PS 31 Nieuwsbrief voor natuur- en milieubeleid in Gelderland 11 september 2014 Afschot overwinterende ganzen Lang is gewerkt naar een landelijk akkoord tussen maatschappelijke organisaties en 12 provincies om te komen tot een acceptabel ganzenbeleid. Dit bijna akkoord werd verwoord in het GAK, het ganzenakkoord. In dit akkoord werd juist afgesproken om de overwinterende ganzen met rust te laten. Daar stond tegenover dat de populatie ganzen die het hele jaar in Nederland verblijven zou worden teruggebracht. Nadat eind vorig jaar LTO in Friesland uit het Ganzenakkoord stapte waren de provincies aan zet. Gelderland zegt het akkoord zoveel mogelijk te willen volgen, maar geeft via een ontheffing toch de mogelijkheid tot afschot in de winterperiode. Deze ontheffing klemt temeer omdat Gelderland juist heeft aangegeven dat er naast de Natura 2000 uiterwaarden (waarbinnen zij een aantal gebieden geschrapt wilde zien) toch voldoende binnendijkse foerageergebieden zijn voor alle overwinterende ganzen. Door het voorwaardelijk geven van een ontheffing op het verbod van afschot van ganzen in de winterperiode, handelt Gelderland in strijd met het afgebroken ganzenakkoord en met de internationale verantwoordelijkheid die ook Gelderland heeft voor trekganzen die gedurende de winter van ons afhankelijk zijn. Puntjes op de i met de Omgevingsverordening Dankzij Provinciale Staten zijn er belangrijke verbeteringen aangebracht in de Omgevingsvisie. Met de Gelderse Omgevingsverordening krijgt de Omgevingsvisie pas echt handvatten, waar ook andere overheden zich aan moeten houden. Naast plan/procesbegeleiding, subsidiemogelijkheden, ondersteuning en begeleiding heb je in een aantal gevallen als provinciale overheid ook regels nodig om je beleid te realiseren. De verordening is in het algemeen overzichtelijk, helder en bondig opgebouwd en beschreven. Daarvoor complimenten. 2.2.1.1.lid 1 Gelderse ladder verstedelijking Als GNMF vinden we dat de ladder op de punten e en f (naast goede ontsluiting voor verschillende middelen van vervoer) nog moet worden aangevuld met een afwegingskader voor landschappelijke kernkwaliteiten die bij een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk in het geding zijn. Dit om te voorkomen dat juist de mooiste plekken worden volgebouwd. 2.5.2-8 Glastuinbouw Helaas moeten we constateren dat dit onderdeel door de vele uitzonderingen niet uitblinkt in helderheid. Onze overtuiging is dat door de wirwar aan gebiedsbepalingen (ontwikkelingsgebieden, reserve-ontwikkelingsgebieden, regionale cluster, zoekzones regionale clusters, extensiveringsgebieden en glastuinbouwneventak) en uitzonderingsbepalingen, waaronder de mogelijkheid tot uitbreidingen groter dan 20%, dit beleid niet zal leiden tot de zo gewenste concentratie van de glastuinbouw in Gelderland. 2.5.10.2 Grondgebonden agrarisch bedrijf De GNMF vraagt de Staten om bij uitbreiding nog twee criteria toe te voegen: d. Dat uitbreiding (meer vee) alleen plaatsvindt als het bedrijf ook voldoende extra grond verwerft of langjarig pacht, zodat het bedrijf geheel of grotendeels afhankelijk blijft van het producerend vermogen van de grond waarover het bedrijf beschikt. e. Dat uitbreiding alleen kan plaatsvinden als ook weidegang wordt toegepast (volgens criterium Dierenbescherming) 2.5.11.1.4 Intensieve/niet grondgebonden landbouw De Staten hebben besloten om de verordening met betrekking tot het verdienen van groeiruimte uit te stellen, omdat deze nog onvoldoende concreet is uitgewerkt. Uiterlijk 1-1-2016 moet dit beleid geconcretiseerd zijn. Tot die tijd blijven de (reconstructie) bouwblokgroottes gehandhaafd. Meer weten? Neem contact op met GNMF-directeur Volkert Vintges, 026 3523740, [email protected] De GNMF is hierover verheugd en wil ook graag medewerking verlenen aan deze uitwerking. Wel vinden we het onjuist dat klaarblijkelijk een uitzondering wordt gemaakt voor de bouwblokgrootte voor de extensiveringsgebieden (begrenzing tot op de muur). Het amendement van de Staten geeft toch aan dat alle huidige (reconstructie)bouwblokregimes voorlopig gehandhaafd moeten blijven. Dat geldt dus niet alleen voor de verwevingsgebieden (1 ha) en de LOG's (1,5 ha), maar ook voor de extensiveringsgebieden. Verder verzoeken we om in de verordening ook op te nemen dat in het Rivierenland het regime van het verwevingsgebied geldt (zie ook Omgevingsvisie). stellen voor de huidige richtlijn in de overgangsfase van kracht te laten blijven en gedurende die tijd op te nemen in de verordening. Dit om te voorkomen dat natuur onnodig verdwijnt. Duurzame bescherming van natuur, ook lokaal, is van groot maatschappelijk belang voor gezondheid, recreatie en welbevinden van burgers en zorgt voor een prettiger en beter leefklimaat. 2.7.1 en 7.2.2 GNN en GO We zien een probleem opduiken: de begrippen GNN en GO zijn nieuw en vinden daardoor geen aansluiting meer bij het landelijk natuurbeleid en het Barro waar nog steeds sprake is van EHS. Ook constateren we spanning tussen de artikelen in het Barro (2.10) en de (her)begrenzing plus het nee-tenzij/ja-mits beleid zoals geformuleerd in de Omgevingsverordening. We vragen ons af of en hoe de provincie hierover met het rijk heeft gecommuniceerd en hoe ze de spanning tussen het Barro en de Omgevingsverordening denkt op te lossen. Oogstfeest 2014 2.7.7.1 Hydrologische beschermingszones De GNMF maakt zich grote zorgen over deze PM post waardoor de hydrologische beschermingszone’s vanaf nu geen bescherming meer genieten totdat er nieuw beleid is geformuleerd, gebieden zijn begrensd en via een partiële herziening zijn opgenomen in de Omgevingsvisie en -verordening. Dit kan er toe leiden dat in de tussentijd grondeigenaren bijvoorbeeld ontwateringsmaatregelen nemen die juridisch niet zijn tegen te houden en in plaats van de noodzakelijke vernatting leiden tot nog verdere verdroging van het betreffende natuurgebied. We dringen er dan ook bij de Staten op aan om de oude verordening hier vooralsnog te handhaven totdat er nieuw beleid is geformuleerd. /././. Bos- en natuurcompensatie Hier is snel actie vereist, om de onduidelijke bescherming en compensatie over de 10.000 ha gemeentelijk bos en natuur, te bekorten. We 2.8.3 Biomassa(mest)vergistingsinstallaties Het is ons opgevallen dat het heldere criterium van "verwerking van meer dan 36.000 ton biomassa per jaar niet op een agrarische locatie maar naar een bedrijventerrein", is verdwenen uit de nieuwe verordening. Wat is hiervan de reden? Voor de eerste keer organiseren Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Geldersch Landschap en Kasteelen, Gelderse Natuur en Milieufederatie, Stichting Landschapsbeheer Gelderland en IVN Gelderland het Oogstfeest: een gezellige najaarsbijeenkomst waar mensen uit maatschappelijke organisaties, politiek en bedrijfsleven elkaar ontmoeten en inspireren. We hopen hier, samen met u, een nieuwe traditie te starten. Wat oogsten we? Gelderland is mooi, met meer dan 150 grote en kleine natuurgebieden. Natuur en landschap zijn een belangrijke pijler voor de belevingseconomie, recreatie en toerisme. Het behoud en de verdere ontwikkeling van natuur en landschap kost werk, tijd, en geld. Ruim zes jaar geleden sloot de provincie meerjarencontracten af om te investeren in natuur, cultuurhistorie, landschap en beleving. En een kleine vier jaar geleden zag het Manifest Duurzame kwaliteit van het landelijk gebied het licht. Dankzij deze afspraken en bijdragen van de provincie, de inzet van vele vrijwilligers, leden, donateurs, bedrijfspartners en fondsen hebben we gezaaid. Tijdens het Oogstfeest presenteren we graag de opbrengst en kijken we vooruit naar het nieuwe zaaiplan. Samen maken we Gelderland nóg mooier! U bent van harte welkom op het Oogstfeest 2014 op donderdag 9 oktober, 15.00 – 18.30 uur, in Fort Pannerden. Meer weten? Neem contact op met GNMF-directeur Volkert Vintges, 026 3523740, [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc