Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het

D E CAA N
Omgeving
De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het Veluws College. Het onderwijsaanbod van het
Veluws College is dat van een zogeheten brede scholengemeenschap. Het onderwijsaanbod van een
vestiging beperkt zich tot een deel van het totale onderwijsaanbod van de scholengemeenschap.
Daarnaast kent het Veluws College een Centrale Dienst. Het College van Bestuur van het Veluws
College stuurt zowel scholen uit het primair onderwijs als uit het voortgezet onderwijs aan.
De functie bevindt zich binnen één of meer van de vestigingen van het Veluws College. Een vestiging
draagt de verantwoordelijkheid voor de organisatie, de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijs
en de realisatie van de onderwijsdoelen en de onderwijsprogrammering.
De vestiging kent een vestigings(adjunct-)directeur (A), afdelingsleiders, onderwijskundig personeel
(waaronder docenten LB en LC) en onderwijsondersteunend personeel. De samenstelling van het
functiegebouw verschilt per vestiging.
De decaan draagt zorg voor de begeleiding en advisering van leerlingen met betrekking tot hun
(school)loopbaan en voor voorlichting en draagt bij aan de deskundigheidsbevordering van docenten
op het terrein van loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB).
Werkzaamheden
1.
2.
Draagt zorg voor de begeleiding en advisering van leerlingen met betrekking tot hun
(school)loopbaan door:

het verrichten van werkzaamheden naar aanleiding van conclusies vastgesteld in het
kader van de speciale leerlingenbegeleiding;

het begeleiden van de leerling bij het maken van keuzes die te maken hebben met de
studie, vakkenpakket of loopbaan;

het helpen bij de heroriëntatie op andere opleidingsmogelijkheden;

het zoeken naar oplossingen voor problemen bij deficiënties;

het coördineren en mede organiseren van projecten op het terrein van de aansluiting van
onderwijs en arbeid (arbeidsoriëntatie);

het aandragen van ideeën ten behoeve van het vestigingsbeleid op het gebied van
loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB);

het adviseren van de leerlingen bij de overstap naar ander (vervolg)onderwijs, c.q. de
arbeidsmarkt en het bemiddelen bij eventuele problemen;

het adviseren over instroom in (intake) en doorstroming binnen de school en het
bemiddelen bij eventuele problemen;

het verzamelen en bewaken tijdens de schoolloopbaan van de leerling van alle voor de
loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) relevante gegevens als deel van het
leerlingvolgsysteem zoals dat op school gehanteerd wordt;

het zorgdragen voor het afnemen van testen en de bespreking ervan in overleg met de
budgetbeheerder;

het begeleiden van mentoren bij het afnemen van testen;

het adviseren van de vestigingsdirectie met betrekking tot het gebruiken van testen
binnen de school;

het onderhouden van contacten met instanties op het gebied van testen.
Draagt zorg voor de voorlichting door:

het verzorgen van algemene klassikale voorlichtingsmaterialen over LOB activiteiten ten
behoeve van de mentoren aan het begin van elk leerjaar;
3.

het verschaffen van specifieke informatie over onderwerpen van uiteenlopende aard rond
het thema LOB aan leerlingen, zowel individueel als in groepjes;

het informeren van ouders en/of verzorgers tijdens (algemene) ouderavonden en/of via
eigen publicaties van de school;

het informeren van leerlingen over specifieke vervolgopleidingen en beroepen;

het verstrekken van informatie aan leerlingen over de arbeidsmarkt;

het verstrekken van informatie op open dagen van de school;

het verzamelen, rubriceren en actualiseren van het documentatiemateriaal.
Draagt bij aan de deskundigheidsbevordering van docenten op het terrein van de LOB door:

het samenstellen van materiaal dat vakdocenten en mentoren kunnen gebruiken in het
kader van de integratie van de OSB (oriëntatie studie en beroep) en de
loopbaanbegeleiding in het geheel van de schoolactiviteiten;

het toerusten van de mentoren op het terrein van de LOB.
Speelruimte

de decaan is verantwoording schuldig aan de vestigingsdirectie voor wat betreft de kwaliteit van
de loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) binnen de school in de richting van leerlingen,
docenten en ouders en/of verzorgers;

het vestigingsbeleid op het gebied van LOB is van belang voor het uitvoeren van de
werkzaamheden;

de decaan neemt beslissingen over de inhoud van LOB adviezen, bij het verstrekken van
informatie aan leerlingen, ouders en/of verzorgers, docenten en vestigingsdirectie en bij de
deskundigheidsbevordering van docenten.
Kennis en vaardigheden

kennis van begeleidings- en adviesmethodieken en -mogelijkheden en vaardigheid in het
toepassen ervan;

kennis van de mogelijkheden die testbureaus kunnen bieden;

kennis van mogelijkheden op de arbeidsmarkt;

kennis van (andere) opleidingsmogelijkheden en instroomeisen;

inzicht in bestaande onderwijsprogramma's, -profielen en -systemen binnen de school;

vaardigheid in het beoordelen van de relevantie van nieuw verschenen materiaal en in het
aandragen van op de behoeften afgestemde informatie;

vaardigheid in het analyseren van problemen en het zoeken naar passende oplossingen.
Contacten

met de vestigingsdirectie, afdelingsleiders, docenten en leerlingen over studieprogramma's, profielen en -systemen om de begeleiding of advisering optimaal te laten verlopen;

met ouders en/of verzorgers van leerlingen over keuzeproblemen met betrekking tot de
(school)loopbaan om naar oplossingen te zoeken;

met organisaties op het gebied van LOB over mogelijkheden voor hulpverlening en advisering
om leerlingen door te verwijzen en om informatie in te winnen;

met decanen bij andere onderwijsinstellingen, toeleverende scholen en vervolgopleidingen over
begeleiding en advisering van leerlingen om af te stemmen en informatie uit te wisselen.
Indeling
IV b / schaal 9