Heer U kent mij als geen ander

Heer U kent mij als geen ander
Marcel Zimmer
C
  G    
    
 
q = 154
4

1.Heer U kent mij als geen an - der.
2.Ook al zou ik naar het wes - ten
   
8

sta.
gaan,
G
G
      
G

C
G

van.
haar.


G
D
kan.
baar.

 
Want U
al - tijd om mij
laat mij nooit al -
heen.
U
leen.
bent
   

   

Em

    

al - tijd om
mij
heen.
slot 3x

  Em
  
mij

en
D/F#
tijd
G
han -
den
C/G
al -




G
C/G
legt uw
 D
 
dat ik niet be - grij - pen
het is mij te won - der
Em

    
al -
Want U bent

 
31
    
D
   

C
 
daar snap ik dus echt niks
tel - de ook nog al mijn
Em
     
C/G
C
C
     
't_Is een won - der bo - ven wo - nder
Nee, dit kan ik ook niet vat - ten,
   D
    
   
28



D
C
 D

        
24
voor - dat ik iets zeg - gen
U zult al - tijd naast mij
        
G
   
20
D
Dat U mij zo heel goed kent, Heer,
En U maak - te heel mijn li - chaam,
   
16
     
C
En U kent ook mijn ge - dach - ten,
o - ver - al zult U mij lei - den,
ga.
staan.

U weet of ik zit of
of het ver - re oos - ten
       
G
   
12
      
D
U
legt
C
G
bij
mij
D/F#
op
D/F#
mij
en
en
tijd
bij
mij

C/G

G
uw
han


laat
mij
Copyright © Kinderkoor St. Jan de Doper
D

nooit
-

en
 

D/F#

den

op
G

al - leen.