a. Er zijn (nog) geen beleidsplannen ggz/beschermd wonen. Er

Enkele in het oog springende knelpunten in de ggz bij de decentralisatie AWBZ
1. (Onzekerheid over) continuïteit op zorg en waar kunnen mensen terecht als het echt misgaat.
2. Informatievoorziening aan burgers: tijdig informeren, volledig informeren, aandacht voor
wisselingen in zorgverleners (teneur is nu soms: er verandert niets als u onder de
overgangsregeling valt).
3. Inloop ggz: verdeling gelden over gemeenten is niet precies te achterhalen; d.i. een ‘vergeten
onderdeel’ van de transitie.
4. Dagbesteding en inloop onder druk: berichten over sluiting centra, omdat aanbieders zich
terugtrekken; geen (visie op) alternatief aanbod voorhanden bij gemeenten.
5. Beschermd wonen: geen aandacht gemeenten voor zware doelgroep die (nog) geen toegang
heeft tot WLZ; risico voor herindicaties, nieuwe indicaties.
a. Er zijn (nog) geen beleidsplannen ggz/beschermd wonen. Er zouden regiovisies voor de
ggz moeten komen (a la stedelijk kompas) voor de ggz bij centrumgemeenten en
betrokkenheid cliënt- en familievertegenwoordigers daarbij. (Risico is dat men op lokaal
niveau alle zorg en ondersteuning in stukken hakt en er geen zicht op totale zorgketen is.)
b. Wachtlijsten: Het overgangsrecht is ook van toepassing op cliënten die een geldige GGZ C
indicatie hebben, maar (nog) niet op een RIBW/GGZ C plaats verblijven. Deze mensen staan
veelal op een wachtlijst en kunnen niet worden geplaatst.
c. Weinig aandacht voor breder perspectief, bijv. link met ambulantisering. Plaatsen in RIBW
worden bezet door mensen die wat betreft de zorgbehoefte kunnen uitstromen, maar
waarvoor geen passende en betaalbare woning voorhanden is.
6. Cliëntondersteuning: onafhankelijkheid in geding door samenvoegen met wijkteams voor
toegang maatwerkvoorzieningen; aanbod voor doelgroep ggz en oggz (vooral probleem vanuit
verleden, ook enkele signalen dat MEE bestaand aanbod ggz steunpunten verdringt;
daartegenover ook goede voorbeelden).
7. Signalen zorginkoop (uit de zorgverkoopbijeenkomsten):
a. De verwachting is dat een aantal gemeenten de deadline van 1 oktober niet gaan halen
voor inkoop begeleiding MO en RIBW. Leiden, Roermond, omgeving Eindhoven (Veldhoven
ed) zijn daarbij concreet genoemd.
b. Zorgaanbieders ervaren gesprek met gemeente als ‘tekenen bij het kruisje’ (monopolie
gemeente): er worden eenzijdig voorwaarden opgelegd die bij niet accepteren tot niet
contracteren leidt.
c. Onhaalbare eisen over Social Return on Investment in inkoopgesprekken. Ook in cure
wordt ten onrechte SROI verwacht.
d. Zorgaanbieders zijn meer risicodragers: er is geen omzet te voorspellen omdat
raamcontract wordt aangeboden waarbij instroom afhankelijk is van zorgtoewijzing.
e. Bevoorschotting: wij krijgen signalen dat gemeenten niet gaan bevoorschotten. Dit levert
voor liquiditeitsproblemen op met ook mogelijk effecten op continuïteit van zorg. Dit is met
name zichtbaar bij beschermd wonen.
8. Burger zonder vaste woon- en verblijfplaats: Waar moet een cliënt/burger zonder vaste
woon- of verblijfplaats zich melden voor zorg?
9. Aansluiting forensische zorg: Er is nog onvoldoende zicht op aansluiting tussen forensische
beschermd wonen en regulier beschermd wonen (dus na afloop van strafrechtelijke titel).
(Bijv. cliënten in BW met een justitiële titel, na afloop vd titel zouden indien nodig in dezelfde
zorg moeten kunnen blijven totdat passende Wmo beschikking is. Dezelfde vraag speelt ook
voor cliënten met een forensische titel die ambulante begeleiding krijgen (binnen FO is het
daar ook de centrumgemeente die de middelen beheert, in de rest van de ggz betreft dit alle
gemeenten).