VERSLAG KLANKBORDGROEPVERGADERING 1 oktober 2013 Op dinsdag 1 oktober heeft een vergadering van de Klankbordgroep Waterfront plaatsgevonden met twee hoofdthema’s: bespreken beleidsnotitie historische schepen en Waterfront als instrument in citymarketing. Op verzoek van de heer P.K.D. de Vries is ‘parkeren tijdens de transformatie van het Boulevardgebied’ toegevoegd aan de agenda. De bijeenkomst vond plaats in het stadhuis van Harderwijk. 1. Opening voorzitter Fons Asselbergs a. Welkom Voorzitter van de Klankbordgroep Waterfront, de heer Prof. Drs. A.L.L.M. Asselbergs, opent de avond om 19.30 uur en heet de aanwezigen welkom. Mededelingen: Afmeldingen ontvangen van: Mevrouw van M.C.F. van Balen-Uijlen, vertegenwoordiger Uwoon De heer A.H. Foppen, vertegenwoordiger Bedrijvenkring Harderwijk wordt vervangen door de heer M. Foppen. De heer P. Loeff, vertegenwoordiger ondernemers binnenstad verlaat de vergadering eerder (ca. 20.30 uur) De voorzitter geeft aan dat op verzoek van de heer de Vries het onderwerp ‘parkeren tijdens de transformatie van het Boulevardgebied’ als punt 2 op de agenda is toegevoegd. De heer de Vries zal toelichten toe wat de overwegingen zijn om dit onderwerp opnieuw te agenderen, wat de nieuwe vraagstelling richting de Waterfront-organisatie is en hoe deze vraagstelling zich verhoudt tot hetgeen in de Klankbordgroep Parkeren Binnenstad aan de orde is geweest. b. Agenda De voorzitter meldt dat de agenda voor de vergadering uit verder uit drie onderdelen bestaat: het bespreken van de beleidsnotitie historische schepen , bespreken hoe we Waterfront kunnen inzetten als instrument in citymarketing en een korte update van de stand van zaken in het Waterfront. 2. Parkeren tijdens de transformatie van het Boulevardgebied door de heer De Vries De heer de Vries dankt de voorzitter dat het onderwerp op de agenda is toegevoegd. Tijdens de klankbordgroepvergadering van 19 maart jl. is een doorkijk gegeven wat betreft de (tijdelijke) parkeersituaties tijdens de uitvoering van de werkzaamheden in het Waterfrontgebied. In de Klankbordgroep Parkeren Binnenstad is dit onderwerp in relatie tot het parkeren in de Binnenstad verder besproken. De heer de Vries geeft aan dat tijdens deze vergadering de gemeente een ander beeld schetst dan eerder in de ‘oude’ Klankbordgroep Parkeren is afgesproken. De parkeergelegenheid op de Boulevard dreigt nu tijdens de aanleg van de haven tijdelijk te verdwijnen. Eerder is met de ‘oude’ klankbordgroep Parkeren afgesproken dat de werkzaamheden dusdanig gefaseerd zouden worden dat de bestaande parkeergelegenheid voor bezoekers en bewoners in stand worden gehouden tot de parkeergarage is aangelegd. Binnen de Klankbordgroep Parkeren Binnenstad wordt wat betreft de fasering verwezen naar de planning van het Waterfront, en daarmee naar de Klankbordgroep Waterfront. De heer de Vries vraagt de voorzitter en Frank Brouwer waarom deze fasering is gewijzigd en waarom er geen overleg is geweest met bewoners en ondernemers, dan wel de Klankbordgroep Waterfront. Voor bewoners betekent het onacceptabele loopafstanden en voor ondernemers een verlies aan omzet omdat klanten niet (kort) kunnen parkeren of aan de andere kant van de stad. Tevens zorgen de alternatieven, die in de Klankbordgroep Parkeren Binnenstad besproken zijn, voor een grote druk op bestaande Pagina 1 van 8 parkeerplaatsen elders in de stad. Ondernemers en bewoners vinden de voorgestelde oplossingen niet acceptabel en verzoeken aan de originele plannen vast te houden zoals besproken. De voorzitter vraagt Frank Brouwer kort toe te lichten op welke wijze het onderwerp parkeren in de vorige klankbordgroep is besproken. De voorzitter benadrukt dat hij niet de hele vergadering wil overdoen, maar vooral wil kijken naar de rol van de klankbordgroep Waterfront in relatie tot de klankbordgroep Parkeren Binnenstad. Met als doel het proces scherp te krijgen en te voorkomen dat twee klankbordgroepen elkaar voor het blok zetten. - De heer de Vries geeft aan dat de Klankbordgroep Parkeren Binnenstad is opgericht naar aanleiding van een parkeerdiscussie in de gemeenteraad. De heer Loeff voegt hieraan toe dat binnen deze klankbordgroep naar het totale parkeerbeleid in de binnenstad wordt gekeken en gaat dus verder dan alleen het parkeren in het Waterfront. Hij maakt zich wel zorgen over de afstemming. Frank Brouwer geeft aan dat in de vorige vergadering is besproken op welke wijze het tijdelijk parkeren kan worden georganiseerd tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Daarbij is inzichtelijk gemaakt dat in termen van capaciteit de parkeerbehoefte tijdens de werkzaamheden binnen het Waterfrontgebied kan worden opgelost. Vervolgens is de vraag gesteld of het tijdelijk parkeren efficiënter of beter kan worden ingericht, wanneer naar de totale parkeersituatie van de binnenstad wordt gekeken. Dat maakt het tot onderwerp voor de Klankbordgroep Parkeren Binnenstad (in termen van meedenken). Daarbij licht Frank Brouwer toe dat nadere afspraken gemaakt moesten worden met het Consortium . In dat verband is – in 2009 – de planningsvolgorde gewijzigd. Ten aanzien van de planning zelf is met het Hoofdlijnenakkoord – in 2011 – meer duidelijkheid ontstaan. Dat vormt de basis voor de voorbereiding van de uitvoering van fase 2 Waterfront i.c. het Consortiumgebied. - - - - - - De heer Doornhof vraagt zich af waarom dit veranderd is. Frank Brouwer geeft aan dat de fasering in het afgelopen jaar meerdere malen is veranderd als gevolg van de economische crisis om de haalbaarheid van het Waterfront in stand te houden. Om risico’s uit te sluiten en de verder ontwikkeling van het project te waarborgen, zijn onderdelen die geld opleveren (zoals woningbouw) naar voren gehaald. De heer Doornhof geeft aan dat de ondernemers hiervan de dupe worden. Zij hebben momenteel ook een zware periode en 2 jaar slechte parkeervoorzieningen zal voor een aantal de druppel zijn. Frank Brouwer geeft aan dat hij daar met de ondernemers op wil focussen. Hoe kan daar op een andere manier een passende oplossing voor worden gevonden? De heer Meeuwisse maakt zijn zorg kenbaar dat het tijdelijk parkeren niet moet leiden tot parkeeroverlast in de Zeebuurt. Frank Brouwer geeft aan dat uitgangspunt is dat het tijdelijk parkeren aan de voorkant goed geregeld moet zijn, zodat het geen overlast geeft in aanliggende buurten. De heer de Vries vraagt waarom het parkeren op de Boulevard dan niet langer beschikbaar blijft. Frank Brouwer geeft aan dat grond uit het gebied nodig is voor het dempen van de huidige Haven van Harderwijk. De wijze waarop dit gebeurt is nog niet helder. Of eerst het westelijke deel van de Boulevard wordt opgegraven of het oostelijke deel. Buiten kijf staat dat Boskalis zoveel mogelijk parkeerplekken zolang mogelijk behoud voor het publiek, mits de veiligheid kan worden gegarandeerd en de bereikbaarheid van het Dolfinarium en de bedrijven langs de Stadsmuur in het Boulevardgebied gewaarborgd blijft. De heer Posthumus geeft aan dat men ook nadenkt over een wijziging van de eindsituatie. Hij verwijst dan naar het wel/ niet parkeren op de Boulevard. Frank Brouwer geeft aan de verkeersluwe inrichting van de Boulevard tijdens het toeristenseizoen niet ter discussie staat. Duidelijkheid moet nog ontstaan over de 50 parkeerplaatsen in het gebied buiten het toeristenseizoen. Zodra dat als dat aan de orde is, vindt het gesprek plaats in deze klankbordgroep. De heer Loeff begrijpt dat planningen soms moeten worden bijgesteld, maar vraagt zich af in hoeverre er naar de kansen en risico’s voor de parkeercapaciteit wordt gekeken. Daarbij vraagt hij zich ook af in hoeverre het Consortium de ruimte krijgt om hierin afwegingen te maken. Pagina 2 van 8 - Zij hebben andere belangen dan de bewoners en ondernemers. Frank Brouwer geeft aan dat in het hoofdlijnenakkoord duidelijke afspraken zijn gemaakt over parkeercapaciteit. Daarbij is wel afgesproken dat de gemeente zich ontfermt over de parkeergarages, waarvan de bouw in 2015/2016 en 2017/2018 gepland staat. Machiel Scheenhart geeft aan dat het een lastige tijd voor de ontwikkelaar is. Er zijn enorme voorinvesteringen gedaan om het plan van de grond te krijgen, voordat er überhaupt woningen zijn gebouwd. Hij benadrukt dat de verkoop van de woningen een belangrijke voorwaarde is om verder te kunnen. De voorzitter sluit dit onderwerp af door de klankbordgroepleden te danken voor dit signaal. De voorzitter koppelt het afgegeven signaal terug aan het Bestuurlijk Beraad. Daarbij geeft hij aan dat hij het onderwerp op een ander moment opnieuw wil agenderen op de agenda van de klankbordgroep, mits de vraagstelling van te voren duidelijk wordt gedefinieerd. Ook moet de rollen van beide klankbordgroepen daarbij scherp zijn geformuleerd. De heer Loeff doet de suggestie om samen met een aantal leden, die in beide klankbordgroepen zitten, met Frank Brouwer aan tafel te gaan zitten om dit voor te bereiden. Met als doel dat de klankbordgroep Waterfront een voorstel doet aan de Klankbordgroep Parkeren over alternatieve oplossingen voor het tijdelijk parkeren. Afgesproken wordt dat Frank Brouwer het initiatief neemt om het desbetreffende gesprek te organiseren. 3. Beleidsnotitie historische schepen De gemeente heeft een beleidsnotitie ‘historische schepen’ laten opstellen als leidraad voor de toewijzing van ligplaatsen voor historische schepen in het Waterfrontgebied. Locaties zijn gekoppeld aan specifieke scheepscategorieën. Daarnaast zijn voorwaarden geformuleerd, waaraan schepen moeten voldoen. Tenslotte zijn procedures opgesteld om de toewijzing van ligplaatsen goed gereguleerd te laten plaatsvinden. Frank Brouwer heeft voorafgaand aan de vergadering Klankbordgroepenleden gevraagd na te denken of: a. De locaties en scheepscategorieën op een goede manier aan elkaar zijn gekoppeld, zodat de bijdrage aan het verblijfsklimaat van het Waterfront optimaal is? b. De geformuleerde voorwaarden voor het innemen van een ligplaats in het Waterfront afdoende zijn om te voorkomen dat ongewenste situaties ontstaan in het dagelijks beheer? Frank Brouwer licht toe dat de achterliggende gedachte is dat historische schepen een bijdrage kunnen leveren aan het verlevendigen van het openbaar gebied. Daarnaast hebben de eigenaren van de schepen in de Lelyhaven gevraagd of zij kunnen terugkeren in het gebied. In samenwerking met de Landelijke Vereniging van Behoud van Historische Bedrijfsvaartuigen is gekeken welke schepen een verrijking voor het Waterfront kunnen zijn. Daarbij is nagedacht over criteria voor het toelatingsbeleid en afspraken omtrent beheer. In de beleidsnotitie worden 7 locaties onderscheiden. - De heer M. Foppen vraagt of het beleid gaat over vaste of tijdelijke ligplaatsen. Frank Brouwer legt uit dat het in principe om een aantal vaste ligplaatsen, maar dat het beleid tijdelijke ligplaatsen niet uitsluit. De heer M. Foppen vraagt zich wel af wat dan het verschil is met passantenbeleid. Frank Brouwer geeft aan passenten relatief kort verblijven in Harderwijk en gebruik kunnen maken voor de daarvoor bestemde havens. Een tijdelijke ligplaats zoals bedoelt in deze notitie gaat over een langere periode, denk aan seizoen plaats. Daarbij volgt de gemeente de landelijke richtlijnen volgt als het gaat om de definitie ‘historische schepen’. Naar aanleiding van de vraag van de heer M. Foppen geeft Frank Brouwer aan dat er 7 locaties zijn om een boot aan te meren: 1. Kom van het Strandeiland 2. Passantenhaven (Boulevard West) 3. Binnenhaven (Boulevard Oost) 4. Vissershaven 5. Lelyhaven Pagina 3 van 8 6. Lorentzhaven (Lorentzhaven – industriële gedeelte) 7. Pasteurhaven (Lorentzhaven – watersportgedeelte) Deze locaties hebben ieder een eigen karakter, afhankelijk van hun functie, de ligging ten opzichte van open water, de bestaande bebouwing en de nieuw te bouwen woningen. Voor alle havens geldt dat een hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit passend bij de directe (woon-) omgeving voorop staat. Op basis daarvan zijn de verschillende categorieën toegekend. - De heer M. Foppen vraagt of het ook mogelijk is om schepen per seizoen een plaats toe te kennen. Hij haalt Enkhuizen aan als voorbeeld, waarbij bepaalde schepen in de winterperiode schepen naar de binnenhaven verhuizen om de haven ‘aan te kleden’. Jan Karssen, hoofd van de afdeling beheer openbare ruimte (BOR) sluit deze mogelijkheid niet uit. Wel moet rekening worden gehouden met de toegankelijkheid van locaties en aanwezige voorzieningen. Jan Karssen legt vervolgens het uit hoe de categorieën zijn opgebouwd en op welke manier de toetsingscommissie werkt. - - - - - - De voorzitter vraagt of alle schepen die op dit moment in de Lelyhaven liggen ook een plaats krijgen in het Waterfront. Jan Karssen antwoordt dat deze schepen nog getoetst moeten worden aan de criteria die in de notitie zijn opgenomen. De schepen krijgen in ieder geval een tijdelijk onderkomen in de Lorentzhaven. De heer Kooijman vraagt zich af in hoeverre dit soort schepen iets toevoegen aan het Waterfront en wil weten of er onderhoud onder handhaving valt. Wat wordt gedaan aan schepen, die niet goed worden onderhouden en niet bijdragen aan kwaliteit die we nastreven. Jan Karssen antwoordt dat dit punten van aandacht zijn. De heer M. Foppen vraagt zich af of het de bedoeling om alle ligplaatsen meteen te vergeven of dat dit enigszins gefaseerd kan worden gedaan, waardoor ruimte wordt gecreëerd om selectiever te zijn bij toewijzing. Jan Karssen geeft aan indien een schip door de toetsingscommissie komt, de eigenaar aanspraak kan maken op een ligplaats. De heer Kooijman maakt de opmerkingen dat de aanwezigheid van faciliteiten ook bepalend zijn of men ergens voor langere tijd wil liggen. Frank Brouwer geeft aan dat dit op de verschillende locaties, onder andere op basis van de notitie, nog moet worden uitgewerkt. De heer M. Foppen verwacht dat eigenaren van historische schepen in voorkomend geval aan boord zullen willen wonen. Is daarin voorzien. Jan Karssen geeft aan dat daarover nog een besluit moet worden genomen. De heer de Vries geeft aan dat de gemeente duidelijke regels moet hanteren en strak moet handhaven, zodat de kwaliteit gewaarborgd blijft. Hij refereert aan Amsterdam waar mooie schepen langs de waterkant liggen, maar ook verpauperde schepen. De heer Kooijman is het daarmee eens. Hij vindt dat het toezicht goed geregeld moet zijn. Hij vraagt zich af of dit niet voor alle schepen geldt. De gemeente wil de havens toch het liefst stofferen met mooie schepen. Frank Brouwer reageert dat het begrip ‘mooi’ rekbaar is. De notitie geeft de criteria weer voor de toetsing van historische schepen, die langer in de havens willen verblijven. De gemeente dient hier consequent mee om te gaan. Het mag niet tot willekeur leiden. De heer Motshagen reageert hierop. Hij vindt dat de beleidsnota op dat gebied dan ook te smal, omdat het zich alleen richt op historische schepen. Hij zou het beleid liever breder trekken, zodat andere schepen hier ook onder vallen. Denk bijvoorbeeld aan boten van bewoners van de wooneilanden. Op welke wijze wordt de kwaliteit van deze boten geborgd? Frank Brouwer verwijst hiervoor naar de havengebruikskaart. Deze notitie is daar een toevoeging op. Frank Brouwer geeft wel aan dat het bewaken van de beeldkwaliteit een centraal thema is in het Waterfront. De heer Motshagen vindt het belangrijk dat dit gebeurt. Er kunnen ook moderne schepen op de verschillende locaties komen te liggen, maar daar moeten ook duidelijk kwaliteitsregels voor worden opgesteld. Pagina 4 van 8 - De heer Kooijman vraagt zich af, gezien de laatste ontwikkelingen wat betreft de visafslag, het Strandeiland zich niet meer leent voor een trendy invulling. Denk hierbij aan sloepen van passanten. Jan Karssen antwoordt dat alle ideeën en suggesties welkom zijn. Fons Asselbergs dankt de aanwezigen voor hun inbreng. Hij sluit dit agendapunt af met de constatering dat de gemeente op basis van hetgeen is opgemerkt de beleidsnotitie verder zal aanscherpen: de typologie van schepen bij het Strandeiland en de afweging omtrent wonen aan boord. 4. Waterfront inzetten als instrument in citymarketing Tot op heden is over het Waterfront gecommuniceerd op een redelijk hoog abstractieniveau. Centraal daarin staat de betekenis van het Waterfront voor de stad in termen van aantrekkelijk nieuw woonklimaat, kansen voor bedrijven, bereikbaarheid en leefbaarheid. Inmiddels is het Waterfront op het punt gekomen dat er concrete ingrepen zichtbaar worden. De uitbreiding Lorentzhaven en het Strandeiland zijn daar de eerste voorbeelden van. Binnenkort volgen de aanleg van Zuidereiland, de aanleg van nieuwe jachthaven de Knar en de sloop/bodemsanering. Naarmate het Waterfront steeds meer een gezicht krijgt, verandert het karakter van de communicatie. Het Waterfront maakt steeds meer onderdeel uit van citymarketing. Frank Brouwer heeft voor aanvang van de vergadering de leden gevraagd om na te denken welke kenmerken van (onderdelen van) het Waterfront in de communicatie een prominente(re) plaats zouden moeten innemen. - - - De voorzitter geeft aan dat het Waterfront een belangrijk visitekaartje is voor Harderwijk. Alleen moet goed nagedacht worden over welke elementen de beeldvorming van de stad kunnen verrijken. De heer M. Foppen geeft aan dat Harderwijk het thema water wel eens beter in de schijnwerpers mag zetten. Mevrouw Morren is het daarmee eens. Er is wel eens gesproken over 3 kleuren voor citymarketing. Harderwijk is een historische stad met een prachtige ligging aan het water én de Veluwe. Nu ligt vaak de nadruk op de historische binnenstad en de Veluwe. De heer Kooijman vindt het Dolfinarium op dit moment het beeldmerk van de stad is, maar is er van overtuigd dat het Waterfront die kracht ook bezit. De heer Meeuwisse geeft aan dat Harderwijk vaak als Hanzestad wordt neergezet. Vaak wordt dit geassocieerd met terugkijken naar het verleden. Met het Waterfront kan onder deze noemer veel meer naar de toekomst worden gekeken. De heer de Jong is blij dat binnen het Waterfront een relatie wordt gelegd met de historische binnenstad. Het geeft de mogelijkheid om het verleden met het heden te koppelen. Dit kun je op de verschillende thema’s doen. De heer de Vries geeft aan dat citymarketing eigenlijk niets anders is dan etaleren van onderdelen die de stad verrijken. Hij verwijst daarmee naar het Strandeiland als zichtbaar onderdeel van het Waterfront. Belangrijk is op dit wel op een natuurlijke manier te doen. Het beeld spreekt voor zich. De heer Posthumus is het hiermee eens. Hij is van mening dat Harderwijk zichzelf goed kan verkopen door de unieke onderdelen, zoals Strandeiland, Boulevard en unieke woongebieden, in de etalage te zetten. De heer Kouer is van mening dat de communicatie in het algemeen helder en simpel moet zijn en vervolgens op doelgroep verder worden uitgewerkt. Daarbij bekruipt hem wel het gevoel dat bewoners, ondernemers en gemeente niet altijd op één lijn zitten. Daar mag van hem wel meer aandacht aan worden besteed. Samen bepaal je het beeld van de stad. Machiel Scheenhart vindt dat Harderwijkers in het algemeen heel trots zijn op hun stad. Hij verwijst daarmee naar het Strandeiland. Dit is omarmd en mensen in de stad zijn echt ambassadeurs van het Strandeiland geworden. Dit kan ook met de andere onderdelen. Frank Brouwer reageert op deze opmerkingen en haalt hieruit naar voren dat successen ‘gevierd’ moeten worden. Het Strandeiland is daar inderdaad een mooi voorbeeld van. Dat Pagina 5 van 8 creëert het draagvlak en geeft een beeld van de veranderingen die er op kort termijn aankomen. 5. Korte update stand van zaken en ontwikkelingen in het Waterfront door Frank Brouwer a. Waterfront – fase 1 Uitbereiding Lorentzhaven Frank Brouwer licht kort toe dat de jachtwerf Roelofsen, Bonestroo buitenboordmotoren en hengelsportvereniging de Snoek intrek hebben genomen in hun nieuwe onderkomen op Lorentzhaven. Andere bedrijven zijn volop bezig om hun nieuwe behuizing te bouwen. Voor de zomervakantie is met de directie van palingrokerij & vishandel Dries van den Berg B.V. overeenstemming bereikt over de aankoop van de grond en opstallen aan de Burgemeester de Meesterstraat. Daarmee zijn alle benodigde gronden op het oude industrieterrein Haven minnelijk verworven. De komende maanden worden alle opstallen ontmanteld en gesloopt met uitzondering van de panden van metaalbewerkingsbedrijf Den Ouden en palingrokerij & vishandel Dries van den Berg. Deze twee bedrijfspanden worden in verband met tijdelijk voortzetting van bedrijfsactiviteiten op een later moment gesloopt. In februari 2014 moet de sloop zijn afgerond om de bodemsanering te kunnen aanvangen. Overloopterrein Zoals eerder aangegeven is op de (technische) uitwerking van het overloopparkeerterrein nog geen actie verdere ondernomen. Vogelrustgebieden Met de provincie Flevoland is nader overlegd om de afspraken omtrent de handhaving en beheer op kort termijn te formaliseren. Met het ministerie van EL&I is vervolg gegeven aan de procedure ex artikel 20 Natuurbeschermingswet om de rustgebieden een optimale juridische grondslag te geven. Naar verwachting wordt op kort termijn een ontwerpbeschikking van het ministerie gepubliceerd. Daarnaast is het overleg met de gemeente Dronten hervat met betrekking tot de verankering van rustgebied Noord hervat, omdat niet vaststaat dat de procedure van de Natuurbeschermingswet tijdig tot de benodigde duidelijkheid leidt. Ondertussen wordt ook het bestek voor de realisatie van de vogelrustgebieden uitgewerkt en worden de benodigde vergunningaanvragen voorbereid. Met als doel de vogelrustgebieden medio 2014 daadwerkelijk aan te leggen, ruim voor de oplevering van de eerste woningen met ligplaats. Natuurontwikkeling de Mheenlanden Het overleg met de Vereniging Natuurmonumenten (VNM) over een nieuw convenant met betrekking tot de natuurontwikkeling in het gebied Mheenlanden heeft in het eerste half jaar van 2013 geen vervolg gekregen. Met het college van B&W is afgesproken dat voor het eind van 2013 een nieuw convenant gereed is. Voorbereidingen daartoe worden inmiddels getroffen. b. Waterfront – fase 2/3 Activiteiten Strandeiland In april is het Strandeiland formeel opgesteld voor het publiek. Vanaf het begin van de openstelling geven de vier ondernemers stapsgewijs inhoud aan de ontwikkelfilosofie van ‘Vijf jaar Tijdelijkheid’. Daarbij is veel ruimte voor allerlei initiatieven, die bijdragen aan de levendigheid van het Strandeiland. De vele positieve reacties van bezoekers, bewoners en bedrijven bevestigen het succes van de gekozen aanpak. Wel kwam een aantal kinderziektes aan het licht, met name op het gebied van beheer en handhaving van de openbare orde. Het beheer, inmiddels overgedragen aan de afdeling Beheer Openbare Ruimte, is inmiddels onder controle. Voor de openbare orde is een integraal veiligheidsplan in voorbereiding. Dat moet als basis dienen voor een aantal maatregelen om ongewenst gebruik van het Strandeiland (o.a. vandalisme) tegen te gaan. De maatregelen moeten wel goed aansluiten bij de manier waarop het Strandeiland wordt geëxploiteerd. Dat zelfde is inmiddels Pagina 6 van 8 gebeurd met de verlening van de benodigde vergunningen. Door maatwerk te leveren, reguleren de vergunningen het gebruik in voldoende mate, zonder dat daarmee een al te knellend keurslijf ontstaat. Hiervoor zijn ook werkafspraken gemaakt over de toepassing van het gemeentelijk evenementenbeleid, waardoor voldoende flexibiliteit voor de activiteiten op het Strandeiland wordt geboden. Werkzaamheden Dolfinariumeiland Op de punt van het Dolfinariumterrein verrijzen de nieuwe clubgebouwen van waterscouting Tjerk Hiddes en kanovereniging Dolfijnen. In de afgelopen weken werden de contouren van de nieuwe onderkomens steeds beter zichtbaar. Ook is gestart met de bestrating van de weg naar de locatie, waar straks ook de boothuizen aan komen te liggen. Naar verwachting nemen de verenigingen eind oktober de nieuwe onderkomens in gebruik. Verplaatsing jachthaven De Knar Na de bouwvak is begonnen aan de voorbereidende werkzaamheden voor de aanleg van de nieuwe jachthaven De Knar. Daarbij is Boskalis gestart met de inrichting van het bouwterrein en aanleg van bouwwegen. Vervolgens is een aantal boten uit de oude jachthaven verplaatst en wordt een alternatieve uitgang richting het Wolderwijd gecreëerd. Daarna start Boskalis met het verwijderen van het slib op de bodem en wordt het grondlichaam van het Zuidereiland en de nieuwe jachthaven De Knar aangelegd. Naar verwachting kan de watersportvereniging de nieuwe jachthaven De Knar in september 2014 gedeeltelijk in gebruik nemen. Woningverkoop Zuidereiland Op zaterdag 28 september is de verkoop van de eerste 46 woningen op het Zuidereiland gestart. De eerste berichten zijn veelbelovend. Volgens Brandt Makelaars is er veel belangstelling voor deze woningen. Op 21 oktober sluit het eerste inschrijvingstermijn, waarna aan de hand van de ingeleverde inschrijfformulieren en het puntensysteem van de gemeente Harderwijk de toewijzing per woning wordt bepaald. In november vinden gesprekken plaats met de potentiele kopers die zich hebben aangemeld. Theater Waterfront Wat betreft de theaterontwikkeling in het Waterfrontgebied is geconstateerd dat een zelfstandig opererend theater niet kan worden gerealiseerd binnen de gestelde financiële randvoorwaarden. Dit betekent dat combinatie met andere publiekstrekkende functies, zoals bijvoorbeeld een hotel/ congresfunctie en bioscoop, moet worden gezocht. Op basis hiervan is intensief gezocht naar partijen die bereid en in staat zijn om, samen met het Dolfinarium en de gemeente, risicodragend te participeren in een dergelijke opzet. Dat heeft als voorlopig resultaat opgeleverd dat een internationaal opererende theaterproducent de intentie heeft uitgesproken om een jaarronde, op de nationale markt gerichte programmering te verzorgen en dat een relevante marktpartij serieuze belangstelling heeft getoond om als investeerder/exploitant te participeren. De komende maanden wordt bezien of dit kan worden samengesmeed in een haalbare business case. c. Procedures Bestemmingsplannen Wat betreft de ruimtelijke procedures en vergunningen is de situatie dat voor het gehele Waterfrontgebied onherroepelijke bestemmingsplannen gelden. Mede in het licht van de uitwerkingen – vooralsnog – in het gebied van fase 2 Waterfront wordt nauwlettend oog gehouden op de eventuele noodzaak op bestemmingsplannen te actualiseren. In samenspraak met het Consortium wordt strak gestuurd op het tijdig verkrijgen van de benodigde vergunningen voor de te verrichten werkzaamheden. Verwervingen en bedrijfsverplaatsingen Alle benodigde gronden voor de herontwikkeling van het oude industrieterrein Haven zijn minnelijk verworven. Zoals eerder aangegeven, verlopen de bedrijfsverplaatsingen voorspoedig. De wervingsgesprekken met de kioskhouders op de Boulevard zijn weer opgestart. Pagina 7 van 8 Bodemsanering Begin januari 2013 is de benodigde beschikking van de provincie Gelderland onherroepelijk geworden. Op basis daarvan is de aanpak voor de integrale asbestsanering van fase 2 en 3, zoals beschreven in het saneringsplan, verder uitgewerkt. Ook is het benodigde krediet voor de daadwerkelijke uitvoering in april 2013 door de gemeenteraad beschikbaar gesteld. Daarbij is uitgegaan dat het grootste deel van de kosten gedekt wordt door de provinciale subsidie van €9,1 miljoen. Hiervoor moet de provincie nog een formele subsidiebeschikking afgeven. De formele aanvraag, die in goed overleg met de provincie is voorbereid, is september 2013 ingediend. Locatie visafslag en botterloods Naar aanleiding van alle commotie heeft de gemeente samen de Stichting Vischafslag en de Harderwijker Botterstichting alle denkbare locaties voor de visafslag en de botterloods nogmaals heel zorgvuldig met elkaar vergeleken. Daarbij zijn twaalf locaties onderzocht, waaronder alle opties die in de loop der jaren weleens zijn genoemd. Voor al die locaties is bekeken of visafslag, botterloods en botterhelling er gerealiseerd kunnen worden. Vervolgens is onderzocht welke locaties geschikt zouden kunnen zijn. De uitkomst was niet verrassend: als meest geschikte locaties kwamen de Vissershaven en het Strandeiland uit de bus. Beide stichtingsbesturen hebben, na het afwegen van voor- en nadelen, vervolgens de voorkeur uitgesproken voor de Vissershaven. Het college van burgemeester en wethouders respecteert deze keuze en heeft de raad voorgesteld hier medewerking aan te verlenen. Het college wil de noodzakelijke bestemmingsplanprocedure zo spoedig mogelijk doorlopen. Om de bouw van de visafslag financieel mogelijk te maken, diende de Stichting Vischafslag, samen met de Harderwijker Botterstichting, in 2011 een verzoek in voor provinciale subsidie. De gevraagde subsidie werd toegezegd, onder de voorwaarde dat de visafslag en de botterloods voor 31 december 2015 gerealiseerd moeten zijn. 6. Vaststelling van het verslag Het verslag van de vergadering d.d. 19 maart 2013 wordt ongewijzigd vastgesteld. 7. Voorstel nieuwe vergaderdata 2014 De volgende klankbordgroepvergadering is gepland op dinsdag 10 december 2013. De voorzitter vraagt de klankbordgroepleden om dinsdag 17 december 2013 te reserveren in de agenda voor de bijeenkomst Waterfront op IJs. De officiële uitnodiging volgt. Daarnaast stelt de voorzitter de volgende vergaderdata voor het jaar 2014: Dinsdag 18 maart 2014 om 19.30 uur Dinsdag 17 juni 2014 om 19.30 uur Dinsdag 7 oktober 2014 om 19.30 uur Dinsdag 9 december 2014 om 19.30 uur 8. Rondvraag en afsluiting Rondvraag & afsluiting Niets meer aan de orde zijnde, sluit voorzitter Asselbergs de vergadering om 22.15 uur. Pagina 8 van 8
© Copyright 2025 ExpyDoc