Eerste symposium POH-ggz Bewegen bewezen?

J ou r n aa l
In november 2013 werd in the
Journal of the American Medical
Association een Amerikaanse
meta-analyse van Mike Mitka
beschreven. De resultaten van
meer dan 300 onderzoeken werden gebruikt om tot de bevinding
te komen dat beweging en medicatie een vergelijkbaar effect hebben op de reductie van sterfterisico bij secundaire preventie van
hart- en vaatziekten en diabetes.
Bij patiënten die herstelden van
een herseninfarct bleek bewegen
zelfs effectiever dan medicatie
zoals statines en bètablokkers.
Alleen bij hartfalen bleken diuretica effectiever dan bewegen. Het
ging in de verschillende meegewogen onderzoeken niet steeds
om dezelfde manier van bewegen.
Soms betrof het hartrevalidatie,
soms spierversterkende oefeningen, soms gewoon gezond bewegen als onderdeel van een gezonde leefstijl.
Er zijn echter maar weinig onderzoeken die het effect van bewegen
Foto: javi_indy/Shutterstock
Bewegen bewezen?
direct, dus binnen één onderzoek,
vergelijken met het effect van
medicatie. Daardoor is het resultaat van deze meta-analyse dus
eigenlijk indirect bewijs, maar
wellicht is het toch voldoende
overtuigend om nog eens extra de
nadruk te leggen op het belang
van bewegen. Misschien niet meteen in plaats van, maar toch zeker
aanvullend op de statine, bloeddrukverlager of bloedverdunner.
Paola Gerritsen
Mitka MSJ. Exercise may match medication
in reducing mortality associated with
cardiovascular disease, diabetes. JAMA
20 november 2013;310(19):2026-2027.
Eerste symposium POH-ggz
Uit bezuinigingsoogpunt wordt
geestelijke gezondheidszorg (ggz)
in ruime mate gedelegeerd aan
de huisarts. De specialistische
zorg in de tweede lijn is daarmee
behoorlijk afgeslankt. Gelukkig
hebben we de praktijkondersteuner-ggz, die de huisarts ondersteunt. Deze ‘nieuwe’ beroepsgroep timmert steeds meer aan
de weg: begin 2013 werd een
landelijke vereniging POH-ggz
opgericht en in november vond
haar eerste symposium al plaats.
“De vereniging is opgericht”, zo
zei voorzitter Leonore Nicolai,
“omdat er nu maar eens mét ons
moet worden overlegd in plaats
van besluitvorming over onze
hoofden heen.” De kersverse vereniging had op dat moment 180
leden, een aantal dat sinds die tijd
alleen maar is toegenomen. De
vereniging heeft intussen ook een
website (www.pohggz.nl), die
vermeldt dat de landelijke vereniging POH-ggz kwaliteit wil ontwikkelen in samenspraak met
partijen als het Nederlands Huisartsen Genootschap, de PsyHAG
(kaderhuisartsen ggz), de Landelijke Huisartsenvereniging en de
februari 2014 | nr 1
Ti j d s c h r i f t vo o r p r a k t i j ko n d e r s t e u n i n g
landelijke ROS-en en hogescholen.
Op de website is ook het
functieprofiel van de beroeps­
groep te vinden. Opvallend is de
diversiteit in achtergrond van de
praktijkondersteuner-ggz.
Achmea stelt een lijst op met
minimale opleidingseisen,
variërend van MSc (Master of
Science) geneeskunde en
psychologie via verpleegkunde
met differentiatie ggz (MSc) tot
sociaal-psychiatrische verpleeg­
kunde en maatschappelijk werk
met differentiatie ggz.
3