ingezet en daarom zal DHS vanaf het begrotingsjaar 2017 weer in een situatie moeten komen waarbij de exploitatieresultaten gemiddeld over meerdere jaren op nul uitkomen. Bij de toelichting op de balans en de staat van baten en lasten wordt middels de analyse van de financiële kengetallen en de opbouw van onze kapitalisatiegraad zichtbaar dat deze inzet van het eigen vermogen mogelijk is zonder dat DHS daarmee in de financiële problemen komt. Beleidsontwikkelingen DHS gaat voor de komende jaren nieuwe ambities formuleren en daarbij komen de volgende aandachtsgebieden aan de orde. Onderwijsresultaten staan als vanzelfsprekend in het centrum van de belangstelling. De specifieke aandacht voor taal en rekenen blijft, maar er vindt verdieping plaats naar bredere vorming, sociaal-emotionele en talentontwikkeling, de rol van de leerling zelf. Er is behoefte aan een verdieping op thema, zoals het onderwijs aan Het Jonge Kind ende toepassing van ICT in het onderwijs. De doelstellingen op het gebied van opbrengstgericht werken, de leerkrachtvaardigheden in differentiatie van instructie, werkwijzen en ondersteuning worden opnieuw bekeken en inhoudelijk verdiept. We willen immers een stap verder zetten naar goed en excellent onderwijs. Het rijk heeft plannen met de voorschoolse educatie, daar geven wij invulling aan. We stimuleren de ontwikkeling van intensieve relaties met partners in integrale kindcentra en we gaan ons begeven op het pad van de peuteropvang in het kader van de voorschool. We zijn ervan overtuigd dat we een meerwaarde hebben in de ontwikkeling en de zorg voor zeer jonge kinderen. De ambitie is dan ook om het aantal peuterspeelzalen binnen DHS te doen groeien. En het onderwijs aan het jonge kind te ontwikkelen. 6 Het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs Haaglanden is van start gegaan, de niveaus van ondersteuning zijn vastgesteld, procedures aangepast, inhouden en overlegstructuren veranderd alsmede de uitvoerders. Scholen zullen in deze planperiode moeten gaan wennen aan nieuwe afspraken, protocollen en verbanden, nieuwe werkwijzen voor ouders en leraren, andere geldstromen en vooral ook andere bestuurlijke eenheden en relaties, ook met de gemeente via de decentralisatie Jeugdzorg. Het cluster 2 onderwijs wordt opnieuw ingericht waarbij de Cor Emousschool onze organisatie per 1 augustus 2015 noodgedwongen zal verlaten. We realiseren ons dat dit een forse inspanning van de scholen gaat vragen en dat het in ons belang is om samen met de Samenwerkingsverbanden PO en VO goede afspraken te maken met betrekking tot communicatie met ouders en afstemming van werkzaamheden en de gevolgen die dit heeft voor de medewerkers. Het rijk is voornemens aanpassingen te doen aan de bekostiging van het onderwijs. Het financiële perspectief is dalend vanuit de reguliere bekostiging, en onvoorspelbaar waar het gaat om incidentele bekostiging. Ook de daling van het aandeel gewichtenleerlingen heeft effect op het middelenperspectief. Dit heeft gevolgen voor de scholen en het bovenschoolse bestuurskantoor. Medewerkers zullen, vanuit de wens om op organisatieniveau werkgelegenheid te behouden, zich meer dan voorheen flexibel moeten gaan opstellen ten aanzien van taakvervulling en plaats in een organisatieonderdeel. Op het gebied van huisvesting zijn de ambities gericht op het vormgeven aan een eigen beleidsinvulling, gestoeld op door DHS gekozen kwaliteitscriteria en inhoudelijke wensen. Minder bouwen op basis van verordeningen, meer bouwen op basis van optimale waarde creatie. De decentralisatie van buitenonderhoud van scholen per 1 januari 2015 gaat veel betekenen voor de organisatie, daar zullen we scholen en het bestuurskantoor voor toerusten. Vanzelfsprekend verliezen we het vraagstuk van efficiëntie en zorgvuldigheid niet uit het oog. Daarom zullen aanbestedingsprocedures opnieuw worden bekeken en gezamenlijke inkoopprocedures worden ontwikkeld. In de voorgaande meerjarenbegroting hebben we al uitdrukking gegeven aan onze zorg met betrekking tot de relatie tot de samenleving. Die is mondig en kritisch en daar kunnen we met een goede dialoog ons voordeel mee doen. Maar de samenleving is ook wel eens te kritisch of te ongenuanceerd en dan hebben we te maken met een omgeving die iets vraagt dat we niet kunnen bieden. Ouders willen terecht precies weten wat er met hun kind gebeurt en hoe de school bijdraagt aan een optimaal leer- en ondersteuningsklimaat. Dat kan niet zonder een basis van vertrouwen en dat is hard werken. Onze communicatieve vaardigheden moeten we daarom verbeteren. Leerlingen willen uitgedaagd worden met kennis en met nieuwe manieren om zich die kennis eigen te maken. Leraren willen kennis delen, samen onderwijs ontwikkelen, zich door collega’s gesteund voelen. Nieuwe vormen van communicatie zullen we gaan gebruiken. We zullen onze communicatie naar buiten verbeteren, om redenen van marketing en om redenen van verantwoording. De Vensters PO zijn daar een goed voorbeeld van. De gewenste deelname aan een pilot zelfevaluatie van de Onderwijsinspectie ook en de plannen met betrekking tot de horizontale verantwoording eveneens. We hebben in onze scholen een wezenlijke rol in de ontwikkeling van het kind in een ingewikkelde en bewegende samenleving. Daarom willen we er, samen met de ouders en de omgeving, ertoe bijdragen dat de leerling zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. 7 Dit alles betekent dat op de beleidsagenda voor de komende planperiode in ieder geval staan: Onderwijskwaliteit: we dragen zorg voor borging van kwaliteit en innovatie, in de basisvaardigheden rekenen en taal, maar ook in cultuureducatie, wetenschap en techniek en het talenonderwijs; we stimuleren medewerkers om structureel en in gezamenlijkheid onderwijs te verbeteren, op basis van kennisontwikkeling en het onderzoeken van de eigen praktijk en de resultaten; we gaan voor excellent onderwijs Sociaal-emotionele ontwikkeling: we geven planmatige en structurele aandacht voor het sociaal- en emotioneel leren van kinderen in het lesprogramma; we stellen doelen, volgen de leerling en acteren bij voorkeur preventief en op maat Onderwijsinnovatie: de onderwijskundige toepassingen van ICT en de praktische infrastructuur daarvoor krijgen volop de aandacht; we dagen medewerkers uit zich kennis en vaardigheden op dit gebied eigen te maken en tot vernieuwing te komen; we geven leerlingen de mogelijkheid om te werken met moderne toepassingen en programma’s; we maken middelen vrij om investeringen in scholen mogelijk te maken Onderwijsondersteuning: we streven naar Passend Onderwijs voor alle leerlingen, toegesneden op onderwijs- of ondersteuningsbehoefte, zoveel als verantwoord mogelijk is thuisnabij en op maat; dat vraagt om leraren en onderwijsondersteunende medewerkers die dat kunnen en om begeleiders die de gevraagde en benodigde ondersteuning kunnen bieden Ouderbetrokkenheid: een herijking van het nu bestaande ouderbeleid is op zijn plaats, we zullen tot gerichter aandacht en effectievere methodieken van ouderbetrokkenheid en oudereducatie moeten komen Onderwijskundig leiderschap en een professionele houding: directie en onderwijsgevenden maken zich actuele kennis en vaardigheden eigen en onderzoeken de noodzaak en wenselijkheid van opbrengstgericht werken, onderwijskundige kwaliteitsimpulsen en innovatie; we hechten waarde aan verdiepende studie, ook academisch, voor leraren en schoolleiders Begeleiding starters: jonge onderwijsgevenden, nieuwe directeuren en andere starters verdienen veel aandacht en ondersteuning; daarvoor wordt een taak in de organisatie ingericht; we verwachten veel van de versterking van de samenwerking met de Pabo en Librijn Begeleiding zittende medewerkers: voor personeelsleden die langer aan het werk blijven vanwege de verschraling van voorzieningen voor vervroegde uittreding en de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, is een toegesneden personeelsbeleid in voorbereiding; een startnotitie is gemaakt Leerlingaantallen: we werken de wachtlijsten daar waar mogelijk weg, iedereen in de organisatie spant zich in om kinderen een plek te geven in een van onze scholen; er is een plan gemaakt voor gestage uitbreiding/aanpassing van ruimte Samenwerking en dienstverlening in de scholen: samenwerking met organisaties in de wijk en de stad is gericht op een beter en afgestemd aanbod aan zorg, opvang en 8 ontspanning; de IKC pilot wordt afgesloten in 2014, conclusies geven de basis voor verdere ontwikkelingen; we breiden ons dienstenpakket uit naar peuteropvang via onze nieuw opgerichte stichting Huisvesting: we geven nieuwe impulsen aan de flexibiliteit en kwaliteit van schoolgebouwen, qua voorzieningen, qua klimaat en qua toerusting voor het onderwijs Communicatie: we geven vorm aan duidelijke, doelgerichte en klantvriendelijke communicatie; we willen ervoor zorgen dat ouders ons kunnen vinden, zien waar we voor staan en een goed en passend antwoord krijgen op vragen; we bepalen ook onze grenzen in communicatie en bejegening van de omgeving wanneer die onvriendelijk of bedreigend is Ondersteuning van scholen: we hebben vanwege het wisselende middelenperspectief de opdracht vanuit het bestuurskantoor betere diensten te verlenen met minder mensen; dat betekent dat we nieuwe vormen van kwaliteit en efficiency gaan bewerkstelligen 9 Doelen en activiteiten 2015-2018 Het Ambitiestatement van DHS loopt tot 2016. Deze meerjarenbegroting bestrijkt dus een deel van het bestaande en een deel van het nieuwe Ambitiestatement. Aangezien het nieuwe er nog niet is zal de eerste periode concreter zijn dan de daaropvolgende. De hoofddoelen van de organisatie liggen vast voor de middellange termijn. Deze vormen dan ook, samen met de impulsen en opdrachten die vanuit rijks- of gemeentelijke overheid aangereikt worden, de leidraad voor de activiteiten waar DHS zich de komende jaren op richt. Het beleid van de organisatie wordt zelf vormgegeven, maar ook extern beïnvloed: vanuit nieuwe regelgeving van rijk en gemeente, de nieuwe Haagse Educatieve Agenda, vanuit nieuwe beleidsimpulsen door ontwikkelingen in de maatschappij, vanuit de noodzaak om zelf in te grijpen in richtingen die we ofwel moeten ofwel willen inzetten. Wat we nu vastleggen, zal zonder twijfel in de loop van deze periode van de meerjarenbegroting meermalen en op verschillende wijze worden beïnvloed. De keuzes die we nu maken geven echter wel richting aan de wijze waarop zaken zullen worden aangepakt. In het hiernavolgende zullen we de onderwerpen op de beleidsagenda concretiseren met behulp van doelen, activiteiten en met behulp van het erbij passen van de benodigde middelen uit de daartoe geëigende bekostigingsonderdelen. 1. Het verbeteren van de resultaten van alle leerlingen, het bijdragen aan een brede ontwikkeling en de borging van de kwaliteitsimpulsen die in de afgelopen jaren aan de scholen en leraren zijn gegeven. Doelen 2015: DHS streeft blijvend naar het behalen voor alle scholen van een basisarrangement van de inspectie. De cito-eindscore van alle DHS scholen ligt in 2015 hoger dan de score voor 2014. DHS heeft voor alle scholen nieuwe schoolplannen gerealiseerd, afgestemd met het nieuwe Ambitiestatement; in de schoolplannen zijn opleidingsplannen vervat met een beschrijving van de ontwikkeling en professionalisering van alle medewerkers en schoolleiders; alle schooldirecteuren participeren in een professionele leergemeenschap; in scholen wordt door schooldirecties gewerkt aan de succesvolle inrichting van leergemeenschappen; bovenschools zijn leerkringen actief op het gebied van in ieder geval hoogbegaafdheid en het jonge kind Alle schooldirecteuren en meer dan een derde van de leraren heeft zich aangemeld bij het schoolleidersregister, resp. het lerarenregister Het aantal deelnemers aan universitaire bachelor- of masteropleidingen is substantieel vergroot. Op de weg naar de realisatie van de doelen functiemix voor 2017 (27% LB) zijn we op schema. Alle scholen hebben een werkwijze ingericht die de basis vormt voor systematische kwaliteitszorg, het opbrengstgericht werken, de instructie en het werken met groepsplannen. De systematiek van opbrengstgericht werken op het niveau van de klas, de school en het schoolbestuur is op elkaar afgestemd. De organisatie beschikt over beleidsdoelen en beleidsinstrumenten gericht op een passend leeftijdsfasebewust personeelsbeleid, met het oog op een langdurige en flexibele taakvervulling van – tevreden en goed functionerende – medewerkers. 10 De doelen voor de langere termijn 2016-2018: In een periode van 12 aaneengesloten maanden maximaal 2 scholen met een aangepast arrangement Een gemiddelde cito-eindscore die voldoende is en op zijn minst stabiel blijft De realisatie van het predicaat excellent voor meer dan 1 school De activiteiten die daarvoor in de begrotingsperiode bovenschools worden ondernomen zijn: Begeleiding en uitvoering van een integraal programma gericht op professionalisering van schooldirecteuren met thema’s als onderwijskundig leiderschap, het managen van veranderingen en het ontwikkelen van academische vaardigheden. Professionalisering in algemene zin is uitgewerkt in doelen, inhoud en vorm en alle medewerkers hebben toegang tot de informatie hierover, alsmede de informatie over de scholings- en opleidingsmogelijkheden, gescreend op doelgerichtheid en kwaliteit Brede inzet van professionele leergemeenschappen als onderdeel van de strategie Leren en ontwikkelen van elkaar; facilitering van leergemeenschappen en leerkringen Uitvoeren van een begeleidingstraject voor beginnende leerkrachten, gericht op een vlotte aanpassing aan het werk, kennis- en vaardighedenuitbreiding en binding aan DHS; inrichting van een scholingsprogramma voor startende leraren samen met de Pabo HHS en Librijn. Implementatie van het leeftijdsfasebewust personeelsbeleid. DHS heeft de Stichting Peuterspeelzalen DHS ingericht en een programma van uitbreiding vastgesteld. DHS heeft het onderzoek naar de wenselijkheid en de bruikbaarheid van een leerlingtevredenheidsonderzoek afgerond en conclusies getrokken met betrekking tot het vervolg. De realisatie van een opleidingsprogramma voor startende leraren in samenwerking met de Pabo HHS en Librijn openbaar onderwijs Alle schoolleiders en 90% alle leraren hebben zich laten registreren in het schoolleiders, resp. lerarenregister Formulering van en ondersteuning van de uitvoering van een innovatietraject gericht op de toepassing van ICT en nieuwe media in het onderwijs. DHS start met de uitvoering van een programma voor ICT-ondersteund onderwijs in een aantal scholen en heeft de beschikking over een set van basisvaardigheden voor alle onderwijsgevenden en schooldirecties op het gebied van praktische vaardigheden in ICT en nieuwe media. Intensief toezicht en ondersteuning door bestuur en bovenschoolse directie op de resultaten, kwaliteitsontwikkeling en kwaliteitsborging van scholen. De middelen die hiervoor worden ingezet zijn afkomstig uit: a) de reguliere bekostiging op school- en bovenschools niveau b) de bekostiging Prestatiebox c) de (extra) inzet van de middelen versterking onderwijskwaliteit uit de algemene reserve d) indien beschikbaar, gemeentelijke subsidiegelden (HEA) 2. Het verbreden en verdiepen van het aanbod en het verder uitbouwen van de brede school 11 Doelen 2015: Alle scholen bieden het basispakket aan onderwijsondersteuning (zoals vastgesteld in het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Haaglanden). Scholen met een specifiek verdiepend aanbod aan onderwijsondersteuning hebben dit geformuleerd en ingericht. Alle scholen hebben de structuur en inhoud van hun onderwijsondersteuningsysteem geïmplementeerd en de daarvoor benodigde functies geschoold. Ook het schoolbestuur heeft de structuur en inhoud van het onderwijsondersteuningsysteem geïmplementeerd, de benodigde afspraken met het Samenwerkingsverband en de zorgpartners vastgelegd, de daarvoor benodigde deskundigheid beschikbaar en de bekostiging daarvan vastgelegd. Op minimaal 10 scholen van DHS wordt in de onder- en middenbouw een kwalitatief goed aanbod van onderwijs in de Engelse taal verzorgd. De scholen met een voorschool hebben een kwaliteitsverhoging van het voor- en vroegschoolse aanbod gerealiseerd en behalen de met de gemeente afgesproken en door de inspectie te toetsen tussendoelen met betrekking tot de resultaten van vve. Alle scholen hebben de beschikking over een leerplan techniek en cultuureducatie met een doorgaande lijn. Een relevant deel van de scholen heeft een beleidsplan excellentie opgesteld dat de basis vormt voor het uitvoering geven aan voor deze leerlingen passend onderwijs. De helft van de scholen neemt deel aan projecten die gericht zijn op het verbeteren van de aansluiting van het po aan het vo. Van de scholen met een voorschool biedt minimaal een kwart een aanvullend onderwijsaanbod in verlengde leertijd, in het kader van het leerkansenprofiel, zaterdagof zomerschool. Het schoolbestuur beschikt over een beleidsnotitie die richting geeft aan de doelen en werkwijzen met betrekking tot ouderbeleid, ouderparticipatie en oudereducatie. De doelen voor de langere termijn 2016-2018: Een structurele verbetering van de onderwijsondersteuning voor de leerling. Verdere verhoging van de kwaliteit van het voorschoolse en vroegschoolse aanbod. Scholen hebben de beschikking over een helder kwaliteitskader met betrekking tot de inhoud en vorm van het onderwijs aan het jonge kind. Brede implementatie van het ouderbeleid en verknoping met het gemeentelijke beleid op dit gebied. Een verdere verscherping van het beleid gericht op ouders en de kwaliteit van de communicatie tussen ouders en school. Verhoging van de kwaliteit en de aansluiting op het onderwijsaanbod van activiteiten op het gebied van excellentie, techniek en cultuureducatie, waar mogelijk in samenhang met het aanbod aan naschoolse activiteiten. De activiteiten die daarvoor in de begrotingsperiode bovenschools worden ondernomen zijn: Stimulering, begeleiding en medefinanciering van de innovatie van onderwijs in de scholen gericht op het onderwijs in de Engelse taal, het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen, onderwijstoepassingen van ICT, het onderwijs in wetenschap, techniek en cultuureducatie. Er is vorm gegeven aan een vernieuwing van ICT-materiaal en toepassing van ICT ten gunste van de onderwijskwaliteit, een werklastverlichting van docenten en communicatie met ouders en andere stakeholders. 12 Sturing op de inrichting van de basis voor het werken in het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Haaglanden, met inbegrip van het formaliseren en standaardiseren van de samenwerking met zorginstellingen en het CJG. Participatie in de pilot zelfevaluatie van het Onderwijsinspectie. Begeleiding van scholen bij een effectieve verandering van het voorschoolse en vroegschoolse aanbod en het onderwijs aan het jonge kind Waar nodig ondersteunen van de inrichting van overgangsprogramma’s voor de groepen 8 met het oog op een soepele overgang naar het vo en de inrichting van weekend- en zomerscholen. Implementatie van het in 2014 ontwikkelde concernbeleid voor ICT-toepassing in het onderwijs. De middelen die hiervoor worden ingezet zijn afkomstig uit: a) de reguliere bekostiging op school- en bovenschools niveau b) de bekostiging Prestatiebox c) de (extra) inzet van de middelen versterking onderwijskwaliteit uit de algemene reserve d) indien beschikbaar, gemeentelijke subsidiegelden (HEA) 3. Het verhogen van het leerlingaantal van DHS Doelen 2015: Het realiseren van een stabilisering van het leerlingenaantal. Het realiseren op elke school van een Jaarlijks Activiteitenplan Leerlingenaantal. De doelen voor de langere termijn 2016-2018: Vergroting van het marktaandeel openbaar onderwijs in de stad, ten opzichte van het marktaandeel in 2014. De activiteiten die daarvoor in de begrotingsperiode bovenschools worden ondernomen zijn: Vergroten opnamecapaciteit populaire scholen door daar waar mogelijk aanpassing groepsgrootte en inrichting van additionele onderwijsplaatsen. Begeleiding bij sterke profilering van kwetsbare scholen Het doen van aanpassingen aan gebouwen, respectievelijk het inbouwen van voorzieningen die een impuls geven aan de kwaliteit van onze schoolgebouwen en schoolpleinen, qua voorzieningen, klimaat en toerusting voor modern onderwijs. Realiseren van additionele huisvesting voor scholen met een wachtlijst en de tweetalige school. Inzet van een hulpmiddel met betrekking tot leerlingwerving. Deze Schatkist (Schoolactieplan Toename Kinderen is Structureel) bevat een aantal vaste items, zoals concreet doel, welke activiteiten, wie verantwoordelijk, betrokkenheid ouders en teamleden, financiën. Intensief toezicht en ondersteuning door bestuur en bovenschoolse directie op de ontwikkeling van de leerlingenaantallen op alle scholen De middelen die hiervoor worden ingezet zijn afkomstig uit: a) de reguliere bekostiging op school- en bovenschools niveau b) indien beschikbaar, gemeentelijke subsidiegelden (HEA) 13 4. Verbetering van de beeldvorming over het openbaar onderwijs in het algemeen en DHS in het bijzonder Doelen 2015: Verdere versterking van de kwaliteit van de communicatie van scholen aan (potentiële) ouders via de Scholenwijzer, de websites en andere communicatiemiddelen van de scholen en het toekomstige Vensters PO, alsmede via het uitvoeren van een organisatiebreed communicatieplan Realiseren van een structurele dialoog met stakeholders in relatie tot beleidsvoornemens en resultaten (horizontale verantwoording) De activiteiten die daarvoor in de begrotingsperiode bovenschools worden ondernomen zijn: De vormgeving en communicatie van de in het kader van het nieuwe Ambitiestatement geformuleerde kernwaarden en normen voor alle scholen van DHS, gericht op de kenmerken van het openbaar onderwijs in het algemeen en de kenmerken van DHS als organisatie in het bijzonder. Het vervaardigen en uitvoeren van een methodiek voor de horizontale verantwoording, alsmede de verbetering van de informatie over de organisatie in diverse media en digitale systemen De vervaardiging van een publieksgerichte versie van Ambitiestatement en Jaarverslag De middelen die hiervoor worden ingezet zijn afkomstig uit: a) de reguliere bekostiging op bovenschools niveau b) de (extra) inzet van de middelen versterking onderwijskwaliteit uit de algemene reserve 5. Versteviging van de externe positionering van De Haagse Scholen De positie van De Haagse Scholen lokaal en landelijk is stevig. Het doel voor de komende periode is deze positie te consolideren. 14 Personeel De hoofdlijnen van het personeelsbeleid van DHS zijn neergelegd in het meerjarenplan HRM. Dat geeft voor de beleidsperiode 2013-2017 de voorgestane ontwikkelingen weer. Dominante thema’s zijn professionalisering, mobiliteit, medewerkerstevredenheid, gezondheidsbeleid en een leeftijdsfasebewust personeelsbeleid. De activiteiten uit dit meerjarenplan richtten zich voor de planperiode 2014-2017 op de hiernavolgende thema’s; Professionalisering; Onze medewerkers doen ertoe, iedereen heeft, ieder vanuit zijn eigen expertise en plaats in de organisatie een wezenlijke functie in het onderwijs en de organisatie in de scholen. Na de leraar is ook de schooldirecteur een cruciale factor in de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van wat DHS te bieden heeft. Professionalisering binnen DHS richt zich op alle activiteiten die tot doel hebben kennis en vaardigheden van alle medewerkers te verbeteren en te ontwikkelen. In een cultuur waarin reflectie op eigen handelen, verbinding zoeken en het beste uit jezelf halen centraal staat. Daarom heeft DHS zich als doel gesteld om de professionalisering te sturen naar een DHS organisatie die gericht is op de ontwikkeling van iedere medewerker, met als hoofddoel de leerling het beste te kunnen ondersteunen. Het leren doen we dan ook samen: als individu, als team, als school en als DHS als geheel. Binnen scholen en op bestuursniveau vinden veel activiteiten gericht op leren en ontwikkelen plaats. Toch denken wij dat we hier nog meer focus en verbinding in kunnen krijgen. Daartoe sluiten we aan bij bestaande initiatieven en innoveren waar mogelijk. Huidige initiatieven richten zich op het genereren van het totaal inzicht in opleidingen en trainingen binnen DHS. Het ontwikkelen van een gerichte aanpak bij het maken van meerjarige opleidingsplannen in relatie tot de schoolplannen. Een gericht aanbod m.b.t. opleiden van de schoolleiders. Het ontwikkelen van een website waarop ontwikkelingen transparant worden gepresenteerd; een platform waar men van elkaar kan leren en elkaar kan inspireren. Voorbeelden: Functiemix: De Haagse Scholen ondersteunt de maatregelen uit het Convenant Actieplan Leerkracht; met als instrument de functiemix, dat tot doel heeft om het vak van leerkracht aantrekkelijker en hoogwaardiger te maken en de school met beter opgeleid personeel te versterken. Om voor de functiemix en daarmee een hoger salaris in aanmerking te komen te komen moet een leerkracht voldoen aan opleidingseisen (HBO+) en ook dient hij/zij minimaal 50% voor de klas te staan. In de volgende tabel zijn de doelstellingen, resultaten en prognoses van de invoering van de functiemix weergegeven. BAO SBO (V)SO realisatie begroting 30-apr ambitie ambitie ambitie ambitie ambitie Doel2013 2014 2014 2015 2016 2016 2017 2018 stelling 16,6% 19,5% 17,4% 23,0% 26,0% 29,0% 32,0% 35,0% 40,0% 16,0% 12,0% 16,0% 16,0% 16,0% 16,0% 16,0% 16,0% 16,0% 8,1% 12,0% 8,1% 14,0% 14,0% 14,0% 14,0% 16,0% 16,0% 15 Bij het BAO betreft de doelstelling dat 40% van de leerkrachten op het niveau van schaal LB en/of LC acteert en wordt betaald. Bij het SB) en (V)SO gaat het om het percentage LCleerkrachten. In de bovenstaande percentages gaat het om het totaal aan leerkrachten met een vaste of tijdelijke aanstelling. De ambitie van DHS is en blijft om de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen van de functiemix volledig te realiseren. Mede daarom heeft DHS ook voor de jaren 2014 – 2017 extra opleidingsmiddelen gereserveerd om de leerkrachten te stimuleren en in staat te stellen (extra) opleidingen te volgen. Voorbeelden hiervan zijn de mogelijkheden tot het – financieel ondersteund - volgen van een academische masteropleiding voor leerkrachten gericht op onderzoek en innovatie (MEBIT), of HBO-studies als de master Special Educational Needs, gericht op begeleidingsspecialisatie of gedragsspecialisatie. Alle genoemde mogelijkheden passen in de functiedifferentiatie en het ontwikkelperspectief voor leraren LA, LB en LC. Daarnaast wordt door DHS ook de EVC-procedure ingezet om vast te stellen of medewerkers aan de kwalitatieve voorwaarden voldoen om voor een bevordering naar LB of LC in aanmerking te komen. Om op schoolniveau geen financiële drempel op te werpen worden de kosten van deze EVC-procedure bovenschools bekostigd. Als laatste stimuleringsinstrument stelt DHS een gratificatie in het vooruitzicht aan medewerkers die een master-opleiding voltooien. Ook deze kosten worden bovenschools gedragen. Op landelijk niveau is voor de bekostiging van opleidingen ook nog de Lerarenbeurs beschikbaar. Leerkrachten kunnen daar eenmaal in hun loopbaan een beroep op doen voor de bekostiging van een opleiding, de beurs heeft echter een beperkt budget en wordt op individuele basis toegekend aan de leerkracht (en dus niet aan DHS). Toekenning geschiedt op basis van de volgorde van inschrijving en daarom kan van te voren niet goed worden berekend hoeveel middelen uit deze beurs voor DHS-leerkrachten beschikbaar komen. Om de opleiding van onze medewerkers en daarmee de realisatie van de doelstellingen uit de functiemix niet alleen afhankelijk te laten zijn van Lerarenbeurs heeft DHS dus zelf ook opleidingsmiddelen gereserveerd. Versterking lerarenopleiding DHS, Librijn en de Pabo van de Haagse Hogeschool hebben zich verenigd in een project dat beoogt de samenwerking tussen de opleiding tot leraar basisonderwijs aan de Pabo van de Haagse Hogeschool en de opleidingsscholen waar de studenten hun stage lopen te verbeteren. Het project is gericht op de samenwerking tussen opleidingen en opleidingsscholen, de samenwerking rondom de begeleiding van beginnende leerkrachten, de aansluiting tussen het initiële pabo-programma en de professionalisering van de(beginnende) leraar. Thema’s richten zich voor beleidsperiode 2014-2017op: opbrengstgericht werken, ouderbetrokkenheid, sociaal- emotionele ontwikkeling/pesten, wetenschap en techniek en het onderwijs aan het jonge kind. Met ondersteuning van een in 2013 toegekende rijkssubsidie, kunnen we de komende jaren extra aandacht besteden aan de kwaliteit van stages, de inhoud van de opleiding tot leraar basisonderwijs, en de verbetering van de begeleiding en de nascholing van de startende leraar. Het project heeft een doorlooptijd van drie jaar en gaat is in maart 2014 van start gegaan. De werkzaamheden binnen DHS op het gebied van opleiden in de school en de coaching van startende leraren worden in het project ingebracht. 16 Gesprekkencyclus Het op orde hebben van een systeem dat bijdraagt aan het inzicht van de kwaliteit, kennis en kunde van medewerkers is van groot belang om te komen tot een gerichte aanpak voor leren en ontwikkelen. Het afbakenen van het deskundigheidsdomein per medewerker is een belangrijk onderdeel van professionalisering; anders blijft onduidelijk waarop de professionalisering nu betrekking op heeft. De implementatie van de regeling gesprekkencyclus draagt hiertoe bij en heeft van de organisatie inmiddels veel aandacht gevraagd, met name op het punt van de begeleiding van de schoolleiders. Wezenlijk onderdeel van de gesprekkencyclus is een actueel ingericht bekwaamheidsdossier voor elke medewerker. Dat dossier vormt een belangrijke basis voor het voeren van ontwikkel-, functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers. Los van de wettelijke verplichting, is het ook inhoudelijk van belang om eisen te stellen aan het bereiken van een 100% score van deze te voeren gesprekken. Het College van Bestuur geeft daarom een krachtig signaal af waaruit blijkt dat het werken aan professionele ontwikkeling op basis van o.a. zelfreflectie geen vrijblijvendheid meer kan zijn. De te behalen resultaten met betrekking tot de gesprekkencyclus zijn per school aangescherpt en formeel in besluit vastgelegd met als doel dat er eind 2014 met elke medewerker minimaal één gesprek heeft plaatsgevonden in het kader van de gesprekkencyclus. 17 Personeelsaantallen Ook in deze begrotingsperiode wordt DHS geconfronteerd met een teruglopende financiële bestedingsruimte als gevolg van o.a. dalende aantallen achterstandsleerlingen en de achterblijvende compensatie van de rijksbekostiging voor stijgende loonkosten. Daar staan na 2015 extra inkomsten tegenover vanuit het begrotingsakkoord 2014-2017 maar deze zijn onvoldoende om de afnemende financiële ruimte compenseren. Deze ontwikkeling van de financiële ruimte en het effect op de personele formatie is in de afgelopen meerjarenbegrotingen en bestuursverslagen al uitgebreid beschreven en toegelicht. Omdat ongeveer 80% van de totale lasten van DHS bestaat uit personele lasten is het ook in deze meerjarenbegroting onvermijdelijk dat een afname van de financiële bestedingsruimte ook een afname van de formatie tot gevolg heeft. De ontwikkeling van de personeelsformatie in deze meerjarenbegroting is als volgt: Realisatie 2010 1.631 Realisatie 2011 1.610 Realisatie 2012 1.571 Realisatie 2013 1.536 begroting 2014 1.498 Raming 2014 (gemiddeld) 1.510 Raming 31-12-2014 1.496 Start situatie Natuurlijk verloop pensioen Natuurlijk verloop overig Cor Emous Werving Aantal fte begroting Begroting 2015 1.496 -23 -15 -24 4 1.438 Begroting 2016 1.438 -26 -26 -31 20 1.375 Begroting 2017 1.375 -23 -26 0 37 1.363 Begroting 2018 1.363 -34 -15 0 34 1.348 - Het natuurlijk verloop pensioen betreft alle vormen van leeftijdsontslag Het natuurlijk verloop overig betreft o.a. het vrijwillig vertrek vanwege verhuizing/nieuwe baan e.d. De omvang van de gemiddelde personeelsformatie moet op basis van het gekozen scenario in deze begrotingsperiode afnemen van 1.510 fte in de prognose 2014 naar 1.348 fte in het begrotingsjaar 2018. Een afname van in totaal 162 fte ten opzichte van de prognose 2014 waarvan 55 fte het gevolg is van het vertrek van de Cor Emousschool naar de nieuw te vormen cluster 2 instelling, maar dat betekent nog altijd dat formatie van de overige scholen en bestuurskantoor per saldo met 107 fte moet afnemen. 18 Onderverdeeld naar functiecategorie is deze afname van de formatie omvang als volgt: Onderwijzend personeel Schooldirecties Onderwijs Bovenondersteunen schools * d personeel Totaal Realisatie 2011 1.139 98 325 48 1.610 Realisatie 2012 1.115 98 310 48 1.571 Realisatie 2013 1.106 97 287 46 1.536 Begroting 2014 1.077 95 280 46 1.498 Prognose 2014 1.091 96 275 48 1.510 Begroting 2015 1.045 91 256 46 1.438 Begroting 2016 1.014 91 224 46 1.375 Begroting 2017 1.018 91 208 46 1.363 Begroting 2018 1.011 91 200 46 1.348 * Incl. circa 3 fte’s Weer samen Naar School respectievelijk staf SPPOH De aanwezigheid en inzet van medewerkers met een tijdelijk dienstverband verhoogt de flexibiliteit van de organisatie om snel in te spelen op veranderende omstandigheden. Het percentage tijdelijke medewerkers bij DHS heeft zich als volgt ontwikkeld: Jaar 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 % 7,2% 7,6% 7,1% 7,8% 8,0% 10,4% 10,9% Deze schil van tijdelijk personeel stelt ons in staat om, indien noodzakelijk, snel te kunnen reageren op de ontwikkelingen van de baten en lasten. Een aandeel tijdelijke medewerkers geeft de organisatie dus flexibiliteit in tijden van financiële onzekerheid. Tegelijkertijd moet er voor worden gewaakt dat een “te groot” aandeel tijdelijke medewerkers niet ten koste gaat van de kwaliteit en de continuïteit van de werkzaamheden. Daarom kiest DHS er voor om in deze meer jarenperiode circa 10% tijdelijk personeel in dienst te houden. 19 Gezondheidsbeleid Het gezondheidsbeleid van de Haagsche scholen richt zich op een preventief en curatief aanbod op het gebied van gezondheid en welzijn. Ook levert zij een bijdrage aan ondersteuning en advies. De ontwikkeling van het ziekteverzuim in de periode 2011-2014 en de ambities voor 2015-2018 zijn als volgt: Onderwijzend pers oneel School directies Onderwijs onders teunend pers oneel Bovens chools * Tota a l Rea li s a tie 2011 6,68% 6,30% 9,67% 2,58% 7,14% Rea li s a tie 2012 6,42% 3,98% 7,86% 2,64% 6,44% Rea li s a tie 2013 5,85% 3,30% 7,74% 3,84% 5,98% Prognos e 2014 5,75% 3,50% 7,50% 3,00% 5,85% Bgeroting 2015 5,65% 3,50% 7,40% 3,00% 5,65% begroting 2016 5,50% 3,50% 7,40% 3,00% 5,50% Bgeroting 2017 5,50% 3,50% 7,40% 3,00% 5,50% begroting 2018 5,50% 3,50% 7,40% 3,00% 5,50% Sinds augustus 2011 is er bij DHS sprake van een dalende trend in het ziekteverzuim en die heeft geleidt tot een ziekteverzuim 2013 van 5,98% Ook in de eerste maanden van 2014 zet deze trend zich door en de ambitie om ziekteverzuim te verlagen tot een structureel niveau van 5,5% is dan ook naar verwachting realiseerbaar. 20 BEGROTING 2015-2018 21 Inleiding In het bestuursverslag 2013 van de Haagse Scholen is al uitgebreid ingegaan op de financiële ontwikkelingen van 2013 en hun effect op de komende jaren. Daarbij is vastgesteld en toegelicht dat het resultaat 2013 incidenteel positief is beïnvloed door een bedrag van € 3,4 mln. aan extra inkomsten dat in december 2013 is ontvangen. Ook werd vastgesteld dat deze extra middelen in 2014 niet beschikbaar zullen zijn en dat er pas in 2015 weer extra middelen uit het begrotingsakkoord 2014-2017 voor de schoolbesturen beschikbaar zullen komen. Tegelijkertijd moesten wij vaststellen dat de negatieve loonkostenontwikkeling (de loonindex van de rijksbekostiging blijft structureel achter bij de werkelijke loonkostenontwikkeling) en de afname van de aantallen (bekostigde) achterstandsleerlingen zich ook in 2013 onverminderd hebben voortgezet. De verwachting is dat deze trend zich ook de komende jaren zal voortzetten. De effecten van de invoering passend onderwijs per 1 augustus 2014 worden langzaam helder en daarbij heeft DHS in 2014-2015 vooral last van de gewijzigde bekostiging van onze cluster 2 school de Cor Emous. Deze school wordt per 1-8-2015 overgedragen aan de nieuw op te richten cluster 2 instelling Viertaal. Vooruitlopend daarop heeft het ministerie van OCW besloten om al voor het komende schooljaar 2014-2015 de bekostiging van cluster 2 scholen aan te passen en het aantal leerlingen te bevriezen op het niveau van 1-10-2011. Vanwege de start van een VSO-afdeling is het aantal leerlingen van de Cor Emous de afgelopen jaren gegroeid en deze leerlingen worden in 2014-2015 nu niet bekostigd en dat heeft een negatief effect op de bekostiging van circa € 450.000. Omdat het totaal aantal leerlingen van de nieuwe instelling Viertaal per 1-8-2015 niet is gestegen (andere deelnemende scholen zijn gedaald in aantallen leerlingen) zal de Cor Emous vanaf dat moment op basis van een interne herverdeling binnen Viertaal weer voor al haar leerlingen worden bekostigd. Ten tijde van het opstellen van de meerjarenbegroting lopen de onderhandelingen tussen POraad en vakbonden over een nieuwe cao PO 2014 nog door en het mogelijk effect van een nieuwe cao zijn in deze meerjarenbegroting niet meegenomen. Hoewel het hoopvol is dat de sector onderwijs in het begrotingsakkoord 2014-2017 en het nationaal onderwijsakkoord extra middelen heeft gekregen, moeten we ook in deze meerjarenbegroting vaststellen dat de onzekerheid over de toekomstige bekostiging en loonkostenontwikkeling eigenlijk alleen maar is toegenomen. DHS kiest in deze meerjarenbegroting dan ook voor een, in haar ogen, evenwichtig scenario waarbij de enige zekerheid is dat de uiteindelijke uitkomsten in de periode 2015-2018 daar van af zullen wijken. Door uitvoering te geven aan de adequate Planning en Controlcyclus kan DHS tijdig bijsturen op onvoorziene en/of afwijkende ontwikkelingen. 22 Financieel meerjarenscenario Het scenario waarvoor in deze meerjarenbegroting is gekozen bestaat uit de volgende onderdelen: - Uitwerking begrotingsakkoord 2014-2017 Op basis van het begrotingsakkoord 2014-2017 zal er naast de ontvangen extra inkomsten in 2013 in ieder geval in de jaren 2015-2017 weer extra geld beschikbaar komen voor de sector onderwijs. Over de verdeling van deze middelen vanaf 2015 is medio mei 2014 geen actuele informatie beschikbaar. Voorlopig gaat DHS uit van de geraamde bedragen per leerling zoals deze eind 2013 door de PO-raad zijn berekend. Het gaat dan om de volgende geraamde bedragen: 2015 € 2,2 mln. structureel vanaf 1 januari 2015 2016 € 0,6 mln. structureel vanaf 1 januari 2016 2017 € 0,3 mln. structureel vanaf 1 januari 2017 Vanaf 2017 rekent DHS op basis van het begrotingsakkoord dus op structureel € 3,1 mln. aan extra rijksbekostiging (DHS gaat er vanuit dat deze middelen ook na 2017 beschikbaar blijven) - Ontwikkeling loonkosten De ontwikkeling van de loonkosten in deze MJB wordt enerzijds bepaald door de verdergaande invoering van de functiemix waarbij leerkrachten in hogere schalen (LB en LC) komen waardoor de loonkosten stijgen en anderzijds door de ontwikkeling van de werkgeverslasten (premies pensioen en sociale lasten). In deze MJB is gerekend met een jaarlijkse stijging van de loonkosten van 1,5% waarbij de belangrijkste externe oorzaken de stijging van de premies participatiefonds en WAO zijn. - CAO Primair onderwijs en BAPO-regeling De huidige CAO van het primair onderwijs stamt feitelijk uit 2009. Afgelopen jaar is de volledige bevoegdheid voor de onderhandelingen overgedragen van het ministerie naar de PO-raad en momenteel vinden de onderhandelingen over een nieuwe CAO (2014 en volgende jaren) plaats. De beschikbare financiële ruimte voor de cao zijn daarbij beperkt en de uitkomsten van de onderhandelingen zijn dan ook nog onzeker. In deze MJB is nog geen rekening gehouden met een eventuele verhoging van de Caolonen. Andere gespreksonderwerpen bij deze cao-onderhandelingen zijn de huidige BAPOregeling die waarschijnlijk zal worden vervangen door een meer algemeen leeftijdsfasebewust beleid en modernisering van de onderwijstijd.. Ook deze effecten zijn ongewis en daarom wordt in deze MJB uitgegaan van de huidige cao. - Ontwikkeling loonindex rijksbekostiging In theorie zou de jaarlijkse loonkostenstijging via de compensatie loonindex van de personele bekostiging gecompenseerd moeten worden. In de jaren 2011, 2012 en 2013 is deze loonindex aanzienlijk achtergebleven bij de werkelijke loonkostenontwikkeling en daarmee is de financiële ruimte van DHS jaarlijks afgenomen. 23 De verwachting is dat ook in de komende jaren de loonindex achter zal blijven bij de werkelijke loonkostenstijging en in deze MJB wordt dan ook gerekend met een jaarlijkse loonindex van de personele bekostiging van 0,5%. Met andere woorden de financiële ruimte van DHS neemt in deze meerjarenbegroting als gevolg van de ongedekte loonkostenstijgingen jaarlijks af met 1% (1,5% loonkostenstijging minus 0,5 % loonindex) oftewel voor een totaalbedrag van € 850.000 x 4 jaar = € 3.400.000 Door het ministerie van OCW is aangegeven dat zij vanaf 2015 het referentiemodel voor het vaststellen van de loonindex weer integraal zullen gaan toepassen (dat is de afgelopen jaren niet het geval geweest). Het referentiemodel volgt feitelijk de loonkosten ontwikkeling in de marktsector en daarmee zijn de uitkomsten dus per definitie onzeker. Bovendien is de ontwikkeling van met name de werkgeverslasten (sociale lasten en pensioenen) in de marktsector wezenlijk anders (bijv. geen premie participatiefonds/ vervangingsfonds) dan in de sector onderwijs. - Bekostiging achterstandsleerlingen Binnen de rijksbekostiging worden extra middelen beschikbaar gesteld voor het onderwijs aan achterstandsleerlingen. Deze bekostiging is afhankelijk van het aantal achterstandsleerlingen en de “achterstand” wordt bepaald aan de hand van het opleidingsniveau van beide ouders. Door een stijgend opleidingsniveau van de ouders is het aantal achterstandsleerlingen bij DHS in de afgelopen jaren met circa 6% per jaar afgenomen en per 1-10-2013 zelfs met 9%. Er zijn de afgelopen jaren meerdere onderzoeken uitgevoerd naar alternatieven voor het opleidingsniveau maar de staatssecretaris heeft recent middels een brief aan de tweede kamer aangegeven dat het criterium opleidingsniveau van de ouders als maatstaf voor de achterstand van een leerling vooralsnog wordt gehandhaafd. Dat betekent dat DHS ook de komende jaren rekening zal moeten houden met een afname van het aantal achterstandsleerlingen en daarmee dus de beschikbare bekostiging voor deze doelgroep. De afname van het aantal achterstandsleerlingen waarmee in deze MJB wordt gerekend is: o -/- 9 %per 1-10-2013 dat is -/- € 1,4 mln. structureel vanaf 2014-2015 o -/- 6% per 1-10-2014 dat is -/- € 0,9 mln. structureel vanaf 2015-2016 o -/- 4% per 1-10-2015 dat is -/- € 0,6 mln. structureel vanaf 2016-2017 o -/- 2% per 1-10-2016 dat is -/- € 0,3 mln. structureel vanaf 2017-2018 o 0% vanaf 1-10-2017 In totaliteit zijn de inkomsten voor achterstandsleerlingen in 2017-2018 dus met € 3,2 mln. afgenomen ten opzichte van 2013-2014. Op basis van de huidige verdeling van de achterstandsleerlingen per leerjaar wordt op termijn een stabilisering van het aantal achterstandsleerlingen verwacht. - Toevoeging huisvestingsmiddelen gemeentefonds aan lumpsum In het regeerakkoord is opgenomen dat er per 1-1-2015 een bedrag van € 256 mln. (PO en VO) vanuit het gemeentefonds zal worden overgedragen aan de lumpsum bekostiging. Op basis van de huidige verwachtingen gaat het dan voor het PO om een bedrag van circa € 100 per leerling. In deze MJB is de lumpsumbekostiging vanaf het begrotingsjaar 2015 daarom opgehoogd met een bedrag van € 1,4 mln. 24 - Doordecentralisatie buitenonderhoud Per 1-1-2015 wordt het buitenonderhoud van de schoolgebouwen door gedecentraliseerd vanuit de gemeenten naar de schoolbesturen. In deze MJB wordt op basis van de actuele informatie vanaf het begrotingsjaar 2015 een bedrag van € 1,4 mln. opgenomen als extra inkomsten buitenonderhoud. Daar staat een bedrag van circa € 0,7 mln. aan kosten onderhoud en een formatie uitbreiding van de afdeling facilitair bedrijf tegenover - Invoering Passend Onderwijs Per 1-8-2014 worden de eerste financiële stappen gezet in de daadwerkelijke invoering van Passend Onderwijs. Op basis van de eerste beschikkingen voor de overgangsregeling Ambulante begeleiding (V)SO-scholen, de ondersteuningsplannen van de nieuwe samenwerkingsverbanden en de verwachtingen rondom basis- en ondersteuningsbekostiging gaat DHS er in deze MJB vanuit dat het totaal aan inkomsten voor lichte en zware zorg op het huidige niveau gehandhaafd blijft. Inmiddels is wel duidelijk dat als gevolg van de landelijke verevening van middelen het nieuwe Haagse samenwerkingsverband SPPOH uiteindelijk aanzienlijk meer middelen beschikbaar zal krijgen dan tot nu het geval is voor de afzonderlijke Haagse samenwerkingsverbanden. Daarbij is er sprake van een overgangsregeling van +10% in 2016-2017 met een oplopende reeks van 25%, 40%, 70% naar uiteindelijk de volle 100% in 2020-2021. Dit kan op termijn ook voor DHS leiden tot extra inkomsten maar voorzichtigheidshalve wordt daar in deze MJB nog geen rekening mee gehouden. - Invoering Passend Onderwijs cluster 2 (doven, slechthorende en ernstige spraakmoeilijkheden) Een gevolg/verplichting van de wet Passend Onderwijs is dat de bestaande scholen voor cluster 2 leerlingen onderdeel dienen te worden van een cluster 2 instelling. Onze cluster 2 school de Cor Emousschool zal dan ook per 1-8-2015 opgaan in de nieuwe instelling Viertaal. Per die datum worden dan ook alle baten, lasten, balansposten, aantallen leerlingen en medewerkers van de Cor Emousschool uit onze MJB geëlimineerd. Vooruitlopend hierop heeft het ministerie van OCW besloten om al voor het komende schooljaar 2014-2015 de bekostiging van de nu nog individuele cluster 2 scholen aan te passen en het aantal leerlingen en daarmee de bekostiging te bevriezen op het niveau van 1-10-2011. Vanwege de recente start van een VSO-afdeling is het aantal leerlingen van de Cor Emous de afgelopen jaren relatief sterk gegroeid en deze leerlingen worden in 20142015 nu niet bekostigd en dat heeft in 2014-2015 een eenmalig negatief effect op de bekostiging van circa € 450.000. Omdat het totaal aantal leerlingen van Viertaal per 1-8-2015 niets is gestegen (andere deelnemende scholen zijn gedaald in aantallen leerlingen) zal de Cor Emous dan op basis van een interne herverdeling binnen Viertaal vanaf 1-8-2015 weer voor al haar leerlingen worden bekostigd. - Ontwikkeling leerlingaantallen Nagenoeg de gehele bekostiging van het primair onderwijs is gekoppeld aan de aantallen (achterstands)leerlingen op de jaarlijkse teldatum van 1 oktober. Op basis van de actuele inzichten wordt voor 1 oktober 2014 gerekend met een lichte afname van 0,5% van het totaal aantal leerlingen. In 2014 en 2015 wordt de huisvestingscapaciteit van een aantal scholen met groeimogelijkheden uitgebreid en op 25 basis daarvan wordt verwacht dat het aantal leerlingen op 1 oktober dan weer met 0,5% zal stijgen. Daarna wordt voor de berekening van de bekostiging gerekend met een stabilisering van het aantal leerlingen op het niveau van 21-10-2015. In tegenstelling tot grote delen van het land wordt voor Den Haag in de komende jaren nog geen krimp van het aantal leerlingen voorzien. - Bekostiging ondersteunend personeel (conciërgeregeling) Deze regeling is een aantal jaren geleden door het rijk ingevoerd als stimulering voor het aanstellen van conciërges. Eén van de voorwaarde voor het verkrijgen van de bekostiging was destijds dat het moest gaan om nieuw personeel met een vaste aanstelling. DHS heeft destijds de afweging gemaakt om aan deze regeling mee te doen en per deelnemende school wordt (2013-2014) een bedrag van € 11.340 ontvangen en voor DHS is dat een totaal bedrag van € 416.700. Met ingang van het schooljaar 2015-2016 (1-8-2015) komt deze bekostiging in de huidige vorm te vervallen en worden de middelen toegevoegd aan de reguliere bekostiging Personeel en Arbeidsmarktbeleid. Hierdoor worden de middelen op landelijk niveau verdeeld en krijgt iedere school een bedrag van naar verwachting circa € 3.000 per jaar. Voor DHS pakt deze ontwikkeling negatief uit want van de huidige bekostiging van € 416.000 neemt dan af tot 54 x € 3.000 = 162.000. Een afname van de rijksbekostiging met € 254.000 Uit de voorgaande beschrijving van ons meerjarenscenario wordt duidelijk dat er een groot aantal variabelen van invloed kunnen zijn op onze financiële resultaten inde komende jaren. Door het maken van afgewogen keuzes en een inschatting van de verschillende risico’s en kansen zijn wij van mening dat het totaalscenario uiteindelijk leidt tot een evenwichtig meerjarenbeleid. Inzet eigen vermogen In het bestuursverslag 2013 is op basis van de in 2013 uitgevoerde risicoanalyse vastgesteld dat de bufferliquiditeit van DHS in de komende jaren kan fluctueren tussen een ondergrens van 5% en een bovengrens van 10% met een meerjarig gemiddelde van 7,5%. Tevens is in dat bestuursverslag vastgesteld dat DHS bij een gemiddelde bufferliquiditeit van 7,5% per ultimo 2013 een vrij besteedbaar eigen vermogen heeft van € 6,8 mln. Dit beschikbare vrij besteedbare eigen vermogen kan eenmalig worden ingezet en daarom moet DHS op termijn (in deze meerjarenbegroting in 2017) weer een sluitende begroting realiseren. Vergelijkbaar met de voorgaande meerjarenbegrotingen wordt het vrij besteedbare vermogen ingezet voor de versterking van de onderwijskwaliteit en een gefaseerde realisatie van de noodzakelijke reductie van de personele formatie. Inzet eigen vermogen voor een verantwoorde opvang van de inkomstendaling € 175.000, in 2015 voor mobiliteit bevorderende maatregelen voor ons personeel voor o.a. herscholing, sollicitatieverlof en stimuleringspremies. In 2014 is ook een bedrag van € 175.000 beschikbaar voor mobiliteit bevorderende maatregelen. € 463.000 voor een gefaseerde afbouw van onze personeelssterkte in 2015. Na het jaar 2015 is op basis van de huidige meerjarenbegroting op totaalniveau geen sprake meer van bovenformativiteit. In 2014 zal er conform de begroting 2014 een bedrag 26 van minimaal € 1,3 mln. moeten worden ingezet voor de dekking van de kosten van bovenformativiteit. Door de inzet van deze middelen kunnen onze scholen op een geleidelijke wijze toegroeien naar een situatie met minder inkomsten. Door (tijdelijk) een deel van het eigen vermogen in te zetten voor dekking van de loonkosten van bovenformatieve medewerkers op de scholen kan DHS geleidelijk en op basis van natuurlijk verloop toegroeien naar de situatie van een noodzakelijk lagere formatieve personeelssterkte. Maatregelen voor de versterking van de onderwijskwaliteit € 500.000 voor innovatie van het onderwijs, dit is jaarlijks een bedrag van € 125.000 dat t/m 2018 wordt ingezet. € 700.000 voor coaching van beginnende leerkrachten en directeuren, dit is een jaarlijks bedrag van € 175.000 dat ook t/m 2018 wordt ingezet. € 300.0000 voor impulsgeld voor opleidingen van zittend personeel, dit is een bedrag van € 75.000 per jaar tot en met 2018 € 200.000 voor digitale leermiddelen conform de voorgaande begroting worden deze middelen in 2015 en 2016 begroot. € 100.000 voor versterking van onderwijs in de Engelse taal, ook deze post wordt nu t/m 2018 ingezet. Voor de ontwikkeling van het IKC concept worden na het 2014 geen middelen meer gereserveerd. DHS maakt in deze meerjarenbegroting dus de keuze om de inzet van het eigen vermogen ten behoeve van de professionalisering van onze medewerkers en de innovatie van het onderwijs te verhogen door deze programma’s ook na 2015-2016 te continueren. In totaliteit wordt er door de verlenging van een aantal maatregelen in vergelijking met de vorige begroting een extra bedrag van € 1 mln. ingezet. Wij zijn er van overtuigd dat we met bovenstaande maatregelen erin zullen slagen onze organisatie over vier jaar sterker te laten zijn dan nu het geval is en tegelijkertijd ons personeel op een verantwoorde wijze te begeleiden naar de nieuwe omstandigheden. Het beschikbare eigen vermogen kan maar éénmalig worden ingezet en daarom zal DHS vanaf het begrotingsjaar 2017 weer in een situatie moeten komen waarbij de exploitatieresultaten gemiddeld over meerdere jaren op nul uitkomen. De financiële positie van DHS zoals bij de toelichting op de balans en staat van baten en lasten weergeven middels de financiële kengetallen en de analyse en opbouw van de kapitalisatiegraad maken zichtbaar dat deze inzet mogelijk is zonder dat DHS daarmee in de financiële problemen komt. Ontwikkeling personeelsformatie Ongeveer 80% van de totale lasten van DHS bestaan uit personele lasten en in voorgaande meerjarenbegrotingen is al vastgesteld dat een afname van de financiële ruimte dan ook onvermijdelijk leidt tot een noodzakelijke afname van de personele formatie. 27 In het meerjarenscenario is al uitgebreid ingegaan op de verschillende factoren die van invloed zijn op de beschikbare financiële ruimte van DHS in de komende jaren en op basis van dat scenario komen wij tot de volgende ontwikkeling van de personeelsformatie. Ontwikkeling van de personeelsformatie in fte incl. bapo Realisatie 2010 1.631 Realisatie 2011 1.610 Realisatie 2012 1.571 Realisatie 2013 1.536 begroting 2014 1.498 Raming 2014 (gemiddeld) 1.510 Raming 31-12-2014 1.496 Start situatie Natuurlijk verloop pensioen Natuurlijk verloop overig Cor Emous Werving Begroting 2015 1.496 -23 -15 -24 Begroting 2016 1.438 -26 -26 -31 20 1.375 Begroting 2017 1.375 -23 -26 0 37 1.363 Begroting 2018 1.363 -34 -15 0 34 1.348 - 4 Aantal fte begroting 1.438 Het natuurlijk verloop pensioen betreft alle vormen van leeftijdsontslag Het natuurlijk verloop overig betreft o.a. het vrijwillig vertrek vanwege verhuizing/nieuwe baan e.d. De omvang van de gemiddelde personeelsformatie moet op basis van het huidige scenario in deze begrotingsperiode afnemen van gemiddeld 1.510 fte in de prognose 2014 naar gemiddeld 1.348 fte in het begrotingsjaar 2018. Een afname van in totaal 162 fte waarvan 55 fte het gevolg is van het vertrek van de Cor Emousschool naar de cluster 2 instelling Viertaal. Op basis van de op- en vastgestelde meerjarenbegrotingen van de individuele scholen is de afgelopen zichtbaar geworden dat de scholen de noodzakelijke reductie van hun formatie vooral zoeken in de categorie Onderwijs Ondersteunend Personeel en meer specifiek de onderwijsassistenten op de basisscholen. Deze keuze wordt o.a. ingegeven door de terugloop van de bekostiging voor achterstandsleerlingen, de scholen met traditioneel “veel” achterstandsleerlingen hebben in het verleden, mede op basis van politieke wensen en besluitvorming, relatief veel onderwijsassistenten aangesteld. Met het teruglopen van de beschikbare middelen wordt dan ook e in 1 instantie hier de formatie reductie gezocht. Dit wordt nog versterkt door de wens om de onderwijskwaliteit en professionalisering van medewerkers te verhogen waardoor scholen steeds vaker kiezen voor gekwalificeerde “handen voor de klas”. Het natuurlijk verloop op basis van pensioen en overig is bij deze groep medewerkers gering en daardoor is er bovenformativiteit bij deze groep medewerkers ontstaan. De omvang van die bovenformativiteit bedraagt voor het komend schooljaar 2014-2015 circa 22 fte. DHS zal er alles aan zal doen om deze groep medewerkers te begeleiden naar nieuw werk binnen of buiten DHS en in deze meerjarenbegroting wordt er vanuit gegaan dat deze 22 fte per 1-8-2016 de organisatie zal of heeft verlaten. 28 Dit is in bovenstaande tabel zichtbaar in de kolom “natuurlijk verloop overig” die in 2015 en 2016 telkens 11 fte hoger is (de tabel gaat om gemiddelde fte en daarom wordt het effect over twee jaar gespreid). Per saldo zal de formatie van de overige functies op de scholen en bestuurskantoor in deze periode dan nog met 85 fte (-/- 5%) moeten afnemen. In periode sinds 2010 is de formatie van DHS al met 121 fte afgenomen en daarmee is er met name bij de ondersteunende functies op de scholen al een reductie gerealiseerd. Bij een verwachte stabilisatie van het aantal leerlingen zal de toekomstige formatiereductie daar waar mogelijk ook voor een deel moeten worden gevonden in het vergroten van de groepen/klassen. Tegelijkertijd is in de bovenstaande tabel zichtbaar dat DHS in de komende jaren voor een totaal van 95 fte personeel zal moeten gaan werven. Het college van bestuur van DHS zal alles in het werk stellen om, individueel dan wel in samenwerking met de PO-raad, er voor te zorgen dat het bovenstaande negatieve scenario niet bewaarheid wordt en dat er structureel extra middelen beschikbaar komen. Maar vanuit een goed en verantwoord financieel beheer is het onvermijdelijk dat wij in deze MJB met dit scenario rekening houden. 29 Balans Balans (bedragen x € 1.000) 1 Realisatie 2013 Begroting Raming 2014 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Activa 1.2 Materiele vaste activa 10.722 11.181 12.288 12.193 11.683 11.773 11.648 1.5 Vorderingen 14.764 12.900 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 1.7 Liquide middelen 17.252 10.429 14.884 13.842 14.136 14.114 14.243 42.738 34.510 37.172 36.035 35.820 35.887 35.891 25.669 20.260 21.572 20.435 20.220 20.287 20.291 3.608 1.500 2.600 2.600 2.600 2.600 2.600 13.460 12.750 13.000 13.000 13.000 13.000 13.000 42.738 34.510 37.172 36.035 35.820 35.887 35.891 Totaal vlottende activa 2 Passiva 2.1 Eigen vermogen 2.2. Voorzieningen 2.4 Kortlopende schulden Totaal Passiva Algemeen De kolommen realisatie 2013 en begroting 2014 zijn overgenomen uit het bestuursverslag 2013 respectievelijk de meerjarenbegroting 2014-2017 en zijn dus een vast gegeven. In de ontwikkeling van de meerjarenbalans is in het jaar 2015 de uittreding van de Cor Emousschool verwerkt, dit heeft een effect op de omvang van de posten materiële vaste activa, liquide middelen en eigen vermogen. Ontwikkeling en analyse van de balans: Binnen het PO zijn er afspraken gemaakt over de wijze waarop schoolbesturen hun financiële positie, aan de hand van een aantal kengetallen, kunnen analyseren, toetsen en bewaken (gebaseerd op uitgangspunten van de PO-raad en de commissie Don). Met behulp van de onderstaande kengetallen en hun ontwikkeling in de tijd kunnen alle belanghebbende binnen en buiten DHS waaronder ook de afdeling rekenschap van de Onderwijsinspectie het financieel beleid van DHS volgen en toetsen. De ontwikkeling van de kengetallen moet in relatie worden bezien met de begrote resultaten in de staan van baten en lasten. 30 Kapitalisatiefactor Definitie: De kapitalisatiefactor = het balanstotaal gedeeld door de totale baten van de resultatenrekening (incl. de financiële baten). Kapitalisatiefactor Uitkoms t Uitkoms t 2013 36,9% Begroting 2014 31,6% Begroting 2015 32,5% Begroting 2016 32,9% Begroting 2017 32,7% Begroting 2018 32,6% Signaleringgrens grote besturen > 35% De kapitalisatiegraad van DHS is in de realisatie 2013, vooral als gevolg van de in december ontvangen extra middelen uit het begrotingsakkoord 2014-2017 en het nationaal onderwijsakkoord, uitgekomen op 36,9% terwijl er in begroting 2013 een afname was voor zien. Daarmee ligt onze kapitalisatiegraad tijdelijk boven de norm voor grote besturen van 35%. Als gevolg van de begrote tekorten op de exploitatie voor met name de jaren 2014 en 2015 neemt de kapitalisatiegraad af tot 32,5% in 2015. Daarna neemt de kapitalisatiegraad weer licht toe omdat de geraamde resultaten 2016, 2017 en 2018 relatief klein zijn (en het balanstotaal min of meer gelijk blijft) terwijl de totale baten in 2016 afnemen als gevolg van het vertrek van de Cor Emous. De kapitalisatiefactor bestaat uit drie onderdelen en de ontwikkeling van deze onderdelen is als volgt: Reali s a tie begroting 2013 2014 begroti ng begroti ng begroti ng begroti ng 2015 2016 2017 2018 Spa a rli quiditeit 11,9% 11,6% 12,1% 12,4% 12,4% 12,3% Tra ns actieli quiditeit 11,6% 11,7% 11,7% 11,9% 11,9% 11,8% Bufferli quiditeit 13,4% 8,3% 8,7% 8,7% 8,7% 8,6% Totaa l 36,9% 31,6% 32,5% 33,1% 32,9% 32,7% De spaarliquiditeit betreft dat deel van beschikbare middelen dat moet worden aangehouden om de toekomstige vervanging van de vaste activa te bekostigen en is dus mede afhankelijk van de vervangingswaarde van de vaste activa (zie ook de bijlage Meer jareninvesteringsplan). De transactieliquiditeit is noodzakelijk om de kortlopende schulden te kunnen bekostigen en is dus rechtstreeks van die balanspost afgeleid. Het belangrijkste onderdeel van kapitalisatiefactor is de bufferliquiditeit, de landelijke signaleringsgrens is daarbij voor grote besturen < 5%. Dit is een algemeen uitgangspunt en zowel PO-raad als de afdeling rekenschap geven aan dat een individuele risicoanalyse en daarvan afgeleid bufferliquiditeit van een schoolbestuur is te prefereren boven deze algemene grens. 31 In 2013 heeft DHS haar risicoanalyse (uit 2010) geactualiseerd en op basis van die analyse vastgesteld dat haar risicoprofiel ten opzichte van 2010 is verbetert. Op basis daarvan is voor de bufferliquiditeit een bovengrens van 10% en een ondergrens van 5% vastgesteld waarbij het meerjarig gemiddelde op 7,5% moet liggen. In deze meerjarenbegroting daalt de bufferliquiditeit naar uiteindelijk 8,6% in 2018 en blijft daarmee ruim boven de ondergrens van 5% en ook het meerjarig gemiddelde ligt nog boven de norm van 7,5%. Gezien de onzekerheden rondom de cao PO 2014, de invoering passend onderwijs en de bestemming van de middelen uit het begrotingsakkoord 2014-2017 is dat een veilige marge. Bij de komende halfjaarrapportage 2014 hopen wij op een aantal van deze punten meer duidelijkheid te hebben en als dat zo is kan er een betere inschatting worden gemaakt van de ontwikkeling van de bufferliquiditeit. Liquiditeit Definitie: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen en vorderingen) en de kortlopende schulden. Liquiditeit Uitkoms t Uitkoms t 2013 2,4 Begroting 2014 1,8 Begroting 2015 1,8 Begroting 2016 1,9 Begroting 2017 1,9 Begroting 2018 1,9 Signaleringsgrens > 1 – 1,5 De liquiditeit geeft aan in hoeverre DHS op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. De signaleringsgrens is vastgesteld op > 1 - 1,5 en is feitelijk tweeledig hetgeen wil zeggen: bij een liquiditeit onder de 1 is er sprake van een “te lage” positie terwijl een liquiditeit van boven de 1,5 als (te) ruim kan worden beschreven. Ondanks de geraamde tekorten in 2014-2015 en de geraamde extra investeringen blijft de liquiditeit ook in dit scenario nog boven de signaleringsgrens. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een vermindering van de vorderingen op de gemeente Den Haag. Deze waren per 31 december 2013 eigenlijk te hoog en door het indienen van voorschotdeclaraties en het actief bewaken van de openstaande posten moet deze vordering in de loop van 2014 worden verlaagd en dan structureel laag blijven. Om haar liquiditeitspositie te bewaken maakt DHS maandelijks een voortschrijdende liquiditeitsplanning over een periode van 12 maanden (zie hoofdstuk treasury). Ook het actieve debiteurenbeleid en het meerjareninvesteringsbeleid zorgen voor een goede bewaking van de liquiditeitspositie. 32 Solvabiliteit Definitie: Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen (balanstotaal). Solvabiliteit Uitkoms t Uitkoms t 2013 69% Begroting 2014 63% Begroting 2015 64% Begroting 2016 64% Begroting 2017 64% Begroting 2018 64% Signaleringsgrens < 30% De solvabiliteitsratio van DHS ligt gedurende de gehele begrotingsperiode ruim boven de ondergrens van 30%. Dat is te verklaren uit het feit dat er bij DHS, nagenoeg alle schoolbesturen in het primair onderwijs, alleen sprake is van kort vreemd vermogen (schulden aan leveranciers, belastingdienst en pensioenfonds) en niet van lang vreemd vermogen (bijv. leningen bij een financiële instelling). Het bedrag aan vreemd vermogen is dan ook relatief laag en de solvabiliteit dus relatief hoog. Rentabiliteit Definitie: Exploitatieresultaat gedeeld door de totale baten. Rentabiliteit Uitkoms t Uitkoms t 2013 2,0% Begroting 2014 -1,9% Begroting 2015 -1,0% Begroting 2016 -0,2% Begroting 2017 0,1% Begroting 2018 0,0% Signaleringsgrens 0-5% en meerjarig gemiddeld 3% De begrote negatieve rentabiliteit over de jaren 2014 en 2015 en in mindere mate 2016 is een bewuste keuze van DHS en is het gevolg van het afnemen van de beschikbare bestedingsruimte (afname baten en stijgende lasten) en de inzet van (extra) middelen uit het eigen vermogen ten behoeve van verbetering onderwijskwaliteit, mobiliteit bevorderende maatregelen en de gefaseerde afbouw van de formatie. DHS kiest er conform de voorgaande meerjarenbegroting en dus bewust voor om gedurende een aantal jaren een negatieve rentabiliteit te realiseren. Zoals uit de bovenstaande ontwikkelingen van kapitalisatiegraad en liquiditeit duidelijk leidt dit niet tot overschrijding van die signaleringsgrenzen. 33 Staat van baten en lasten Staat van Baten en Lasten (bedragen x € 1.000) Baten 3 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen 3.5 Overige baten Totaal baten 4 4.1 4.2 4.3 4.4 Lasten Personeelslasten Afschrijving Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Realisatie 2013 102.125 7.970 5.653 Begroting 2014 97.115 7.200 4.740 115.749 93.876 2.185 9.515 8.062 Begroting 98.890 7.500 4.425 109.055 91.067 2.100 9.458 8.677 113.638 2015 Begroting 96.447 7.500 4.765 110.815 90.716 2.326 10.475 8.561 111.302 2016 Begroting 97.222 7.500 4.765 108.712 87.767 2.337 10.528 8.395 112.078 2017 Begroting 97.818 7.500 4.765 109.487 88.299 2.347 10.578 8.295 109.027 2018 110.083 88.606 2.387 10.896 8.290 109.519 110.179 Saldo baten en lasten 5 5.1 5.2 Financiële baten en lasten Rente baten Rentelasten Saldo fin. Baten en lasten Totaal Resultaat 193 1 200 - 125 - 100 - 100 - 100 - 192 200 125 100 100 100 2.302 -2.047 -1.138 -215 68 4 33 Toelichting staat van baten en lasten Algemeen Bij de inleiding van deze meerjarenbegroting is het scenario dat ten grondslag ligt aan deze staat van baten en lasten al uitgebreid beschreven. In deze toelichting worden de ontwikkelingen van de verschillende baten en lasten categorieën beschreven. 3. Baten Als gevolg van de invoering Passend Onderwijs per 1-8-2014 en de gewijzigde bekostigingssystematiek voor cluster 2 scholen zijn er een flink aantal wijzigingen opgetreden in de bekostigingssystematiek van de schoolbesturen. Een deel van de “zorginkomsten” gaat niet meer rechtstreeks naar de schoolbesturen maar e wordt in 1 instantie toegekend aan de nieuw gevormde samenwerkingsverbanden en vervolgens direct of indirect doorberekend aan de schoolbesturen. In deze meerjarenbegroting is vanwege deze ontwikkeling dan ook een nieuwe inkomstencategorie Ontvangen rijksinkomsten SWV opgenomen die vooralsnog wel als rijksinkomsten wordt geoormerkt. 3.1 Rijksbijdragen OCW 3.1 Rijksbijdrage OCW Ri jks bijdra ge OCW Overige s ubs idies OCW Ontvangen ri jks bi jdrage SVW Totaal Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 98.287 93.315 93.892 91.830 92.568 93.140 3.838 3.800 2.192 1.799 1.814 1.824 2.806 2.818 2.840 2.854 102.125 97.115 98.890 96.447 97.222 97.818 Algemeen De omvang van de rijksbijdragen binnen het primair onderwijs wordt in hoge mate bepaald door het aantal bekostigde (achterstands)leerlingen, het prijspeil van de diverse rijksvergoedingen en nieuw en/of aangepast beleid van de rijksoverheid. Het totaal aan rijksbijdrage van de realisatie 2013 is circa € 3 mln. hoger als gevolg van de in december ontvangen inkomsten begrotingsakkoord en nationaal onderwijsakkoord. Deze middelen zijn in 2014 niet beschikbaar en worden pas vanaf 2015 weer toegekend voor de volgende bedragen: 2015 € 2,2 mln. structureel vanaf 1 januari 2015 2016 € 0,6 mln. structureel vanaf 1 januari 2016 2017 € 0,3 mln. structureel vanaf 1 januari 2017 Vanaf 2017 rekent DHS op basis van het begrotingsakkoord dus op structureel € 3,1 mln. aan extra rijksbekostiging (DHS gaat er vanuit dat deze middelen ook na 2017 beschikbaar blijven) Deze bedragen hebben in die jaren een positief effect op de omvang van de rijksbijdragen. Ook de toekenning vanaf 1-1-2015 van de rijksmiddelen doordecentralisatie buitenonderhoud van € 1,4 mln. (daar staan wel kosten tegenover) en de overheveling van € 1,4 mln. aan huisvestingsmiddelen uit het gemeentefonds naar de lumpsum verhogen de post rijksbijdragen. 34 Daartegen over staan een aantal ontwikkelingen waardoor de omvang van de rijksbijdrage per saldo in deze meerjarenbegroting afneemt. Vertrek Cor Emousschool In de jaren 2015 (5/12) en 2016 (7/12) is voor een totaal bedrag van € 3,3 mln. een vermindering van de rijksbijdragen verwerkt als gevolg van het vertrek van de Cor Emousschool. Omdat ook de kosten met een vergelijkbaar bedrag afnemen heeft dit nauwelijks een effect op het resultaat van DHS. Ontwikkeling aantal achterstandsleerlingen: Het aantal bekostigde achterstandsleerlingen is per 1 oktober 2013 gedaald met 9% en dat heeft met ingang van 2014-205 een structureel negatief effect op de rijksbijdrage van circa € 1,4 mln. Bovendien wordt in deze MJB rekening gehouden met een afname van het aantal (bekostigde) achterstandsleerlingen van: - -/- 6% per 1-10-2014 dat is -/- € 0,9 mln. structureel vanaf 2015-2016 - -/- 4% per 1-10-2015 dat is -/- € 0,6 mln. structureel vanaf 2016-2017 - -/- 2% per 1-10-2016 dat is -/- € 0,3 mln. structureel vanaf 2017-2018 - Stabilisering vanaf 1-10-2017 In totaliteit zijn de inkomsten voor achterstandsleerlingen in 2017-2018 dus met € 3,2 mln. afgenomen ten opzichte van 2013-2014. Op basis van de huidige verdeling van de achterstandsleerlingen per leerjaar wordt op termijn een stabilisering van het aantal achterstandsleerlingen verwacht. Indexering van de rijksbijdrage In deze meerjarenbegroting is gerekend met een jaarlijkse aanpassing van de rijksbijdrage met 0,5% voor gestegen loonkosten en inflatie. Dat is onvoldoende om de begrote loonkostenstijging (1,5% per jaar) en inflatie (2% per jaar) te dekken. Naast bovenstaande ontwikkelingen op hoofdlijnen zijn er nog kleinere effecten (bv een toename van de bekostiging P&A-beleid als gevolg van de beëindiging conciërgeregeling) verwerkt in de ontwikkeling van de rijksbijdragen Specificatie rijksbijdrage OCW: De rijksbijdrage OCW bestaat ondanks de invoering van de lumpsum nog steeds uit een aantal afzonderlijke subsidies. Wel mag binnen de systematiek lumpsum in beginsel vrijelijk worden geschoven tussen de verschillende subsidies. 35 Rijksbijdrage OCW Pers onele bekos tiging P&A-bel ei d Ma teriele ins tandhouding Bekos ti ging Impuls gebi eden Zorgbekos ti ging Pres ta ti ebox Profes s iona lis ering s chooll eiders Bijzondere bekos ti ging jonge l eerkra chten Bijzondere bekos ti ging begrotings a kkoord Overi ge Totaal Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 68.350 67.090 66.596 64.277 64.525 64.755 7.168 6.976 6.803 6.819 6.850 6.876 10.476 10.589 11.725 11.901 12.020 12.141 5.904 5.552 5.112 4.867 4.752 4.720 1.739 1.735 1.415 1.373 1.473 1.480 1.491 1.499 156 324 2.704 2.183 2.485 2.929 3.150 51 98.287 93.315 93.892 91.830 92.568 93.140 Personele bekostiging De omvang van deze bekostiging wordt in de periode 2014-2018 beïnvloed door: - Afname aantal achterstandsleerlingen - Het vertrek van de Cor Emous - De geraamde loonindex van 0,5% - De toevoeging van huisvestingsmiddelen uit het gemeentefonds Bekostiging P&A beleid De omvang van deze bekostiging wordt in de periode 2014-2018 beïnvloed door: - Afname aantal achterstandsleerlingen - Het vertrek van de Cor Emous - De geraamde loonindex van 0,5% - De toevoeging van de middelen van de bekostiging ondersteunend personeel (conciërge regeling) Materiele instandhouding De omvang van deze bekostiging wordt in de periode 2014-2018 beïnvloed door: - Afname aantal achterstandsleerlingen - Het vertrek van de Cor Emous - De geraamde prijsindex van 1,0% - De toevoeging van huisvestingsmiddelen als gevolg van de doordecentralisatie buitenonderhoud Bekostiging Impulsgebieden De omvang van deze bekostiging wordt in de periode 2014-2018 beïnvloed door: - Afname aantal achterstandsleerlingen - De geraamde loonindex van 0,5% Zorgbekostiging Bij de invoering van Passend onderwijs per 1-8-2014 wordt deze bekostiging niet langer rechtstreeks aan de schoolbesturen toegekend maar aan de nieuwe samenwerkingsverbanden passend onderwijs (zie ook bij Ontvangen rijksbijdrage SWV). Prestatiebox Deze bekostiging neemt toe op basis van de gehanteerde loonindex. 36 Professionalisering schoolleiders Deze bekostiging is in 2013 eenmalig toegekend en is vanaf 1-8-2014 een structureel onderdeel van de personele bekostiging. Bijzondere bekostiging jonge leerkrachten Deze bekostiging is op basis van het nationaal onderwijs akkoord in 2013-2014 eenmalig toegekend ter compensatie van de sterk stijgende premies participatiefonds. Bijzondere bekostiging begrotingsakkoord Deze bekostiging wordt in 2014 niet toegekend en zal pas vanaf 1-1-2015 weer beschikbaar komen. Op dit moment is er geen nadere informatie over welke omvang en vorm deze middelen vanaf 2015 zullen gaan krijgen. Op basis van de informatie van de PO-raad uit het najaar 2013 over de omvang voor het PO heeft DHS deze middelen voorlopig als lumpsum opgenomen. Specificatie overige subsidies OCW: De overige subsidies OCW zijn subsidies die door het ministerie worden verstrekt voor een specifiek doel/activiteit of doelgroep Overige subsidies OCW Leerli nggebonden Fina nc. Loonkos ten onders t. Pers . SMW ris icol eerli ngen Bijz. bekos ti ging vreemdel. Vers terking s a menwerking l eraa ropl eiding Divers en Totaal Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2.696 2.770 1.527 1.497 1.509 1.516 417 416 244 335 332 209 132 215 216 218 219 120 120 60 150 85 87 88 88 3.838 3.800 2.192 1.799 1.814 1.824 Leerling Gebonden Financiering (LGF) Als gevolg van de invoering van Passend onderwijs verschuiven deze inkomsten in de komende jaren van de schoolbesturen naar de samenwerkingsverbanden. Voorlopig heeft DHS de LGF-middelen van de (V)SO-scholen onder de bestaande benaming LGF gehandhaafd. Waarbij wel wordt gecorrigeerd voor de LGF middelen van de Cor Emous. De LGF middelen van onze basisscholen zijn opgenomen bij de ontvangen rijksbijdragen SWV. Loonkosten ondersteunend personeel (conciërgeregeling) Deze wordt per 1 augustus 2015 beëindigd daarbij worden de middelen op landelijk niveau toegevoegd aan de lumpsumbekostiging P&A-beleid. Omdat deze opbrengsten dan over het hele land worden verdeeld betekend dit voor DHS dat wij er per saldo € 254.000 op achteruit gaan. SMW- risicoleerlingen Ook deze bekostiging wordt overgeheveld naar de nieuwe samenwerkingsverbanden waarbij deze SWV de externe inhuur van het schoolmaatschappelijk werk waarschijnlijk zelf gaan inkopen en beschikbaar stellen aan de scholen. In deze MJB is dan ook de post externe inhuur (m.b.t. schoolmaatschappelijk werk) van DHS met een vergelijkbaar bedrag verlaagd. 37 Versterking samenwerking leraaropleiding In de jaren 2013, 2014 en 2015 ontvangt DHS als penvoerder deze bekostiging die in samenwerking met de Pabo en de Librijn projectmatig zal worden ingezet voor een verbetering van de aansluiting Pabo-opleiding en werkzaamheden bij schoolbesturen. Diversen Dit betreft de bekostiging studieverlof Lerarenbeurs die DHS ontvangt voor de vervanging van medewerkers die een opleiding volgen die wordt bekostigd door de lerarenbeurs. Specificatie ontvangen rijksbijdrage SWV: Deze inkomstencategorie is nieuw in deze meerjarenbegroting en geheel het gevolg van de invoering van passend onderwijs per 1-8-2014. Evenals in de vorige meerjarenbegroting gaat DHS er vanuit de dat de totale omvang van de middelen voor lichte en zware zorg gelijk blijft waarbij de “benamingen” van de bekostigingen wel zullen gaan veranderen. De onderstaande benamingen en bedragen zijn gebaseerd op de eerste beschikkingen voor het schooljaar 2014-205 en de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden. Ontvangen rijksbijdrage SWV Lichte onders teuni ng ba s is s chol en Bijdra ge > 2% SBO-s chol en Groei bekos tiging SBO Indivi duele arrangementen ba s i s s chol en Groeps a rrangementen ba s i s is chol en LGF bas is cholen vi a SWV Overgangs bekos tiging pas s end onderwijs Totaal Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 941 945 952 957 236 237 239 241 54 54 55 55 87 238 327 329 31 107 153 154 356 131 0 0 1.100 1.105 1.113 1.119 2.806 2.818 2.840 2.854 Lichte ondersteuning basisscholen Alle basisscholen van DHS ontvangen op basis van het ondersteuningsplan SPPOH een vast bedrag van € 7.000 en een bedrag van € 46,77 per leerling (2014-2015). Bijdrage > 2% SBO-scholen De SBO-scholen worden voor 2% van de zorgleerlingen bekostigd via de rijksbekostiging voor het aantal leerlingen > 2% ontvangen zij een bijdrage vanuit het samenwerkingsverbanden. Deze methodiek is vergelijkbaar met de huidige methodiek (t/m 2013-2014). Groeibekostiging SBO Vergelijkbaar met de huidige systematiek ontvangen SBO-scholen die op de peildatum (1 februari) zijn gegroeid een extra bekostiging uit het samenwerkingsverbanden. Individuele en groepsarrangementen basisscholen Binnen het passend onderwijs verdwijnt op termijn de huidige LGF bekostiging van de basisscholen en in de plaats daarvan kunnen basisscholen individuele of groepsarrangementen voor zorgleerlingen aanvragen bij SPPOH. Deze methodiek start per 1 augustus 2014 en vervangt dan langzamerhand de huidige LGF bekostiging. De in deze MJB opgenomen inkomsten zijn dan ook een inschatting op basis van de huidige omvang van de LGF middelen. 38 LGF basisscholen via SWV Voor de lopende LGF trajecten van hun leerlingen (die soms nog een tweetal jaren kunnen doorlopen) hebben de scholen als overgangsregeling deze leerlingen aangemeld bij SPPOH en ontvangen zij voor die leerlingen “LGF-middelen” Deze post loopt dus af en wordt overgenomen door de individuele en groepsarrangementen. Overgangsbekostiging passend onderwijs De opgenomen inkomsten bij deze post zorgen er voor dat de totale zorgmiddelen voor lichte en zware ondersteuning van DHS op hetzelfde niveau blijven als voor de invoering van passend onderwijs (conform ons meerjaren scenario). In de uiteindelijke realisatie zullen deze inkosten onder andere benamingen door het rijk of de samenwerkingsverbanden worden toegekend. 3.2 Overige overheidsbijdragen De post overige overheidsbijdragen betreft de bijdragen die DHS ontvangt van de gemeente Den Haag. Overige overheidsbijdragen Bijdra ge Lokaa l onderwijs bel ei d Totaal Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 7.970 7.200 7.500 7.500 7.500 7.500 7.970 7.200 7.500 7.500 7.500 7.500 In de loop van 2013 is er overeenstemming bereikt tussen de schoolbesturen en de gemeente Den Haag over een nieuwe Haagse Educatieve Agenda (HEA) voor de periode 2014-2018. De totaal beschikbare middelen zijn daarbij gehandhaafd en derhalve kan DHS de bijdrage lokaal onderwijs in de meerjarenbegroting, ten opzichte van de MJB 2014-2017, verhogen tot € 7,5 mln. per jaar. 3.5 Overige baten Overige baten Verhuur Detacheri ngen pers oneel Schenki ng Spons ori ng Ouderbijdra gen Overi ge Baten voorgaa nde jaren Totaal Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 1.565 1.600 1.465 1.465 1.465 1.465 351 300 720 720 720 720 11 25 25 25 25 25 62 15 15 15 15 15 715 150 710 710 710 710 2.688 2.650 1.490 1.830 1.830 1.830 261 5.653 4.740 4.425 4.765 4.765 4.765 Verhuur onroerende zaken Dit betreft de verhuur van (gymnastiek)lokalen en de klokurenvergoeding bewegingsonderwijs die DHS ontvangt van de gemeente Den Haag. Door de bezuinigingen op de buitenschoolse opvang is de verwachting dat de huurinkomsten in de komende jaren mogelijk iets zullen afnemen. Uiteraard is het streven van DHS er op gericht om de huuropbrengsten te maximaliseren. 39 Detacheringen Vanuit DHS wordt een aantal medewerkers gedetacheerd naar SPPOH, dit betreft zowel de staf (directeur, secretaris en managementassistente) als ambulant begeleiders van onze SBOscholen die als adviseur werkzaam zijn bij SPPOH. Daarnaast maakt DHS ook in incidentele gevallen gebruik van de mogelijkheid om personeel (tijdelijk) te detacheren bij andere organisaties. De opbrengst van deze beide detacheringen wordt hier verantwoord waarbij de toename het gevolg is van de detacheringen bij SPPOH. Ouderbijdragen In vergelijking met de eerdere begrotingen is er sprake van een verschuiving van de overige e baten 3 geldstroom ten gunste van de Ouderbijdrage (met name de overblijfgelden). Overige De post Overige kan als volgt worden gespecificeerd: Realisatie Begroting Raming Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2014 2015 2016 2017 2018 Verva ngings fonds 375 20 20 20 20 20 20 Overi ge ba ten 3e gelds troom 765 1.400 765 765 765 765 765 Re-integra ti e 1e en 2e s poor 47 30 30 30 30 30 30 Inkomende grens verkeer SWV 276 100 Overi ge ba ten 1.226 1.200 1.150 1.100 1.015 1.015 1.015 WSNS 3504 en 3505 -180 -425 Totaal 2.689 2.650 1.885 1.490 1.830 1.830 1.830 Specificatie overige De afname van deze post is o.a. het gevolg van de keuze van DHS om volledig eigen risicodrager te worden voor het ziekteverzuim (vervangingsfonds). Het restantbedrag 2015-2018 heeft betrekking op de declarabele kosten van vakbondsverlof. De overige baten derden geldstroom nemen af door de overheveling van de overblijfgeleden naar de post ouderbijdragen De post inkomend grensverkeer SWV is de vergoeding die DHS ontvangt voor de opvang van leerlingen uit andere SWV. Met de invoering van passend onderwijs vervalt deze post. Binnen de realisatie van de overige baten werden ook de inkomsten van de SWV 3503 en 3504 verantwoord en ook deze posten vervallen per 1-8-2014 en zijn daarom specifiek benoemd. 40 Lasten 4.1 Personeelslasten De personeelslasten kunnen als volgt worden gespecificeerd: Personeelslasten Lonen en s a la ris s en Overi ge pers onele la s ten Af: Ui tkeri ngen Totaal Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 85.028 83.390 82.117 79.698 80.187 80.494 9.730 8.577 9.473 8.944 8.987 8.987 -883 -900 -875 -875 -875 -875 93.876 91.067 90.716 87.767 88.299 88.606 Met een aandeel van circa 80% zijn de personele lasten veruit de belangrijkste kostenpost van DHS. Een groot deel van deze personele kosten liggen, zeker op de korte termijn, in meer of mindere mate vast op basis van het personeel in vaste dienst. DHS streeft, mede gezien de nog onduidelijke ontwikkeling van de inkomsten naar een zekere mate van flexibiliteit in zijn personeelslasten. Dit gebeurt onder andere door het in dienst nemen van personeel met een tijdelijke aanstelling, inhuur van tijdelijk personeel en/of personeel met specifieke kennis/opleiding. De post lonen en salarissen is als volgt te specificeren: Lonen en salarissen Bruto lonen en s al aris s en Socia le la s ten Pens i oenpremies Totaal Aanta l fte Gemi ddel de l oons om Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 64.849 64.054 62.281 60.446 60.817 61.050 10.560 9.804 10.731 10.415 10.479 10.519 9.619 9.533 9.105 8.837 8.891 8.925 85.028 83.390 82.117 79.698 80.187 80.494 1.535 1.498 1.438 1.375 1.363 1.348 55.393 55.668 57.105 57.962 58.831 59.714 De totale omvang van de post lonen en salarissen wordt bepaald door de hoeveelheid (aantal fte’s) en de prijs (gemiddelde loonkosten). De ontwikkeling van de gemiddelde loonkosten is een factor die vooral door externe partijen wordt beïnvloed (overheidsbeleid zoals actieplan leerkracht, Cao-afspraken en ontwikkeling van de premies voor sociale lasten en de pensioenpremies). Bij de berekening van de gemiddelde loonkosten in de begroting 2015-2018 is rekening gehouden met een jaarlijkse stijging van de loonkosten van 1,5% als gevolg van o.a. de effecten van de verdere invoering van de Functiemix maar vooral door de verwachte verdere stijging van de premies participatiefonds en WAO. Ook hier wordt het beeld enigszins vertekend door het vertrek van de Cor Emousschool waardoor de lonen en salarissen evenals de aantallen fte in 2015 en 2016 afnemen. Door de combinatie van een relatief oud personeelsbestand en een gemiddeld iets hogere functiewaardering bij dezen (V)SO-school (in vergelijking met het regulier basisonderwijs) zal het vertrek van de Cor Emousschool een enigszins dempend effect op de ontwikkeling van de gemiddelde loonsom hebben. 41 De ontwikkelingen op het gebied van loonkosten en personele bekostigingen is, gezien de omvang en daarmee positieve of negatieve effect op de financiële exploitatie, één van de belangrijkste aandachtsgebieden van de controller en het CvB. De post overige personele lasten is als volgt te specificeren: Overige personele lasten Pers onele voorzi eningen Pers oneel niet in l oondiens t Overi g Totaal Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 746 300 600 300 300 300 7.074 5.700 6.675 6.650 6.650 6.650 1.911 2.577 2.198 1.994 2.037 2.037 9.730 8.577 9.473 8.944 8.987 8.987 Personele voorzieningen Binnen DHS zijn er personele voorzieningen gevormd voor o.a. : - Spaarverlof - Toekomstige jubilea uitkeringen - Personele risico’s Elk jaar worden de werkelijke kosten van spaarverlof, jubilea-uitkeringen en personele risico’s ten laste van deze voorzieningen gebracht en wordt aan het eind van het jaar berekend wat de stand van de voorziening op basis van de dan bekende inzichten en verplichtingen moet zijn. Voor de periode 2015-2018 wordt er vanuit gegaan dat er jaarlijks een bedrag van € 100.000 moet worden gedoteerd aan de voorziening jubilea. Voor de voorziening Personele risico’s wordt voor 2015 een dotatie voorzien van € 500.000 in verband met de claims van het participatiefonds. Voor de periode 2016-2018 wordt dat bedrag verlaagd tot € 200.000. Personeel niet in loondienst Dit betreft in hoofdzaak de inhuur van externe ondersteuning op schoolniveau voor specialismen die niet of onvoldoende beschikbaar zijn binnen de eigen (school)organisatie. Er kan daarbij worden gedacht aan de schoolbegeleidingsdienst HCO, welzijnsorganisatie en schoolmaatschappelijk werk. Door de invoering passend onderwijs vervalt de inhuur voor schoolmaatschappelijk werk en dat verklaart in combinatie met het vertrek van de Cor Emous de ontwikkelingen van deze post. Overig Onder post overige vallen onder andere de kosten van Opleiding en training, Personeelsbeleid, e e Werving en selectie en de re-integratiekosten 1 en 2 spoor. In deze begrotingsjaren 2015-2018 wordt er bij deze post vooral extra geïnvesteerd in de coaching van nieuwe leerkrachten en schooldirecteuren, de opleiding van bestaande medewerkers in de scholen en de in- en externe mobiliteit. De daarvoor benodigde middelen zijn afkomstig uit de Prestatiebox, professionalisering schoolleiders en het vrij besteedbaar eigen vermogen van DHS. Ook de begrote kosten voor mobiliteit bevorderende maatregelen zijn onderdeel van deze post. 42 4.2 Afschrijvingen Afschrijving Afs chrijvi ng va s te a cti va Totaal Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2.185 2.100 2.326 2.337 2.347 2.387 2.185 2.100 2.326 2.337 2.347 2.387 Met ingang van het jaar 2010 is DHS, conform de richtlijnen van het ministerie en de wet op de jaarverslaglegging overgegaan op het activeren van de materiële vaste activa (= aanschaf Meubilair, ICT hardware en Onderwijsleerpakketen). Bij aanschaf worden deze bedragen nu op de balans als materiële activa verantwoord en vervolgens gedurende de levensloop via afschrijvingen ten laste van de exploitatie gebracht. In de jaren 2011 t/m 2014 is en wordt er door DHS extra geïnvesteerd in o.a. schoolmeubilair, hierdoor stijgen de afschrijvingskosten. Zie ook bijlage Meerjareninvesteringsplan (MIP) 4.3 Huisvestingslasten De huisvestingslasten kunnen als volgt worden gespecificeerd: Huisvestingslasten Huur Onderhoud Energie en wa ter Schoonma akkos ten Heffingen Overi ge huis ves tings las ten Totaal Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 404 275 285 285 285 285 4.102 4.500 4.869 4.833 4.833 4.833 2.162 1.900 2.046 2.103 2.124 2.320 2.361 2.248 2.765 2.804 2.833 2.955 281 330 310 303 303 303 205 205 200 200 200 200 9.515 9.458 10.475 10.528 10.578 10.896 Alle posten met betrekking tot de huisvesting zijn in meer of mindere mate aangepast vanwege het vertrek van de Cor Emousschool per 1-8-2015. Huur De huurkosten hebben betrekking op het bestuurspand aan de Scheveningseweg € 265.000 en de incidentele huur van een aantal (gym)lokalen voor scholen. Onderhoud gebouwen De toename van de post onderhoud in 2015 en volgende jaren is met name het gevolg van de doordecentralisatie van het buitenonderhoud waardoor de kosten toenemen. DHS ontvangt daarvoor ook extra inkomsten. De omvang van het planmatig onderhoud wordt bepaald aan de hand van de Meerjarenonderhoudsplanning (MOP) die jaarlijks wordt geactualiseerd (zie bijlage) Energie en water De uitkomst van deze post wordt in hoge mate beïnvloed door de prijsontwikkelingen van de energiekosten en de “strengheid” van de winter. 43 Onze externe adviseur heeft aangegeven dat de komende jaren de tarieven voor energiebelasting en transport van elektriciteit sterk zullen stijgen en gecombineerd met de verwachte stijging van de prijzen voor elektriciteit en gas leidt dit tot een jaarlijks toename van de energiekosten met 5%. Deze kostenstijging wordt niet of nauwelijks gecompenseerd door de indexering van de materiele bekostiging (1% per jaar). In de komende jaren heeft DHS dan ook het voornemen om te investeren in o.a. energiezuinige verlichting en wellicht zonnepanelen. Deze begroting gaat uit van een “gemiddelde” winter die kan in de praktijk dus mee of tegenvallen. Schoonmaak In 2013 heeft een nieuwe Europese aanbesteding plaatsgevonden en de uitkomst van deze aanbesteding is een hoger kostenniveau dan het voorgaande contract. In deze MJB wordt bovendien gerekend met een jaarlijkse indexering van 3% van de kosten van het schoonmaakcontract en ook dat wordt maar deels gedekt door de index van de MIbekostiging. 4.4 Overige instellingslasten Specificatie: Overige lasten Admi nis tratie en beheerl as ten Inventa ris , a ppa ratuur en leerm. Dotaties overi ge voorzieningen Overi ge Totaal Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2.590 2.521 2.550 2.500 2.500 2.500 2.500 2.580 2.580 2.530 2.530 2.530 -222 3.193 3.576 3.431 3.365 3.265 3.260 8.062 8.677 8.561 8.395 8.295 8.290 Administratie en beheerslasten Deze post bevat o.a. de posten drukwerk, automatiseringskosten, kantoormiddelen enz. en is 2013 toegenomen als gevolg van de inflatie en Btw-verhoging. Voor de jaren 2015-2018 is deze post constant gehouden omdat de verwachting is dat eventuele verdere stijging als gevolg van inflatie door de scholen zullen worden gecompenseerd door lagere uitgaven. Inventaris, apparatuur en leermiddelen De post Inventaris, apparatuur en leermiddelen heeft betrekking op o.a. de aanschaf verbruiksartikelen betreffende leermiddelen, de kosten van de Cito-toetsen, kosten kopieerapparatuur enz. Ook hier zijn de kosten in 2013 toegenomen en worden in 2015-2018 gestabiliseerd. Mutaties overige voorzieningen. Dit betreft in 2013 een vrijval uit de voorziening oninbare debiteuren en heeft betrekking op de declaraties van nieuwbouwprojecten. Voor de jaren 2015-2018 wordt geen dotatie/vrijval voorzien. 44 Overig Dit betreft de kosten voor representatie, lidmaatschappen, culturele vorming en excursies, overblijf en schoolreis/werkweek enz. Een groot deel van deze kosten loopt via direct via de scholen middels de zogeheten derde geldstroom. In de realisatie 2013 was er een eenmalige meevaller van € 367.000 die ten gunste is gebracht van de post incidentele lasten en dat verklaart het verschil tussen de uitkomst 2013 en deze meerjarenbegroting. 5 Financiële baten en lasten Financiële baten en lasten Renteba ten Rentela s ten Totaal Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 283 200 125 100 100 100 283 200 125 100 100 100 Bij deze post worden de rente-inkomsten (rentekosten heeft DHS niet of nauwelijks) verantwoord. Onze inschatting is dat de rentepercentages zich in 2015-2018 zullen stabiliseren op het huidig (lage) niveau van circa < 1 - 1,5%. Op basis van dat rentepercentage en de dalende omvang van onze liquiditeiten (zie balans) nemen de rentebaten de komende jaren af. 45 Treasurybeleid De hoofdlijnen en uitgangspunten van het treasurybeleid van DHS zijn opgenomen in het door het bestuur vastgestelde Treasurystatuut. In dit statuut is met betrekking tot het beleggen van overtollige liquide middelen o.a. het volgende opgenomen: Eventuele beleggingen zullen voldoen aan de criteria van de Regeling ‘beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek.’: Als gevolg van de kredietcrisis is deze Regeling beleggen en belenen met ingang van 1 januari 2010 door het Ministerie van OCW aangescherpt. Deze aanscherpingen zijn verwerkt in het treasurystatuut van DHS. De wijzigingen betroffen de ratingeisen voor beleggings- en beleningsvormen waarbij de hoofdsom bij opname intact is. Deze ratingeisen zijn geldig vanaf 1 januari 2010 en thans nog steeds actueel: beleggings- en beleningsvormen voor een periode tot en met 3 maanden mogen alleen worden betrokken van financiële ondernemingen die aantonen dat ze beschikken over minstens een A-rating afgegeven door minstens twee ratingbureaus beleggings- en beleningsvormen voor een periode van meer dan 3 maanden mogen alleen worden betrokken van financiële ondernemingen die aantonen dat ze beschikken over minstens een AA-minusrating afgegeven door minstens twee ratingbureaus Er wordt in de regelgeving onderscheid gemaakt tussen kortlopende (t/m 3 maanden) beleggings- en beleningsvormen en de lange beleggings- en beleningsvormen (> 3 maanden) waarbij de eisen voor de lange beleggings- en beleningsvormen zijn aangescherpt. Gezien de huidige rentestand van lange beleningen is DHS vooralsnog niet voornemens om liquide middelen langer dan drie maanden weg te zetten. Als gevolg van alle financiële en economische ontwikkelingen van de afgelopen jaren zijn de “ratings” van de Nederlandse banken verlaagd en voldoen nog maar een aantal banken aan de rating eisen voor beleggingen langer dan 3 maanden. Omdat DHS dit instrument vooralsnog niet gebruikt is er op dit moment geen noodzaak om hier een actief beleid op te voeren. Wel heeft DHS voor de zekerheid (naast de reguliere ING-rekeningen) een extra rekening geopend bij de Rabobank om in voorkomende gevallen eventueel ook bij deze bank extra middelen te kunnen wegzetten. In de regelgeving is het volgende opgenomen inzake het beleggen en belenen door instellingen (schoolbesturen) van hun niet voor betalingen benodigde publieke en overige middelen. Deze middelen worden belegd: - In de vorm van waardepapieren waarvoor een solvabiliteitsratio van 0 procent geldt; - Al dan niet tegen waardepapieren bij financiële ondernemingen in lidstaten van de EU in vormen waarvan de hoofdsom bij opname intact is; - Bij financiële ondernemingen in lidstaten in de vorm van derivaten. Treasuryjaarplan 2015-2018 De hoofdlijnen uit het treasurystatuut worden jaarlijks uitgewerkt in een treasuryjaarplan. 46 Gezien de voortdurende onzekere situatie op de financiële markten is in het jaarplan 2015-2018 het “voorzichtig” Treasurybeleid van DHS gecontinueerd. Concreet betekent dit dat: 1) DHS zal in 2015-2018 bij het beleggen van (tijdelijk) overtollige liquide middelen alleen beleggen in deposito’s met vaste rente of spaarrekeningen van Nederlandse banken die onder het toezicht van de DNB staan. 2) DHS houdt in 2015-2018 een minimaal rekening-courantsaldo op haar lopende rekening aan van € 500.000. 3) De looptijd van eventuele af te sluiten deposito’s zal worden vastgesteld op basis van een meerjarige liquiditeitsprognose en mag daarbij de termijn van 24 maanden niet overschrijden. 4) Een voortdurend aandachtspunt is het cashmanagement van de organisatie waarbij het streven er op is gericht dat de ons toekomende gelden van debiteuren en subsidieverstrekkers zo snel mogelijk worden geïnd. Al gevolg van het afnemen van de financiële ruimte in de komende jaren zal het saldo liquide middelen ook afnemen (maar ruim binnen de signaleringsgrenzen blijven) en daarmee wordt het belang van een goede liquiditeitsprognose en snel innen van vorderingen steeds belangrijker. Liquiditeitsprognose Kasstroom uit operationele activiteiten Sal do Baten en Las ten 2015 2016 2017 2018 -1.262.551 -314.877 -32.336 -96.117 2.326.000 2.337.000 2.347.000 2.387.000 - - - - Vorderi ngen - - - - Schul den - - - - 1.063.449 2.022.123 2.314.664 2.290.883 125.000 100.000 100.000 100.000 Betaa lde interes t - - - - Bui tengewoon res ultaa t - - - - 1.188.449 2.122.123 2.414.664 2.390.883 -2.230.500 -2.074.200 -2.437.000 -2.262.000 Aanpas s ing voor: Afs chrijvingen Muta ties voorzieni ngen Veranderi ngen in vlottende middelen: Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontva ngen i nteres t Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kas s troom uit inves teri ngs a cti vi tei ten Inves teringen in materi ël e vas te a cti va Des inves teringen i n ma teriële vas te activa - 246.900 - - Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -2.230.500 -1.827.300 -2.437.000 -2.262.000 Mutatie liquide middelen -1.042.051 294.823 -22.336 128.883 De liquiditeitsprognose (kasstroomoverzicht) voor 2015-2018 is als volgt: 47 Saldo baten en lasten, dit betreft het resultaat conform de staat van Baten en lasten excl. het resultaat financiële baten en lasten. De afschrijvingen zijn conform de staat van baten en lasten en de MIP, dit zijn wel lasten maar geen uitgaven en worden daarom in het kasstroom overzicht positief verwerkt. De post mutaties voorzieningen betreft het verschil van de stand per 31/12 jaar T minus de stand per 31/12 T-1. DHS verwacht in 2014 nog een afname van de voorzieningen (in het bijzonder spaarverlof en planmatig onderhoud) en daarna een stabilisering. De post vorderingen betreft het verschil van de stand per 31/12 jaar T minus de stand per 31/12 T-1 een vermindering van de vorderingen betekent een extra inkomsten en een toename van de liquide middelen. De post vorderingen, die vooral betrekking heeft op de toegekende rijksbeschikkingen is in deze MJB constant. Het streven van DHS is en blijft er op gericht om de vorderingen z.s.m. te innen om renteverlies te voorkomen. De schulden betreft het verschil van de stand per 31/12 jaar T minus de stand per 31/12 T-1. De omvang van de schulden per 31/12 wordt vooral bepaald door de nog af te dragen belasting en premies van de salarisbetaling december en in mindere mate door de nog te betalen facturen van leveranciers. De beïnvloedbaarheid van deze post is gering en de omvang wordt is in deze meerjarenbegroting constant. Totaal kasstroom bedrijfsoperaties, dit wordt als volgt berekend: f=+a+b+c-d-e Ontvangen en betaalde interest, dit betreft de rente baten en lasten conform de Staat van baten en lasten Kasstroom operationeel, deze wordt als volgt berekend: i= +f+g+h Investeringen MVA, dit betreft de jaarlijkse investeringen in de materiële vaste activa ten behoeve van o.a. meubilair, computers, onderwijsleerpakketten e.d. de bedragen zijn gebaseerd op de MIP Mutatie liquide middelen, dit betreft de totale geraamde mutatie van de liquide middelen ten opzichte van de stand per 31/12 T-1. Deze wordt als volgt berekend: k = i – j Om de fluctuaties gedurende het jaar te bewaken maakt DHS maandelijks een actuele prognose bij waarbij de liquiditeitsprognose per maand voor 12 maanden vooruit wordt gepland. Op basis van deze prognose kan worden vastgesteld of DHS voldoende liquide middelen beschikbaar heeft om aan haar korte termijn verplichtingen te voldoen (dat is met de huidige liquiditeit nooit een probleem) of dat er sprake is van tijdelijke “overtollige” liquide middelen die voor kortere of langere tijd kunnen worden belegd op een spaarrekening of deposito. 48 Meerjaren Investeringen vaste activa 2013-2018 Boekwaarde Investeringen Afschrijvingen Boekwaarde Investeringen Afschrijvingen Boekwaarde Investeringen 31-12-2013 2014 2014 31-12-2014 2015 2015 31-12-2015 2016 Materiele vaste activa Afschrijvingen Desinvestering 2016 Boekwaarde Cor Emous 31-12-2016 ICT (appara tuur, excl us ief beka bel i ng) € 1.398.384 € 793.000 € 605.000 € 1.586.384 € 550.000 € 615.000 € 1.521.384 € 550.000 € 615.000 € 59.000- € ICT (beka bel i ng) € 382.900 € 115.000 € 65.000 € 432.900 € 95.000 € 65.000 € 462.900 € 52.500 € 65.000 € 5.800- € 444.600 Inri chting s peel l oka l en € 198.034 € 52.000 € 30.000 € 220.034 € 54.000 € 35.000 € 239.034 € 15.000 € 35.000 € - € 219.034 Meubi la i r ( excl.burea us toel en) € 4.243.187 € 1.330.000 € 575.000 € 4.998.187 € 650.000 € 575.000 € 5.073.187 € 500.000 € 575.000 € 84.000- € 4.914.187 Burea u s toelen € 70.640 € 66.000 € 12.000 € 124.640 € 49.500 € 13.000 € 161.140 € 19.700 € 13.000 € 600- € 167.240 OLP € 3.959.040 € 1.475.000 € 975.000 € 4.459.040 € 795.000 € 985.000 € 4.269.040 € 900.000 € 995.000 € 97.500- € 4.076.540 Inri chting gymzal en € 470.301 € 37.000 € 40.000 € 467.301 € 37.000 € 38.000 € 466.301 € 37.000 € 39.000 € 464.301 Totaal € 10.722.486 € 3.868.000 € 2.302.000 € 12.288.486 € 2.230.500 € 2.326.000 € 12.192.986 € 2.074.200 € 2.337.000 Boekwaarde Meerjareninvestering MIP Boekwaarde Investeringen Afschrijvingen Boekwaarde Investeringen Afschrijvingen Materiele vaste activa 31-12-2016 2017 2017 31-12-2017 2018 2018 31-12-2018 ICT (appara tuur, excl us ief beka bel i ng) € 1.397.384 € 600.000 € 625.000 € 1.372.384 € 650.000 € 630.000 € 1.392.384 ICT (beka bel i ng) € 444.600 € 75.000 € 65.000 € 454.600 € 75.000 € 68.000 € 461.600 Inri chting s peel l oka l en € 219.034 € 25.000 € 35.000 € 209.034 € 25.000 € 36.000 € 198.034 Meubi la i r (excl. burea us toel en) € 4.914.187 € 185.000 € 570.000 € 4.529.187 € 510.000 € 580.000 € 4.459.187 Burea u s toelen € 167.240 € 15.000 € 13.000 € 169.240 € 15.000 € 13.000 € 171.240 OLP € 4.076.540 € 1.500.000 € 1.000.000 € 4.576.540 € 950.000 € 1.020.000 € 4.506.540 Inri chting gymzal en € 464.301 € 37.000 € 39.000 € 462.301 € 37.000 € 40.000 € 459.301 Totaal € 11.683.286 € 2.437.000 € 2.347.000 € 11.773.286 € 2.262.000 € 2.387.000 € 11.648.286 Deze MIP is gebaseerd op de individuele schoolbegrotingen en de Meerjareninvesteringsplannen die daar in zijn opgenomen. 48 € 1.397.384 246.900- € 11.683.286 Meerjarenonderhoudsplanning 2015-2029 20 15 2 016 20 17 2 018 2 019 2 02 0 2 02 1 20 22 2 02 3 20 24 20 25 2 02 6 20 27 20 28 2 02 9 000 Cederstraat 29 (NIEUWBOUW) 23.026 23.487 23.957 24.436 24.924 25.423 25.931 26.450 26.979 27.519 28.069 28.630 29.203 29.787 30.383 00000 Dreibholzstraat 2-4 (NIEUWBOUW) 14.907 15.205 15.509 15.820 16.136 16.459 16.788 17.124 17.466 17.815 18.172 18.535 18.906 19.284 19.670 00001 Vlierboomstraat 364-366 (NIEUWBOUW) 30.413 31.022 31.642 32.275 32.920 33.579 34.250 34.935 35.634 36.347 37.074 37.815 38.571 39.343 40.130 00002 Tesselsestraat 114 11.979 12.219 12.463 12.712 12.966 13.226 13.490 13.760 14.035 14.316 14.602 14.894 15.192 15.496 15.806 00003 Bresterstraat 15 (NIEUWBOUW) 40.196 41.000 41.820 42.657 43.510 44.380 45.267 46.173 47.096 48.038 48.999 49.979 50.979 51.998 53.038 00004 Steenw ijklaan 10-12 (NIEUWBOUW) 0 30.818 31.434 32.063 32.704 33.358 34.026 34.706 35.400 36.108 36.830 37.567 38.318 39.085 39.866 00006 Van Ruysbroekstraat (NIEUWBOUW) KW 0 39.778 40.574 41.385 42.213 43.057 43.918 44.797 45.693 46.607 47.539 48.489 49.459 50.448 51.457 00023 Van Ruysbroekstraat (NIEUWBOUW) CE 0 32.148 32.791 33.447 34.116 34.799 35.494 36.204 36.928 37.667 38.420 39.189 39.973 40.772 41.587 001 2e Messtraat 31 37.223 16.572 78.030 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 00112 Haardstede 1 4.384 4.472 4.561 14.283 4.745 4.840 4.937 5.036 15.769 5.239 5.344 5.451 5.560 17.410 5.784 00117 Knobbelzw aansingel 00119 Esther de Boer van Rijklaan 00180 Steenw ijklaan 20 (NIEUWBOUW) DP 2.190 2.975 2.279 2.324 3.157 2.418 2.467 3.350 2.566 2.618 3.555 2.723 2.778 3.773 2.890 27.556 40.479 76.920 33.429 43.023 31.364 80.715 61.469 199.850 36.930 43.230 42.844 318.483 40.372 97.106 32.490 0 0 25.618 26.131 26.653 27.186 27.730 28.285 28.850 29.427 30.016 30.616 31.229 31.853 00191 Ambachtsgaarde 3 (NIEUWBOUW) 19.499 19.889 20.287 20.693 21.107 21.529 21.959 22.398 22.846 23.303 23.769 24.245 24.730 25.224 25.729 002 Abraham van Beyerenstraat 1c 90.476 25.346 24.685 43.193 161.151 24.563 102.504 81.267 34.253 34.283 183.762 79.328 300.565 43.313 26.272 181.344 003 Alphons Diepenbrockhof 79 96.954 33.344 118.818 25.882 98.833 156.691 107.877 29.955 52.265 96.127 33.747 17.988 213.269 66.777 123.563 16.752 17.791 30.955 18.290 133.420 133.984 25.298 29.289 25.924 21.151 250.124 134.605 33.690 60.231 005 Anna Blamanplein 15 30.324 47.619 155.457 129.199 25.970 27.729 18.912 21.180 17.015 209.292 40.928 19.943 132.419 23.077 35.433 006 Arnold Aletrinoplantsoen 8 10.737 22.209 23.180 25.031 13.811 124.021 22.311 16.319 26.367 62.910 15.553 27.885 83.664 16.841 29.270 007 Atjehstraat 31 41.949 66.713 14.512 15.865 172.767 90.048 39.992 19.840 16.768 41.574 66.307 111.000 73.958 22.187 18.374 004 Ambachtsgaarde 1 008 Aucubastraat 3 198.134 59.646 53.613 22.735 143.404 59.719 167.095 60.517 152.784 74.863 36.121 29.774 191.261 27.431 68.825 009 Baambruggestraat 2-4 147.533 106.985 17.215 65.886 51.591 16.564 73.303 28.422 29.425 24.222 25.606 21.340 110.250 89.132 21.450 17.264 00999 Steenw ijklaan 20 (NIEUWBOUW) CE 011 Beresteinlaan 267 014 Böttgerw ater 21 017 Busken Huetstraat 22-24 019 Cartesiusstraat 2-4 022 Cicerostrook 9 (Schoolgebouw ) 0 0 13.612 13.885 14.162 14.445 14.734 15.029 15.330 15.636 15.949 16.268 16.593 16.925 159.820 69.642 24.833 22.337 37.977 64.101 64.764 38.555 23.036 46.282 49.391 127.172 176.857 77.219 30.062 94.437 38.479 66.742 28.570 203.963 17.350 63.505 22.381 157.460 21.409 23.987 186.978 250.039 25.713 82.729 136.853 149.280 15.594 175.958 39.606 15.126 79.240 19.063 17.033 214.388 20.288 19.923 119.931 21.589 51.185 64.794 94.369 18.319 58.899 126.198 13.683 107.647 75.411 15.734 98.249 24.788 124.123 187.526 82.617 31.705 172.767 33.245 25.887 40.536 25.590 33.387 315.266 44.160 55.622 124.836 31.828 38.577 397.956 31.347 178.853 023 Da Costastraat 40 31.841 23.713 17.481 19.932 30.594 158.145 49.628 25.499 16.697 40.833 26.621 157.519 121.780 22.808 129.574 024 Daltonplantsoen 6 151.874 16.390 14.336 99.426 17.327 23.466 106.349 30.827 14.757 223.459 31.239 87.230 187.763 21.405 16.707 8.629 73.634 9.084 9.157 23.747 9.527 10.078 82.923 59.729 10.312 11.381 10.728 10.943 93.385 11.521 027 De Reaumurstraat 43 18.082 77.031 14.293 24.784 108.176 92.789 25.542 18.915 35.568 63.353 91.778 161.130 143.242 33.777 65.257 028 Den Helderstraat 248 54.253 9.914 17.805 18.306 35.682 32.204 128.694 11.164 20.264 12.236 18.516 52.272 35.951 24.618 24.992 029 Doorniksestraat 28 19.251 59.342 10.805 20.401 38.630 138.791 20.131 13.380 13.466 102.838 25.821 268.878 35.583 16.500 101.611 032 Eendenplein 1 24.082 30.538 106.631 37.616 73.572 55.839 89.667 21.916 59.346 31.849 35.076 41.144 43.641 121.958 135.968 034 Eendenplein 19.264 15.570 129.727 200.654 49.381 24.201 14.105 13.605 82.107 12.971 26.840 12.210 68.720 14.886 163.450 036 Eksterhof 2 026 De La Reyw eg 210-212 171.604 25.058 131.452 24.210 36.854 47.684 90.882 41.505 128.141 32.258 36.240 126.739 209.498 32.703 197.550 037 Elboogstraat 68 94.313 34.145 108.629 17.880 18.845 64.627 26.864 18.706 122.022 20.526 53.385 171.994 275.185 22.397 138.023 038 Escamplaan 63 14.256 24.383 15.114 43.403 15.921 14.236 28.714 26.581 15.107 113.969 19.685 27.466 241.807 19.027 18.913 042 Galvanistraat 43 25.637 44.312 58.448 22.327 89.847 179.617 25.904 174.519 54.254 35.218 159.626 248.805 25.658 79.993 043 Heliotrooplaan 35 93.812 16.904 119.315 26.856 40.063 4915.198 104.669 115.498 33.171 78.290 187.271 24.335 124.769 144.434 81.795 166.903 044 Hendrick Goltziusstraat 5 44.604 167.071 20.494 385.300 65.332 52.621 89.336 86.048 20.188 83.592 28.976 131.900 157.591 84.355 38.445 046 Hyacinthw eg 3-5 31.847 57.116 107.784 161.887 80.873 43.357 32.615 30.692 19.924 212.462 102.019 164.390 113.430 68.679 21.903 047 Jacob de Graefflaan 10 37.166 82.685 37.265 36.099 53.914 94.946 24.133 14.648 124.381 29.943 15.434 195.501 162.309 28.807 47.701 048 Jacob de Graefflaan 14 7.512 70.802 8.182 18.094 56.399 51.864 23.966 10.353 20.294 13.873 11.165 100.026 87.533 23.891 10.808 Meerjarenonderhoudsplanning 2015-2029 042 Galvanistraat 43 25.637 44.312 58.448 22.327 89.847 179.617 104.669 25.904 174.519 54.254 35.218 159.626 248.805 25.658 79.993 043 Heliotrooplaan 35 93.812 16.904 119.315 26.856 40.063 15.198 115.498 33.171 78.290 187.271 24.335 124.769 144.434 81.795 166.903 044 Hendrick Goltziusstraat 5 44.604 167.071 20.494 385.300 65.332 52.621 89.336 86.048 20.188 83.592 28.976 131.900 157.591 84.355 38.445 046 Hyacinthw eg 3-5 31.847 57.116 107.784 161.887 80.873 43.357 32.615 30.692 19.924 212.462 102.019 164.390 113.430 68.679 21.903 047 Jacob de Graef flaan 10 37.166 82.685 37.265 36.099 53.914 94.946 24.133 14.648 124.381 29.943 15.434 195.501 162.309 28.807 47.701 048 Jacob de Graef flaan 14 7.512 70.802 8.182 18.094 56.399 51.864 23.966 10.353 20.294 13.873 11.165 100.026 87.533 23.891 10.808 049 Ketelstraat 101 104.039 25.145 9.227 24.737 53.428 35.188 55.192 14.196 9.505 95.938 25.583 9.416 91.634 15.613 23.501 050 Kikkerbeetlaan 27 210.703 142.994 27.819 59.055 87.170 34.387 43.918 89.544 34.711 240.485 48.857 187.960 286.091 89.987 60.963 051 Laagveen 22 139.009 17.678 16.786 101.088 163.870 21.246 205.946 21.788 28.484 356.386 26.191 21.467 289.713 33.557 19.824 052 Laakw eg 199 17.428 10.028 110.827 9.429 40.222 18.904 23.033 14.263 182.217 17.578 23.172 10.005 128.339 13.540 192.584 054 Loosduinse Uitleg 10-10a 11.268 35.045 21.254 12.599 27.085 61.536 24.299 62.244 22.936 17.233 18.732 46.732 156.097 33.324 27.625 055 Mari Andriessenstraat 40-42 20.107 17.497 20.923 63.199 132.531 25.771 23.782 21.539 17.643 78.645 64.418 26.239 145.266 22.911 104.064 177.527 59.528 26.279 62.172 43.083 32.058 76.524 30.253 28.843 58.383 34.064 28.580 62.129 34.947 74.072 96.795 60.650 18.957 47.792 143.081 72.866 71.227 45.852 32.966 37.156 95.102 87.987 83.920 35.397 20.465 8.161 5.681 5.145 21.772 14.883 46.471 20.565 6.815 16.115 30.719 7.504 79.558 57.880 19.305 6.589 062 Nijkerklaan 9-11 69.625 86.658 19.600 18.759 21.769 134.367 13.425 40.535 12.213 24.381 45.053 298.049 118.319 33.438 16.877 065 Oosterhesselenstraat 586-588 19.399 52.003 18.176 114.439 22.309 18.900 66.998 36.387 23.900 194.905 21.488 33.621 283.648 23.029 22.669 066 Paddepad 6 24.365 32.413 14.356 30.348 36.772 21.857 29.513 22.066 15.264 30.310 46.704 13.331 60.104 19.442 38.223 067 Paddepad 8 23.072 30.883 17.619 56.377 25.607 24.017 64.938 19.671 15.603 45.796 54.819 15.764 109.014 47.299 33.873 140.633 16.921 85.122 56.190 45.153 29.257 23.453 45.200 72.086 184.318 34.722 82.445 103.097 45.862 83.496 1.753 8.130 3.518 1.922 17.245 1.633 3.016 22.700 2.913 12.916 24.565 14.436 8.407 10.412 19.884 070 Rederijkerstraat 120 68.150 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 071 Rijslag 17-19-21 34.661 71.211 25.011 72.937 64.715 50.740 45.210 29.245 26.203 40.600 45.282 26.643 64.575 33.960 32.279 073 Ruijsdaelstraat 11 37.853 133.649 73.776 35.830 242.357 45.149 32.634 119.179 216.316 112.775 45.819 26.773 179.671 114.726 197.760 075 Slachthuisplein 15 59.632 36.485 48.964 11.622 99.582 21.925 40.386 14.937 45.210 12.329 15.321 27.625 146.726 15.351 58.649 076 Slicherstraat 5-9 18.635 24.019 20.238 161.991 59.846 34.498 26.464 23.784 21.990 249.507 26.370 93.576 319.829 26.370 37.321 079 Suze Robertsonstraat 103 48.286 43.920 85.784 31.618 236.832 145.324 44.120 78.440 194.988 84.245 53.768 188.705 279.693 50.954 87.375 1.602 2.251 10.404 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 081 Terw estenstraat 105 15.459 25.186 17.910 23.484 43.190 53.920 100.095 33.045 17.202 66.373 38.038 174.002 306.822 22.418 21.712 082 Tesselsestraat 75a 24.900 15.269 5.115 16.766 17.955 4.504 41.552 7.357 5.038 49.111 8.088 16.356 98.158 7.883 26.513 083 Tw ickelstraat 5 70.487 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 085 Van Damstraat 7 20.486 30.561 23.670 42.042 40.356 113.742 29.584 36.219 24.572 42.639 28.736 220.764 322.896 54.665 41.611 086 Van Hoornbeekstraat 5 14.044 40.767 78.350 36.381 20.626 14.849 28.352 95.766 83.456 135.392 21.467 28.006 242.213 21.741 95.653 087 Van Ostadestraat 245 26.824 63.261 133.224 50.925 34.552 117.448 24.056 22.013 13.569 172.731 32.805 74.907 136.457 22.449 19.144 088 Van Ruysbroekstraat 1-3 70.965 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.276 3.959 3.516 3.477 4.201 3.617 3.806 4.458 3.839 4.566 4.857 4.074 5.630 5.021 4.459 057 Melis Stokelaan 1185 059 Nachtegaalplein 19a 060 Narcislaan 4 068 Pretoriusstraat 123-125 069 Pretoriusstraat 156 080 Televisiestraat 246 090 Voorthuizenstraat 245 091 Vrederustlaan 176s 4.982 7.717 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 092 Walenburg 25 93.273 126.379 73.794 12.937 234.502 64.999 34.986 146.943 117.045 26.391 196.902 84.055 98.886 158.976 15.286 094 Wolmaransstraat 100 21.950 16.845 15.059 51.662 30.269 146.140 136.001 22.893 15.121 147.101 29.884 71.634 129.552 20.033 16.805 095 Zuidw al (p/a Lepelstraat 6, 2512 CW)47 18.426 30.035 25.891 20.366 96.906 158.774 34.678 45.291 26.095 21.800 88.810 62.961 190.607 27.581 32.517 097 Zevenw oudenlaan 197 25.748 35.699 30.606 99.805 28.195 77.217 143.377 34.978 84.661 176.226 37.895 120.324 341.056 36.181 38.624 6.056 6.177 6.301 6.427 6.555 6.686 6.820 6.956 7.096 7.238 7.382 7.530 7.681 7.834 7.991 0 0 19.913 20.311 20.718 21.132 21.555 21.986 22.425 22.874 23.331 23.798 24.274 24.759 25.255 4.068.751 3.158.417 2.944.379 3.514.094 4.427.443 3.801.836 4.162.904 2.569.177 3.479.389 5.360.480 2.761.413 5.452.785 9.701.881 2.806.893 4.004.979 17FN- 141 Max Havelaarstraat 75 (gym) 20JF-000 Hoogeveenlaan 20 (NIEUWBOUW) 50 Deze MOP is opgesteld voor een periode van 15 jaar en is incl. het buitenonderhoud (circa € 0,5 mln. per jaar) en een inflatie van 2% per jaar. Samenvattend zijn de uitkomsten van de MOP als volgt: Gemiddeld kosten planmatig onderhoud per jaar Waarvan planmatig kein onderhoud 4.270.000 750.000 Planmatig groot onderhoud taakstelling groot onderhoud Opgenomen in MJB 3.520.000 -270.000 3.250.000 De bedragen voor klein planmatig onderhoud (€ 750.000) en taakstelling groot planmatig onderhoud (€ 3.250.000) zijn opgenomen bij en onderdeel van de post onderhoud in de staat van baten en lasten. 51
© Copyright 2024 ExpyDoc