Download dit nummer - Cursor - Technische Universiteit Eindhoven

15
3 april 2014 | jaargang 56
@tuecursor
Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven
Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op
en
14 | “ De Nederlandse rechtstaat
is in de prullenbak beland”
Nog voordat het NSA-schandaal de wereld opschudde, presenteerden de
hoogleraren Jan Smits en Bert-Jaap Koops de resultaten van een studie naar
metadata. Sindsdien houdt Den Haag zich muisstil over het onderwerp.
12 Even 2000 bellen
Achter de schermen
bij de helpdesk
16 Groeien binnen de
Graduate School
De master gaat
op de schop
22 Moving On
When Expats
Go Home
Check out our
English section
on pages 21-28
2 | Vooraf
3 april 2014
Nieuws | 3
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Meer nieuws vind je op www.cursor.tue.nl
CvB: clicke
rs niet in s
CURTOON
Woensdag 2
april – Het Co
llege van Bes
van mening
tuur is
dat een clicke
r studiemater
net als stud
ia
ieboeken, w
itte jassen en al is,
books. De ve
noterplichte aan
schaf van cl
door studen
ickers
ten is dan o
ok niet in st
de wet. Tijd
rijd met
ens de U-raa
d van maan
reageerde h
dag
et CvB op de
brief die het
weken geled
een paar
en van de Ei
ndhovense S
Raad (ESR)
tudenten
ontving. In d
ie brief schre
ESR dat de ve
ef de
rplichte aan
schaf van cl
in strijd met
ickers
de wet is om
dat de zestig
die studente
euro
n betalen vo
or een clicke
onder het in
r niet
stellingscolle
gegeld valle
n.
trijd met d
e wet Drie ton voor terrein
om gratis te parkeren
DE ESR droeg
oo
een borgrege k alternatieven aan zoal
s
ling waarbij
studenten h
aankoopbed
et
rag na het b
ehalen van
bachelor of
hun
master krijg
en terugges
Het CvB bel
tort.
ooft binnen
kort met een
schriftelijke
toelichting te
komen.
Proef met ‘cashless’ betalen
in sportcentrum TU/e
Colofon
Hoofdredacteur
Han Konings
Eindredacteur
Brigit Span
Redactie
Judith van Gaal
Tom Jeltes | Wetenschap
Norbine Schalij
Freke Sens (stagiaire)
San van Suchtelen
Monique van de Ven
Medewerkers
Nicole Testerink
Fotografie
Rien Meulman
Bart van Overbeeke
Coverbeeld
iStockphoto
Opmaak
Natasha Franc
Vertalingen
Annemarie van Limpt (p.21,26,27)
Benjamin Ruijsenaars (p.24,25)
Aangesloten bij
Hoger Onderwijs Persbureau
Stenen voor auto’s
Blijkbaar is het onze bestuurders
heel wat waard om de al tijden
voortslepende discussie rondom
het betaald parkeren op de campus
te beëindigen. Sterker nog, we
kunnen er nu een prijskaartje aan
hangen: driehonderdduizend euro.
Dat bedrag kost het om een ruig
stukje grond op vijftien minuten
lopen van de campus te bestraten,
er een slagboom voor te zetten en
het zo mogelijk te maken dat we
daar van 2015 tot vooralsnog 2019
onze heilige koeien voor noppes
kunnen stallen. Op dit moment is
dat mysterieuze MMS-terrein -want
daar hebben we het over- namelijk
alleen geschikt voor koeien van
vlees en bloed.
Ik kan me voorstellen dat mensen
de wenkbrauwen fronsen bij het
horen van dit bedrag. Drie ton,
da’s een mooi bedrag waar je ook
hele leuke andere dingen voor
zou kunnen doen. Maar laten we
eerlijk zijn, die fervente autoliefhebbers die niet willen betalen
voor parkeren, krijgen we zo
dagelijks wel aan het bewegen
en dat zorgt ongetwijfeld voor
meer productiviteit en minder
Poll
Han Koning
s
ziekteverzuim. Tel uit je winst.
Het acroniem MMS staat
overigens voor de Middelbare
Meisjesschool, die in het verleden
op dit lapje grond gehuisvest was.
Op de site van Eindhovenin-Beeld vond ik een foto uit
begin jaren zestig met op precies
deze plek een groep meisjes in
frisse zomerjurkjes. U raadt nooit
wat er zich onder hun penny
loafers bevond: straatstenen! In
het verleden was dit hele terrein
al van klinkers voorzien, maar die
zijn ooit verwijderd en afgevoerd
en maken nu dus hun comeback.
L’histoire se répète, al moeten we
daar wel stevig voor in de buidel
tasten.
Redactieadres
TU/e, Laplace 0.35
5600 MB Eindhoven
tel. 040 - 2474020
e-mail: [email protected]
Cursor online
www.cursor.tue.nl
Druk
Janssen/Pers, Gennep
Advertenties
Bureau Van Vliet BV
tel. 023 - 5714745
1 april
De verwachte verplichting om
in het buitenland ervaring op te
doen tijdens de master vanwege
de invoering van de Graduate
School ontlokte fikse uitspraken
van voor- en tegenstanders.
Te lezen onder het bericht op
onze site, cursor.tue.nl. Er werd
zelfs gedacht aan een 1-aprilgrap,
maar ik kan je verzekeren dat
het de plannenmakers ernst is.
Ik snap de bezorgdheid, maar
aan de andere kant: geef het een
kans. Nee, een verplichting klinkt
niet leuk en zelfs in tegenspraak
met de vrijheid die tegelijkertijd
wordt geboden binnen de Graduate
School, maar -en ik spreek uit
tot het begin van het nieuwe collegejaar.
Het doel is de hoeveelheid cash geld
binnen het Sportcentrum terug te brengen
en het betalingsverkeer sneller te maken.
Als het systeem een succes blijkt, zijn
ook andere betaalsleutels denkbaar,
zoals sleutelhangers of polsbandjes.
De TU/e verkent intussen de mogelijkheden
voor een campusbreed nieuw betalingssysteem, onder meer met het oog op het
einde van de chipknip in januari 2015.
De Eindhovense Studentenraad (ESR)
betitelt de verplichte, 60 euro kostende
clicker als onwettig, maar voor het CvB is
de clicker studiemateriaal, vergelijkbaar
met boeken of een labjas. 173 mensen
lieten weten hoe zij er tegenaan kijken.
Redactieraad
prof.dr. Cees Midden (voorzitter)
prof.dr. Marco de Baar
Angela Stevens- van Gennip
Thomas Reijnaerts (studentlid)
Arold Roestenburg
Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)
Woensdag 2 april – Het Studentensportcentrum start maandag een pilot met
‘cashless’ betalen. Duizend veelgebruikers
van de sportfaciliteit krijgen gratis een
betaalsleutel in de vorm van een telefoonsticker uitgereikt. Met een activatiecode
op de sticker kunnen de sporters een
MyOrder-account aanmaken, een soort
digitale portemonnee waar de gebruiker
vanaf zijn reguliere bankrekening zelf geld
op moet storten. De pilot loopt tenminste tot
de zomer, met waarschijnlijk een uitloop
Een meerderheid
(49,1 %) sluit zich aan
bij de ESR en daarvan wil
31,2 % de centen terug.
17, 9 % vermoedt dat er
nog meer onwettige
kostenposten zijn.
Een leensysteem
met borg zou 26 % van
de respondenten een
goede oplossing vinden
en 8,1 % wil het zo laten,
omdat men het beschouwt
als een terechte
investering in beter
onderwijs.
Nu vragen we op
www.cursor.tue.nl
n Gaal
Judith va
ervaring- een buitenlandervaring
levert je echt een hoop op. Wil je
niet te ver? Antwerpen is ook
buitenland...
Lees meer op pagina’s 16 en 17
Het CvB wil drie ton steken in het aanpassen van
braakliggend terrein, zodat medewerkers die niet
willen betalen voor parkeren op de campus dáár
gratis kunnen parkeren. Zonde, ik weet een betere
besteding voor dat bedrag.
Eigen hap opwarmen in
magnetron MetaForum
Maandag 31 maart - Op de eerste verdieping van MetaForum
wordt waarschijnlijk eind deze week een magnetron geplaatst
waarin gebruikers van het gebouw hun zelf meegebrachte hap
kunnen opwarmen. Dienst Interne Zaken heeft, op verzoek
van de Eindhovense Studentenraad, ingestemd met een pilot
met de magnetron. Volgens Susanne Schouten van de ESR is
er vooral in tentamentijd behoefte aan een alternatief voor
de kantine. De magnetron krijgt een plek bij de bestek- en
bordenbalie bovenaan de trap vanuit de kantine. Na twee maanden gaan Dienst Interne
Zaken en de Eindhovense Studentenraad het gebruik van de magnetron evalueren.
Zonnetechnologie testen op
laagbouw Vertigo
Woensdag 26 maart - Op de laagbouw van
Vertigo is begonnen met de constructie
van een gebouwtje waarbij in de daken
zonnecellen en zonnecollectoren zijn
verwerkt. Het gebouw maakt onderdeel
uit van SolarBEAT, een project van de
faculteit Bouwkunde en het Solar Energy
Application Centre (SEAC), dat als doel
heeft verschillende faciliteiten te testen
waarin zonnetechnologie is geïntegreerd.
De komende maanden worden nog vijf
testfaciliteiten gebouwd. Iedere opstelling
blijft een jaar staan en bij elk gebouw worden materialen en toepassingen van verschillende bedrijven getest. Dit is de eerste
onderzoeksfaciliteit in Nederland die zich
specifiek richt op gebouw-geïntegreerde
zonnetechnologie. De opgewekte energie
zal na ingebruikname van de
testfaciliteiten Vertigo worden ingeleid.
Dinsdag 1 april - Het MMS-terrein aan de Celebeslaan wordt dit jaar nog geschikt
gemaakt voor parkeren. Het wordt verhard en er komen een slagboom, verlichting,
cameratoezicht en fietsenstalling. Deze maatregelen moeten tweehonderd extra
parkeerplaatsen op zo’n tien minuten lopen van de campus opleveren. Alleen TU/e’ers
mogen er parkeren en dit is voor hen gratis. Het College van Bestuur trekt drie ton uit
voor het ‘parkeerrijp’ maken van het terrein,
dat in bezit is van de universiteit. De gratis
parkeerplaatsen vormen een alternatief op
het moment dat TU/e-medewerkers twee
euro per dag moeten gaan betalen voor
het parkeren. Deze maatregel moet januari
2015 ingaan. Uitgezonderd hiervan zijn
degenen die van een invalidenparkeerplaats
gebruikmaken. Iedere TU/e-medewerker
krijgt in principe twaalf gratis parkeerdagen.
Rubicon-beurzen voor twee
onderzoekers TU/e
Dinsdag 1 april - TU/e-onderzoekers Peter Korevaar (Scheikundige Technologie) en Adrie
Mackus (Technische Natuurkunde) hebben een Rubicon-beurs toegekend gekregen.
In totaal negentien veelbelovende Nederlandse wetenschappers kunnen dankzij deze
beurs van onderzoeksfinancier NWO ervaring opdoen in het buitenland. Korevaar houdt
zich bezig met het ontwerpen van materialen -middels een slimme combinatie van
chemische reacties en kunststoffen die hierop reageren- die een brandstof omzetten
in een continue beweging. Hij gebruikt zijn beurs om twee jaar onderzoek te doen aan
Harvard University. Adrie Mackus gaat het groeien van nanolagen bestuderen met
infrarood licht en synchrotronstraling. Hiermee hoopt hij betere zonnecellen te kunnen
ontwikkelen. Hij gaat voor twee jaar aan de slag aan Stanford University.
opo
k
r
e
v
ren eken
e
c
n
a
l
aars e-studiebo j kan een vraagprijsn
j
e
t
s
r
e
E
TU/ s De verkopendveerpdaertiverkoopdeaakl mmoaekteen.
r
o
o
v
en. O
fspra
en Ba
site
aangev
lf een a
neens
an Rijn
- Joris v
trial
rtijen ze
n de eve
a
aart
Indus
ite
en zie
beide p
ag 26 m ars studenten
Schleijp pgezette webs
n
e
n
ij
Woensd
ja
,
R
o
s
te
e
n
n
rs
c
a
e
n
te
V
e
ls
n
ie
,
a
e
c
S
en
/e-stud ndelen.nl niet
Schleijp g & Innovation pen website
e
door TU
or
rin
e
e
tw
e
it
n
ieboeke
deze sit
in
s
o
g
e
n
n
tu
E
ww.s d omdat het bij
. Op d
oor he
w
d
rd
m
e
e
o
e
d
c
r
n
n
a
e
nti
, ma
hebbe
n.nl gela tudieboeken te
concurre op en verkoop
eboeke
n
o
e
k
k
e
m
www.tu /e-studenten s
o
o
b
t
TU
eboden p boek- nie
raait.
kunnen ieden en aang
rhuur d
en o
e
k
v
e
o
b
z
n
n
a
ne
koop a
ten kun
ummer.
Studen
n ISBN-n
e
e
d
o
kopen.
c
k
teur, va
titel, au
Ludieke actie tegen laaghangende
borden collegezalen
Dinsdag 25 maart – Onder de noemer ‘bord voor je kop’ voerden leden van de faculteits­
raad van Wiskunde & Informatica actie tegen de laag hangende smartboards en krijt­
borden in de collegezalen van MetaForum. In diverse collegezalen werden smartboards
behangen met afzetlint en plakkaten met de tekst ‘Do not place
information below this line’.
Hoewel het volgens de initiatief­
nemers een ludieke actie betrof,
is de ergernis over de laaghangende
borden niet nieuw. Met de naar
aanleiding van de actie verzamelde
digitale steunbetuigingen willen
de actievoerders naar het College
van Bestuur stappen om aan te
dringen op een oplossing.
4 | Gelinkt
3 april 2014
Gelinkt | 5
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Bruggen bouwen tussen Cambridge en Eindhoven
De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten
en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare
banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we
steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en
de universiteit.
Eind april krijgt Norman Fleck -hoogleraar Micromechanics aan de
University of Cambridge- tijdens de Dies Natalis een eredoctoraat van
de TU/e uitgereikt door Werktuigbouwkunde-professor Marc Geers.
Naast veelvuldige samenwerking op onderzoeksvlak weten de beide
heren elkaar ook op bourgondisch gebied te vinden.
Het eerste treffen dateert nog uit
de vorige eeuw en mag dus bijna
historisch genoemd worden, zegt
Marc Geers lachend. De luchtigheid
is kenmerkend voor de manier
waarop hij en zijn collega Norman
Fleck elkaar bejegenen - voor
de gelegenheid via een ietwat
haperende Skype-verbinding.
Fleck: “Het was tijdens een
conferentie in Delft, waar ik
oorspronkelijk maar een dag
aanwezig zou zijn. Maar de
bijeenkomst was zo leuk dat ik
besloot te blijven en Marcs verhaal
meekreeg. Erg interessante materie
waar ik graag mijn vliegtuig voor
miste.”
Geers en Fleck zijn beiden werkzaam
in de micromechanica. Daarbij wordt
de microstructuur van een materiaal
op numerieke, experimentele en
theoretische wijze geanalyseerd.
Anders dan de naam doet vermoeden
is de schaal -van het momenteel
populaire nano tot de kilometerrange- heel divers, legt Fleck uit.
“We willen graag weten hoe de
interne structuur van een materiaal
zich gedraagt, waardoor je de
eigenschappen van dat materiaal
beter kunt voorspellen. We proberen
de lengteschalen te koppelen;
informatie uit de microschaal
toepassen op grotere schaal of vice
versa. Wat we doen, is in die zin
ook uitgegroeid tot multi scale
mechanics. Uiteindelijk draait
het allemaal om het zoeken naar
buitengewone materiaaleigen-
schappen, met zowel het doel
een nieuwe generatie materialen
te ontwikkelen als het toepassen
ervan in extreme omstandigheden.”
Om in de micromechanica succesvol
te zijn, moet je kennis hebben van
materialen maar ook een sterke
mechanical engineering focus
hebben, vervolgt hij. En waar
Eindhoven meer rekenkundig en
procesmatig sterk is, is Cambridge
meer actief op het experimentele
vlak. Al is de experimentele kant
nu ook sterk geworden in Eindhoven,
met het nieuwe state-of-the-art
multi-scale lab. Op deze manier
vullen de groepen elkaar perfect
aan en heeft de samenwerking
meer dan eens geresulteerd in
een geslaagd paper.
“We delen meer
dan onderzoeks­
interesse”
De afgelopen vijftien jaren zijn de
contacten tussen de onderzoeksgroepen van Geers en Fleck
intenser geworden. Geers:
“Norman is één van de geestelijk
vaders van een belangrijk micromechanisch model uit midden jaren
negentig, dat we in die tijd veel
gebruikten. Het begon met discussies
op conferenties, vervolgens stuurden
we medewerkers op uitwisseling en
ondertussen doen we steeds meer
aan kruisbestuiving.”
Zo is TU/e-deeltijdhoogleraar Vikram
Deshpande afkomstig uit het
Cambridge Centre for Micromechanics
en zijn verschillende onderzoekers
uit Eindhoven tijdelijk in Cambridge
werkzaam geweest. En omgekeerd.
“Ik laat nieuwe onderzoekers
vaak enkele maanden bij Geers
meekijken om hun kennis en
vaardigheden op het gebied van
computational mechanics te
vergroten. Een goed voorbeeld van
een succesvol partnerschap waar
tijdens de diverse congresborrels
en -diners al meermaals een goed
glas op is geheven”, vertelt Fleck
enthousiast. “Als geboren Belg is
Marc bekend met wijn en spijs op
niveau. Ook ik heb ‘wijnkenner’
op mijn cv staan, we delen dus
niet alleen onderzoeksinteresse,
maar ook een stukje bourgondisch
genieten.”
Naast de samenwerking met de
TU/e is Fleck -soms gezamenlijk
met Geers- ook actief betrokken
bij projecten met het Nederlandse
bedrijfsleven. Het ontwerp van een
dubbelwandige scheepshuid in
opdracht van scheepswerf Royal
Schelde is daar een treffend
voorbeeld van en laat tevens zien
dat micromechanica ook groot kan
zijn. Deze schepen moeten vanwege
het transport van licht ontvlambare
stoffen zo veilig mogelijk zijn,
collision-proof zoals dat heet,
waaraan Fleck bijgedragen heeft
met het ontwerp en optimalisatie
van de Y-core dubbelwandige
structuur. Voor soortgelijke
materialen verwijst Fleck naar
het onderzoek uit 2000 voor het
metaalbedrijf Corus -Geers schaart
het al bij het ‘oude onderzoek’waarbij gekeken werd naar de
schademechanica van metaal voor
het gebruik in opentrekbare blikjes.
“Een huis-tuin-en-keuken-voorbeeld
van hoe scheurvorming soms gewenst
kan zijn, maar dan wel op een
gecontroleerde manier. In de
meeste gevallen doe je er alles aan
om schade en breuk te voorkomen,
soms is het meer dan welkom.
Het werken met die twee uitersten
maakt de micromechanica zo’n
uitdagend vakgebied.”
Bang voor een te grote invloed
van het bedrijfsleven zijn beide
onderzoekers niet. Geers: “We zijn
niet voor niets actief in mechanical
engineering, en dan is de link
met toepasbaarheid en daarmee
de industrie dus onontbeerlijk.
En uit de discussies met het
bedrijfsleven komen tal van
fundamentele vraagstukken naar
voren, die wij voor hen kunnen
oplossen. We helpen elkaar op
een vruchtbare manier vooruit.”
“We helpen
elkaar op een
vruchtbare
manier vooruit”
Dat Fleck dit jaar het eredoctoraat
van de TU/e uitgereikt krijgt,
verbaast Geers -die hem voor
deze titel voordroeg- niet. “Norman
is wereldwijd één van de meest
vooraanstaande experts op het
gebied van de micromechanica,
en hij leidt één van de beste,
al dan niet het beste lab op dit vlak.
Daarnaast heeft hij ook zijn leeftijd
in het voordeel. Met zijn 55 jaren
is Norman een fantastisch ambassa­
deur; nu al zo’n staat van dienst en
nog flink wat professionele jaren te
gaan. Dat is zeker gezien het bouwen
van bruggen tussen beide universi­
teiten niet onbelangrijk, dat neemt
nu eenmaal tijd in beslag.”
Fleck is vereerd met het eredoctoraat,
maar ziet vooral nieuwe kansen om
de banden met de TU/e en andere
Nederlandse universiteiten aan te
halen. “Het is niet zozeer een start
van een samenwerking, meer een
versterking. Het biedt mogelijkheden
om frequenter in Eindhoven langs
te komen en te kijken op welke
onderzoeksgebieden we nog meer
kunnen samenwerken. Dat kan al
tijdens het symposium ‘Future
Directions in Micromechanics’,
een dag voor de uitreiking van het
eredoctoraat, waar we diverse
experts bij elkaar brengen en
laten vooruitkijken.”
Ook vindt Fleck het essentieel de
pijlers te richten op de toekomstige
generatie ingenieurs. “We moeten
studenten het belang van technologie
Het symposium ‘Future Directions in Micromechanics’ met onder meer
de eredoctoraatlezing van Norman Fleck vindt voorafgaand aan de Dies
Natalis plaats op woensdag 23 april, van 9.30 uur tot 17.00 uur in de
Blauwe Zaal van het Auditorium TU/e. De toegang is gratis, wel is
registratie vereist via [email protected].
Marc Geers
Norman Fleck
laten zien en hun verbeelding
prikkelen. Wat dat betreft loopt
Nederland voor op de UK, mede
dankzij de banden die jullie met het
bedrijfsleven hebben. Dat kan voor
ons heel nuttig zijn. Door student­
uitwisselingen op te zetten kunnen
we van elkaar leren, trekken we
meer studenten en verbetert het
onderzoek.” De sterke industriële
ruggengraat -met onder meer Philips,
ASML en de High Tech Campus- is
inderdaad een van de positieve
aspecten die we te bieden hebben,
beaamt Geers. Daarna, met een
knipoog: “Zie dat dan maar als
compensatie voor het ontbreken van
een historische, culturele binnenstad
zoals Cambridge dat heeft.”
Interview | Nicole Testerink
Foto’s | Bart van Overbeeke
en Phil Mynott
6 | Onderzoek
3 april 2014
De groeistuipen van
een stalen verzorger
Zorgrobot SERGIO is het verbeterde en vooral leniger broertje van zijn
voorganger AMIGO, die in het lab van de faculteit Werktuigbouw­
kunde tegen zijn beperkingen opliep.
Ooit moet hij de hulpbehoevende
senior een mechanisch handje
toesteken bij het buitenzetten van
het vuilnis, een kopje thee kunnen
voorschotelen of een gevallen pen
van de grond oprapen. Maar dat
alles is voorlopig nog toekomst­
muziek voor SERGIO (voluit Second
Edition Robot for Generic Indoor
Operations), de opvolger van
zorgrobot AMIGO.
In het lab van Tech United wordt
het snel duidelijk: het zou onverantwoord zijn om AMIGO of SERGIO
nu al in een zorgflat los te laten.
Hij mag dan een verstopt blikje
kunnen opsporen en dat zelfs
ook nog in een vuilnisbak kunnen
deponeren. Nog te vaak zou hij
met al zijn goede bedoelingen
struikelen over zijn eigen wieltjes,
een glas laten vallen of gewoon
niet begrijpen wat de om hulp
roepende oudere van hem verwacht.
Je zou als oudere, gewend aan je
betrouwbare verzorger, van minder
in de war raken.
Eerst nog maar eens flink testen
en verbeteren dus. Met zo’n
‘opgroeiende’ robot is het als
met zijn menselijke soortgenoot:
het gaat met vallen en opstaan.
Tien studenten, vier promovendi
en een kwartet medewerkers van
TNO staan AMIGO in dat proces bij.
Student Janno Lunenburg schetst
de tekortkomingen: “Bij een oneffen
vloer komen de wieltjes van de
grond en gaat AMIGO slippen.
Daarvan raakt hij gedesoriënteerd
waardoor hij ongevraagd tegen
kastjes rijdt”.
Voor de oplossing van dit wiel­
probleem bleek een compleet nieuw
onderstel nodig. En nu ze ‘m toch
op de operatietafel hadden liggen,
verlosten ze ‘m direct maar van zijn
stijve torso, dat van AMIGO een wat
‘oude man’ maakte. Na zijn operatie
kan de robot zijn schouders buigen,
verder over een tafel reiken en met
meer controle iets oppakken en
loslaten. SERGIO heeft met zijn
verstelbare schouderpartij een
wat menselijkere motoriek
gekregen dan zijn voorganger.
Van een robot
heeft SERGIO
nog niet
veel weg
De gewenste verbeteringen werden
eerst op papier uitgetekend, daarna
via computersimulaties tot leven
gewekt. Bij TNO voorzagen ze ‘m
van elektronica, waarop hij ten
slotte met schroefjes en moertjes
naar iets tastbaars werd vertaald.
Maar van een robot heeft SERGIO
op dit moment nog niet veel weg.
Torso en onderstel zijn namelijk
nog niet op elkaar aangesloten.
Deze 2.0-versie is met opzet
modulair opgebouwd. Lunenburg:
“Dan hoeven we niet steeds het
hele ding opnieuw uit elkaar te
schroeven als er iets mis is.”
Binnenkort wacht een eerste testrit
en zal blijken of de nieuwe wiel­
constructie doet wat ervan verwacht
wordt. Tussendoor moet het team
‘project SERGIO’ even laten rusten
omdat met voorganger AMIGO nog
een internationale robotwedstrijd
moet worden bekampt; de German
Open.
Hoewel er misschien nog wel
tientallen verbeterrondes en
evenzoveel opvolgers van SERGIO
volgen tot de robot in het wild kan
worden losgelaten, is Lunenburg
positief. “We zijn weer wat
opgeschoten. Het onderstel is
een stuk stabieler, de kans op
valpartijen een stuk kleiner.
Maar hij is nog onvoldoende
in staat om in te spelen op
onverwachte gebeurtenissen.
Er moeten nog veel meer acties en
reacties worden geprogrammeerd.
Een software-verhaal.”
Onderzoek | 7
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over hun afstudeeronderzoek.
Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar [email protected].
Sluitstuk
Lunenburg rekent voor de volgroeiing
van SERGIO ook op het buitenland,
dat vanwege de open sourcebenadering van dit project volop
kan meedoen en -denken. Voorlopig
lijkt het profijt behoorlijk eenzijdig
in het buitenland te worden genoten.
Chinese collega’s bouwden de AMIGO
inmiddels bijna één-op-één na.
Het maakt Lunenburg en zijn
medestudenten alleen maar trots.
“We zijn collega’s en geen concurrenten van elkaar. Het gaat ons er
niet om de eerste te zijn, een patent
te bemachtigen of er financieel bij
te winnen. Uiteindelijk gaat het er
om dat de verzorgers in de ouderencentra weer toekomen aan werkelijk
contact met hun cliënt. Met het
groeiende personeelstekort en de
vergrijzing kan onze robot dankbaar
werk uit handen nemen. Wij denken
dat we dat in een open community
sneller voor elkaar krijgen dan solistisch onder de grond te gaan zitten
en de gordijnen dicht te trekken.”
Tekst | San van Suchtelen
Karin Niemantsverdriet met FLEX. Foto | Rien Meulman
Een beetje meer houden
van de spullen om je heen
Wat zorgt ervoor dat je aan
bepaalde spullen gehecht bent?
Tijdens haar afstudeerproject kon
de recent afgestudeerde ID-masterstudente Karin Niemantsverdriet
eindelijk met de vraag die haar al
jaren bezighield aan de slag. Vele
gesprekken en brainstormsessies
met designers en gebruikers
resulteerden uiteindelijk in het
ontwerp van FLEX - een concept
van een mobiele telefoon waarmee
je een band opbouwt.
Het onderstel van SERGIO met -in het midden- Janno Lunenburg. Foto | Bart van Overbeeke
Al tijdens eerdere projecten
-waaronder die bij een ontwerp­
bureau- viel het Karin Niemantsverdriet op dat je als ontwerper
steeds minder tijd hebt om een
goed product te maken omdat
producten zo snel weer vervangen
worden. Niet goed voor de steeds
maar groeiende afvalberg, maar ook
niet voor de rol van de ontwerper
die zo steeds meer verdwijnt. Karin
ging op zoek naar de trigger voor
emotionele binding en probeerde
die uiteindelijk in een product te
verwerken. “Het is op meerdere
fronten jammer dat producten
soms maar zo kort gebruikt worden.
Het lijkt een beetje alsof we de
hechting aan het verliezen zijn met
de dingen om ons heen. Mensen
weer een beetje van de spullen om
zich heen laten houden was dan
ook een van mijn drijfveren in mijn
onderzoek naar product attachment.”
Ze liet een groep mensen spullen
meenemen waaraan ze verknocht
waren en bekeek of er overeenkomstige elementen in hun verhalen
aanwezig waren. “Je komt de
standaardproducten tegen: een
oude knuffel of speciale foto’s.
Maar een van de mooiste verhalen
vond ik die van de knikker. Een meisje
had een doodnormale knikker
meegenomen, gekregen van een
vriend toen ze in een dip verkeerde.
Ze moest de knikker altijd bij zich
dragen; op momenten waarop ze
zich down voelde kon ze ernaar
kijken zodat ze wist dat er mensen
om haar heen waren die van haar
hielden. Heel ontroerend.”
Uit de gesprekken kwamen vier
belangrijke factoren naar voren die
met emotionele binding te maken
hebben: herinnering -het product
weet wat je hebt meegemaakt-,
het product moet je helpen beter te
worden, het moet weten hoe het je
moet benaderen en ten slotte moet
het je laten zien wie je bent en wat
jullie relatie is naar de buitenwereld.
Een telefoon
die écht bij
je hoort
“In de tweede fase ben ik gaan
focussen op het ontwerp van een
product met een grotere bindings­
waarde aan de hand van deze
factoren. Ik ben heel breed begon-
nen, maar uiteindelijk heb ik me
toegespitst op consumer electronics
zoals de mp3-speler of mobiele
telefoon. Dat is het schoolvoorbeeld
van producten die je veel gebruikt
en dicht bij je hebt; maar ook zo
weer weggooit als er een nieuwe
versie uit is.”
Karin pakt de telefoon die ze naast
zich heeft liggen. Het is haar ontwerp
FLEX, een telefoon die je niet zo snel
inruilt, maar die écht bij je hoort.
Opvallendste detail is de buigbare
rand. “Alle hardware -microfoon,
gps, speaker, camera- zit aan de
buitenkant en door de buigbare rand
te bewegen kun je deze activeren.
Daardoor worden apps zichtbaar die
hiermee te maken hebben. Ook kun
je combinaties maken, zo is het
tegelijk induwen van speaker en
microfoon bijvoorbeeld de functie
bellen. Omdat het buigbare materiaal
in de tijd vervormt, toont het welke
keuzes je maakt. Mensen kunnen
zien: hee, een echte fotograaf of
iemand die veel bezig is met sociale
media. Maar het geeft je zelf ook
inzicht in je telefoongebruik en
daagt je uit tot exploratie van
nieuwe functies.”
Het is nog maar de vraag of de FLEX
ook echt op de markt komt, want
Karin heeft haar ontwerp vooral
gebruikt om een vraagstelling
te onderzoeken. “Ik ben meer
geïnteresseerd in de vraag erachter
dan in het daadwerkelijk ontwerp
van een marktklaar product. Ik heb
een passie voor onderzoek, en
daarom ben ik heel blij dat ik nu
bij het Intelligent Lighting Institute
als promovendus aan de slag kan.”
Vol enthousiasme begint ze te
vertellen over haar nieuwe onderzoek
naar voorkeuren van gebruikers
in geïntegreerde lichtomgevingen.
Pas een paar weken begonnen,
en nu al legio ideeën.
Tekst | Nicole Testerink
8 | Onderzoek
3 april 2014
4 brandende vragen
Onderzoek | 9
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Youri van de Burgt | Werktuigbouwkunde
Mayuri Goswami | Werktuigbouwkunde
Minuscule buisjes van koolstof
Elektriciteit uit schoon gas
1 | cover
1
Mijn proefschrift gaat over waterstof- en syngasvlammen. Deze gassen verbranden schoon;
dat wil zeggen dat ze geen of weinig uitstoot en vervuiling veroorzaken. Vandaar de blauwe
en groene vlammen op de cover.
we op
n
e
i
z
Wat
er van
v
o
c
de
hrift?
c
s
f
e
je pro
2 | feestjes
De meeste elektriciteit wordt in centrales opgewekt door brandstoffen te verbranden. Syngas
is een gasvormige brandstof die uit biomassa kan worden gewonnen en nu wordt gebruikt
in de nieuwste lichting gascentrales, waar dit gas bij hoge druk wordt verbrand. Voor een
efficiënte verbranding, met minder uitstoot en een hoge opbrengst, moeten dergelijke
brandstoffen bepaalde eigenschappen hebben bij hoge druk. Een van de eigenschappen
die bepalen hoe snel een brandstof verbrandt, is de zogeheten laminaire verbrandings­
snelheid. Die eigenschap heb ik onderzocht bij hoge druk.
3 | onmisbaar
2
De ruggengraat van mijn onderzoek wordt gevormd door een experimentele techniek die
de ‘Heat Flux Method’ genoemd wordt. Dit is een betrouwbare en nauwkeurige methode
om de laminaire verbrandingssnelheid van brandstoffen te bepalen. In mijn proefschrift
wordt deze techniek voor het eerst bij hoge druk toegepast.
Ho
op f e leg
j
waa eestj e
e
r je
ond s uit
e
ove
r ga rzoek
at?
4 | samenleving
De meetgegevens, de gebruikte techniek en de modellen uit mijn proefschrift kunnen worden
toegepast bij het verbeteren van gasturbines. Met een efficiënter verbrandingssysteem
kun je goedkoper elektriciteit produceren en met minder uitstoot.
1 | cover
3
Welke persoon,
techniek of apparaat is
onmisbaar geweest
voor je onderzoek?
Op de cover staat een foto van koolstofnanobuisjes,
gemaakt met een elektronenmicroscoop. Deze
buisjes hebben een diameter tussen de 5 en 100
nanometer. Daarnaast zie je een laserstraal omdat
de nanobuisjes gegroeid zijn onder invloed van
deze laserstraal.
eft
e
Wat h
en
g
levin
m
de sa
uw
aan jo
werk?
(Onder redactie van Tom Jeltes)
Foto’s | Bart van Overbeeke
Het verschil tussen model en werkelijkheid
2 | feestjes
1 | cover
Het onderzoek richt zich op het maken van een uniek
materiaal en dan specifiek op een unieke manier van
het maken van dit materiaal (de koolstof­nanobuisjes,
red.). Dit nano-materiaal heeft uitzonderlijke
eigenschappen die gebruikt kunnen worden in
bijvoorbeeld flexibele elektronica. Mijn onderzoek
omvatte voornamelijk het optimaliseren van de
productie van dit materiaal met behulp van een laser.
In de achtergrond zie je een kaart van de TU/e, van Google maps. De onderste helft is een
plattegrond waarop alleen de straten en locatie van gebouwen te zien zijn, terwijl ik voor
de bovenste helft een satellietbeeld heb gebruikt met alle details waar je in werkelijkheid
mee te maken hebt. In mijn proefschrift heb ik iets vergelijkbaars gedaan voor bedrijfs­
processen - ik vergelijk procesmodellen met echte gebeurtenissen.
3 | onmisbaar
4
Arya Adriansyah | Wiskunde & Informatica
Een beetje een dubbele vraag. Uiteraard is de laser
voor mijn onderzoek cruciaal geweest, zo bleek
ook des te meer toen hij stuk raakte. Maar nog
meer dan dat is mijn begeleider Yves Bellouard
onmisbaar geweest voor alle discussies, suggesties
en brainstormsessies. Zonder hem zou ik hier nu
niet staan.
4 | samenleving
Uiteindelijk is onderzoek naar nieuwe technieken
en materialen essentieel voor het doen van nieuwe
ontdekkingen. Ik denk dat mijn onderzoek niet
alleen bijdraagt aan het optimaliseren van het
productieproces maar ook aan het beter begrijpen
van het materiaal zelf. Beide zijn ontzettend belang­
rijk om het materiaal uiteindelijk in toekomstige
toepassingen te kunnen verwerken. Dit soort funda­
menteel onderzoek staat altijd aan de basis van
nieuwe technieken en toepassingen.
2 | feestjes
Bij de claimafhandeling van een verzekeraar, bijvoorbeeld, wordt in het algemeen een
specifiek stappenplan gevolgd. Aan de andere kant wil je ook flexibel kunnen zijn en van
het protocol kunnen afwijken. Tegenwoordig worden dergelijke bedrijfsprocessen ondersteund door ict-systemen en worden alle stappen opgeslagen in zogeheten ‘event logs’,
waardoor je kunt zien waar de werkelijkheid afwijkt van het model. Wij hebben een methode
ontwikkeld waarmee je niet alleen de afwijkingen kunt zien, maar ook kunt achterhalen
waardoor deze worden veroorzaakt.
3 | onmisbaar
Ik heb zogeheten Petrinetten gebruikt om bedrijfsprocessen te modelleren. Hierdoor kun je
de zoektocht naar de meest waarschijnlijke afwijkingen van de werkelijkheid vrij eenvoudig
formuleren als een optimalisatieprobleem. Ik heb laten zien dat je dat probleem kunt
oplossen door Petrinet-theorie te combineren met algoritmen waarmee je de kortste afstand
kunt vinden tussen twee knooppunten.
4 | samenleving
Als je alleen maar naar procesmodellen kijkt, kun je een vertekend beeld krijgen van wat er
in werkelijkheid gebeurt. Het is daarom belangrijk om te onderzoeken waar de werkelijk­
heid afwijkt van het model. Onze methode kan worden gebruikt om gegevens van bijvoorbeeld ziekenhuizen en gemeenten te analyseren, om te zien hoe hun processen beter kunnen.
10 | Universiteitsberichten
Algemeen
Alumnidag | Alumnidag Smart
Mobility
Ben je afgestudeerd aan de TU/e?
En wil je zelf ervaren waar zes
faculteiten aan werken binnen
de strategic area smart mobility?
Kom dan naar de jaarlijkse alumnidag
op zaterdag 12 april 2014. Hoor over
slimme manieren om pakketpost te
plannen. Neem een kijkje binnenin
de motor van een auto. Bewonder
de raceauto van URE. Of ontdek
welke firewall je binnenkort op
je auto moet installeren om te
voorkomen dat hij wordt gehackt.
Per alumnus of alumna is 1 introducee welkom.
Meer informatie en aanmelden via
www.tue.nl/alumni.
DPO | Trainingen ‘loopbaan in eigen
hand’ in april: geef je nu op!
Ben jij OBP-er en wil je een impuls
geven aan je (loop)baan? Tijdens
deze tweedaagse training denk je
na over wat je als medewerker te
bieden hebt, welke competenties je
nog verder wilt ontwikkelen en welke
stap je wilt zetten op werkgebied.
Aan het eind van de training ga je
naar huis met een concreet actieplan
om sturing te geven aan je eigen
loopbaan.
Er start een nieuwe training op
10 april 2014 (voor medewerkers
vanaf schaal 9) en op 17 april 2014
(voor medewerkers tot schaal 8).
De training wordt dit voorjaar
vergoed vanuit de decentrale
arbeidsvoorwaardengelden en
niet doorbelast aan de faculteit of
dienst. Dus stem af met je leidinggevende, en geef je snel op via
de intranetpagina’s van DPO.
Voor meer informatie over de
training kun je terecht op intranet
of bij Marijke Schobben:
[email protected]
Studentensportcentrum | Tai Chi
introductie workshops onder
lunchtijd
Het Studentensportcentrum
Eindhoven organiseert op 3 en 10
april twee introductie workshops Tai
Chi voor studenten en medewerkers.
Deze twee workshops gaan
plaatsvinden in de Energy zaal van
het Metaforum (achter de receptie).
Speciaal aan deze workshops is dat
ze tijdens lunchtijd plaatsvinden
(12h30-13h15 uur). Tai Chi is een
manier van ontspanning, juiste
ademhaling en je lichaam in de juiste
balans plaatsen. De introductie
workshops zijn gratis. Opgeven via
[email protected]
Human Technology Interaction |
How do humans listen? Modelling
auditory perception in the
TWO!EARS project
The goal of the Two!Ears project
is to improve computer models
of human hearing, and thereby
advance our understanding of
human auditory information
processing. The project tackles
this problem with a new approach:
the human listener is seen as a
multimodal agent who develops
a world model through interactive
listening and viewing. In this
approach, the prediction of human
understanding and action will be
improved by including hypothesisdriven processing next to signaldriven evaluation. The project
received 3 million Euro funding from
UNIVERSITEITSBERICHTEN
the European Commission. The TU/e
participates in this project via its
group Human Technology Interaction
(IE&IS) with Professor Armin
Kohlrausch as principal investigator.
The international consortium
comprises nine research institutes
from the EU and the US.
www.twoears.eu
MENS
Bureau voor Promoties en
Plechtigheden | Oproep voordrachten
Koninklijke Onderscheidingen
Jaarlijks kunnen er medewerkers
van de TU/e voorgedragen worden
voor een Koninklijke Onderscheiding
die ter gelegenheid van Koningsdag
(Lintjesregen) wordt uitgereikt.
Aanvragen vanuit de TU/e t.b.v.
Lintjesregen 2015 verlopen via het
College van Bestuur en moeten voor
1 mei as. bij het College zijn ingediend.
Wanneer u iemand wilt voordragen
wordt u verzocht om eerst contact
op te nemen met mevrouw Nicole
Ummelen, Secretaris van de
Universiteit ([email protected]).
Promoties
Donderdag 3 april, 16:00 uur, CZ4:
promotie A.J. Schellekens MSc (TN)
Promotoren: prof.dr. B. Koopmans
en prof.dr.ir. H.J.M. Swagten
Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen
Titel proefschrift: “Manipulating
spins Novel methods for controlling
magnetization dynamics on the
ultimate timescale”
Donderdag 3 april, 16:00 uur, CZ5:
promotie A. Adriansyah MSc (W&I)
Promotor: prof.dr.ir. W.M.P. van der
Aalst
Voorzitter: prof.dr. E.H.L. Aarts
Titel proefschrift: “Aligning
Observed and Modeled Behavior”
Maandag 7 april, 14:00 uur, CZ4:
promotie S. Rahimi MSc (TN)
Promotor: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen
Voorzitter: prof.dr. H.J.H. Clercx
Titel proefschrift: “Modelling of
Microwave Induced Deposition
Plasmas”
Maandag 7 april, 16:00 uur, CZ4:
promotie M. Goswami MSc (W)
Promotoren: prof.dr. L.P.H. de Goey
en prof.dr. A.A. Konnov
Voorzitter: prof.dr.ir. M.G.D. Geers
Titel proefschrift: “Laminar Burning
Velocities at Elevated Pressures
using the Heat Flux Method”
Maandag 7 april, 16:00 uur, CZ5:
promotie E.H. Kemaneci MSc (TN)
Promotor: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen
Voorzitter: prof.dr. H.J.H. Clercx
Titel proefschrift: “Modelling of
Plasmas with Complex Chemistry:
Application to Microwave Deposition Reactors”
Woensdag 9 april, 16:00 uur, KH:
promotie ir. J. Ploeg (W)
Promotor: prof.dr. H. Nijmeijer
3 april 2014
Voorzitter: prof.dr.ir. C.J. van Duijn
Titel proefschrift: “Analysis and
design of controllers for cooperative
and automated driving”
Donderdag 10 april, 16:00 uur, CZ5:
promotie T. Cardoso de Souza MSc (W)
Promotoren: prof.dr.ir. B.J. Geurts
en prof.dr. L.P.H. de Goey
Voorzitter: prof.dr.ir. M.G.D. Geers
Titel proefschrift: “Modulated
Turbulence for Premixed Flames”
Maandag 14 april, 16:00 uur, CZ4:
promotie ir. R. Magielse (ID)
Promotoren: prof.dr.ir. J.H. Eggen
en prof.dr.ir. C.C.M. Hummels
Voorzitter: prof.dr.ir. M.J.W. Schouten
Titel proefschrift: “Designinig
adaptive lighting environments
embracing complexity in designing
for systems”
Dinsdag 15 april, 15:00 uur, CZ4:
promotie ir. M.M.R. Peeters (ID)
Promotoren: prof.dr.ir. A.C.
Brombacher en prof.dr.ir. C.C.M.
Hummels
Voorzitter: prof.dr.ir. M.J.W. Schouten
Titel proefschrift: “Experiential
Design Landscapes How to design
for behaviour change, towards an
active lifestyle”
Dinsdag 15 april, 15:00 uur, CZ4:
promotie ir. C.J.P.G. Megens (ID)
Promotoren: prof.dr.ir. C.C.M.
Hummels en prof.dr.ir. A.C.
Brombacher
Voorzitter: prof.dr.ir. M.J.W. Schouten
Titel proefschrift: “Experiential
Design Landscapes How to design
for behaviour change, towards an
active lifestyle”
Dinsdag 15 april, 16:00 uur, CZ5:
promotie ir. R.J.M. Janssen (W)
Promotor: prof.dr.ir. M. Steinbuch
Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey
Titel proefschrift: “Centralized
Learning And Planning For Cognitive
Robots Operating In Human Domains”
Woensdag 16 april, 16:00 uur, CZ5:
promotie P.G.E. Lumens MSc PDEng
(TN)
Promotoren: prof.dr. H.C.W.
Beijerinck en prof.dr. L.P.H. de Goey
Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen
Titel proefschrift: “Fibre-optic sensing
for application in oil and gas wells”
DIVERSEN
Nationale Denktank | Meld je aan
voor de Nationale DenkTank
De inschrijvingen voor de Nationale
DenkTank 2014 met als thema
‘Big Data’ zijn geopend! Ben jij
een creatieve, onafhankelijke en
ondernemende WO student,
afgestudeerde of promovendus?
Ben jij in staat om te werken in
een multidisciplinair team en wil je
graag bijdragen aan de maatschappij?
Kun jij de vertaalslag maken van
abstracte theorie naar concrete
oplossingen? Ben jij van 18
augustus tot 8 december full time
beschikbaar? Meld je dan voor
27 april aan voor de Nationale
DenkTank 2014 via
www.nationale-denktank.nl!
TUssen de oren
In memoriam
Willem van der Ploeg,
eerstejaars student Software Science.
Ons bereikte het droeve bericht
dat student Willem van der Ploeg
op 17-jarige leeftijd is overleden.
Toen Willem zich inschreef aan de
TU/e wist hij dat het van korte duur
zou zijn. Hij was ongeneeslijk ziek,
maar vastberaden om nog iets van
het studentenleven mee te maken.
Hij wilde zo lang mogelijk een gewoon leven leiden al was hij toen
al gebonden aan een rolstoel. Hij heeft genoten van de intro,
werd lid van studievereniging GEWIS en roeivereniging Thêta.
Hij ging graag naar de universiteit, en heeft ook nog daadwerkelijk
vakken afgerond. Meer was deze veelbelovende en positief ingestelde
jongen niet gegund.
Wij bewonderen de manier waarop hij met zijn ziekte omging,
en wensen zijn ouders, broer, zus, familie en vrienden alle sterkte
toe bij dit zware verlies.
Namens de faculteit Wiskunde en Informatica,
prof.dr. Emile Aarts, decaan
drs. Patrick Groothuis, directeur bedrijfsvoering
dr.ir. Marloes van Lierop, opleidingsdirecteur
Besloten feestjes
zijn zó 2013
En ik vind
Laat mensen zelf nadenken
Vanochtend kwam ik in mijn lab aan, waar ik werd verwelkomd door
fruitvliegjes. De boosdoener? Mijn bananenschil van afgelopen
woensdag, in de prullenbak.
Ik herinnerde me dat de schoonmaakster van GOM vrijdag langs was
gekomen. Ze keek in de prullenbak en liep door. Ik schonk er toen
geen aandacht aan. Vandaag liep ze weer langs zonder de vuilniszak
te vervangen. Verbaasd vroeg ik haar of ik de zak in haar kar mocht
deponeren. Haar antwoord? “Eigenlijk niet.”
Over de schoonmaakster geen slecht woord. Ze voert haar werk uit
volgens de regels, zo blijkt. Ze mag de vuilniszak alleen vervangen
als deze ten minste halfvol zit. Het is daarbij onbelangrijk wat erin zit.
Dit betekent dat een prullenbak met een bananenschil van vorige
week niet geleegd hoeft te worden, tenzij deze ten minste tot de helft
aangevuld is.
De grondslag van de regel is duidelijk. Er wordt bezuinigd op schoonmakers, dan moeten ze soms prullenbakken laten staan. De regelgeving
schiet echter het doel zo wel voorbij.
Het baart me eerlijk gezegd zorgen dat de TU, een instelling gefundeerd
op het menselijk vermogen om na te denken, haar werknemers blijkbaar
behandelt als robots. Ze hoeven slechts de voorgeschreven regels te
volgen. Waarvan het schrijven over het algemeen (ik werk zelf met robots)
maanden kost om te perfectioneren.
Zou het niet mooi zijn als dat niet nodig was? Als een schoonmaker
zelf kon bepalen of een prullenbak geleegd moest worden?
Misschien moeten we ze die kans eens geven.
Rokus Ottervanger | masterstudent Mechanical Engineering
Advertentie
Proefpersonen Gezocht
Voor wetenschappelijk onderzoek zijn wij op zoek naar vrijwilligers
(regio Eindhoven) voor een
Cardio Fitness onderzoek
Bij volledige deelname aan de studie wordt u beloond met 100
euro aan VVV-bonnen, reisvergoeding bedraagt € 20,- per bezoek.
Ga naar: http://cardiofitness.irsresearch.nl
cursor-brs 140328.indd 1
In Cursor worden iedere twee weken
studenten, docenten, labs, technische
artefacten, de werkomgeving, het weten­
schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische
loep gelegd door de medewerkers van
TU/e-opleiding Psychology & Technology.
Illustratie | Sandor Paulus
Wij zijn op zoek naar gezonde vrijwilligers in de leeftijd van 25 tot
en met 50 jaar die Engelse taal begrijpen en kunnen lezen.
Ook een bericht plaatsen op
deze pagina? Mail het bericht
(maximaal 100 woorden) dan naar
[email protected].
Mens & Mening | 11
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
31-03-14 09:46
Recent opperde een politiechef om Stratumseind af te sluiten met hekken. Dat zou de beste
oplossing zijn om overlast te verminderen. Met 800 incidenten per jaar is Stratumseind
natuurlijk een zorgenkindje van onze wetshandhavers, maar daar tegenover staat ook dat
het met zo’n 20.000 bezoekers per weekend één van de belangrijkste trekpleisters van
Eindhoven is. En ook onze studenten -en docenten- beleven er geweldige avonden.
Het nut van hekken om een uitgaansgebied met de schaal van Stratumseind is bijzonder
discutabel, maar de nadelen ervan zijn klip en klaar, voor bezoekers en bewoners. Naast de
talloze praktische bezwaren zendt zo’n hek heel negatieve signalen uit. Anno 2014 moet dat
anders kunnen. Gelukkig zijn er ook binnen gemeente, politiecorps en kroegbazen mensen
met een meer verlichte geest: zij slaan de handen ineen met industrie en de TU/e en werken
samen aan nieuwe oplossingen.
Een mogelijke oplossing wordt verkend: het De-escalate-project. In dit onderzoek van het
Intelligent Lighting Institute (ILI) met Philips, de gemeente en andere partners worden lichts­
cenario’s getest voor het voorkomen en ontzenuwen van potentieel agressieve situaties.
Interactief licht zou bijvoorbeeld door middel van kleur, intensiteit en dynamiek aandacht
kunnen sturen, een atmosfeer kleuren, werken als een sociale cue, of bijdragen aan zelfcontrole.
Heel subtiel, maar sterker dan we misschien beseffen kleurt context ons gedrag.
UR-podium
Oma’s heerlijke stamppot met
rookworst, je eigen home-made
pasta à la studentikoza, of een
simpele stoommaaltijd van de
Appie: binnenkort is het allemaal
mogelijk deze op de TU/e verwarmd
en wel te verorberen. Het wondermiddel: een openbare magnetron
in het MetaForum!
Afgelopen tentamenperiode zat
menig student van ’s ochtends
vroeg tot ’s avonds laat te zwoegen
boven zijn boeken in de bieb.
Al dat leren vraagt natuurlijk
om goede, gedegen voeding.
Waar sommige studenten het
aandurfden om de kookkunsten
van Eurest te verkennen, zagen
Licht dat gedrag pro-socialer maakt klinkt wellicht onwaar­schijnlijk, maar wees niet té sceptisch.
Wellicht was u zelf wel één van de ‘proefkonijnen’ in een eerste verkenning door Marigo Heijboer,
afstudeerder bij HTI. Zij manipuleerde het licht - nog niet op straat, maar in het Auditorium op
onze campus. Observaties ter plekke leerden ons dat u daardoor: de caissières in het Auditorium vriendelijker toelachte,
frequenter groette bij het komen en gaan, en dat u vaker
netjes aangaf dat u met pin wilde betalen voordat het pasje
in het apparaat verdween.
Licht maakt
socialer
Naast licht kunnen talloze technische innovaties maatschappelijke uitdagingen het hoofd bieden.
Met onze unieke combinatie van technologie, psychologie en design, en nauwe banden met
de regio en industrie zou sociale innovatie een nieuw speerpunt van de TU/e moeten worden.
Yvonne de Kort | Universitair hoofddocent Omgevingspsychologie bij Human Technology
Interaction, faculteit IE & IS
Magnetron in het MetaForum
anderen zich genoodzaakt een
pizza te bestellen óf…dan toch
maar naar huis te gaan voor een
fatsoenlijke maaltijd. Eurest is
echter in het weekend niet open
en levert bovendien niet altijd het
gewenste menu. Het beperkte
aanbod van warme maaltijden op
de TU/e is ook veel buitenlandse
studenten en medewerkers een
doorn in het oog. Zij zijn immers
vaker dan Nederlanders gewend
om ’s middags warm te eten.
Tel daarbij op alle kosten, moeite
en eventuele teleurstelling omdat
het tóch niet smaakt zoals je eigen
‘pasta-rooie-saus’, en de frustratie
is compleet.
Ook de Eindhovense Studentenraad (ESR) kon het gebrek aan
mogelijkheden op de TU/e om je
eigen warme maaltijd te verzorgen
niet meer aanzien. Op vraag van de
partij heeft Dienst Interne Zaken
na verder overleg besloten om een
pilot te draaien met een openbare
magnetron in het MetaForum.
In de aankomende tentamenperiode
zal er bij de bestek- en bordencounter
bovenaan de trap een magnetron
worden geplaatst. Een testperiode
van twee maanden moet uitwijzen
of het plan een succes is. Eurest kijkt
met argusogen toe; concurrentie
van AH-stoommaaltijden en culinaire
studenten is natuurlijk wel een
stapje verder dan een paar
thuis-gesmeerde bammetjes
voor de lunch.
Ook de schoonmaakdienst siddert
en beeft; hoe blijft het schoon
na aanslagen van ontploffende
soepkommen en broodjes
gesmolten kaas? Hopelijk zijn
schoonmaakmiddel, doekjes naast
de magnetron en het fatsoen van
de gebruikers om daarmee schoon
te maken genoeg. De ESR wil dan
ook benadrukken: het MetaForum
is níet je studentenkeuken. Houd
het schoon, dan kunnen we nog
lang blijven genieten van onze
eigen kookkunsten op de TU/e.
Eet smakelijk!
Susanne Sc
houten,
fractielid Ei
ndhovens
e Studente
nraad
12 | Focus
3 april 2014
Tekst | Tom Jeltes
Illustratie | Sandor Paulus
Voor medewerkers van de Centrale Diensten is het vaste prik:
als er iets aan de computer hapert, of aan de digitale
huisvesting van een nieuwe collega blijkt nog iets te ontbreken
- dan bel je gewoon even 2000. Vaak zijn de geruststellende
klanken van Juliette, Boy, Jeroen, Jonne, Tom of Minou
voldoende om de eerste stress uit de lucht te halen.
En anders staat er binnen mum van tijd een LGO’er
(lokale gebruikersondersteuner) naast je bureau. Samen
vormen zij de frontoffice van Dienst ICT. Wat doen zij eigenlijk
allemaal en hoe is die digitale hulpverlening georganiseerd?
Het elftal | Het hulpteam bestaat uit zes servicedesk-
medewerkers (student-assistenten) en vier lokale gebruikers­
ondersteuners, aangestuurd door manager Anki Visscher.
De servicedesk en -telefoon wordt bemand door zes studentassistenten, die ieder een dag per week voor hun rekening
nemen. Op vergadermomenten is er altijd een dubbele bezitting,
zodat er altijd iemand aanwezig is.
De servicedeskmedewerkers zijn beslist niet allemaal studenten
informatica. Meer dan een beperkte basiskennis van ict is dan ook
geen vereiste; communicatieve vaardigheden zijn veel belangrijker.
De optimale teamsamenstelling bestaat zelfs uit studenten van
zoveel mogelijk verschillende studies, vertelt coördinator van
de servicedesk (en gebruikersondersteuner) Maurice de Turck.
“Dat voorkomt dat iedereen op hetzelfde moment tentamen heeft.”
De Turck zorgt ook voor de roosters en houdt vanuit de achtergrond
een oogje op de studenten. In zijn werk als gebruikersondersteuner
wordt hij bijgestaan door drie collega’s die ieder van alle markten
thuis zijn. Alleen voor complexe problemen worden de specialisten
van de ‘backoffice’ ingeschakeld.
Focus | 13
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Even 2000 bellen
De calls | Voor sommigen is 2000 bellen het laatste redmiddel,
2000 - voor wie eigenlijk? |
De Informatie- en Servicedesk (‘2000’)
is bedoeld voor medewerkers van
de Centrale Diensten van de TU/e.
Medewerkers van de faculteiten
kunnen terecht bij hun facultaire
Bureau Automatisering, en voor
studenten zijn er de facultaire
servicecentra en het centrale
Notebook Service Centrum.
Digitale evolutie | Het aantal
hulpvragen neemt de afgelopen jaren af.
De digitale infrastructuur van de TU/e is
behoorlijk stabiel en het serversysteem
valt slechts zelden uit. Daar komt nog
bij dat de huidige besturingssystemen
beter functioneren dan die van pakweg
tien jaar geleden. De vragen die
overblijven, worden daardoor wel
gecompliceerder, zegt De Turck.
“Je merkt duidelijk dat het oppervlakkige
deel beter is ingeregeld dan vroeger,
zodat de problemen die overblijven
lastiger zijn dan voorheen. Toch vangen
we tegenwoordig meer af aan de voorkant,
waardoor er minder door hoeft naar de
Backoffice.”
voor anderen het eerste dat ze doen zodra ze op iets onverwachts
stuiten. “Niemand belt voor de lol de servicedesk”, zegt Anki
Visscher. Met die mindset worden de meldingen dan ook
benaderd. Zelfs als iemand tien keer met hetzelfde probleem
komt, zullen de medewerkers -als het goed is- nooit uitstralen
dat het krediet op is. De ‘klant’ wordt hoe dan ook geholpen.
Maurice de Turck: “Sommigen hebben genoeg aan een URL,
anderen durven niet eens http in te tikken, maar het kastjemuur-verhaal stopt sowieso bij ons.”
De voornaamste bezigheden van de frontoffice op een rijtje:
• configureren van besturingssystemen
• mailproblemen oplossen
• gastaccounts aanmaken
• melding telefonie (Lync, mobiel, vast)
• nieuwe bestellingen (hardware zoals desktops en monitoren)
• netwerkproblemen
• printers installeren
• Outlook-problemen
Daarnaast betreft een flink deel van de aangemaakte calls externe
meldingen van copyright infringement, meestal als medewerkers
illegaal films downloaden. Deze meldingen worden standaard
doorgesluisd naar de gedragscodecommissie die de TU/e hiervoor
heeft ingesteld.
Het configureren van pc’s is de meest voorkomende taak van de
Frontoffice, maar die routineklussen vallen uiteraard niet in de
categorie ‘probleem’. De meeste echte problemen worden
veroorzaakt door Outlook. Een verkeerde instelling in Outlook
(en daar zijn er nogal wat van) kan er bijvoorbeeld toe leiden dat
een folder leeg is of lijkt. Ook het gebruik van mobiele apparaten
(tablets, smartphones), die net als Outlook e-mail en agenda’s
synchroniseren met een exchange mailbox, kan tot ingewikkelde
problemen leiden - zeker als er ook nog secretaresses in het
spel zijn. Tot voor kort ontstonden nog regelmatig verbindings­
problemen omdat de ‘domain controllers’ niet in staat waren
om de enorme hoeveelheid inlogpogingen vanaf alle apparaten
te verwerken.
De statistieken |
Aantal meldingen per maand sinds 1-12-2012.
Januari 2014 is de topmaand.
Spoed | Wanneer iemand door een probleem niet meer
kan werken, wordt de melding met spoed aangepakt.
Gebruikers­ondersteuner De Turck: “Als iemand een
belangrijk document voor een vergadering niet kan printen,
of problemen heeft met zijn laptop als hij bijna weg moet
naar een conferentie, dan proberen we meteen langs te
komen.” Soms staat de Frontoffice ook met meerdere
personen paraat om in te grijpen, vertelt hij. “Er wordt altijd
vooraf gewaarschuwd voor overlast na server­onderhoud.
Bij uitzondering gaat er ook echt iets mis. Dan wordt de
servicedesk overspoeld met meldingen, die we in nauw
overleg met de Backoffice proberen op te lossen.”
Meldingen per categorie in januari 2014
Meldingen voor de gebruikersondersteuners
Verzoeken Centrale Services
De balie (in het Laplacegebouw, LG
1.94) is op werkdagen geopend van
half negen tot vijf. Klachten die
buiten openingstijden via de mail
binnenkomen (servicedesk.dienst.
[email protected]) worden de volgende
werkdag verwerkt. Dagelijks komen
er enkele tientallen meldingen
binnen. Tweederde hiervan wordt
dezelfde dag nog afgehandeld.
Calls die langer openstaan, betreffen
vaak medewerkersaccounts. Na het
vertrek van een medewerker blijven
die tegenwoordig standaard nog drie
maanden functioneren, alvorens ze
definitief worden afgesloten.
Januari is de drukste maand, omdat
dan de bestellingen moeten worden
verwerkt die in december nog op de
valreep zijn gedaan. Omdat er vaak
nog budget over blijft, worden in
december tweemaal zoveel ictbestellingen geplaatst als in een
gemiddelde maand.
Ook virussen zijn reden tot snelle actie. Gelukkig zijn dat
tegenwoordig meestal geïsoleerde gevallen. De laatste keer
dat Dienst ICT massaal aan de bak moest om beveiligings­
updates te installeren was tijdens de uitbraak, in mei 2000,
van het beruchte ILOVEYOU-virus. Sindsdien is gevoeligheid
voor computervirussen aanzienlijk afgenomen.
Spam valt niet onder de verantwoordelijkheid van de
Frontoffice. Het meeste wordt afgevangen door een spamfilter
van Surf en de rest mag direct naar [email protected].
De servicedeskmedewerker | Tom Bloemen (24)
zit in het eerste jaar van zijn master Real Estate Management
& Development. Hij werkt al drie jaar een dag per week als
student-assistent voor de Frontoffice, sinds hij door een
studiegenoot op de vacature werd gewezen. Hij bemant
de balie en neemt de telefoon op. Veel kennis van ict had
hij niet, en eigenlijk nog steeds niet. Maar dat is ook niet
nodig, zegt hij. “Je moet vooral goed kunnen uitvragen en
de call naar de juiste afdeling kunnen doorzetten. In het
begin heb je nog geen idee, maar na een paar dagen krijg
je het wel door.”
Bloemen vindt het een prettige, relaxte baan. “En als
student-assistent krijg je goed betaald.” Bovendien is
het ook nog eens heel gezellig met de gebruikersondersteuners. Met zijn collega-telefonisten heeft hij minder
contact, omdat ze zelden gelijktijdig werken. Als het rustig
is, wordt er nog wel eens met een strandbal gevoetbald in
het kantoor in het Laplacegebouw, vertelt hij. Dat tekent
volgens hem de sfeer.
Van sommige mensen vraag je je af hoe ze de dagelijkse
omgang met computers overleven, zegt Bloemen.
“Het is opvallend hoe weinig ze weten van hun computer.
Ze hebben nooit van de startbutton gehoord of weten het
verschil tussen een netwerk­kabel en elektriciteitssnoer
echt niet. Dat zijn dan ook de mensen die het vaakst bellen.”
14 | Uitgelicht
3 april 2014
Uitgelicht | 15
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
“De Nederlandse rechtstaat is
in de prullenbak beland”
Tekst | Enith Vlooswijk
Het boek van Smits en Koops valt te
lezen als een goed onderbouwde
waarschuwing tegen het ongebrei­
delde gebruik van metadata door
opsporingsambtenaren. Sinds het
NSA-schandaal staat dat onderwerp
erg in de belangstelling, maar de
studie was al een jaar geleden
afgerond.
“Dit boek hebben we geschreven
voordat het Snowden-verhaal begon”,
zegt Smits. “Binnenlandse zaken
heeft de studie eind januari 2013
gekregen, in februari gaven we een
presentatie aan alle ambtenaren bij
de inlichtingendienst. Hun reactie
was er vooral een van bezorgdheid:
zouden ze hun werk nog wel kunnen
doen, achter terroristen aangaan?
Met dat werk heb ik helemaal geen
probleem, maar wel als ze van alle
burgers terroristen maken.”
Nog voordat het NSA-schandaal de wereld opschudde,
presenteerden de hoogleraren Jan Smits en Bert-Jaap Koops
bij het ministerie van Binnenlandse Zaken de resultaten van
een studie naar verkeersgegevens (metadata). Sindsdien houdt
Den Haag zich muisstil over het onderwerp. Volgens TU/e-hoogleraar
Smits is het hoog tijd dat zowel politici als ingenieurs hun
verantwoordelijkheid nemen voor de rechtstaat.
Voor hem op tafel liggen een
smartphone en een tablet. Zodra
hij zich even niet kan herinneren
wanneer een bepaalde wet ook
alweer inging, glijden zijn vingers
snel over een van de schermen.
“Ik kan het niet laten, ik vind het
uiteindelijk toch te leuk’, zegt hij
bijna verontschuldigend. ‘Maar ik
begin wel steeds meer paranoïde
te worden.”
We zitten in een Utrechts café dat
ons gratis wifi aanbiedt. Prof.mr.dr.
Jan Smits, hoogleraar Recht en
Techniek aan de TU/e, legt uit
waarom hij zich zorgen maakt:
“Wij maken allebei verbindingen
via wifi. Als opsporingsambtenaren
dat willen, kunnen ze uitzoeken dat
wij ons op deze dinsdagochtend
beiden in dit café bevonden. Ik ben
als hoogleraar verbonden aan de TU
Eindhoven, jij bent wetenschapsjournalist. De kans is groot dat we
hier samen zaten te praten over
mijn onderzoek.”
Wat hij maar wil zeggen, is dat
niet-inhoudelijke gegevens over
onze communicatie vaak wel
degelijk kunnen leiden tot
inhoudelijke informatie. Zulke
‘niet-inhoudelijke’ gegevens
worden ‘verkeersgegevens’
genoemd, sinds het Snowdenschandaal beter bekend als
metadata. Met wie we waar,
wanneer en hoe lang bellen,
welke websites we bezoeken,
waar we ons bevinden, wie we
mailen en met welk onderwerp:
allemaal verkeersdata.
Wat is inhoud,
wat is vorm?
Los van elkaar geven ze misschien
niet zoveel informatie, maar de
combinatie van allerlei metadata
zegt vaak meer over ons leven dan
een lange handgeschreven brief
aan een verre tante zou doen.
Dat is reuze handig voor opsporings­
ambtenaren, die deze gegevens
momenteel vrijelijk kunnen
opvragen bij de telecomproviders.
De vraag is of sommige verkeers­
gegevens wellicht niet beter als
‘inhoud van communicatie’ kunnen
worden beschouwd, net zoals
de inhoud van een brief of een
telefoongesprek. In een studie
naar verkeersgegevens hebben
Smits en zijn Tilburgse collega
prof.dr. Bert-Jaap Koops deze
vraag proberen te beantwoorden.
De aanleiding was een conceptwetsvoorstel waarin verkeers­
gegevens zouden worden uitgesloten
van bescherming onder artikel 13
over briefgeheim (zie kader).
Overheidsambtenaren mogen
het briefgeheim alleen schenden
als de rechter dat toestaat.
Als het gaat om het verzamelen en
doorspelen van telefoongegevens
door de binnenlandse veiligheids­
diensten naar de VS, heeft het
ministerie van Binnenlandse Zaken
volgens Smits nogal wat boter op
het hoofd. “Dat ze nu voortdurend
het woord ‘metadata’ gebruiken,
maakt mij zo boos. Dat is een
nieuw woord dat geen wettelijke
bescherming impliceert. Als ze
bij Binnenlandse Zaken ‘verkeersgegevens’ hadden gezegd, was
meteen duidelijk geweest dat
daarvoor een wettelijk kader
bestond. Ze wisten het!”
“Juristen zijn altijd bezig met het
onderscheid tussen inhoud en
vorm”, legt Smits uit. “Of iemand
nu een computer hackt, of een
bordje met ‘verboden toegang’
negeert, dat is voor een jurist
gewoon een strafbaar feit. De vraag
was dus of verkeersgegevens de
inhoud van de communicatie
betreffen, of alleen de vorm.”
Die vraag kwam van juristen van
het ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties.
De studie vond plaats in 2012 en
de bevindingen verschenen begin
2014 in het boek ‘Verkeersgegevens
en artikel 13 Grondwet; een
technische en juridische analyse
van het onder­scheid tussen
verkeersgegevens en inhoud
van communicatie’.
Kort door de bocht luidt de
conclusie dat een groot deel van
de verkeersgegevens volgens de
hoogleraren inderdaad moeten
vallen onder artikel 13 (briefgeheim).
Dat geldt niet voor alle verkeers­
gegevens. Het e-mailadres van
een verzender of een ontvanger
beschouwen de heren bijvoorbeeld
als ‘vorm’, terwijl de onderwerp­
regel als ‘inhoud’ geldt. Ook een
IP-adres is ‘vorm’, maar een
URL-regel gaat door voor ‘inhoud’.
Met veel tijd en moeite vallen alle
verkeersgegevens in te delen in
deze verschillende categorieën.
Toch is dat niet wat de hoogleraren
de wetgever aanraden te doen.
Foto | iStockphoto
‘Het probleem is dat elke indeling
die de wetgever maakt, vermoedelijk gaten of onduidelijkheden
openlaat die in de praktijk om
interpretatie vragen’, legt Bert-Jaap
Koops uit per e-mail. ‘Daarom is
nadere reflectie nodig, die de
wetgever zou moeten uitvoeren.
‘Kunnen we
nog wel achter
terroristen
aangaan?’
Voor de wat langere termijn komen
we dan op de suggestie dat het
vermoedelijk geen zin meer heeft
om überhaupt nog verkeers­
gegevens te onderscheiden van
inhoud, en de wetgever zou
idealiter het wettelijk kader
daarop moeten aanpassen.’
In mei 2013 ontving de Raad van
State de studie. Dat er sindsdien
nog altijd geen advies naar de
Tweede Kamer is gegaan, is volgens
Smits een teken dat de politiek met
de conclusies van de studie in de
maag zit. De manier waarop de
Nederlandse overheid omgaat
met de rechten van haar burgers,
zint de hoogleraar allerminst.
“In 2012 zaten in Nederland 12.000
mensen onterecht in de gevangenis,
daar is 20 miljoen euro aan
schadevergoeding voor uitgekeerd.
Als dit zo doorgaat, neemt dat
aantal alleen maar toe. Wat zijn
we aan het doen? Nederland was
het eerste land dat de doodstraf
afschafte en levenslang als
alternatief daarvoor in de wet
opnam. Nu zijn we het strengst
straffende land in Europa. Het zijn
allemaal tekenen van hetzelfde
fenomeen: de rechtstaat is in
de prullenbak terechtgekomen.”
Niet alleen de politiek heeft
schuld aan het afbrokkelen van de
rechtstaat. Ook ingenieurs moeten
hun verantwoordelijkheid nemen,
vindt Smits. “Het is de verantwoor­
delijkheid van ingenieurs om mee
te ontwerpen met het recht.
Bij de toepassing van technologieën
moeten ze in een heel vroeg stadium
rekening houden met de mensenrechten. We kunnen niet meer
vertrouwen op overheden die alleen
maar gulzig op zoek gaan naar data.”
‘We kunnen
niet meer
vertrouwen op
overheden die
gulzig op zoek
gaan naar data’
“Het kost nu bijvoorbeeld 0,13
dollarcent om iemand af te luisteren,
omdat systemen zo open zijn.
Als het duurder wordt, moeten
veiligheidsdiensten gaan kiezen.
Een ander voorbeeld: wat voor auto
heb je, een Skoda? Daar zit een
motormanagementsysteem in dat
precies bijhoudt waar, hoe hard
en hoe lang je rijdt. Als auto’s die
informatie eenmaal met elkaar gaan
uitwisselen, zijn die gegevens voor
het grijpen. De TU/e is intensief
betrokken bij dit onderwerp, ‘car to
car communication’. Maar ik ben al
zo vaak tegen de lamp gelopen met
het aankaarten van dit onderwerp,
dat ik bijvoorbeeld Maarten Steinbuch
van Automotive niet eens bel. Niet
omdat ik onvriendelijk word bejegend,
maar omdat het niets uithaalt.”
Steeds meer voorwerpen in onze
directe omgeving zijn uitgerust met
elektronica om het leven gemakke­
lijker te maken. Gevraagd naar zijn
mening over het ‘internet of things’,
zucht de hoogleraar diep.
“Er zijn verschillende integriteits­
rechten. In oplopend belang is dat
het recht op privacy, briefgeheim,
huisrecht en lichamelijke integriteit.
Internet of things heeft betrekking
op al die rechten. Binnenin ons
lichaam hebben we straks nano­
pillen, we kleden ons in slimme
kleren, we wonen in een slim huis
met eromheen een tuin vol slimme
zaken. Ook de publieke ruimte
waarin we ons bewegen, zit vol met
slimme apparatuur. Eigenlijk is deze
studie een soort schaamlapje als je
alleen artikel 13 over briefgeheim
aanpakt. Als je niets doet aan de
andere integriteitsrechten, heeft
het geen zin.”
De aanpassing van artikel 13 blijkt
al behoorlijk complex, laat staan
een integrale herziening van de
integriteitsrechten volgens de
voortschrijdende technologie.
Sterker nog, je kunt je afvragen
of de snelle ontwikkelingen op dit
gebied wel zijn te vatten in waterdichte wetsontwerpen. Bert-Jaap
Koops ziet het echter optimistisch
in. ‘Deze vraag wordt mij altijd
gesteld. Ik antwoord meestal:
ja, tot op zeker hoogte kan dat wel,
als je tijdig nadenkt over mogelijk
toekomstige ontwikkelingen en
intelligente formuleringen gebruikt
in de wet. Wetsaanpassing zal altijd
nodig blijven, maar de techniek
gaat nu ook weer niet zo snel dat
je die nooit ziet aankomen.’
Het boek ‘Verkeersgegevens en
artikel 13 Grondwet; een technische
en juridische analyse van het
onderscheid tussen verkeers­
gegevens en inhoud van commu­
nicatie’ (2014) van Jan Smits en
Bert-Jaap Koops is voor medewerkers
en studenten gratis te verkrijgen
als PDF via het Informatie Expertise
Centrum.
Jan Smits. Foto | Bart van Overbeeke
Nederlandse grondwet: geen brieven openen,
wel e-mails onderscheppen
Nieuwsgierige opsporingsambtenaren mogen niet zomaar hun neus in onze brieven steken.
Artikel 13 (briefgeheim) van de Nederlandse grondwet is er glashelder over:
1. Het briefgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, op last van de rechter.
2. Het telefoon- en telegraafgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald,
door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.
Natuurlijk hadden de auteurs van het artikel nog nooit gehoord van smartphones, memory sticks of internet.
Toch geldt dit artikel voor elke manier waarop burgers met elkaar communiceren: de overheid mag niet zomaar
afluisteren of meelezen.
Een prettige gedachte, maar sinds 2009 geldt tegelijkertijd de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens,
ook wel de Data-retentiewet genoemd. Deze bepaalt dat telecomproviders verplicht zijn tot het bewaren van
onze verkeers- en locatiegegevens voor een periode van twaalf maanden. De overheid mag deze gegevens
zonder tussenkomst van de rechter gebruiken voor de opsporing en vervolging van daders van ernstige
misdrijven.
Dit wil niet zeggen dat de overheid onze mails uitgebreid kan doorlezen. Wel heeft zij onbeperkt toegang
tot de zogenaamde metadata. Denk aan de geadresseerde van een mail, de tijd waarop het bericht werd
gestuurd, de plaats waarop dat gebeurde en het onderwerp van de mail. Deze vallen weliswaar onder de
Wet bescherming persoonsgegevens, maar opsporingsambtenaren kunnen er zonder tussenkomst van een
rechter over beschikken.
Daarnaast wordt momenteel gewerkt aan een wet die het Nederlandse Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
mogelijk moet maken om ook de inhoud na te pluizen van al onze communicatie via de kabel. In dat geval
mogen opsporingsambtenaren dus ook onze e-mailberichten (of Whatsapp-berichten, Facebookgesprekken
enzovoorts) bestuderen. Welke voorwaarden hieraan verbonden moeten zijn, is nog onderwerp van discussie.
16 | Uitgelicht
3 april 2014
Uitgelicht | 17
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Groeien binnen de Graduate School
Tekst | Judith van Gaal
Foto | Bart van Overbeeke
Verplicht naar het buitenland. Alleen nog vakken van 5 of
2,5 studiepunten volgen. Wie in 2015 of later aan de master begint,
heeft veel kans dat dit op zijn/haar pad komt. Achter de schermen
wordt volop gewerkt aan de inrichting van de Graduate School,
waarbinnen alles na de bachelor op de TU/e bij elkaar wordt
gebracht. Meer keuzevrijheid, ‘de student centraal’, internationale
ervaring opdoen en een betere doorstroom naar een ontwerpers­
opleiding, promotietraject of een baan zijn de belangrijkste
ingrediënten.
“We gaan ons met z’n allen inzetten
om de ingenieurs van de toekomst
af te leveren. Door de invoering van
het Bachelor College is de instroom
naar de master veel diverser en daar
moeten we ons onderwijs op inrichten.
Studenten hebben eigen profielen
en we willen een betere aansluiting
op de master faciliteren.” Dit stelt
prof.dr.ir. Jan Fransoo, sinds eind
2013 de dean van de Graduate
School en daarnaast hoogleraar
Operations, Planning and Control.
Hij werkt twee dagen per week
aan de inrichting van de nieuwe
onderwijsvorm en stapt in op een
moment dat al heel wat voorwerk
is gedaan en de focus is bepaald.
De eerste, en meteen de meest
urgente, is de herziening van
de masteropleidingen. Fransoo:
“De eerste bachelorstudenten
zullen september 2015 met hun
master starten. Dat wil zeggen dat
deze zomer de contouren van de
masterprogramma’s moeten staan,
zodat er nog voldoende tijd is om
alles te verroosteren en de inhoud
van de vakken vast te stellen.”
Binnen de Graduate School valt ál
het onderwijs na de bachelor, een
binnen Europa minder gangbare
opzet. Fransoo: “We betrekken de
master erbij, omdat we die anders
willen positioneren: dichter bij de
promotietrajecten en ontwerpers­
opleidingen dan bij de bachelor.
We moeten de master gaan zien
als de eerste stap in de carrière
in plaats van de laatste stap van
de studie.”
Masterstudenten en docenten
krijgen met verschillende verande­
ringen te maken. Hieronder de
belangrijkste punten op een rij,
waarbij Jan Fransoo toelichting
geeft:
Meer keuzevrijheid. “We willen
afgestudeerden met een breder
profiel opleiden voor de industrie.
Het uitgangspunt van de Graduate
School is dat een student zelf
keuzes moet maken - en dan wel
onder begeleiding. De student
staat centraal. Alle andere keuzes
voor de Graduate School zijn
hiervan afgeleid. Het aantal vaste
vakken gaat maximaal 30 studiepunten worden. Maximaal, dus dat
mag ook 0 zijn - zoals nu bij enkele
opleidingen het geval is. Het is
de bedoeling dat tenminste 15
studiepunten worden gereserveerd
voor een vrije keuzeruimte, in te
vullen met een stage of vrije
keuzevakken. Zij-instromers, zoals
studenten uit het buitenland van
wie de vooropleiding niet helemaal
aansluit, kunnen deze ruimte ook
benutten om op het juiste niveau
te komen.”
De belangrijkste punten uit de
onderwijsvisie voor de Graduate
School zijn het streven naar
excellentie, internationalisering,
een coachende rol van docenten
en breder opgeleide ingenieurs
afleveren. In 2013 heeft een
taskforce, bestaande uit studenten
en medewerkers, een opzet
gemaakt van de invulling van
de Graduate School. Uit een
eerder decanenoverleg volgde
een lijstje met prioriteiten waarmee
Fransoo aan de slag kon gaan.
Alle vakken bestaan uit 5 of 2,5
studiepunten en worden in één
kwartiel gegeven.
“We willen beter aansluiten op het
Bachelor College, waarbinnen al
op deze manier wordt gewerkt.
We willen duidelijkheid scheppen
voor nieuwe studenten en het
gemakkelijker maken om bij andere
faculteiten vakken te volgen. Er zijn
studenten die nog enkele bachelorvakken moeten volgen. Dan is
het wel zo praktisch als die even
groot zijn als de mastervakken.
“Master eerste
stap in carrière
in plaats van
laatste stap
studie”
Om versnippering te voorkomen,
zullen de meeste vakken vijf
studiepunten worden. Aan de
andere kant willen we een beperkt
aantal vakken van tweeënhalve
studiepunt toestaan om tegemoet
te komen aan deeltijd-docenten
en zeer specialistische gebieden.”
Vakken van drie EC’s worden
toegestaan tot september 2017.
Alle masterstudenten moeten
ervaring opdoen in het buitenland.
“We vinden het heel belangrijk dat
de TU/e studenten met internationale
ervaring aflevert. De opleidingen
mogen hier zelf invulling aan geven.
Of het nu om een buitenlandse
stage gaat of om vakken volgen in
een ander land, dat staat ze vrij.
We zullen er zeker in het begin
coulant mee omgaan, zeker als een
student een goede reden heeft om
niet te gaan - bijvoorbeeld als er
iets op persoonlijk vlak speelt.
Maar niet willen is onvoldoende
reden om niet te gaan.” Internationale studenten hoeven overigens
niet naar het buitenland, omdat
ze de internationale ervaring in
Nederland al opdoen.
Docent als mentor. “Het idee is dat
elke masterstudent aan het eind
van het kwartiel of semester aan
een mentor wordt gekoppeld.
Die persoon is vaak dezelfde als
de afstudeerbegeleider. Docenten
krijgen een bredere rol, gaan
studenten begeleiden richting de
carrière. Een deel van de docenten
doet dat al, maar een deel nog niet
en houdt zich daar bewust weg van.
We willen docenten daar zo goed
mogelijk in faciliteren. De begeleidende rol wordt anders dan de
coachingsrol in het Bachelor
College; veel sterker inhoudelijk
gekoppeld en met primaire
verantwoordelijkheid voor de
student. Het is overigens niet de
bedoeling dat docenten zich ook
met professional skills gaan
bezighouden.”
Aandacht voor ontwikkeling van
skills. “We hebben een set van zo’n
dertig skills gedefinieerd, maar we
gaan met ongeveer zeven beginnen.
Denk aan vaardigheden als
schrijven, presenteren, overleggen
en beïnvloeden. We willen via een
assessment kijken hoe ver studenten zijn en wat ze nog nodig hebben.
We werken een en ander uit met het
Onderwijs- en Studenten Service
Centrum. We zitten met zeer
beperkte budgetten en kunnen
geen twintig trainers neerzetten.
We denken erover om bijvoorbeeld
PDEng’s studenten te laten trainen
in samenwerken en zo doen zij weer
ervaring op met leiderschap. Ook
kijken we naar online trainingen.”
Betere aansluiting op promotie­
traject en ontwerpersopleiding.
“Het moet gemakkelijker worden
om vanuit de master naar een PhDof PDEng-traject door te stromen.
Over verkorte promotietrajecten is
wel nagedacht , maar daar zijn we
nog niet uit. Waar we het wel over
eens zijn, is dat kwaliteit de norm
is. Het zou goed kunnen zijn dat
excellentie­trajecten eruit bestaan
dat je alvast wat vakken voor je
promotie kan gaan volgen, zodat
je daar minder lang over doet.”
Op naar 1.000
studenten in
2020
Fransoo staat verder voor de taak
ervoor te zorgen dat er meer
internationale studenten komen.
“Nu stromen er jaarlijks zo’n 250
internationale masterstudenten in.
Dat moeten er 1.000 worden in
2020. We werven tot nu toe vooral
via ons netwerk. We zijn als
universiteit nog niet zo oud als
bijvoorbeeld Delft, dat we via
alumni de groei van internationale
studenten en medewerkers kunnen
realiseren. We blijven ons netwerk
wel goed benutten - denk aan het
verschaffen van beurzen, het
bezoeken van instituten en nu en
dan op onderwijsbeurzen staan.
Maar we gaan vooral meer aan
online marketing doen om zo
meer studenten uit het buitenland
te trekken.” Het Communicatie
Expertise Centrum werkt momenteel
aan een campagne voor de
internationale werving. Fransoo gaat verder de ‘community­
vorming’ opstarten. “Dat wil zeggen
dat iedereen zich meer verbonden
gaat voelen met de universiteit.
Niet alleen studenten, maar ook
ontwerpers, promovendi en alumni.
Denk aan gezamenlijke activiteiten.
Dat is wel een proces van een aantal
jaren.” De laatste prioriteit ligt bij
wat Fransoo de governance noemt.
“Wie gaat zich waarmee bezighouden
en waarmee niet en wie heeft welke
bevoegdheden”, verklaart de dean.
“We moeten het bestuurlijk
verankeren.”
Voor veel opleidingen betekent de
invoering van de Graduate School
dat de structuur en invulling van
de masteropleiding verandert.
Fransoo: “Enkele opleidingen
kiezen ervoor met een leeg blad te
beginnen en andere opleidingen
voeren marginale aanpassingen
door.”
Prof.dr.ir. Bart Smolders is
opleidingsdirecteur Electrical
Engineering en directeur van het
gelijknamige Graduate Program.
“We zien dat we een steeds
diversere instroom hebben en dat
we in de master meer flexibiliteit
nodig hebben en individuele
coaching van studenten. We zullen
met docenten opnieuw naar de
invulling van vakken moeten kijken.
We hebben namelijk alleen maar
vakken met drie studiepunten en
geen van vijf. Onze deadline voor
het nieuwe curriculum is februari
2015 en volgens mij is dat haalbaar.
Maar ja, het is nog wel een hoop
werk.”
“Er ligt nog
een hoop werk”
“De meeste van onze masterstudenten gaan al op een internationale stage. Het lijkt me alleen
lastiger om ook onze studenten
met een hbo-achtergrond te
verplichten naar het buitenland
te gaan. Die kunnen hun tijd beter
besteden aan onderzoekvaardig­
heden. Verder hebben we al
behoorlijk wat internationale
studenten, maar het mogen er
natuurlijk altijd meer worden.
We merken dat zij vooral op het
niveau van professional skills hulp
kunnen gebruiken. Leidinggeven
is vaak lastig voor ze, net als
samenwerken. We bieden ze al
een traject aan en dat gaan we
verder uitwerken”, zegt Smolders.
“Ons afstudeertraject is al vrij strak
georganiseerd. We werken met een
afstudeercontract, waarin afspraken
tussen student en begeleider worden
vastgelegd. We willen in de toekomst
ook excellentie-trajecten in de master
invoeren voor studenten die daarna
een PhD of PDEng gaan doen.”
Prof.dr. Mark de Berg is opleidingsdirecteur van het Graduate Program
Computer Science. Bij deze opleiding
gaan andere zaken een rol spelen.
“Twee jaar geleden hebben we al
kwartielen en vakken van vijf
studiepunten ingevoerd. Dat werkt
praktischer, is handzamer voor de
planning en voor studenten is het
overzichtelijk om zich elk kwartiel
op drie vakken te kunnen concentreren. Bij onze multidisciplinaire
masteropleiding speelt wel dat
studenten met verschillende
achtergronden instromen. Die wil
je eenzelfde basis geven en dat kan
lastig worden met een klein aantal
vaste vakken. Een andere grote
uitdaging betreft de verplichting
om in het buitenland ervaring op
te doen. Dat gebeurt nu bij ons
heel weinig. We kunnen daarbij
wel van andere opleidingen leren.
Bij Automotive Systems hebben
ze bijvoorbeeld een mooi systeem
waarbij de opleiding faciliteert en
er tegelijkertijd veel verantwoorde­
lijkheid bij de student wordt gelegd.
Verder hebben we al zo’n zes jaar
een honors program in de master
en zijn we bezig met een systeem
waarbij de student beter wordt
begeleid in het maken van keuzes.
Een onderdeel daarvan is dat we
stromen hebben gedefinieerd
die studenten helpen een samenhangend pakket samen te stellen.
We bekijken nog hoe we met de
ontwikkeling van de professional
skills moeten omgaan.”
Buitenlandverplichting
roept vragen op
De universiteitsraad heeft afgelopen
maandag zorgen over de invoering
van de Graduate School geuit.
Met name de buitenlandverplichting
en de invoering van vijf studiepunten
per vak riep vragen op. Zo wil
Groep-één weten of het voor elke
opleiding toegevoegde waarde
heeft om in het buitenlandervaring
op te doen. De perso­neels­fractie
vreest dat studenten de verwachting
gaan hebben dat de faculteiten
alles gaan regelen, vanwege het
verplichte karakter.
De Eindhovense Studentenraad
vraagt zich af hoe de kwaliteit van
de opleidingen wordt gewaarborgd
en alle fracties zijn ook bezorgd
over de extra werkbelasting. Rector
prof.dr.ir Hans van Duijn reageert
dat alles nog in de steigers staat
en zegt toe dat het onderwerp later
uitgebreider wordt besproken.
Meepraten?
Op onze site lopen de reacties
al binnen over dit onderwerp.
Ook meepraten? Ga dan naar
www.cursor.tue.nl/nieuwsartikel/
artikel/masters-op-de-schop-voorgraduate-school-tue/
18 | Student
Clmn
3 april 2014
Aanschuiven bij
Wat is dat voor een huis?
Sinds Iknoria in 1981 werd opgericht
als vrouwendispuut van het Eindhovens
Studenten Corps, zijn er 120 leden
geweest. Op twee na hebben ze
allemaal wel een moment in het
dispuutshuis gewoond. De laatste
twee decennia is het gevestigd aan de
Grote Berg in Eindhoven. Op steenworp
afstand van de kit (Sociëteit Ilium) dus.
Voordeel: “Je kunt kruipend naar huis”.
Nadeel: “Dispuut Audumla plast hier
’s nachts door de brievenbus”.
Alain Starke
masterstudent
Innovation Scien
ces
Wat eten ze?
Tijdens het koken door Desirée
Rademaekers (TU/e, Technische
Bedrijfskunde) en Renou van der Laar
(Fontys, technische bedrijfskunde)
gaat het brandalarm drie keer af.
Ze proberen tien schnitzels te bakken
in drie pannen en tegelijk in een vierde
pan gebakken aardappelen onder
controle te houden. Voor de broccoli
is er geen kookpan groot genoeg,
daarom koken ze slechts de helft.
“We kunnen nog een salade maken
van sla, komkommer, tomaatjes enzo.”
Dit klinkt relaxed, maar de koks rennen
erbij door de keuken. Door de gaten
van het vergiet dat Desirée pakt voor
de groente zit een touw. “Oh ja, dat is
gebruikt als feutenpetje.” Renou roept:
“Nooit meer schnitzels!”, terwijl ze er
een van de vloer raapt.
Het burger­
lijke bestaan
Ik ga samenwonen. Zo, dat is eruit.
Geen 1-aprilgrap hier.
Voor vele studenten is het schijnbaar
een taboe, terwijl het voor anderen
slechts het einde van hun leven is.
Hun leuke leven althans, want het
burgerlijke bestaan roept zodra je
gaat samenwonen. Het bestaan
zonder feestjes, flexibiliteit en
frivoliteiten.
Qua reacties kun je samenwonen
vergelijken met een terminale sociale
ziekte: “Ja jongen, dit was het dan:
je wordt een burger!”, “Nou, geniet
er dan nog maar eventjes van hè!”
en -echt waar- “Huh, daar heb jij toch
geen aanleg voor? Had ik nooit bij
jou gedacht.”
Maar wie of wat is die burger dan?
Ik hoor dan wel eens: “Ik kom niet
bij de McDonald’s want daar zijn
burgers.” Maar hoewel maximaal
bijlenende prominente pikken
anders pretenderen, ligt het dedain
rondom de burger niet aan geld maar
aan tijdsbesteding. Burgers moeten
op zaterdag boodschappen doen,
de hond uitlaten en op tijd naar huis.
Zo zag ik laatst een advertentie voor
een kamer dat dit onderstreepte.
Buiten het standaardgeleuter over
samen eten en ‘niks moet en alles
mag’, trok de volgende zin de
aandacht: “we zijn tijdens de
tentamenweken [..] in het MetaForum
te vinden om de opgelopen schade
in te halen.” De opgelopen schade…
als student ben je dus slechts
acht weken per jaar productief.
Volgende week beginnen de
tentamenweken weer. Als rancuneuze, bijna-belastingbetalende
burger heb ik geen medelijden meer.
Nee, jullie zakken er allemaal maar in
studentjes. Met jullie luizenleventjes.
Terwijl jullie studeerden voor
schlemielige toetsjes had ik
afgelopen weekend 20% kluskorting
bij de Gamma, repte ik met Zweedse
vrienden over ‘Villa, Volvo, vovve’
-huisje, autootje en beestje- en
moest ik kiezen tussen een
inbouwkookplaat en gasfornuis.
En verdorie, ik ben er trots op!
Toch; het is wel een beetje raar, pas
24 jaar. Nu al trillend op mijn benen,
het studentenleven bijna verdwenen.
Op www.cursor.tue.nl
vind je meer columns.
De volgens de redactie beste
column plaatsen we hier.
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Student | 19
Wat is het verschil met een mannenhuis?
“Wij zijn netter”, zegt Charlotte Rademaekers (Fontys, commerciële
economie) direct. “We zijn streng met huisbeurten en maken elke
week schoon.” Alenka Beckers (Fontys automotive) weet nog iets:
“Wij vrouwen gaan beter met elkaar om. Mannen gaan altijd bij
elkaar in bed liggen of met blote ballen de kamer in waar een
huisgenoot ligt te vrijen. Wij lopen niet met blote tieten bij elkaar
naar binnen, wij laten elkaar met rust.”
Wat zijn de belangrijkste huisregels?
-Wie eet voordat ‘smakie’ is gezegd, ruimt af en doet de afwas.
Als iedereen zich heeft gedragen, wordt er met een dobbelsteen
beslist. Ander jargon in huize Iknoria: dankie, weltie en alstie.
-Als je een jongen hebt meegenomen mag je die niet in je bed laten
liggen als je zelf weggaat. Ze zouden zomaar nog een keer hun
dispuutsteken kunnen taggen op de Iknoriamuur in de woonkamer.
Waarom hangen drie coupletten van het
Iknorialied aan de muur?
De studenten hebben geen idee. Wat ze wel weten,
is wanneer ze het voor het laatst gezongen hebben.
Dat was op 11 februari in Sociëteit Ilium toen
aspiranten Isabel Stavenuiter (TU/e, Biomedische
Technologie), Nicky Pluijmers, (in-between-studies),
Desirée en Renou lid werden van Iknoria. “Vrouwen
mogen niet zingen op de kit. Daarom zijn we
natgegooid met emmers water.” De meiden
hebben lef: ze wisten van die emmers -hadden
zich er ook op gekleed- maar wisten ook dat het
niet alleen water is dat daar in zit. “Ze pissen
er ook in.”
Interview | Norbine Schalij
Foto’s | Bart van Overbeeke
Wil jij ook met je culinaire huisgenoten
in deze rubriek? Mail dan naar [email protected]
TU es
Wat doe je het liefst in je vrije tijd?
Voetballen. Ik heb relatief hoog gespeeld, maar nu de studie meer tijd vergt,
doe ik het minder intensief, ik speel alleen de wedstrijden. Wanneer ik tijd heb,
zit ik op een mountainbike of loop ik hard. Dat doe ik om fit te blijven en ook
om mijn hoofd leeg te maken. Verder speel ik graag gitaar.
Waarom heb je gekozen voor deze master?
Tijdens mijn werktuigbouwkundeopleiding ben ik verliefd geworden op industrieel
ontwerpen. Toch heb ik die hbo-opleiding eerst afgemaakt omdat ik er belangrijke
en onmisbare kennis opdeed die je hier aan de TU/e niet krijgt.
En hoe is het in Stellenbosch?
Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten
van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over
de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.
Als je jezelf een keer kon -laten- teleporteren, waar zou je dan naartoe gaan?
Naar de maan. Om de aarde te zien vanuit de ruimte.
Wat had je van te voren niet verwacht over Eindhoven?
Het is een gezelligere stad dan ik dacht. Ik zag Eindhoven als een koude stad,
maar nu ik zelf betrokken ben bij Glow en de Dutch Design Week zie ik dat er veel
te doen is. Het bruist, zogezegd.
Wat zou je na je bachelor willen gaan doen?
Ik weet niet of ik mijn master hier ga doen. Ik wil graag bij een ontwerpbureau gaan
werken. Als dat op mijn pad komt, probeer ik dat.
Met wie zou je graag een biertje willen drinken?
Met mijn oom Eus. Hij is anderhalf jaar geleden overleden
en ik mis hem ontzettend. Mijn peetoom was mijn grote
voorbeeld en ik kon enorm met hem lachen.
Bastiaan van Hout (25 jaar)
Tweedejaars bachelorstudent Industrial Design.
Hiervoor deed hij Werktuigbouwkunde op een hbo in Venlo.
Welke bachelor was je gaan doen
als jouw keuze niet bestond?
Dan was ik waarschijnlijk begonnen aan
de TU/e-master Mechanical Engineering.
Bas wil d
e laatste
vraag
vervange
n door ‘A
ls je
één supe
rkracht z
ou
kunnen h
ebben, w
at
zou het d
an
waarom? zijn en
’ (NS)
Een datastroom tien keer zo groot als het internet geproduceerd door één vierkante kilometer aan
antenne-oppervlakte. Een vliegtuigradar op een planeet tien lichtjaren ver weg kunnen waarnemen.
Genoeg glasvezel om twee keer de aarde mee te omwikkelen, gekoppeld aan de computerkracht
van honderd miljoen pc’s.
Het zijn een aantal van de vele indrukwekkende specificaties van het Square Kilometre Array (SKA)
project: ’s werelds grootste radiotelescoop die de komende tien jaar in Zuid-Afrika en Australië
gebouwd zal worden
Voor dit project ben ik voor mijn stage afgereisd naar Stellenbosch in Zuid-Afrika. Hier verbeter ik het
ontwerp van een antenne waarvan de komende jaren miljoenen exemplaren in de Zuid-Afrikaanse
woestijn geplaatst zullen worden. Dit doe ik op de Stellenbosch University in een kantoor waar menig
TU/e-medewerker jaloers op zal zijn, met indrukwekkend uitzicht op de bergen.
Dit komt omdat een master hier alleen voor de beste Zuid-Afrikaanse studenten is weggelegd: als
ik in de kroeg vertel dat ik masterstudent Electrical Engineering ben, word ik vaak met open mond
aangekeken. Daarnaast is er veel competitie tussen de studenten onderling. Er hangt bijvoorbeeld
een groot bord op de faculteit met daarop de beste afgestudeerden per generatie, iets wat je op
TU/e niet zo snel zult vinden.
Afgezien van deze verschillen lijkt de sfeer op Stellenbosch University erg op die van de TU/e.
Zo kun je ook hier bij een professor op elk moment van de dag binnenstappen en maakt het niet
uit hoeveel je aanwezig bent, zolang je je werk maar gedaan krijgt. Deze prettige sfeer en het
prachtige land geven me een mooi vooruitzicht voor de komende maanden in Stellenbosch.
M
studaernk Kleijnen
EngitneElectrical
ering
Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan
deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland?
Stuur dan een mailtje naar [email protected].
Foto | Bart van Overbeeke
Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl
20 | Mens
3 april 2014
us
U/e-camp
g
Donderda
3
bT
uur, Gasla
0
.3
3
2
0
april, 20.0
ederland
s van N
leine prij
ds
entenban
ense stud leet met jury,
v
o
h
d
in
E
omp
voor
ieboom. C
wedstrijd
ekken.
n dé band ur Zero en Stip & Kziekhelden te ontd
a
v
e
d
n
o
rr
o
u
o
H
o
m
,
v
2
e
0
e
w
y
d
ieu
rida
Twee
kans om n
r andere F
met onde eter en voor jou de
decibelm
s
ten: grati
Entreekos
K
Han Meijer | “ Ik heb een grote bek, en kom
ermee weg omdat ik goed ben”
De carrière van prof.dr.ir. Han
Meijer, hoogleraar polymeer­
technologie, zit er op. Na een
kwarteeuw min twee weken
(“dat gouden horloge dat ik net
misloop is niet alleen lelijk, maar
ook een anachronisme”) verlaat hij
de TU/e. En weg is weg, zo heeft
de altijd uitgesproken Meijer zich
stellig voorgenomen. “Ik zie in de
wereld te veel collega’s die blijven
hangen om als oude mannen over
de schouders van hun opvolgers
mee te kijken. Dat is het slechtste
wat je kunt doen. Iedereen heeft
het recht om zijn eigen fouten te
maken.”
Meijer, die sinds zijn aantreden in
1989 het polymerenonderzoek bij
de faculteit Werktuigbouwkunde
heeft vormgegeven, geeft geen
afscheidscollege. “Dat is voor
losers”, zo formuleert hij op geheel
eigen wijze. “Voor deeltijdhoog­
leraren die zichzelf belangrijk
vinden. Of je moet grappig zijn,
zoals Piet Lemstra. Dan zit de
collegezaal vol met mensen die
hopen dat je iets lelijks zegt.”
Hij kijkt met tevredenheid terug
op zijn loopbaan. Meer dan zestig
promovendi begeleidde hij in de
afgelopen decennia. Zijn groep
Polymer Technology behaalde bij
elke visitatie de maximale score.
“En ik ben er erg trots op dat alle
universitair docenten onder mijn
leiding zijn doorgegroeid tot
hoofddocent, en sommigen zelfs
tot hoogleraar. Ik heb een neus
voor talent en weet het beste uit
mensen te halen. Daar ben ik pas
echt goed in.”
“Ik koos altijd
voor de
gemakkelijkste
weg”
Zijn professionele succes heeft
hem de vrijheid gegeven om te
doen wat hij wil en te zeggen wat
hij vindt, legt de oud-columnist
van Cursor uit (in de jaren negentig
schreef hij tientallen prikkelende
stukjes voor dit blad). “Ik heb een
grote bek”, zegt hij zonder schroom.
“En je moet goed zijn om daarmee
weg te komen. Onze groep is niet
alleen internationaal beroemd,
maar heeft ook meer dan dertig
miljoen euro aan onderzoeksgeld
binnengehaald. Dat brengt een zekere
onafhankelijkheid met zich mee.”
Als je Meijer beluistert, is het
eigenlijk toeval dat hij aan de TU/e
is geëindigd als autoriteit op het
gebied van de polymeereigenschappen. Zelden koos hij op zijn carrièrepad doelgericht voor een bepaalde
afslag. Eigenlijk is hij gewoon lui
en koos hij altijd voor de gemakke­
lijkste weg, zegt hij nu. Neem zijn
studiekeuze: veel vrienden in
Meijers geboorteplaats Amsterdam
gingen politicologie of sociologie
studeren, maar zijn vader vond dat
geen goed idee voor Han. “Hij zei
dat je de Amsterdamse grachten kon
dempen met werkloze sociologen en
wilde dat ik ingenieur zou worden.
Maar uit een beroeps­keuzetest -die
hem honderd gulden kostte, een
rib uit zijn lijf- bleek dat ik psycho­
logie moest gaan studeren.”
Uiteindelijk luisterde Han braaf
naar zijn vader en ging naar Twente
om daar ingenieur te worden.
Lekker ver weg van huis en comfor­
tabel op een nieuwe campus met
allerlei voorzieningen. Hij genoot
van zijn vrijheid, haalde lage cijfers,
en koos na de algemene propedeuse
voor werktuigbouw. Ook die keuze
kwam weer niet bepaald tot stand
vanuit een gerichte ambitie.
“Het natuurkundepracticum was
vreselijk schools, scheikunde kon
ik niet omdat dat vak was uitgeloot
voor het eindexamen gymnasium,
wiskunde vond ik saai en dat
solderen van elektrische schake­
lingen vond ik maar onzin. Toen
bleef werktuigbouwkunde over.”
Gaandeweg kreeg hij toch de
smaak te pakken, en dat resulteerde
in de latere jaren van zijn studie
ook in aanzienlijk hogere cijfers.
De daaropvolgende promotie was
voor hem niet meer dan een middel
om onder militaire dienst uit te
komen. “Anders had ik geweigerd
en was de gevangenis ingegaan.
Ik ben een kind van de Vietnam­
oorlog en wilde absoluut niet dat
iemand mij ooit naar een oorlog
zou sturen.” Eenmaal gepromoveerd
bleek hij goed in de markt te liggen.
Van chemiereus DSM kreeg hij een
brief met het verzoek om langs
te komen, inclusief eersteklas
treinkaartjes en hotelreserveringen
- het vervolg laat zich raden.
Na de jaren tachtig door te hebben
gebracht bij DSM, kwam hij samen
met eerdergenoemde Piet Lemstra
-die hoogleraar werd bij Scheikundige
Technologie- naar de TU/e. Alweer
min of meer bij toeval. “Bij DSM
kon ik doorgroeien en manager
worden, maar ik wilde doen waar
ik goed in was. Eigenlijk wilde ik
liever naar Delft, maar Piet had al
een toezegging gedaan aan de
TU/e.” En dus belandde Meijer ook
in Eindhoven, zonder geld en met
slechts één promovendus -betaald
door DSM- als ondersteuning.
Die bescheiden uitgangspositie
weerhield de polymeerexpert,
inmiddels getooid met de karakte­
ristieke snor, er echter niet van
in korte tijd de bloeiende groep,
Polymer Technology, op te bouwen
waarvan hij nu afscheid neemt.
Wat hij gaat doen met de zee aan
vrije tijd die voor hem openligt,
zegt Meijer niet te weten. “Ik heb
er eerlijk gezegd nooit zo over
nagedacht. Voor mij is het de
eerste keer dat ik met pensioen
ga en in mijn familie werd nooit
iemand ouder dan 65. Ik heb altijd
met de dag geleefd.” Hij heeft geen
gebrek aan hobby’s; schildert,
houdt van lezen. “Maar dat doe je
geen hele dagen. Ik ben in ieder
geval van plan een paar weken
per jaar op bezoek gaan bij mijn
vriendje Paul Smith, die aan de
ETH werkt in Zürich. Daar wil ik nog
wel wat leuke ‘maakdingen’ doen.
Hier heb ik me vooral beziggehouden
met modelleren en het fundamentele
werk.”
Hoewel hij zich van niemand iets
aan lijkt te trekken, blijkt erkenning
voor Meijer toch belangrijk. Zijn
groep behaalde drie keer op rij de
maximale score bij onderzoeks­
visitaties. Expliciete waardering
voor die prestatie bleef echter uit,
vertelt hij. “Geld is op zich niet
belangrijk, maar ik eindig met
het salaris waarmee ik hier als
hoogleraar begon. En mijn slechtst
presterende collega verdient dat
ook. Zo werkt dat hier.”
“Dat gelobby
is zo’n gezeik”
Voor ‘prijsjes’ haalt hij echter zijn
neus op. Hij is blij dat hij geen
chemicus is, al heeft hij, doordat
zijn werkterrein op het snijvlak van
chemie en werktuigbouw ligt, wel
veel te maken met scheikundigen.
“Vooral in Amerika geven chemici
elkaar continu prijzen. Daar hangen
kantoren van hoogleraren vol
met van die vreselijke plakkaten.
Je telt niet mee als niet je hele
don’t
TU/e and Eindhoven so you
Cursor collects all events at
, and
nts
eve
ic
dem
aca
athletic and
have to. Symposiums, films,
can notify
You
nl.
ue.
or.t
urs
w.c
ww
at
parties: you can find them all
ail to
website, please send an em
us of new events through our
here
will
ine
gaz
Ma
sor
Cur
so.
do
[email protected] if you want to
ing happenings.
publish a selection of upcom
wand volhangt. Voor elke scheet
die je laat, krijg je een prijs. Ik heb
er zelf ook wel gekregen, maar
ik gooi ze weg. Onder werktuig­
bouwers speelt dat veel minder.
Je hebt gelukkig ook geen Nobelprijs voor werktuigbouwkunde.
Dat is zo’n gezeik, al dat gelobby.”
De enige prijs waar Meijer echt aan
hecht is de Performance Materials
Award van zijn voormalige
werkgever DSM. “Maar daar
zat dan ook een geldbedrag van
vijftigduizend euro aan vast.
Belastingvrij en vrij te besteden.
Daar heb ik twee badkamers en
een keuken van bekostigd.”
Glimlachend vanachter zijn snor:
“Een Ferrari was helaas net te duur.”
Interview | Tom Jeltes
Foto | Bart van Overbeeke
Vrijdag
4 april, 21.00-23
Pubquiz
in Movie
.00 uur, Ve
stdijk 9, E
in
s
De eeuwig
dhoven
Geschiede e roem! En leuke pri
n
jz
is
e
,
n voor de
entertainm
Formeer e
top 3 team
ent,
s zijn te w
actualiteit en team van maxim actualiteit, sport, TV
innen
aal 5 mens
svragen zo
en. Geluid , film en politiek ko tijdens de quiznigh
rgen voor
me
een afwiss
t.
sfragmente
elende qu
n, foto’s, mn allemaal aan bod
Entreekos
iz.
.
ten: 3 euro
uziekfragm
per persoo
enten en
n
nsdag
g en woe
a
d
s
in
d
,
e Doos,
Maandag
uis de Zwart
h
m
il
F
r,
u
u
20.00
s
TU/e campu
8
7
9 april,
Axesjazzpow
er Radian
èle
La vie d’Ad
Adèle
nge, volkse
n 2013. De jofd op de vrijgevochten
va
r
aa
n
in
ie
n
m-w
Gouden Pal r eigen verbazing verl et geluk en verdriet va
er h
ov
.
lm
rt
fi
o
e
wordt tot haa
o
d
h
daar bij
ontroeren
Emma. Een ote liefde en alles wat
gr
te
rs
ee
n
ee
euro
anderen 7,50
n 3,50 euro,
te
en
d
tu
S
:
Entreekosten
Maanda
g
woensd
ag
de Zwar
te D
14, dinsdag
16 april, Fil 15 en
m
La gran
huis
e-campu
s
oos, TU/
de bell
e
zza
Jep Gam
plots ha berdella wordt
existentird geconfronte na zijn 65e verj
prachtig ële leegte van erd met de groteaardag
naar zin e façades van het bestaan. A
als de b geving. Door veRome gaat hij ochter de
este film
p
le
van 201 n beschouwd zoek
3.
Entreek
osten: S
tudente
anderen n 3,50 euro
7,50 euro
Friday
11 April 20.30, P
Greg Sha
piro & int
arktheate
r, Elzentla
ernationa
an 50 Eind
l comedia
English co
n
Award win medy with Greg Sh
a
ner Brend
on Burns. piro and Edinburgh
Comedy
Event lang
Entrance feuage: English
e: 13,50
7
Monday Ap
ril, 2
Café Wilhelmin 1.00 uur,
a, Wilhelmina
plein 6,
Eindhoven
hoven
Radian is an Au
Brandlmayer dr strian experimental band.
Norman Martin ummer, bassist and guita Martin
post-rock, jazz Siewert play instrumentalrist John
hypothermia w and electronics. Usually exrock,
to the school ofith the use of beats, they betreme
music’. Their so the IDM, the ‘intelligent da long
Crystal, ethere und is similar to Trapist, Snnce
al and hypnotic
and with abstra
, extremely m oww
afraid of beau ct structures. And ... they inimalist
ty.
are not
Entrance fee:
students 7 euro
, others 11 euro