Provinciale Staten Ontwerp Verslag Commissie Ruimtelijke Ordening, Water en Wonen 14 mei 2014 PS2014-429 Aanwezig: VVD PvdA CDA PVV SP D66 GroenLinks ChristenUnie SGP 50PLUS PvdDieren Groep Wullink dhr. Vos de Wael, mw. Groot, mw. Hartman-Oosterink mw. Liebrand, mw. Hijman dhr. Schol, dhr. Dijkstra, dhr. Hutten Mw. Kouwenberg, dhr. Van Kampen dhr. Lucassen dhr. Scheffer, dhr. Veraart dhr. Sözen dhr. Van ’t Hoog, dhr. Vreugdenhil dhr. Versteeg, dhr. Klein dhr. Mulder dhr. Van der Veer Voorzitter Secretaris mw. A. Prins dhr. F. Foks Genodigden mw. J. Meijers (gedeputeerde) 1. Opening, mededelingen Voorzitter opent de vergadering om 13.00 uur en vraagt of er nog opmerkingen zijn over de mededelingenbrieven van de gedeputeerde? VVD verzoekt naar aanleiding van de mededelingenbrief van 13 maart 2014 om het onderwerp verontreiniging grond- en oppervlaktewater als afzonderlijk thema te bespreken in de commissie. Gedeputeerde Meijers stelt voor om gezamenlijk te kijken naar het beste behandelmoment verwijzend dat op dit moment een gezamenlijk onderzoek loopt naar met name medicijnresten in het grondwater. Voorzitter concludeert dat het genoemde thema als actiepunt 32 zal worden opgenomen op de afsprakenlijst. Voorzitter deelt mee dat op woensdag 22 mei (10.00 - 11.30 uur) een ronde-tafel-bijeenkomst is over de toekomst van de Achterhoek (programma volgt). Op diezelfde woensdag (11.45 - 16.00 uur) is een excursie (bustocht) m.b.t. de Kaderrichtlijn Water. Er gaat een intakelijst rond in de vergadering (ook in MIE) voor een Technische briefing over het thema Ondergrond op 29 oktober 2014. GroenLinks vraagt of in het kader van de voorhangprocedure De Beijer dit onderwerp besproken kan worden in de commissie? Voorzitter concludeert dat de commissie het onderwerp De Beijer wil toevoegen aan de agenda van de extra commissievergadering van 21 mei. Gedeputeerde Meijers deelt mee dat GS vanmorgen bericht hebben gekregen dat de Raad van State alle beroepen in het kader van het Inpassingsplan ongegrond heeft verklaard en daarmee het Inpassingsplan onherroepelijk is geworden. 2. Vaststelling agenda/inventarisatie rondvragen (PS2014-369) Voorzitter deelt mee dat er geen insprekers zijn. De voorliggende agenda wordt vastgesteld met toevoeging van het onderwerp De Beijer op 21 mei. Dit betekent dat op woensdag 21 mei (17.30 uur) een uitloopvergadering zal plaatsvinden (Statenzaal) met daaraan toegevoegd agendapunt De Beijer. 3. Vaststelling ontwerpverslag d.d. 12 maart 2014 (PS2014-251)/ontwerpverslagen Hoorzittingen Omgevingsvisie (PS2014-275) Het verslag d.d. 12 maart 2014 en de verslagen van de Hoorzittingen (PS2014-275) worden vastgesteld. 4. Omgevingsvisie Gelderland (PS2014-51) Eerste termijn: VVD (zie gehele tekst: bijlage 1) stelt dat een groot gevaar schuilt in een mogelijke stijging van de rente van de kapitaalmarkt. Voor de provincie Gelderland zal dat weinig van invloed zijn vanwege de omvang van het stamkapitaal maar voor veel gemeenten kan dit desastreus worden. Enige stijging van de kapitaalmarkt rente kan invloed gaan krijgen op de ruimtelijke ordening en daarmee op de uitgangspunten van de OmgevingsVisie. VVD vindt het daarom van belang om de renteontwikkelingen zeer goed te volgen. In diverse gebieden van Gelderland komen verschillende functies elkaar tegen. Deze kunnen op middellange termijn aanleiding zijn voor conflicten. Het zou goed zijn deze conflicten veel expliciteer concreet in beeld te brengen. Dit zowel in de regio’s als ook tussen de regio’s en op de grenzen van de provincie. Vraag: wil de gedeputeerde de mogelijke problemen die voortkomen uit conflicterende belangen in beeld brengen? In co-creatie kwam de OmgevingsVisie knap tot stand. Door het samenspel van velen is de OmgevingsVisie meer gedragen, beter leesbaar en toegankelijker dan het Streekplan. De volgende uitgangspunten zijn voor VVD leidend: - Verantwoordelijkheden en bevoegdheden op een zo’n laag mogelijk niveau neerleggen; - Levert het beleid een bijdrage aan de duurzame economische structuurversterking en borgt het de kwaliteit en de veiligheid van de leefomgeving?; - Nagaan wat de consequenties zouden kunnen zijn van verdere opschaling van bedrijfsen overheidsactiviteiten, toepassing van moderne ICT middelen en robotten; - Duurzaam samenleven en duurzaamheid stimuleren; - Stimuleren en faciliteren van nieuwe kennisinstituten, maakindustrie, hoogwaardige bedrijvigheid en werkgelegenheid; - Is vereenvoudiging van de normering mogelijk? - Het vanuit duurzaamheid mogelijk maken dat de productie van elektriciteit bij de feitelijke gebruiker of daar zo dicht mogelijk erbij gerealiseerd kan worden (met draagvlak). - Samenwerking van Gelderse gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen bevorderen; - Nadrukkelijker Gelderland op de kaart zetten in Nederland en Duitsland. De toekomst van de stad De Raad voor de Ruimtelijke Leefomgeving en Infrastructuur stelt in haar advies over de toekomst van de stad dat de Nederlandse steden een maatje te klein zijn. Volgens de Raad is dit fundamenteel: in de toekomst kunnen Nederlandse steden het niet alleen, ze hebben elkaar nodig. Het gaat om connectiviteit, niet alleen infrastructureel, maar ook in samenwerkingsrelaties, tussen bedrijven, kennisinstellingen, overheden, burgers en maatschappelijke organisaties. Alleen hiermee kan het zelforganiserend vermogen van de stad worden benut om te komen tot innovaties. De toekomst van de stad ligt in de kracht van deze nieuwe verbindingen. Vragen: 1. Deelt het college de mening van de Raad voor Ruimtelijke Leefomgeving en Infrastructuur? 2. Zo ja, kan het college de consequenties hiervan in beeld brengen en aangeven hoe dat in de OmgevingsVisie opgenomen kan worden? Werkgelegenheid Veel nadrukkelijker moeten wij de economische motoren van Gelderland faciliteren om nieuwe bedrijven aan te trekken. VVD vindt dat de OmgevingsVisie blijvend veel ruimte moet bieden voor nieuwe initiatieven. Vragen: 1. Om de werkloosheid in Gelderland beneden de 4,5% te houden met hoeveel arbeidsplaatsen per jaar moet de werkgelegenheid groeien? 2. Wat heeft dat voor consequenties op de inhoud van de OmgevingsVisie? 2 Onroerendgoed Om in te spelen op het veranderde economische tij heeft de provincie per regio afspraken gemaakt om bouw van woningen, winkels en kantoren te beperken. Nu een licht economisch herstel zich aandient vragen wij ons af of de provincie deze sturing niet zou moeten loslaten. Opvallend was tijdens de hoorzitting dat het gemeentebestuur van Veenendaal vroeg om het Utrechtse kantorenbeleid van toepassing te verklaren op het grensgebied Utrecht en Gelderland (VVD natuurlijk tegen). Enkele vragen: 1. Wat zijn nu nog de redenen voor GS om nadrukkelijk een vinger in de pap te willen hebben bij de realisatie van onroerend goed in de regio’s? 2. Wat zou er mis kunnen gaan wanneer de provincie hier afstand van neemt en het los laat? Deze vraag graag betrekken op de verschillende sectoren van de onroerendgoed markt - woningen, retail en kantoren. 3. Actualiteit: hoe kijkt de gedeputeerde aan tegen de onrust rond het verzorgingshuis Dennenrust in Wageningen? Kan met de voorliggende OmgevingsVisie dit probleem worden opgelost? Windenergie De windvisie Gelderland wordt in september in de Staten besproken. Om die reden stellen wij voor eerst het besluit hierover af te wachten en de resultaten daarvan te verwerken in de OmgevingsVisie en OmgevingsVerordening. Dit doen wij mede omdat dan meer duidelijkheid gegeven kan worden over het draagvlak bij de gemeenteraden en direct betrokkenen. Mobiliteit Voor knelpunten en congestieproblemen moet tijdig ruimte worden gereserveerd. Zo is bijvoorbeeld voor de lange termijn een duurzame verbetering van de zuidelijke ontsluiting van de regio Food Valley nodig en moet rekening worden gehouden met een verbreding van de A15 en de A1, een t.z.t. verdubbeling van de N18 en verbeteringen aan het spoor Arnhem- Winterswijk. Dit zijn uiteraard slechts enkele voorbeelden. Om echter toekomstige wijzigingen nog mogelijk te maken moeten andere ruimtelijke ontwikkelingen dit niet blokkeren c.q. belemmeren. Vraag: moet gelijk aan de windenergie ook voor mobiliteit zoekzones worden aangewezen? Langzaam verkeersnetwerk Gelderland De wandel, fiets, struin- en ruiterroutes zijn belangrijk voor de vrijetijdseconomie. Voor het woon-werkverkeer wordt het gebruik van de E-bike steeds aantrekkelijker. In de OmgevingsVisie krijgen (snel)fietspaden de nodige aandacht. Voor de VVD zou de kwaliteit in relatie tot het gebruik van een dekkend Gelders netwerk maar aandacht moeten krijgen. Ook de gevolgen van het kruisingsvrij maken van bijvoorbeeld een spoorwegovergang kan behoorlijke consequenties hebben voor het langzaam verkeer. Vraag: kan de gedeputeerde toezeggen dat wij na het vaststellen van de OmgevingsVisie een apart thema hiervan maken? Land- en tuinbouw - dynamisch Gelderland Om te kunnen blijven concurreren/om te overleven is schaalvergroting en innovatie noodzakelijk. De sector vreest dat iedere gemeente zijn regels gaat maken als uitwerking van de omgevingsvisie. VVD vindt dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo laag als mogelijk moeten liggen. De provincie zou in haar rol als aanjager van de cocreatie met de gemeenten in overleg kunnen gaan om mogelijke gemeentelijke verschillen te minimaliseren. VVD wil de bestaande eigendomsrechten bij bestaande ondernemers in de kernzone van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Limes respecteren (amendement?). In verwevingsgebieden is volgens de verordening ten behoeve van de niet grondgebonden productietak een bouwperceel met een kavelgrootte van 1 ha toegestaan. Onder 3 voorwaarden is een oppervlakte van meer dan 1 ha mogelijk. VVD heeft moeite met deze beperking, zeker voor die bedrijven die nu al groter dan 1 ha zijn (amendement?). De aanwezigheid van landbouw, extensieve recreatie en landgoedbedrijven is niet aangemerkt als kernkwaliteit in de Groene Ontwikkelingszone (GO) dit in tegenstelling tot wat Manifestpartners deden (is nu niet zo in Omgevingsvisie). Uitbreiding van reeds bestaande functies met meer dan 30% moet altijd worden gecompenseerd door substantiële versterking kernkwaliteit, ook al wordt de kernkwaliteit helemaal niet aangetast. VVD vindt dit onterecht en overweegt hierover een amendement. VVD ziet de geluidsoverlast van agrarische bedrijven als gebiedseigen. Volgens de VVD gaat het te ver om voor elke uitbreiding van het bouwblok extra eisen te stellen. Dan wordt een onnodig zware procedure gehanteerd ook voor beperkte uitbreidingen. VVD stelt voor (net als LTO Noord Gelderland) de extra eisen alleen van toepassing moeten zijn bij een uitbreiding van het bouwblok boven de 1 of 1,5 hectare. De te stellen eisen moeten reëel zijn, d.w.z. haalbaar en betaalbaar voor de ondernemer. De ondernemer moet erop kunnen rekenen dat hij zijn investering kan terugverdienen. De eventueel noodzakelijke compensatieregeling staat niet in verhouding tot de eventuele ingreep, zeker niet omdat deze compensatie elders buiten het GNN in de Groene Ontwikkelingszone (GO) gerealiseerd moet worden. Gezien de kleinschaligheid kan de verantwoordelijkheid voor een verantwoorde toepassing bij de gemeenten worden gelaten. Het belangrijke onderwerp land- en tuinbouw roept veel vragen op: 1. Wat voegt de reconstructiezonering nog toe? Kan de reconstructiezonering er niet vanaf? 2. Het onderscheid tussen LOG’s, verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden is dermate klein en heeft geringe waarde dat vereenvoudiging voor de hand ligt. Hoe denkt de gedeputeerde daarover? 3. Wanneer is het nieuwe overzicht van de hydrologische beschermingszones beschikbaar? Hoe stelt de gedeputeerde zich voor om deze zones te verwerking in de OmgevingsVisie en Verordening? 4. Wat zijn de diepe roerselen van het college om in de Groene Ontwikkelingszones de landbouw, extensieve recreatie en landbouwbedrijven niet aan te merken als kernkwaliteiten? Grondstoffenwinning Er wordt een koppeling gelegd tussen ontgronding, waterberging, natuurontwikkeling, rivierverruiming, recreatie en wonen aan het water. Veel of teveel functies die aan een gebied worden toegekend. Wanneer ontstaat er een conflict tussen deze functies? Wij interpreteren de OmgevingsVisie zo dat de huidige situatie min of meer wordt gefixeerd. Wat ontbreekt is een visie op de grondstoffen winning in de komende 10 tot 30 jaar. Bijvoorbeeld: de rivier zet in de uitwaarden klei af en waar ligt het evenwicht tussen aanvoer door de rivier en de winning door de baksteen industrie? Bij ruimte voor de rivier komt er zand, grind en klei beschikbaar. Is daar vraag naar? Vragen: 1. Hoeveel kubieke meter klei kan er de komende 10 tot 30 jaar worden gestoken in de uiterwaarden? 2. Is deze winning duurzaam of komt er een moment dat de fabrieken klei moeten importeren of de deuren moeten sluiten? 3. Is het mogelijk om een kwantitatief en kwalitatief inzicht te geven in de hoeveelheden klei, zand en grind vrijkomen bij de projecten voor ruimte voor de rivier in de komende 10 tot 30 jaar? 4. Is het mogelijk om te kwantificeren hoe groot de vraag naar deze producten in dezelfde periode zou kunnen zijn? 5. Vervolgens wat leren wij daarvan voor de OmgevingsVisie? Veel vragen die vandaag of volgende week niet beantwoord hoeven te worden. Concrete toezeggingen van het college over wanneer dit thema onderbouwd in de commissie kan 4 worden besproken is voorlopig voldoende. Aaltense Goor VVD stelt voor om de plangrens terug te brengen zoals vastgelegd in het Streekplan en wacht het lopende gebiedsproces af. VVD begrijpt de insteek van GS en heeft kennis genomen van de toezegging van het college (amendement?). Multimodale knooppunten, hotspot container overslag en opslag Medel, Nijmegen, Emmerich, Doesburg, Barneveld, Nijkerk en Biezenburg hebben een containeroverslag en opslag of zijn daarover aan het nadenken. De Betuwelijn zal binnen 10 jaar goed worden aangesloten op het Duitse spoorwegnet. Ook hier missen wij een visie, een doorkijkje in de komende 10 tot 20 jaar waar het heen gaat met de overslag, opslag en vervoerstromen van de containers. Evenals bij de grondstoffenwinning zouden wij dit thema meer onderbouwd willen bespreken om zo een goede afweging te kunnen maken. Kan het college dat toezeggen? Cocreatie Hoe gaan we verder met het proces van cocreatie, rollende agenda, dynamisch Gelderland of uitnodigingsplanologie? Hoe wij het ook noemen, de kern is dat wij samen met de Gelderse samenleving door willen gaan om de concurrentiekracht van Gelderland te vergroten door duurzame versterking van de ruimtelijke-economische structuur en borgen van de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving. Wij stellen voor om aan het begin van ieder kalender jaar een update van de OmgevingsVisie in de Staten te bespreken. Deze update moet gaan over de kaders en de thema’s die door de Staten zijn vastgesteld om verder te worden uitgewerkt. Een goed voorbeeld daarvan is de nota over WindVisie die in september in de Staten wordt besproken. Vanzelfsprekend zal na het updaten van de OmgevingsVisie ook de OmgevingsVerordening l moeten woerden aangepast. In een tweetal statenbrieven (15/4/14 en 17/12/13) doet het college een voorstel voor de majeure opgaven. VVD begrijpt de inhoud van de brieven niet echt. Deze brieven zijn voor ons geen vrijbrief om verder te gaan. Wij verzoeken U ons nader middels een presentatie en een aanvullend schrijven hierover te informeren. Tot slot VVD zal mogelijk in de 2e termijn en anders tijdens de Statenvergadering, na overleg met de collegae Statenleden, een aantal concrete thema’s aanreiken voor het komend jaar. Er is een knap stuk werk verzet, een nieuwe basis staat om de Gelderse lange termijn visie middels rollende agenda te gaan opstellen. PvdA (zie bijlage 2 voor gehele tekst) geeft aan dat de omgevingsvisie beschrijft hoe de provincie de komende jaren wil omgaan met ontwikkelingen en initiatieven. Het is dus geen plan met exacte antwoorden, en eigenlijk ook geen visie, maar meer een kader/een richting. Ook wordt in het in plan aangegeven welke rol de provincie heeft/neemt bij bepaalde ontwikkelingen: ondernemend, inspirerend, verbindend of normerend. Ofwel: gaat de provincie regels stellen, controleren of vooral regisseren, verbinden en faciliteren. Voor PvdA is uitgangspunt: vertrouwen hebben waar het kan maar ook duidelijk een partij benoemen die beslissingen kan nemen en deze beslissingen durft uit te leggen. Wat betreft de PvdA is de hoofdvraag: biedt de omgevingsvisie nu voldoende ruimte voor de toekomst en zorgt de omgevingsvisie voor voldoende bescherming van datgene of diegene dat kwetsbaar is (voorzieningen, mensen, natuur)? PvdA denkt dat de Omgevingsvisie redelijk geslaagd is in het loslaten waar het kan en het vastleggen waar het moet, maar de ‘proof of the pudding’ zit in de omgevingsverordening. 5 Maar er is meer nodig om de omgevingsvisie ‘te laten werken’, namelijk vertrouwen. Bij de hoorzittingen viel de PvdA op dat veel insprekers toch vroegen om meer duidelijkheid en regels. Binnen het provinciehuis en gemeenten moet dan ook nog hard gewerkt worden aan de echte cultuurverandering. We moeten oppassen dat we niet terugvallen in bekende patronen. Voorstel ombudsman: PvdA stelt voor om in navolging van de Overijsselse ombudsman een Gelderse ombudsman in het leven te roepen. Voordeel van een Gelderse Ombudsman is, dat deze op regionale schaal georganiseerd is, herkenbaar is en de plaatselijke situatie goed kent. Bovendien kunnen klachten ter plaatse worden afgehandeld. Als een overheidsinstantie (gemeente, provincie) niet handelt zoals het hoort en de burger of organisatie het idee heeft dat hij of zij niet open, eerlijk en op correcte wijze behandeld is door de betreffende instantie, ambtenaar of bestuurder, dan kan een klacht worden ingediend. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om: het gevoel dat er niet of onvoldoende wordt geluisterd, het gevoel van het kastje naar de muur te worden gestuurd, onvoldoende of niet geïnformeerd worden over plannen, onheuse behandeling, niet adequaat worden geholpen of geen antwoord krijgen op (schriftelijke) vragen. Een klacht moet wel eerst bij de betreffende overheidsinstantie aangemeld en behandeld worden. PvdA vraagt GS om voortouw te nemen voor het opzetten van een Stichting Gelderse ombudsman en partners te vragen zich bij de stichting aan te sluiten. We zullen hiervoor met een motie komen. Het proces: Was de omgevingsvisie qua proces een succes? En wat is eigenlijk de doelgroep van de omgevingsvisie? Eerlijk gezegd denk ik dat een omgevingsvisie veel te abstract is voor cocreatie met ‘unusual suspects’. Co-creatie werkt alleen als het ‘mensen treft in het hart’. De omgevingsvisie is veel te abstract om het gesprek te arrangeren met burgers, ondernemers en belanghebbende partijen. Dat het toch voor een deel wel is gelukt (maar voor een groot deel ook niet), is toch positief. De omgevingsvisie is eigenlijk ook niet bedoeld voor burgers, maar meer voor ‘experts’: gemeenten, waterschappen en natuur- en landbouworganisaties. En die partijen zijn erg tevreden. Toch krijgen burgers uiteindelijk wel met de omgevingsvisie te maken (zie hoorzittingen). Communicatie liep niet altijd goed, met name waar het gaat om kaartmateriaal. Hoofdpunten waar PvdA een amendement of motie over wil indienen, zijn: duurzame verstedelijking, Kadegebonden bedrijventerreinen (Biezenburg), Energietransitie, Wandelroutes en langzaam verkeer, Landbouw, Groene Ontwikkelzone en Landschap. CDA (zie bijlage 3: gehele tekst) maakt complimenten over het resultaat van de concept omgevingsvisie dat niet ontstaan is vanuit de Arnhemse ivoren toren maar samen met partners en regio’s tot stand is gekomen. Over het resultaat kan de CDA fractie in hoofdlijnen tevreden over zijn. Toch valt er één kritische noot te kraken. Binnen de regio’s is veel werk verzet door besturen en regiovertegenwoordigers, maar de vraag kan wel gesteld worden of daarbij in voldoende mate gemeenteraden (de lokale volksvertegenwoordigers) bij betrokken zijn geweest. Het punt van voldoende democratische legitimiteit is voor het CDA wel een zorgpunt naar de toekomst, omdat de “rollende agenda” betekent, dat er nog verdere besluiten moeten komen en nadere invullingen gemaakt dienen te worden. Een goed voorbeeld is de Windvisie, als nadere uitwerking van de energieparagraaf van de 6 Omgevingsvisie. Daar zal de provincie de gemeenteraden voor support en draagvlak bij nodig hebben. Hoe kijken GS hier tegen aan? Herkent het college dit probleem en erkent zij, dat er nog enig missiewerk gedaan moet worden en hoe denken zij dit punt concreet aan te pakken? De Omgevingsvisie is ook een modern, eigentijds stuk werk zoals de digitale kaartbeelden. Daar zit echter niet alleen het probleem van toegankelijkheid voor minder digitaal geschoolde burgers, maar ook een stuk kwetsbaarheid in. Ook onze digitale omgeving is kwetsbaar voor criminelen en anderen die minder goede bedoelingen hebben. Zien GS dit ook zo en welke borging kunnen zij ons toezeggen om deze gevaren het hoofd te bieden? INHOUDELIJK – ALGEMEEN Door sommigen wordt opgemerkt, dat de economische doelen van de omgevingsvisie nogal leidend zouden zijn, soms te leidend en dat duurzaamheid onvoldoende uit de verf komt. Daar zijn wij het niet mee eens, want ook duurzaamheid moet “verdiend” worden. Zonder een goede economische basis verwordt onze mooie provincie tot een stuk drijfzand, waar burgers en bedrijven in een moeras van achteruitgang in wegzinken. Vitaliteit, bereikbaarheid en leefbaarheid staan daarbij voor het CDA centraal. CDA maakt daarbij een paar kanttekeningen: - is er voldoende aandacht voor de maakindustrie in Gelderland? - krijgt de agrarische sector voldoende ruimte tot duurzame economische groei? - is er ruimte voor meer regionaal logistieke bedrijvigheid? - krijgt veiligheid en bestrijding van criminaliteit in het buitengebied (met name in natuurgebieden) voldoende prioriteit om deze doelen, door GS zelf geformuleerd, te behalen gestreefd worden? Het CDA wil de omgevingsvisie beoordelen op basis van een aantal criteria: - duurzame economie, mobiliteit en energie - toekomstbestendige en leefbare steden en dorpen - behoud en versteviging van bijzondere landschappen - versterking van werkgelegenheid voor alle burgers, - stimulering van en maatwerk voor kleinere bedrijven, zoals de lokale detailhandel en ondernemende boeren. Vanuit deze uitgangspunten willen we ingaan op een aantal onderdelen van de Omgevingsvisie. ENERGIE De beschikbaarheid en toegankelijkheid van energie zal in de toekomst minder vanzelfsprekend zijn. We zullen dus alles op alles moeten zetten om ons land meer energieonafhankelijk te maken en daaraan zullen de lokale overheden een belangrijke bijdrage moeten leveren. Niet alleen windenergie maar ook andere vormen, zoals zonne-energie en biogas zijn aan de orde. Energiebesparing blijkt tot op heden nog het meest efficiënt en effectief. Wat er staat over dit onderwerp in de Omgevingsvisie kan het CDA in grote lijnen onderschrijven, mits hier gewerkt wordt aan voldoende draagvlak. In de omgevingsvisie staat dat GS deze energieneutraliteit in 2050 wil bereiken. Zijn er ook scenario’s denkbaar waarin we al in 2030 dit doel kunnen bereiken, en zo ja hoe zouden die er dan uit kunnen zien? Wat is de fysieke haalbaarheid daarvan en zou dit bereikt kunnen worden door nog meer in te zetten op kleinschalige en lokale energiewinning waar lokale gemeenschappen zoals de energiecoöperaties, zelf het eerste profijt van hebben en waardoor het draagvlak snel vergroot kan worden? (een eigen Gelders Energieakkoord?). Graag een reactie van het college hierop. In dit verband verwijs ik naar de nagekomen notitie van de regio Stedendriehoek als reactie op de vragen van commissieleden tijdens de hoorzitting in Zutphen. In hoofdstuk 4.4. (water en ondergrond) wordt gesteld, dat de provincie moet afwegen wat 7 er op een bepaalde plek in de ondergrond wel of niet mag. Dat is te algemeen gesteld. CDA fractie wil dat schaliegaswinning en het onderzoek daarnaar in de komende jaren (10) moet worden uitgesloten en wij stellen voor dit explicieter in de Omgevingsvisie te benoemen. LANDBOUW Voor het CDA is landbouw een kernwaarde in Gelderland die niet onderschat mag worden en voldoende economische armslag voor de toekomst moet krijgen. Geborgd moet worden in de omgevingsvisie dat er goede ontwikkelkansen voor de toekomst zijn. Vanuit deze optiek heeft het CDA beoordeeld wat er hierover in de omgevingsvisie staat en dan komen wij tot de volgende opmerkingen en vragen: - wat verstaat u onder een “plus” voor milieu, dierenwelzijn, volksgezondheid en ruimtelijke kwaliteit? Een plus bij uitbreiding ten opzichte van welke referentie? Wie gaan dat invullen? Antwoord: meestal de gemeenten. Kunnen we dan ervan uitgaan, dat onze doelen haalbaar en betaalbaar zijn? De sector zelf zet daar in ieder geval vraagtekens bij. Het levert in onzekerheid op, omdat niet duidelijk is hoe e.e.a. ingevuld gaat worden en dat vindt het CDA niet wenselijk; de doelen die het rijk en de EU stelt aan uitbreiding van de veehouderij vergen al grote inspanningen. Waarom moet daar in Gelderland nog een schep bovenop en wordt de Omgevingsvisie niet beperkt tot wat er landelijk en Europees in de maak is? - Gaat dit niet ten koste van één van de hoofddoelen van de Omgevingsvisie: een duurzaam, maar ook vitaal platteland? Het grote economische belang van de Gelderse veehouderij wordt te veel overschaduwd door te redeneren vanuit de negatieve effecten van de veehouderij op de omgeving. Helder zal worden dat wij in het verdere proces van cocreatie met de sector verder gesproken zal worden. - In specifieke zin gelden de vragen voor de grondgebonden veehouderij. Wat blijft er in dit verband nog over van het principe van uitnodigingsplanologie? Volgens de omgevingsvisie moet de agrarische sector investeren in de omgeving. Maar als men aan de kernkwaliteiten werkt voldoet men in de visie van het CDA al in voldoende mate daaraan. Dus waarom moet extra waargemaakt worden als men meer van 30 % wenst uit te breiden? Waarom laten we de “markt” niet in grote lijnen bepalen wat de kansen en mogelijkheden voor uitbreiding zijn? Wordt op deze manier het planologische regime niet te strak, daar waar in onze visie boeren al eeuwenlang hoeders van het Gelderse landschap zijn. Wij vinden het onredelijk dat agrarische bedrijven bij een uitbreiding van meer dan 30% substantieel de kernkwaliteiten van de GO moeten versterken. Of gaat u er impliciet van uit dat uitbreiding van een agrarisch bedrijf sowieso de kernkwaliteit van de GO aantast? Het zal duidelijk zijn, dat we bij de verdere besprekingen, met name als het gaat om de verordening, met amendementen willen komen en we nodigen u (GS) en andere partijen uit om met ons mee te denken om deze (onze) visie op de agrarische sector verder uit te denken. - Dit betreft ook het criterium van 50 % grondgebondenheid dat in de Omgevingsvisie staat: velen twijfelen aan de haalbaarheid en de rechtmatigheid daarvan. Hoe ziet het college dit als reactie op wat de sector heeft ingebracht op dit punt. NATUUR & LANDSCHAP Waarom spreekt het college over een compacte systeem van verbonden natuurgebieden. Waarom hanteert u hier niet de term “robuust”. Daar zijn we toch altijd voor gegaan? Wat is hier “compact”? ARCHEOLOGIE Limes: er is door insprekers op gewezen, dat er hier al beschermingsmaatregelen t.b.v. archeologische waarden worden benoemd, zonder dat al expliciet vast staat, dat het gebied als erfgoed is of wordt aangewezen. Waarom kiezen GS voor deze opstelling en kan e.e.a. niet beter via een wijziging op de Omgevingsvisie worden vastgesteld, wanneer we een 8 beter beeld hebben van de begrenzing? EXTERNE VEILIGHEID Handhaving in het buitengebied is een groeiend probleem: stroperij, illegale bewoning en stort van o.a. drugsteelt. Het zijn weliswaar de ergste, maar niet de enige problemen die zich hier opdienen, met name in een kwetsbaar en lastig te bewaken gebied als het Veluwse natuurgebied. VELUWE Het helpt niet echt, dat de Veluwe over drie verschillende WGR-regio’s is verdeeld. CDA doet hierbij de suggestie om m.b.t. een aantal gewenste ontwikkelingen (incl. toeristische sector) om de Veluwe weer als gehele entiteit te beschouwen en aan te pakken en op die manier de samenwerking te stimuleren en wellicht te regisseren. We denken er aan om in de Statenvergadering met een concreet voorstel komen. LUCHTVAART Ook hier staat de komende tijd e.e.a. op de rol en dat heeft vooral te maken met de positie van het vliegveld Lelystad in het landelijk netwerk van vliegvelden. Als de functie van Lelystad wordt uitgebreid heeft dat gevolgen voor de Noord Veluwe, maar ook voor het vliegveld Teuge. BEDRIJVENTERREINEN & ECONOMIE/WONEN CDA is het onverkort mee eens over wat er over perifere detailhandel staat in de Omgevingsvisie. Dat geldt ook voor het handhaven van het verbod op permanente bewoning van recreatieparken. De kwaliteit van het toeristisch product staat onder druk, o.a. door de bewoning door nieuwkomers en arbeidsmigranten. Het probleem wordt in de Omgevingsvisie benoemd en moet samen met gemeenten en regio’s opgelost worden. Het instrument van de woonprogramma’s moet daarom soepel gehanteerd worden. In de visie van het CDA heeft een ieder die hier legaal verblijft en een bijdrage levert aan onze economie recht op een adequate en betaalbare huisvesting. Inmiddels is de harde en zachte capaciteit van gemeenten en regio’s aardig op orde en wij vinden het verstandig om daar niet verder het mes in te zetten. Bij een aantrekkende economische groei moeten gemeenten snel en flexibel kunnen reageren op de ontwikkelingen. Hoe gaat het college dit concreet aanpakken? Dat betreft ook de situatie rond de bedrijventerreinen. In de Omgevingsvisie worden concrete zaken in regio’s benoemd, zoals de Biezenburg bij Tiel in de gemeente Neder-Betuwe. Maar er zijn meer plaatsen die onze aandacht vragen, zoals de logistieke hotspots bij Barneveld (A1/A30) en Zevenpoort bij Zevenaar. Het CDA wil hier nadrukkelijk aandacht voor vragen en ervoor zorgen dat in de Omgevingsvisie ook deze ontwikkelingen benoemd worden. Wij vragen het college in ieder geval in deze situaties alle opties open te houden. MOBILITEIT EN OV In de hoorzitting in Zutphen kwam de fijnmazigheid van het Gelderse wandelnetwerk ter sprake en als we kijken naar de doelen van de provincie t.a.v. sport en bewegen, dan ligt hier wel een aandachtspunt. Volgens ons zou dat wandelnetwerk beter geborgd kunnen worden in deze Omgevingsvisie. CDA vindt dat op dit punt de tekst nog wel aangescherpt kan worden. WATER: Is vooral een kwestie van bestaand beleid, c.q. waterschappen en Rijk (ruimte voor de rivier) als het gaat op hoogwaterbescherming. In het kader van Waalweelde-West komen we daar in de toekomst verder op terug. Het valt ons op, dat u plannen heeft om te komen tot grensoverschrijdende klimaatcorridors in de Achterhoek (op p. 129). Wat is uw doel met 9 deze verkenningen? Tenslotte nog enkele vragen: We hebben kennis genomen van het tweede vervolgvoorstel waarin nadere zaken aan de orde komen, zoals het beschermingsregime van het GNN, de delfstoffenwinning in het GNN (de uiterwaarden). Ook stemmen we in met de beantwoording van een aantal meer concrete zaken, het Binnenveld Zuid, gemeente Buren, etc. CDA mist nog in de reactie van GS wat er in de hoorzitting in Tiel gezegd is over de laanboomteelt en in de hoorzitting in Ede over de uitbreiding van glasopstanden bij de WUR. Kunt u ons daarover schriftelijk een antwoord geven? Wat betreft het Aaltense Goor: is het niet verstandig de oude kaarten te hanteren en daarna de nieuwe situatie via een wijzigingsbevoegdheid vast te stellen? Is het afschaffen van het stiltebeleid niet voorbarig en wat zijn de gevolgen daarvan? Tenslotte, hoe worden PS betrokken bij de vertaling van de Omgevingsvisie en –verordening in de bestemmingsplannen? PVV bewaart haar politieke visie over de Omgevingsvisie voor de Statenbehandeling. PVV verwijst naar de vele zienswijzen die zijn ingediend van onder meer een groot aantal particulieren en vraagt hoeveel (procentueel) ervan uiteindelijk gehonoreerd zijn of met tevredenheid zijn afgehandeld. Deze vraag richt zich met name op bestemmingen van bepaalde gebieden. Opvallend was bij de hoorzittingen dat veel particulieren en agrariërs niet meer goed wisten waar ze door de nieuwe bestemmingen in de Omgevingsvisie aan toe zijn, bijvoorbeeld in het kader van toekomstige uitbreidingen. SP vindt dat de Omgevingsvisie een goed leesbaar, inzichtelijk document is geworden en er ten opzichte van het oude Streekplan een duidelijke kwaliteitsslag is gemaakt. SP is ook positief over de toegepaste bottum-up benadering van het cocreatieproces. Merkbaar is dat dit proces het draagvlak voor de visie heeft vergroot. Aan de andere kant is de rol van de provincie als toezichthouder en handhaver wel onduidelijker geworden door de flexibele, open wijze waarop kaders zijn ingevuld. De teneur van de visie is een beetje een terugtredende overheid die alles laat begaan. Hoe ziet het college nu de rol van de provincie op het gebied van handhaving en toezicht? SP kan zich minder vinden in de gekozen speerpunten (versterking tuinbouw, logistiek) om meer ruimte te geven voor de economie. Bijvoorbeeld de aandacht voor het platteland schiet hierbij tekort. Ook het onderwerp ‘krimp’ komt te mager aan bod in de visie over het platteland. De rol van de provincie met betrekking tot de krimpproblematiek blijft onduidelijk bijvoorbeeld over de instandhouding van de basisvoorzieningen in dorpen. De taakstelling voor windenergie lijkt een moeilijke opgave gezien de reacties in de hoorzittingen. Bij onvoldoende draagvlak zal een ‘pas op de plaats’ gemaakt moeten worden. Wat betreft de woningbouw is de SP ervoor om flexibiliteit aan te brengen in de woningbouwprogramma’s, zodat de gewenste woningbouw hierdoor niet wordt gestagneerd. SP mist een provinciale visie hoe woningen ‘levensloopbestendig’ gemaakt kunnen worden. Hetzelfde geldt voor de wijze waarop leegstaande kantoren- en bedrijventerreinen getransformeerd kunnen worden. SP vindt het onjuist dat aan de omvang van de bedrijven in de 2 concentratiegebieden van de tuinbouw geen scherpe grenzen zijn gesteld. De uitgangspunten voor de perifere detailhandel kan de SP wel steunen. SP vindt dat er geen publiek belang is gediend met de uitbreiding van vliegveld Teuge en vindt de koppeling met de ontwikkelingen van vliegveldveld Lelystad onwenselijk. Voor het gebied de Achterhoek wordt de uitwerking hoe de krimpproblematiek kan worden aangepakt gemist. Voor de Stadsregio wordt een concreet woningbouwprogramma gemist gezien de grote behoefte aan woningen (lange wachtlijsten in de steden) in deze regio. In Rivierenland wordt de toegevoegde waarde van extra logistieke bedrijven betwijfeld. SP vindt de rol van de provincie op gebiedsniveau onduidelijk en te weinig concreet uitgewerkt. Tenslotte vraagt de SP aandacht voor de rol van de Staten bij het gegeven dat de 10 Omgevingsvisie in de loop van de tijd regelmatig geactualiseerd zal moeten worden. D66 complimenteert het college met het degelijke werk dat uiteindelijk de Omgevingsvisie heeft opgeleverd. Veel functies moeten in de visie verenigd worden tot de 4 basiselementen in de Omgevingsvisie: visie, draagvlak, regels en oordelen. Lastig is dat alles zo snel verandert en een visie heel snel verouderd is en contraproductief kan werken. Al kunnen wij niet op de schaal van tien jaar kijken, inwoners kopen een huis met een hypotheek voor 30 jaar, en bedrijven investeren ook vaak met verplichtingen van 10 jaar. Dus moet ook de overheid toch een soort visie hebben voor een langere periode. Belangrijk voor D66 zijn een aantal principes waaraan het proces van de totstandkoming van de Omgevingsvisie moet voldoen. De politiek moet allereerst onderdeel van de samenleving zijn. Ten tweede moeten de maatschappelijke uitdagingen leidend zijn en niet de bestuurlijke schaal. Ten derde moet de provincie een dubbelrol op zich nemen en niet alleen regisseur zijn, maar ook toezichtshouder. Cocreatie is een belangrijk thema geweest in de aanloop van deze Omgevingsvisie. CoCreatie is een mooi proces maar levert niet altijd het mooiste product op. Verwarren wij vaak niet cocreatie met bestuurlijk overleg en polderen in het middenveld. Burgers zijn vaak veel minder tevreden over de loop van bepaalde zaken. Cocreatie zou eigenlijk een proces moeten zijn waarbij alle betrokkenen gehoord worden, hoe bijvoorbeeld een gebied het beste ingevuld kan worden. D66 vraagt zich af wanneer cocreatie wel of niet goed kan werken en welke randvoorwaarden hiervoor gelden? Zo wordt bij het thema windmolens al een randvoorwaarde en doelstelling van tevoren vastgesteld. De cocreatie kan dan wel gaan over het proces hoe de windmolens ingepast kunnen worden. Niet altijd is cocreëren mooi want we vragen al veel participatie van burgers. Zo ken ik een freelance musicus die in het buitengebied woont. Zijn co-creatie is de opvoering van een cantate niet het bespreken van het stiltebeleid met motorcrossers. Burgers willen niet altijd cocreëren, maar ook de overheid kunnen vertrouwen en zeker zijn dat de overheid ook de rug recht houdt ten opzichte van gevestigde belangen met een lange adem. De cocreatie is in het algemeen goed gegaan, maar we moeten wel lessen trekken en toepassen. Bijvoorbeeld moet goed gekeken worden op welke schaal cocreatie toegepast moet worden. Ook is overleg tussen GS en PS geen cocreatie. Er zijn toch gevallen waar burgers niet zijn betrokken bij de cocreatie zoals Teuge of de Biezenburg. Tenslotte, cocreatie of niet, alleen een democratisch gelegitimeerd orgaan mag knopen doorhakken. Cocreatie leidt niet altijd tot vergezichten. De problematiek van schaarste aan grondstoffen en de fosfaatcyclus of de veranderende positie van de maakindustrie (reshoring en automatisering) komt onvoldoende uit de verf. D66 stelt voor om als test twee thema’s als cocreatie ateliers vanuit PS te organiseren (ook in het kader van bestuursstijl en commissie Scheffer). Daarmee kan de kaderstellende rol en cocreatie gecombineerd getest worden. D66 wil op een aantal thema’s iets dieper ingaan: 1. Bij grensproblemen m.b.t. kaartmateriaal moet er ruimte gelaten worden aan de gebiedsprocessen. Feitelijk gaat dit om fouten in de kartering van de visie of ingrepen van de provincie waar er nog dialoog (cocreatie) was over de inrichting van gebieden. D66 vertrouwt dat die kwesties opgelost worden. 2. Ruimtelijke conflicten. De overheid/politiek heeft de taak om ruimtelijke conflicten te beslechten Dat zijn soms conflicten van een zekere schaal maar soms is het ook zeer lokaal. Het gaat om overlast, waardeverlies of juist mogelijke opbrengsten. En als er conflicten zijn dan geven we ruimte maar we wijzen ook planwinst en planschade toe. Nu komst planwinst vaak aan de investeerder toe en de planschade aan de belastingbetaler. De Gemeente heeft met de OZB een vorm van verevening van winst/verlies. Maar op Provinciaal niveau bestaan er geen vereveningsmechanismen. 3. Ruimtelijke uitdagingen die breed spelen. Er zijn vrij veel insprekers geweest over watergebonden bedrijvigheid en logistieke locaties, transformerende industrie aan het water 11 en specifieke industrieën die grondstof uit/aan het water halen. Hier moet meer verduidelijking komen van de provincie. Het gaat dan specifiek om Biezenburg, Kanaal bij Lochem of ook de kleiwinning en baksteenproductie in de uiterwaarden. 4. Sommige uitdagingen zijn op het verkeerde schaalniveau aangezet. De dynamiek in Food Valley werkt ook door in het Rivierengebied. Logistieke hotspots hebben een straal van 50km nodig, dus meer dan een regio. We sluiten ons teveel op in de zeven regio’s daar waar de maatschappelijke uitdaging soms een andere schaal vereist. De uitdaging moet centraal staan, niet het bestuurlijk niveau. Voorbeeld: regionale luchthaven (Teuge). 6. Sommige stemmen hebben geen stem of een verspreide stem. De Omgevingsvisie gaat sterk uit van verkeersassen en legitimeert soms het doortrekken van autobanen (zoals de A30 ten noorden en ten zuiden). Maar de wandelaars, de fietsers en de dieren komen er qua verbindingszones minder goed uit. Het gaat niet om het aanleggen van fietspaden of ecoducten, het gaat om het open laten van ruimte waarin gefietst kan worden of een dier zich kan bewegen. Daarnaast is nog het thema stilte van belang. In het beheer van het buitengebied (motorfietsers en honden) moet overlast zonder economische functie echt ingeperkt worden. In die zin is het motorcrossterrein in Delden een aantasting van natuur en leefbaarheid GroenLinks complimenteert het college en het betrokken ambtelijk apparaat over de inzet die geleid heeft tot de voorliggende Omgevingsvisie. Ook hulde voor de wijze waarop de voorbereidingsgroep van de commissie ROW heeft kunnen functioneren. Ondanks het vele werk dat al is verricht in het cocreatie proces is volgens GroenLinks dit nog maar het begin vanwege de rollende agenda en het noodzakelijke continue overleg met alle betrokkenen (organisaties en burgers). Uitgegaan is in de Omgevingsvisie van 2 provinciale hoofddoelen: duurzame economische structuur en ten tweede het borgen van de kwaliteit en veiligheid. De fractie kan zich niet geheel vinden in de invulling van deze 2 hoofddoelen. Bij de eerste doelstelling geeft het college een groot gewicht aan economische structuurversterking boven natuurbelangen. Een goed voorbeeld hiervan is de intrekking van de provinciale regeling natuur- en boscompensatie. Bij de invulling van kwaliteit en veiligheid is niet duidelijk wie verantwoordelijk is: de gemeente of de provincie? Dit zien we terug bij onder meer een plus bij milieu en dierenwelzijn, volksgezondheid en ruimtelijke kwaliteit bij de intensieve veehouderij. Er moeten duidelijke richtlijnen en kaders worden meegegeven wie hier waarvoor verantwoordelijk is en wie dit beleid gaat handhaven en monitoren. De fractie vraagt zich af of de gemeenten de grote verantwoordelijkheid voor ruimtelijke kwaliteit wel aankunnen. Voor een aantal onderwerpen zijn er duidelijke richtlijnen meegegeven, zoals geen grootschalige detailhandel en het woningbouwbeleid. Maar voor kantoorpanden en bedrijventerreinen zal bijvoorbeeld nog veel gezamenlijk overleg moeten plaatsvinden om de gewenste ontwikkelingen re versnellen. GroenLinks stelt voor om de locatie Biezenburg uit de Omgevingsvisie te schrappen gezien de alternatieve locaties die recent naar voren zijn gekomen. Omdat de uitbreiding van Lelystad kan nog jaren duren, moet er nu duidelijkheid komen dat er geen uitbreidingen zullen plaatsvinden voor het vliegveld Teuge. Uit de evaluatie van de Rekenkamer m.b.t. de Stiltegebieden blijkt dat op de bescherming en toezicht op de natuurcompensatie bij GNN onvoldoende wordt beheerd. Wat gaat het college hieraan doen? GroenLinks maakt zich zorgen dat de gestelde doelen van de energietransitie niet gehaald worden door financieel- en capaciteitsgebrek. Welke voornemens heeft GS om die ambitie wel te realiseren? Een gemiste kans in de Omgevingsvisie is om ook andere gebieden voor alternatieve energie aan te wijzen zoals gedaan is voor windenergie. GroenLinks vraagt hoe de Staten in de vervolgstappen van de Omgevingsvisie (rollende 12 agenda) mee kan sturen? Ook rijst de vraag hoe de Staten het proces kunnen controleren en monitoren? De fractie sluit zich aan bij het voorstel van de VVD om een aantal thema’s jaarlijks gezamenlijk met de Staten te ontwikkelen en verder uit te werken. Bijvoorbeeld moet er nog een verdieping gemaakt worden in de economische stedelijke netwerken, Gelderse Corridor, Veluwe en de krimp. Ook moeten er nog instrumenten nader worden uitgewerkt, zoals de Gelderse ladder voor duurzaam ruimtegebruik en het actieplan leegstand en transformatie. Ook de Omgevingsverordening zal in ‘beweging’ moeten kunnen zijn in verband met nieuwe ontwikkelingen. GroenLinks vraagt zich af, of de status van zowel de Omgevingsvisie als van de verordening niet anders moet zijn in verband met de rollende agenda. ChristenUnie concentreert haar bijdrage bij deze commissiebehandeling op een 12-tal punten: 1. Het proces: ChristenUnie is positief over het proces van cocreatie en spreekt haar complimenten uit naar het college, ambtelijke organisatie en naar de partners die in die cocreatie hebben meegedaan. Maar nu komt het erop aan om die cultuur en die werkwijze vast te houden. Wil het college, of de Rekenkamer, met één of twee jaar dit proces evalueren? 2. Gelderse Ladder voor duurzaam ruimtegebruik: dit instrument ziet de fractie als kernpunt van de Omgevingsvisie. Wij denken dat die ladder echt heel serieus moet worden toegepast. Bijvoorbeeld ‘veranderende woonbehoeftes’, ‘locatie-onafhankelijk werken’, ‘internetwinkelen’, ‘bevolkingskrimp’, zijn allemaal elementen die ertoe leiden dat de ruimtelijke opgaven anders zijn geworden dan de afgelopen decennia. ‘Overprogrammering en leegstand voorkomen’, ‘het bestaande hergebruiken’, ‘transitie’, dat is de kern van de opgave. Dat vraagt meer dan een accentverschuiving en daarvoor is het soms niet genoeg om het speelveld en de spelregels aan te geven, maar moet je soms daarvoor een stevige speler op het speelveld zijn. 3. Duurzame verstedelijking: in lijn met het vorige punt kijken wij uit naar de uitvoering van het‘actieprogramma kantorenleegstand’ en het actieplan ‘leegstand en transformatie’. De fractie is blij dat de visie ook uitdrukkelijk kijkt naar winkelgebieden. Heel belangrijk is de insteek van compacte winkelgebieden en het beperken van het aantal perifere detailhandellocaties. Wij vragen het college deze zaken voortvarend op te pakken. 4. Biezenburg: opvallend concreet is de Omgevingsvisie over de locatie Biezenburg in de gemeente NederBetuwe. Biezenburg wordt aangewezen als locatie voor logistieke hotspot. Hiermee volgt de provincie de keuzes van de Regio Rivierenland. Wanneer de Gelderse Ladder voor duurzaam ruimtegebruik wordt gevolgd, zien wij geen goede argumentatie om Biezenburg als zoeklocatie aan te wijzen. Voor de fractie prevaleert de afweging van de Gelderse Ladder boven het volgen van de Regio. Wij zien graag de Omgevingsvisie op dit punt gewijzigd (overwegen amendement). We hebben hierover een Statenbrief ontvangen, maar de status is ons onduidelijk (graag verheldering). 5. Windvisie: ChristenUnie ziet energietransitie als een belangrijke opgave waarin we op alle vormen van duurzame energie moeten inzetten. We zouden ervoor willen waken dat er alleen aandacht is voor grootschalig windenergie-ontwikkelingen. Ruimte voor kleinschalige windenergie-ontwikkelingen is minstens zo belangrijk. 6. Teuge (Par. 3.3.7): Christen Unie ziet niet veel in het aangekondigde overleg over mogelijkheden en condities voor uitbreiding van vliegveld Teuge. Wij hebben genoeg aan het huidige plafondbeleid. 7. Land- en tuinbouw (par. 3.4.1.): is een belangrijke bedrijfstak die niet alleen voor ons voedsel zorgt maar ook een belangrijke landschapsbeheerder is. De spelregels voor bedrijfsuitbreidingen zijn in het cocreatieproces uitgebreid aan bod geweest. De fractie heeft geconstateerd dat ook het LTO kan leven met het principe dat uitbreiding “verdiend” moet worden met plussen op gebied van milieu, dierenwelzijn, volksgezondheid en/of landschappelijke kwaliteit. 13 8. Zonering reconstructie (par.3.4.2.): ChristenUnie wil stoppen met de reconstructiezonering. Het liefste meteen, maar als het moet op termijn. Wel moeten de verplaatsingen van bedrijven van extensiveringsgebieden naar landbouwontwikkelingsgebieden netjes worden afgehandeld. 9. Mooi Gelderland (par. 4.1): de term “bouwmeesterschap” is voor de ChristenUnie een benadering die aanspreekt. Vanuit de inzet op bouwmeesterschap gaat de provincie voor kwaliteit en wil de provincie provinciale en regionale opgaven realiseren. Het belang van het Gelders Natuurnetwerk staat ook voor ons buiten kijf en dat lijkt ook maatschappelijk weinig discussie op te roepen. 10. Groene Ontwikkelingszones: deze zones roepen meer discussie op, zoals ‘wat mag daar nu wel of niet?’ Enerzijds is het doel om de natuurlijke situaties te verbeteren, anderzijds is er geen beperking voor bestaand gebruik en is uitbreiding van bestaand gebruik mogelijk tot maximaal 30%. Daar bovenop geldt nog een compensatieverplichting. Voor ons is de vraag of dit voor bestaande agrarische bedrijven een reëel regiem is? De grens van 30% lijkt ook redelijk arbitrair te zijn; voor ons gevoel zou die grens net zo goed op bijvoorbeeld 50% kunnen liggen. 11. Landgoederen (Rhederhof, Welna, Nederrijk, Linschoten, par. 4.2.4): in de inspraak is opvallend vaak gereageerd door landgoedeigenaren of rentmeesters. We hebben begrip voor hun oproep om niet alleen oog te hebben voor de waarde die hun landgoederen hebben uit oogpunt van natuur en landschap, maar ook voor mogelijkheden om financieel de eigen broek op te kunnen houden. 12. Schaliegas (par. 4.4.4.5): de provincie wil niet dat fossiele energie, waaronder schaliegas, gewonnen wordt in intrekgebieden voor drinkwatervoorziening. In maart 2013 hebben de Staten zich bij motie uitgesproken helemaal geen schaliegaswinning te willen. ChristenUnie wil dat de tekst van die Statenmotie volledig terugkomt in de Omgevingsvisie. Met deze 12 punten is de fractie impliciet ingegaan op tal van inspraakreacties. Het college is naar aanleiding van de hoorzittingen ook met een vervolgvoorstel gekomen, bijvoorbeeld m.b.t. het Aaltense Goor en een aantal andere punten. Dat vervolgvoorstel steunen wij van harte. SGP heeft waardering voor de Omgevingsvisie en dankt hiervoor college en de betrokken ambtenaren voor het resultaat. Burgers, instellingen, gemeenten etc. hebben in een proces van gezamenlijk belang hun bijdragen geleverd. Het is nu zaak die betrokkenheid vast te blijven houden in de uitvoering. We moeten oppassen dat straks door de normering van de Omgevingsverordening die betrokkenheid niet verloren gaat. Samenvattend: blijf uitdagen, inspireren, uitnodigen en samenwerken. Daarmee zet de provincie zich positief op de kaart bij burgers en stakeholders. We verwachten van GS dat de zienswijzen en de mogelijke doorlopende communicatie hieromtrent zorgvuldig verloopt. SGP vraagt aandacht voor de ‘grote vraagstukken’. Wij staan als provincie voor nieuwe uitdagingen en grote opgaven. De woningmarkt is in beweging en vraagt om een flexibele aanpak. Dit onder invloed van demografische ontwikkelingen (vergrijzing en krimp) en noodzakelijke zorgoplossingen, etc. Winkelcentra zullen veranderen onder invloed van webshops. Mobiliteit en transportbewegingen vragen om lange termijn oplossingen. Emissienormen vanuit Brussel worden verder aangescherpt. Vervoer per spoor en water komen daardoor nadrukkelijker in beeld. Nadenken over bijvoorbeeld een railterminal Barneveld/Nijkerk is eerder dichterbij dan verder weg. De bypass bij de Rijnbrug bij Rhenen en een oplossing bij knooppunt Hoevelaken vragen onze dringende aandacht. Ook de opgaven met betrekking tot de energietransitie zal de nodige aandacht en inspanningen vragen. We staan kortom voor grote vraagstukken die we niet alleen aan kunnen pakken. De uitwerking van alle plannen kan niet in één keer gebeuren. Wij vragen GS om te komen met een stappenplan. Benoem bijvoorbeeld per jaar een doelstelling per Regio en voor de 14 gehele provincie. Uitermate belangrijk is wat u beschrijft in het benutten van de specifieke kernkwaliteiten van de Regio’s. Terecht stellen GS dat samenwerking over provinciegrenzen heen met andere provincies en buurland Duitsland van essentieel belang is. Zo zijn voor de Achterhoek de kansen van UT Twente van groot belang. Voor de Stadsregio Arnhem- Nijmegen zijn dat de de ontwikkelingen rondom de Radboud Universiteit en NXP. Voor de Regio Food Valley de kennisas en samenwerking met WUR en World Food enter, voor de Betuwe Greenport Gelderland en voor de regio Noord Veluwe kansen op het gebied van zorg en toerisme. Als het om de regio Noord Veluwe gaat is de SGP van mening dat aangehaakt kan worden bij het Polymeer Science Park in Zwolle. Benut dit initiatief met bijvoorbeeld kennis van hoogwaardige productietechnologie (AWL) in Harderwijk. Maar verbindt deze regionale hotspots ook met elkaar zodat door sterke regio’s een sterke provincie ontstaat. SGP stelt concreet aan de orde een aantal zaken waar nog vragen over bestaan: Vitaal platteland/vitale dorpen De vitaliteit van het platteland op peil houden stelt de samenleving voor grote vraagstukken. Wij willen kort inzoomen op twee zaken: breedband en Openbaar vervoer. Breedband: De digitale breedband ontsluiting van het platteland is een must. Steeds meer cloudsoftware is beschikbaar. Scholen en bedrijven hebben daardoor snellere internet verbindingen nodig. De provincie wil via een PPS risicodragend participeren om breedband van de grond te krijgen. In de omgevingsvisie noemt u expliciet de Achterhoek als wit gebied en wilt u met de activiteiten in de Achterhoek starten, dusdanig dat de witte gebieden eind 2015 voorzien zijn van breedband. Wij hebben hierover de volgende vragen: 1. Is het college met ons van mening dat naast de Achterhoek ook de andere witte gebieden voorzien moeten worden van breedband? 2. Bent u met ons van mening dat dit ook snel moet gebeuren? Kunt u ons een planning overleggen wanneer andere gebieden aan de beurt zijn? Openbaar vervoer: De bereikbaarheid van het platteland met het openbaar vervoer zal een grote opgave worden. Gedeputeerde Bieze stelde onlangs: ‘De tijd is voorbij dat midden in elk dorp altijd een bushalte moet zijn’. Wij vinden dit zorgwekkend. Luchthavens: Enkele jaren geleden hebben we in deze commissie gesproken over helicopterlandingsplaatsen. In de omgevingsvisie vinden wij hierover niets terug. Vraag: welk beleid gaat hiervoor nu gelden? De provincie gaat in overleg met partners de mogelijkheden en condities voor de uitbreiding van vliegveld Teuge in beeld brengen. Dit naar aanleiding van uitbreiding van het vliegverkeer van Schiphol naar Lelystad, waardoor verschuivingen optreden van behoeften naar mogelijk ook Teuge. Uitbreiding heeft consequenties voor het gebied om en nabij Teuge. De SGP zal daarom dit proces kritisch volgen en vraagt GS om PS hierover tijdig te informeren. Wonen: Aandacht verdienen op dit terrein bijvoorbeeld ontwikkelingen in de zorg, mogelijkheden voor mantelzorgers, woonzorgcombinaties etc. Aandacht verdient ook de zorg van het toenemend aantal arbeidsmigranten. GS noemen dit laatste alleen als het gaat om de regio Noord-Veluwe. Ons inziens kunnen ook andere regio’s met dit probleem te maken krijgen. Graag hier de visie van het college op deze ontwikkeling. SGP steunt het college om met Regionale Woonagenda’s te gaan werken. Wat de SGP betreft dienen aantallen niet als startpunt gehanteerd te worden, maar dient de opgave centraal te staan. De provinciale rol dient wat de SGP betreft meer faciliterend dan sturend te zijn. Hoe kijkt het college hier tegen aan? 15 Windenergie: Het wordt een opgave om 230,5 Megawatt aan windenergie op te wekken. SGP heeft enkele vragen over het initiatief bij Angerlo, windmolenpark Bijvanck. Is windenergie door GS vergund aan windmolenpark Bijvanck? Als dat niet zo is, en de locatie is in onderzoek, klopt het dan dat daar geen rechten aan ontleend kunnen worden als wij de omgevingsvisie vaststellen? Groene Ontwikkelingszone (GO) De omgevingsvisie hanteert voor deze zone twee regimes: grootschalige uitbreiding (> 30%) met substantiële versterking van de kernkwaliteiten en een kleinschalige uitbreiding (< 30%) per saldo versterken van de kernkwaliteiten. De opname van percelen met agrarische bestemmingen in de Groene Ontwikkelingszone heeft geen gevolgen voor de bestaande bedrijfsvoering. De Groene Ontwikkelingszone heeft een dubbel doelstelling: ruimte voor economische ontwikkeling, in combinatie met versterking van de kernkwaliteiten van natuur en landschap. Hierover hebben wij de volgende vragen: 1. Waarom moeten bij grootschalige uitbreiding de kernkwaliteiten substantieel versterkt worden, ook als de kernkwaliteiten niet worden aangetast? Je gaat toch compenseren als er sprake is van aantasting van de kernwaarden? 2. Van het LTO hebben wij begrepen dat het advies van de manifestpartners aan de provincie met betrekking tot het planologische regime van de omgevingsvisie niet heeft overgenomen. Wat is daar de reden van? De zoneaanduiding van de GO is gebaseerd op kadastrale grenzen. Dat lijkt logisch, maar is het niet. Sommige kadastrale percelen zijn groot, waardoor ongewild grote stukken grond, veraf gelegen van de ecologische verbinding gelegen grond, de GO-kwalificatie krijgt. Deze manier van tekenen geeft schaduwwerking, daar zijn financiers niet gek op. Vraag: bent u bereidt dit aan te passen, door bijvoorbeeld gewoon over percelen heen te tekenen? Aaltense Goor Wij constateren dat er bij het gebied ten oosten van de Boterdijk wel sprake is van een uitbreiding. Dit is in strijd met de uitgangspunten. Bovendien is het in strijd met het gebiedsproces dat nu loopt in het Aaltense Goor. Dit proces is voorzichtig maar met een positieve invalshoek gestart. Handhaving van dit gebied als groene ontwikkelzone zal het draagvlak ernstig aantasten. Vraag : de problematiek van Aaltense Goor is u bekend. Er zijn diverse insprekers geweest die vragen om het GO-regime er af te halen. Er loopt een gebiedsproces, de provincie committeert zich aan de uitkomsten. Toch legt de provincie nu eenzijdig een Groene Ontwikkeling zone regime op. Waarom doet GS dit? SGP pleit ervoor: haal dit regime er af, kom tot een bepaalde uitkomst en beslis dan wat te doen. Landbouw Het college stelt dat ‘de verkaveling in Gelderland relatief slecht is’ (3.4.1). Voor een goede bedrijfsvoering is een veel betere verkaveling zeer belangrijk. U geeft niet aan hoe u dit gaat doen? Vraag: welke instrumenten gaat u inzetten om een betere verkaveling (snel) mogelijk te maken? En heeft de Stichting STEVIG hier ook een blijvende plaats in? Niet-grondgebonden veehouderij Aan bedrijven die willen groeien worden extra kwaliteitseisen gesteld. Hierbij gaat het om vier aspecten: milieu, dierwelzijn, volksgezondheid en ruimtelijke kwaliteit. Op minimaal drie van de vier aspecten dient de ondernemer een plus in te vullen. Op zich begrijpen wij deze aanvullende eisen, zeker als het gaat om een significante uitbreiding. Echter voor een kleine uitbreiding zijn dit te zware eisen. Wij willen deze aanvullende eisen graag laten gelden boven een uitbreiding van 30%. Wat vind het college hiervan? Als de vier extra kwaliteitseisen gesteld worden, dan vinden wij ook dat deze onderzocht moeten worden op haalbaarheid en betaalbaarheid. Ofwel, voer een economische toets in, 16 zodat inzichtelijk wordt of de extra kwaliteitseisen wel uitgevoerd kunnen worden. Graag een reactie van het college hierop. Wat voegt de reconstructiezonnering nog toe? Waarom is er nog een verschil tussen LOG’s, extensiveringsgebieden en verwevingsgebieden? De SGP-fractie pleit voor een Landbouw Effecten Rapportage (LER). Deze kan gehanteerd worden bij planologische beslissingen, bijvoorbeeld bij functiewijziging. Graag uw reactie hierop. Biovergisting/mestverwerkers De mestproblematiek noopt u om een enkele opmerking daarover te maken in par 3.2.3.2. De SGP stelt voor om een expertmeeting te organiseren om te bezien wat op dit gebied toekomst proof is, welke regels er gesteld moeten worden of juist niet (afstand), welke vrijheden gemeenten krijgen (locatiekeuze) , hoeveel mestverwerkingscapaciteit er nodig is etc? Graag uw reactie hierop! Biezenburg Gisteren (13 mei 2014) hebben wij een Statenbrief ontvangen. De SGP-fractie heeft hierover de volgende vraag: betekent dit dat GS de locatie Biezenburg als ‘zoekgebied tweede containerterminal ‘ laat vallen? Voor de SGP is het helder: wij willen de Biezenburg als zoekgebied voor een tweede containerterminal schrappen uit de omgevingsvisie. Romeinse Limes Er loopt een aanvraag bij Unesco om de Romeinse Limes aangewezen te krijgen als werelderfgoed. De provincie gaat samen met partners een onderzoek doen, 'Landbouw in de Limes', waarin mogelijkheden en onmogelijkheden van landbouw in de Limes worden verkend’.. Daarna praten we met partners om te bezien wat dan nog de mogelijkheden zijn. SGP vragen over dit beleid: 1. Waarom loopt er een aanvraag bij Unesco? En wat betekent dit uiteindelijk voor het gebied? 2. Waarom hanteert u de volgorde: eerst een zwaar regime op het gebied leggen en dan met de partners een onderzoek doen? In een reactie op een zienswijze stelt GS dat de Limeszone is overgenomen uit het Barro. Ook stelt u dat u in overleg bent met gemeenten om de begrenzing van de Limes nader te verfijnen, aan de hand van verwachtingskaarten. Waarom heeft u de Limeszone overgenomen uit Barro, aangezien u toch een verfijndere begrenzing samen met gemeenten gaat bepalen? Wat is het nut dan nog van het toepassen van de Barro? SGP stelt voor dat de zeer ruwe afbakening van de Limes er uit wordt gehaald en het college eerst gaat overleggen met gemeenten en vervolgens met een voorstel komt. Voorzitter stelt voor om de eerste termijn van de fracties volgende week in de extra vergadering af te ronden. Dan zullen de fracties van 50PLUS, PvdDieren en GW nog de gelegenheid krijgen om het woord te voeren in eerste termijn. Gedeputeerde Meijers beaamt dat de Omgevingsvisie een omvangrijk document is geworden zeker als je het digitale plan gaat uitprinten. In de vorige fase van de Omgevingsvisie hadden we het samenvattende boekje ’Omgevingsvisie in vogelvlucht’ uitgebracht. Het college heeft nu voor de Staten gemaakt een compact boekje met een aantal sheets die gericht zijn op de thema’s van de Omgevingsvisie (doelen per thema, methode, en instrumenten). Wellicht zijn met dit boekje al een aantal gestelde vragen van de commissie beantwoord. PvdA constateert vanuit de beraadslaging dat er heel veel punten en onderwerpen zijn waarin de fracties elkaar mogelijk kunnen vinden. De voorbereidingscommissie stelt daarom voor om een informele posterbijeenkomst te houden waarin alle thema’s geïnventariseerd worden en verder uitgewerkt kunnen worden in het proces van cocreatie. 17 Voorzitter concludeert dat de commissiesecretaris voor deze informele bijeenkomst een voorstel zal doen (actiepunt 33). 5. Schorsing vergadering De voorzitter schorst de vergadering om 16.15 uur en deelt mee dat de vergadering voortgezet wordt 21 mei om 17.30 uur in de Statenzaal. Arnhem, 19 mei 2014 - zaaknr. 2014-000011 18 Afsprakenlijst Commissie Ruimtelijke Ordening, Water en Wonen Stand mei 2014 Nr. Datum Afspraak Afspraak Uitvoering 31 CIE Overzicht verstrekken van alle Gelderse GS 05.02.14 taken m.b.t. droogteproblematiek en zoetwaterwinning 32 CIE Naar aanleiding v/d mededelingenbrief 14.05.14 13 maart 2014 zal het onderwerp verontreiniging grond- en oppervlaktewater als afzonderlijk thema besproken worden 33 CIE Informele posterbijeenkomst houden griffie/Koetsier 14.05.14 waarin alle thema’s v/d Omgevingsvisie geïnventariseerd worden en verder uitgewerkt kunnen worden in het proces van cocreatie 19 Datum uitvoering Beantwoording mededelingenbrief d.d. 12 mei (afvoeren actiepunt) Behandelmoment t.z.t. afstemmen met lopend gezamenlijk onderzoek naar m.n. medicijnresten in het grondwater. z.s.m. na extra commissie ROW Bijlage 1 Inspreektekst VVD-fractie (dhr. A. Vos de Wael) MdV, Vele decennia leek de economische groei als vanzelf te gaan. Mismanagement kon worden opgevangen door de economische groei en inflatie. Dat het ooit minder zou gaan, konden wij ons niet voorstellen. Maar sinds een aantal jaren weten wij anders. Niets lijkt zeker meer en de voorspelbaarheid is heel onvoorspelbaar geworden. Als overheid leerden wij dat niet de overheid maar wij met ons allen verantwoordelijk zijn voor de samenleving. Minder dichtregelen en loslaten moet de nodige lucht geven aan de economische ontwikkelingen. Met elkaar kunnen wij een optelsom maken wat wij allemaal belangrijk vinden. Maar omdat te realiseren zal er geld moeten worden verdiend. Daar draaide het de laatste jaren om en daar zal het zeker in de komende 10 jaar om blijven draaien: gezonde economie en werk, werk, werk. Wij zullen moeten knokken voor de groei van onze economie om minimaal het aantal arbeidsplaatsen te behouden. Maar dat is niet genoeg er moeten meer arbeidsplaatsen komen. Voor jongeren, voor ouderen die hun baan verliezen, ja eigenlijk voor iedereen. Het ergste wat ons in de komende jaren kan overkomen is een stijging van de kapitaalmarkt rente. Voor de provincie Gelderland zal dat weinig van invloed zijn vanwege de omvang van het stamkapitaal maar voor veel gemeenten kan dit desastreus worden. Mogelijk is het ver gezocht maar enige stijging van de kapitaalmarkt rente kan invloed gaan krijgen op de ruimtelijke ordening en daarmee op de uitgangspunten van de OmgevingsVisie. De VVD vindt het van belang om hier echt de vinger aan de renteontwikkelingen te houden. In diverse gebieden van Gelderland komen verschillende functies elkaar tegen. Deze kunnen op middellange termijn aanleiding zijn voor conflicten. Regeren is vooruitzien en het zou goed zijn deze veel expliciteer concreet in beeld te brengen. Dit zowel in de regio’s alsook tussen de regio’s en op de grenzen van de provincie. Vraag: 1. Wil de gedeputeerde de mogelijke problemen die voortkomen uit conflicterende belangen in beeld brengen? In co-creatie kwam de OmgevingsVisie tot stand. Knap werk, positief over de inzet van de medewerkers die bij deze klus betrokken zijn en complimenten aan allen die direct en indirect hebben bijgedragen. Door het samenspel van velen is de OmgevingsVisie meer gedragen, beter leesbaar en toegankelijker dan het Streekplan. Tegen welke achtergrond moet U de VVD inbreng beoordelen? - De VVD vindt dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden op een zo’n laag mogelijk niveau neerleggen. De provincie moet meer loslaten en overdragen aan gemeenten en waterschappen. Gelijktijdig zal de provincie het reactieve toezicht moeten verbeteren. Dus volgen wat er gedaan wordt en zonodig bijsturen. - Levert het beleid een bijdrage aan de duurzame economische structuurversterking en borgt het de kwaliteit en de veiligheid van de leefomgeving? - Iedere keer opnieuw de vraag stellen wat de consequenties zouden kunnen zijn van verdere opschaling van bedrijfs- en overheidsactiviteiten, toepassing van moderne ICT middelen en robotten dit in relatie tot de werkgelegenheid. - Duurzaam samenleven en duurzaamheid stimuleren en wel zodanig dat een bedrijfseconomisch verantwoorde bedrijfsvoering mogelijk is en blijft -> People, Planet and Profit - Stimuleren en faciliteren van nieuwe kennisinstituten, maakindustrie, hoogwaardige bedrijvigheid en werkgelegenheid. 20 - - Is vereenvoudiging van de normering mogelijk? Hoe maken wij het minder gecompliceerd voor de burger om wie het uiteindelijk allemaal gaat? Het vanuit duurzaamheid - minder fossiele brandstoffen en beperking transport verliezen - mogelijk maken dat de productie van elektriciteit bij de feitelijke gebruiker of daar zo dicht mogelijk erbij gerealiseerd kan worden (met draagvlak). Samenwerking van Gelderse gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen bevorderen. Nadrukkelijker Gelderland op de kaart zetten in Nederland en Duitsland. De toekomst van de stad De Raad voor de Ruimtelijke Leefomgeving en Infrastructuur stelt in haar advies over de toekomst van de stad dat de Nederlandse steden - in termen van massa en dichtheid - een maatje te klein zijn. Gemeenten moeten deze achterstand compenseren. Niet door grote metropolen te ontwikkelen, maar door te 'lenen van de buren'. Volgens de raad kunnen steden een forse impuls aan de economie geven en internationaal sterker staan als zij meer vertrekken vanuit hun eigen identiteit en vervolgens elkaars kwaliteiten beter benutten. Volgens de raad is dit fundamenteel: in de toekomst kunnen Nederlandse steden het niet alleen, ze hebben elkaar nodig. Alleen dan kunnen zij meedoen op het mondiale toneel. De raad meent dat steden dit moeten doen door niet zozeer in te zetten op hun eigen 'regionale' massa en dichtheid, maar op betere verbindingen en goede samenwerking met andere regio's, al dan niet hun directe buren. Het gaat om connectiviteit, niet alleen infrastructureel, maar ook in samenwerkingsrelaties, tussen bedrijven, kennisinstellingen, overheden, burgers en maatschappelijke organisaties. Alleen hiermee kan het zelforganiserend vermogen van de stad worden benut om te komen tot innovaties. Op deze manier worden de pluspunten van de Nederlandse poly-centrische stedenstructuur met grotere en kleinere steden behouden, terwijl toch de massa wordt bereikt die nodig is voor de internationale concurrentie. De toekomst van de stad ligt in de kracht van deze nieuwe verbindingen.’ Vragen: 1. Deelt het college de mening van de Raad voor Ruimtelijke Leefomgeving en Infrastructuur? 2. Zo ja, kan het college de consequenties hiervan in beeld brengen en aangeven hoe dat in de OmgevingsVisie opgenomen kan worden? Werkgelegenheid Gelderland ervaart de gevolgen van de noodzakelijke rijksbezuinigingen. Opschaling, fusies, rationalisaties van de bedrijfsprocessen, grootschalige inzet van robots leiden allemaal tot minder werkgelegenheid bij gelijkblijvende output. Wij zien een uitstoot van de ‚duurdere' arbeidskrachten en een lichte groei van werkgelegenheid in de maak industrie. Het werkloosheidspercentage in Gelderland ligt moment rond de 8%. Het klein beetje economisch herstel maakt zeker nog geen zomer. We moeten het wel koesteren maar met de zekerheid dat de komende 5 jaar, post crisis periode, het moeilijk zal blijven voor de ondernemers en voor de werkzoekenden. Veel nadrukkelijker moeten wij de economische motoren van Gelderland faciliteren om nieuwe bedrijven aan te trekken. De VVD vindt dat de OmgevingsVisie blijvend veel ruimte moet bieden voor nieuwe initiatieven. Vraag: 1. Om de werkloosheid in Gelderland beneden de 4,5% te houden met hoeveel arbeidsplaatsen pet jaar moet de werkgelegenheid groeien? 2. Wat heeft dat voor consequenties op de inhoud van de OmgevingsVisie? Onroerendgoed Over de hele breedte van de onroerendgoed markt zien wij een mismatch tussen vraag en aanbod. Het moderne kantoor geschikt voor ‚het nieuwe werken’ is de vraag en het aanbod is cellen kantoren -> kantoren die in de laatste kwart van de vorige eeuw zijn gebouwd. Levensloopbestendige woning/ appartement is de vraag en het aanbod is van groot tot klein eens gezinswoningen. De vraag naar 21 bedrijfsterreinen is heel sterk teruggevallen en het aanbod van te prijzige stukken grond is groot. Ondernemers in de retail vragen om bedrijfshallen om via internet bestelde goederen te kunnen afleveren en het aanbod van leegstaande winkelpanden groeit met de dag. De vraag is grotere stallen/kassen en het aanbod is grote boerderijen met te kleine overdekte bedrijfsruimten. Een mismatch over de hele linie van het onroerendgoed. Om in te spelen op het veranderde economische tij heeft de provincie per regio afspraken gemaakt om bouw van woningen, winkels en kantoren te beperken. Nu een licht economisch herstel zich aandient vragen wij ons af of de provincie deze sturing niet zou moeten loslaten. Bij de overheden en in de markt is het besef helemaal doorgedrongen dat de klant koning is en niet de aanbieder/leverancier. Mocht het op enig moment in de ogen van de provincie fout gaan dan kunnen passende bestuurlijke maatregelen worden genomen. Bovendien heeft de provincie nog veel andere instrumenten om gewenst beleid te stimuleren. Opvallend was tijdens de hoorzitting dat het gemeentebestuur van Veenendaal vroeg om het Utrechtse kantorenbeleid van toepassing te verklaren op het grensgebied Utrecht en Gelderland. Nauwelijks nodig om te vermelden dat de VVD daar niet voor is. Vragen: 1. Wat zijn nu nog de redenen voor GS om nadrukkelijk een vinger in de pap te willen hebben bij de realisatie van onroerend goed in de regio’s? 2. Wat zou er mis kunnen gaan wanneer de provincie hier afstand van neemt/het los laat? Deze vraag graag betrekken op de verschillende sectoren van de onroerendgoed markt - woningen, retial en kanoren. 3. Actualiteit: hoe kijkt de gedeputeerde aan tegen de onrust rond het verzorgingshuis Dennenrust in Wageningen? Kan met de voorliggende OmgevingsVisie dit probleem worden opgelost? Windenergie De windVisie Gelderland wordt in september in de Staten besproken. Om die reden stellen wij voor eerst het besluit hierover af te wachten en de resultaten daarvan te verwerken in de OmgevingsVisie en OmgevingsVerordening. Dit doen wij mede omdat dan meer duidelijkheid gegeven kan worden over het draagvlak bij de gemeenteraden en direct betrokkenen. Mobiliteit Onze economie draait onder andere op de kwaliteit van het vervoer en de verschillende modaliteiten daarvan. De vervoersbehoeften moeten goed aansluiten op het aanbod. Voor knelpunten en congestie problemen moet tijdig ruimte worden gereserveerd. Zo is bijvoorbeeld voor de lange termijn een duurzame verbetering van de zuidelijke ontsluiting van de regio Food Valley nodig, moet rekening worden gehouden met een verbreding van de A15 en de A1, een t.z.t. verdubbeling van de N18 en verbeteringen aan het spoor Arnhem- Winsterwijk. Dit zijn uiteraard slechts enkele voorbeelden. Om echter toekomstige wijzigingen nog mogelijk te maken moeten andere ruimtelijke ontwikkelingen dit niet blokkeren c.q. belemmeren. Vraag: 1. Moet gelijk aan de windenergie ook voor mobiliteit zoekzones worden aangewezen? Langzaam verkeersnetwerk Gelderland Wat rekenen wij tot het langzaam verkeer? Voetganger, ruiter en fietser daaraan kunnen wij toevoegen de E-biker. Ook het vervoer over water en de pleziervaart rekenen wij gemakshalve tot het langzaam verkeer. De wandel, fiets, struin- en ruiterroutes zijn belangrijk voor de vrijetijdseconomie. Voor het woon-werkverkeer wordt het gebruik van de E-bike steeds aantrekkelijker. In de OmgevingsVisie krijgen (snel)fietspaden de nodige aandacht. Voor de VVD zou de kwaliteit in relatie tot het gebruik van een dekkend Gelders netwerk maar aandacht moeten krijgen. Ook de gevolgen van het kruisingsvrij maken van bijvoorbeeld een spoorwegovergang kan behoorlijke consequenties hebben voor het langzaam 22 verkeer. Vraag: - Kan de gedeputeerde toezeggen dat wij na het vaststellen van de OmgevingsVisie een apart thema hiervan maken? amendement? Land- en tuinbouw - dynamisch Gelderland Land- en tuinbouw zal ook in de komende 10 jaar een hele belangrijke economische drager van Gelderland zijn. Het levert veel export producten op en voorziet in directe en indirecte werkgelegenheid. De land- en tuinbouw zijn heel sterk in ontwikkeling. Europese, landelijk en provinciale regelgeving noodzaken de ondernemers om hun bedrijfsvoering daar op af te stemmen. Onderschat wordt hoeveel tijd dat vraagt van het management van de bedrijven. Nieuwe regels zijn relatief makkelijk op te schrijven maar de vertaling daarvan naar de bedrijfsvoering vraagt veel tijd en brengt vaak hoge kosten met zich mee. Vereenvoudiging is meer dan wenselijk. Profit maken is zeker geen vanzelfsprekendheid meer. Om te kunnen blijven concurreren/om te overleven is schaalvergroting en innovatie noodzakelijk. De sector vreest dat iedere gemeente zijn regels gaat maken uit uitwerking van de omgevingsVisie. De VVD vindt dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo laag als mogelijk moeten liggen. Echter de provincie zou in haar rol als aanjager van de co-creatie met de gemeenten in overleg kunnen gaan om mogelijke gemeentelijke verschillen te minimaliseren. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. De VVD wil de bestaande eigendomsrechten bij bestaande ondernemers in de kernzone van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Limes respecteren. - amendement? In verwevingsgebieden is volgens de verordening ten behoeve van de niet grondgebonden productietak een bouwperceel met een kavelgrootte van 1 ha toegestaan. Onder voorwaarden is een oppervlakte van meer dan 1 ha mogelijk. De VVD heeft moeite met deze beperking, zeker voor die bedrijven die nu al groter dan 1 ha zijn. amendement? De aanwezigheid van landbouw, extensieve recreatie en landgoedbedrijven is niet aangemerkt als kernkwaliteit in de Groene Ontwikkelingszone (GO) dit in tegenstelling tot wat Manifestpartners deden. (is nu niet zo in Omgevingsvisie). Uitbreiding van reeds bestaande functies met meer dan 30% moet altijd worden gecompenseerd door substantiële versterking kernkwaliteit, ook al wordt de kernkwaliteit helemaal niet aangetast. Onterecht in onze ogen. amendement? De VVD ziet de geluidsoverlast van agrarische bedrijven als gebiedseigen. Volgens de VVD gaat het te ver om voor elke uitbreiding van het bouwblok extra eisen te stellen. Dan wordt een onnodig zware procedure gehanteerd ook voor beperkte uitbreidingen. De VVD stelt voor (net als LTO Noord Gelderland) de extra eisen alleen van toepassing moeten zijn bij uitbreiding van het bouwblok boven de 1 of 1,5 hectare. De te stellen eisen moeten reëel zijn, dat wil zeggen haalbaar en betaalbaar voor de ondernemer. De ondernemer moet erop kunnen rekenen dat hij zijn investering kan terugverdienen. Evenwicht in People, Planet, en Profit. - Stel geen regels op de millimeter en geef waar mogelijk verantwoordelijkheid aan gemeenten. Voorbeeld is kleinschalige ontwikkeling binnen de GNN (zoals de uitbreiding van een woning, de bouw van een schuur of stal voor het houden van hobby dieren). In zijn algemeenheid zal het hier gaan om ontwikkelingen op een bestaand erf. De eventueel noodzakelijke compensatieregeling staat niet in verhouding tot de eventuele ingreep, zeker niet omdat deze compensatie elders buiten het GNN in de Groene Ontwikkelingszone (GO) gerealiseerd moet worden. Gezien de kleinschaligheid kan de verantwoordelijkheid voor een verantwoorde toepassing bij de gemeenten worden gelaten. Zo’n belangrijk onderwerp als land- en tuinbouw roept veel vragen op. 23 Vragen: 1. Wat voegt de reconstructiezonering nog toe? Kan de reconstructiezonering er niet vanaf? 2. Het onderscheid tussen LOG’s, verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden is dermate klein en heeft geringe waarde dat vereenvoudiging voor de hand ligt. Hoe denkt de gedeputeerde daarover? 3. Wanneer is het nieuwe overzicht van de hydrologische beschermingszones beschikbaar? Hoe stelt de gedeputeerde zich voor om deze zones te verwerking in de OmgevingsVisie en Verordening? 4. Wat zijn de diepe roerselen van het college om in de Groene Ontwikkelingszones de landbouw, extensieve recreatie en landbouwbedrijven niet aan te merken als kernkwaliteiten? Grondstoffenwinning Er wordt een koppeling gelegd tussen ontgronding, waterberging, natuurontwikkeling, rivierverruiming, recreatie en wonen aan het water. Veel of teveel functies die aan een gebied worden toegekend. Wanneer ontstaat er een conflict tussen deze functies? Wij interpreteren de OmgevingsVisie zo dat de huidige situatie min of meer wordt gefixeerd. Wat ontbreekt is een visie op de grondstoffen winning in de komende 10 tot 30 jaar. Bijvoorbeeld: de rivier zet in de uitwaarden klei af en waar ligt het evenwicht tussen aanvoer door de rivier en de winning door de baksteen industrie? Bij ruimte voor de rivier komt er zand, grind en klei beschikbaar. Is daar vraag naar? Vragen: 1. Hoeveel kubieke meter klei kan er de komende 10 tot 30 jaar worden gestoken in de uiterwaarden? 2. Is deze winning duurzaam of komt er een moment dat de fabrieken klei moeten importeren of de deuren moeten sluiten? 3. Is het mogelijk om een kwantitatief en kwalitatief inzicht te geven in de hoeveelheden klei, zand en grind vrijkomen bij de projecten voor ruimte voor de rivier in de komende 10 tot 30 jaar? 4. Is het mogelijk om te kwantificeren hoe groot de vraag naar deze producten in dezelfde periode zou kunnen zijn? 5. Vervolgens wat leren wij daarvan voor de OmgevingsVisie? Veel vragen die vandaag of volgende week niet beantwoord hoeven te worden. Concrete toezeggingen van het college over wanneer dit thema onderbouwd in de commissie kan worden besproken is voldoende. Aaltense Goor Hierover kan de VVD heel kort zijn. Breng de plangrens terug zoals vastgelegd in het Streekplan en wacht het lopende gebiedsproces af. De VVD begrijpt de insteek van GS en heeft kennis genomen van de toezegging van het college. amendement? Multimodale knooppunten, hotspot container overslag en opslag Medel, Nijmegen, Emmerich, Doesburg, Barneveld, Nijkerk en Biezenburg hebben een container overslag en opslag of zijn daarover aan het nadenken. De Betuwelijn zal binnen 10 jaar goed worden aangesloten op het Duitse spoorwegnet. Container overslag en opslag is een ruimtevreter en kost geld. In vervoer en opslag van containers is de concurrentie moordend. Dat begint al met de Europese zeehavens. Vervolgens mag transport van en naar het achterland bijna niets meer kosten. Ook hier missen wij een visie, een doorkijkje in de komende 10 tot 20 jaar waar het heen gaat met de overslag, opslag en vervoerstromen van de containers. Evenals bij de grondstoffenwinning zouden wij dit thema meer onderbouwd willen bespreken om zo een goede afweging te kunnen maken. Kan het college dat toezeggen? Co-creatie Hoe verder met het proces van co-creatie, rollende agenda, dynamisch Gelderland of 24 uitnodigingsplanologie? Hoe wij het ook noemen, de kern is dat wij samen met de Gelderse samenleving door willen gaan om de concurrentiekracht van Gelderland te vergroten door duurzame versterking van de ruimtelijke- economische structuur en borgen van de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving. Wij stellen voor om aan het begin van ieder kalender jaar een update van de OmgevingsVisie in de Staten te bespreken. Deze update moet gaan over de kaders en de thema’s die door de Staten zijn vastgesteld om verder te worden uitgewerkt. Een goed voorbeeld daarvan is de nota over WindVisie die in september in de staten wordt besproken. Op spreekt voor zich dat na het updaten van de OmgevingsVisie ook de OmgevingsVerordening zal moeten woerden aangepast. In een tweetal statenbrieven (15/4/14 en 17/12/13) die U ter kennisname aan ons stuurde doet U een voorstel voor de majeure opgaven. De VVD begrijpt de inhoud van de brieven niet echt. Deze brieven zijn voor ons geen vrijbrief om verder te gaan. Wij verzoeken U ons nader middels een presentatie en een aanvullend schrijven hierover te informeren. De VVD zal mogelijk in de 2e termijn en anders tijdens de Staten vergadering, na overleg met de collegae statenleden, een aantal concrete thema’s aanreiken voor het komend jaar. Tot slot Knap stuk werk is verzet, een nieuwe basis staat om de Gelderse lange termijn visie middels rollende agenda te gaan opstellen. Want het draait om Visie, het draait om Lange termijn Visie omdat houvast geeft bij de ontwikkelingen op de korte en middellange termijn. Bijlage 2 CDA Spreektekst Omgevingsvisie (dhr. A. Schol) (eerste termijn) Laat ik beginnen met een aantal complimenten. De concept omgevingsvisie is het resultaat van een gedegen stuk werk. Het is niet alleen omvangrijk, maar ook ontstaan vanuit de gedachte, dat er niet vanuit de Arnhemse ivoren toren aan “Gelderland” vorm gegeven kan worden, maar dat deze schepping samen met partners en regio’s tot stand moet komen, en we noemen dat `cocreatie`. Het heeft ook veel inzet en denkwerk van ambtelijke medewerkers en leden van GS gevraagd en dat heeft tot een resultaat geleid waar de CDA fractie van kan zeggen: daar kunnen we in hoofdlijnen tevreden over zijn. (themasessies en hoorzittingen nog even noemen, IDEM de beantwoording van de technische vragen, o.a. door het CDA) Toch valt er één kritische noot te kraken. Binnen de regio’s is veel werk verzet door besturen en regiovertegenwoordigers, maar de vraag kan wel gesteld worden of daarbij in voldoende mate gemeenteraden (de lokale volksvertegenwoordigers) bij betrokken zijn geweest. Ik ben van mening, dat dit punt vooral een zaak van henzelf is (geweest) en niet zozeer GS kan worden aangerekend, maar het punt van voldoende democratische legitimiteit is wel voor ons, als CDA, een zorgpunt naar de toekomst, omdat de “rollende agenda” die GS voor ogen heeft wel betekent, dat er nog verdere besluiten moeten komen en nadere invullingen gemaakt dienen te worden. Ik denk bij voorbeeld aan de Windvisie, als nadere uitwerking van de energieparagraaf van de omgevingsvisie. Daar zullen we gemeenteraden voor support en draagvlak bij nodig hebben en daarom stel ik hierbij maar meteen de eerste vraag: hoe kijken GS hier tegen aan? Herkennen zij dit probleem en erkennen zij, dat er nog enig missiewerk gedaan moet worden en hoe denken zij dit punt concreet aan te pakken? Co-creatie is niet iets van topdown, maar van bottom up uitwerken De omgevingsvisie is ook een modern, en eigentijds stuk werk en dat laat zich o.a. zien aan de digitale kaartbeelden. Daar zit echter niet alleen het probleem van toegankelijkheid voor minder digitaal geschoolde burgers, maar ook een stuk kwetsbaarheid in. Ook onze digitale omgeving is 25 kwetsbaar voor criminelen en anderen die minder goede bedoelingen hebben. Zien GS dit ook zo en welke borging kunnen zij ons toezeggen om deze gevaren het hoofd te bieden? INHOUDELIJK – algemeen De visie bestaat uit vier hoofdstukken: toekomstbestendig, divers, dynamisch en mooi Gelderland. Door sommigen wordt daarbij opgemerkt, dat de economische doelen van de omgevingsvisie nogal leidend zouden zijn, soms te leidend en dat duurzaamheid onvoldoende uit de verf komt. Daar zijn wij het niet mee eens: ook duurzaamheid moet “verdiend” worden, zonder een goede economische basis verwordt onze mooie provincie tot een stuk drijfzand, waar burgers en bedrijven in een moeras van achteruitgang in wegzinken. Vitaliteit, Bereikbaarheid en leefbaarheid staan daarbij voor het CDA centraal. Ik wil daarbij een paar kanttekeningen maken: - is er voldoende aandacht voor de maakindustrie in Gelderland? - krijgt de agrarische sector voldoende ruimte tot duurzame economische groei? - is er ruimte voor meer regionaal logistieke bedrijvigheid? - krijgt veiligheid en bestrijding van criminaliteit in het buitengebied (met name in natuurgebieden) voldoende prioriteit om deze doelen, door GS zelf geformuleerd, te behalen gestreefd worden? Voorzitter, ik kom daar in het vervolg van mijn bijdrage op terug. BEOORDELING CDA Het CDA wil de omgevingsvisie van Gelderland beoordelen op een aantal criteria: Ik noem ze kort en ze vloeien voort uit de uitgangspunten die het CDA al jaar en dag hanteert. Het gaat om de volgende: - duurzame economie, mobiliteit en energie - toekomstbestendige en leefbare steden en dorpen - behoud en versteviging van bijzondere landschappen - versterking van werkgelegenheid voor alle burgers, - stimulering van en maatwerk voor kleinere bedrijven, zoals de lokale detailhandel en ondernemende boeren. Vanuit deze uitgangspunten willen we ingaan op een aantal onderdelen van de omgevingsvisie (ik laat daarbij de “doorvertaling” naar de Omgevingsverordening voorlopig even buiten beschouwing). ENERGIE, Ik begin bij de energiesector. Het zal velen duidelijk zijn, dat de beschikbaarheid en toegankelijkheid van energie in de toekomst (en die kan wel eens dichterbij liggen dan eerder gedacht) minder vanzelfsprekend zal zijn dan op dit moment. We zullen dus alles op alles moeten zetten om ons land meer energieonafhankelijk te maken en daarbij zullen de lokale overheden een belangrijke bijdrage aan moeten leveren, of we dat nu leuk vinden of niet. Niet alleen windenergie is dan aan de orde, maar ook andere vormen, zoals zonne-energie en biogas. Energiebesparing blijkt tot op heden nog het meest efficiënt en effectief. Bij de behandeling van de Windvisie later dit jaar in de commissie MIE en in PS zullen we op dit punt terugkomen, maar wat er staat over dit onderwerp in de omgevingsvisie kan het CDA in grote lijnen onderschrijven, mits gewerkt wordt aan voldoende draagvlak.. in de omgevingsvisie staat (o.a.) dat GS deze energieneutraliteit in 2050 wil bereiken. Dat zal op zich al een grote inspanning worden, maar het zou wel eens eerder het geval moeten zijn. Zijn er ook scenario’s denkbaar waarin we al in 2030 dit doel kunnen bereiken, en zo ja hoe zouden die er dan uit kunnen zien? Wat is de FYSIEKE haalbaarheid daarvan en zou dit bereikt kunnen worden door nog meer in te zetten op kleinschalige en lokale energiewinning waar lokale gemeenschappen zoals de energiecooöperaties, zelf het eerste profijt van hebben en waardoor het draagvlak, dat nu soms zo lijkt te ontbreken, snel vergroot kan worden? WAT TE DENKEN VAN EEN EIGEN GELDERS ENERGIEAKKOORD? 26 Graag uw reactie hierop. In dit verband verwijs ik naar de nagekomen notitie van de regio Stedendriehoek als reactie op de vragen van commissieleden tijdens de hoorzitting in Zutphen. Op een eerder moment is er in de staten een discussie geweest over onze ondergrond i.r.t. de eventuele winning van schaliegas. In hoofdstuk 4.4. (water en ondergrond) wordt gesteld, dat de provincie moet afwegen wat er op een bepaalde plek in de ondergrond wel of niet mag. Dat is te algemeen gesteld. Namens de CDA fractie wil ik hierbij aantekenen, dat schaliegaswinning en het onderzoek daarnaar in de komende jaren (10) moet worden uitgesloten en wij stellen voor dit explicietern de omgevingsvisie te benoemen. LANDBOUW De agrarische sector is één van de drijvende motoren achter de Gelderse economie. Het gaat dan niet alleen om de directe werkgelegenheid in en de economische productie van de sector zelf, maar misschien nog meer alles wat er verder mee samenhangt: de agribusiness in de keten, innovatie en onderzoek (WUR), , behoud van landschappelijke waarden en natuur. Voor het CDA is landbouw een kernwaarde in Gelderland die niet onderschat mag worden. De vraag die in dit verband voor het CDA centraal staat: krijgt deze sector voldoende economische armslag voor de toekomst. Landelijke en Europese regels zijn daarin sterk bepalend en wat kunnen wij doen om ervoor te zorgen, dat de sector niet op slot gaat en dat er geborgd wordt in de omgevingsvisie dat er goede ontwikkelkansen voor de toekomst zijn. Vanuit deze optiek heeft het CDA beoordeeld wat er hierover in de omgevingsvisie staat en dan komen wij tot de volgende opmerkingen en vragen: - wat verstaat u onder een “plus” voor milieu, dierenwelzijn, volksgezondheid en ruimtelijke kwaliteit? Een plus bij uitbreiding ten opzichte van welke referentie? Wie gaan dat invullen? Antwoord: meestal de gemeenten. Kunnen we dan ervan uitgaan, dat onze doelen haalbaar en betaalbaar zijn? De sector zelf zet daar in ieder geval vraagtekens bij. Het levert in onzekerheid op, omdat niet duidelijk is hoe e.e.a. ingevuld gaat worden en dat vindt het CDA niet wenselijk; de doelen die het rijk en de EU stelt aan uitbreiding van de veehouderij vergen al grote inspanningen. Waarom moet daar in Gelderland nog een schep bovenop? KUNNEN WE ONS IN DE OMGEVINGSVISIE NIET BETER BEPERKEN EN TOT WAT ER LANDELIJK EN EUROPEES IN DE MAAK IS? - Gaat dit niet ten koste van één van de hoofddoelen van de Omgevingsvisie: een duurzaam, maar ook vitaal platteland? Het grote economische belang van de Gelderse veehouderij wordt te veel overschaduwd door te redeneren vanuit de negatieve effecten van de veehouderij op de omgeving. HELDER ZAL ZIJN DAT WIJ IN HET VERDERE PROCES VAN COCREATIE MET DE SECTOR VERDER GESPROKEN ZAL WORDEN. - in specifieke zin gelden de vragen voor de grondgebonden veehouderij. Wat blijft er in dit verband nog over van het principe van uitnodigingsplanologie? volgens de omgevingsvisie moet de agrarische sector investeren in de omgeving. Maar als men aan de kernkwaliteiten werkt voldoet men in de visie van het CDA al in voldoende mate daaraan. Dus waarom moet extra waargemaakt worden als men meer van 30 % wenst uit te breiden? Waarom laten we de “markt” niet in grote lijnen bepalen wat de kansen en mogelijkheden voor uitbreiding zijn? Wordt op deze manier het planologische regime niet te strak, daar waar in onze visie boeren al eeuwenlang hoeders van het Gelderse landschap zijn. Wij vinden het onredelijk dat agrarische bedrijven bij een uitbreiding van meer dan 30% substantieel de kernkwaliteiten van de GO moeten versterken. Of gaat u er impliciet van uit dat uitbreiding van een agrarisch bedrijf sowieso de kernkwaliteit van de GO aantast? Het zal duidelijk zijn, dat we bij de verdere besprekingen, met name als het gaat om de verordening, met amendementen willen komen en we nodigen u (GS) en andere partijen uit om met ons mee te denken om deze (onze ) visie op de agrarische sector verder uit te denken. - Dit betreft ook het criterium van 50 % grondgebondenheid dat in de omgevingsvisie staat: velen twijfelen aan de haalbaarheid en de rechtmatigheid daarvan. Hoe ziet u dit als reactie 27 op wat de sector heeft ingebracht op dit punt. HEB HIER AANGSLOTEN BIJ DE PVDA M.B.T. HUN VRAGEN OVER ZONERING. NATUUR & LANDSCHAP Impliciet heb ik daar al veel over gezegd bij vorige onderwerp. Nog een vraag: waarom spreekt u over een compacte systeem van verbonden natuurgebieden. Waarom hanteert u hier niet de term “robuust”. Daar zijn we toch altijd voor gegaan? Wat is trouwens “compact”? ARCHEOLOGIE Limes: er is door insprekers op gewezen, dat er hier al beschermingsmaatregelen t.b.v. archeologische waarden worden benoemd, zonder dat al expliciet vast staat, dat het gebied als erfgoed is of wordt aangewezen. Waarom kiezen GS voor deze opstelling en kan e.e.a. niet beter via een wijziging op de omgevingsvisie worden vastgesteld, wanneer we een beter beeld hebben van de begrenzing? EXTERNE VEILIGHEID In mijn inleiding benoemde ik kort het probleem van handhaving in het buitengebied. Dat is een groeiend probleem: stroperij, illegale bewoning en stort van o.a. drugsteelt, het zijn weliswaar de ergste, maar niet de enige problemen die zich hier opdienen, met name in een kwetsbaar en lastig te bewaken gebied als het Veluws natuurgebied. VELUWE En dan helpt het ook niet echt, dat de Veluwe over drie verschillende WGR-regio’s is verdeeld. Wij doen hierbij de suggestie om m.b.t. een aantal gewenste ontwikkelingen en dan noem ik met nadruk ook de toeristische sector, om de Veluwe weer als gehele entiteit te beschouwen en aan te pakken en op die manier de samenwerking te stumuleren en wellicht et regisseren. We denken er aan om in de statenvergadering met een concreet voorstel komen. LUCHTVAART Ook hier staat de komende tijd e.e.a. op de rol en dat heeft vooral te maken met de positie van het vliegveld Lelystad in het landelijk netwerk van vliegvelden. Als de functie van Lelystad wordt uitgebreid heeft dat gevolgen voor de Noord Veluwe, maar ook voor het vliegveld Teuge. BEDRIJVENTERREINEN & ECONOMIE/WONEN Ook hier zal het ingestelde in de omgevingsvisie niet het laatste zijn, wat er de komende tijd gezegd gaat worden. Ik verwijs op dit punt naar de detailhandelsvisie die er aan zit te komen. Laat ik namens het CDA helder zijn over wat er over perifere detailhandel in de OMV staat: daar zijn wij het onverkort mee eens. Dat geldt ook voor het handhaven van het verbod op permanente bewoning van recreatieparken. Maar met deze opmerking kunnen we tegenwoordig niet volstaan. De kwaliteit van het toeristisch product staat onder druk, o.a. door de bewoning door nieuwkomers en arbeidsmigranten. Het probleem is/wordt in de OMV benoemd en moet samen met gemeenten en regio’s opgelost gaan worden. Het instrument van de woonprogramma’s moet daarom soepel gehanteerd worden. In de visie van het CDA heeft een ieder die hier legaal verblijft en een bijdrage levert aan onze economie recht op een adequate en betaalbare huisvesting en daar moet meer werk van gemaakt worden. Inmiddels is de harde en zachte capaciteit van gemeenten en regio’s aardig op orde en wij vinden het verstandig om daar niet verder het mes in te zetten. Bij een aantrekkende economische groei (en gelukkig zien we daar al tekenen van komen) moeten gemeenten snel en flexibel kunnen reageren op de ontwikkelingen. Bovendien moeten we oppassen gemeenten met meer financiële problemen op te zadelen, dan ze nu al hebben. HOE GAAT U ALS COLLEGE DIT CONCREET AANPAKKEN? 28 Dat betreft ook de situatie rond de bedrijventerreinen. In de OMV worden concrete zaken in regio’s benoemd, zoals de Biezenburg bij Tiel in de gemeente Neder-Betuwe, maar er zijn meer plaatsen die onze aandacht vragen, zoals de logistieke hotspots bij Barneveld (A1/A30) en Zevenpoort bij Zevenaar. Het CDA wil hier nadrukkelijk aandacht voor vragen en ervoor zorgen dat in de OMV ook deze ontwikkelingen benoemd worden. Wij vragen u in ieder geval in deze situaties alle opties open te houden. MOBILITEIT EN OV Vanavond komt in de commissie de OV-visie aan de orde en daarom wil ik daar nu geen opmerkingen over maken. In de hoorzitting in Zutphen kwam de fijnmazigheid van het Gelderse wandelnetwerk ter sprake en als we kijken naar de doelen van de provincie t.a.v. sport en bewegen, dan ligt hier wel een aandachtspunt. Volgens ons zou dat wandelnetwerk beter geborgd kunnen worden in deze OMV. Wij denken, dat op dit punt de tekst nog wel aangescherpt kan worden. AANGESLOTEN BIJ DE OPMERKINGEN VAN VVD EN PVDA WATER: Is vooral een kwestie van bestaand beleid, c.q. waterschappen en Rijk (ruimte voor de rivier) als het gaat op hoogwaterbescherming. In het kader van Waalweelde-West komen we daar in de toekomst verder op terug. Het valt ons op, dat u plannen heeft om te komen tot grensoverschrijdende klimaatcorridors in de Achterhoek (op p. 129). Wat is uw doel met deze verkenningen? TOT SLOT We hebben kennis genomen van het tweede vervolgvoorstel GS, dat ons eind vorige week bereikte en waarin nadere zaken, deels voortkomende uit de hoorzittingen aan de orde komen, zoals het beschermingsregime van het GNN, de delfstoffenwinning in het GNN (de uiterwaarden). Ook stemmen we in met de beantwoording van een aantal meer concrete zaken, het Binnenveld Zuid, gemeente Buren, etc. Ik mis nog in de reactie van GS op wat er in Tiel gezegd is over de laanboomteelt en in Ede over de uitbreiding van glasopstanden bij de WUR. Kunt u ons daarover schriftelijk een antwoord geven? Tenslotte nog een opmerking over het Aaltense Goor: is het niet de oude kaarten te hanteren en darana de nieuwe situatie via een wijzigingsbevoegdheid vast te stellen? We zouden verder graag van het college horen hoe men staat tegenover de opmerkingen die her en der gehoord zijn m.b.t. het niet weggooien van oude schoenen voordat men nieuwe heeft (de uitdrukking heb ik niet zelf verzonnen) en dan gaat het o.m. over het afschaffen van het stiltebeleid. Waarom afschaffen en wat zijn de gevolgen? TENSLOTTE: Hoe worden PS betrokken bij de vertaling van de Omgevingsvisie en – verordening in de bestemmingsplannen? OOK HIER SLUITEN WE ONS AAN BIJ DE OPMERKINGEN VAN VVD EN PVDA Bijlage 3 PvdA (mw. I. Hijman) Omgevingsvisie (eerste termijn) De omgevingsvisie beschrijft hoe de provincie de komende jaren wil omgaan met ontwikkelingen en initiatieven. Het is dus geen plan met exacte antwoorden, en eigenlijk ook geen visie, maar meer een kader/een richting. Ook wordt in het in plan aangegeven welke rol de provincie 29 heeft/neemt bij bepaalde ontwikkelingen: ondernemend, inspirerend, verbindend of normerend. Ofwel: gaat de provincie regels stellen, controleren of vooral regisseren, verbinden en faciliteren. In de PvdA bijeenkomsten heb ik de omgevingsvisie omgeschreven als de spelregels van een spel. Met het vaststellen van de omgevingsvisie leggen we de spelregels vast, maar het echte spel (met partners, want spelen doe je meestal niet alleen) moet dan nog gaan beginnen. Het gaat er om om mensen in beweging te krijgen. Maar regels blijven natuurlijk wel nodig. Je hebt free-riders, je wilt een bepaalde ondergrens vasthouden en je wilt ongewenste ontwikkelingen voorkomen. Grootste uitdaging voor ons als politici is dan ook of om te kijken of we een goede balans kunnen vinden tussen wat we loslaten en overlaten aan partners en wat we moeten regelen, beschermen en regisseren. Voor PvdA is uitgangspunt: vertrouwen hebben waar het kan maar ook duidelijk een partij benoemen die beslissingen kan nemen en deze beslissingen durft uit te leggen. Wat mij betreft is de hoofdvraag: biedt de omgevingsvisie nu voldoende ruimte voor de toekomst en zorgt de omgevingsvisie voor voldoende bescherming van datgene of diegene dat kwetsbaar is (voorzieningen, mensen, natuur)? Als we uitgaan van ‘loslaten’, hebben we dan voldoende regels durven te schrappen, omdat die onnodig zijn of belemmerend werken? Wat vinden we als provincie echt belangrijk? En als we iets echt belangrijk vinden, hebben we daar dan voldoende visie op en tonen we voldoende leiderschap? Ik denk dat omgevingsvisie redelijk geslaagd is in het loslaten waar het kan en het vastleggen waar het moet, maar de ‘proof of the pudding’ zit in de omgevingsverordening. Die gaan we later nog bespreken. Maar er is meer nodig om de omgevingsvisie ‘te laten werken’, namelijk vertrouwen. Bij de hoorzittingen viel mij op dat veel insprekers toch vroegen om meer duidelijkheid en regels. Niet omdat ze dat zelf zo graag willen, maar omdat ze de provincie (of/en de gemeente) nog niet vertrouwen. Ze gaan er vanuit dat er achteraf toch weer gezegd wordt dat iets niet mag. En daar kunnen ze best gelijk in hebben. Binnen het provinciehuis en gemeenten moet dan ook nog hard gewerkt worden aan de echte cultuurverandering. We moeten oppassen dat we niet terugvallen in bekende patronen. Je moet elkaars taal leren snappen en vertrouwde werkwijzen loslaten. Daar is tijd voor nodig. Maar ik geef insprekers geen ongelijk, vooralsnog moet de provincie en de gemeenten dat vertrouwen nog ook wel echt zien te winnen en het goede voorbeeld laten zien. Voorstel ombudsman: Hoorzittingen lijken misschien nog op oude politiek, maar voordeel is dat er zaken naar boven komen die eigenlijk allang opgelost hadden moeten worden. Voorstel Pvda is om in navolging van de Overijsselse ombudsman een Gelderse ombudsman in het leven te roepen. Voordeel van een Gelderse Ombudsman is, dat deze op regionale schaal georganiseerd is, herkenbaar is en de plaatselijke situatie goed kent. Bovendien kunnen klachten ter plaatse worden afgehandeld: de Gelderse Ombudsman staat daardoor dicht bij de burgers. Wanneer kan iemand terecht bij de ombudsman? Als een overheidsinstantie (gemeente, provincie) niet handelt zoals het hoort en 30 de burger of organisatie het idee heeft dat hij of zij niet open, eerlijk en op correcte wijze behandeld is door de betreffende instantie, ambtenaar of bestuurder, dan kan een klacht worden ingediend. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om: het gevoel dat er niet of onvoldoende wordt geluisterd, het gevoel van het kastje naar de muur te worden gestuurd, onvoldoende of niet geïnformeerd worden over plannen, onheuse behandeling, niet adequaat worden geholpen of geen antwoord krijgen op (schriftelijke) vragen. Een klacht moet wel eerst bij de betreffende overheidsinstantie aangemeld en behandeld worden. We vragen GS om voortouw te nemen voor opzetten stichting Gelderse ombudsman en partners te vragen zich bij de stichting aan te sluiten. We zullen hiervoor met een motie komen. Was de omgevingsvisie qua proces nu een succes? En wat is eigenlijk de doelgroep van de omgevingsvisie? Eerlijk gezegd denk ik dat een omgevingsvisie veel te abstract is voor co-creatie met ‘unusual suspects’. Co-creatie werkt alleen als het ‘mensen treft in het hart’. De omgevingsvisie is veel te abstract om het gesprek te arrangeren met burgers, ondernemers en belanghebbende partijen. Dat het toch voor een deel wel is gelukt (maar voor een groot deel ook niet), is toch positief. De omgevingsvisie is eigenlijk ook niet bedoeld voor burgers, maar meer voor ‘experts’: gemeenten, waterschappen en natuur- en landbouworganisaties. En die partijen zijn erg tevreden. Toch krijgen burgers uiteindelijk wel de omgevingsvisie te maken (dat was wel te zien in de hoorzittingen). Communicatie liep niet altijd goed, met name waar het gaat om kaartmateriaal. Hoofdpunten waar we amendement of motie over in willen dienen: Duurzame verstedelijking Kadegebonden bedrijventerreinen (Biezenburg) Energietransitie Wandelroutes en langzaam verkeer Landbouw Groene Ontwikkelzone Landschap 31 Hoofdpunten omgevingsvisie (schema PvdA) Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie Discussie PvdA Divers Gelderland Typering van de regionale context, waarbij in ingezoomd op specifieke opgaven en omstandigheden in de verschillende regio’s. Niet altijd is voor deze opgaven een (centrale) rol weggelegd voor de provincie. Verdere gesprekken zijn nodig om de gewenste aanpak en ieders rol te bepalen. De provincie Gelderland is met de zes regio’s in gesprek gegaan om de regionale opgaven concreet te krijgen. Dat is niet helemaal gelukt, want de doelen laten nog veel ruimte voor interpretatie. Weinig concrete ambitie van de regio’s. Is het wel nodig om te streven naar één integrale omgevingsvisie? De provincie Limburg laat de regio’s zelf hun visie maken. Standpunt: dat moeten we in Gelderland niet willen. Regio’s zijn niet democratisch. Je gaat er als provincie over of je gaat er niet over. Als niet, dan bij gemeenten. Vanuit gemeenten kan gekozen worden worden verdere samenwerking en afstemming. Krachtige steden en vitale dorpen De provinciale ambitie is het versterken van de economische kracht en uitstraling van de steden. Daarnaast behouden en versterken van vitaliteit van kleine kernen en dorpen. Het gaat om optimale kwaliteit en bereikbaarheid van voorzieningen; niet om alle voorzieningen te behouden. Samen met partners verkennen van mogelijkheden. Het gaat inderdaad om optimale kwaliteit van voorzieningen. PvdA vindt het van belang dat de voorzieningen voor iedereen (ook financieel) toegankelijk zijn. Duurzame verstedelij king Accent verschuift van nieuwbouw naar vitaliseren van bestaande gebieden en gebouwen. Provincie wil overcapaciteit nieuwbouwplannen Inzet van Gelderse ladder voor duurzaam ruimtegebruik. Juridische basis is de ladder voor duurzame verstedelijking die het Rijk heeft vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In 2014-2015 Op het eerste gevoel/gezicht ontbreekt hier toekomstvisie: hoe ziet stedelijk gebied er in de toekomst uit? Hoe gaan we wonen en werken? Maar punt is dat we niet weten hoe die 32 Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie voorkomen: heroverweging van plannen en kwalitatieve en kwantitatieve keuzen op regionaal niveau. werken aan praktijkvoorbeelden. Spanning tussen inhoudelijke, ruimtelijke en financiële keuzen. Bijzondere aandacht voor terugdringen overcapaciteit in bestemmingsplannen, met zo min mogelijk kans om schadeclaims. Aanpak van leegstand en transformatie. Bevorderen van regionale samenwerking tussen partijen. Wel bindende afspraken over wonen en bedrijventerrreinen. Provincie en partners onderzoeken passende maatregelen zonder gemeentelijke verantwoordelijkheden over te nemen (afboeken van grond). Eigenaren zijn en blijven eerste verantwoordelijkheden voor kwaliteit van gebouwen. Provincie nodigt partners uit en eigenaren van vastgoed te komen met initiatieven en oplossingen voor flexibel en tijdelijk ruimtegebruik, functieverandering, transformatie of sloop. Via actieplan leegstand en transformatie. Discussie PvdA Wonen Samen met partners (meer gedeelde verantwoordelijkheid) nadenken over de vraag hoe de woningvoorraad kwantitatief en kwalitatief kan meegroeien met de In de Regionale Woonagenda agenderen alle (relevante) partijen in een regio de regionale opgaven op het gebied van wonen. Zij maken afspraken over wat zij hieraan gaan doen. Op regionale schaal maakt de provincie 33 toekomst eruit ziet. Internet heeft ons leven veranderd, welke nieuwe verandering komt er nog aan? Maar juist wel belangrijk om dit punt verder uit te werken in co-creatie. Niet alleen met belanghebbenden, maar juist ook met jongeren, creatievelingen etc. Uitgangspunt is dat we mogelijkheden bieden en klaar zijn voor de toekomst. Actieve stimulering van tijdelijk ruimtegebruik. Misschien is tijdelijk ruimtegebruik wel de toekomst. Witte vlekken: als provincie of gemeenten niet meer weten wat ze met een bepaalde bestemming moeten: laat het over aan de burgers en omwonenden. Mogelijkheden voor stadsakkers, voedselbossen etc. op industrieterreinen. Uitgangspunt: bestemming is niet meer voor eeuwig. Kun je er als ontwikkelaar niet binnen bepaalde tijd invulling aan geven, dan verdwijnt de bestemming. Werk insteek Gelderse Ladder voor Duurzaam Ruimtegebruik in co-creatie verder uit. Actieve inbreng van partners, unuasal suspects en de staten. Benieuwd naar inbreng andere fracties en samen optrekken. Onderwerp Werken algemeen Provinciale ambitie Rol van de provincie veranderende vraag. afspraken met gemeenten en woningbouwcooperaties over de (netto) groei van de woningvoorraad. De kwantitatieve regionale afspraken worden vastgelegd in het Regionaal Programma Wonen (RPW). Nieuwbouw moet daarin passen. Provincie streeft naar behoud van kansrijke bestaande bedrijven en werkgelegenheid. Doel is optimaal vestigingsbeleid. Bevorderen overlegstructuren voor samenwerking onderwijsinstellingen en bedrijfsleven om discrepantie te verminderen. Specifieke uitvoeringsprogramma’s stimuleren voor de arbeidsmarkt in de Gelderse topsectoren. Extra aandacht voor bereikbaar houden en maken van werk- en stageplaatsen voor forensen, ook in plattelandsgemeenten. Weinig met ruimtelijk beleid te maken, maar PvdA is positief over bevorderen overlegstructuren voor samenwerking onderwijsinstellingen en arbeidsmarkt. Graag ook aandacht voor onderwijsinstellingen als de weekendscholen die kinderen uit achterstandswijken via gastdocenten met verschillende beroepen actief laten ervaren wat hun beroep inhoudt. Sturing provincie is gewenst. Faciliteren en regiseren van (boven) regionale afstemming. Daarnaast normering: provincie zet rem op plannen voor de uitbreiding van nieuwe grote perifere locaties. Op perifere locaties mag alleen (lokale) detailhandel komen die moeilijk ruimtelijk inpasbaar is in binnensteden. Aanpak leegstand: prikkels en instrumenten gericht op eigenaren en stimuleren van functieverandering en tijdelijke bestemmingen. Pilot kernwinkelgebieden in krimpgebieden. Dit is typisch een onderwerp waar de provincie een stevige rol moet hebben. De PvdA is tevreden met de meer regisserende en sturende rol van de provincie. Hier geldt wel zelfde punt als bij duurzame verstedelijking. Zorg dat we voorbereid zijn op de toekomst. Provincie bevordert topsectoren Agrofood, Health, Energie- en Milieutechnologie en Maakindustrie. Daarnaast aandachtsgebieden: logistiek, agrarische, vrijetijdseconomie en creatieve sector. Werken – Detailhan del en kantoren Op regionaal niveau evenwicht nodig tussen vraag- en aanbod. Het gaat om het maken van heldere ruimtelijke keuzen om kansrijke locaties te versterken en kansarme locaties om te vormen. Provincie stelt de bestaande voorraad voor detailhandel centraal. Provincie stimuleert en ondersteunt vernieuwing van winkelgebieden. Gezonde ontwikkeling van de kantorenmarkt. Discussie PvdA Concentreren van bovenregionale functies in stedelijke netwerken op 34 Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie Discussie PvdA multimodale, aantrekkelijke locaties (bij station Arnhem CS, station Apeldoorn, staion Ede-Wageningen, station Nijmegen). Stimuleren van aanpassen van bestaande voorraad. Uitvoeren van convenant ‘actieprogramma kantorenleegstand’. Werken – bedrijventerreinen Ondernemer staat centraal; de provincie werkt vraaggestuurd. Uitgangspunt is terughoudend zijn met het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen. Kadegebonden bedrijventerreinen Provincie streeft naar voldoende ruimte voor overslaglocaties en natte bedrijventerreinen. Deze terreinen moeten bereikbaar blijven via een betrouwbaar vaarwegennetwerk. Optimale benutting van kavels die direct aan het water liggen door watergebonden bedrijvigheid. Regionale Programma’s voor Bedrijventerreinen (RPB’s) en de vastgelegde afspraken (2011 en 2012) zijn de basis voor nieuwe werklocaties. Hierbij gaat het zowel om aantallen als locaties. Krimp Provincie wil samen met haar partners optrekken om goed te anticiperen op de gevolgen Provincie gaat samen met partners het gesprek met burgers aan om te bespreken waar demografische 35 In de tekst staat: de locatie Biezenburg op het snijvlak van de Waal en het AmsterdamsRijnkanaal is een belangrijke toekomstige logistieke locatie voor een tweede containerterminal in Rivierenland. Graag wil de Pvda expliciet opnemen dat het hier nog gaat om een zoeklocatie en zoals in de laatste statenbrief is er sprake van drie zoeklocaties. Amendement. Punt over co-creatie. In de statenbrief staat dat de omgevingsvisie in co-creatie tot stand is gekomen met de regio Rivierenland. Maar de regio Rivierenland is slechts één van de partners (en de vraag is of zij zelf ook aan co-creatie doen). Het is jammer dat usual suspects als partner worden gezien en andere groeperingen als ‘lokale weerstand’. Positief beleid. Let wel op formulering: samen met partners met burgers gaan Onderwerp Energietransitie algemeen Provinciale ambitie Rol van de provincie van ontgroening, vergrijzing, bevolkingsdaling en afnamen van beroepsbevolking. ontwikkelingen toe leiden en welke lastige keuzes gemaakt moeten worden. Eerste stap is bewustwording over de gevolgen van de krimp. Maken van gezamenlijke uitvoeringsagenda. Met de Achterhoek zijn hierover al afspraken gemaakt. Betrouwbare, betaalbare en hernieuwbare energievoorziening en energieneutraliteit in 2050. Als tussendoelstelling jaarlijks minimaal 2% energie bespraren en in 2020 minimaal 14% hernieuwbare energie opwekken, waarvan 50% decentraal. Decentraal betekent lokaal opwekken en verbruiken. Hernieuwbare energievoorziening vraagt om veel ruimte die de provincie wil bieden. De provincie stimuleert de opwekking van zonne-energie, windenergie, productie van biogas en het gebruik van aard- en restwarmte. Om de energietransitie door partners te ondersteunen heeft de provincie een Gelderse Energieatlas ontwikkeld. Discussie PvdA bespreken. Insteek is helder en positief, maar burgers zijn ook partners. De provincie zal de nieuwe productie van fossiele energie in Gelderland niet actief faciliteren. Energietransitie biomassa en biogas Stimuleren van innovaties bij biomassa. Provincie investeert in BION-cluster (samenwerkingsverband in OostNederland). Provincie juicht initiatieven als Energiefabriek en Grondstoffenfabriek toe. Aandachtspunt: niet concurreren met voedselproductie. Energietransitie wind Voor windenergie is een specifieke doelstelling van 230,5 megawatt voor de provincie Gelderland vastgelegd in akkoord tussen IPO en Rijk. Apart traject voor aanwijzen locaties: windvisie provincie Gelderland. Provincie faciliteert zoekproces voor gemeenten en regio’s om tot goede locaties te komen. Als bij de uitwerking blijkt dat dit niet voldoende oplevert, zal de provincie zelf locaties aanwijzen. Provincie onderzoekt met Ondersteunen van Energie- 36 De tussendoelstelling van de provincie zit erg ver van de doelstelling in 2050 af en mag dus ambitieuzer. Extra impuls inzetten voor gemeenten energieneutraal te worden. Lokale initiatieven steunen, ga uit waar ‘energie’ zit. Belangrijk uitgangspunt: energie opwekken daar waar vraag is. Dus geen grootschalige veldopstelling in ‘achterland’ en geen eenzame windmolens (behalve bij agrariers). Lokaal opwekken én gebruiken. Motie indienen. Apart traject ‘windvisie’ PvdA wil liefst windmolens op plekken waar draagvlak is, in parkjes bij elkaar (geen eenzame windmolens). Wel eenzame windmolens toestaan bij agrarisch bedrijf. Leer van Duitsland. Ook voor Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie transitie zonneenergie partners de mogelijkheden voor opstellingen voor zonneenergie, o.a. nietuitgeefbare bedrijventerreinen, woningbouwlocaties, langs infrastructuur, oude stortplaatsen, vrijkomende agrarische bestemmingen. kennisontwikkeling en kennnisdeling Discussie PvdA Vrijetijdseconomie Impuls aan de werkgelegenheid binnen de vrijetijdseconomie. Daartoe moet de kwaliteit van het toeristisch product omhoog. Afgelopen jaren/periode is kwaliteit en gebruik afgenomen. zonneenergie geldt alleen daar opwekken waar ook vraag is. Actievere rol provincie: De PvdA wil dat in 2014 minimaal 20% van de Gelderse daken, zowel bij particulieren als bij instellingen en bedrijven in 2015 zonnepanelen en zonneboilers heeft en als het dak niet geschikt is hiervoor dat er een groen dak van gemaakt wordt. De PvdA wil dat er een subsidieregeling komt voor daken om deze vol te leggen met zonnepanelen of er groene daken van te maken. Provincie moet het goede voorbeeld geven: dus ook zonnepanelen op provinciehuis. Motie. Provincie biedt ruimte voor kwaliteitsverbetering en innovatie van recreatiebedrijven. Aankopen van verpauperde terreinen door de provincie is geen optie. Bedrijfsmatige exploitatie is een voorwaarde. Provincie wil bedrijfsleven ondersteunen; bij wijze van proef wordt voor de Veluwe voor één jaar een consulent aangesteld die gemeenten en bedrijven ondersteunt bij procedures. Recreatiebedrijven die voor de procedure bij de provincie moeten zijn, gaat de provincie ondersteunen via één loket. Wandel-, fiets-, struin- en ruiter- De achte langeafstandsroutes en zeven langeafstandsfietsroutes door Gelderland zijn van groot Waar de provincie maatregelen neemt ter verbetering of verfraaiing van het landschap zal worden bezien of aansluiting bij bestaande 37 Ambitie opnemen Gelderland wandelprovincie nr. 1. Vastleggen Gelders Wandelnetwerk volgens Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie routes belang en moet planologische bescherming krijgen in bestemmingsplannen. Het is niet mogelijk om alle route planologisch vast te leggen. routes mogelijk of wenselijk is. Landbouw algemeen Discussie PvdA voorstel Stichting Wandelnet. Motie. 38 De PvdA vindt het jammer dat een echte toekomstvisie (en ambitie) van de provincie Gelderland op landbouw ontbreekt. De agrarische sector beheert in Gelderland 250.000 ha grond. Dat is de helft van Gelderland en de boeren en tuinders zijn daarmee belangrijke vormgevers van de ruimte van Gelderland. Laten we er bewust voor kiezen als Gelderland voorop te lopen waar het gaat om kennis en innovatie, maar ook om dierenwelzijn, terugdringen emmissies, toewerken naar gesloten kringlopen en leveren van schone energie. Motie/amendement. Ook de PvdA ondersteunt het uitgangspunt ‘centraal wat moet, decentraal wat kan’. Dit doen we vanuit het idee dat maatwerk in een gebied noodzakelijk is. Maar volgens PvdA zijn zaken als definities en criteria typisch punten die voor de gehele provincie gelijk moeten zijn. De Pvda vindt dat de invulling van de definitie van grondgebondenheid bij de melkveehouderij en criteria wat betreft extra eisen voor de intensieve veehouderij bij uitbreiding niet bij de gemeenten gelegd moeten Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie Discussie PvdA Landbouw – grondgebonden Ruimte voor groene groei en verbreding. Bij grondgebonden landbouw gaat het om akkerbouw, fruitteelt, boomteelt en melkveehouderij. Met het oog op einde van Europese melkquotering in 2015 wordt een forse schaalvergroting in de melkveehouderij verwacht. Niet alleen het aantal dieren maar ook de staloppervlakte per dier zal toenemen. Bedrijven die willen groeien moeten die ontwikkelruimte verdienen. Provincie richt zich op: Ondersteuning van goede verkaveling Bevorderen van goede watercondities Stelt randvoorwaarden voor groei veehouderijbedrijven. Een voorwaarde voor de groei van grondgebonden veehouderij is dat de productie grondgebonden blijft. Dat wil zeggen dat het bedrijf beschikt over cultuurgrond om de dieren op het bedrijf voor meer dan 50% in de ruwvoerbehoefte te kunnen voorzien. Provincie stelt geen grens aan de bedrijfsomvang van een grondgebonden 39 worden. Motie. Toekomst zijn lege stallen groter probleem dan lege kantoorgebouwen. Welke visie hebben wij als provincie hierop? Vraag: In het algemeen geldt dat als een gemeente het beleid nog niet heeft uitgewerkt conform de Omgevingsvisie en –verordening-, dat dan het vigerende bestemmingsbeleid van toepassing is. Is dat wenselijk? De provincie vraagt (via de Omgevingsverordening) gemeenten om het gemeentelijk beleid binnen 2 jaar aan te passen aan de Omgevingsvisie en verordening. Is dat reeel? Veel gemeenten hebben bestemmingsplannen net aangepast. In antwoord op onze technische vraag waarom is gekozen voor percentage 50% voor grondgebonden landbouw was het antwoord dat het percentage 50% geen duidelijke grondslag kent. Zolang het percentage boven de 50% ligt kun je nog spreken van een duidelijke relatie tussen bedrijf en cultuurgrond. Er is bewust niet gekozen voor een percentage van 100% om aan te sluiten bij de praktijk. Hoger percentage? Hoe controleerbaar? Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie Discussie PvdA veehouderijbedrijf. Landbouw - niet grondgebonden Grootste deel van pluimveeen varkensbedrijven horen tot niet-grondgebonden landbouw. Doel van de provincie is om randvoorwaarden te scheppen voor duurzame nietgrondgebonden landbouw. Gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen en ‘licence to produce’. Ondernemers moeten groei ‘verdienen’. Groeipotentie van een bedrijf wordt meer afhankelijk van de plek en minder van de zone waarin het bedrijf ligt. Specifiek voor deze bedrijven blijft de reconstructiezonering (nu nog) gehandhaafd: extensiversingsgebieden, LOG’s en verwevingsgebieden. Provincie stimuleert bedrijven die duurzamer wensen te producteren: Geen ruimte voor nieuwvestiging van nietgrondgebonden bedrijven In LOG’s afronding van lopende verplaatsingsgevallen. Aan ruimte om te groeien zijn duurzaamheidseisen verbonden. In LOG’s is beperkte ruimte om nieuwe nietgrondgebonden bedrijven te stichten. De mogelijkheid geldt alleen voor bedrijven die voor 14 mei 2013 en aanvraag voor vestiging hebben ingediend en voor bedrijven die al een subsidiebeschikking hebben gekregen van de provincie en zich nog moeten verplaatsen. De vijf reconstructieprovincies hebben recent staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken gevraagd om bij Koninklijk besluit d.d. 1 juli 2014 de “Reconstructiewet concentratiegebieden” in te 40 De provincie houdt vooralsnog vast aan zonering (LOG’s, extensiverings en verwevingsgebieden), vanwege huidige bestuurlijke afspraken. Maar om hoeveel bedrijven gaat het nu precies? 11 bedrijven? Is daarvoor hele zonering nodig? LOG’s leveren bij huidige inwoners en bedrijven heel veel weerstand op. Gevoel bestaat (ook bij ondernemers zelf, zie hoorzitting in Arnhem) dat in LOG’s ‘alles mag’ en het primaat in deze gebieden ligt bij de intensieve veehouderij. Kan geen maatwerk worden geleverd? PvdA vindt zonering oud beleid en wil af van LOG’s en durft daarvoor ook verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden los te laten. Motie. Vergroting van het agrarisch bouwperceel “moet worden verdiend”. Een gemeente kan dus voor een concreet bouwplan het bouwperceel vergroten. De criteria - de plussen waaraan moet worden voldaan – moeten concreet inhoud krijgen in het bestemmingsplan. Drie van de vier moeten inhoud krijgen in het bestemmingsplan. Ondernemers kunnen de vergroting van hun bouwperceel verkrijgen wanneer ze voldoen aan de Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie Discussie PvdA trekken. Na intrekking van de Reconstructiewet concentratiegebieden kan de Provincie haar reconstructieplannen intrekken op het moment dat zij wenselijk acht. 41 voorwaarden van het bestemmingsplan, zij kunnen zelf bepalen aan welke drie voorwaarden ze willen voldoen. De provincie ondersteund de gemeenten bij de vertaling van het beleid van de provincie in bestemmingsplannen. Maar kunnen gemeenten deze taak uitvoeren? Ik denk van niet. De gemeente komt klem te zitten tussen de verschillende partijen en mist in veel gevallen de echte expertise. Ik denk dat het zo maar zou kunnen dat op gemeentelijk nivo men een intensief bedrijf zou willen toelaten waar het ruimtelijk, qua gebiedskenmerken, niet zo maar kan. Op gebiedskenmerken en bevolkingsconcentraties (kernen) zijn goed criteria te formuleren waarop getoetst kan worden. Gebieden zijn ook gemeentegrens overschrijdend. Het kan niet zo zijn dat voor hetzelfde gebiedstype opeens andere criteria gelden. Dit is mi. echt iets voor de provincie. Motie. LTO Noord Gelderland vindt dat bij de ambities van de omgevingsvisie het economisch perspectief als randvoorwaarde duidelijker naar voren dient te komen. Dat lijkt ons redelijk. Motie. We worstelen met het idee rond de criteria. De insteek/doel vinden we heel goed en volgens mij is daar ook Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie Discussie PvdA Tuinbouw Mobiliteit Concentratie en ketenversterking in een beperkt aantal gebieden in combinatie met herstructurering. Provincie streeft naar duurzame mobiliteit: een systeem dat een sterke economie, welvaart en welzijn ondersteunt en rekening houdt met de kwaliteit van de leefomgeving. Nadruk op bereikbaarheid steden voor grote hoeveelheden mensen. Platteland ligt het accent op bij voorzieningen komen. Provincie heeft specifieke aandacht voor wisselwerking van de vervoersnetwerken en knooppunten. Doorontwikkelen van Europese Corridors A15 en A1. Investeert in de economische bereikbaarheid van de belangrijkste stedelijke netwerken. Ziet verbindingen in en naar steden als het dragende netwerk van het regionaal OV. Is verantwoordelijk voor het op peil houden en verbeteren van de kwaliteit van de bestaande wegen, waterwegen en fietspaden in provinciaal beheer. Ontwikkelt en beheert OV. 42 geen discussie over in de sector. De vraag is wel hoe we hier goede uitwerking aan kunnen geven. Op dit moment lopen er twee pilots, maar die gaan uit van dit systeem. We willen nog een stap terug of een stap naar boven en voorstellen om samen met de partners (LTO maar ook GNMF) nog een keer goed naar dit vraagstuk te kijken. Als rollend agendapunt opnemen. Motie. Vraag: is voor elke uitbreiding deze eis nodig of gaat het om uitbreiding boven 1 ha? Hoofdstuk moet passen bij ontwikkelingen in de Bommelerwaard. Vraag: stand van zaken vraag gemeente Wageningen over tuinbouw in het kader van kennisontwikkeling. Ambitie provincie mag sterker: Proberen uitstoot te verminderen, OV en fietsgebruik te stimuleren. Daarnaast willen wij aandacht voor toegankelijkheid voor gehandicapten. Motie/Amendement. Bij de hoorzitting heeft dhr. van der Voet helder verwoord dat er aparte visie moet komen op langzaam verkeer. Noodzaak van “twee samenhangende, complementaire, infrastructurele netwerken: één voor snelverkeer en één voor langzaam verkeer”. Het ontwikkelen van een instrumentarium om Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie Discussie PvdA barrièrevorming, versnippering en verhokking tegen te gaan. Wandelen is niet alleen recreatief, maar gewoon mobiliteit en wandelroutes moeten meegenomen worden in integrale ontwerpopgave (bijv. rotonde). Jammer dat voorstellen vooralsnog niet zijn verwerkt. PvdA brengt de voorstellen graag in. Motie. Digitale bereikbaarheid Belangrijk dat mensen, bedrijven en maatschappelijke instellingen en regio’s beschikken over toekomstvast breedband. Vergroten van bereikbaarheid van Gelderland, met name in de ‘witte buitengebieden’ waar nog geen breedband aanwezig is. Onderzoekt of zij kan komen tot een investeringsmaatschappij voor breedband. Cultuur en erfgoed Cultuur en erfgoed verbinden mensen en zijn van grote betekenis voor de identiteit van de regio’s en vrijetijdseconomie. De provincie investeert in cultuur en erfgoed in combinatie met investeringen voor grote provinciale ruimtelijke opgaven. Natuur en Landschap algemeen Strengt op wat al natuur is, ruimer beleid op die plekken waar we kwaliteiten verder willen ontwikkelen. Behouden en vergroten van biodiversiteit in de natuur. Verbinden van de Gelderse natuur met natuurgebieden in aangrenzende provincies en Duitsland. Betrekken van de mensen in een gebied bij het beheer van hun natuur en Provincie gaat zorgvuldig om met natuur en landschap. Provincie vergroot maatschappelijke betrokkenheid en het eigenaarschap; Houdt ontwikkeling en beheer van natuur en landschap haalbaar en betaalbaar. Biedt ruimte voor ontwikkelingen die verenigbaar zijn met natuur- en landschapsdoelen. 43 Zijn regels voor Nieuwe Hollandse Waterlinie niet te streng? Een fruitboombedrijf kan bijv. ook toeristen trekken. Door een ‘leeg’ landschap fietsen is wat saai. Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie Discussie PvdA Beschermen tegen aantasting. Centraal staat de bescherming van de kernkwaliteiten. De kernkwaliteiten bestaan uit bestaande natuurwaarden, uit nog te ontwikkelen potentiële waarden en de omgevingscondities zoals stilte. landschap. Gelders Natuurnet werk (GNN) Natuur is nu provinciale aangelegenheid. Vandaar nieuwe naam: Gelders Natuurnetwerk (GNN). GNN moet worden beschermd. GNN bestaat uit alle terreinen met een natuurbestemming binnen de voormalige EHS en een zoekgebied van 7.300 ha voor 5.300 ha nog te realiseren nieuwe natuur. Nieuwvestiging en grootschalige ingrepen zijn alleen mogelijk wanneer er geen reeële alternatieven zijn en een groot maatschappelijk belang in het geding is. Voor bestaande functies zijn er beperkte ontwikkelingsmogelijkheden, alleen als er geen reeële alternatieven zijn. Er moet dan wel een compensatieplan worden gemaakt. De natte natuur is onderdeel van het GNN. Ook de HENwateren (wateren met een zeer hoge ecologische waarde) zijn onderdeel van de GNN. Voorstel kleine wijzigingen via GS (en niet via PS). Groene Ontwikkel zone (GO) De Groene Ontwikkelzone (GO) heeft kwaliteiten die de provincie verder tot ontwikkeling wil brengen. GO bestaat uit terreinen met een andere bestemming dan bos of natuur die ruimtelijk vervlochten zijn met het GNN. De provincie nodigt de Gelderse samenleving uit om in de GO initiatieven te ontwikkelen die bijdragen aan de dubbele doelstellingen. 44 Mooi dat we als Gelderland natuur beschermen. Natuur is zoveel meer. Zonder natuur slaan we elkaar de hersens in. Trots op de Millingerwaard. Natuurbescherming heeft verkeerd imago gekregen door ‘vitrinenatuur’ of te technocratische benadering van natuur. Teveel regels m.b.t. natuurbescherming kunnen juist ook tegen je gaan werken. Het gaat om het instand houden van biodiversiteit. Daarvoor zijn bepaalde diersoorten indicatoren. Het gaat niet om het instandhouden van die ene diersoort op dat specifieke plekje, het gaat om het totaal beschermen van natuur. Natuur is ook om te beleven. Als PvdA vinden we belangrijk dat natuur zoveel mogelijk toegankelijk is en dat jeugd wordt gestimuleerd om de natuur te beleven. Delfstofwinning in het GNN is nu opgenomen. Kleine wijzingen via GS is OK. GO heeft kwaliteiten die de provincie verder tot ontwikkeling wil brengen. Het is niet in de tekst overal even duidelijk wat onder deze kwaliteiten wordt verstaan. Met name is de vraag of landbouw ook als kwaliteit wordt gezien. Onderwerp Provinciale ambitie Het gaat dan vooral om landbouwgrond, maar ook om terreinen voor verblijfs- en dagrecreatie, infrastructuur, woningen en bedrijven. De GO heeft een dubbele doelstelling: er is ruimte voor economische ontwikkeling in combinatie met versterking van de samenhang tussen aangrenzende en inliggend natuurgebieden. In de GO wil de provincie de samenhang tussen natuurgebieden bevorderen, ruimte bieden voor de ontwikkeling van functies die hier aanwezig zijn en passen zoals landbouw, landgoedbedrijf en dagrecreatie, kansen bieden voor creatieve functiecombinaties, beschermen van bos en specifieke weidevogel- en ganzefourageergebieden beschermen. Rol van de provincie Discussie PvdA Er is in de GO ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en voor een beperkte uitbreiding van bestaande bedrijven, woningen, bouwwerken en andere functies. Bij uitbreiding gaat het om het per saldo versterken van de kernkwaliteiten: samenhang met aangrenzende natuurgebieden, aanwezige en nog te ontwikkelen natuurwaarden, landschappelijke waarden en abiotische kwaliteiten als stilte, donkerte, openheid en rust. Provincie vraagt gemeenten om de huidige en nog te ontwikkelen natuurwaarden op te nemen in hun beleid en in het bijzonder om goede randvoorwaarden te creeeren voor de realisatie van de ecologische verbindingszones. Landschap De provincie wil samen met partners de basiskwaliteit van landschappen in Gelderland behouden. Landschap is overal van belang, maar niet overal een provinciale zorg. Primaire verantwoordelijkheid voor de basiskwaliteit ligt bij gemeenten, de provincie ondersteunt. 45 Aan de ene kant wordt gesproken over landbouwgrond en ook in antwoord op een vraag over het Binnenveld dat nu als GO wordt bestempeld wordt gezegd dat de aanduiding GO geen belemmering is voor normaal agrarisch gebruik. Aan de andere kant wordt gezegd dat ingrepen per saldo een plus voor kernkwaliteiten moeten opleveren waarbij alleen naar natuur wordt verwezen. Hiermee lijkt het toch alsof GO niet langer ‘ja, tenzij’ is en GO wel degelijk een belemmering is voor normaal agrarisch gebruik. Het lijkt alsof elke uitbreiding van het agrarisch bedrijf leidt tot een aantasting van de kernkwaliteiten. Dat is onjuist. Landbouw is een bestaande functie en de belangrijkste drager van het landschap in de GO. Uitbreiding is dan geen aantasting maar veeleer een versterking. Motie. Vraag: Provincie vraagt gemeenten om huidige en nog te ontwikkelen natuurwaarden op te nemen in hun beleid en goede randvoorwaarden te creeeren. Welke ondersteuning geeft de provincie daarbij? Primaire verantwoordelijkheid voor basiskwaliteit van landschap ligt bij gemeenten. Het is niet duidelijk welke ambities de provincie heeft als het gaat om landschap. Hoe gaat provincie gemeenten Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie De provincie neemt het initiatief om samen met Gemeenten een Gebiedenatlas voor heel Gelderland uit te werken. Discussie PvdA De provincie daagt partners uit om elke ruimtelijke ontwikkeling aan te grijpen om basiskwaliteit van het landschap te vergroten. Voor een zorgvuldige afweging van ontwikkelingen in het buitengebied moet de Gelderse ladder voor duurzaam ruimtegebruik worden gebruikt. mbitie van de provincie richt zich met name op de landschappen die symbool staan voor Gelderland: nationale landschappen, waardevol open gebieden, Nieuwe Hollandse Waterlinie, De Romeinse Limes en de natuur van Gelderland (GO en GNN). De provincie normeert in de landschappen van bovenregionale waarde. Gezonde en veilige leefomgeving Goede milieukwaliteit en veilige ruimtelijke keuzes, waarbij gezondheidsschade, onacceptabele risico’s en hinder door milieubelastende activiteiten voorkomen moet worden. Focus op wettelijke taken, geen extra accent. Waterveiligheid wordt ingevuld via Deltaprogramma. Water Realisatie van een robuust en veerkrachtig watersysteem, realisatie van Europese doelen (o.a. kaderrichtlijn Water) en grondwaterbescherming voor openbare Water is essentieel onderdeel van natuur, landbouw, locatiekeuzes. Water is verweven in alle hoofdstukken. 46 ondersteunen? Zorg dat gemeenten een actief uitvoeringsprogramma op gaan zetten bij de al ontwikkelde Landschapsontwikkelingsplanne n (LOP’s). Gemeenten kunnen het landschapsbeheer niet zelf. Ze hebben hulptroepen nodig. Je moet landschapsbeheer faciliteren, de basisvoorwaarden beschikbaar hebben. Op provinciaal nivo is sprake van een massa die nodig is om met een stichting als Landschapsbeheer voor dit flankerend beleid zorg te dragen. Het organiseren van maatschappelijke betrokkenheid, ook bij de jeugd, verdient zich altijd terug. Alleen is het niet altijd in geld te meten . Pvda wil graag dat vrijwilligers expliciet in de omgevingsvisie worden genoemd. Amendement/motie. Positief: landgoedatelier op 17 juni 2014. PvdA pleit voor aantal voorbeeld projecten, bijv. landgoed Welna. Motie? Onderwerp Provinciale ambitie Rol van de provincie drinkwatervoorziening. Zwemwateren Provincie heeft geen ambitie voor de uitbreiding van recreatiegebieden en de bijbehorende zwemwateren. Ondergrond Belangrijk thema dat nu alleen maar wordt aangestipt. Provincie heeft wettelijke taak tot aanwijzen en beschermen van zwemwateren: de Lijst van Zwemwateren. 47 Discussie PvdA
© Copyright 2024 ExpyDoc