Visiedocument LOOPBAAN ORIËNTATIE en BEGELEIDING (LOB) Rodenborch- College Rosmalen Ontwikkeling in stappen met oog op de toekomst; de activerende school. Waar willen wij in 2018 uitkomen? Het Rodenborch-College is een school waar betekenisvol onderwijs gegeven wordt, waarbij kennis en kunde samen gaan. We willen dat de persoonlijke ontwikkeling van onze leerlingen in alle opzichten tot volle wasdom komt. Het is onze taak de unieke talenten en de sterke punten van onze leerlingen te erkennen en te ontwikkelen. Drie kernwaarden die we hierbij hanteren zijn; hoogwaardig onderwijs, ruimte voor talent en oog voor elkaar. LOB levert een wezenlijke bijdrage aan deze visie, omdat het leerlingen aanzet tot denken en beslissen. Dit geldt voor zowel vmbo- t, havo als vwo. 1 Visie op LOB Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) is bedoeld om een bijdrage te leveren aan het loopbaanpad waarbij de doorstroom van de leerlingen centraal staat; binnen de school, het oog gericht op het vervolgonderwijs en uiteindelijk de arbeidsmarkt. Loopbaanontwikkeling begint met de oriëntatiefase. De oriëntatiefase is de start, waarin de leerling een aantal studierichtingen, arbeidsgebieden en werksoorten ondervindt. Daarna komt de verdiepingsfase, waarin de leerling dieper op een of meerdere studierichtingen ingaat. Ten slotte komt de beoordeling- of toetsingsfase. Hierin beoordeelt de leerling welke keuze gemaakt wordt met oog op het vervolgonderwijs. Op onze school staan een aantal LOB- punten centraal: 1. Zelfsturing van de leerling centraal. LOB is breder dan een eenmalige beslissing, zoals sector- of profielkeuze. Gelet op de doorstroom, talentontwikkeling en huidige kennismaatschappij is LOB een begrip dat centraal staat in de loopbaan van een individu. LOB geeft betekenis aan loopbaanleren. Dit bestaat onder andere uit zelfreflectie, de arbeidsmarkt verkennen en het ontwikkelen van loopbaancompetenties. Een individu heeft een eigen identiteit en is constant in ontwikkeling. Eigen verantwoordelijkheid voor LOB is hierbij noodzakelijk. 2. LOB als doorlopende leerlijn. In de loopbaan van een individu vinden voortdurend nieuwe ontwikkelingen op het terrein van kennisvlak en vaardigheden plaats. Samen met kwalificaties maken zij de loopbaancompetenties compleet. Zo wordt een stevige basis gelegd om kans te maken op de uiteindelijke arbeidsmarkt. Om de doorstroom in de doorlopende leerlijn goed te laten verlopen is er een gedeelde visie. Deze wordt gedragen door de school. Verticale en horizontale samenwerking in de doorlopende leerlijn is hierbij van groot belang. 3. Praktijkervaring. Kennis, praktijk en kwalificaties maken het mogelijk competentieontwikkeling te laten plaatsvinden. Het moet duidelijk zijn welke competenties passen en ontwikkelbaar zijn. Praktijkervaringen opdoen gebeurt in het bedrijfsleven. Dit speelt een belangrijke rol in het ervaringsleren. Een individu zal inzichten opdoen die uiteindelijk leiden naar een meer afgewogen en dus onderbouwde studieloopbaankeuze. Zelfreflectie is hierbij van groot belang. 2 Om het lesprogramma hierbij te laten aansluiten wordt uitgegaan van de 5 loopbaancompetenties. Deze loopbaancompetenties dienen als kapstok voor de activiteiten van LOB. Loopbaancompetentie 1: Kwaliteitenreflectie (Wie ben ik en wat kan ik?) Loopbaancompetentie 2: Motievenreflectie (Wat wil ik en waarom wil ik dat?) Loopbaancompetentie 3: Werkexploratie (Waar vind ik werk dat bij me past?) Loopbaancompetentie 4: Loopbaansturing (Hoe bereik ik dat?) Loopbaancompetentie 5: Netwerken (Wie kan me daarbij helpen?) De doelen van het lesprogramma zijn: - Loopbaancompetenties ontwikkelen. - Zelfbeeld en zelfreflectie ontwikkelen. - Oefenen met keuzes maken. - Vervolgopleidingen en beroepsbeelden opbouwen. Wat betekent dit nu concreet voor onze school? Hieronder wordt voor ieder genoemde punt een korte toelichting gegeven, uitgaande van de zojuist beschreven visie. 1. Zelfsturing van de leerling centraal. De leerling is het uitgangspunt. De leerling is een individu en maakt bewuste en verantwoordelijke keuzes. Oriënteren is belangrijk met het grote aanbod aan vervolgopleidingen. De leerling is zich bewust van de keuzes die tot nu toe zijn gemaakt, omdat deze een direct gevolg hebben voor de toekomst. Deze keuzes zijn direct te herleiden naar zijn of haar toekomstperspectief. De loopbaancompetenties helpen bij het maken van keuzes. Een leerling moet flexibel denken, omdat onze maatschappij continu verandert. De leerling is zich bewust van zijn capaciteiten, kwaliteiten, interesses en ambities. Zelfreflectie is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Het leren reflecteren op gemaakte keuzes en daarbij feedback geven is een belangrijk taak voor de direct betrokkenen. De loopbaancompetenties leiden tot loopbaankeuzes die onderbouwd zijn. De vragen ‘wie ben ik, wat kan ik, wat vind ik’ staan voorop. Vanuit deze vragen wordt gekeken naar ‘wat wil ik’. Het beoogde toekomstperspectief moet er wel zijn. Het besef van LOB wordt serieus genomen door de leerlingen en ze zijn er op allerlei fronten actief en gemotiveerd mee bezig. Dit staat beschreven in het LOB- werkplan. Ouders en docenten spelen in dit alles een belangrijke rol, want zij fungeren als rolmodel. 3 2. LOB als doorlopende leerlijn. De visie op LOB wordt door de school gedragen en uitgebouwd. Een team dat op allerlei fronten ondersteuning biedt aan leerlingen schept draagvlak. De schoolleiding is betrokken bij de vormgeving van LOB en stimuleert samenwerking op zowel internals extern vlak. De schoolleiding werkt vanuit de 3e lijn. De taak voor de directe uitvoering van LOB ligt bij de decaan, mentor en vakdocent. Samen zijn zij een team in de 2e (decaan) en 1e lijn (mentor, vakdocent en teamleider). De rolverdeling ligt vast in een beleidsplan. Bovendien bieden geprofessionaliseerde partijen, zoals opleidingsvoorlichters, leerlingbegeleiding op maat. De leerling komt zo meer centraal te staan in het eigen keuzeproces, waardoor eigen verantwoordelijkheid wordt gestimuleerd. De leerlingen worden in contact gebracht met verschillende vervolgopleidingen en beroepen. Vakdocenten plaatsen lessen in een context. Leerlingen beseffen dan het nut van de lesstof. De informatie die aangedragen wordt, geeft een realistisch beeld van de vervolgopleiding en het toekomstperspectief. 3. Praktijkervaring. Leerlingen inzicht laten krijgen in vervolgopleidingen en beroepen wordt verwezenlijkt door de ‘omgeving’ naar binnen te halen. Ouders en oud- leerlingen hebben verstand van verschillende vakgebieden en verschaffen informatie op de school. Ook hebben zij kennis van de arbeidsmarkt en weten welke competenties leerlingen dienen te ontwikkelingen. Deze aspecten zijn thuis te brengen onder praktijkervaring en zorgen ervoor dat de leerlingen een beter beeld creëren van de arbeidsmarkt. De leerlingen gaan zelf op onderzoek uit om een beter zicht te krijgen op het ‘echte wereldje’. Uiteindelijk wordt een goed onderbouwde vervolgkeuze gemaakt. De decaan draagt zorg voor contact met omliggende VO- scholen en vervolgopleidingen om informatie uit te wisselen. Het wiel hoeft immers niet opnieuw worden uitgevonden. De kwaliteitzorg van LOB wordt gewaarborgd door reflectieve communicatie tussen 1e,2e en 3e lijn. De leerling staat centraal. Leerlingen leren eigen verantwoordelijkheid nemen voor hun leerproces. LOB bevat een leerproces en kan dus altijd beter! Het Rodenborch- College; de activerende school. 4
© Copyright 2024 ExpyDoc