Verslag Klankbordgroep 01-10-2013

VERSLAG KLANKBORDGROEPVERGADERING
1 oktober 2013
Op dinsdag 1 oktober heeft een vergadering van de Klankbordgroep Waterfront plaatsgevonden met
twee hoofdthema’s: bespreken beleidsnotitie historische schepen en Waterfront als instrument in
citymarketing. Op verzoek van de heer P.K.D. de Vries is ‘parkeren tijdens de transformatie van het
Boulevardgebied’ toegevoegd aan de agenda. De bijeenkomst vond plaats in het stadhuis van
Harderwijk.
1. Opening voorzitter Fons Asselbergs
a. Welkom
Voorzitter van de Klankbordgroep Waterfront, de heer Prof. Drs. A.L.L.M. Asselbergs, opent de
avond om 19.30 uur en heet de aanwezigen welkom.
Mededelingen:
Afmeldingen ontvangen van:
Mevrouw van M.C.F. van Balen-Uijlen, vertegenwoordiger Uwoon
De heer A.H. Foppen, vertegenwoordiger Bedrijvenkring Harderwijk wordt vervangen door de
heer M. Foppen.
De heer P. Loeff, vertegenwoordiger ondernemers binnenstad verlaat de vergadering eerder
(ca. 20.30 uur)
De voorzitter geeft aan dat op verzoek van de heer de Vries het onderwerp ‘parkeren tijdens de
transformatie van het Boulevardgebied’ als punt 2 op de agenda is toegevoegd. De heer de Vries zal
toelichten toe wat de overwegingen zijn om dit onderwerp opnieuw te agenderen, wat de nieuwe
vraagstelling richting de Waterfront-organisatie is en hoe deze vraagstelling zich verhoudt tot hetgeen
in de Klankbordgroep Parkeren Binnenstad aan de orde is geweest.
b. Agenda
De voorzitter meldt dat de agenda voor de vergadering uit verder uit drie onderdelen bestaat: het
bespreken van de beleidsnotitie historische schepen , bespreken hoe we Waterfront kunnen inzetten als
instrument in citymarketing en een korte update van de stand van zaken in het Waterfront.
2. Parkeren tijdens de transformatie van het Boulevardgebied door de heer De Vries
De heer de Vries dankt de voorzitter dat het onderwerp op de agenda is toegevoegd. Tijdens de
klankbordgroepvergadering van 19 maart jl. is een doorkijk gegeven wat betreft de (tijdelijke)
parkeersituaties tijdens de uitvoering van de werkzaamheden in het Waterfrontgebied. In de
Klankbordgroep Parkeren Binnenstad is dit onderwerp in relatie tot het parkeren in de Binnenstad
verder besproken. De heer de Vries geeft aan dat tijdens deze vergadering de gemeente een ander
beeld schetst dan eerder in de ‘oude’ Klankbordgroep Parkeren is afgesproken. De parkeergelegenheid
op de Boulevard dreigt nu tijdens de aanleg van de haven tijdelijk te verdwijnen. Eerder is met de
‘oude’ klankbordgroep Parkeren afgesproken dat de werkzaamheden dusdanig gefaseerd zouden
worden dat de bestaande parkeergelegenheid voor bezoekers en bewoners in stand worden gehouden
tot de parkeergarage is aangelegd.
Binnen de Klankbordgroep Parkeren Binnenstad wordt wat betreft de fasering verwezen naar de
planning van het Waterfront, en daarmee naar de Klankbordgroep Waterfront. De heer de Vries vraagt
de voorzitter en Frank Brouwer waarom deze fasering is gewijzigd en waarom er geen overleg is
geweest met bewoners en ondernemers, dan wel de Klankbordgroep Waterfront. Voor bewoners
betekent het onacceptabele loopafstanden en voor ondernemers een verlies aan omzet omdat klanten
niet (kort) kunnen parkeren of aan de andere kant van de stad. Tevens zorgen de alternatieven, die in
de Klankbordgroep Parkeren Binnenstad besproken zijn, voor een grote druk op bestaande
Pagina 1 van 8
parkeerplaatsen elders in de stad. Ondernemers en bewoners vinden de voorgestelde oplossingen niet
acceptabel en verzoeken aan de originele plannen vast te houden zoals besproken.
De voorzitter vraagt Frank Brouwer kort toe te lichten op welke wijze het onderwerp parkeren in de
vorige klankbordgroep is besproken. De voorzitter benadrukt dat hij niet de hele vergadering wil
overdoen, maar vooral wil kijken naar de rol van de klankbordgroep Waterfront in relatie tot de
klankbordgroep Parkeren Binnenstad. Met als doel het proces scherp te krijgen en te voorkomen dat
twee klankbordgroepen elkaar voor het blok zetten.
-
De heer de Vries geeft aan dat de Klankbordgroep Parkeren Binnenstad is opgericht naar
aanleiding van een parkeerdiscussie in de gemeenteraad.
De heer Loeff voegt hieraan toe dat binnen deze klankbordgroep naar het totale parkeerbeleid
in de binnenstad wordt gekeken en gaat dus verder dan alleen het parkeren in het Waterfront.
Hij maakt zich wel zorgen over de afstemming.
Frank Brouwer geeft aan dat in de vorige vergadering is besproken op welke wijze het tijdelijk
parkeren kan worden georganiseerd tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Daarbij is
inzichtelijk gemaakt dat in termen van capaciteit de parkeerbehoefte tijdens de werkzaamheden binnen
het Waterfrontgebied kan worden opgelost. Vervolgens is de vraag gesteld of het tijdelijk parkeren
efficiënter of beter kan worden ingericht, wanneer naar de totale parkeersituatie van de binnenstad
wordt gekeken. Dat maakt het tot onderwerp voor de Klankbordgroep Parkeren Binnenstad (in termen
van meedenken). Daarbij licht Frank Brouwer toe dat nadere afspraken gemaakt moesten worden met
het Consortium . In dat verband is – in 2009 – de planningsvolgorde gewijzigd. Ten aanzien van de
planning zelf is met het Hoofdlijnenakkoord – in 2011 – meer duidelijkheid ontstaan. Dat vormt de
basis voor de voorbereiding van de uitvoering van fase 2 Waterfront i.c. het Consortiumgebied.
-
-
-
-
-
-
De heer Doornhof vraagt zich af waarom dit veranderd is. Frank Brouwer geeft aan dat de
fasering in het afgelopen jaar meerdere malen is veranderd als gevolg van de economische
crisis om de haalbaarheid van het Waterfront in stand te houden. Om risico’s uit te sluiten en
de verder ontwikkeling van het project te waarborgen, zijn onderdelen die geld opleveren
(zoals woningbouw) naar voren gehaald.
De heer Doornhof geeft aan dat de ondernemers hiervan de dupe worden. Zij hebben
momenteel ook een zware periode en 2 jaar slechte parkeervoorzieningen zal voor een aantal
de druppel zijn. Frank Brouwer geeft aan dat hij daar met de ondernemers op wil focussen.
Hoe kan daar op een andere manier een passende oplossing voor worden gevonden?
De heer Meeuwisse maakt zijn zorg kenbaar dat het tijdelijk parkeren niet moet leiden tot
parkeeroverlast in de Zeebuurt. Frank Brouwer geeft aan dat uitgangspunt is dat het tijdelijk
parkeren aan de voorkant goed geregeld moet zijn, zodat het geen overlast geeft in
aanliggende buurten.
De heer de Vries vraagt waarom het parkeren op de Boulevard dan niet langer beschikbaar
blijft. Frank Brouwer geeft aan dat grond uit het gebied nodig is voor het dempen van de
huidige Haven van Harderwijk. De wijze waarop dit gebeurt is nog niet helder. Of eerst het
westelijke deel van de Boulevard wordt opgegraven of het oostelijke deel. Buiten kijf staat dat
Boskalis zoveel mogelijk parkeerplekken zolang mogelijk behoud voor het publiek, mits de
veiligheid kan worden gegarandeerd en de bereikbaarheid van het Dolfinarium en de bedrijven
langs de Stadsmuur in het Boulevardgebied gewaarborgd blijft.
De heer Posthumus geeft aan dat men ook nadenkt over een wijziging van de eindsituatie. Hij
verwijst dan naar het wel/ niet parkeren op de Boulevard. Frank Brouwer geeft aan de
verkeersluwe inrichting van de Boulevard tijdens het toeristenseizoen niet ter discussie staat.
Duidelijkheid moet nog ontstaan over de 50 parkeerplaatsen in het gebied buiten het
toeristenseizoen. Zodra dat als dat aan de orde is, vindt het gesprek plaats in deze
klankbordgroep.
De heer Loeff begrijpt dat planningen soms moeten worden bijgesteld, maar vraagt zich af in
hoeverre er naar de kansen en risico’s voor de parkeercapaciteit wordt gekeken. Daarbij vraagt
hij zich ook af in hoeverre het Consortium de ruimte krijgt om hierin afwegingen te maken.
Pagina 2 van 8
-
Zij hebben andere belangen dan de bewoners en ondernemers. Frank Brouwer geeft aan dat in
het hoofdlijnenakkoord duidelijke afspraken zijn gemaakt over parkeercapaciteit. Daarbij is
wel afgesproken dat de gemeente zich ontfermt over de parkeergarages, waarvan de bouw in
2015/2016 en 2017/2018 gepland staat.
Machiel Scheenhart geeft aan dat het een lastige tijd voor de ontwikkelaar is. Er zijn enorme
voorinvesteringen gedaan om het plan van de grond te krijgen, voordat er überhaupt woningen
zijn gebouwd. Hij benadrukt dat de verkoop van de woningen een belangrijke voorwaarde is
om verder te kunnen.
De voorzitter sluit dit onderwerp af door de klankbordgroepleden te danken voor dit signaal. De
voorzitter koppelt het afgegeven signaal terug aan het Bestuurlijk Beraad. Daarbij geeft hij aan dat hij
het onderwerp op een ander moment opnieuw wil agenderen op de agenda van de klankbordgroep,
mits de vraagstelling van te voren duidelijk wordt gedefinieerd. Ook moet de rollen van beide
klankbordgroepen daarbij scherp zijn geformuleerd. De heer Loeff doet de suggestie om samen met
een aantal leden, die in beide klankbordgroepen zitten, met Frank Brouwer aan tafel te gaan zitten om
dit voor te bereiden. Met als doel dat de klankbordgroep Waterfront een voorstel doet aan de
Klankbordgroep Parkeren over alternatieve oplossingen voor het tijdelijk parkeren. Afgesproken
wordt dat Frank Brouwer het initiatief neemt om het desbetreffende gesprek te organiseren.
3. Beleidsnotitie historische schepen
De gemeente heeft een beleidsnotitie ‘historische schepen’ laten opstellen als leidraad voor de
toewijzing van ligplaatsen voor historische schepen in het Waterfrontgebied. Locaties zijn gekoppeld
aan specifieke scheepscategorieën. Daarnaast zijn voorwaarden geformuleerd, waaraan schepen
moeten voldoen. Tenslotte zijn procedures opgesteld om de toewijzing van ligplaatsen goed
gereguleerd te laten plaatsvinden. Frank Brouwer heeft voorafgaand aan de vergadering
Klankbordgroepenleden gevraagd na te denken of:
a. De locaties en scheepscategorieën op een goede manier aan elkaar zijn gekoppeld, zodat de
bijdrage aan het verblijfsklimaat van het Waterfront optimaal is?
b. De geformuleerde voorwaarden voor het innemen van een ligplaats in het Waterfront afdoende
zijn om te voorkomen dat ongewenste situaties ontstaan in het dagelijks beheer?
Frank Brouwer licht toe dat de achterliggende gedachte is dat historische schepen een bijdrage kunnen
leveren aan het verlevendigen van het openbaar gebied. Daarnaast hebben de eigenaren van de
schepen in de Lelyhaven gevraagd of zij kunnen terugkeren in het gebied. In samenwerking met de
Landelijke Vereniging van Behoud van Historische Bedrijfsvaartuigen is gekeken welke schepen een
verrijking voor het Waterfront kunnen zijn. Daarbij is nagedacht over criteria voor het toelatingsbeleid
en afspraken omtrent beheer. In de beleidsnotitie worden 7 locaties onderscheiden.
-
De heer M. Foppen vraagt of het beleid gaat over vaste of tijdelijke ligplaatsen. Frank
Brouwer legt uit dat het in principe om een aantal vaste ligplaatsen, maar dat het beleid
tijdelijke ligplaatsen niet uitsluit. De heer M. Foppen vraagt zich wel af wat dan het verschil is
met passantenbeleid. Frank Brouwer geeft aan passenten relatief kort verblijven in Harderwijk
en gebruik kunnen maken voor de daarvoor bestemde havens. Een tijdelijke ligplaats zoals
bedoelt in deze notitie gaat over een langere periode, denk aan seizoen plaats. Daarbij volgt de
gemeente de landelijke richtlijnen volgt als het gaat om de definitie ‘historische schepen’.
Naar aanleiding van de vraag van de heer M. Foppen geeft Frank Brouwer aan dat er 7 locaties zijn
om een boot aan te meren:
1. Kom van het Strandeiland
2. Passantenhaven (Boulevard West)
3. Binnenhaven (Boulevard Oost)
4. Vissershaven
5. Lelyhaven
Pagina 3 van 8
6. Lorentzhaven (Lorentzhaven – industriële gedeelte)
7. Pasteurhaven (Lorentzhaven – watersportgedeelte)
Deze locaties hebben ieder een eigen karakter, afhankelijk van hun functie, de ligging ten opzichte
van open water, de bestaande bebouwing en de nieuw te bouwen woningen. Voor alle havens geldt dat
een hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit passend bij de directe (woon-) omgeving voorop staat. Op
basis daarvan zijn de verschillende categorieën toegekend.
-
De heer M. Foppen vraagt of het ook mogelijk is om schepen per seizoen een plaats toe te
kennen. Hij haalt Enkhuizen aan als voorbeeld, waarbij bepaalde schepen in de winterperiode
schepen naar de binnenhaven verhuizen om de haven ‘aan te kleden’. Jan Karssen, hoofd van
de afdeling beheer openbare ruimte (BOR) sluit deze mogelijkheid niet uit. Wel moet rekening
worden gehouden met de toegankelijkheid van locaties en aanwezige voorzieningen.
Jan Karssen legt vervolgens het uit hoe de categorieën zijn opgebouwd en op welke manier de
toetsingscommissie werkt.
-
-
-
-
-
-
De voorzitter vraagt of alle schepen die op dit moment in de Lelyhaven liggen ook een plaats
krijgen in het Waterfront. Jan Karssen antwoordt dat deze schepen nog getoetst moeten
worden aan de criteria die in de notitie zijn opgenomen. De schepen krijgen in ieder geval een
tijdelijk onderkomen in de Lorentzhaven.
De heer Kooijman vraagt zich af in hoeverre dit soort schepen iets toevoegen aan het
Waterfront en wil weten of er onderhoud onder handhaving valt. Wat wordt gedaan aan
schepen, die niet goed worden onderhouden en niet bijdragen aan kwaliteit die we nastreven.
Jan Karssen antwoordt dat dit punten van aandacht zijn.
De heer M. Foppen vraagt zich af of het de bedoeling om alle ligplaatsen meteen te vergeven
of dat dit enigszins gefaseerd kan worden gedaan, waardoor ruimte wordt gecreëerd om
selectiever te zijn bij toewijzing. Jan Karssen geeft aan indien een schip door de
toetsingscommissie komt, de eigenaar aanspraak kan maken op een ligplaats.
De heer Kooijman maakt de opmerkingen dat de aanwezigheid van faciliteiten ook bepalend
zijn of men ergens voor langere tijd wil liggen. Frank Brouwer geeft aan dat dit op de
verschillende locaties, onder andere op basis van de notitie, nog moet worden uitgewerkt.
De heer M. Foppen verwacht dat eigenaren van historische schepen in voorkomend geval aan
boord zullen willen wonen. Is daarin voorzien. Jan Karssen geeft aan dat daarover nog een
besluit moet worden genomen.
De heer de Vries geeft aan dat de gemeente duidelijke regels moet hanteren en strak moet
handhaven, zodat de kwaliteit gewaarborgd blijft. Hij refereert aan Amsterdam waar mooie
schepen langs de waterkant liggen, maar ook verpauperde schepen.
De heer Kooijman is het daarmee eens. Hij vindt dat het toezicht goed geregeld moet zijn. Hij
vraagt zich af of dit niet voor alle schepen geldt. De gemeente wil de havens toch het liefst
stofferen met mooie schepen. Frank Brouwer reageert dat het begrip ‘mooi’ rekbaar is. De
notitie geeft de criteria weer voor de toetsing van historische schepen, die langer in de havens
willen verblijven. De gemeente dient hier consequent mee om te gaan. Het mag niet tot
willekeur leiden.
De heer Motshagen reageert hierop. Hij vindt dat de beleidsnota op dat gebied dan ook te
smal, omdat het zich alleen richt op historische schepen. Hij zou het beleid liever breder
trekken, zodat andere schepen hier ook onder vallen. Denk bijvoorbeeld aan boten van
bewoners van de wooneilanden. Op welke wijze wordt de kwaliteit van deze boten geborgd?
Frank Brouwer verwijst hiervoor naar de havengebruikskaart. Deze notitie is daar een
toevoeging op. Frank Brouwer geeft wel aan dat het bewaken van de beeldkwaliteit een
centraal thema is in het Waterfront.
De heer Motshagen vindt het belangrijk dat dit gebeurt. Er kunnen ook moderne schepen op de
verschillende locaties komen te liggen, maar daar moeten ook duidelijk kwaliteitsregels voor
worden opgesteld.
Pagina 4 van 8
-
De heer Kooijman vraagt zich af, gezien de laatste ontwikkelingen wat betreft de visafslag, het
Strandeiland zich niet meer leent voor een trendy invulling. Denk hierbij aan sloepen van
passanten. Jan Karssen antwoordt dat alle ideeën en suggesties welkom zijn.
Fons Asselbergs dankt de aanwezigen voor hun inbreng. Hij sluit dit agendapunt af met de
constatering dat de gemeente op basis van hetgeen is opgemerkt de beleidsnotitie verder zal
aanscherpen: de typologie van schepen bij het Strandeiland en de afweging omtrent wonen aan boord.
4. Waterfront inzetten als instrument in citymarketing
Tot op heden is over het Waterfront gecommuniceerd op een redelijk hoog abstractieniveau. Centraal
daarin staat de betekenis van het Waterfront voor de stad in termen van aantrekkelijk nieuw
woonklimaat, kansen voor bedrijven, bereikbaarheid en leefbaarheid. Inmiddels is het Waterfront op
het punt gekomen dat er concrete ingrepen zichtbaar worden. De uitbreiding Lorentzhaven en het
Strandeiland zijn daar de eerste voorbeelden van. Binnenkort volgen de aanleg van Zuidereiland, de
aanleg van nieuwe jachthaven de Knar en de sloop/bodemsanering. Naarmate het Waterfront steeds
meer een gezicht krijgt, verandert het karakter van de communicatie. Het Waterfront maakt steeds
meer onderdeel uit van citymarketing. Frank Brouwer heeft voor aanvang van de vergadering de leden
gevraagd om na te denken welke kenmerken van (onderdelen van) het Waterfront in de communicatie
een prominente(re) plaats zouden moeten innemen.
-
-
-
De voorzitter geeft aan dat het Waterfront een belangrijk visitekaartje is voor Harderwijk.
Alleen moet goed nagedacht worden over welke elementen de beeldvorming van de stad
kunnen verrijken.
De heer M. Foppen geeft aan dat Harderwijk het thema water wel eens beter in de
schijnwerpers mag zetten.
Mevrouw Morren is het daarmee eens. Er is wel eens gesproken over 3 kleuren voor
citymarketing. Harderwijk is een historische stad met een prachtige ligging aan het water én
de Veluwe. Nu ligt vaak de nadruk op de historische binnenstad en de Veluwe.
De heer Kooijman vindt het Dolfinarium op dit moment het beeldmerk van de stad is, maar is
er van overtuigd dat het Waterfront die kracht ook bezit.
De heer Meeuwisse geeft aan dat Harderwijk vaak als Hanzestad wordt neergezet. Vaak wordt
dit geassocieerd met terugkijken naar het verleden. Met het Waterfront kan onder deze noemer
veel meer naar de toekomst worden gekeken.
De heer de Jong is blij dat binnen het Waterfront een relatie wordt gelegd met de historische
binnenstad. Het geeft de mogelijkheid om het verleden met het heden te koppelen. Dit kun je
op de verschillende thema’s doen.
De heer de Vries geeft aan dat citymarketing eigenlijk niets anders is dan etaleren van
onderdelen die de stad verrijken. Hij verwijst daarmee naar het Strandeiland als zichtbaar
onderdeel van het Waterfront. Belangrijk is op dit wel op een natuurlijke manier te doen. Het
beeld spreekt voor zich.
De heer Posthumus is het hiermee eens. Hij is van mening dat Harderwijk zichzelf goed kan
verkopen door de unieke onderdelen, zoals Strandeiland, Boulevard en unieke woongebieden,
in de etalage te zetten.
De heer Kouer is van mening dat de communicatie in het algemeen helder en simpel moet zijn
en vervolgens op doelgroep verder worden uitgewerkt. Daarbij bekruipt hem wel het gevoel
dat bewoners, ondernemers en gemeente niet altijd op één lijn zitten. Daar mag van hem wel
meer aandacht aan worden besteed. Samen bepaal je het beeld van de stad.
Machiel Scheenhart vindt dat Harderwijkers in het algemeen heel trots zijn op hun stad. Hij
verwijst daarmee naar het Strandeiland. Dit is omarmd en mensen in de stad zijn echt
ambassadeurs van het Strandeiland geworden. Dit kan ook met de andere onderdelen.
Frank Brouwer reageert op deze opmerkingen en haalt hieruit naar voren dat successen
‘gevierd’ moeten worden. Het Strandeiland is daar inderdaad een mooi voorbeeld van. Dat
Pagina 5 van 8
creëert het draagvlak en geeft een beeld van de veranderingen die er op kort termijn
aankomen.
5. Korte update stand van zaken en ontwikkelingen in het Waterfront door Frank Brouwer
a. Waterfront – fase 1
Uitbereiding Lorentzhaven
Frank Brouwer licht kort toe dat de jachtwerf Roelofsen, Bonestroo buitenboordmotoren en
hengelsportvereniging de Snoek intrek hebben genomen in hun nieuwe onderkomen op Lorentzhaven.
Andere bedrijven zijn volop bezig om hun nieuwe behuizing te bouwen. Voor de zomervakantie is met
de directie van palingrokerij & vishandel Dries van den Berg B.V. overeenstemming bereikt over de
aankoop van de grond en opstallen aan de Burgemeester de Meesterstraat. Daarmee zijn alle
benodigde gronden op het oude industrieterrein Haven minnelijk verworven. De komende maanden
worden alle opstallen ontmanteld en gesloopt met uitzondering van de panden van
metaalbewerkingsbedrijf Den Ouden en palingrokerij & vishandel Dries van den Berg. Deze twee
bedrijfspanden worden in verband met tijdelijk voortzetting van bedrijfsactiviteiten op een later
moment gesloopt. In februari 2014 moet de sloop zijn afgerond om de bodemsanering te kunnen
aanvangen.
Overloopterrein
Zoals eerder aangegeven is op de (technische) uitwerking van het overloopparkeerterrein nog geen
actie verdere ondernomen.
Vogelrustgebieden
Met de provincie Flevoland is nader overlegd om de afspraken omtrent de handhaving en beheer op
kort termijn te formaliseren. Met het ministerie van EL&I is vervolg gegeven aan de procedure ex
artikel 20 Natuurbeschermingswet om de rustgebieden een optimale juridische grondslag te geven.
Naar verwachting wordt op kort termijn een ontwerpbeschikking van het ministerie gepubliceerd.
Daarnaast is het overleg met de gemeente Dronten hervat met betrekking tot de verankering van
rustgebied Noord hervat, omdat niet vaststaat dat de procedure van de Natuurbeschermingswet tijdig
tot de benodigde duidelijkheid leidt. Ondertussen wordt ook het bestek voor de realisatie van de
vogelrustgebieden uitgewerkt en worden de benodigde vergunningaanvragen voorbereid. Met als doel
de vogelrustgebieden medio 2014 daadwerkelijk aan te leggen, ruim voor de oplevering van de eerste
woningen met ligplaats.
Natuurontwikkeling de Mheenlanden
Het overleg met de Vereniging Natuurmonumenten (VNM) over een nieuw convenant met
betrekking tot de natuurontwikkeling in het gebied Mheenlanden heeft in het eerste half
jaar van 2013 geen vervolg gekregen. Met het college van B&W is afgesproken dat voor het eind van
2013 een nieuw convenant gereed is. Voorbereidingen daartoe worden inmiddels getroffen.
b. Waterfront – fase 2/3
Activiteiten Strandeiland
In april is het Strandeiland formeel opgesteld voor het publiek. Vanaf het begin van de openstelling
geven de vier ondernemers stapsgewijs inhoud aan de ontwikkelfilosofie van ‘Vijf jaar Tijdelijkheid’.
Daarbij is veel ruimte voor allerlei initiatieven, die bijdragen aan de levendigheid van het
Strandeiland. De vele positieve reacties van bezoekers, bewoners en bedrijven bevestigen het succes
van de gekozen aanpak. Wel kwam een aantal kinderziektes aan het licht, met name op het gebied van
beheer en handhaving van de openbare orde. Het beheer, inmiddels overgedragen aan de afdeling
Beheer Openbare Ruimte, is inmiddels onder controle. Voor de openbare orde is een integraal
veiligheidsplan in voorbereiding. Dat moet als basis dienen voor een aantal maatregelen om
ongewenst gebruik van het Strandeiland (o.a. vandalisme) tegen te gaan. De maatregelen moeten wel
goed aansluiten bij de manier waarop het Strandeiland wordt geëxploiteerd. Dat zelfde is inmiddels
Pagina 6 van 8
gebeurd met de verlening van de benodigde vergunningen. Door maatwerk te leveren, reguleren de
vergunningen het gebruik in voldoende mate, zonder dat daarmee een al te knellend keurslijf ontstaat.
Hiervoor zijn ook werkafspraken gemaakt over de toepassing van het gemeentelijk
evenementenbeleid, waardoor voldoende flexibiliteit voor de activiteiten op het Strandeiland
wordt geboden.
Werkzaamheden Dolfinariumeiland
Op de punt van het Dolfinariumterrein verrijzen de nieuwe clubgebouwen van waterscouting Tjerk
Hiddes en kanovereniging Dolfijnen. In de afgelopen weken werden de contouren van de nieuwe
onderkomens steeds beter zichtbaar. Ook is gestart met de bestrating van de weg naar de locatie, waar
straks ook de boothuizen aan komen te liggen. Naar verwachting nemen de verenigingen eind oktober
de nieuwe onderkomens in gebruik.
Verplaatsing jachthaven De Knar
Na de bouwvak is begonnen aan de voorbereidende werkzaamheden voor de aanleg van de nieuwe
jachthaven De Knar. Daarbij is Boskalis gestart met de inrichting van het bouwterrein en aanleg van
bouwwegen. Vervolgens is een aantal boten uit de oude jachthaven verplaatst en wordt een
alternatieve uitgang richting het Wolderwijd gecreëerd. Daarna start Boskalis met het verwijderen van
het slib op de bodem en wordt het grondlichaam van het Zuidereiland en de nieuwe jachthaven De
Knar aangelegd. Naar verwachting kan de watersportvereniging de nieuwe jachthaven De Knar in
september 2014 gedeeltelijk in gebruik nemen.
Woningverkoop Zuidereiland
Op zaterdag 28 september is de verkoop van de eerste 46 woningen op het Zuidereiland gestart. De
eerste berichten zijn veelbelovend. Volgens Brandt Makelaars is er veel belangstelling voor deze
woningen. Op 21 oktober sluit het eerste inschrijvingstermijn, waarna aan de hand van de ingeleverde
inschrijfformulieren en het puntensysteem van de gemeente Harderwijk de toewijzing per woning
wordt bepaald. In november vinden gesprekken plaats met de potentiele kopers die zich hebben
aangemeld.
Theater Waterfront
Wat betreft de theaterontwikkeling in het Waterfrontgebied is geconstateerd dat een zelfstandig
opererend theater niet kan worden gerealiseerd binnen de gestelde financiële randvoorwaarden. Dit
betekent dat combinatie met andere publiekstrekkende functies, zoals bijvoorbeeld een hotel/
congresfunctie en bioscoop, moet worden gezocht. Op basis hiervan is intensief gezocht naar partijen
die bereid en in staat zijn om, samen met het Dolfinarium en de gemeente, risicodragend te
participeren in een dergelijke opzet. Dat heeft als voorlopig resultaat opgeleverd dat een internationaal
opererende theaterproducent de intentie heeft uitgesproken om een jaarronde, op de nationale markt
gerichte programmering te verzorgen en dat een relevante marktpartij serieuze belangstelling heeft
getoond om als investeerder/exploitant te participeren. De komende maanden wordt bezien of dit kan
worden samengesmeed in een haalbare business case.
c. Procedures
Bestemmingsplannen
Wat betreft de ruimtelijke procedures en vergunningen is de situatie dat voor het gehele
Waterfrontgebied onherroepelijke bestemmingsplannen gelden. Mede in het licht van de
uitwerkingen – vooralsnog – in het gebied van fase 2 Waterfront wordt nauwlettend oog
gehouden op de eventuele noodzaak op bestemmingsplannen te actualiseren. In
samenspraak met het Consortium wordt strak gestuurd op het tijdig verkrijgen van de
benodigde vergunningen voor de te verrichten werkzaamheden.
Verwervingen en bedrijfsverplaatsingen
Alle benodigde gronden voor de herontwikkeling van het oude industrieterrein Haven zijn minnelijk
verworven. Zoals eerder aangegeven, verlopen de bedrijfsverplaatsingen voorspoedig. De
wervingsgesprekken met de kioskhouders op de Boulevard zijn weer opgestart.
Pagina 7 van 8
Bodemsanering
Begin januari 2013 is de benodigde beschikking van de provincie Gelderland onherroepelijk
geworden. Op basis daarvan is de aanpak voor de integrale asbestsanering van fase 2 en 3, zoals
beschreven in het saneringsplan, verder uitgewerkt. Ook is het benodigde krediet voor de
daadwerkelijke uitvoering in april 2013 door de gemeenteraad beschikbaar gesteld. Daarbij is
uitgegaan dat het grootste deel van de kosten gedekt wordt door de provinciale subsidie van €9,1
miljoen. Hiervoor moet de provincie nog een formele subsidiebeschikking afgeven. De formele
aanvraag, die in goed overleg met de provincie is voorbereid, is september 2013 ingediend.
Locatie visafslag en botterloods
Naar aanleiding van alle commotie heeft de gemeente samen de Stichting Vischafslag en de
Harderwijker Botterstichting alle denkbare locaties voor de visafslag en de botterloods nogmaals heel
zorgvuldig met elkaar vergeleken. Daarbij zijn twaalf locaties onderzocht, waaronder alle opties die in
de loop der jaren weleens zijn genoemd. Voor al die locaties is bekeken of visafslag, botterloods en
botterhelling er gerealiseerd kunnen worden. Vervolgens is onderzocht welke locaties geschikt zouden
kunnen zijn. De uitkomst was niet verrassend: als meest geschikte locaties kwamen de Vissershaven
en het Strandeiland uit de bus. Beide stichtingsbesturen hebben, na het afwegen van voor- en nadelen,
vervolgens de voorkeur uitgesproken voor de Vissershaven. Het college van burgemeester en
wethouders respecteert deze keuze en heeft de raad voorgesteld hier medewerking aan te verlenen. Het
college wil de noodzakelijke bestemmingsplanprocedure zo spoedig mogelijk doorlopen. Om de bouw
van de visafslag financieel mogelijk te maken, diende de Stichting Vischafslag, samen met de
Harderwijker Botterstichting, in 2011 een verzoek in voor provinciale subsidie. De gevraagde subsidie
werd toegezegd, onder de voorwaarde dat de visafslag en de botterloods voor 31 december 2015
gerealiseerd moeten zijn.
6. Vaststelling van het verslag
Het verslag van de vergadering d.d. 19 maart 2013 wordt ongewijzigd vastgesteld.
7. Voorstel nieuwe vergaderdata 2014
De volgende klankbordgroepvergadering is gepland op dinsdag 10 december 2013. De voorzitter
vraagt de klankbordgroepleden om dinsdag 17 december 2013 te reserveren in de agenda voor de
bijeenkomst Waterfront op IJs. De officiële uitnodiging volgt.
Daarnaast stelt de voorzitter de volgende vergaderdata voor het jaar 2014:
Dinsdag 18 maart 2014 om 19.30 uur
Dinsdag 17 juni 2014 om 19.30 uur
Dinsdag 7 oktober 2014 om 19.30 uur
Dinsdag 9 december 2014 om 19.30 uur
8. Rondvraag en afsluiting
Rondvraag & afsluiting
Niets meer aan de orde zijnde, sluit voorzitter Asselbergs de vergadering om 22.15 uur.
Pagina 8 van 8