Practicumvoorschrift Scheikunde 3de Klas Experiment 1.6 Hoe kun je stoffen herkennen. Inleiding: Stoffen kun je van elkaar onderscheiden door hun verschil in eigenschappen. Is de stof bijvoorbeeld een gas, een vloeistof of een vaste stof? Welke kleur heeft de stof? Hoe ruikt de stof? Is de stof brandbaar? Lost de stof op? Je kan stoffen dus identificeren door gebruik te maken van hun stofeigenschappen. Wanneer je een tabel hebt gemaakt met stofeigenschappen . Dan kan je aan de hand van deze tabel een onbekende stof onderzoeken. Benodigdheden: Stoffen: Calciumcarbonaat Kamfer Glucose Citroenzuur Natriumchloride Onbekende stof Materiaal: Brander lucifers Vuurvaste plaat Spatel Tork Papier Spuitflesje aqua des. Veiligheid: Labjes Veiligheid Bril Werkwijze: Voor elke bekende stof voer je de volgende experimenten uit. Noteer de eigenschapen in de tabel. 1. Bekijk de stof in het potje, omschrijf het uiterlijk. 2. Ruik voorzichtig aan het potje. Heeft de stof een geur? 3. Los een spatelpuntje van de stof op in 2ml gedestilleerd water ( aqua des.) Verkwijnd de stof dan is hij oplosbaar. 4. Houd met een spatelpuntje van de stof in een blauwe vlam. Maak na elk proefje de spatel schoon Voor nu de experimentjes nogmaals uit maar dan met een onbekende Stof. Resultaten: Voorbeeld van de Tabel. stofnaam uiterlijk geur oplosbaar brandbaar Conclusie: Formuleer een conclusie die aansluit op het in de inleiding vermelde doel van dit onderzoek.
© Copyright 2024 ExpyDoc