Verslag vergadering CROW van 14 mei 2014

Provinciale Staten
Ontwerp Verslag Commissie Ruimtelijke Ordening, Water en Wonen
14 mei 2014
PS2014-429
Aanwezig:
VVD
PvdA
CDA
PVV
SP
D66
GroenLinks
ChristenUnie
SGP
50PLUS
PvdDieren
Groep Wullink
dhr. Vos de Wael, mw. Groot, mw. Hartman-Oosterink
mw. Liebrand, mw. Hijman
dhr. Schol, dhr. Dijkstra, dhr. Hutten
Mw. Kouwenberg, dhr. Van Kampen
dhr. Lucassen
dhr. Scheffer, dhr. Veraart
dhr. Sözen
dhr. Van ’t Hoog, dhr. Vreugdenhil
dhr. Versteeg, dhr. Klein
dhr. Mulder
dhr. Van der Veer
Voorzitter
Secretaris
mw. A. Prins
dhr. F. Foks
Genodigden
mw. J. Meijers (gedeputeerde)
1.
Opening, mededelingen
Voorzitter opent de vergadering om 13.00 uur en vraagt of er nog opmerkingen zijn over de
mededelingenbrieven van de gedeputeerde?
VVD verzoekt naar aanleiding van de mededelingenbrief van 13 maart 2014 om het
onderwerp verontreiniging grond- en oppervlaktewater als afzonderlijk thema te bespreken
in de commissie. Gedeputeerde Meijers stelt voor om gezamenlijk te kijken naar het beste
behandelmoment verwijzend dat op dit moment een gezamenlijk onderzoek loopt naar met
name medicijnresten in het grondwater.
Voorzitter concludeert dat het genoemde thema als actiepunt 32 zal worden opgenomen
op de afsprakenlijst. Voorzitter deelt mee dat op woensdag 22 mei (10.00 - 11.30 uur) een
ronde-tafel-bijeenkomst is over de toekomst van de Achterhoek (programma volgt). Op
diezelfde woensdag (11.45 - 16.00 uur) is een excursie (bustocht) m.b.t. de Kaderrichtlijn
Water. Er gaat een intakelijst rond in de vergadering (ook in MIE) voor een Technische
briefing over het thema Ondergrond op 29 oktober 2014.
GroenLinks vraagt of in het kader van de voorhangprocedure De Beijer dit onderwerp
besproken kan worden in de commissie?
Voorzitter concludeert dat de commissie het onderwerp De Beijer wil toevoegen aan de
agenda van de extra commissievergadering van 21 mei.
Gedeputeerde Meijers deelt mee dat GS vanmorgen bericht hebben gekregen dat de
Raad van State alle beroepen in het kader van het Inpassingsplan ongegrond heeft
verklaard en daarmee het Inpassingsplan onherroepelijk is geworden.
2.
Vaststelling agenda/inventarisatie rondvragen (PS2014-369)
Voorzitter deelt mee dat er geen insprekers zijn.
De voorliggende agenda wordt vastgesteld met toevoeging van het onderwerp De Beijer op
21 mei. Dit betekent dat op woensdag 21 mei (17.30 uur) een uitloopvergadering zal
plaatsvinden (Statenzaal) met daaraan toegevoegd agendapunt De Beijer.
3.
Vaststelling ontwerpverslag d.d. 12 maart 2014 (PS2014-251)/ontwerpverslagen Hoorzittingen Omgevingsvisie (PS2014-275)
Het verslag d.d. 12 maart 2014 en de verslagen van de Hoorzittingen (PS2014-275) worden
vastgesteld.
4.
Omgevingsvisie Gelderland (PS2014-51)
Eerste termijn:
VVD (zie gehele tekst: bijlage 1) stelt dat een groot gevaar schuilt in een mogelijke stijging
van de rente van de kapitaalmarkt. Voor de provincie Gelderland zal dat weinig van invloed
zijn vanwege de omvang van het stamkapitaal maar voor veel gemeenten kan dit
desastreus worden. Enige stijging van de kapitaalmarkt rente kan invloed gaan krijgen op
de ruimtelijke ordening en daarmee op de uitgangspunten van de OmgevingsVisie. VVD
vindt het daarom van belang om de renteontwikkelingen zeer goed te volgen.
In diverse gebieden van Gelderland komen verschillende functies elkaar tegen. Deze
kunnen op middellange termijn aanleiding zijn voor conflicten. Het zou goed zijn deze
conflicten veel expliciteer concreet in beeld te brengen. Dit zowel in de regio’s als ook
tussen de regio’s en op de grenzen van de provincie. Vraag: wil de gedeputeerde de
mogelijke problemen die voortkomen uit conflicterende belangen in beeld brengen?
In co-creatie kwam de OmgevingsVisie knap tot stand. Door het samenspel van velen is de
OmgevingsVisie meer gedragen, beter leesbaar en toegankelijker dan het Streekplan.
De volgende uitgangspunten zijn voor VVD leidend:
- Verantwoordelijkheden en bevoegdheden op een zo’n laag mogelijk niveau neerleggen;
- Levert het beleid een bijdrage aan de duurzame economische structuurversterking en
borgt het de kwaliteit en de veiligheid van de leefomgeving?;
- Nagaan wat de consequenties zouden kunnen zijn van verdere opschaling van bedrijfsen overheidsactiviteiten, toepassing van moderne ICT middelen en robotten;
- Duurzaam samenleven en duurzaamheid stimuleren;
- Stimuleren en faciliteren van nieuwe kennisinstituten, maakindustrie, hoogwaardige
bedrijvigheid en werkgelegenheid;
- Is vereenvoudiging van de normering mogelijk?
- Het vanuit duurzaamheid mogelijk maken dat de productie van elektriciteit bij de
feitelijke gebruiker of daar zo dicht mogelijk erbij gerealiseerd kan worden (met
draagvlak).
- Samenwerking van Gelderse gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen bevorderen;
- Nadrukkelijker Gelderland op de kaart zetten in Nederland en Duitsland.
De toekomst van de stad
De Raad voor de Ruimtelijke Leefomgeving en Infrastructuur stelt in haar advies over de
toekomst van de stad dat de Nederlandse steden een maatje te klein zijn. Volgens de Raad
is dit fundamenteel: in de toekomst kunnen Nederlandse steden het niet alleen, ze hebben
elkaar nodig. Het gaat om connectiviteit, niet alleen infrastructureel, maar ook in
samenwerkingsrelaties, tussen bedrijven, kennisinstellingen, overheden, burgers en
maatschappelijke organisaties. Alleen hiermee kan het zelforganiserend vermogen van de
stad worden benut om te komen tot innovaties. De toekomst van de stad ligt in de kracht
van deze nieuwe verbindingen. Vragen:
1. Deelt het college de mening van de Raad voor Ruimtelijke Leefomgeving en
Infrastructuur?
2. Zo ja, kan het college de consequenties hiervan in beeld brengen en aangeven hoe dat
in de OmgevingsVisie opgenomen kan worden?
Werkgelegenheid
Veel nadrukkelijker moeten wij de economische motoren van Gelderland faciliteren om
nieuwe bedrijven aan te trekken. VVD vindt dat de OmgevingsVisie blijvend veel ruimte
moet bieden voor nieuwe initiatieven. Vragen:
1. Om de werkloosheid in Gelderland beneden de 4,5% te houden met hoeveel
arbeidsplaatsen per jaar moet de werkgelegenheid groeien?
2. Wat heeft dat voor consequenties op de inhoud van de OmgevingsVisie?
2
Onroerendgoed
Om in te spelen op het veranderde economische tij heeft de provincie per regio afspraken
gemaakt om bouw van woningen, winkels en kantoren te beperken. Nu een licht
economisch herstel zich aandient vragen wij ons af of de provincie deze sturing niet zou
moeten loslaten. Opvallend was tijdens de hoorzitting dat het gemeentebestuur van
Veenendaal vroeg om het Utrechtse kantorenbeleid van toepassing te verklaren op het
grensgebied Utrecht en Gelderland (VVD natuurlijk tegen). Enkele vragen:
1. Wat zijn nu nog de redenen voor GS om nadrukkelijk een vinger in de pap te willen
hebben bij de realisatie van onroerend goed in de regio’s?
2. Wat zou er mis kunnen gaan wanneer de provincie hier afstand van neemt en het los
laat? Deze vraag graag betrekken op de verschillende sectoren van de onroerendgoed
markt - woningen, retail en kantoren.
3. Actualiteit: hoe kijkt de gedeputeerde aan tegen de onrust rond het verzorgingshuis
Dennenrust in Wageningen? Kan met de voorliggende OmgevingsVisie dit probleem
worden opgelost?
Windenergie
De windvisie Gelderland wordt in september in de Staten besproken. Om die reden stellen
wij voor eerst het besluit hierover af te wachten en de resultaten daarvan te verwerken in de
OmgevingsVisie en OmgevingsVerordening. Dit doen wij mede omdat dan meer
duidelijkheid gegeven kan worden over het draagvlak bij de gemeenteraden en direct
betrokkenen.
Mobiliteit
Voor knelpunten en congestieproblemen moet tijdig ruimte worden gereserveerd. Zo is
bijvoorbeeld voor de lange termijn een duurzame verbetering van de zuidelijke ontsluiting
van de regio Food Valley nodig en moet rekening worden gehouden met een verbreding
van de A15 en de A1, een t.z.t. verdubbeling van de N18 en verbeteringen aan het spoor
Arnhem- Winterswijk. Dit zijn uiteraard slechts enkele voorbeelden. Om echter toekomstige
wijzigingen nog mogelijk te maken moeten andere ruimtelijke ontwikkelingen dit niet
blokkeren c.q. belemmeren.
Vraag: moet gelijk aan de windenergie ook voor mobiliteit zoekzones worden aangewezen?
Langzaam verkeersnetwerk Gelderland
De wandel, fiets, struin- en ruiterroutes zijn belangrijk voor de vrijetijdseconomie. Voor het
woon-werkverkeer wordt het gebruik van de E-bike steeds aantrekkelijker. In de
OmgevingsVisie krijgen (snel)fietspaden de nodige aandacht. Voor de VVD zou de kwaliteit
in relatie tot het gebruik van een dekkend Gelders netwerk maar aandacht moeten krijgen.
Ook de gevolgen van het kruisingsvrij maken van bijvoorbeeld een spoorwegovergang kan
behoorlijke consequenties hebben voor het langzaam verkeer. Vraag: kan de gedeputeerde
toezeggen dat wij na het vaststellen van de OmgevingsVisie een apart thema hiervan
maken?
Land- en tuinbouw - dynamisch Gelderland
Om te kunnen blijven concurreren/om te overleven is schaalvergroting en innovatie
noodzakelijk. De sector vreest dat iedere gemeente zijn regels gaat maken als uitwerking
van de omgevingsvisie. VVD vindt dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo laag
als mogelijk moeten liggen. De provincie zou in haar rol als aanjager van de cocreatie met
de gemeenten in overleg kunnen gaan om mogelijke gemeentelijke verschillen te
minimaliseren. VVD wil de bestaande eigendomsrechten bij bestaande ondernemers in de
kernzone van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Limes respecteren (amendement?). In
verwevingsgebieden is volgens de verordening ten behoeve van de niet grondgebonden
productietak een bouwperceel met een kavelgrootte van 1 ha toegestaan. Onder
3
voorwaarden is een oppervlakte van meer dan 1 ha mogelijk. VVD heeft moeite met deze
beperking, zeker voor die bedrijven die nu al groter dan 1 ha zijn (amendement?). De
aanwezigheid van landbouw, extensieve recreatie en landgoedbedrijven is niet aangemerkt
als kernkwaliteit in de Groene Ontwikkelingszone (GO) dit in tegenstelling tot wat
Manifestpartners deden (is nu niet zo in Omgevingsvisie).
Uitbreiding van reeds bestaande functies met meer dan 30% moet altijd worden
gecompenseerd door substantiële versterking kernkwaliteit, ook al wordt de kernkwaliteit
helemaal niet aangetast. VVD vindt dit onterecht en overweegt hierover een amendement.
VVD ziet de geluidsoverlast van agrarische bedrijven als gebiedseigen. Volgens de VVD
gaat het te ver om voor elke uitbreiding van het bouwblok extra eisen te stellen. Dan wordt
een onnodig zware procedure gehanteerd ook voor beperkte uitbreidingen. VVD stelt voor
(net als LTO Noord Gelderland) de extra eisen alleen van toepassing moeten zijn bij een
uitbreiding van het bouwblok boven de 1 of 1,5 hectare. De te stellen eisen moeten reëel
zijn, d.w.z. haalbaar en betaalbaar voor de ondernemer. De ondernemer moet erop kunnen
rekenen dat hij zijn investering kan terugverdienen.
De eventueel noodzakelijke compensatieregeling staat niet in verhouding tot de eventuele
ingreep, zeker niet omdat deze compensatie elders buiten het GNN in de Groene
Ontwikkelingszone (GO) gerealiseerd moet worden. Gezien de kleinschaligheid kan de
verantwoordelijkheid voor een verantwoorde toepassing bij de gemeenten worden gelaten.
Het belangrijke onderwerp land- en tuinbouw roept veel vragen op:
1. Wat voegt de reconstructiezonering nog toe? Kan de reconstructiezonering er niet
vanaf?
2. Het onderscheid tussen LOG’s, verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden is
dermate klein en heeft geringe waarde dat vereenvoudiging voor de hand ligt. Hoe denkt
de gedeputeerde daarover?
3. Wanneer is het nieuwe overzicht van de hydrologische beschermingszones
beschikbaar? Hoe stelt de gedeputeerde zich voor om deze zones te verwerking in de
OmgevingsVisie en Verordening?
4. Wat zijn de diepe roerselen van het college om in de Groene Ontwikkelingszones de
landbouw, extensieve recreatie en landbouwbedrijven niet aan te merken als
kernkwaliteiten?
Grondstoffenwinning
Er wordt een koppeling gelegd tussen ontgronding, waterberging, natuurontwikkeling,
rivierverruiming, recreatie en wonen aan het water. Veel of teveel functies die aan een
gebied worden toegekend. Wanneer ontstaat er een conflict tussen deze functies? Wij
interpreteren de OmgevingsVisie zo dat de huidige situatie min of meer wordt gefixeerd.
Wat ontbreekt is een visie op de grondstoffen winning in de komende 10 tot 30 jaar.
Bijvoorbeeld: de rivier zet in de uitwaarden klei af en waar ligt het evenwicht tussen aanvoer
door de rivier en de winning door de baksteen industrie? Bij ruimte voor de rivier komt er
zand, grind en klei beschikbaar. Is daar vraag naar? Vragen:
1. Hoeveel kubieke meter klei kan er de komende 10 tot 30 jaar worden gestoken in de
uiterwaarden?
2. Is deze winning duurzaam of komt er een moment dat de fabrieken klei moeten
importeren of de deuren moeten sluiten?
3. Is het mogelijk om een kwantitatief en kwalitatief inzicht te geven in de hoeveelheden
klei, zand en grind vrijkomen bij de projecten voor ruimte voor de rivier in de komende
10 tot 30 jaar?
4. Is het mogelijk om te kwantificeren hoe groot de vraag naar deze producten in dezelfde
periode zou kunnen zijn?
5. Vervolgens wat leren wij daarvan voor de OmgevingsVisie?
Veel vragen die vandaag of volgende week niet beantwoord hoeven te worden. Concrete
toezeggingen van het college over wanneer dit thema onderbouwd in de commissie kan
4
worden besproken is voorlopig voldoende.
Aaltense Goor
VVD stelt voor om de plangrens terug te brengen zoals vastgelegd in het Streekplan en
wacht het lopende gebiedsproces af. VVD begrijpt de insteek van GS en heeft kennis
genomen van de toezegging van het college (amendement?).
Multimodale knooppunten, hotspot container overslag en opslag
Medel, Nijmegen, Emmerich, Doesburg, Barneveld, Nijkerk en Biezenburg hebben een
containeroverslag en opslag of zijn daarover aan het nadenken. De Betuwelijn zal binnen 10
jaar goed worden aangesloten op het Duitse spoorwegnet. Ook hier missen wij een visie,
een doorkijkje in de komende 10 tot 20 jaar waar het heen gaat met de overslag, opslag en
vervoerstromen van de containers. Evenals bij de grondstoffenwinning zouden wij dit thema
meer onderbouwd willen bespreken om zo een goede afweging te kunnen maken. Kan het
college dat toezeggen?
Cocreatie
Hoe gaan we verder met het proces van cocreatie, rollende agenda, dynamisch Gelderland
of uitnodigingsplanologie? Hoe wij het ook noemen, de kern is dat wij samen met de
Gelderse samenleving door willen gaan om de concurrentiekracht van Gelderland te
vergroten door duurzame versterking van de ruimtelijke-economische structuur en borgen
van de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving.
Wij stellen voor om aan het begin van ieder kalender jaar een update van de
OmgevingsVisie in de Staten te bespreken. Deze update moet gaan over de kaders en de
thema’s die door de Staten zijn vastgesteld om verder te worden uitgewerkt. Een goed
voorbeeld daarvan is de nota over WindVisie die in september in de Staten wordt
besproken.
Vanzelfsprekend zal na het updaten van de OmgevingsVisie ook de OmgevingsVerordening
l moeten woerden aangepast.
In een tweetal statenbrieven (15/4/14 en 17/12/13) doet het college een voorstel voor de
majeure opgaven. VVD begrijpt de inhoud van de brieven niet echt. Deze brieven zijn voor
ons geen vrijbrief om verder te gaan. Wij verzoeken U ons nader middels een presentatie
en een aanvullend schrijven hierover te informeren.
Tot slot
VVD zal mogelijk in de 2e termijn en anders tijdens de Statenvergadering, na overleg met
de collegae Statenleden, een aantal concrete thema’s aanreiken voor het komend jaar. Er is
een knap stuk werk verzet, een nieuwe basis staat om de Gelderse lange termijn visie
middels rollende agenda te gaan opstellen.
PvdA (zie bijlage 2 voor gehele tekst) geeft aan dat de omgevingsvisie beschrijft hoe de
provincie de komende jaren wil omgaan met ontwikkelingen en initiatieven. Het is dus geen
plan met exacte antwoorden, en eigenlijk ook geen visie, maar meer een kader/een richting.
Ook wordt in het in plan aangegeven welke rol de provincie heeft/neemt bij bepaalde
ontwikkelingen: ondernemend, inspirerend, verbindend of normerend. Ofwel: gaat de
provincie regels stellen, controleren of vooral regisseren, verbinden en faciliteren. Voor
PvdA is uitgangspunt: vertrouwen hebben waar het kan maar ook duidelijk een partij
benoemen die beslissingen kan nemen en deze beslissingen durft uit te leggen. Wat betreft
de PvdA is de hoofdvraag: biedt de omgevingsvisie nu voldoende ruimte voor de toekomst
en zorgt de omgevingsvisie voor voldoende bescherming van datgene of diegene dat
kwetsbaar is (voorzieningen, mensen, natuur)?
PvdA denkt dat de Omgevingsvisie redelijk geslaagd is in het loslaten waar het kan en het
vastleggen waar het moet, maar de ‘proof of the pudding’ zit in de omgevingsverordening.
5
Maar er is meer nodig om de omgevingsvisie ‘te laten werken’, namelijk vertrouwen. Bij de
hoorzittingen viel de PvdA op dat veel insprekers toch vroegen om meer duidelijkheid en
regels. Binnen het provinciehuis en gemeenten moet dan ook nog hard gewerkt worden aan
de echte cultuurverandering. We moeten oppassen dat we niet terugvallen in bekende
patronen.
Voorstel ombudsman:
PvdA stelt voor om in navolging van de Overijsselse ombudsman een Gelderse
ombudsman in het leven te roepen. Voordeel van een Gelderse Ombudsman is, dat deze
op regionale schaal georganiseerd is, herkenbaar is en de plaatselijke situatie goed kent.
Bovendien kunnen klachten ter plaatse worden afgehandeld. Als een overheidsinstantie
(gemeente, provincie) niet handelt zoals het hoort en de burger of organisatie het idee heeft
dat hij of zij niet open, eerlijk en op correcte wijze behandeld is door de betreffende
instantie, ambtenaar of bestuurder, dan kan een klacht worden ingediend. Het kan daarbij
bijvoorbeeld gaan om: het gevoel dat er niet of onvoldoende wordt geluisterd, het gevoel
van het kastje naar de muur te worden gestuurd, onvoldoende of niet geïnformeerd worden
over plannen, onheuse behandeling, niet adequaat worden geholpen of geen antwoord
krijgen op (schriftelijke) vragen. Een klacht moet wel eerst bij de betreffende
overheidsinstantie aangemeld en behandeld worden. PvdA vraagt GS om voortouw te
nemen voor het opzetten van een Stichting Gelderse ombudsman en partners te vragen
zich bij de stichting aan te sluiten. We zullen hiervoor met een motie komen.
Het proces:
Was de omgevingsvisie qua proces een succes? En wat is eigenlijk de doelgroep van de
omgevingsvisie? Eerlijk gezegd denk ik dat een omgevingsvisie veel te abstract is voor cocreatie met ‘unusual suspects’. Co-creatie werkt alleen als het ‘mensen treft in het hart’. De
omgevingsvisie is veel te abstract om het gesprek te arrangeren met burgers, ondernemers
en belanghebbende partijen. Dat het toch voor een deel wel is gelukt (maar voor een groot
deel ook niet), is toch positief. De omgevingsvisie is eigenlijk ook niet bedoeld voor burgers,
maar meer voor ‘experts’: gemeenten, waterschappen en natuur- en landbouworganisaties.
En die partijen zijn erg tevreden. Toch krijgen burgers uiteindelijk wel met de
omgevingsvisie te maken (zie hoorzittingen). Communicatie liep niet altijd goed, met name
waar het gaat om kaartmateriaal.
Hoofdpunten waar PvdA een amendement of motie over wil indienen, zijn: duurzame
verstedelijking, Kadegebonden bedrijventerreinen (Biezenburg), Energietransitie,
Wandelroutes en langzaam verkeer, Landbouw, Groene Ontwikkelzone en Landschap.
CDA (zie bijlage 3: gehele tekst) maakt complimenten over het resultaat van de concept
omgevingsvisie dat niet ontstaan is vanuit de Arnhemse ivoren toren maar samen met
partners en regio’s tot stand is gekomen. Over het resultaat kan de CDA fractie in
hoofdlijnen tevreden over zijn.
Toch valt er één kritische noot te kraken. Binnen de regio’s is veel werk verzet door
besturen en regiovertegenwoordigers, maar de vraag kan wel gesteld worden of daarbij in
voldoende mate gemeenteraden (de lokale volksvertegenwoordigers) bij betrokken zijn
geweest. Het punt van voldoende democratische legitimiteit is voor het CDA wel een
zorgpunt naar de toekomst, omdat de “rollende agenda” betekent, dat er nog verdere
besluiten moeten komen en nadere invullingen gemaakt dienen te worden. Een goed
voorbeeld is de Windvisie, als nadere uitwerking van de energieparagraaf van de
6
Omgevingsvisie. Daar zal de provincie de gemeenteraden voor support en draagvlak bij
nodig hebben. Hoe kijken GS hier tegen aan? Herkent het college dit probleem en erkent
zij, dat er nog enig missiewerk gedaan moet worden en hoe denken zij dit punt concreet aan
te pakken?
De Omgevingsvisie is ook een modern, eigentijds stuk werk zoals de digitale kaartbeelden.
Daar zit echter niet alleen het probleem van toegankelijkheid voor minder digitaal
geschoolde burgers, maar ook een stuk kwetsbaarheid in. Ook onze digitale omgeving is
kwetsbaar voor criminelen en anderen die minder goede bedoelingen hebben. Zien GS dit
ook zo en welke borging kunnen zij ons toezeggen om deze gevaren het hoofd te bieden?
INHOUDELIJK – ALGEMEEN
Door sommigen wordt opgemerkt, dat de economische doelen van de omgevingsvisie nogal
leidend zouden zijn, soms te leidend en dat duurzaamheid onvoldoende uit de verf komt.
Daar zijn wij het niet mee eens, want ook duurzaamheid moet “verdiend” worden. Zonder
een goede economische basis verwordt onze mooie provincie tot een stuk drijfzand, waar
burgers en bedrijven in een moeras van achteruitgang in wegzinken. Vitaliteit,
bereikbaarheid en leefbaarheid staan daarbij voor het CDA centraal. CDA maakt daarbij een
paar kanttekeningen:
- is er voldoende aandacht voor de maakindustrie in Gelderland?
- krijgt de agrarische sector voldoende ruimte tot duurzame economische groei?
- is er ruimte voor meer regionaal logistieke bedrijvigheid?
- krijgt veiligheid en bestrijding van criminaliteit in het buitengebied (met name in
natuurgebieden) voldoende prioriteit om deze doelen, door GS zelf geformuleerd, te
behalen gestreefd worden?
Het CDA wil de omgevingsvisie beoordelen op basis van een aantal criteria:
- duurzame economie, mobiliteit en energie
- toekomstbestendige en leefbare steden en dorpen
- behoud en versteviging van bijzondere landschappen
- versterking van werkgelegenheid voor alle burgers,
- stimulering van en maatwerk voor kleinere bedrijven, zoals de lokale detailhandel en
ondernemende boeren.
Vanuit deze uitgangspunten willen we ingaan op een aantal onderdelen van de
Omgevingsvisie.
ENERGIE
De beschikbaarheid en toegankelijkheid van energie zal in de toekomst minder
vanzelfsprekend zijn. We zullen dus alles op alles moeten zetten om ons land meer
energieonafhankelijk te maken en daaraan zullen de lokale overheden een belangrijke
bijdrage moeten leveren.
Niet alleen windenergie maar ook andere vormen, zoals zonne-energie en biogas zijn aan
de orde. Energiebesparing blijkt tot op heden nog het meest efficiënt en effectief. Wat er
staat over dit onderwerp in de Omgevingsvisie kan het CDA in grote lijnen onderschrijven,
mits hier gewerkt wordt aan voldoende draagvlak.
In de omgevingsvisie staat dat GS deze energieneutraliteit in 2050 wil bereiken. Zijn er ook
scenario’s denkbaar waarin we al in 2030 dit doel kunnen bereiken, en zo ja hoe zouden die
er dan uit kunnen zien? Wat is de fysieke haalbaarheid daarvan en zou dit bereikt kunnen
worden door nog meer in te zetten op kleinschalige en lokale energiewinning waar lokale
gemeenschappen zoals de energiecoöperaties, zelf het eerste profijt van hebben en
waardoor het draagvlak snel vergroot kan worden? (een eigen Gelders Energieakkoord?).
Graag een reactie van het college hierop. In dit verband verwijs ik naar de nagekomen
notitie van de regio Stedendriehoek als reactie op de vragen van commissieleden tijdens de
hoorzitting in Zutphen.
In hoofdstuk 4.4. (water en ondergrond) wordt gesteld, dat de provincie moet afwegen wat
7
er op een bepaalde plek in de ondergrond wel of niet mag. Dat is te algemeen gesteld. CDA
fractie wil dat schaliegaswinning en het onderzoek daarnaar in de komende jaren (10) moet
worden uitgesloten en wij stellen voor dit explicieter in de Omgevingsvisie te benoemen.
LANDBOUW
Voor het CDA is landbouw een kernwaarde in Gelderland die niet onderschat mag worden
en voldoende economische armslag voor de toekomst moet krijgen. Geborgd moet worden
in de omgevingsvisie dat er goede ontwikkelkansen voor de toekomst zijn. Vanuit deze
optiek heeft het CDA beoordeeld wat er hierover in de omgevingsvisie staat en dan komen
wij tot de volgende opmerkingen en vragen:
- wat verstaat u onder een “plus” voor milieu, dierenwelzijn, volksgezondheid en
ruimtelijke kwaliteit? Een plus bij uitbreiding ten opzichte van welke referentie? Wie
gaan dat invullen? Antwoord: meestal de gemeenten. Kunnen we dan ervan uitgaan,
dat onze doelen haalbaar en betaalbaar zijn? De sector zelf zet daar in ieder geval
vraagtekens bij. Het levert in onzekerheid op, omdat niet duidelijk is hoe e.e.a. ingevuld
gaat worden en dat vindt het CDA niet wenselijk; de doelen die het rijk en de EU stelt
aan uitbreiding van de veehouderij vergen al grote inspanningen. Waarom moet daar in
Gelderland nog een schep bovenop en wordt de Omgevingsvisie niet beperkt tot wat er
landelijk en Europees in de maak is?
- Gaat dit niet ten koste van één van de hoofddoelen van de Omgevingsvisie: een
duurzaam, maar ook vitaal platteland? Het grote economische belang van de Gelderse
veehouderij wordt te veel overschaduwd door te redeneren vanuit de negatieve effecten
van de veehouderij op de omgeving. Helder zal worden dat wij in het verdere proces
van cocreatie met de sector verder gesproken zal worden.
- In specifieke zin gelden de vragen voor de grondgebonden veehouderij. Wat blijft er in
dit verband nog over van het principe van uitnodigingsplanologie? Volgens de
omgevingsvisie moet de agrarische sector investeren in de omgeving. Maar als men
aan de kernkwaliteiten werkt voldoet men in de visie van het CDA al in voldoende mate
daaraan. Dus waarom moet extra waargemaakt worden als men meer van 30 % wenst
uit te breiden? Waarom laten we de “markt” niet in grote lijnen bepalen wat de kansen
en mogelijkheden voor uitbreiding zijn? Wordt op deze manier het planologische regime
niet te strak, daar waar in onze visie boeren al eeuwenlang hoeders van het Gelderse
landschap zijn. Wij vinden het onredelijk dat agrarische bedrijven bij een uitbreiding van
meer dan 30% substantieel de kernkwaliteiten van de GO moeten versterken. Of gaat u
er impliciet van uit dat uitbreiding van een agrarisch bedrijf sowieso de kernkwaliteit van
de GO aantast? Het zal duidelijk zijn, dat we bij de verdere besprekingen, met name als
het gaat om de verordening, met amendementen willen komen en we nodigen u (GS)
en andere partijen uit om met ons mee te denken om deze (onze) visie op de agrarische
sector verder uit te denken.
- Dit betreft ook het criterium van 50 % grondgebondenheid dat in de Omgevingsvisie
staat: velen twijfelen aan de haalbaarheid en de rechtmatigheid daarvan. Hoe ziet het
college dit als reactie op wat de sector heeft ingebracht op dit punt.
NATUUR & LANDSCHAP
Waarom spreekt het college over een compacte systeem van verbonden natuurgebieden.
Waarom hanteert u hier niet de term “robuust”. Daar zijn we toch altijd voor gegaan? Wat is
hier “compact”?
ARCHEOLOGIE
Limes: er is door insprekers op gewezen, dat er hier al beschermingsmaatregelen t.b.v.
archeologische waarden worden benoemd, zonder dat al expliciet vast staat, dat het gebied
als erfgoed is of wordt aangewezen. Waarom kiezen GS voor deze opstelling en kan e.e.a.
niet beter via een wijziging op de Omgevingsvisie worden vastgesteld, wanneer we een
8
beter beeld hebben van de begrenzing?
EXTERNE VEILIGHEID
Handhaving in het buitengebied is een groeiend probleem: stroperij, illegale bewoning en
stort van o.a. drugsteelt. Het zijn weliswaar de ergste, maar niet de enige problemen die
zich hier opdienen, met name in een kwetsbaar en lastig te bewaken gebied als het
Veluwse natuurgebied.
VELUWE
Het helpt niet echt, dat de Veluwe over drie verschillende WGR-regio’s is verdeeld. CDA
doet hierbij de suggestie om m.b.t. een aantal gewenste ontwikkelingen (incl. toeristische
sector) om de Veluwe weer als gehele entiteit te beschouwen en aan te pakken en op die
manier de samenwerking te stimuleren en wellicht te regisseren. We denken er aan om in
de Statenvergadering met een concreet voorstel komen.
LUCHTVAART
Ook hier staat de komende tijd e.e.a. op de rol en dat heeft vooral te maken met de positie
van het vliegveld Lelystad in het landelijk netwerk van vliegvelden. Als de functie van
Lelystad wordt uitgebreid heeft dat gevolgen voor de Noord Veluwe, maar ook voor het
vliegveld Teuge.
BEDRIJVENTERREINEN & ECONOMIE/WONEN
CDA is het onverkort mee eens over wat er over perifere detailhandel staat in de
Omgevingsvisie. Dat geldt ook voor het handhaven van het verbod op permanente
bewoning van recreatieparken. De kwaliteit van het toeristisch product staat onder druk, o.a.
door de bewoning door nieuwkomers en arbeidsmigranten. Het probleem wordt in de
Omgevingsvisie benoemd en moet samen met gemeenten en regio’s opgelost worden. Het
instrument van de woonprogramma’s moet daarom soepel gehanteerd worden. In de visie
van het CDA heeft een ieder die hier legaal verblijft en een bijdrage levert aan onze
economie recht op een adequate en betaalbare huisvesting.
Inmiddels is de harde en zachte capaciteit van gemeenten en regio’s aardig op orde en wij
vinden het verstandig om daar niet verder het mes in te zetten. Bij een aantrekkende
economische groei moeten gemeenten snel en flexibel kunnen reageren op de
ontwikkelingen.
Hoe gaat het college dit concreet aanpakken? Dat betreft ook de situatie rond de
bedrijventerreinen. In de Omgevingsvisie worden concrete zaken in regio’s benoemd, zoals
de Biezenburg bij Tiel in de gemeente Neder-Betuwe. Maar er zijn meer plaatsen die onze
aandacht vragen, zoals de logistieke hotspots bij Barneveld (A1/A30) en Zevenpoort bij
Zevenaar. Het CDA wil hier nadrukkelijk aandacht voor vragen en ervoor zorgen dat in de
Omgevingsvisie ook deze ontwikkelingen benoemd worden. Wij vragen het college in ieder
geval in deze situaties alle opties open te houden.
MOBILITEIT EN OV
In de hoorzitting in Zutphen kwam de fijnmazigheid van het Gelderse wandelnetwerk ter
sprake en als we kijken naar de doelen van de provincie t.a.v. sport en bewegen, dan ligt
hier wel een aandachtspunt. Volgens ons zou dat wandelnetwerk beter geborgd kunnen
worden in deze Omgevingsvisie. CDA vindt dat op dit punt de tekst nog wel aangescherpt
kan worden.
WATER:
Is vooral een kwestie van bestaand beleid, c.q. waterschappen en Rijk (ruimte voor de
rivier) als het gaat op hoogwaterbescherming. In het kader van Waalweelde-West komen
we daar in de toekomst verder op terug. Het valt ons op, dat u plannen heeft om te komen
tot grensoverschrijdende klimaatcorridors in de Achterhoek (op p. 129). Wat is uw doel met
9
deze verkenningen?
Tenslotte nog enkele vragen:
We hebben kennis genomen van het tweede vervolgvoorstel waarin nadere zaken aan de
orde komen, zoals het beschermingsregime van het GNN, de delfstoffenwinning in het GNN
(de uiterwaarden). Ook stemmen we in met de beantwoording van een aantal meer
concrete zaken, het Binnenveld Zuid, gemeente Buren, etc. CDA mist nog in de reactie van
GS wat er in de hoorzitting in Tiel gezegd is over de laanboomteelt en in de hoorzitting in
Ede over de uitbreiding van glasopstanden bij de WUR. Kunt u ons daarover schriftelijk een
antwoord geven? Wat betreft het Aaltense Goor: is het niet verstandig de oude kaarten te
hanteren en daarna de nieuwe situatie via een wijzigingsbevoegdheid vast te stellen? Is het
afschaffen van het stiltebeleid niet voorbarig en wat zijn de gevolgen daarvan? Tenslotte,
hoe worden PS betrokken bij de vertaling van de Omgevingsvisie en –verordening in de
bestemmingsplannen?
PVV bewaart haar politieke visie over de Omgevingsvisie voor de Statenbehandeling. PVV
verwijst naar de vele zienswijzen die zijn ingediend van onder meer een groot aantal
particulieren en vraagt hoeveel (procentueel) ervan uiteindelijk gehonoreerd zijn of met
tevredenheid zijn afgehandeld. Deze vraag richt zich met name op bestemmingen van
bepaalde gebieden. Opvallend was bij de hoorzittingen dat veel particulieren en agrariërs
niet meer goed wisten waar ze door de nieuwe bestemmingen in de Omgevingsvisie aan
toe zijn, bijvoorbeeld in het kader van toekomstige uitbreidingen.
SP vindt dat de Omgevingsvisie een goed leesbaar, inzichtelijk document is geworden en er
ten opzichte van het oude Streekplan een duidelijke kwaliteitsslag is gemaakt. SP is ook
positief over de toegepaste bottum-up benadering van het cocreatieproces. Merkbaar is dat
dit proces het draagvlak voor de visie heeft vergroot. Aan de andere kant is de rol van de
provincie als toezichthouder en handhaver wel onduidelijker geworden door de flexibele,
open wijze waarop kaders zijn ingevuld. De teneur van de visie is een beetje een
terugtredende overheid die alles laat begaan. Hoe ziet het college nu de rol van de
provincie op het gebied van handhaving en toezicht?
SP kan zich minder vinden in de gekozen speerpunten (versterking tuinbouw, logistiek) om
meer ruimte te geven voor de economie. Bijvoorbeeld de aandacht voor het platteland
schiet hierbij tekort. Ook het onderwerp ‘krimp’ komt te mager aan bod in de visie over het
platteland. De rol van de provincie met betrekking tot de krimpproblematiek blijft onduidelijk
bijvoorbeeld over de instandhouding van de basisvoorzieningen in dorpen.
De taakstelling voor windenergie lijkt een moeilijke opgave gezien de reacties in de
hoorzittingen. Bij onvoldoende draagvlak zal een ‘pas op de plaats’ gemaakt moeten
worden. Wat betreft de woningbouw is de SP ervoor om flexibiliteit aan te brengen in de
woningbouwprogramma’s, zodat de gewenste woningbouw hierdoor niet wordt
gestagneerd. SP mist een provinciale visie hoe woningen ‘levensloopbestendig’ gemaakt
kunnen worden. Hetzelfde geldt voor de wijze waarop leegstaande kantoren- en
bedrijventerreinen getransformeerd kunnen worden. SP vindt het onjuist dat aan de omvang
van de bedrijven in de 2 concentratiegebieden van de tuinbouw geen scherpe grenzen zijn
gesteld. De uitgangspunten voor de perifere detailhandel kan de SP wel steunen.
SP vindt dat er geen publiek belang is gediend met de uitbreiding van vliegveld Teuge en
vindt de koppeling met de ontwikkelingen van vliegveldveld Lelystad onwenselijk.
Voor het gebied de Achterhoek wordt de uitwerking hoe de krimpproblematiek kan worden
aangepakt gemist. Voor de Stadsregio wordt een concreet woningbouwprogramma gemist
gezien de grote behoefte aan woningen (lange wachtlijsten in de steden) in deze regio. In
Rivierenland wordt de toegevoegde waarde van extra logistieke bedrijven betwijfeld. SP
vindt de rol van de provincie op gebiedsniveau onduidelijk en te weinig concreet uitgewerkt.
Tenslotte vraagt de SP aandacht voor de rol van de Staten bij het gegeven dat de
10
Omgevingsvisie in de loop van de tijd regelmatig geactualiseerd zal moeten worden.
D66 complimenteert het college met het degelijke werk dat uiteindelijk de Omgevingsvisie
heeft opgeleverd. Veel functies moeten in de visie verenigd worden tot de 4 basiselementen
in de Omgevingsvisie: visie, draagvlak, regels en oordelen. Lastig is dat alles zo snel
verandert en een visie heel snel verouderd is en contraproductief kan werken. Al kunnen wij
niet op de schaal van tien jaar kijken, inwoners kopen een huis met een hypotheek voor 30
jaar, en bedrijven investeren ook vaak met verplichtingen van 10 jaar. Dus moet ook de
overheid toch een soort visie hebben voor een langere periode.
Belangrijk voor D66 zijn een aantal principes waaraan het proces van de totstandkoming
van de Omgevingsvisie moet voldoen. De politiek moet allereerst onderdeel van de
samenleving zijn. Ten tweede moeten de maatschappelijke uitdagingen leidend zijn en niet
de bestuurlijke schaal. Ten derde moet de provincie een dubbelrol op zich nemen en niet
alleen regisseur zijn, maar ook toezichtshouder.
Cocreatie is een belangrijk thema geweest in de aanloop van deze Omgevingsvisie. CoCreatie is een mooi proces maar levert niet altijd het mooiste product op. Verwarren wij
vaak niet cocreatie met bestuurlijk overleg en polderen in het middenveld. Burgers zijn vaak
veel minder tevreden over de loop van bepaalde zaken. Cocreatie zou eigenlijk een proces
moeten zijn waarbij alle betrokkenen gehoord worden, hoe bijvoorbeeld een gebied het
beste ingevuld kan worden. D66 vraagt zich af wanneer cocreatie wel of niet goed kan
werken en welke randvoorwaarden hiervoor gelden? Zo wordt bij het thema windmolens al
een randvoorwaarde en doelstelling van tevoren vastgesteld. De cocreatie kan dan wel
gaan over het proces hoe de windmolens ingepast kunnen worden. Niet altijd is cocreëren
mooi want we vragen al veel participatie van burgers. Zo ken ik een freelance musicus die
in het buitengebied woont. Zijn co-creatie is de opvoering van een cantate niet het
bespreken van het stiltebeleid met motorcrossers. Burgers willen niet altijd cocreëren, maar
ook de overheid kunnen vertrouwen en zeker zijn dat de overheid ook de rug recht houdt
ten opzichte van gevestigde belangen met een lange adem. De cocreatie is in het algemeen
goed gegaan, maar we moeten wel lessen trekken en toepassen. Bijvoorbeeld moet goed
gekeken worden op welke schaal cocreatie toegepast moet worden. Ook is overleg tussen
GS en PS geen cocreatie. Er zijn toch gevallen waar burgers niet zijn betrokken bij de
cocreatie zoals Teuge of de Biezenburg. Tenslotte, cocreatie of niet, alleen een
democratisch gelegitimeerd orgaan mag knopen doorhakken. Cocreatie leidt niet altijd tot
vergezichten. De problematiek van schaarste aan grondstoffen en de fosfaatcyclus of de
veranderende positie van de maakindustrie (reshoring en automatisering) komt
onvoldoende uit de verf. D66 stelt voor om als test twee thema’s als cocreatie ateliers vanuit
PS te organiseren (ook in het kader van bestuursstijl en commissie Scheffer). Daarmee kan
de kaderstellende rol en cocreatie gecombineerd getest worden.
D66 wil op een aantal thema’s iets dieper ingaan:
1. Bij grensproblemen m.b.t. kaartmateriaal moet er ruimte gelaten worden aan de
gebiedsprocessen. Feitelijk gaat dit om fouten in de kartering van de visie of ingrepen van
de provincie waar er nog dialoog (cocreatie) was over de inrichting van gebieden. D66
vertrouwt dat die kwesties opgelost worden.
2. Ruimtelijke conflicten. De overheid/politiek heeft de taak om ruimtelijke conflicten te
beslechten Dat zijn soms conflicten van een zekere schaal maar soms is het ook zeer
lokaal. Het gaat om overlast, waardeverlies of juist mogelijke opbrengsten. En als er
conflicten zijn dan geven we ruimte maar we wijzen ook planwinst en planschade toe. Nu
komst planwinst vaak aan de investeerder toe en de planschade aan de belastingbetaler.
De Gemeente heeft met de OZB een vorm van verevening van winst/verlies. Maar op
Provinciaal niveau bestaan er geen vereveningsmechanismen.
3. Ruimtelijke uitdagingen die breed spelen. Er zijn vrij veel insprekers geweest over
watergebonden bedrijvigheid en logistieke locaties, transformerende industrie aan het water
11
en specifieke industrieën die grondstof uit/aan het water halen. Hier moet meer
verduidelijking komen van de provincie. Het gaat dan specifiek om Biezenburg, Kanaal bij
Lochem of ook de kleiwinning en baksteenproductie in de uiterwaarden.
4. Sommige uitdagingen zijn op het verkeerde schaalniveau aangezet. De dynamiek in
Food Valley werkt ook door in het Rivierengebied. Logistieke hotspots hebben een straal
van 50km nodig, dus meer dan een regio. We sluiten ons teveel op in de zeven regio’s daar
waar de maatschappelijke uitdaging soms een andere schaal vereist. De uitdaging moet
centraal staan, niet het bestuurlijk niveau. Voorbeeld: regionale luchthaven (Teuge).
6. Sommige stemmen hebben geen stem of een verspreide stem. De Omgevingsvisie gaat
sterk uit van verkeersassen en legitimeert soms het doortrekken van autobanen (zoals de
A30 ten noorden en ten zuiden). Maar de wandelaars, de fietsers en de dieren komen er
qua verbindingszones minder goed uit. Het gaat niet om het aanleggen van fietspaden of
ecoducten, het gaat om het open laten van ruimte waarin gefietst kan worden of een dier
zich kan bewegen.
Daarnaast is nog het thema stilte van belang. In het beheer van het buitengebied
(motorfietsers en honden) moet overlast zonder economische functie echt ingeperkt
worden. In die zin is het motorcrossterrein in Delden een aantasting van natuur en
leefbaarheid
GroenLinks complimenteert het college en het betrokken ambtelijk apparaat over de inzet
die geleid heeft tot de voorliggende Omgevingsvisie. Ook hulde voor de wijze waarop de
voorbereidingsgroep van de commissie ROW heeft kunnen functioneren. Ondanks het vele
werk dat al is verricht in het cocreatie proces is volgens GroenLinks dit nog maar het begin
vanwege de rollende agenda en het noodzakelijke continue overleg met alle betrokkenen
(organisaties en burgers).
Uitgegaan is in de Omgevingsvisie van 2 provinciale hoofddoelen: duurzame economische
structuur en ten tweede het borgen van de kwaliteit en veiligheid. De fractie kan zich niet
geheel vinden in de invulling van deze 2 hoofddoelen. Bij de eerste doelstelling geeft het
college een groot gewicht aan economische structuurversterking boven natuurbelangen.
Een goed voorbeeld hiervan is de intrekking van de provinciale regeling natuur- en
boscompensatie. Bij de invulling van kwaliteit en veiligheid is niet duidelijk wie
verantwoordelijk is: de gemeente of de provincie? Dit zien we terug bij onder meer een plus
bij milieu en dierenwelzijn, volksgezondheid en ruimtelijke kwaliteit bij de intensieve
veehouderij. Er moeten duidelijke richtlijnen en kaders worden meegegeven wie hier
waarvoor verantwoordelijk is en wie dit beleid gaat handhaven en monitoren. De fractie
vraagt zich af of de gemeenten de grote verantwoordelijkheid voor ruimtelijke kwaliteit wel
aankunnen.
Voor een aantal onderwerpen zijn er duidelijke richtlijnen meegegeven, zoals geen
grootschalige detailhandel en het woningbouwbeleid. Maar voor kantoorpanden en
bedrijventerreinen zal bijvoorbeeld nog veel gezamenlijk overleg moeten plaatsvinden om
de gewenste ontwikkelingen re versnellen.
GroenLinks stelt voor om de locatie Biezenburg uit de Omgevingsvisie te schrappen gezien
de alternatieve locaties die recent naar voren zijn gekomen.
Omdat de uitbreiding van Lelystad kan nog jaren duren, moet er nu duidelijkheid komen dat
er geen uitbreidingen zullen plaatsvinden voor het vliegveld Teuge.
Uit de evaluatie van de Rekenkamer m.b.t. de Stiltegebieden blijkt dat op de bescherming
en toezicht op de natuurcompensatie bij GNN onvoldoende wordt beheerd. Wat gaat het
college hieraan doen?
GroenLinks maakt zich zorgen dat de gestelde doelen van de energietransitie niet gehaald
worden door financieel- en capaciteitsgebrek. Welke voornemens heeft GS om die ambitie
wel te realiseren? Een gemiste kans in de Omgevingsvisie is om ook andere gebieden voor
alternatieve energie aan te wijzen zoals gedaan is voor windenergie.
GroenLinks vraagt hoe de Staten in de vervolgstappen van de Omgevingsvisie (rollende
12
agenda) mee kan sturen? Ook rijst de vraag hoe de Staten het proces kunnen controleren
en monitoren? De fractie sluit zich aan bij het voorstel van de VVD om een aantal thema’s
jaarlijks gezamenlijk met de Staten te ontwikkelen en verder uit te werken. Bijvoorbeeld
moet er nog een verdieping gemaakt worden in de economische stedelijke netwerken,
Gelderse Corridor, Veluwe en de krimp. Ook moeten er nog instrumenten nader worden
uitgewerkt, zoals de Gelderse ladder voor duurzaam ruimtegebruik en het actieplan
leegstand en transformatie. Ook de Omgevingsverordening zal in ‘beweging’ moeten
kunnen zijn in verband met nieuwe ontwikkelingen. GroenLinks vraagt zich af, of de status
van zowel de Omgevingsvisie als van de verordening niet anders moet zijn in verband met
de rollende agenda.
ChristenUnie concentreert haar bijdrage bij deze commissiebehandeling op een 12-tal
punten:
1. Het proces: ChristenUnie is positief over het proces van cocreatie en spreekt haar
complimenten uit naar het college, ambtelijke organisatie en naar de partners die in die
cocreatie hebben meegedaan. Maar nu komt het erop aan om die cultuur en die
werkwijze vast te houden. Wil het college, of de Rekenkamer, met één of twee jaar dit
proces evalueren?
2. Gelderse Ladder voor duurzaam ruimtegebruik: dit instrument ziet de fractie als
kernpunt van de Omgevingsvisie. Wij denken dat die ladder echt heel serieus moet
worden toegepast. Bijvoorbeeld ‘veranderende woonbehoeftes’, ‘locatie-onafhankelijk
werken’, ‘internetwinkelen’, ‘bevolkingskrimp’, zijn allemaal elementen die ertoe leiden
dat de ruimtelijke opgaven anders zijn geworden dan de afgelopen decennia.
‘Overprogrammering en leegstand voorkomen’, ‘het bestaande hergebruiken’, ‘transitie’,
dat is de kern van de opgave. Dat vraagt meer dan een accentverschuiving en daarvoor
is het soms niet genoeg om het speelveld en de spelregels aan te geven, maar moet je
soms daarvoor een stevige speler op het speelveld zijn.
3. Duurzame verstedelijking: in lijn met het vorige punt kijken wij uit naar de uitvoering van
het‘actieprogramma kantorenleegstand’ en het actieplan ‘leegstand en transformatie’.
De fractie is blij dat de visie ook uitdrukkelijk kijkt naar winkelgebieden. Heel belangrijk
is de insteek van compacte winkelgebieden en het beperken van het aantal perifere
detailhandellocaties. Wij vragen het college deze zaken voortvarend op te pakken.
4. Biezenburg: opvallend concreet is de Omgevingsvisie over de locatie Biezenburg in de
gemeente NederBetuwe. Biezenburg wordt aangewezen als locatie voor logistieke
hotspot. Hiermee volgt de provincie de keuzes van de Regio Rivierenland. Wanneer de
Gelderse Ladder voor duurzaam ruimtegebruik wordt gevolgd, zien wij geen goede
argumentatie om Biezenburg als zoeklocatie aan te wijzen. Voor de fractie prevaleert de
afweging van de Gelderse Ladder boven het volgen van de Regio. Wij zien graag de
Omgevingsvisie op dit punt gewijzigd (overwegen amendement). We hebben hierover
een Statenbrief ontvangen, maar de status is ons onduidelijk (graag verheldering).
5. Windvisie: ChristenUnie ziet energietransitie als een belangrijke opgave waarin we op
alle vormen van duurzame energie moeten inzetten. We zouden ervoor willen waken
dat er alleen aandacht is voor grootschalig windenergie-ontwikkelingen. Ruimte voor
kleinschalige windenergie-ontwikkelingen is minstens zo belangrijk.
6. Teuge (Par. 3.3.7): Christen Unie ziet niet veel in het aangekondigde overleg over
mogelijkheden en condities voor uitbreiding van vliegveld Teuge. Wij hebben genoeg
aan het huidige plafondbeleid.
7. Land- en tuinbouw (par. 3.4.1.): is een belangrijke bedrijfstak die niet alleen voor ons
voedsel zorgt maar ook een belangrijke landschapsbeheerder is. De spelregels voor
bedrijfsuitbreidingen zijn in het cocreatieproces uitgebreid aan bod geweest. De fractie
heeft geconstateerd dat ook het LTO kan leven met het principe dat uitbreiding
“verdiend” moet worden met plussen op gebied van milieu, dierenwelzijn,
volksgezondheid en/of landschappelijke kwaliteit.
13
8. Zonering reconstructie (par.3.4.2.): ChristenUnie wil stoppen met de
reconstructiezonering. Het liefste meteen, maar als het moet op termijn. Wel moeten de
verplaatsingen van bedrijven van extensiveringsgebieden naar
landbouwontwikkelingsgebieden netjes worden afgehandeld.
9. Mooi Gelderland (par. 4.1): de term “bouwmeesterschap” is voor de ChristenUnie een
benadering die aanspreekt. Vanuit de inzet op bouwmeesterschap gaat de provincie
voor kwaliteit en wil de provincie provinciale en regionale opgaven realiseren. Het
belang van het Gelders Natuurnetwerk staat ook voor ons buiten kijf en dat lijkt ook
maatschappelijk weinig discussie op te roepen.
10. Groene Ontwikkelingszones: deze zones roepen meer discussie op, zoals ‘wat mag
daar nu wel of niet?’ Enerzijds is het doel om de natuurlijke situaties te verbeteren,
anderzijds is er geen beperking voor bestaand gebruik en is uitbreiding van bestaand
gebruik mogelijk tot maximaal 30%. Daar bovenop geldt nog een
compensatieverplichting. Voor ons is de vraag of dit voor bestaande agrarische
bedrijven een reëel regiem is? De grens van 30% lijkt ook redelijk arbitrair te zijn; voor
ons gevoel zou die grens net zo goed op bijvoorbeeld 50% kunnen liggen.
11. Landgoederen (Rhederhof, Welna, Nederrijk, Linschoten, par. 4.2.4): in de inspraak is
opvallend vaak gereageerd door landgoedeigenaren of rentmeesters. We hebben
begrip voor hun oproep om niet alleen oog te hebben voor de waarde die hun
landgoederen hebben uit oogpunt van natuur en landschap, maar ook voor
mogelijkheden om financieel de eigen broek op te kunnen houden.
12. Schaliegas (par. 4.4.4.5): de provincie wil niet dat fossiele energie, waaronder
schaliegas, gewonnen wordt in intrekgebieden voor drinkwatervoorziening. In maart
2013 hebben de Staten zich bij motie uitgesproken helemaal geen schaliegaswinning te
willen. ChristenUnie wil dat de tekst van die Statenmotie volledig terugkomt in de
Omgevingsvisie.
Met deze 12 punten is de fractie impliciet ingegaan op tal van inspraakreacties. Het college
is naar aanleiding van de hoorzittingen ook met een vervolgvoorstel gekomen, bijvoorbeeld
m.b.t. het Aaltense Goor en een aantal andere punten. Dat vervolgvoorstel steunen wij van
harte.
SGP heeft waardering voor de Omgevingsvisie en dankt hiervoor college en de betrokken
ambtenaren voor het resultaat. Burgers, instellingen, gemeenten etc. hebben in een proces
van gezamenlijk belang hun bijdragen geleverd. Het is nu zaak die betrokkenheid vast te
blijven houden in de uitvoering. We moeten oppassen dat straks door de normering van de
Omgevingsverordening die betrokkenheid niet verloren gaat. Samenvattend: blijf uitdagen,
inspireren, uitnodigen en samenwerken. Daarmee zet de provincie zich positief op de kaart
bij burgers en stakeholders. We verwachten van GS dat de zienswijzen en de mogelijke
doorlopende communicatie hieromtrent zorgvuldig verloopt.
SGP vraagt aandacht voor de ‘grote vraagstukken’. Wij staan als provincie voor nieuwe
uitdagingen en grote opgaven. De woningmarkt is in beweging en vraagt om een flexibele
aanpak. Dit onder invloed van demografische ontwikkelingen (vergrijzing en krimp) en
noodzakelijke zorgoplossingen, etc. Winkelcentra zullen veranderen onder invloed van
webshops. Mobiliteit en transportbewegingen vragen om lange termijn oplossingen.
Emissienormen vanuit Brussel worden verder aangescherpt. Vervoer per spoor en water
komen daardoor nadrukkelijker in beeld. Nadenken over bijvoorbeeld een railterminal
Barneveld/Nijkerk is eerder dichterbij dan verder weg. De bypass bij de Rijnbrug bij Rhenen
en een oplossing bij knooppunt Hoevelaken vragen onze dringende aandacht. Ook de
opgaven met betrekking tot de energietransitie zal de nodige aandacht en inspanningen
vragen. We staan kortom voor grote vraagstukken die we niet alleen aan kunnen pakken.
De uitwerking van alle plannen kan niet in één keer gebeuren. Wij vragen GS om te komen
met een stappenplan. Benoem bijvoorbeeld per jaar een doelstelling per Regio en voor de
14
gehele provincie.
Uitermate belangrijk is wat u beschrijft in het benutten van de specifieke kernkwaliteiten van
de Regio’s. Terecht stellen GS dat samenwerking over provinciegrenzen heen met andere
provincies en buurland Duitsland van essentieel belang is. Zo zijn voor de Achterhoek de
kansen van UT Twente van groot belang. Voor de Stadsregio Arnhem- Nijmegen zijn dat de
de ontwikkelingen rondom de Radboud Universiteit en NXP. Voor de Regio Food Valley de
kennisas en samenwerking met WUR en World Food enter, voor de Betuwe Greenport
Gelderland en voor de regio Noord Veluwe kansen op het gebied van zorg en toerisme. Als
het om de regio Noord Veluwe gaat is de SGP van mening dat aangehaakt kan worden bij
het Polymeer Science Park in Zwolle. Benut dit initiatief met bijvoorbeeld kennis van
hoogwaardige productietechnologie (AWL) in Harderwijk. Maar verbindt deze regionale
hotspots ook met elkaar zodat door sterke regio’s een sterke provincie ontstaat.
SGP stelt concreet aan de orde een aantal zaken waar nog vragen over bestaan:
Vitaal platteland/vitale dorpen
De vitaliteit van het platteland op peil houden stelt de samenleving voor grote vraagstukken.
Wij willen kort inzoomen op twee zaken: breedband en Openbaar vervoer.
Breedband: De digitale breedband ontsluiting van het platteland is een must. Steeds meer
cloudsoftware is beschikbaar. Scholen en bedrijven hebben daardoor snellere internet
verbindingen nodig. De provincie wil via een PPS risicodragend participeren om breedband
van de grond te krijgen. In de omgevingsvisie noemt u expliciet de Achterhoek als wit
gebied en wilt u met de activiteiten in de Achterhoek starten, dusdanig dat de witte gebieden
eind 2015 voorzien zijn van breedband. Wij hebben hierover de volgende vragen:
1. Is het college met ons van mening dat naast de Achterhoek ook de andere witte gebieden
voorzien moeten worden van breedband?
2. Bent u met ons van mening dat dit ook snel moet gebeuren? Kunt u ons een planning
overleggen wanneer andere gebieden aan de beurt zijn?
Openbaar vervoer: De bereikbaarheid van het platteland met het openbaar vervoer zal een
grote opgave worden. Gedeputeerde Bieze stelde onlangs: ‘De tijd is voorbij dat midden in
elk dorp altijd een bushalte moet zijn’. Wij vinden dit zorgwekkend.
Luchthavens:
Enkele jaren geleden hebben we in deze commissie gesproken over helicopterlandingsplaatsen. In de omgevingsvisie vinden wij hierover niets terug. Vraag: welk beleid gaat
hiervoor nu gelden?
De provincie gaat in overleg met partners de mogelijkheden en condities voor de uitbreiding
van vliegveld Teuge in beeld brengen. Dit naar aanleiding van uitbreiding van het
vliegverkeer van Schiphol naar Lelystad, waardoor verschuivingen optreden van behoeften
naar mogelijk ook Teuge. Uitbreiding heeft consequenties voor het gebied om en nabij
Teuge. De SGP zal daarom dit proces kritisch volgen en vraagt GS om PS hierover tijdig te
informeren.
Wonen:
Aandacht verdienen op dit terrein bijvoorbeeld ontwikkelingen in de zorg, mogelijkheden
voor mantelzorgers, woonzorgcombinaties etc. Aandacht verdient ook de zorg van het
toenemend aantal arbeidsmigranten. GS noemen dit laatste alleen als het gaat om de regio
Noord-Veluwe. Ons inziens kunnen ook andere regio’s met dit probleem te maken krijgen.
Graag hier de visie van het college op deze ontwikkeling.
SGP steunt het college om met Regionale Woonagenda’s te gaan werken. Wat de SGP
betreft dienen aantallen niet als startpunt gehanteerd te worden, maar dient de opgave
centraal te staan. De provinciale rol dient wat de SGP betreft meer faciliterend dan sturend
te zijn. Hoe kijkt het college hier tegen aan?
15
Windenergie:
Het wordt een opgave om 230,5 Megawatt aan windenergie op te wekken. SGP heeft
enkele vragen over het initiatief bij Angerlo, windmolenpark Bijvanck. Is windenergie door
GS vergund aan windmolenpark Bijvanck? Als dat niet zo is, en de locatie is in onderzoek,
klopt het dan dat daar geen rechten aan ontleend kunnen worden als wij de omgevingsvisie
vaststellen?
Groene Ontwikkelingszone (GO)
De omgevingsvisie hanteert voor deze zone twee regimes: grootschalige uitbreiding (>
30%) met substantiële versterking van de kernkwaliteiten en een kleinschalige uitbreiding (<
30%) per saldo versterken van de kernkwaliteiten. De opname van percelen met agrarische
bestemmingen in de Groene Ontwikkelingszone heeft geen gevolgen voor de bestaande
bedrijfsvoering. De Groene Ontwikkelingszone heeft een dubbel doelstelling: ruimte voor
economische ontwikkeling, in combinatie met versterking van de kernkwaliteiten van natuur
en landschap. Hierover hebben wij de volgende vragen:
1. Waarom moeten bij grootschalige uitbreiding de kernkwaliteiten substantieel versterkt
worden, ook als de kernkwaliteiten niet worden aangetast? Je gaat toch compenseren als er
sprake is van aantasting van de kernwaarden?
2. Van het LTO hebben wij begrepen dat het advies van de manifestpartners aan de
provincie met betrekking tot het planologische regime van de omgevingsvisie niet heeft
overgenomen. Wat is daar de reden van?
De zoneaanduiding van de GO is gebaseerd op kadastrale grenzen. Dat lijkt logisch, maar
is het niet. Sommige kadastrale percelen zijn groot, waardoor ongewild grote stukken grond,
veraf gelegen van de ecologische verbinding gelegen grond, de GO-kwalificatie krijgt. Deze
manier van tekenen geeft schaduwwerking, daar zijn financiers niet gek op. Vraag: bent u
bereidt dit aan te passen, door bijvoorbeeld gewoon over percelen heen te tekenen?
Aaltense Goor
Wij constateren dat er bij het gebied ten oosten van de Boterdijk wel sprake is van een
uitbreiding. Dit is in strijd met de uitgangspunten. Bovendien is het in strijd met het
gebiedsproces dat nu loopt in het Aaltense Goor. Dit proces is voorzichtig maar met een
positieve invalshoek gestart. Handhaving van dit gebied als groene ontwikkelzone zal het
draagvlak ernstig aantasten. Vraag : de problematiek van Aaltense Goor is u bekend. Er zijn
diverse insprekers geweest die vragen om het GO-regime er af te halen. Er loopt een
gebiedsproces, de provincie committeert zich aan de uitkomsten. Toch legt de provincie nu
eenzijdig een Groene Ontwikkeling zone regime op. Waarom doet GS dit? SGP pleit ervoor:
haal dit regime er af, kom tot een bepaalde uitkomst en beslis dan wat te doen.
Landbouw
Het college stelt dat ‘de verkaveling in Gelderland relatief slecht is’ (3.4.1). Voor een goede
bedrijfsvoering is een veel betere verkaveling zeer belangrijk. U geeft niet aan hoe u dit gaat
doen? Vraag: welke instrumenten gaat u inzetten om een betere verkaveling (snel) mogelijk
te maken? En heeft de Stichting STEVIG hier ook een blijvende plaats in?
Niet-grondgebonden veehouderij
Aan bedrijven die willen groeien worden extra kwaliteitseisen gesteld. Hierbij gaat het om
vier aspecten: milieu, dierwelzijn, volksgezondheid en ruimtelijke kwaliteit. Op minimaal drie
van de vier aspecten dient de ondernemer een plus in te vullen. Op zich begrijpen wij deze
aanvullende eisen, zeker als het gaat om een significante uitbreiding. Echter voor een kleine
uitbreiding zijn dit te zware eisen. Wij willen deze aanvullende eisen graag laten gelden
boven een uitbreiding van 30%. Wat vind het college hiervan?
Als de vier extra kwaliteitseisen gesteld worden, dan vinden wij ook dat deze onderzocht
moeten worden op haalbaarheid en betaalbaarheid. Ofwel, voer een economische toets in,
16
zodat inzichtelijk wordt of de extra kwaliteitseisen wel uitgevoerd kunnen worden. Graag
een reactie van het college hierop. Wat voegt de reconstructiezonnering nog toe? Waarom
is er nog een verschil tussen LOG’s, extensiveringsgebieden en verwevingsgebieden?
De SGP-fractie pleit voor een Landbouw Effecten Rapportage (LER). Deze kan gehanteerd
worden bij planologische beslissingen, bijvoorbeeld bij functiewijziging. Graag uw reactie
hierop.
Biovergisting/mestverwerkers
De mestproblematiek noopt u om een enkele opmerking daarover te maken in par 3.2.3.2.
De SGP stelt voor om een expertmeeting te organiseren om te bezien wat op dit gebied
toekomst proof is, welke regels er gesteld moeten worden of juist niet (afstand), welke
vrijheden gemeenten krijgen (locatiekeuze) , hoeveel mestverwerkingscapaciteit er nodig is
etc? Graag uw reactie hierop!
Biezenburg
Gisteren (13 mei 2014) hebben wij een Statenbrief ontvangen. De SGP-fractie heeft
hierover de volgende vraag: betekent dit dat GS de locatie Biezenburg als ‘zoekgebied
tweede containerterminal ‘ laat vallen? Voor de SGP is het helder: wij willen de Biezenburg
als zoekgebied voor een tweede containerterminal schrappen uit de omgevingsvisie.
Romeinse Limes
Er loopt een aanvraag bij Unesco om de Romeinse Limes aangewezen te krijgen als
werelderfgoed. De provincie gaat samen met partners een onderzoek doen, 'Landbouw in
de Limes', waarin mogelijkheden en onmogelijkheden van landbouw in de Limes worden
verkend’.. Daarna praten we met partners om te bezien wat dan nog de mogelijkheden zijn.
SGP vragen over dit beleid:
1. Waarom loopt er een aanvraag bij Unesco? En wat betekent dit uiteindelijk voor het
gebied? 2. Waarom hanteert u de volgorde: eerst een zwaar regime op het gebied leggen
en dan met de partners een onderzoek doen?
In een reactie op een zienswijze stelt GS dat de Limeszone is overgenomen uit het Barro.
Ook stelt u dat u in overleg bent met gemeenten om de begrenzing van de Limes nader te
verfijnen, aan de hand van verwachtingskaarten. Waarom heeft u de Limeszone
overgenomen uit Barro, aangezien u toch een verfijndere begrenzing samen met
gemeenten gaat bepalen? Wat is het nut dan nog van het toepassen van de Barro?
SGP stelt voor dat de zeer ruwe afbakening van de Limes er uit wordt gehaald en het
college eerst gaat overleggen met gemeenten en vervolgens met een voorstel komt.
Voorzitter stelt voor om de eerste termijn van de fracties volgende week in de extra
vergadering af te ronden. Dan zullen de fracties van 50PLUS, PvdDieren en GW nog de
gelegenheid krijgen om het woord te voeren in eerste termijn.
Gedeputeerde Meijers beaamt dat de Omgevingsvisie een omvangrijk document is
geworden zeker als je het digitale plan gaat uitprinten. In de vorige fase van de
Omgevingsvisie hadden we het samenvattende boekje ’Omgevingsvisie in vogelvlucht’
uitgebracht. Het college heeft nu voor de Staten gemaakt een compact boekje met een
aantal sheets die gericht zijn op de thema’s van de Omgevingsvisie (doelen per thema,
methode, en instrumenten). Wellicht zijn met dit boekje al een aantal gestelde vragen van
de commissie beantwoord.
PvdA constateert vanuit de beraadslaging dat er heel veel punten en onderwerpen zijn
waarin de fracties elkaar mogelijk kunnen vinden. De voorbereidingscommissie stelt daarom
voor om een informele posterbijeenkomst te houden waarin alle thema’s geïnventariseerd
worden en verder uitgewerkt kunnen worden in het proces van cocreatie.
17
Voorzitter concludeert dat de commissiesecretaris voor deze informele bijeenkomst een
voorstel zal doen (actiepunt 33).
5.
Schorsing vergadering
De voorzitter schorst de vergadering om 16.15 uur en deelt mee dat de vergadering
voortgezet wordt 21 mei om 17.30 uur in de Statenzaal.
Arnhem, 19 mei 2014 - zaaknr. 2014-000011
18
Afsprakenlijst Commissie Ruimtelijke Ordening, Water en Wonen
Stand mei 2014
Nr.
Datum
Afspraak
Afspraak
Uitvoering
31
CIE
Overzicht verstrekken van alle Gelderse GS
05.02.14 taken m.b.t. droogteproblematiek en
zoetwaterwinning
32
CIE
Naar aanleiding v/d mededelingenbrief
14.05.14 13 maart 2014 zal het onderwerp
verontreiniging grond- en oppervlaktewater als afzonderlijk thema besproken
worden
33
CIE
Informele posterbijeenkomst houden griffie/Koetsier
14.05.14 waarin alle thema’s v/d Omgevingsvisie
geïnventariseerd worden en verder
uitgewerkt kunnen worden in het proces
van cocreatie
19
Datum
uitvoering
Beantwoording
mededelingenbrief d.d. 12 mei
(afvoeren actiepunt)
Behandelmoment
t.z.t.
afstemmen
met
lopend gezamenlijk
onderzoek naar m.n.
medicijnresten in het
grondwater.
z.s.m. na extra
commissie
ROW
Bijlage 1
Inspreektekst VVD-fractie (dhr. A. Vos de Wael)
MdV,
Vele decennia leek de economische groei als vanzelf te gaan. Mismanagement kon worden opgevangen
door de economische groei en inflatie. Dat het ooit minder zou gaan, konden wij ons niet voorstellen.
Maar sinds een aantal jaren weten wij anders. Niets lijkt zeker meer en de voorspelbaarheid is heel
onvoorspelbaar geworden. Als overheid leerden wij dat niet de overheid maar wij met ons allen
verantwoordelijk zijn voor de samenleving. Minder dichtregelen en loslaten moet de nodige lucht geven
aan de economische ontwikkelingen. Met elkaar kunnen wij een optelsom maken wat wij allemaal
belangrijk vinden. Maar omdat te realiseren zal er geld moeten worden verdiend. Daar draaide het de
laatste jaren om en daar zal het zeker in de komende 10 jaar om blijven draaien: gezonde economie en
werk, werk, werk.
Wij zullen moeten knokken voor de groei van onze economie om minimaal het aantal arbeidsplaatsen te
behouden. Maar dat is niet genoeg er moeten meer arbeidsplaatsen komen. Voor jongeren, voor
ouderen die hun baan verliezen, ja eigenlijk voor iedereen.
Het ergste wat ons in de komende jaren kan overkomen is een stijging van de kapitaalmarkt rente. Voor
de provincie Gelderland zal dat weinig van invloed zijn vanwege de omvang van het stamkapitaal maar
voor veel gemeenten kan dit desastreus worden. Mogelijk is het ver gezocht maar enige stijging van de
kapitaalmarkt rente kan invloed gaan krijgen op de ruimtelijke ordening en daarmee op de
uitgangspunten van de OmgevingsVisie. De VVD vindt het van belang om hier echt de vinger aan de
renteontwikkelingen te houden.
In diverse gebieden van Gelderland komen verschillende functies elkaar tegen. Deze kunnen op
middellange termijn aanleiding zijn voor conflicten. Regeren is vooruitzien en het zou goed zijn deze veel
expliciteer concreet in beeld te brengen. Dit zowel in de regio’s alsook tussen de regio’s en op de grenzen
van de provincie.
Vraag:
1. Wil de gedeputeerde de mogelijke problemen die voortkomen uit conflicterende belangen in beeld
brengen?
In co-creatie kwam de OmgevingsVisie tot stand. Knap werk, positief over de inzet van de medewerkers
die bij deze klus betrokken zijn en complimenten aan allen die direct en indirect hebben bijgedragen.
Door het samenspel van velen is de OmgevingsVisie meer gedragen, beter leesbaar en toegankelijker dan
het Streekplan.
Tegen welke achtergrond moet U de VVD inbreng beoordelen?
- De VVD vindt dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden op een zo’n laag mogelijk niveau
neerleggen. De provincie moet meer loslaten en overdragen aan gemeenten en waterschappen.
Gelijktijdig zal de provincie het reactieve toezicht moeten verbeteren. Dus volgen wat er gedaan
wordt en zonodig bijsturen.
- Levert het beleid een bijdrage aan de duurzame economische structuurversterking en borgt het de
kwaliteit en de veiligheid van de leefomgeving?
- Iedere keer opnieuw de vraag stellen wat de consequenties zouden kunnen zijn van verdere
opschaling van bedrijfs- en overheidsactiviteiten, toepassing van moderne ICT middelen en robotten
dit in relatie tot de werkgelegenheid.
- Duurzaam samenleven en duurzaamheid stimuleren en wel zodanig dat een bedrijfseconomisch
verantwoorde bedrijfsvoering mogelijk is en blijft -> People, Planet and Profit
- Stimuleren en faciliteren van nieuwe kennisinstituten, maakindustrie, hoogwaardige bedrijvigheid en
werkgelegenheid.
20
-
-
Is vereenvoudiging van de normering mogelijk? Hoe maken wij het minder gecompliceerd voor de
burger om wie het uiteindelijk allemaal gaat?
Het vanuit duurzaamheid - minder fossiele brandstoffen en beperking transport verliezen - mogelijk
maken dat de productie van elektriciteit bij de feitelijke gebruiker of daar zo dicht mogelijk erbij
gerealiseerd kan worden (met draagvlak).
Samenwerking van Gelderse gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen bevorderen.
Nadrukkelijker Gelderland op de kaart zetten in Nederland en Duitsland.
De toekomst van de stad
De Raad voor de Ruimtelijke Leefomgeving en Infrastructuur stelt in haar advies over de toekomst van de
stad dat de Nederlandse steden - in termen van massa en dichtheid - een maatje te klein zijn.
Gemeenten moeten deze achterstand compenseren. Niet door grote metropolen te ontwikkelen, maar
door te 'lenen van de buren'. Volgens de raad kunnen steden een forse impuls aan de economie geven en
internationaal sterker staan als zij meer vertrekken vanuit hun eigen identiteit en vervolgens elkaars
kwaliteiten beter benutten.
Volgens de raad is dit fundamenteel: in de toekomst kunnen Nederlandse steden het niet alleen, ze
hebben elkaar nodig. Alleen dan kunnen zij meedoen op het mondiale toneel. De raad meent dat steden
dit moeten doen door niet zozeer in te zetten op hun eigen 'regionale' massa en dichtheid, maar op
betere verbindingen en goede samenwerking met andere regio's, al dan niet hun directe buren. Het gaat
om connectiviteit, niet alleen infrastructureel, maar ook in samenwerkingsrelaties, tussen bedrijven,
kennisinstellingen, overheden, burgers en maatschappelijke organisaties. Alleen hiermee kan het
zelforganiserend vermogen van de stad worden benut om te komen tot innovaties. Op deze manier
worden de pluspunten van de Nederlandse poly-centrische stedenstructuur met grotere en kleinere
steden behouden, terwijl toch de massa wordt bereikt die nodig is voor de internationale concurrentie.
De toekomst van de stad ligt in de kracht van deze nieuwe verbindingen.’
Vragen:
1. Deelt het college de mening van de Raad voor Ruimtelijke Leefomgeving en Infrastructuur?
2. Zo ja, kan het college de consequenties hiervan in beeld brengen en aangeven hoe dat in de
OmgevingsVisie opgenomen kan worden?
Werkgelegenheid
Gelderland ervaart de gevolgen van de noodzakelijke rijksbezuinigingen. Opschaling, fusies,
rationalisaties van de bedrijfsprocessen, grootschalige inzet van robots leiden allemaal tot minder
werkgelegenheid bij gelijkblijvende output. Wij zien een uitstoot van de ‚duurdere' arbeidskrachten en
een lichte groei van werkgelegenheid in de maak industrie. Het werkloosheidspercentage in Gelderland
ligt moment rond de 8%. Het klein beetje economisch herstel maakt zeker nog geen zomer. We moeten
het wel koesteren maar met de zekerheid dat de komende 5 jaar, post crisis periode, het moeilijk zal
blijven voor de ondernemers en voor de werkzoekenden. Veel nadrukkelijker moeten wij de
economische motoren van Gelderland faciliteren om nieuwe bedrijven aan te trekken.
De VVD vindt dat de OmgevingsVisie blijvend veel ruimte moet bieden voor nieuwe initiatieven.
Vraag:
1. Om de werkloosheid in Gelderland beneden de 4,5% te houden met hoeveel arbeidsplaatsen pet jaar
moet de werkgelegenheid groeien?
2. Wat heeft dat voor consequenties op de inhoud van de OmgevingsVisie?
Onroerendgoed
Over de hele breedte van de onroerendgoed markt zien wij een mismatch tussen vraag en aanbod. Het
moderne kantoor geschikt voor ‚het nieuwe werken’ is de vraag en het aanbod is cellen kantoren ->
kantoren die in de laatste kwart van de vorige eeuw zijn gebouwd. Levensloopbestendige woning/
appartement is de vraag en het aanbod is van groot tot klein eens gezinswoningen. De vraag naar
21
bedrijfsterreinen is heel sterk teruggevallen en het aanbod van te prijzige stukken grond is groot.
Ondernemers in de retail vragen om bedrijfshallen om via internet bestelde goederen te kunnen
afleveren en het aanbod van leegstaande winkelpanden groeit met de dag. De vraag is grotere
stallen/kassen en het aanbod is grote boerderijen met te kleine overdekte bedrijfsruimten. Een mismatch
over de hele linie van het onroerendgoed.
Om in te spelen op het veranderde economische tij heeft de provincie per regio afspraken gemaakt om
bouw van woningen, winkels en kantoren te beperken. Nu een licht economisch herstel zich aandient
vragen wij ons af of de provincie deze sturing niet zou moeten loslaten. Bij de overheden en in de markt
is het besef helemaal doorgedrongen dat de klant koning is en niet de aanbieder/leverancier. Mocht het
op enig moment in de ogen van de provincie fout gaan dan kunnen passende bestuurlijke maatregelen
worden genomen. Bovendien heeft de provincie nog veel andere instrumenten om gewenst beleid te
stimuleren.
Opvallend was tijdens de hoorzitting dat het gemeentebestuur van Veenendaal vroeg om het Utrechtse
kantorenbeleid van toepassing te verklaren op het grensgebied Utrecht en Gelderland. Nauwelijks nodig
om te vermelden dat de VVD daar niet voor is.
Vragen:
1. Wat zijn nu nog de redenen voor GS om nadrukkelijk een vinger in de pap te willen hebben bij de
realisatie van onroerend goed in de regio’s?
2. Wat zou er mis kunnen gaan wanneer de provincie hier afstand van neemt/het los laat? Deze vraag
graag betrekken op de verschillende sectoren van de onroerendgoed markt - woningen, retial en
kanoren.
3. Actualiteit: hoe kijkt de gedeputeerde aan tegen de onrust rond het verzorgingshuis Dennenrust in
Wageningen? Kan met de voorliggende OmgevingsVisie dit probleem worden opgelost?
Windenergie
De windVisie Gelderland wordt in september in de Staten besproken. Om die reden stellen wij voor eerst
het besluit hierover af te wachten en de resultaten daarvan te verwerken in de OmgevingsVisie en
OmgevingsVerordening. Dit doen wij mede omdat dan meer duidelijkheid gegeven kan worden over het
draagvlak bij de gemeenteraden en direct betrokkenen.
Mobiliteit
Onze economie draait onder andere op de kwaliteit van het vervoer en de verschillende modaliteiten
daarvan. De vervoersbehoeften moeten goed aansluiten op het aanbod. Voor knelpunten en congestie
problemen moet tijdig ruimte worden gereserveerd. Zo is bijvoorbeeld voor de lange termijn een
duurzame verbetering van de zuidelijke ontsluiting van de regio Food Valley nodig, moet rekening
worden gehouden met een verbreding van de A15 en de A1, een t.z.t. verdubbeling van de N18 en
verbeteringen aan het spoor Arnhem- Winsterwijk. Dit zijn uiteraard slechts enkele voorbeelden. Om
echter toekomstige wijzigingen nog mogelijk te maken moeten andere ruimtelijke ontwikkelingen dit niet
blokkeren c.q. belemmeren.
Vraag:
1. Moet gelijk aan de windenergie ook voor mobiliteit zoekzones worden aangewezen?
Langzaam verkeersnetwerk Gelderland
Wat rekenen wij tot het langzaam verkeer? Voetganger, ruiter en fietser daaraan kunnen wij toevoegen
de E-biker. Ook het vervoer over water en de pleziervaart rekenen wij gemakshalve tot het langzaam
verkeer. De wandel, fiets, struin- en ruiterroutes zijn belangrijk voor de vrijetijdseconomie. Voor het
woon-werkverkeer wordt het gebruik van de E-bike steeds aantrekkelijker. In de OmgevingsVisie krijgen
(snel)fietspaden de nodige aandacht. Voor de VVD zou de kwaliteit in relatie tot het gebruik van een
dekkend Gelders netwerk maar aandacht moeten krijgen. Ook de gevolgen van het kruisingsvrij maken
van bijvoorbeeld een spoorwegovergang kan behoorlijke consequenties hebben voor het langzaam
22
verkeer.
Vraag:
- Kan de gedeputeerde toezeggen dat wij na het vaststellen van de OmgevingsVisie een apart thema
hiervan maken?
amendement?
Land- en tuinbouw - dynamisch Gelderland
Land- en tuinbouw zal ook in de komende 10 jaar een hele belangrijke economische drager van
Gelderland zijn. Het levert veel export producten op en voorziet in directe en indirecte werkgelegenheid.
De land- en tuinbouw zijn heel sterk in ontwikkeling. Europese, landelijk en provinciale regelgeving
noodzaken de ondernemers om hun bedrijfsvoering daar op af te stemmen. Onderschat wordt hoeveel
tijd dat vraagt van het management van de bedrijven. Nieuwe regels zijn relatief makkelijk op te schrijven
maar de vertaling daarvan naar de bedrijfsvoering vraagt veel tijd en brengt vaak hoge kosten met zich
mee. Vereenvoudiging is meer dan wenselijk. Profit maken is zeker geen vanzelfsprekendheid meer. Om
te kunnen blijven concurreren/om te overleven is schaalvergroting en innovatie noodzakelijk.
De sector vreest dat iedere gemeente zijn regels gaat maken uit uitwerking van de omgevingsVisie. De
VVD vindt dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo laag als mogelijk moeten liggen. Echter de
provincie zou in haar rol als aanjager van de co-creatie met de gemeenten in overleg kunnen gaan om
mogelijke gemeentelijke verschillen te minimaliseren.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
De VVD wil de bestaande eigendomsrechten bij bestaande ondernemers in de kernzone van de
Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Limes respecteren. - amendement?
In verwevingsgebieden is volgens de verordening ten behoeve van de niet grondgebonden
productietak een bouwperceel met een kavelgrootte van 1 ha toegestaan. Onder voorwaarden is
een oppervlakte van meer dan 1 ha mogelijk. De VVD heeft moeite met deze beperking, zeker voor
die bedrijven die nu al groter dan 1 ha zijn. amendement?
De aanwezigheid van landbouw, extensieve recreatie en landgoedbedrijven is niet aangemerkt als
kernkwaliteit in de Groene Ontwikkelingszone (GO) dit in tegenstelling tot wat Manifestpartners
deden. (is nu niet zo in Omgevingsvisie).
Uitbreiding van reeds bestaande functies met meer dan 30% moet altijd worden gecompenseerd
door substantiële versterking kernkwaliteit, ook al wordt de kernkwaliteit helemaal niet aangetast.
Onterecht in onze ogen. amendement?
De VVD ziet de geluidsoverlast van agrarische bedrijven als gebiedseigen.
Volgens de VVD gaat het te ver om voor elke uitbreiding van het bouwblok extra eisen te stellen.
Dan wordt een onnodig zware procedure gehanteerd ook voor beperkte uitbreidingen. De VVD stelt
voor (net als LTO Noord Gelderland) de extra eisen alleen van toepassing moeten zijn bij uitbreiding
van het bouwblok boven de 1 of 1,5 hectare.
De te stellen eisen moeten reëel zijn, dat wil zeggen haalbaar en betaalbaar voor de ondernemer.
De ondernemer moet erop kunnen rekenen dat hij zijn investering kan terugverdienen. Evenwicht in
People, Planet, en Profit.
- Stel geen regels op de millimeter en geef waar mogelijk verantwoordelijkheid aan gemeenten.
Voorbeeld is kleinschalige ontwikkeling binnen de GNN (zoals de uitbreiding van een woning, de
bouw van een schuur of stal voor het houden van hobby dieren). In zijn algemeenheid zal het hier
gaan om ontwikkelingen op een bestaand erf. De eventueel noodzakelijke compensatieregeling
staat niet in verhouding tot de eventuele ingreep, zeker niet omdat deze compensatie elders
buiten het GNN in de Groene Ontwikkelingszone (GO) gerealiseerd moet worden. Gezien de
kleinschaligheid kan de verantwoordelijkheid voor een verantwoorde toepassing bij de gemeenten
worden gelaten.
Zo’n belangrijk onderwerp als land- en tuinbouw roept veel vragen op.
23
Vragen:
1. Wat voegt de reconstructiezonering nog toe? Kan de reconstructiezonering er niet vanaf?
2. Het onderscheid tussen LOG’s, verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden is dermate klein en
heeft geringe waarde dat vereenvoudiging voor de hand ligt. Hoe denkt de gedeputeerde daarover?
3. Wanneer is het nieuwe overzicht van de hydrologische beschermingszones beschikbaar? Hoe stelt de
gedeputeerde zich voor om deze zones te verwerking in de OmgevingsVisie en Verordening?
4. Wat zijn de diepe roerselen van het college om in de Groene Ontwikkelingszones de landbouw,
extensieve recreatie en landbouwbedrijven niet aan te merken als kernkwaliteiten?
Grondstoffenwinning
Er wordt een koppeling gelegd tussen ontgronding, waterberging, natuurontwikkeling, rivierverruiming,
recreatie en wonen aan het water. Veel of teveel functies die aan een gebied worden toegekend.
Wanneer ontstaat er een conflict tussen deze functies? Wij interpreteren de OmgevingsVisie zo dat de
huidige situatie min of meer wordt gefixeerd.
Wat ontbreekt is een visie op de grondstoffen winning in de komende 10 tot 30 jaar. Bijvoorbeeld: de
rivier zet in de uitwaarden klei af en waar ligt het evenwicht tussen aanvoer door de rivier en de winning
door de baksteen industrie? Bij ruimte voor de rivier komt er zand, grind en klei beschikbaar. Is daar
vraag naar?
Vragen:
1. Hoeveel kubieke meter klei kan er de komende 10 tot 30 jaar worden gestoken in de uiterwaarden?
2. Is deze winning duurzaam of komt er een moment dat de fabrieken klei moeten importeren of de
deuren moeten sluiten?
3. Is het mogelijk om een kwantitatief en kwalitatief inzicht te geven in de hoeveelheden klei, zand en
grind vrijkomen bij de projecten voor ruimte voor de rivier in de komende 10 tot 30 jaar?
4. Is het mogelijk om te kwantificeren hoe groot de vraag naar deze producten in dezelfde periode zou
kunnen zijn?
5. Vervolgens wat leren wij daarvan voor de OmgevingsVisie?
Veel vragen die vandaag of volgende week niet beantwoord hoeven te worden. Concrete toezeggingen
van het college over wanneer dit thema onderbouwd in de commissie kan worden besproken is
voldoende.
Aaltense Goor
Hierover kan de VVD heel kort zijn. Breng de plangrens terug zoals vastgelegd in het Streekplan en wacht
het lopende gebiedsproces af. De VVD begrijpt de insteek van GS en heeft kennis genomen van de
toezegging van het college. amendement?
Multimodale knooppunten, hotspot container overslag en opslag
Medel, Nijmegen, Emmerich, Doesburg, Barneveld, Nijkerk en Biezenburg hebben een container overslag
en opslag of zijn daarover aan het nadenken. De Betuwelijn zal binnen 10 jaar goed worden aangesloten
op het Duitse spoorwegnet. Container overslag en opslag is een ruimtevreter en kost geld. In vervoer en
opslag van containers is de concurrentie moordend. Dat begint al met de Europese zeehavens.
Vervolgens mag transport van en naar het achterland bijna niets meer kosten.
Ook hier missen wij een visie, een doorkijkje in de komende 10 tot 20 jaar waar het heen gaat met de
overslag, opslag en vervoerstromen van de containers. Evenals bij de grondstoffenwinning zouden wij dit
thema meer onderbouwd willen bespreken om zo een goede afweging te kunnen maken. Kan het college
dat toezeggen?
Co-creatie
Hoe verder met het proces van co-creatie, rollende agenda, dynamisch Gelderland of
24
uitnodigingsplanologie? Hoe wij het ook noemen, de kern is dat wij samen met de Gelderse samenleving
door willen gaan om de concurrentiekracht van Gelderland te vergroten door duurzame versterking van
de ruimtelijke- economische structuur en borgen van de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving.
Wij stellen voor om aan het begin van ieder kalender jaar een update van de OmgevingsVisie in de Staten
te bespreken. Deze update moet gaan over de kaders en de thema’s die door de Staten zijn vastgesteld
om verder te worden uitgewerkt. Een goed voorbeeld daarvan is de nota over WindVisie die in
september in de staten wordt besproken.
Op spreekt voor zich dat na het updaten van de OmgevingsVisie ook de OmgevingsVerordening zal
moeten woerden aangepast.
In een tweetal statenbrieven (15/4/14 en 17/12/13) die U ter kennisname aan ons stuurde doet U een
voorstel voor de majeure opgaven. De VVD begrijpt de inhoud van de brieven niet echt. Deze brieven zijn
voor ons geen vrijbrief om verder te gaan. Wij verzoeken U ons nader middels een presentatie en een
aanvullend schrijven hierover te informeren.
De VVD zal mogelijk in de 2e termijn en anders tijdens de Staten vergadering, na overleg met de collegae
statenleden, een aantal concrete thema’s aanreiken voor het komend jaar.
Tot slot
Knap stuk werk is verzet, een nieuwe basis staat om de Gelderse lange termijn visie middels rollende
agenda te gaan opstellen. Want het draait om Visie, het draait om Lange termijn Visie omdat houvast
geeft bij de ontwikkelingen op de korte en middellange termijn.
Bijlage 2
CDA Spreektekst Omgevingsvisie (dhr. A. Schol)
(eerste termijn)
Laat ik beginnen met een aantal complimenten. De concept omgevingsvisie is het resultaat van
een gedegen stuk werk. Het is niet alleen omvangrijk, maar ook ontstaan vanuit de gedachte, dat
er niet vanuit de Arnhemse ivoren toren aan “Gelderland” vorm gegeven kan worden, maar dat
deze schepping samen met partners en regio’s tot stand moet komen, en we noemen dat
`cocreatie`. Het heeft ook veel inzet en denkwerk van ambtelijke medewerkers en leden van GS
gevraagd en dat heeft tot een resultaat geleid waar de CDA fractie van kan zeggen: daar kunnen
we in hoofdlijnen tevreden over zijn.
(themasessies en hoorzittingen nog even noemen, IDEM de beantwoording van de technische
vragen, o.a. door het CDA)
Toch valt er één kritische noot te kraken. Binnen de regio’s is veel werk verzet door besturen en
regiovertegenwoordigers, maar de vraag kan wel gesteld worden of daarbij in voldoende mate
gemeenteraden (de lokale volksvertegenwoordigers) bij betrokken zijn geweest. Ik ben van
mening, dat dit punt vooral een zaak van henzelf is (geweest) en niet zozeer GS kan worden
aangerekend, maar het punt van voldoende democratische legitimiteit is wel voor ons, als CDA,
een zorgpunt naar de toekomst, omdat de “rollende agenda” die GS voor ogen heeft wel
betekent, dat er nog verdere besluiten moeten komen en nadere invullingen gemaakt dienen te
worden. Ik denk bij voorbeeld aan de Windvisie, als nadere uitwerking van de energieparagraaf
van de omgevingsvisie. Daar zullen we gemeenteraden voor support en draagvlak bij nodig
hebben en daarom stel ik hierbij maar meteen de eerste vraag: hoe kijken GS hier tegen aan?
Herkennen zij dit probleem en erkennen zij, dat er nog enig missiewerk gedaan moet worden en
hoe denken zij dit punt concreet aan te pakken? Co-creatie is niet iets van topdown, maar van
bottom up uitwerken
De omgevingsvisie is ook een modern, en eigentijds stuk werk en dat laat zich o.a. zien aan de
digitale kaartbeelden. Daar zit echter niet alleen het probleem van toegankelijkheid voor minder
digitaal geschoolde burgers, maar ook een stuk kwetsbaarheid in. Ook onze digitale omgeving is
25
kwetsbaar voor criminelen en anderen die minder goede bedoelingen hebben. Zien GS dit ook
zo en welke borging kunnen zij ons toezeggen om deze gevaren het hoofd te bieden?
INHOUDELIJK – algemeen
De visie bestaat uit vier hoofdstukken: toekomstbestendig, divers, dynamisch en mooi
Gelderland. Door sommigen wordt daarbij opgemerkt, dat de economische doelen van de
omgevingsvisie nogal leidend zouden zijn, soms te leidend en dat duurzaamheid onvoldoende
uit de verf komt. Daar zijn wij het niet mee eens: ook duurzaamheid moet “verdiend” worden,
zonder een goede economische basis verwordt onze mooie provincie tot een stuk drijfzand, waar
burgers en bedrijven in een moeras van achteruitgang in wegzinken. Vitaliteit, Bereikbaarheid en
leefbaarheid staan daarbij voor het CDA centraal.
Ik wil daarbij een paar kanttekeningen maken:
- is er voldoende aandacht voor de maakindustrie in Gelderland?
- krijgt de agrarische sector voldoende ruimte tot duurzame economische groei?
- is er ruimte voor meer regionaal logistieke bedrijvigheid?
- krijgt veiligheid en bestrijding van criminaliteit in het buitengebied (met name in
natuurgebieden) voldoende prioriteit om deze doelen, door GS zelf geformuleerd, te behalen
gestreefd worden?
Voorzitter, ik kom daar in het vervolg van mijn bijdrage op terug.
BEOORDELING CDA
Het CDA wil de omgevingsvisie van Gelderland beoordelen op een aantal criteria:
Ik noem ze kort en ze vloeien voort uit de uitgangspunten die het CDA al jaar en dag hanteert.
Het gaat om de volgende:
- duurzame economie, mobiliteit en energie
- toekomstbestendige en leefbare steden en dorpen
- behoud en versteviging van bijzondere landschappen
- versterking van werkgelegenheid voor alle burgers,
- stimulering van en maatwerk voor kleinere bedrijven, zoals de lokale detailhandel en
ondernemende boeren.
Vanuit deze uitgangspunten willen we ingaan op een aantal onderdelen van de omgevingsvisie
(ik laat daarbij de “doorvertaling” naar de Omgevingsverordening voorlopig even buiten
beschouwing).
ENERGIE,
Ik begin bij de energiesector. Het zal velen duidelijk zijn, dat de beschikbaarheid en
toegankelijkheid van energie in de toekomst (en die kan wel eens dichterbij liggen dan eerder
gedacht) minder vanzelfsprekend zal zijn dan op dit moment. We zullen dus alles op alles
moeten zetten om ons land meer energieonafhankelijk te maken en daarbij zullen de lokale
overheden een belangrijke bijdrage aan moeten leveren, of we dat nu leuk vinden of niet.
Niet alleen windenergie is dan aan de orde, maar ook andere vormen, zoals zonne-energie en
biogas. Energiebesparing blijkt tot op heden nog het meest efficiënt en effectief. Bij de
behandeling van de Windvisie later dit jaar in de commissie MIE en in PS zullen we op dit punt
terugkomen, maar wat er staat over dit onderwerp in de omgevingsvisie kan het CDA in grote
lijnen onderschrijven, mits gewerkt wordt aan voldoende draagvlak..
in de omgevingsvisie staat (o.a.) dat GS deze energieneutraliteit in 2050 wil bereiken. Dat zal op
zich al een grote inspanning worden, maar het zou wel eens eerder het geval moeten zijn. Zijn er
ook scenario’s denkbaar waarin we al in 2030 dit doel kunnen bereiken, en zo ja hoe zouden die
er dan uit kunnen zien? Wat is de FYSIEKE haalbaarheid daarvan en zou dit bereikt kunnen
worden door nog meer in te zetten op kleinschalige en lokale energiewinning waar lokale
gemeenschappen zoals de energiecooöperaties, zelf het eerste profijt van hebben en waardoor
het draagvlak, dat nu soms zo lijkt te ontbreken, snel vergroot kan worden? WAT TE DENKEN
VAN EEN EIGEN GELDERS ENERGIEAKKOORD?
26
Graag uw reactie hierop.
In dit verband verwijs ik naar de nagekomen notitie van de regio Stedendriehoek als reactie op
de vragen van commissieleden tijdens de hoorzitting in Zutphen.
Op een eerder moment is er in de staten een discussie geweest over onze ondergrond i.r.t. de
eventuele winning van schaliegas. In hoofdstuk 4.4. (water en ondergrond) wordt gesteld, dat de
provincie moet afwegen wat er op een bepaalde plek in de ondergrond wel of niet mag. Dat is te
algemeen gesteld. Namens de CDA fractie wil ik hierbij aantekenen, dat schaliegaswinning en
het onderzoek daarnaar in de komende jaren (10) moet worden uitgesloten en wij stellen voor dit
explicietern de omgevingsvisie te benoemen.
LANDBOUW
De agrarische sector is één van de drijvende motoren achter de Gelderse economie. Het gaat
dan niet alleen om de directe werkgelegenheid in en de economische productie van de sector
zelf, maar misschien nog meer alles wat er verder mee samenhangt: de agribusiness in de
keten, innovatie en onderzoek (WUR), , behoud van landschappelijke waarden en natuur. Voor
het CDA is landbouw een kernwaarde in Gelderland die niet onderschat mag worden. De vraag
die in dit verband voor het CDA centraal staat: krijgt deze sector voldoende economische
armslag voor de toekomst. Landelijke en Europese regels zijn daarin sterk bepalend en wat
kunnen wij doen om ervoor te zorgen, dat de sector niet op slot gaat en dat er geborgd wordt in
de omgevingsvisie dat er goede ontwikkelkansen voor de toekomst zijn.
Vanuit deze optiek heeft het CDA beoordeeld wat er hierover in de omgevingsvisie staat en dan
komen wij tot de volgende opmerkingen en vragen:
- wat verstaat u onder een “plus” voor milieu, dierenwelzijn, volksgezondheid en ruimtelijke
kwaliteit? Een plus bij uitbreiding ten opzichte van welke referentie? Wie gaan dat invullen?
Antwoord: meestal de gemeenten. Kunnen we dan ervan uitgaan, dat onze doelen haalbaar
en betaalbaar zijn? De sector zelf zet daar in ieder geval vraagtekens bij. Het levert in
onzekerheid op, omdat niet duidelijk is hoe e.e.a. ingevuld gaat worden en dat vindt het CDA
niet wenselijk; de doelen die het rijk en de EU stelt aan uitbreiding van de veehouderij
vergen al grote inspanningen. Waarom moet daar in Gelderland nog een schep bovenop?
KUNNEN WE ONS IN DE OMGEVINGSVISIE NIET BETER BEPERKEN EN TOT WAT ER
LANDELIJK EN EUROPEES IN DE MAAK IS?
- Gaat dit niet ten koste van één van de hoofddoelen van de Omgevingsvisie: een duurzaam,
maar ook vitaal platteland? Het grote economische belang van de Gelderse veehouderij
wordt te veel overschaduwd door te redeneren vanuit de negatieve effecten van de
veehouderij op de omgeving. HELDER ZAL ZIJN DAT WIJ IN HET VERDERE PROCES
VAN COCREATIE MET DE SECTOR VERDER GESPROKEN ZAL WORDEN.
- in specifieke zin gelden de vragen voor de grondgebonden veehouderij. Wat blijft er in dit
verband nog over van het principe van uitnodigingsplanologie? volgens de omgevingsvisie
moet de agrarische sector investeren in de omgeving. Maar als men aan de kernkwaliteiten
werkt voldoet men in de visie van het CDA al in voldoende mate daaraan. Dus waarom moet
extra waargemaakt worden als men meer van 30 % wenst uit te breiden? Waarom laten we
de “markt” niet in grote lijnen bepalen wat de kansen en mogelijkheden voor uitbreiding zijn?
Wordt op deze manier het planologische regime niet te strak, daar waar in onze visie boeren
al eeuwenlang hoeders van het Gelderse landschap zijn. Wij vinden het onredelijk dat
agrarische bedrijven bij een uitbreiding van meer dan 30% substantieel de kernkwaliteiten
van de GO moeten versterken. Of gaat u er impliciet van uit dat uitbreiding van een agrarisch
bedrijf sowieso de kernkwaliteit van de GO aantast? Het zal duidelijk zijn, dat we bij de
verdere besprekingen, met name als het gaat om de verordening, met amendementen willen
komen en we nodigen u (GS) en andere partijen uit om met ons mee te denken om deze
(onze ) visie op de agrarische sector verder uit te denken.
- Dit betreft ook het criterium van 50 % grondgebondenheid dat in de omgevingsvisie staat:
velen twijfelen aan de haalbaarheid en de rechtmatigheid daarvan. Hoe ziet u dit als reactie
27
op wat de sector heeft ingebracht op dit punt. HEB HIER AANGSLOTEN BIJ DE PVDA
M.B.T. HUN VRAGEN OVER ZONERING.
NATUUR & LANDSCHAP
Impliciet heb ik daar al veel over gezegd bij vorige onderwerp.
Nog een vraag: waarom spreekt u over een compacte systeem van verbonden natuurgebieden.
Waarom hanteert u hier niet de term “robuust”. Daar zijn we toch altijd voor gegaan? Wat is
trouwens “compact”?
ARCHEOLOGIE
Limes: er is door insprekers op gewezen, dat er hier al beschermingsmaatregelen t.b.v.
archeologische waarden worden benoemd, zonder dat al expliciet vast staat, dat het gebied als
erfgoed is of wordt aangewezen. Waarom kiezen GS voor deze opstelling en kan e.e.a. niet
beter via een wijziging op de omgevingsvisie worden vastgesteld, wanneer we een beter beeld
hebben van de begrenzing?
EXTERNE VEILIGHEID
In mijn inleiding benoemde ik kort het probleem van handhaving in het buitengebied. Dat is een
groeiend probleem: stroperij, illegale bewoning en stort van o.a. drugsteelt, het zijn weliswaar de
ergste, maar niet de enige problemen die zich hier opdienen, met name in een kwetsbaar en
lastig te bewaken gebied als het Veluws natuurgebied.
VELUWE
En dan helpt het ook niet echt, dat de Veluwe over drie verschillende WGR-regio’s is verdeeld.
Wij doen hierbij de suggestie om m.b.t. een aantal gewenste ontwikkelingen en dan noem ik met
nadruk ook de toeristische sector, om de Veluwe weer als gehele entiteit te beschouwen en aan
te pakken en op die manier de samenwerking te stumuleren en wellicht et regisseren. We
denken er aan om in de statenvergadering met een concreet voorstel komen.
LUCHTVAART
Ook hier staat de komende tijd e.e.a. op de rol en dat heeft vooral te maken met de positie van
het vliegveld Lelystad in het landelijk netwerk van vliegvelden. Als de functie van Lelystad wordt
uitgebreid heeft dat gevolgen voor de Noord Veluwe, maar ook voor het vliegveld Teuge.
BEDRIJVENTERREINEN & ECONOMIE/WONEN
Ook hier zal het ingestelde in de omgevingsvisie niet het laatste zijn, wat er de komende tijd
gezegd gaat worden. Ik verwijs op dit punt naar de detailhandelsvisie die er aan zit te komen.
Laat ik namens het CDA helder zijn over wat er over perifere detailhandel in de OMV staat: daar
zijn wij het onverkort mee eens. Dat geldt ook voor het handhaven van het verbod op
permanente bewoning van recreatieparken. Maar met deze opmerking kunnen we tegenwoordig
niet volstaan. De kwaliteit van het toeristisch product staat onder druk, o.a. door de bewoning
door nieuwkomers en arbeidsmigranten. Het probleem is/wordt in de OMV benoemd en moet
samen met gemeenten en regio’s opgelost gaan worden. Het instrument van de
woonprogramma’s moet daarom soepel gehanteerd worden. In de visie van het CDA heeft een
ieder die hier legaal verblijft en een bijdrage levert aan onze economie recht op een adequate en
betaalbare huisvesting en daar moet meer werk van gemaakt worden.
Inmiddels is de harde en zachte capaciteit van gemeenten en regio’s aardig op orde en wij
vinden het verstandig om daar niet verder het mes in te zetten. Bij een aantrekkende
economische groei (en gelukkig zien we daar al tekenen van komen) moeten gemeenten snel en
flexibel kunnen reageren op de ontwikkelingen. Bovendien moeten we oppassen gemeenten met
meer financiële problemen op te zadelen, dan ze nu al hebben.
HOE GAAT U ALS COLLEGE DIT CONCREET AANPAKKEN?
28
Dat betreft ook de situatie rond de bedrijventerreinen. In de OMV worden concrete zaken in
regio’s benoemd, zoals de Biezenburg bij Tiel in de gemeente Neder-Betuwe, maar er zijn meer
plaatsen die onze aandacht vragen, zoals de logistieke hotspots bij Barneveld (A1/A30) en
Zevenpoort bij Zevenaar. Het CDA wil hier nadrukkelijk aandacht voor vragen en ervoor zorgen
dat in de OMV ook deze ontwikkelingen benoemd worden.
Wij vragen u in ieder geval in deze situaties alle opties open te houden.
MOBILITEIT EN OV
Vanavond komt in de commissie de OV-visie aan de orde en daarom wil ik daar nu geen
opmerkingen over maken. In de hoorzitting in Zutphen kwam de fijnmazigheid van het Gelderse
wandelnetwerk ter sprake en als we kijken naar de doelen van de provincie t.a.v. sport en
bewegen, dan ligt hier wel een aandachtspunt. Volgens ons zou dat wandelnetwerk beter
geborgd kunnen worden in deze OMV. Wij denken, dat op dit punt de tekst nog wel
aangescherpt kan worden.
AANGESLOTEN BIJ DE OPMERKINGEN VAN VVD EN PVDA
WATER:
Is vooral een kwestie van bestaand beleid, c.q. waterschappen en Rijk (ruimte voor de rivier) als
het gaat op hoogwaterbescherming. In het kader van Waalweelde-West komen we daar in de
toekomst verder op terug. Het valt ons op, dat u plannen heeft om te komen tot
grensoverschrijdende klimaatcorridors in de Achterhoek (op p. 129). Wat is uw doel met deze
verkenningen?
TOT SLOT
We hebben kennis genomen van het tweede vervolgvoorstel GS, dat ons eind vorige week
bereikte en waarin nadere zaken, deels voortkomende uit de hoorzittingen aan de orde komen,
zoals het beschermingsregime van het GNN, de delfstoffenwinning in het GNN (de
uiterwaarden). Ook stemmen we in met de beantwoording van een aantal meer concrete zaken,
het Binnenveld Zuid, gemeente Buren, etc. Ik mis nog in de reactie van GS op wat er in Tiel
gezegd is over de laanboomteelt en in Ede over de uitbreiding van glasopstanden bij de WUR.
Kunt u ons daarover schriftelijk een antwoord geven?
Tenslotte nog een opmerking over het Aaltense Goor: is het niet de oude kaarten te hanteren en
darana de nieuwe situatie via een wijzigingsbevoegdheid vast te stellen?
We zouden verder graag van het college horen hoe men staat tegenover de opmerkingen die
her en der gehoord zijn m.b.t. het niet weggooien van oude schoenen voordat men nieuwe heeft
(de uitdrukking heb ik niet zelf verzonnen) en dan gaat het o.m. over het afschaffen van het
stiltebeleid. Waarom afschaffen en wat zijn de gevolgen?
TENSLOTTE: Hoe worden PS betrokken bij de vertaling van de Omgevingsvisie en –
verordening in de bestemmingsplannen? OOK HIER SLUITEN WE ONS AAN BIJ DE
OPMERKINGEN VAN VVD EN PVDA
Bijlage 3
PvdA (mw. I. Hijman)
Omgevingsvisie (eerste termijn)
De omgevingsvisie beschrijft hoe de provincie de komende jaren wil omgaan met ontwikkelingen
en initiatieven. Het is dus geen plan met exacte antwoorden, en eigenlijk ook geen visie, maar
meer een kader/een richting. Ook wordt in het in plan aangegeven welke rol de provincie
29
heeft/neemt bij bepaalde ontwikkelingen: ondernemend, inspirerend, verbindend of normerend.
Ofwel: gaat de provincie regels stellen, controleren of vooral regisseren, verbinden en faciliteren.
In de PvdA bijeenkomsten heb ik de omgevingsvisie omgeschreven als de spelregels van een
spel. Met het vaststellen van de omgevingsvisie leggen we de spelregels vast, maar het echte
spel (met partners, want spelen doe je meestal niet alleen) moet dan nog gaan beginnen. Het
gaat er om om mensen in beweging te krijgen. Maar regels blijven natuurlijk wel nodig. Je hebt
free-riders, je wilt een bepaalde ondergrens vasthouden en je wilt ongewenste ontwikkelingen
voorkomen.
Grootste uitdaging voor ons als politici is dan ook of om te kijken of we een goede balans
kunnen vinden tussen wat we loslaten en overlaten aan partners en wat we moeten regelen,
beschermen en regisseren. Voor PvdA is uitgangspunt: vertrouwen hebben waar het kan maar
ook duidelijk een partij benoemen die beslissingen kan nemen en deze beslissingen durft uit te
leggen.
Wat mij betreft is de hoofdvraag: biedt de omgevingsvisie nu voldoende ruimte voor de
toekomst en zorgt de omgevingsvisie voor voldoende bescherming van datgene of diegene dat
kwetsbaar is (voorzieningen, mensen, natuur)? Als we uitgaan van ‘loslaten’, hebben we dan
voldoende regels durven te schrappen, omdat die onnodig zijn of belemmerend werken? Wat
vinden we als provincie echt belangrijk? En als we iets echt belangrijk vinden, hebben we daar
dan voldoende visie op en tonen we voldoende leiderschap?
Ik denk dat omgevingsvisie redelijk geslaagd is in het loslaten waar het kan en het vastleggen
waar het moet, maar de ‘proof of the pudding’ zit in de omgevingsverordening. Die gaan we
later nog bespreken. Maar er is meer nodig om de omgevingsvisie ‘te laten werken’, namelijk
vertrouwen. Bij de hoorzittingen viel mij op dat veel insprekers toch vroegen om meer
duidelijkheid en regels. Niet omdat ze dat zelf zo graag willen, maar omdat ze de provincie
(of/en de gemeente) nog niet vertrouwen. Ze gaan er vanuit dat er achteraf toch weer gezegd
wordt dat iets niet mag. En daar kunnen ze best gelijk in hebben. Binnen het provinciehuis en
gemeenten moet dan ook nog hard gewerkt worden aan de echte cultuurverandering. We
moeten oppassen dat we niet terugvallen in bekende patronen. Je moet elkaars taal leren
snappen en vertrouwde werkwijzen loslaten. Daar is tijd voor nodig. Maar ik geef insprekers
geen ongelijk, vooralsnog moet de provincie en de gemeenten dat vertrouwen nog ook wel echt
zien te winnen en het goede voorbeeld laten zien.
Voorstel ombudsman:
Hoorzittingen lijken misschien nog op oude politiek, maar voordeel is dat er zaken naar boven
komen die eigenlijk allang opgelost hadden moeten worden. Voorstel Pvda is om in navolging
van de Overijsselse ombudsman een Gelderse ombudsman in het leven te roepen. Voordeel van
een Gelderse Ombudsman is, dat deze op regionale schaal georganiseerd is, herkenbaar is en de
plaatselijke situatie goed kent. Bovendien kunnen klachten ter plaatse worden afgehandeld: de
Gelderse Ombudsman staat daardoor dicht bij de burgers. Wanneer kan iemand terecht bij de
ombudsman? Als een overheidsinstantie (gemeente, provincie) niet handelt zoals het hoort en
30
de burger of organisatie het idee heeft dat hij of zij niet open, eerlijk en op correcte wijze
behandeld is door de betreffende instantie, ambtenaar of bestuurder, dan kan een klacht worden
ingediend. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om: het gevoel dat er niet of onvoldoende wordt
geluisterd, het gevoel van het kastje naar de muur te worden gestuurd, onvoldoende of niet
geïnformeerd worden over plannen, onheuse behandeling, niet adequaat worden geholpen of
geen antwoord krijgen op (schriftelijke) vragen. Een klacht moet wel eerst bij de betreffende
overheidsinstantie aangemeld en behandeld worden. We vragen GS om voortouw te nemen voor
opzetten stichting Gelderse ombudsman en partners te vragen zich bij de stichting aan te
sluiten. We zullen hiervoor met een motie komen.
Was de omgevingsvisie qua proces nu een succes? En wat is eigenlijk de doelgroep van de
omgevingsvisie? Eerlijk gezegd denk ik dat een omgevingsvisie veel te abstract is voor co-creatie
met ‘unusual suspects’. Co-creatie werkt alleen als het ‘mensen treft in het hart’. De
omgevingsvisie is veel te abstract om het gesprek te arrangeren met burgers, ondernemers en
belanghebbende partijen. Dat het toch voor een deel wel is gelukt (maar voor een groot deel
ook niet), is toch positief. De omgevingsvisie is eigenlijk ook niet bedoeld voor burgers, maar
meer voor ‘experts’: gemeenten, waterschappen en natuur- en landbouworganisaties. En die
partijen zijn erg tevreden. Toch krijgen burgers uiteindelijk wel de omgevingsvisie te maken (dat
was wel te zien in de hoorzittingen). Communicatie liep niet altijd goed, met name waar het gaat
om kaartmateriaal.
Hoofdpunten waar we amendement of motie over in willen dienen:
 Duurzame verstedelijking
 Kadegebonden bedrijventerreinen (Biezenburg)
 Energietransitie
 Wandelroutes en langzaam verkeer
 Landbouw
 Groene Ontwikkelzone
 Landschap
31
Hoofdpunten omgevingsvisie (schema PvdA)
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
Discussie PvdA
Divers
Gelderland
Typering van de regionale
context, waarbij in ingezoomd
op specifieke opgaven en
omstandigheden in de
verschillende regio’s.
Niet altijd is voor deze opgaven een
(centrale) rol weggelegd voor de
provincie. Verdere gesprekken zijn
nodig om de gewenste aanpak en
ieders rol te bepalen.


De provincie Gelderland is met
de zes regio’s in gesprek
gegaan om de regionale
opgaven concreet te krijgen.
Dat is niet helemaal gelukt,
want de doelen laten nog veel
ruimte voor interpretatie.
Weinig concrete ambitie van de
regio’s.
Is het wel nodig om te streven
naar één integrale
omgevingsvisie? De provincie
Limburg laat de regio’s zelf hun
visie maken. Standpunt: dat
moeten we in Gelderland niet
willen. Regio’s zijn niet
democratisch. Je gaat er als
provincie over of je gaat er niet
over. Als niet, dan bij
gemeenten. Vanuit gemeenten
kan gekozen worden worden
verdere samenwerking en
afstemming.
Krachtige
steden en
vitale
dorpen
De provinciale ambitie is het
versterken van de
economische kracht en
uitstraling van de steden.
Daarnaast behouden en
versterken van vitaliteit van
kleine kernen en dorpen. Het
gaat om optimale kwaliteit en
bereikbaarheid van
voorzieningen; niet om alle
voorzieningen te behouden.
Samen met partners verkennen van
mogelijkheden.

Het gaat inderdaad om
optimale kwaliteit van
voorzieningen. PvdA vindt het
van belang dat de
voorzieningen voor iedereen
(ook financieel) toegankelijk
zijn.
Duurzame
verstedelij
king
Accent verschuift van
nieuwbouw naar vitaliseren
van bestaande gebieden en
gebouwen. Provincie wil
overcapaciteit
nieuwbouwplannen
Inzet van Gelderse ladder voor
duurzaam ruimtegebruik. Juridische
basis is de ladder voor duurzame
verstedelijking die het Rijk heeft
vastgelegd in het Besluit ruimtelijke
ordening (Bro). In 2014-2015

Op het eerste gevoel/gezicht
ontbreekt hier toekomstvisie: hoe
ziet stedelijk gebied er in de
toekomst uit? Hoe gaan we
wonen en werken? Maar punt is
dat we niet weten hoe die
32
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
voorkomen: heroverweging
van plannen en kwalitatieve en
kwantitatieve keuzen op
regionaal niveau.
werken aan praktijkvoorbeelden.
Spanning tussen inhoudelijke,
ruimtelijke en financiële
keuzen. Bijzondere aandacht
voor terugdringen
overcapaciteit in
bestemmingsplannen, met zo
min mogelijk kans om
schadeclaims.
Aanpak van leegstand en
transformatie.
Bevorderen van regionale
samenwerking tussen partijen. Wel
bindende afspraken over wonen en
bedrijventerrreinen. Provincie en
partners onderzoeken passende
maatregelen zonder gemeentelijke
verantwoordelijkheden over te
nemen (afboeken van grond).
Eigenaren zijn en blijven eerste
verantwoordelijkheden voor
kwaliteit van gebouwen. Provincie
nodigt partners uit en eigenaren
van vastgoed te komen met
initiatieven en oplossingen voor
flexibel en tijdelijk ruimtegebruik,
functieverandering, transformatie of
sloop. Via actieplan leegstand en
transformatie.
Discussie PvdA





Wonen
Samen met partners (meer
gedeelde
verantwoordelijkheid)
nadenken over de vraag hoe
de woningvoorraad
kwantitatief en kwalitatief kan
meegroeien met de
In de Regionale Woonagenda
agenderen alle (relevante) partijen
in een regio de regionale opgaven
op het gebied van wonen. Zij
maken afspraken over wat zij
hieraan gaan doen. Op regionale
schaal maakt de provincie
33
toekomst eruit ziet. Internet heeft
ons leven veranderd, welke
nieuwe verandering komt er nog
aan? Maar juist wel belangrijk om
dit punt verder uit te werken in
co-creatie. Niet alleen met
belanghebbenden, maar juist ook
met jongeren, creatievelingen etc.
Uitgangspunt is dat we
mogelijkheden bieden en klaar zijn
voor de toekomst.
Actieve stimulering van tijdelijk
ruimtegebruik. Misschien is
tijdelijk ruimtegebruik wel de
toekomst.
Witte vlekken: als provincie of
gemeenten niet meer weten wat
ze met een bepaalde bestemming
moeten: laat het over aan de
burgers en omwonenden.
Mogelijkheden voor stadsakkers,
voedselbossen etc. op
industrieterreinen.
Uitgangspunt: bestemming is niet
meer voor eeuwig. Kun je er als
ontwikkelaar niet binnen bepaalde
tijd invulling aan geven, dan
verdwijnt de bestemming.
Werk insteek Gelderse Ladder
voor Duurzaam Ruimtegebruik in
co-creatie verder uit. Actieve
inbreng van partners, unuasal
suspects en de staten.
Benieuwd naar inbreng andere
fracties en samen optrekken.
Onderwerp
Werken algemeen
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
veranderende vraag.
afspraken met gemeenten en
woningbouwcooperaties over de
(netto) groei van de
woningvoorraad. De kwantitatieve
regionale afspraken worden
vastgelegd in het Regionaal
Programma Wonen (RPW).
Nieuwbouw moet daarin passen.
Provincie streeft naar behoud
van kansrijke bestaande
bedrijven en werkgelegenheid.
Doel is optimaal
vestigingsbeleid.

Bevorderen overlegstructuren
voor samenwerking
onderwijsinstellingen en
bedrijfsleven om discrepantie te
verminderen.
Specifieke
uitvoeringsprogramma’s
stimuleren voor de
arbeidsmarkt in de Gelderse
topsectoren.
Extra aandacht voor bereikbaar
houden en maken van werk- en
stageplaatsen voor forensen,
ook in plattelandsgemeenten.

Weinig met ruimtelijk beleid te
maken, maar PvdA is positief
over bevorderen
overlegstructuren voor
samenwerking
onderwijsinstellingen en
arbeidsmarkt. Graag ook
aandacht voor
onderwijsinstellingen als de
weekendscholen die kinderen
uit achterstandswijken via
gastdocenten met verschillende
beroepen actief laten ervaren
wat hun beroep inhoudt.
Sturing provincie is gewenst.
Faciliteren en regiseren van
(boven) regionale afstemming.
Daarnaast normering: provincie zet
rem op plannen voor de uitbreiding
van nieuwe grote perifere locaties.
Op perifere locaties mag alleen
(lokale) detailhandel komen die
moeilijk ruimtelijk inpasbaar is in
binnensteden.
Aanpak leegstand: prikkels en
instrumenten gericht op eigenaren
en stimuleren van
functieverandering en tijdelijke
bestemmingen. Pilot
kernwinkelgebieden in
krimpgebieden.

Dit is typisch een onderwerp
waar de provincie een stevige
rol moet hebben. De PvdA is
tevreden met de meer
regisserende en sturende rol
van de provincie. Hier geldt wel
zelfde punt als bij duurzame
verstedelijking. Zorg dat we
voorbereid zijn op de toekomst.

Provincie bevordert
topsectoren Agrofood, Health,
Energie- en Milieutechnologie
en Maakindustrie. Daarnaast
aandachtsgebieden: logistiek,
agrarische, vrijetijdseconomie
en creatieve sector.
Werken –
Detailhan
del en
kantoren
Op regionaal niveau evenwicht
nodig tussen vraag- en
aanbod. Het gaat om het
maken van heldere ruimtelijke
keuzen om kansrijke locaties
te versterken en kansarme
locaties om te vormen.
Provincie stelt de bestaande
voorraad voor detailhandel
centraal.
Provincie stimuleert en
ondersteunt vernieuwing van
winkelgebieden.
Gezonde ontwikkeling van de
kantorenmarkt.
Discussie PvdA

Concentreren van bovenregionale
functies in stedelijke netwerken op
34
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
Discussie PvdA
multimodale, aantrekkelijke locaties
(bij station Arnhem CS, station
Apeldoorn, staion Ede-Wageningen,
station Nijmegen). Stimuleren van
aanpassen van bestaande
voorraad. Uitvoeren van convenant
‘actieprogramma
kantorenleegstand’.
Werken –
bedrijventerreinen
Ondernemer staat centraal; de
provincie werkt vraaggestuurd.
Uitgangspunt is terughoudend
zijn met het ontwikkelen van
nieuwe bedrijventerreinen.
Kadegebonden
bedrijventerreinen
Provincie streeft naar
voldoende ruimte voor
overslaglocaties en natte
bedrijventerreinen. Deze
terreinen moeten bereikbaar
blijven via een betrouwbaar
vaarwegennetwerk. Optimale
benutting van kavels die direct
aan het water liggen door
watergebonden bedrijvigheid.
Regionale Programma’s voor
Bedrijventerreinen (RPB’s) en de
vastgelegde afspraken (2011 en
2012) zijn de basis voor nieuwe
werklocaties. Hierbij gaat het zowel
om aantallen als locaties.


Krimp
Provincie wil samen met haar
partners optrekken om goed te
anticiperen op de gevolgen
Provincie gaat samen met partners
het gesprek met burgers aan om te
bespreken waar demografische
35


In de tekst staat: de locatie
Biezenburg op het snijvlak van
de Waal en het AmsterdamsRijnkanaal is een belangrijke
toekomstige logistieke locatie
voor een tweede
containerterminal in
Rivierenland. Graag wil de Pvda
expliciet opnemen dat het hier
nog gaat om een zoeklocatie en
zoals in de laatste statenbrief is
er sprake van drie zoeklocaties.
Amendement.
Punt over co-creatie. In de
statenbrief staat dat de
omgevingsvisie in co-creatie tot
stand is gekomen met de regio
Rivierenland. Maar de regio
Rivierenland is slechts één van
de partners (en de vraag is of
zij zelf ook aan co-creatie
doen). Het is jammer dat usual
suspects als partner worden
gezien en andere groeperingen
als ‘lokale weerstand’.
Positief beleid.
Let wel op formulering: samen
met partners met burgers gaan
Onderwerp
Energietransitie
algemeen
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
van ontgroening, vergrijzing,
bevolkingsdaling en afnamen
van beroepsbevolking.
ontwikkelingen toe leiden en welke
lastige keuzes gemaakt moeten
worden. Eerste stap is
bewustwording over de gevolgen
van de krimp. Maken van
gezamenlijke uitvoeringsagenda.
Met de Achterhoek zijn hierover al
afspraken gemaakt.
Betrouwbare, betaalbare en
hernieuwbare
energievoorziening en
energieneutraliteit in 2050. Als
tussendoelstelling jaarlijks
minimaal 2% energie
bespraren en in 2020 minimaal
14% hernieuwbare energie
opwekken, waarvan 50%
decentraal. Decentraal
betekent lokaal opwekken en
verbruiken.
Hernieuwbare energievoorziening
vraagt om veel ruimte die de
provincie wil bieden. De provincie
stimuleert de opwekking van
zonne-energie, windenergie,
productie van biogas en het gebruik
van aard- en restwarmte. Om de
energietransitie door partners te
ondersteunen heeft de provincie
een Gelderse Energieatlas
ontwikkeld.
Discussie PvdA
bespreken. Insteek is helder en
positief, maar burgers zijn ook
partners.




De provincie zal de nieuwe
productie van fossiele energie in
Gelderland niet actief faciliteren.

Energietransitie
biomassa
en biogas
Stimuleren van innovaties bij
biomassa.
Provincie investeert in BION-cluster
(samenwerkingsverband in OostNederland). Provincie juicht
initiatieven als Energiefabriek en
Grondstoffenfabriek toe.
Aandachtspunt: niet concurreren
met voedselproductie.
Energietransitie
wind
Voor windenergie is een
specifieke doelstelling van
230,5 megawatt voor de
provincie Gelderland
vastgelegd in akkoord tussen
IPO en Rijk. Apart traject voor
aanwijzen locaties: windvisie
provincie Gelderland.
Provincie faciliteert zoekproces voor
gemeenten en regio’s om tot goede
locaties te komen. Als bij de
uitwerking blijkt dat dit niet
voldoende oplevert, zal de provincie
zelf locaties aanwijzen.


Provincie onderzoekt met
Ondersteunen van

Energie-
36

De tussendoelstelling van de
provincie zit erg ver van de
doelstelling in 2050 af en mag
dus ambitieuzer.
Extra impuls inzetten voor
gemeenten energieneutraal te
worden.
Lokale initiatieven steunen, ga
uit waar ‘energie’ zit.
Belangrijk uitgangspunt:
energie opwekken daar waar
vraag is. Dus geen
grootschalige veldopstelling in
‘achterland’ en geen eenzame
windmolens (behalve bij
agrariers). Lokaal opwekken én
gebruiken.
Motie indienen.
Apart traject ‘windvisie’
PvdA wil liefst windmolens op
plekken waar draagvlak is, in
parkjes bij elkaar (geen
eenzame windmolens).
Wel eenzame windmolens
toestaan bij agrarisch bedrijf.
Leer van Duitsland. Ook voor
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
transitie
zonneenergie
partners de mogelijkheden
voor opstellingen voor
zonneenergie, o.a. nietuitgeefbare bedrijventerreinen,
woningbouwlocaties, langs
infrastructuur, oude
stortplaatsen, vrijkomende
agrarische bestemmingen.
kennisontwikkeling en
kennnisdeling
Discussie PvdA


Vrijetijdseconomie
Impuls aan de
werkgelegenheid binnen de
vrijetijdseconomie. Daartoe
moet de kwaliteit van het
toeristisch product omhoog.
Afgelopen jaren/periode is
kwaliteit en gebruik
afgenomen.
zonneenergie geldt alleen daar
opwekken waar ook vraag is.
Actievere rol provincie: De
PvdA wil dat in 2014 minimaal
20% van de Gelderse daken,
zowel bij particulieren als bij
instellingen en bedrijven in
2015 zonnepanelen en
zonneboilers heeft en als het
dak niet geschikt is hiervoor dat
er een groen dak van gemaakt
wordt. De PvdA wil dat er een
subsidieregeling komt voor
daken om deze vol te leggen
met zonnepanelen of er groene
daken van te maken.
Provincie moet het goede
voorbeeld geven: dus ook
zonnepanelen op provinciehuis.
Motie.
Provincie biedt ruimte voor
kwaliteitsverbetering en innovatie
van recreatiebedrijven. Aankopen
van verpauperde terreinen door de
provincie is geen optie.
Bedrijfsmatige exploitatie is een
voorwaarde.
Provincie wil bedrijfsleven
ondersteunen; bij wijze van proef
wordt voor de Veluwe voor één jaar
een consulent aangesteld die
gemeenten en bedrijven
ondersteunt bij procedures.
Recreatiebedrijven die voor de
procedure bij de provincie moeten
zijn, gaat de provincie
ondersteunen via één loket.
Wandel-,
fiets-,
struin- en
ruiter-
De achte langeafstandsroutes
en zeven
langeafstandsfietsroutes door
Gelderland zijn van groot
Waar de provincie maatregelen
neemt ter verbetering of verfraaiing
van het landschap zal worden
bezien of aansluiting bij bestaande
37

Ambitie opnemen Gelderland
wandelprovincie nr. 1.
Vastleggen Gelders
Wandelnetwerk volgens
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
routes
belang en moet planologische
bescherming krijgen in
bestemmingsplannen. Het is
niet mogelijk om alle route
planologisch vast te leggen.
routes mogelijk of wenselijk is.
Landbouw
algemeen
Discussie PvdA
voorstel Stichting Wandelnet.
Motie.


38
De PvdA vindt het jammer dat
een echte toekomstvisie (en
ambitie) van de provincie
Gelderland op landbouw
ontbreekt. De agrarische sector
beheert in Gelderland 250.000
ha grond. Dat is de helft van
Gelderland en de boeren en
tuinders zijn daarmee
belangrijke vormgevers van de
ruimte van Gelderland. Laten
we er bewust voor kiezen als
Gelderland voorop te lopen
waar het gaat om kennis en
innovatie, maar ook om
dierenwelzijn, terugdringen
emmissies, toewerken naar
gesloten kringlopen en leveren
van schone energie.
Motie/amendement.
Ook de PvdA ondersteunt het
uitgangspunt ‘centraal wat
moet, decentraal wat kan’. Dit
doen we vanuit het idee dat
maatwerk in een gebied
noodzakelijk is. Maar volgens
PvdA zijn zaken als definities en
criteria typisch punten die voor
de gehele provincie gelijk
moeten zijn. De Pvda vindt dat
de invulling van de definitie van
grondgebondenheid bij de
melkveehouderij en criteria wat
betreft extra eisen voor de
intensieve veehouderij bij
uitbreiding niet bij de
gemeenten gelegd moeten
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
Discussie PvdA


Landbouw
– grondgebonden
Ruimte voor groene groei en
verbreding. Bij grondgebonden
landbouw gaat het om
akkerbouw, fruitteelt,
boomteelt en melkveehouderij.
Met het oog op einde van
Europese melkquotering in
2015 wordt een forse
schaalvergroting in de
melkveehouderij verwacht.
Niet alleen het aantal dieren
maar ook de staloppervlakte
per dier zal toenemen.
Bedrijven die willen groeien
moeten die ontwikkelruimte
verdienen.
Provincie richt zich op:
 Ondersteuning van goede
verkaveling
 Bevorderen van goede
watercondities
 Stelt randvoorwaarden voor
groei veehouderijbedrijven. Een
voorwaarde voor de groei van
grondgebonden veehouderij is
dat de productie
grondgebonden blijft. Dat wil
zeggen dat het bedrijf beschikt
over cultuurgrond om de dieren
op het bedrijf voor meer dan
50% in de ruwvoerbehoefte te
kunnen voorzien. Provincie stelt
geen grens aan de
bedrijfsomvang van een
grondgebonden
39

worden. Motie.
Toekomst zijn lege stallen
groter probleem dan lege
kantoorgebouwen. Welke visie
hebben wij als provincie
hierop?
Vraag: In het algemeen geldt
dat als een gemeente het
beleid nog niet heeft uitgewerkt
conform de Omgevingsvisie en
–verordening-, dat dan het
vigerende bestemmingsbeleid
van toepassing is. Is dat
wenselijk? De provincie vraagt
(via de Omgevingsverordening)
gemeenten om het
gemeentelijk beleid binnen 2
jaar aan te passen aan de
Omgevingsvisie en verordening. Is dat reeel? Veel
gemeenten hebben
bestemmingsplannen net
aangepast.
In antwoord op onze
technische vraag waarom is
gekozen voor percentage 50%
voor grondgebonden landbouw
was het antwoord dat het
percentage 50% geen
duidelijke grondslag kent.
Zolang het percentage boven
de 50% ligt kun je nog spreken
van een duidelijke relatie
tussen bedrijf en cultuurgrond.
Er is bewust niet gekozen voor
een percentage van 100% om
aan te sluiten bij de praktijk.
Hoger percentage? Hoe
controleerbaar?
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
Discussie PvdA
veehouderijbedrijf.
Landbouw
- niet
grondgebonden
Grootste deel van pluimveeen varkensbedrijven horen tot
niet-grondgebonden
landbouw. Doel van de
provincie is om
randvoorwaarden te scheppen
voor duurzame nietgrondgebonden landbouw.
Gaat om maatschappelijk
verantwoord ondernemen en
‘licence to produce’.
Ondernemers moeten groei
‘verdienen’. Groeipotentie van
een bedrijf wordt meer
afhankelijk van de plek en
minder van de zone waarin het
bedrijf ligt. Specifiek voor deze
bedrijven blijft de
reconstructiezonering (nu nog)
gehandhaafd:
extensiversingsgebieden,
LOG’s en verwevingsgebieden.
Provincie stimuleert bedrijven die
duurzamer wensen te producteren:
 Geen ruimte voor
nieuwvestiging van nietgrondgebonden bedrijven
 In LOG’s afronding van lopende
verplaatsingsgevallen.
 Aan ruimte om te groeien zijn
duurzaamheidseisen
verbonden.


In LOG’s is beperkte ruimte
om nieuwe nietgrondgebonden bedrijven te
stichten. De mogelijkheid geldt
alleen voor bedrijven die voor
14 mei 2013 en aanvraag voor
vestiging hebben ingediend en
voor bedrijven die al een
subsidiebeschikking hebben
gekregen van de provincie en
zich nog moeten verplaatsen.
De vijf reconstructieprovincies
hebben recent staatssecretaris
Dijksma van Economische
Zaken gevraagd om bij
Koninklijk besluit d.d. 1 juli
2014 de “Reconstructiewet
concentratiegebieden” in te

40
De provincie houdt vooralsnog
vast aan zonering (LOG’s,
extensiverings en
verwevingsgebieden), vanwege
huidige bestuurlijke afspraken.
Maar om hoeveel bedrijven
gaat het nu precies? 11
bedrijven? Is daarvoor hele
zonering nodig? LOG’s leveren
bij huidige inwoners en
bedrijven heel veel weerstand
op. Gevoel bestaat (ook bij
ondernemers zelf, zie
hoorzitting in Arnhem) dat in
LOG’s ‘alles mag’ en het
primaat in deze gebieden ligt
bij de intensieve veehouderij.
Kan geen maatwerk worden
geleverd?
PvdA vindt zonering oud beleid
en wil af van LOG’s en durft
daarvoor ook
verwevingsgebieden en
extensiveringsgebieden los te
laten. Motie.
Vergroting van het agrarisch
bouwperceel “moet worden
verdiend”. Een gemeente kan
dus voor een concreet
bouwplan het bouwperceel
vergroten. De criteria - de
plussen waaraan moet worden
voldaan – moeten concreet
inhoud krijgen in het
bestemmingsplan. Drie van de
vier moeten inhoud krijgen in
het bestemmingsplan.
Ondernemers kunnen de
vergroting van hun
bouwperceel verkrijgen
wanneer ze voldoen aan de
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
Discussie PvdA
trekken. Na intrekking van de
Reconstructiewet
concentratiegebieden kan de
Provincie haar
reconstructieplannen intrekken
op het moment dat zij
wenselijk acht.


41
voorwaarden van het
bestemmingsplan, zij kunnen
zelf bepalen aan welke drie
voorwaarden ze willen voldoen.
De provincie ondersteund de
gemeenten bij de vertaling van
het beleid van de provincie in
bestemmingsplannen. Maar
kunnen gemeenten deze taak
uitvoeren? Ik denk van niet. De
gemeente komt klem te zitten
tussen de verschillende partijen
en mist in veel gevallen de
echte expertise. Ik denk dat het
zo maar zou kunnen dat op
gemeentelijk nivo men een
intensief bedrijf zou willen
toelaten waar het ruimtelijk,
qua gebiedskenmerken, niet zo
maar kan. Op
gebiedskenmerken en
bevolkingsconcentraties
(kernen) zijn goed criteria te
formuleren waarop getoetst
kan worden. Gebieden zijn ook
gemeentegrens overschrijdend.
Het kan niet zo zijn dat voor
hetzelfde gebiedstype opeens
andere criteria gelden. Dit is
mi. echt iets voor de provincie.
Motie.
LTO Noord Gelderland vindt dat
bij de ambities van de
omgevingsvisie het economisch
perspectief als randvoorwaarde duidelijker naar
voren dient te komen. Dat lijkt
ons redelijk. Motie.
We worstelen met het idee
rond de criteria. De
insteek/doel vinden we heel
goed en volgens mij is daar ook
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
Discussie PvdA

Tuinbouw
Mobiliteit
Concentratie en
ketenversterking in een
beperkt aantal gebieden in
combinatie met
herstructurering.
Provincie streeft naar
duurzame mobiliteit: een
systeem dat een sterke
economie, welvaart en welzijn
ondersteunt en rekening houdt
met de kwaliteit van de
leefomgeving. Nadruk op
bereikbaarheid steden voor
grote hoeveelheden mensen.
Platteland ligt het accent op bij
voorzieningen komen.
Provincie heeft specifieke
aandacht voor wisselwerking
van de vervoersnetwerken en
knooppunten. Doorontwikkelen
van Europese Corridors A15 en
A1.






Investeert in de economische
bereikbaarheid van de
belangrijkste stedelijke
netwerken.
Ziet verbindingen in en naar
steden als het dragende
netwerk van het regionaal OV.
Is verantwoordelijk voor het op
peil houden en verbeteren van
de kwaliteit van de bestaande
wegen, waterwegen en
fietspaden in provinciaal
beheer.
Ontwikkelt en beheert OV.
42


geen discussie over in de
sector. De vraag is wel hoe we
hier goede uitwerking aan
kunnen geven. Op dit moment
lopen er twee pilots, maar die
gaan uit van dit systeem. We
willen nog een stap terug of
een stap naar boven en
voorstellen om samen met de
partners (LTO maar ook GNMF)
nog een keer goed naar dit
vraagstuk te kijken. Als rollend
agendapunt opnemen. Motie.
Vraag: is voor elke uitbreiding
deze eis nodig of gaat het om
uitbreiding boven 1 ha?
Hoofdstuk moet passen bij
ontwikkelingen in de
Bommelerwaard.
Vraag: stand van zaken vraag
gemeente Wageningen over
tuinbouw in het kader van
kennisontwikkeling.
Ambitie provincie mag sterker:
Proberen uitstoot te
verminderen, OV en
fietsgebruik te stimuleren.
Daarnaast willen wij aandacht
voor toegankelijkheid voor
gehandicapten.
Motie/Amendement.
Bij de hoorzitting heeft dhr. van
der Voet helder verwoord dat
er aparte visie moet komen op
langzaam verkeer. Noodzaak
van “twee samenhangende,
complementaire,
infrastructurele netwerken: één
voor snelverkeer en één voor
langzaam verkeer”. Het
ontwikkelen van een
instrumentarium om
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
Discussie PvdA
barrièrevorming, versnippering
en verhokking tegen te gaan.
Wandelen is niet alleen
recreatief, maar gewoon
mobiliteit en wandelroutes
moeten meegenomen worden
in integrale ontwerpopgave
(bijv. rotonde). Jammer dat
voorstellen vooralsnog niet zijn
verwerkt. PvdA brengt de
voorstellen graag in. Motie.
Digitale
bereikbaarheid
Belangrijk dat mensen,
bedrijven en maatschappelijke
instellingen en regio’s
beschikken over toekomstvast
breedband. Vergroten van
bereikbaarheid van Gelderland,
met name in de ‘witte
buitengebieden’ waar nog
geen breedband aanwezig is.
Onderzoekt of zij kan komen tot
een investeringsmaatschappij voor
breedband.
Cultuur en
erfgoed
Cultuur en erfgoed verbinden
mensen en zijn van grote
betekenis voor de identiteit
van de regio’s en
vrijetijdseconomie.
De provincie investeert in cultuur
en erfgoed in combinatie met
investeringen voor grote provinciale
ruimtelijke opgaven.
Natuur en
Landschap
algemeen





Strengt op wat al natuur
is, ruimer beleid op die
plekken waar we
kwaliteiten verder willen
ontwikkelen.
Behouden en vergroten
van biodiversiteit in de
natuur.
Verbinden van de Gelderse
natuur met
natuurgebieden in
aangrenzende provincies
en Duitsland.
Betrekken van de mensen
in een gebied bij het
beheer van hun natuur en



Provincie gaat zorgvuldig om
met natuur en landschap.
Provincie vergroot
maatschappelijke
betrokkenheid en het
eigenaarschap;
Houdt ontwikkeling en beheer
van natuur en landschap
haalbaar en betaalbaar.
Biedt ruimte voor
ontwikkelingen die verenigbaar
zijn met natuur- en
landschapsdoelen.
43

Zijn regels voor Nieuwe
Hollandse Waterlinie niet te
streng? Een fruitboombedrijf
kan bijv. ook toeristen trekken.
Door een ‘leeg’ landschap
fietsen is wat saai.
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
Discussie PvdA
Beschermen tegen aantasting.
Centraal staat de bescherming van
de kernkwaliteiten. De
kernkwaliteiten bestaan uit
bestaande natuurwaarden, uit nog
te ontwikkelen potentiële waarden
en de omgevingscondities zoals
stilte.

landschap.
Gelders
Natuurnet
werk
(GNN)
Natuur is nu provinciale
aangelegenheid. Vandaar
nieuwe naam: Gelders
Natuurnetwerk (GNN). GNN
moet worden beschermd.
GNN bestaat uit alle terreinen
met een natuurbestemming
binnen de voormalige EHS en
een zoekgebied van 7.300 ha
voor 5.300 ha nog te
realiseren nieuwe natuur.
Nieuwvestiging en
grootschalige ingrepen zijn
alleen mogelijk wanneer er
geen reeële alternatieven zijn
en een groot maatschappelijk
belang in het geding is. Voor
bestaande functies zijn er
beperkte
ontwikkelingsmogelijkheden,
alleen als er geen reeële
alternatieven zijn. Er moet dan
wel een compensatieplan
worden gemaakt.
De natte natuur is onderdeel
van het GNN. Ook de HENwateren (wateren met een
zeer hoge ecologische
waarde) zijn onderdeel van de
GNN.
Voorstel kleine wijzigingen via
GS (en niet via PS).
Groene
Ontwikkel
zone (GO)
De Groene Ontwikkelzone
(GO) heeft kwaliteiten die de
provincie verder tot
ontwikkeling wil brengen. GO
bestaat uit terreinen met een
andere bestemming dan bos of
natuur die ruimtelijk
vervlochten zijn met het GNN.


De provincie nodigt de Gelderse
samenleving uit om in de GO
initiatieven te ontwikkelen die
bijdragen aan de dubbele
doelstellingen.
44

Mooi dat we als Gelderland
natuur beschermen. Natuur is
zoveel meer. Zonder natuur
slaan we elkaar de hersens in.
Trots op de Millingerwaard.
Natuurbescherming heeft
verkeerd imago gekregen door
‘vitrinenatuur’ of te
technocratische benadering van
natuur. Teveel regels m.b.t.
natuurbescherming kunnen
juist ook tegen je gaan werken.
Het gaat om het instand
houden van biodiversiteit.
Daarvoor zijn bepaalde
diersoorten indicatoren. Het
gaat niet om het
instandhouden van die ene
diersoort op dat specifieke
plekje, het gaat om het totaal
beschermen van natuur. Natuur
is ook om te beleven. Als PvdA
vinden we belangrijk dat natuur
zoveel mogelijk toegankelijk is
en dat jeugd wordt
gestimuleerd om de natuur te
beleven.
Delfstofwinning in het GNN is
nu opgenomen.
Kleine wijzingen via GS is OK.
GO heeft kwaliteiten die de
provincie verder tot
ontwikkeling wil brengen. Het is
niet in de tekst overal even
duidelijk wat onder deze
kwaliteiten wordt verstaan. Met
name is de vraag of landbouw
ook als kwaliteit wordt gezien.
Onderwerp
Provinciale ambitie
Het gaat dan vooral om
landbouwgrond, maar ook om
terreinen voor verblijfs- en
dagrecreatie, infrastructuur,
woningen en bedrijven.
De GO heeft een dubbele
doelstelling: er is ruimte voor
economische ontwikkeling in
combinatie met versterking
van de samenhang tussen
aangrenzende en inliggend
natuurgebieden. In de GO wil
de provincie de samenhang
tussen natuurgebieden
bevorderen, ruimte bieden
voor de ontwikkeling van
functies die hier aanwezig zijn
en passen zoals landbouw,
landgoedbedrijf en
dagrecreatie, kansen bieden
voor creatieve
functiecombinaties,
beschermen van bos en
specifieke weidevogel- en
ganzefourageergebieden
beschermen.
Rol van de provincie
Discussie PvdA
Er is in de GO ruimte voor nieuwe
ontwikkelingen en voor een
beperkte uitbreiding van bestaande
bedrijven, woningen, bouwwerken
en andere functies. Bij uitbreiding
gaat het om het per saldo
versterken van de kernkwaliteiten:
samenhang met aangrenzende
natuurgebieden, aanwezige en nog
te ontwikkelen natuurwaarden,
landschappelijke waarden en
abiotische kwaliteiten als stilte,
donkerte, openheid en rust.
Provincie vraagt gemeenten om de
huidige en nog te ontwikkelen
natuurwaarden op te nemen in hun
beleid en in het bijzonder om goede
randvoorwaarden te creeeren voor
de realisatie van de ecologische
verbindingszones.

Landschap
De provincie wil samen met
partners de basiskwaliteit van
landschappen in Gelderland
behouden.
Landschap is overal van belang,
maar niet overal een provinciale
zorg. Primaire verantwoordelijkheid
voor de basiskwaliteit ligt bij
gemeenten, de provincie
ondersteunt.
45

Aan de ene kant wordt
gesproken over landbouwgrond
en ook in antwoord op een
vraag over het Binnenveld dat
nu als GO wordt bestempeld
wordt gezegd dat de
aanduiding GO geen
belemmering is voor normaal
agrarisch gebruik. Aan de
andere kant wordt gezegd dat
ingrepen per saldo een plus
voor kernkwaliteiten moeten
opleveren waarbij alleen naar
natuur wordt verwezen.
Hiermee lijkt het toch alsof GO
niet langer ‘ja, tenzij’ is en GO
wel degelijk een belemmering
is voor normaal agrarisch
gebruik. Het lijkt alsof elke
uitbreiding van het agrarisch
bedrijf leidt tot een aantasting
van de kernkwaliteiten. Dat is
onjuist. Landbouw is een
bestaande functie en de
belangrijkste drager van het
landschap in de GO. Uitbreiding
is dan geen aantasting maar
veeleer een versterking. Motie.
Vraag: Provincie vraagt
gemeenten om huidige en nog
te ontwikkelen natuurwaarden
op te nemen in hun beleid en
goede randvoorwaarden te
creeeren. Welke ondersteuning
geeft de provincie daarbij?
Primaire verantwoordelijkheid
voor basiskwaliteit van
landschap ligt bij gemeenten.
Het is niet duidelijk welke
ambities de provincie heeft als
het gaat om landschap. Hoe
gaat provincie gemeenten
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
De provincie neemt het initiatief om
samen met Gemeenten een
Gebiedenatlas voor heel Gelderland
uit te werken.
Discussie PvdA

De provincie daagt partners uit om
elke ruimtelijke ontwikkeling aan te
grijpen om basiskwaliteit van het
landschap te vergroten. Voor een
zorgvuldige afweging van
ontwikkelingen in het buitengebied
moet de Gelderse ladder voor
duurzaam ruimtegebruik worden
gebruikt.
mbitie van de provincie richt
zich met name op de
landschappen die symbool
staan voor Gelderland:
nationale landschappen,
waardevol open gebieden,
Nieuwe Hollandse Waterlinie,
De Romeinse Limes en de
natuur van Gelderland (GO en
GNN).
De provincie normeert in de
landschappen van bovenregionale
waarde.

Gezonde
en veilige
leefomgeving
Goede milieukwaliteit en
veilige ruimtelijke keuzes,
waarbij gezondheidsschade,
onacceptabele risico’s en
hinder door milieubelastende
activiteiten voorkomen moet
worden.
Focus op wettelijke taken, geen
extra accent. Waterveiligheid wordt
ingevuld via Deltaprogramma.
Water
Realisatie van een robuust en
veerkrachtig watersysteem,
realisatie van Europese doelen
(o.a. kaderrichtlijn Water) en
grondwaterbescherming voor
openbare
Water is essentieel onderdeel van
natuur, landbouw, locatiekeuzes.
Water is verweven in alle
hoofdstukken.
46
ondersteunen?
Zorg dat gemeenten een actief
uitvoeringsprogramma op gaan
zetten bij de al ontwikkelde
Landschapsontwikkelingsplanne
n (LOP’s). Gemeenten kunnen
het landschapsbeheer niet zelf.
Ze hebben hulptroepen nodig.
Je moet landschapsbeheer
faciliteren, de
basisvoorwaarden beschikbaar
hebben. Op provinciaal nivo is
sprake van een massa die
nodig is om met een stichting
als Landschapsbeheer voor dit
flankerend beleid zorg te
dragen. Het organiseren van
maatschappelijke
betrokkenheid, ook bij de
jeugd, verdient zich altijd terug.
Alleen is het niet altijd in geld
te meten . Pvda wil graag dat
vrijwilligers expliciet in de
omgevingsvisie worden
genoemd. Amendement/motie.
Positief: landgoedatelier op 17
juni 2014. PvdA pleit voor
aantal voorbeeld projecten,
bijv. landgoed Welna. Motie?
Onderwerp
Provinciale ambitie
Rol van de provincie
drinkwatervoorziening.
Zwemwateren
Provincie heeft geen ambitie
voor de uitbreiding van
recreatiegebieden en de
bijbehorende zwemwateren.
Ondergrond
Belangrijk thema dat nu alleen
maar wordt aangestipt.
Provincie heeft wettelijke taak tot
aanwijzen en beschermen van
zwemwateren: de Lijst van
Zwemwateren.
47
Discussie PvdA