20 19 juni 2014 | jaargang 56 @tuecursor Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven ndhoven Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op en 2 | Vooraf CURTOON 19 juni 2014 It takes 11,000 to tango Colofon Hoofdredacteur Han Konings Eindredacteur Brigit Span Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Freke Sens (stagiaire) San van Suchtelen Monique van de Ven Medewerkers Nicole Testerink Angela Daley Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke Bart van Eijden Coverbeeld Bart van Overbeeke In my article on our international community, eleven people share their opinions. They reflect on the international community we should embrace, instead of the one we merely are. Eleven people, all with different ideas about how nationalities could and should mingle more. Quotes vary from: ‘Why should we integrate more, there are no conflicts whatsoever’ to: ‘It broadens people’s horizons, and it’s enriching to spend time with other nationalities outside the lecture theater, too’. I largely agree with the words of Viktor Bonev, chairman of international student association Cosmos: “There’s no harm in taking baby steps, but we shouldn’t be afraid to take them.” Internationalization advisor Poll Judith van Gaal Vincent Merk mentions that ‘it takes two to tango’, but I’d like to change that to ‘it takes 11,000 to tango’. So come on, TU/e folk! Have lunch, strike up a conversation, or hit the sports center with someone who’s actually from another country. For this edition, Cursor has done their part by publishing more articles with an international twist in English. Op de vraag of het voor masterstudenten die per 1 september 2015 een tweejarige exacte master gaan volgen oneerlijk is dat ze dan een extra jaar moet lenen, reageerden 72 mensen. Een zeer ruime meerderheid (77,9 %) vindt het inderdaad oneerlijk en 47,2 % is van mening dat OCW dat jaar moet compenseren. 20, 8 % denkt compensatie te vinden in de betere baangarantie die een exacte opleiding je na het afstuderen zal bieden. Opmaak Natasha Franc Vertalingen Annemarie van Limpt (p.30,31,32,33,38,39) Benjamin Ruijsenaars (p.34,35,36,37) Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris) Redactieadres TU/e, Laplace 0.35 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: [email protected] Cursor online www.cursor.tue.nl Druk Janssen/Pers, Gennep Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745 De TU/e-reisgids Een belangrijke reden waarom Nederland aantrekkelijk is voor buitenlandse studenten en medewerkers zijn de kleine afstanden. Aldus medewerker internationalisering Willem van Hoorn. Alles is bereisbaar. Je stapt in de trein en voor je het weet, ben je bij de Amsterdamse grachten, het Zuiderzeemuseum, de bollenvelden van Lisse, de Veluwe of het Vrijthof. Het lijstje met highlights uit de Lonely Planet is zo afgestreept. Maar hoe zit het eigenlijk met de landen waar onze internationals vandaan komen? Voor deze Cursor vroegen we TU/e’ers van allerlei nationaliteiten naar een bijzondere plek in hun geboorteland. Zelf voor gekozen, dus niet over zeuren vindt 13,9 %. En 6,9 % vindt het sop de kool niet waard omdat het om een verwaarloosbaar bedrag gaat. ns Freke Se Nu vragen we op www.cursor.tue.nl Op pagina 16 t/m 19 vind je hun tips voor onder andere Mexico, Kameroen en China. Plus een Nederlandse hotspot, omdat die nu eenmaal zo lekker naast de deur ligt. Gedurende de periode dat Cursor niet op papier verschijnt (tot donderdag 4 september) zal de redactie op de site zo af en toe de mening peilen over een actueel onderwerp. Nieuws | 3 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl Meer nieuws vind je op www.cursor.tue.nl Extra doce vangen gr nten en avondcoll eges oei instroo 17 juni - Om de groeiend m e o in extra docen p stroom op te ten aangest vangen, wo eld. rd en komend De maatreg Ook verhuis collegejaar elen t een beperkt vijftien aantal colle die maandag vloeien voort uit een no ges naar de ta van de ta door de univ avond. skforce ‘Acc ersiteitsraa op structure ommoderen d als ‘mager lere voorste Groei’, ’ werd betitel llen, waarbij d. Men had verder in de gehoopt toekomst w Volgens de ordt gekeke rector zijn d n. e faculteiten in te dienen al enige tijd , waarin te zi te ru en g uitgenodigd moet zijn ho ze zullen do en bij eventu om meerjar e ze denken enplannen de groei te ga ele krimp in latere jaren an opvangen en . wat TU/e voert eigen wetenschappelijke gedragscode in 17 juni - TU/e-hoogleraar Anthonie Meijers heeft op basis van de landelijke Gedragscode Wetenschapsbeoefening een beknopte gedragscode voor wetenschappers, studenten en gasten van de TU/e opgesteld. Volgens rector Hans van Duijn is zo’n code op maat ook verstandig gezien de intensieve samenwerking van veel TU/e-wetenschappers met het bedrijfsleven. Naar verwachting wordt de zogeheten ‘TU/e Code’, opgesteld in opdracht van het College van Bestuur, na de zomervakantie ingevoerd. Oranje euforie op Industria-feest 14 juni - Uitbundigheid, enthousiast gejuich en euforisch dansen en springen. Niet alleen Oranje heeft vrijdagavond gewonnen, maar ook de ‘lustrumafsluitcommissie’ van Industria. De vijf Nederlandse doelpunten tegen Spanje zorgden mede voor een topsfeer tijdens het afsluitende lustrumfeest van de studievereniging (Industrial Engineering), waarbij de WK-wedstrijd getoond werd op het grote led-scherm van MetaForum. Groen licht voor renovatie Hoofdgebouw 13 juni - De Raad van Toezicht is akkoord gegaan met het renovatieplan voor het Hoofdgebouw. De renovatie valt in drie deelprojecten uiteen: de uithuizing van alle gebruikers voor 2015, sloop en asbestsanering tot medio 2016, gevolgd door tweeëneenhalf jaar wederopbouw. Eind 2018 biedt het gebouw onderdak aan de faculteiten Industrial Design en Industrial Engineering & Innovation Sciences, acht ondersteunende diensten en het College van Bestuur. Door het onverkort uitvoeren van het renovatieplan zal de komende jaren de baseline van veertien procent -dat deel van het budget dat jaarlijks mag worden uitgegeven aan huisvestingslasten- worden overschreden. Maar zowel de Raad van Toezicht als het College van Bestuur vindt dat acceptabel. Team Eindhoven zesde op GNSK 17 juni - Eindhoven heeft vijf medailles behaald tijdens het Groot Nederlands Studentenkampioenschap, afgelopen weekend in Tilburg. Bij het voetbal wonnen zowel de heren als dames goud, verder waren er bronzen plakken voor de waterpolodames, beachkorfballers en tennissers. In het overall klassement moest Eindhoven genoegen nemen met een zesde plaats. Nijmegen werd voor de tweede keer op rij eerste. Tech United laat voor WK nieuwste snufjes zien 16 juni - De wereldtitel moest het team vorig jaar afstaan aan de Chinese concurrentie, maar Tech United is er maar wat op gebrand om de robotvoetbalcup eind juli in Brazilië te heroveren. Een krachtiger balbehandeling, een betere grip door nieuwe wielen, een grotere nauwkeurigheid bij lobballen en meer doortastendheid bij het nemen van beslissingen. Onder andere met deze verbeteringen hoopt het team met zijn voetballende TURTLEs de wereldtitel terug naar Eindhoven te halen. Dinsdag, op de jaarlijkse fanavond in de markthal van MetaForum, lieten de Eindhovenaren alvast hun nieuwste wapens in de robotstrijd zien. oor v e t i s s ling Intro e d d i m s be Kamer lekken tijden slaapp l vóór de s liefst a ustus aan Introkid 13 juni - ingsweek in aug de inzet is ak kennism lek helpen - dat ce. p Crashpla en p t a e m ie s een sla is unn trocomm huizen k van de in en en studenten anbieden, ing tsen a Verenig kogeerplaa lo e it zich de s lnemers via deze e e . d n o e tr eld r in waarvoo en kunnen aanm gangers k o e tr w in e t d d raa n men mmissie rdere huizen aa o c o tr in e e at De d m r n o e o orkom zich v o v l a t e aan om th is er nog t n. Moch e te melde ter het net vist, h hten in h ac overnac siemand te u p m m o de ca optie trum op niet ideaal. altijd de n e c rt o nsp dit Studente introcommissie e d t d al vin Boeddha keert terug in kunstvijver bij Zwarte Doos 10 juni - Een paar jaar dobberden de tientallen glanzende zwarte eieren, elk met een zonnepaneel op de bol, ietwat doelloos in de vijver. Maar vanaf komende augustus zijn ze weer in solar business. Dan keert de boeddha terug die oorspronkelijk het hart van ‘SOH19 States of Nature’, een kunstwerk van Alex Vermeulen, vormde - met een nieuw, hydraulisch systeem om de zwarte figuur bij zon vanuit het water omhoog te stuwen, zoals altijd de bedoeling was. In tegenstelling tot voorheen zit de boeddha straks niet in een perspex kolom, maar in de openlucht. Medewerkers van het Equipment & Prototype Center van de TU/e werken momenteel aan de elektronica die de hydrauliek van de boeddha moet gaan aansturen. 4 | Gelinkt 19 juni 2014 Kosmopolieten uit De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit. De een groeide op in China, emigreerde op haar negende naar Duitsland en ging vervolgens in Nederland studeren. De ander komt uit Knegsel, een dorp onder de rook van Veldhoven. Toch voelen Anqi Li en Rachel van Berlo, beiden derdejaars Industrial Design, zich onderdeel van de internationale gemeenschap van de TU/e. Zo zijn ze lid van internationale studentenverenging Cosmos én lanceerden ze vorige maand het Tandem Project waarbij koppels taal en cultuur uitwisselen. Anqi Li Rachel van Berlo Gelinkt | 5 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl China en Brabant Het is druk in de Common Room, het thuishonk van Cosmos op de begane grond van MetaForum. Sommige mensen zitten geconcentreerd achter hun laptop, anderen kletsen wat. De vereniging telt zo’n vijfentwintig actieve leden, onder meer uit Finland, Engeland, Bulgarije, India, China, Japan en Bolivia. Voor de Chinees/Duitse Anqi (25) is dit een vertrouwde omgeving. Ze is al vanaf de begindagen bij Cosmos betrokken en zit dit jaar in het bestuur. De 21-jarige Rachel is sinds een paar maanden lid. Daarmee bracht ze het aantal Nederlandse leden op twee. Te weinig, volgens Anqi en Rachel. “Nederlandse studenten zijn heel terughoudend naar ons toe. Ze denken dat de vereniging alleen voor buitenlandse studenten is. Maar internationaal betekent óók Nederlands.” Voor Anqi was lid worden van Cosmos een logische stap. Niet alleen omdat ze nieuw was in Nederland, ook omdat ze sinds haar jeugd in Duitsland gewend is aan een internationale omgeving. “Chinese mensen in het buitenland hebben vaak de neiging om andere Chinezen op te zoeken. Mijn ouders hadden juist veel contact met mensen uit andere culturen. Zo hadden ze Turkse, Iraanse, Franse, Duitse en Italiaanse vrienden.” Bij Rachel lag dat anders. Hoewel haar vader en oudere broers veel reisden en haar ouders haar meegaven geen grenzen te ervaren, koos ze voor een universiteit op fietsafstand van haar ouderlijk huis. Haar internationale contacten beperkten zich tot die met IDstudenten. De omslag kwam toen ze vorig semester in Italië studeerde. “Als je zelf voor langere tijd in het buitenland geweest bent, identificeer je je veel meer met de mensen die hier komen. Als je alleen Nederland kent, heb je aan je leven als Nederlandse student genoeg. Je moet blijkbaar eerst het verschil ervaren.” “Voor vriendschap met een buitenlandse student moet je meer moeite doen” Door haar eigen buitenlandervaring herkent Rachel de problemen waar veel internationale studenten hier tegenaan lopen. Zoals de moeite die het kost om bevriend te raken met Nederlandse studenten. “In Italië maakte ik makkelijker contact met andere internationale studenten dan met Italianen. Ik had wel Italiaanse vrienden, maar ik merkte dat zij naast hun vriendschap met mij ook een ander leven hadden.” Anqi ervoer iets soortgelijks toen ze naar Nederland kwam. “Toen ik van China naar Duitsland verhuisde, integreerde ik heel snel. Als kind heb je een taal zo onder de knie en bovendien nauwelijks last van vooroordelen.” Het maken van Nederlandse vrienden bleek echter lastiger. “Veel mensen hebben hier al een vaste vriendengroep. En voor de vriendschap met een buitenlandse student moet je nu eenmaal meer moeite doen. Zowel vanwege de taalbarrière als de culturele verschillen.” Vorige maand lanceerden ze, tussen het afronden van hun bachelor door, het Tandem Project. Een platform voor de uitwisseling van taal en cultuur, zoals de naam al aangeeft, in koppels. Rachel leerde het concept kennen in Italië, waar ze haar kennis van Engels en Duits aanbood in ruil voor Italiaans. “Met mijn partner ging ik wat drinken en ondertussen oefenden we de taal. Dat was heel informeel, maar tegelijkertijd heel leerzaam omdat we het over totaal andere dingen hadden dan tijdens reguliere taallessen.” Naast taal kan ook cultuur worden gedeeld, zoals culinaire tips. De initiatiefneemsters zijn tevreden met de belangstelling tot nu toe. Er wordt onder meer Russisch, Turks, Spaans, Italiaans, Duits, Hindi en Japans aangeboden. “Iemand bood zelfs een taal aan waarvan we nog nooit gehoord hadden”, aldus Rachel. Maar ook voor dit project hebben ze moeite met het vinden van Nederlandse deelnemers. Anqi: “Terwijl er juist veel interesse is van internationale studenten die hun Nederlands willen oefenen.” “Ooh I don’t dare to speak to you!” Ze kenden elkaar al van Industrial Design, maar raakten pas afgelopen zomer tijdens een studiereis door China bevriend. De laatste maanden hebben ze elkaar veel gezien, vooral in de Common Room. Ondanks hun diverse achtergronden merken ze weinig van culturele verschillen onderling. “We hebben eenzelfde manier van werken. Aan de ene kant zijn we dat gewend vanuit onze studie, aan de andere kant verschillen de Nederlandse en Duitse cultuur niet zo veel van elkaar”, vertelt Rachel. Anqi beaamt dat het contrast waarschijnlijk groter was geweest als ze direct vanuit China naar Nederland was gekomen. “Dan was ik vast heel verlegen geweest.” Met een hoog stemmetje: “Ooh I don’t dare to speak to you! Chinese studenten vinden het vaak lastig om Engels te praten. Bovendien durven ze vaak hun mening niet te geven uit angst iets verkeerds te zeggen. Dat had ik ook toen ik pas in Duitsland was. Maar hier maakt het helemaal niet uit als je iets verkeerds doet of zegt.” Rachel vult aan: “Toen we in China waren, voelden we dezelfde culturele verschillen. Mensen daar zijn passiever. Van ons wordt juist verwacht dat we proactief en creatief zijn.” Zijn er dan helemaal geen verschillen? Ze beginnen allebei te lachen. Rachel: “Zij eet altijd…” “vreemde dingen”, geeft Anqi toe. “Ik hou heel erg van Chinees eten.” Rachel: “Als ik snel iets moet eten, neem ik een pizza, maar Anqi kookt zelfs dan een uitgebreide Chinese maaltijd.” Hun internationale identiteit ten spijt, beginnen ze na de zomer hun masteropleiding gewoon in Eindhoven. De studie bevalt hen goed, ook vanwege het internationale karakter. Na het behalen van hun masterdiploma willen ze wel weg. Rachel: “Ik zie mezelf wel ergens anders. In een grote stad en die kan overal ter wereld liggen.” Anqi hoopt in eerste instantie werkervaring op te doen in Nederland of Duitsland. In de verre toekomst wil ze terug naar China. Haar ouders wonen inmiddels ook weer daar om voor haar grootouders te zorgen. “Voor mij is dat niet de belangrijkste reden om straks terug te gaan. Dat is omdat ik me, ondanks dat ik langer in Europa gewoond heb dan in China, uiteindelijk toch het meest Chinees voel.” In september gaan ze weer naar China in het kader van een ontwerpproject voor de Beijing Design Week. Ze ontdekten pas achteraf dat ze zich voor hetzelfde project hadden ingeschreven. “Het heeft iets met luchtvervuiling te maken. Meer mogen we nog niet zeggen. Maar we gaan in ieder geval weer heel nauw samenwerken.” Interview | Freke Sens Foto | Bart van Overbeeke 6 | Onderzoek 19 juni 2014 Succescoach met moleculaire passie Volgende week kan prof.dr. Bert Meijer op zijn toch al indrukwekkende palmares een vinkje zetten achter ‘Prijs Akademiehoogleraren’. Op 26 juni ontvangt de TU/e-hoogleraar Organische Chemie in het Amsterdamse Trippenhuis officieel deze oeuvreprijs van de KNAW, die vergezeld gaat van één miljoen euro. Een gesprek met een man met een grote liefde voor moleculen. “Eigenlijk is deze prijs voor onze onderzoeksgroep; mijn aandeel in het onderzoek wordt al snel overschat.” Bert Meijer (1955) is de eerste die zijn persoonlijke bijdrage aan de wetenschap relativeert. Ondanks alle prestigieuze subsidies en prijzen die hij de afgelopen decennia heeft vergaard (een selectie: KNAW-lidmaatschap, Spinozapremie, Zwaartekrachtsubsidie, ERC Advanced Grant, benoeming tot universiteitshoogleraar van de TU/e en vele interna- tionale prijzen en benoemingen) ziet hij zichzelf in de eerste plaats als onderwijzer en coach. “Ik maak graag de vergelijking tussen wetenschap en sport”, verduidelijkt Meijer. “Experimenteel onderzoek is in die vergelijking een teamsport, waarbij ik als hoogleraar de coach ben die de spelers opstelt en de tactiek bepaalt. Ik ben geen speler die een doelpunt maakt. Het is zelfs zo dat een coach nog veel kan leren van de topspelers die hij onder zijn hoede heeft. Voorheen hield een benoeming tot Akademiehoogleraar in dat je tot je emeritaat vrijgesteld werd van bestuurlijke en onderwijstaken. Dat laatste vind ik bizar. Onderwijs is namelijk een heel belangrijke taak en onlosmakelijk aan ons beroep verbonden.” Dat hij het begeleiden van studenten, promovendi en postdocs als zo’n belangrijke opdracht beschouwt, brengt voor Meijer wel beperkingen (zelf noemt hij het liever “uitdagingen”) met zich mee voor het formuleren van onderzoeksprojecten. De jonge onderzoekers onder zijn hoede moeten namelijk wel in staat zijn om, in de paar jaar dat ze aan hun onderzoek werken, iets tastbaars te bereiken. En dat is gezien het interessegebied van Meijer, met veel aandacht voor zeer fundamentele vragen, niet altijd gemakkelijk. “Ik ben verliefd op moleculen” “Ik lig niet snel ergens van wakker”, zegt de chemicus. “Maar als ik wakker lig, is het over de vraag of de dingen die we doen wel succes zullen brengen voor de jongelui in onze groep.” Heeft hij, als dat mislukt, gefaald als coach? “Ach, als je een wedstrijd verliest, kan dat zijn omdat je de verkeerde speler hebt opgesteld, of op de verkeerde positie. Maar je vraagt je ook wel eens af waarom een spits de bal er niet gewoon inschiet. Ik ben heel blij dat onze sterke focus op het opleiden niet ten koste gaat van de wetenschappelijke erkenning; ik ben ook heel trots op deze prijs, die laat zien dat onderzoek en onderwijs prachtig samengaan.” Rode draad in het wetenschappelijke leven van de geboren Groninger is de vraag hoe verzamelingen moleculen in de natuur samenwerken in het georkestreerde geheel dat we leven noemen; zowel vanuit een intrinsieke fascinatie voor wat dat ‘leven’ precies inhoudt, als vanuit de gedachte dat je, door controle te verwerven over dergelijke moleculaire processen, een hele nieuwe wereld van toepassingen opent. “Ik zeg wel eens dat ik verliefd ben op moleculen. Alles om ons heen Bert Meijer bij Ceres, waarin het ICMS is gehuisvest. Foto | Bart van Overbeeke Onderzoek | 7 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl is er uit opgebouwd. Alles wat we zijn en kunnen -denken, ademen, schrijven- komt door moleculen. Mijn droom is dat we op een gegeven moment zoveel snappen van hoe die moleculen samenwerken, dat je de meest simplistische vorm van leven in een laboratorium kunt maken. Ik bedoel dan niet eens een hele cel of zoiets moeilijks, maar een simpel moleculair fabriekje, waarvan je zou kunnen zeggen dat het autonoom zijn gang gaat en functies uitvoert waar we nu alleen maar van kunnen dromen. Dat blijkt ongelooflijk ingewikkeld, omdat we niet goed begrijpen hoe moleculen zich in een verzameling van verschillende interacterende moleculen gedragen. Maar de afgelopen tien, twintig jaar is op dit vlak al wel veel vooruitgang geboekt.” Een deel van die vooruitgang komt door het werk van Meijer en zijn collega’s binnen de eigen onderzoeksgroep en in het Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen (ICMS), waarvan Meijer geestelijk vader en wetenschappelijk directeur is. “Onze groep heeft bijvoorbeeld aangetoond dat kunststoffen, zoals dit tafelblad, niet alleen gemaakt kunnen worden van lange polymeerketens, maar ook van veel kleinere moleculen. Door dynamische, zwakke interacties plakken die als een soort klittenband aan elkaar; zogenaamde supramoleculaire polymeren. Dat maakt het materiaal veel eenvoudiger te verwerken en het krijgt ook een soort zelfherstel- lende eigenschap. Bij Biomedische Technologie gebruiken ze dit materiaal bijvoorbeeld om bloedvaten te maken.” Een miljoen om dromen waar te maken Het onderzoek naar bovengenoemde zelfherstellende plastics begon volgens Meijer uit pure nieuwsgierigheid. Hij had dan ook nooit gedacht dat uit deze experimenten al zo snel technologische toepassingen zouden volgen. “Het duurt vaak heel lang voordat een vinding vanuit het lab op de markt komt. Vloeibare kristallen zijn al in de negentiende eeuw ontdekt en worden pas de laatste jaren op grote schaal gebruikt in LCD-schermen. Ook de uitvinding van de OLED stamt al uit de jaren zeventig. Zelf heb ik vroeger veel aan dendrimeren gewerkt, boomachtige moleculen. Pas twintig jaar later is in Japan nu een fosfaatbinder tegen nierproblemen op de markt gekomen op basis van deze moleculen. En we maakten eind jaren tachtig onze eerste supramoleculaire polymeren. Ook die zijn nu op de markt via SupraPolix, maar dat is nog geen beursbericht waard, hoor. Hoewel ik er van overtuigd ben dat het een groot commercieel succes wordt; afwachten dus maar.” Waar hij het miljoen van de KNAW dat hij volgende week mag bijschrijven voor gaat gebruiken? Niet voor een grote carrièresprong in ieder geval, hoewel de Prijs Akademiehoogleraren die mogelijkheid in principe wel biedt. “Toen ik de Spinozapremie kreeg, heb ik besloten me te richten op complexe moleculaire systemen en in die richting ga ik door. Dit miljoen geeft me een enorme extra stimulans en extra mogelijkheden om onze dromen waar te maken en vier of vijf jongelui op te leiden tot doctor.” Interview | Tom Jeltes In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over hun afstudeeronderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar [email protected]. Sluitstuk Meer tablets op tafel Als het aan masterstudente Kim Starmans ligt, schrijft ze als toekomstig wiskundedocent haar formules niet meer op het schoolbord, maar deelt ze die met haar leerlingen via de tablet. Afgelopen half jaar deed ze bij de Eindhoven School of Education onderzoek naar het gebruik van iPads op de middelbare school. Hoewel we in ons dagelijks leven voortdurend schermen binnen handbereik hebben, lijken die in het onderwijs juist op afstand gehouden te worden. Voorzichtig wordt er geëxperimenteerd met laptops in de klas, maar smartphones en tablets zijn er nog nauwelijks te vinden, net zoals studies hierover. En dat is een gemiste kans, vindt Kim Starmans. In het kader van haar combinatiemaster Industrial and Applied Mathematics en Science, Education en Communication volgde ze samen met medestudent Giel Oerlemans een project waarbij een vmbo-klas bij elk vak iPad-onderwijs kreeg. “Docenten denken vaak dat leerlingen snel afgeleid zijn met een tablet voor hun neus en andere zaken gaan doen, zoals chatten. Maar ze vergeten dat papieren briefjes die rondgaan net zo erg zijn. Dat afleiden bleek bovendien erg mee te vallen. Leerlingen vonden de iPad-lessen boeiender en afwisselender. Leuk zullen ze niet zo snel zeggen, het blijft toch leren. En ook vanuit de docenten hoorden we veel positieve geluiden, ondanks de hogere werkdruk en de soms haperende techniek. Het loopt nog niet geheel naar behoren, maar de meerwaarde die tablets kunnen hebben, is voor de deelnemende docenten heel duidelijk.” Brugklassers van een regionale middelbare school kregen vier Kim Starmans. Foto | Rien Meulman maanden lang bij elk vak les met behulp van een iPad. Op haar eigen tablet laat Kim wat voorbeelden zien. “Met PuppetPals kun je leerlingen met poppenkastpoppen conversaties laten voeren in een vreemde taal. De docent geschiedenis gebruikte dezelfde app om een dictator en een koning verschillende bestuursvormen uit te laten leggen. Iemand anders kwam met Nearpod, waarmee je op een interactieve manier een presentatie deelt met leerlingen en tegelijkertijd lesstof kunt evalueren. En zelfs in de gymlessen werden apps gebruikt om de bewegingen van de handstand te analyseren. Hoewel docenten begeleiding kregen in het integreren van de iPad in de lesstof, werd er aangegeven dat het uitzoeken welke apps geschikt zijn erg tijdrovend is. Ook zijn veel lesmethodes nog niet voldoende aangepast aan de nieuwe vorm van lesgeven.” Er ligt dus nog veel werk voor onderwijskundigen, docenten en educatieve uitgeverijen. Toch denkt Kim dat tablet-onderwijs de toekomst heeft. Ze is nu nog druk aan het solliciteren voor komend schooljaar -haar tijdelijke baan als invaldocent loopt bijna af- maar hoopt binnenkort als wiskundedocent bezig te blijven met onderwijsvernieuwing. “Het is eigenlijk heel vreemd dat leerlingen buiten de klas constant met nieuwe media bezig zijn, maar in de schoolbanken alleen pen en papier mogen gebruiken. Je moet als docent weten hoe je nieuwe technologie nuttig kunt gebruiken, daar draait het om. En ja, er gaat minder geschreven worden, maar dat gebeurt nu ook al. Is dat een nadeel? Ach, het scheelt in ieder geval veel turen naar onleesbare hanenpoten...” (NT) 8 | Onderzoek 19 juni 2014 4 brandende vragen Peter Pasmans | Technische Natuurkunde Atomen volgen met ultrasnelle lasers en elektronen 1 we op n e i z Wat er van v o c de hrift? c s f e je pro 2 Ho op f e leg j waa eestj e e r je ond s uit e ove r ga rzoek at? 1 | cover 3 Welke persoon, techniek of apparaat is onmisbaar geweest voor je onderzoek? 4 eeft Wat h ving e l n me de sa uw werk? aan jo Bij ultrasnelle elektronendiffractie wordt gebruikgemaakt van de zogenaamde ‘pump-probe’-techniek. Deze techniek wordt op artistieke wijze uitgebeeld op de cover. De zwarte punten vormen een hexagonaal rooster van atomen, zoals in grafeen, die links nog netjes geordend zijn. De rode ‘pump’-laserpuls warmt het rooster op waardoor de atomen meer gaan bewegen en de ordening naar rechts toe verloren gaat. De groene ‘probe’-elektronenpuls wordt gebruikt om deze verandering van de structuur te volgen in de tijd. 2 | feestjes De typische tijdsschaal waarop atomen bewegen in een rooster is 100 femtoseconden. Om een gevoel te geven hoe snel dit is: 100 femtoseconden ten opzichte van een seconde is vergelijkbaar met een seconde ten opzichte van 300.000 jaar. Met ultrasnelle elektronendiffractie is het mogelijk om veranderingen in de ordening van atomen te volgen op deze ultrakorte tijdsschalen. We hebben fundamentele grenzen van deze techniek onderzocht met als ultieme doel om in de toekomst atomaire processen te kunnen volgen in complexe moleculen zoals eiwitten. 3 | onmisbaar De geweldige ondersteuning van de technici in de groep was onmisbaar bij het experimentele onderzoek, maar het enthousiasme van mijn promotor (prof.dr.ir. Jom Luiten, red.) is ook heel belangrijk geweest. 4 | samenleving Er zijn vele onderzoeksgebieden waar gebruik van ultrasnelle elektronendiffractie zou kunnen leiden tot betere en nieuwe inzichten. Bijvoorbeeld bij onderzoek naar supergeleiding voor het reduceren van elektrische transportverliezen of bij onderzoek naar dynamica van eiwitten voor het begrijpen en genezen van bepaalde ziektes. (Onder redactie van Tom Jeltes) Foto’s | Bart van Overbeeke Onderzoek | 9 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl David Caicedo Fernández | Electrical Engineering Slimme verlichting 1 | cover Op de voorkant zien we een moderne kantoortuin met ruimte voor veel werkplekken en een groot raam waardoor daglicht binnenkomt. Daarboven staat een afbeelding die illustreert hoe meetgegevens van twee soorten sensoren, die de bezetting van het kantoor en het lichtniveau meten, worden gebruikt om de verlichting in zo’n kantoortuin aan te sturen. De zon is ook zichtbaar, omdat die een belangrijke rol speelt - hoewel we daar geen invloed op hebben. 2 | feestjes We willen de hoeveelheid energie minimaliseren die nodig is om kantoorgebouwen te verlichten, zonder het risico dat de mensen te weinig licht hebben om bij te werken. Dat betekent dat we het midden moeten vinden tussen altijd het licht aanhouden (zodat je zeker weet dat er altijd genoeg licht is) en het licht overdag standaard uitdoen (zodat je het risico loopt dat er te weinig licht binnenkomt op een bewolkte dag). Ik heb algoritmes ontwikkeld om de verlichting aan te sturen met behulp van bewegings- en lichtsensoren. 3 | onmisbaar Het prototype van een nieuw soort bewegingssensor, ontwikkeld door Philips, was onmisbaar. Die heb ik namelijk gebruikt voor het ontwikkelen en testen van algoritmen waarmee je kunt bepalen of en waar er mensen in het kantoor aan het werk zijn. 4 | samenleving Energiebesparing in kantoorgebouwen is goed voor de portemonnee en voor het milieu. Wij proberen dit doel te bereiken zonder dat de mensen die in het kantoor werken daar last van hebben. Je wilt namelijk niet dat de lichten voortdurend aan- en uitgaan als in een disco. Adrian Cioroianu | Technische Natuurkunde De kracht van polymeernetwerken 1 | cover Op de omslag van mijn proefschrift zien we een interpretatie van ontwerper Ovidiu Bejan van een brug die is opgebouwd uit polymeernetwerken. Net als bij zo’n brug kan met netwerken van polymeren een uitstekende stabiliteit worden verkregen met een minimale hoeveelheid materiaal. 2 | feestjes De cellen in ons lichaam, de weefsels in onze organen; allemaal gebruiken ze netwerken van polymeren om niet uiteen te vallen. Deze netwerken zorgen voor een stabiele structuur en het is daarom van groot belang om te onderzoeken, begrijpen en voorspellen hoe deze structuren zich gedragen onder de invloed van de mechanische belasting waaraan ze in ons lichaam voortdurend worden blootgesteld. 3 | onmisbaar Mijn werk behoort tot het brede veld van de theoretische fysica. Sommigen beweren dat een modern theoretisch fysicus niet meer nodig heeft dan een computer en onbeperkte toegang tot wetenschappelijke publicaties, maar daar ben ik het allerminst mee eens. Door de jaren heen heb ik vruchtbaar samengewerkt met veel andere onderzoekers. Als ik één persoon moet noemen die onmisbaar is geweest, dan is het mijn dagelijkse begeleider, dr. Kees Storm. 4 | samenleving Ik denk dat dit werk relevant en nuttig is voor iedereen die geïnteresseerd is in biomedische materialen, met name voor hen die zogeheten biomimetische materialen willen ontwerpen om natuurlijke biomaterialen te vervangen of ondersteunen. Als ik verder vooruitkijk, denk ik dat mijn werk ook interessante aanwijzingen levert voor bio-geïnspireerde synthetische materialen. De materialen waaruit wijzelf zijn opgebouwd hebben een aantal wonderbaarlijke eigenschappen die we graag zouden willen nabootsen in kunststoffen. 10 | Universiteitsberichten ALGEMEEN Cursor | Laatste Cursor deze jaargang Deze Cursor is de laatste die in dit collegejaar verschijnt. Op donderdag 4 september is de eerste papieren Cursor weer te vinden in de rode bakken op de campus. Tot die tijd zijn wel natuurlijk wel actief op www.cursor.tue.nl met nieuws rondom onze universiteit. Ook op facebook en twitter zijn we actief, zij het minder frequent tijdens de zomerperiode. Lerarenopleiding | Onderwijsmiddag Op woensdag 25 juni a.s. wordt het vak Bètadidactisch Ontwerpen van de master Science Education and Communication (ofwel de lerarenopleiding) afgesloten met de onderwijsmiddag. Hier presenteren de masterstudenten het door hen ontwikkelde onderwijs. De middag start om 14.15 uur met een welkomstwoord en een presentatie over de samenwerking van de ESoE met Wikiwijs. Daarna zullen alle groepen studenten kort hun ontwerp presenteren. Vervolgens vindt de onderwijsmarkt plaats, waarbij elk project zich bij een stand presenteert. De middag wordt rond 16.15 uur afgesloten met de uitreiking van de publieksprijs. Locatie is de van Trierzaal (Traverse). Voor meer informatie, mail naar: [email protected] MENS Faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences | Afscheidsreceptie Ted Clarkson De faculteit IE & IS heeft het genoegen u uit te nodigen voor de afscheidsreceptie van Ted Clarkson. Na 34 jaar werkzaam te zijn geweest bij de TU/e, gaat Ted met pensioen. U bent van harte welkom om hem onder het genot van een hapje en een drankje te bedanken voor de samenwerking en hem geluk te wensen voor de toekomst. Datum: dinsdag 1 juli 2014 van 16.00 - 18.00 uur Locatie: PVOC 19 juni 2014 UNIVERSITEITSBERICHTEN Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Promoties Donderdag 19 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie D. Raiteri MSc (EE) Promotor: prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund Voorzitter: prof.dr. A.G.L. Backx Titel proefschrift: “Technology aware circuit design for smart sensors on plastic foils” Donderdag 19 juni, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. P.L.E.M. Pasmans (TN) Promotor: prof.dr.ir. O.J. Luiten Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Ultrafast electron diffraction An investigation of fundamental limits” Dinsdag 24 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie A. Lazaro Garcia MSc (B) Promotor: prof.dr.ir. H.J.H. Brouwers Voorzitter: prof.ir. E.S.M. Nelissen Titel proefschrift: “Nano-silica production at low temperatures from the dissolution of olivine synthesis, tailoring and modelling” Woensdag 25 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie D.R. Caicedo Fernández MSc (EE) Promotor: prof.dr.ir. J.W.M. Bergmans Voorzitter: prof.dr.ir. J.H. Blom Titel proefschrift: “Distributed Smart Lighting Systems: Sensing and Control” Donderdag 26 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie W. Aslam MSc (W&I) Woensdag 2 juli, 14:00 uur, CZ4: promotie D. Chen MSc (ST) Promotor: prof.dr. G. de With Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Smart 3D imaging strategies for nanostructured soft matter” Woensdag 2 juli, 16:00 uur, CZ4: promotie F.F. Karbach MSc (ST) Promotor: prof.dr. C.E. Koning Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Silica-supported Catalysts for Ethylene Oligomerization” Donderdag 3 juli, 16:00 uur, CZ4: promotie S.A. de Groot MBA (IE & IS) Promotor: prof.dr.ir. M.C.D.P. Weggeman Voorzitter: prof.dr.ir. A.C. Brombacher Titel proefschrift: “In search of beauty Developing beautiful organizations” Promotor: prof.dr. J.J. Lukkien Voorzitter: prof.dr. E.H.L. Aarts Titel proefschrift: “Quality of Service Based Distributed Control of Wireless Networks” Maandag 30 juni, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. M. Oppeneer (W&I) Promotoren: prof.dr. R.M.M. Mattheij en prof.dr.ir. B. Koren Voorzitter: prof.dr. E.H.L. Aarts Titel proefschrift: “Sound propagation in lined ducts with parallel flow” Maandag 30 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. Y. Li (ST) Promotoren: prof.dr. C.E. Koning en prof.dr. R.A.T.M. van Benthem Voorzitter: prof.dr.ir. J.A.M. Kuipers Titel proefschrift: “Bio-based Poly(urethane urea) Dispersions chemistry, colloidal stabilization and properties” Maandag 30 juni, 16:00 uur, Filmzaal ZD: promotie A.R. Cioroianu MSc (TN) Promotor: prof.dr. M.A.J. Michels Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Modeling the Mechanics of Polymer Networks” Maandag 18 augustus, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. F.A.A. Huijben (B) Promotoren: prof.ir. F. van Herwijnen en prof.ir. R. Nijsse Voorzitter: prof.ir. E.S.M. Nelissen Titel proefschrift: “Vacuumatics: 3D formwork systems” Dinsdag 1 juli, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. I.J.M. Erkens (TN) Promotoren: prof.dr.ir. W.M.M. Kessels en prof.dr. F. Roozeboom Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Understanding and Controlling Atomic Layer Deposition of Platinum and Platinum Oxide” Intreerede Vrijdag 20 juni, 16:00 uur, BZ: intreerede prof.dr.ir. J.M.J. den Toonder (W) - hl Voorzitter: prof.dr.ir. C.J. van Duijn Titel: “Microfluidics, merging technology and biology” Dinsdag 1 juli, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. R. Hoogendijk (W) Promotor: prof.dr.ir. M. Steinbuch Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Control of flexible motion systems using frequency response data” Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar [email protected]. Je hebt nu Cursor-magazine in je handen, maar wist je dat we ook online te vinden zijn? Op www.cursor.tue.nl vind je al het nieuws rondom de TU/e. Surf ook eens naar www.facebook.com/tuecursor en volg ons op www.twitter.com/tuecursor Wil jij jouw feest, lezing, symposium of andere activiteit gratis onder de aandacht brengen op www.tue.nl/agenda? Mail ons dan voor inloggegevens ([email protected]). We zien je graag online terug! www.cursor.tue.nl Mens & Mening | 11 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl TUssen de oren In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het wetenschappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology. (Op) weg met technologie! Illustratie | Sandor Paulus Bijna vakantie. Zonnebrandcrème, tandenborstel en zwembroek in het koffertje. TomTom instellen op Zuid-Frankrijk, en gaan! O ja, vergeet de elektronica niet: de smartphone en de digitale camera. Je wilt toch vastleggen en delen wat je allemaal meemaakt? Camera’s zijn een bijzonder soort technologie. Ze leggen een moment in hoge resolutie vast, maar tegelijkertijd beïnvloeden ze de scène zelf. Niet zelden gaan mensen poseren voor een camera, of gaat een mooi spontaan moment teloor omdat mensen zich gefotografeerd weten. Als mijn kinderen lekker in de huiskamer staan te swingen op een keihard bonkende Stromae, dan transformeert de aanwezigheid van mijn camera hun onbevangen dans ineens tot een set theatrale, kijk-eens-wat-ik-allemaal-kan bewegingen. Een camera creëert ook afstand. Door een lens naar de wereld kijkend wordt de fotograaf een journalist van zijn eigen leven. En paradoxaal genoeg heeft het vastleggen van een gebeurtenis op film, toch vaak geboren uit een behoefte om iets goed te onthouden, een negatief effect op ons geheugen. Psychologe Lisa Henkel gaf proefpersonen in een experiment, gepubliceerd in 2013, een rondleiding in een museum langs een aantal objecten. Wanneer proefpersonen werd gevraagd om een digitale foto te maken van de objecten (nadat ze deze eerst hadden kunnen bekijken), dan was hun herinnering aan deze objecten minder accuraat dan wanneer ze geen foto hadden UR-podium “Een buitenlandervaring is een belangrijk onderdeel van je persoonlijke ontwikkeling. Zelfs als je naar Leuven gaat, is het een heel andere wereld”, aldus rector Hans van Duijn in de 153ste UR-vergadering. Een buitenlandervaring is inderdaad belangrijk, zo vindt ook Groep-één. In het visiedocument over de TU/e Graduate School wordt geopperd om een internationale ervaring voor elke masterstudent te verplichten. Hoewel we het stimuleren van een buitenlandervaring toejuichen, vrezen we dat gemaakt. Ondanks de tijd en aandacht die ermee gemoeid is om de camera scherp te stellen en het object in zijn geheel op de foto te zetten, onthield men minder details van de objecten en wist men ook de locaties van de objecten in het museum minder goed te reproduceren. Als we iets buiten onszelf opslaan (bijvoorbeeld in een computergeheugen, of op een foto) dan laat ons eigen geheugen die herinnering los, zo lijkt het. Kennelijk opereren de hersenen volgens een opportunistisch 007-principe: “only on a need to know basis” wordt er informatie onthouden. Wanneer TomTom ons naar onze bestemming in Frankrijk heeft gewezen, kunnen we die route niet meer reproduceren - sterker nog, we weten vaak niet eens precies waar we zijn. En met onze digitale camera’s altijd en overal op zak, zijn er weinig gebeurtenissen die niet meer vastgelegd en dus vergeten kunnen worden. Daarom mijn tip voor de komende vakantie: laat je camera thuis en geniet. En zonder TomTom weet je ook nog waar je bent. Laat je camera thuis en geniet Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction Met z’n allen… een verplichtstelling meer kosten dan baten zal opleveren. Het verplicht stellen van een internationale ervaring levert voor zowel de student als voor de universiteit een spanningsveld op. Niet elke student heeft dezelfde behoeftes, dus niet elke student wil naar het buitenland. Voor sommigen is een stage in Nederland, bijvoorbeeld bij ASML, veel waardevoller dan een internationale ervaring. Met de voorgenomen maatregel bestaat de kans dat deze studenten uitwijken naar een universiteit waar een internationale ervaring niet verplicht is. Voor de universiteit kan de praktische invulling een probleem vormen. Op het moment dat TU/e iets verplicht stelt, zal zij een zekere kwaliteit moeten waarborgen. Dit komt bij het universiteitspersoneel te liggen. Gezien de groeiende studentenaantallen en de reeds hoge werkdruk, zullen zij hier niet om staan te springen. Verder zijn er weinig buitenlandse universiteiten met dezelfde jaarindeling als de TU/e. Massale studievertraging door het volgen van 15 ECTS in het buitenland behoort dus tot de risico’s. Met het leenstelsel in het vooruitzicht verslechtert de financiële situatie van de gemiddelde student. Wij verwachten dan ook dat studenten in groten getale zullen kiezen voor een goedkope buitenlandervaring, net over de grens. Ze zien ons al aankomen, daar in Leuven. Noortje W eenink, Groep-één 12 | Special internationalisering 19 juni 2014 Verplicht naar het buitenland: vloek of zegen? Tekst | Tom Jeltes Illustraties | iStockphoto Elk jaar pakken honderden TU/e-studenten hun koffers en vertrekken voor een aantal maanden naar een locatie buiten de landsgrenzen. Niet voor vakantie, maar voor de studie. Als het aan het College van Bestuur ligt, heeft vanaf het collegejaar 2015-2016 iedere student voordat hij of zij een masterdiploma ontvangt verplicht een kwartiel in het buitenland doorgebracht. Wat houdt die verplichte ‘buitenlandervaring’ precies in? Wat levert het op en wat kost het de student? Wat wordt er ‘verplicht’? De verplichte buitenlandervaring is onderdeel van de herziening van alle masteropleidingen in het kader van de nieuwe Graduate School, waarin al het onderwijs -inclusief de promotietrajecten- aansluitend op het Bachelor College moet gaan vallen. In het zogeheten position paper ‘Revision of Graduate School master’s programs’ van afgelopen februari wordt het als volgt geformuleerd: ‘At least 15 EC’s of the Master’s program should have an international dimension. (…) An actual stay abroad wil be compulsory for all students that cannot demonstrate international experience (for instance by having done (part of) their undergraduate program abroad)’. Dat komt dus neer op minstens een kwartiel in het buitenland, om vakken te volgen, voor een stage, of voor het afstudeerproject. Studenten die voor hun bachelor al naar het buitenland zijn geweest, krijgen waarschijnlijk dispensatie, net als internationale studenten voor wie hun verblijf in Eindhoven logischerwijs al een buitenlandervaring is. Voldoe je als student niet aan die criteria, dan kom je niet zomaar onder die verplichting uit, laat prof.dr.ir. Jan Fransoo, dean van de Graduate School weten: “De kern is dat studenten geen vrijstelling kunnen krijgen omdat ze ‘niet willen’. Er moet een inhoudelijke of persoonlijke argumentatie zijn.” Welke argumenten tegen een buitenlands avontuur door de examencommissie zullen worden geaccepteerd, is volgens Fransoo nu nog niet te zeggen. Dat zal ook afhangen van in hoeverre de studenten vanuit de universiteit (financieel) ondersteund kunnen worden. Studenten met geldgebrek zouden in principe vrijstelling kunnen krijgen als er bijvoorbeeld vanuit de universiteit onvoldoende fondsen beschikbaar zijn, geeft Fransoo aan. Er zijn nog meer signalen dat de soep wellicht niet zo heet gegeten wordt als hij is opgediend. Zo wordt in het bovengenoemde ‘position paper’ als einddoel van de onderwijs- hervormingen genoemd dat tegen 2020 negen op de tien Nederlandse TU/e-studenten een deel van hun studie in het buitenland moet hebben gedaan. De komende jaren zal in ieder geval coulant worden omgesprongen met studenten met buitenlandvrees. Fransoo: “In overleg met de decanen en de universiteitsraad is afgesproken dat we zeker in de eerste jaren bijzonder ruim interpreteren.” Special internationalisering | 13 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl Het voorbeeld: Human-Techology Interaction en Innovation Sciences Een universiteitsbrede verplichting om in het buitenland te studeren zou uniek zijn voor Nederland, maar op opleidingsniveau is een verplichte buitenlandervaring voor de TU/e allerminst nieuw: bij IE&IS is het in de masteropleidingen Human-Technology Interaction (HTI) en Innovation Sciences (IS) al sinds de millenniumwisseling verplicht om in het buitenland te studeren, vertelt opleidingsdirecteur dr. Lilian Halsema. “Dat hebben we destijds ingevoerd omdat we een internationale ervaring belangrijk vonden als voorbereiding op de internationale arbeidsmarkt.” De meeste studenten volgen ter plekke vakken, maar een enkeling kiest voor een onderzoeksproject of stage - die mede wordt begeleid vanuit een universiteit in het betreffende land. Bij IE&IS bestaat weinig weerstand tegen de verplichting, waarvoor de betreffende opleidingen in 2010 zelfs een ‘speciaal kenmerk internationalisering’ kregen van accreditatieorganisatie NVAO. “Bij die gelegenheid hebben het geheel ook uitgebreid geëvalueerd”, vertelt Halsema. “Uit enquêtes blijkt dat vrijwel alle studenten het een zinvolle ervaring vinden.” Zowel het feit dat de studenten in het buitenland voor het eerst echt op zichzelf teruggeworpen worden, als de kennismaking met een ander onderwijssysteem of de specifieke inhoud van de colleges, worden daarbij volgens Halsema als pluspunten genoemd. De bedoeling is dat de studenten HTI en IS een semester in het buitenland doorbrengen; korter is volgens Halsema eigenlijk niet de moeite. Het bleek dat veel studenten vertraging opliepen omdat ze in het buitenlandsemester minder dan de dertig studiepunten haalden met de vakken die ze volgden. Daarom wordt tegenwoordig uitgegaan van twintig studiepunten uit vakken plus tien studiepunten voor de voorbereiding van het afstudeerproject, dat voor het laatste semester van de studie staat gepland. Studenten die door persoonlijke omstandigheden niet naar het buitenland kunnen, krijgen dispensatie en volgen een alternatief programma - ze volgen bijvoorbeeld vakken aan andere Nederlandse universiteiten, of soms in België of Duitsland. Dat wordt via de studieadviseur in overleg met de examencommissie geregeld. Uit de cijfers uit 2010 is af te lezen dat dit bij HumanTechnology Interaction en Innovation Sciences om zo’n vijf tot tien procent van de studenten gaat. Ook bij Industrial Design lijkt een verplichte buitenlandervaring geen probleem op te leveren - mits een buitenlandervaring in de bachelor ook telt (dit is volgens de formulering in de ‘position paper’ wel het geval). Bij die faculteit gaat namelijk het merendeel in het eerste semester van het derde jaar, wanneer er geen projecten gepland zijn, over de grens. Verplicht naar het buitenland? Reacties van (oud)-studenten. Hoewel bijna iedereen het erover eens lijkt te zijn dat studeren in het buitenland van toegevoegde waarde is voor je persoonlijke ontwikkeling, valt vooral de tem ‘verplicht’ niet bij iedereen in goede aarde. Dat bleek bijvoorbeeld uit het grote aantal reacties op het Cursorartikel waarin dit voornemen werd gemeld. Student Electrical Engineering Mark Kleijnen bijvoorbeeld reageerde vanaf zijn stageadres in Stellenbosch (Zuid-Afrika) op het artikel op de website van Cursor. Hij vindt een verplichte ‘internationale’ een erg slecht idee. Zijn voornaamste argument is financieel van aard: “Een internationale kost al gauw vijf- tot tienduizend euro en vanwege de slechte aansluiting loopt de student een groot risico op studievertraging. En dat leidt weer tot verdere kosten.” Kleijnen verwacht dan ook dat een significant aantal studenten dit -zeker met de invoering van het leenstelsel in het vooruitzichtsimpelweg niet kan bekostigen. Kleijnen heeft het prima naar zijn zin in Stellenbosch. Hij typeert zijn stage als “een onvergetelijke ervaring”. Toch gelooft hij niet dat een buitenlandse stage een must is om een goede ingenieur te worden. “Mijn technische kennis wordt hier echt niet groter dan wanneer ik een stage in Nederland had gedaan.” Hij vindt dan ook dat de ‘echte nerds’ (“toch een belangrijke doelgroep van de TU/e”) die zich alleen maar volledig in hun vakgebied willen verdiepen, de keuze moeten houden om lekker thuis te blijven. Giel Op ’t Veld studeerde Electrical Engineering aan de TU/e, was voorzitter van Groep-één, en doet momenteel promotieonderzoek in het Zwitserse Lausanne. Hij gelooft er niets van dat de TU/e studenten een diploma zal ontzeggen als ze in Nederland blijven. Er zijn volgens hem altijd wel valide redenen te vinden om niet naar het buitenland te gaan. “Verplichtstelling is een marketingterm die in de praktijk niet meer kan inhouden dan een zeer streng ‘ja, tenzij’.” Maar dat is volgens Op ‘t Veld helemaal niet erg. “De TU/e kiest hier een scherp en ambitieus profiel. Ik kon altijd al waarderen dat de cultuur in Eindhoven zo is dat enorm veel studenten uit zichzelf naar het buitenland gaan, en het liefst zo ver mogelijk. Het regelen daarvan is eenvoudig en veelal gebaseerd op goede persoonlijke contacten tussen professoren. Ik beschouwde dat altijd als een ‘unique selling point’ van Eindhoven. Ik vind het mooi dat de TU/e zich nu ook actief als zodanig gaat profileren. Aan de TU/e kom je voor een ambitieuze studie, die je uitdaagt en voorbereidt om overal aan de slag te gaan. Dus, adverteer die ‘ja’ voor buitenlandervaring met grote letters en werk de ‘tenzij’ weliswaar goed uit, maar verstop die maar met kleine letters ergens in de OER.” Over de aansluiting tussen het lokale en buitenlandse deel van de studie maken veel studenten zich zorgen, en dus ook studentenfracties in de universiteitsraad. Jim Stolk is student Industrial Design en UR-lid voor Groep-één. Hij is tevens voorzitter van de UR-commissie Graduate School, waarin met onder anderen dean Jan Fransoo wordt overlegd over de invulling van de nieuwe masteropleidingen. “Het feit dat we gaan werken met kwartielen levert praktische problemen op. Dat doen ze voor zover ik weet aan geen enkele buitenlandse universiteit. Het wordt daarom erg lastig om een kwartiel in het buitenland te organiseren. En een semester is vaak een probleem vanwege de studiedruk.” Vóór stimuleren tégen verplichten Stolk heeft nog een kanttekening: “Zoals het nu geformuleerd wordt, is een stage bij een internationaal georiënteerd bedrijf in Nederland niet goed, maar een paar vakken volgen in Antwerpen of Leuven wel. Ik heb ook in Antwerpen gestudeerd, en daar is het echt niet zo anders dan hier. Bovendien horen we ook dat bedrijven als NXP, Philips en ASML het niet fijn zouden vinden als studenten in het buitenland stage gaan lopen, omdat ze de stagiairs goed kunnen gebruiken.” Samengevat vindt Groep-één het goed dat studenten gestimuleerd worden om ervaring op te doen in het buitenland. De universiteit zou dit ook zo goed mogelijk moet faciliteren. Maar de fractie is uit principe tegen een verplicht karakter. Die standpunten worden gedeeld door de Eindhovense Studentenraad (ESR), vertelt Susanne Schouten van ESR: “Ook wij zijn voor stimuleren en tegen verplichten. We zouden graag de voorwaarden om er onderuit te komen geformuleerd willen zien.” Ook Schouten weet overigens uit persoonlijke ervaring waarover ze het heeft: ze studeerde een halfjaar in Melbourne. Ze had hiervoor gespaard, maar Australië bleek duurder dan ze had gedacht. “Van de TU/e had ik een beurs van 900 euro, maar ook dat geld was snel op.” Uiteindelijk wist ze in haar onderhoud te voorzien door in luxe winkelcentra dure Israëlische crèmes met zout uit de Dode Zee te verkopen. “Het waren echt heel dure crèmes, en het werk was op commissiebasis, dus ik heb daarmee goed verdiend. Je wilt toch geld hebben om iets van het land te zien als je in Australië bent.” Het voorbeeld van Schouten illustreert dat veel studenten in het buitenland meer aan hun hoofd hebben dan de studie alleen. Dat zit effectief studeren soms in de weg, maar maakt een buitenlandtrip ook een rijke bron van levenservaring. 14 | Special internationalisering 19 juni 2014 11 De cijfers Bij het ontvangen van een bachelor- of masterdiploma heeft twintig procent van de TU/e-studenten nu een buitenlandervaring gehad. Maar dat percentage is hoger als je alleen naar masters kijkt, of de bachelor en master bij elkaar optelt. Aan de andere kant gaan sommige studenten meerdere keren weg (zowel bachelor als master) en dat vertekent het beeld weer. In 2013 zijn er 362 studenten weggeweest (geregistreerd). 42 1 In totaal ontvingen 66 Europese onderwijsinstellingen 179 studenten van de TU/e, van wie 136 op basis van een bilaterale uitwisselingsovereenkomst. Buiten Europa ontvingen 88 instellingen voor hoger onderwijs 187 TU/e-studenten. Daarnaast hebben 89 studenten in 2013 een stage uitgevoerd bij bedrijven en instituten in het buitenland. 1 1 1 1 1 1 Populaire bestemmingen buiten en binnen Europa (aantal studenten): Verenigde Staten (76) Australië (43) Singapore (18) China (14) Zuid-Korea (14) Zweden (44) Duitsland (32) 3 In de kaart is voor elk van de 44 landen waar TU/e-studenten op bezoek gingen het aantal verschillende locaties (universiteiten, instituten en bedrijven) aangegeven dat werd bezocht. 1 4 De enthousiasteling Steffie Raemaekers is net klaar met de masteropleiding Architectuur. Omdat ze al tijdens haar studie werkervaring op wilde doen, en ook graag naar het buitenland wilde, besloot ze een stage te doen in Chili. “Ik had een cursus Spaans gedaan en wilde de taal graag echt leren”, zo motiveert ze haar keuze. “En Chili is voor Zuid-Amerikaanse begrippen een veilig land.” Omdat de stage niet in het curriculum zat, benutte Raemaekers haar basiskennis van het Spaans om op eigen houtje in Chili te solliciteren. “Dat bleek qua taal nog best tegen te vallen, maar toch had ik binnen drie dagen een contact en kon ik een week later in Chili terecht. Eerst heb ik bij de baas van het bedrijf waar ik stage liep in huis gewoond, en later bij een vriend van de baas.” Die eerste drie maanden in Chili bevielen Raemaekers bijzonder goed, vertelt ze. “Ze spreken daar geen Engels, dus ik heb heel snel de taal geleerd. En ik mocht heel praktisch aan de slag: ik heb een garage mogen ombouwen tot kruidenierswinkel en mocht na twee maanden al in mijn eentje een huis ontwerpen.” Na afloop van de stage wilde ze zo snel mogelijk terug om daar ook af te studeren. “Bij Architectuur wordt afstuderen in het buitenland in principe ontmoedigd omdat ze slechte ervaringen hebben met het niveau, maar ik heb toch toestemming gekregen van mijn begeleiders.” En dus vertrok ze voor nog eens een half jaar naar Chili om daar nu een zelfbouwhuis te ontwerpen voor een groot sociaal woningbouwproject. “Dat was fantastisch. In Chili kreeg ik gewoon echt eigen opdrachten, terwijl in Nederland de banenmarkt zo slecht is dat ik bij wijze van spreken aan de slag zou moeten als serveerster. Ik wil dan ook zo snel mogelijk terug. Dat zou best kunnen lukken, want ik heb nu de sociale contacten die je daar nodig hebt.” Ze heeft er veel aan gehad, zegt ze. “Ik heb geleerd dingen zelfstanding te doen. Hier ben je tijdens je studie toch vooral bezig vakjes af te vinken en word je wat eigen initiatief betreft niet echt uitgedaagd. Ik geloof dat zo’n ervaring in principe goed zou zijn voor iedereen, maar ik zou het niet verplicht stellen. Als je het met tegenzin doet, en heimwee hebt, dan is het echt een verschrikkelijke ervaring.” Wat vinden potentiele werkgevers? Chemiereus DSM is louter positief over de plannen, zo laat het bedrijf weten. Ze verwoorden hun standpunt als volgt: “DSM opereert nadrukkelijk in een internationale, globale, wereldmarkt. Wij hechten daarom groot belang aan het uitrusten van de Nederlandse studenten met de relevante internationale vaardigheden voor hun beroepsuitoefening in eigen land en daarbuiten. Om die reden kunnen wij het initiatief van TU/e onderschrijven en toejuichen.” Door chipmachinefabrikant ASML wordt genuanceerder gereageerd. “Studeren in het buitenland staat natuurlijk goed op het cv”, zegt woordvoerder arbeidsmarkt Jojanneke Meewis-Strijbos. “Aan de andere kant bieden wij elk jaar 150 stageplekken aan, met als indirecte doelstelling studenten te enthousiasmeren om in de toekomst voor ons te komen werken. Als studenten in plaats daarvan kiezen voor een stage in het buitenland, zou dat voor ons nadelig zijn. Ik betwijfel overigens dat een stage in het buitenland toegevoegde waarde heeft boven een stage bij ASML: bij ons werken 84 nationaliteiten en daarnaast hebben we internationale klanten en toeleveranciers.” Raemaekers koos heel bewust voor een stage. “Ik had geen behoefte aan periode met een feestprogramma zoals sommige internationale uitwisselingsstudenten hier volgen. Die fase was ik wel voorbij.” Wat Philips van de plannen vindt is minder duidelijk. Woordvoerder Eric Drent liet desgevraagd weten dat Philips nog geen standpunt heeft over de verplichting en hij was ook niet van zins een standpunt te vormen. Foto | Denis Isla Special internationalisering | 15 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl 1 3 8 2 9 1 19 7 4 20 2 7 4 7 3 6 4 4 5 10 3 3 1 1 2 3 1 1 1 14 2 2 Waar moet je zijn? Wil je als student in het buitenland vakken volgen, of een stage doen, dan moet je dat inhoudelijk regelen met de verantwoordelijken binnen je faculteit, zoals de internationaliseringscoördinator, studieadviseur, afstudeerbegeleider en uiteindelijk de examencommissie (die uiteindelijk bepaalt of je studiepunten krijgt voor je buitenlandse avonturen). Voor de praktische ondersteuning voor reislustige studenten is er het International Office van STU. Hier kun je onder meer terecht voor hulp bij het aanvragen van beurzen, regelen van de kosteloze reisverzekering van de TU/e, en informatie over visa. Ook heeft het International Office een checklist en stappenplan gemaakt (belangrijke punten: is je zorgverzekering wel geldig in het land van bestemming en heb je je OV-kaart al stopgezet?) en beheren ze een database met stageverslagen die studenten ter oriëntatie via Outlook kunnen inzien. Sinds kort is er zelfs een besloten Facebook-pagina die studenten in den vreemde helpt met elkaar in contact te komen. Omdat de aanvraag van beurzen via het International Office verloopt, komen bijna alle studenten die over de grens gaan bij haar terecht, vertelt Petri van de Vorst van het International Office. Wat een verblijf in het buitenland gemiddeld kost, is niet zo gemakkelijk te zeggen. “Dat is van veel factoren afhankelijk, maar volgens de studenten kan een semester in een relatief duur land buiten Europa, zoals de populaire bestemmingen Verenigde Staten of Australië, zomaar vijfduizend euro kosten.” En dat is lastig met alleen je studiefinanciering te bekostigen. Als steuntje in de rug zijn er daarom diverse beurzen beschikbaar. De belangrijkste zijn de Erasmusbeurs (voor binnen Europa) en het Fonds ECTS-punten Buitenland van de TU/e (overige bestemmingen). De Erasmusbeurs bedraagt momenteel 220 euro per maand voor maximaal 12 maanden, ongeacht het land van bestemming. Omdat het nog wel wat uitmaakt of je in Zweden of Griekenland rond moet zien te komen, wordt met ingang van 1 september wel rekening gehouden met het prijsniveau in het land van bestemming. Voor bedrijfsstages binnen Europa is er de vergelijkbare beurs Erasmus Placement. Een wellicht niet onbelangrijk detail: de minimumperiode voor een Erasmusbeurs is drie maanden, wat kan betekenen dat een kwartiel in het buitenland niet vanuit de EU gefinancierd zou worden. Ook is in de huidige regeling voor de toekenning van Erasmusbeurzen een limiet aan het aantal beurzen per universiteit, vertelt Anneroos Dijkhuis van het International Office. Of een dergelijke limiet ook in de toekomst blijft bestaan, is nog een open vraag. Dijkhuis: “In het collegejaar 2014/2015 wordt het nieuwe Erasmus+-programma operationeel. De verwachting is dat de financiële toekenning dat eerste jaar nog niet veel groter zal zijn dan nu, maar het is nog niet bekend hoe de situatie voor de jaren daarna zal zijn.” Het ligt voor de hand dat een plotselinge toename van het aantal aanvragen (een verdrievoudiging lijkt realistisch als de plannen doorgaan) voor problemen kan zorgen. Minstens de helft van de studenten zoekt zijn heil echter buiten de grenzen van de Europese Unie. Voor die wereldreizigers heeft de TU/e een eigen fonds, het Fonds ETCS-punten Buitenland. Uit dit fonds krijgt de student bij de huidige stand van zaken dertig euro per studiepunt. Als met ingang van het collegejaar 2015/2016 daadwerkelijk veel meer studenten Europa uit gaan, zal de universiteit aanzienlijk dieper in de buidel moeten tasten - of de vergoeding per reislustige student moet drastisch omlaag gaan. Uitgaande van een normaal studietempo komt de bijdrage uit het ECTS-fond op nog geen tweehonderd euro per maand. Sparen of extra lenen is daarom vaak nodig, zelfs als je niet vergeet je OV-kaart stop te laten zetten (dat levert ruim honderd euro per maand op). Of je kunt je best doen voor een bijdrage uit een van de vele bijzondere fondsen, veelal gefinancierd uit nalatenschappen, zoals voor Friese meisjes, of studenten met een specifieke geloofsachtergrond. (www.wilweg.nl.) Het verplicht stellen van een buitenlandervaring zal wellicht leiden tot een verschuiving naar goedkopere bestemmingen, geeft Van de Vorst toe. Het is daarbij wel raadzaam om verder te kijken dan je neus lang is, vindt ze. “Sommige bestemmingen, zoals Zweden, zijn wel dichtbij en goedkoop te bereiken, maar duur in het levensonderhoud. Dan kan een verblijf in bijvoorbeeld China of India, waar je heel goedkoop kunt verblijven, gunstiger uitvallen. Maar ik denk dat uiteindelijk de kwaliteit van de buitenlandervaring voor studenten zwaarder zal wegen dan de kosten.” Een internationale ervaring draagt volgens haar bij aan de persoonlijke ontwikkeling van de student, en komt ook vaak zijn of haar latere carrière ten goede. “Veel studenten sluiten hun verslag dan ook af met een enthousiast advies aan de volgende generatie om ‘vooral te gaan’ als je de kans hebt.” 16 | Special internationalisering 19 juni 2014 s Tekst | Judith van Gaal en Freke Sen dia ime wik Foto’s | istockphoto en TU/e’s Nederland | Loosdrechtse Plasse n preid voor deze zomer? Ligt jouw vakantiebedje nog niet ges en? ‘Blader’ dan eens door Kun je nog wel wat inspiratie gebruik medewerkers je meenemen naar onze reisgids waarin studenten en eland. een bijzondere locatie in hun geboort Bob Olde Hampsink en Jolijn van de Laar bachelorstudenten Innovation Sciences sen op gegaan. Dat was met We zijn onlangs de Loosdrechtse Plas eve ledendag’. Je kunt er ‘acti de op studievereniging Intermate otjes gingen we overal heen. echt een dag mee vullen. Met motorbo je ziet leuke kleine dorpen, We kwamen door mooie doorgangen, ie strandjes waar je kunt moo je kunt even gaan zwemmen. Je hebt Het is ook nog eens ued. rbec geba en aanmeren en waar we hebb ch Nederlands uit en er is goed bereikbaar. Het ziet er echt typis genoeg te zien en te doen. Nederland Loosdrechtse Plassen Verenigde Staten Blue Ridge Mountains Marokko Ras El Ma Mexico Hierve el Agua Kameroen Limbe Special internationalisering | 17 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl ca Mexico | Hierve el Agua, Oaxa reisgids Raul Quiñonez Uribe masterstudent Biomedical Engineering mijn lievelingsplekken in Mexico. Hierve el Agua in Oaxaca is een van waterval waar je op kunt klimmen. de Het is een soort enorme versteen t als je er bovenop staat is Het uitzicht en het gevoel dat je krijg n op maar een uurtje rijden adembenemend. De plek ligt bovendie en van Mexico waar onze tradities van Oaxaca, een van de mooiste sted nwoordig zijn. De keuken van tege en geschiedenis nog steeds alom betreft variatie als kwaliteit. Oaxaca is ook uitstekend, zowel wat harte aanbevelen, want Hierve Ik kan een bezoek aan mijn land van ssingen die Mexico herbergt! el Agua is maar één van de vele verra Litouwen inis meer gur Un China Fenghuang India Nainital -KausaniMukteshwar 18 | Special internationalisering China | Fenghuang Jiayi Zeng bachelorstudent Innovation Sciences India | Kausani- Mukteshwar -Nainital Litouwen | Ungurinis meer stadje in de provincie Hunan Fenghuang is een klein eeuwenoud minderheden. Mijn moeder sche etni lei dat wordt bevolkt door aller jes, het water en de mensen is er geboren. De authentieke huis etnische minderheden die in maken het stadje zo bijzonder. De meen ontzettend vriendelijk en Fenghuang wonen zijn over het alge Om het stadje liggen rijstvelden het eten is er ook nog eens heerlijk! ese Muur. en vlakbij staat een stuk van de Chin Indre Kalinauskaite PhD bij IE&IS wen is een meer, Ungurinis. Een van mijn favoriete plekken in Litou zijn vanwege de vorm van kan Dat De naam verwijst naar een paling. diep is. Het meer is zo het at omd het meer - lang en vrij smal - of ingd door bossen. Het is absoluut ontstaan na de ijstijd en wordt omr keer dat ik er kom geniet ik het geen toeristische trekpleister. Elke even, maar soms ook voor meest van de rust en stilte. Voor heel en raak ik gebiologeerd door ur natu de twee uur, voel ik me een met r. Vaak gaan we een stukje het mysterieuze, donkere, diepe mee r bij de auto komen, zijn onze zwemmen. Als we uiteindelijk wee bos vol staat met bosbessen. handen helemaal blauw, omdat het relaxen op een bruggetje. me van Op de foto zie je een vriendin om mis ik de Litouwse zomers. Dat was een geweldige zomer. En daar Bipashyee Ghosh masterstudent Innovation Sciences afstand wil bewonderen, moet Wie het Himalayagebergte van een war - Nainital. Kausani staat beslist reizen via Kausani - Muktesh a en om de theetuinen die uitkijken bekend als het Zwitserland van Indi ukte thee proeven terwijl je gepl over de Himalaya. Je kunt er vers sani reis je verder naar Mukteshwar. geniet van het uitzicht. Vanuit Kau mooier panorama van wel zeven Daar word je getrakteerd op een nog rgte groen van de bomen en bergtoppen. In de zomer ziet het gebe onder een laag sneeuw. enkt planten en in de winter is het bed toeristische stad die is een ital, Nain De laatste bestemming is r aan de voet van de Himalaya. opgetrokken rond een gigantisch mee r kun je wolken bijna aanraken. Tijdens een boottocht over het mee hoon en de rust van deze plaatsen. Ik kan erg genieten van het natuursc eg hebt van de drukte, vervuiling De reis is perfect voor als je even geno Zelf heb ik de reis gemaakt in 2011 en chaos in de grote Indiase steden. lust voor het oog. en de groene bergen waren echt een 19 juni 2014 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl Verenigde Staten | Ridge Moun tains Max Sumrall masterstudent Computer Science and Engineering Marokko | Ras El Ma Kameroen | Limbe natuurlijk bekend: Manhattan, In Amerika zijn de meeste hotspots d Canyon, Las Vegas, de Golden Gran de Times Square, Disney World, Virginia aan de oostkust en daar Gate Bridge, et cetera. Ik kom zelf uit ntains. Je hebt het mooiste uitzicht als vind je de prachtige Blue Ridge Mou de populairste bergwandeling is de je op een van de bergtoppen staat en de tofste bergwandeling die ik ooit Old Rag Mountain Hike. Het is ook ste mensen zo aan, omdat er flink heb gemaakt. De route spreekt de mee En zodra je eenmaal boven bent, over rotsen geklauterd moet worden. en liggen op twee uur rijden van berg heb je een schitterend uitzicht. De weet van de routes en er zijn dus Washington, DC. De hele oostkust eters rijden om hier te komen genoeg mensen die honderden kilom het soms zo druk dat er zich rijen wandelen. Als het mooi weer is, is ording om zo ver van de bewoonde vormen. Het is een aparte gewaarw lange rij mensen te stuiten. wereld te zijn en dan ineens op een Richard Forgwe bachelorstudent Software Science onste steden van Kameroen. Limbe is een van de kleinste en scho nden en er waait de hele dag een Het ligt aan de kust, heeft veel stra nische tuin waar ik graag heen ga aangename zeewind. Er is een bota en horen; ik voel me dan altijd om te ontspannen. Je kunt er de golv naderij van Kameroen staat ook één met de natuur. De enige olieraffi bestemming, omdat het net is in Limbe. Het is een heel bijzondere sland hebben verplaatst. alsof ze New York City naar niemand Mount Cameroon, en ik heb de aan, De stad ligt aan de voet van een vulk is verbluffend te zien hoe straten laatste uitbarsting meegemaakt. Het gevaagd door de lavastromen. en palmboomplantages worden weg Limbe ga om gegrilde zeevis te Het komt ook voor dat ik alleen naar le specialiteit. loka eten aan het strand, want dat is de Moumen Khatiri schoonmaker GOM aan zee in het noorden van Kaboyawa (Ras El Ma, red.) is een dorp de stad waar ik vandaan kom. Marokko. Het ligt vlakbij Berkane, het eerst en inmiddels ben ik er Op mijn achttiende kwam ik er voor Marokkanen is het heel bekend, zeker dertien keer geweest. Onder toeristen. In Kaboyawa heb je ndse enla maar je ziet er nauwelijks buit kun je overal verse vis krijgen. alles: zee, strand, bos en bergen. Ook Ik kom er echt om te relaxen. En vers fruit. De meloenen daar … ik een beetje en ’s avonds gaat Overdag lig ik aan het strand, zwem e vis natuurlijk. Vers de barbecue aan. Wat erop ligt? Special internationalisering | 19 20 | Special internationalisering 19 juni 2014 Tekst | Judith van Gaal Illustratie | Sandor Paulus Foto’s | Bart van Overbeeke Mexicanen, Chinezen, Italianen, Russen en Brazilianen en nog vele nationaliteiten meer. De TU/e-populatie wordt almaar internationaler, maar de contacten over de landsgrenzen heen zijn vaak nog beperkt. Het is de bedoeling dat we een internationale gemeenschap krijgen en dat er meer uitwisseling is. Om tot die ‘international community’ te komen, heeft de universiteit nog een behoorlijke weg te gaan. “Die drie kussen op de wang, daar kan ik maar niet aan wennen”, verzucht de Italiaanse Valentina Bonito (26), promovenda bij Biomedical Engineering. Met negen andere promovendi zit ze bij de training Intercultural communication and cooperation. Promovendi van allerlei nationaliteiten -ook de Nederlandse- leren daarbij waarmee ze rekening kunnen houden in de omgang met andere culturen. Zo krijgen ze een plaatje van een perzik en een kokosnoot voorgeschoteld. De symboliek wordt pas duidelijk na de uitleg van docent Vincent Merk: “Bij de ‘perziken’ kun je gemakkelijk tot in de kern komen en die hebben weinig moeite om privégegevens te delen. Bij ‘kokosnoten’ kom je daar moeilijker bij. Een Nederlander op een seminar zal vertellen dat hij getrouwd is en twee kinderen heeft, waar de Chinees het houdt bij zijn functietitel.” Dat de verschillen al net over de landsgrenzen kunnen spelen, blijkt als de Vlaming Hannes Gemoets (23, promovendus bij Scheikundige Technologie) aangeeft dat Belgen vaak wat minder open zijn dan Nederlanders. “Belgen zijn dan misschien kokosnoten, maar ik zie dan wel dat -als je eenmaal door die harde korst heen bent- de contacten hechter zijn.” Zowel Valentina als Hannes is inmiddels aardig gewend in Nederland en beiden gaan met verschillende nationaliteiten om. De Italiaanse: “Ik probeer het te vermijden om alleen met Italianen om te gaan. Dat is zeker niet voor iedereen vanzelfsprekend. Ik zie vaak een scheiding bij ons tijdens de lunch. Zij (wijst op een Nederlandse promovenda) is een van de weinige Nederlanders die aan een ‘internationale tafel’ aansluit.” In contact komen met Nederlanders blijkt lastig Bij Dienst Personeel en Organisatie heeft Mathilde Kockelkoren, projectmedewerkster internationalisering, onlangs tachtig internationale medewerkers bevraagd - met name promovendi, ontwerpers in opleiding, postdocs en universitair (hoofd)docenten. Het doel was vooral te achterhalen aan welke activiteiten die doelgroep behoefte heeft, hoe ze zich meer thuis kunnen voelen en hoe de kloof kan worden gedicht. Hoewel ze nog geen conclusies heeft geformuleerd, wil Kockelkoren wel haar bevindingen toelichten. “Ze waarderen het dat de TU/e tijd en aandacht aan hen besteedt. Wat wel opviel is dat maar weinig buitenlandse medewerkers ervan op de hoogte zijn wat er aan de universiteit en in de omgeving te doen is. Ze kennen bijvoorbeeld culturele instellingen als het Parktheater en de Effenaar niet. Vanuit hun moederland zijn ze gewend dat op een campus meer activiteiten zijn. Ze willen vaak wel Nederlands leren, maar doen het niet omdat de kosten niet altijd worden vergoed. Buitenlandse medewerkers missen een sociaal aspect bij de lunch. Waar de meeste internationale medewerkers gewend zijn om ‘s middags warm te eten, zien ze dat Nederlanders een boterham achter hun bureau eten. Ze kennen de Common Room niet altijd. Verder willen internationale medewerkers graag specifieke activiteiten - zoals leren fietsen, een workshop banden plakken of een keer een debatavond. Wat ze precies willen en wanneer, verschilt ook nog van cultuur tot cultuur. Ze vonden het vaak lastig om met Nederlanders in contact te komen. De strikte scheiding tussen werk en privé zou daarbij een belangrijke rol spelen. Ook waren er maar weinig op de hoogte van het bestaan van het buddy-systeem, waarbij een andere medewerker hen wegwijs maakt.” Het Onderwijs en Studenten Service Centrum gaat binnenkort een enquête uitzetten onder studenten over de internationale gemeenschap aan de TU/e. In het strategisch plan 2020 staat het voornemen dat de TU/e zich wil ontwikkelen tot een wérkelijk internationale universiteit. Maar waarom wil de TU/e überhaupt een menging van culturen? Karen Ali, directeur van het Onderwijs en Studenten Service Centrum: “We hebben meer ingenieurs nodig en moeten die onder meer uit het buitenland halen. We willen graag dat ze hier blijven en werk zoeken in de regio. Dat betekent dat ze zich thuis moeten voelen. Daar komt bij dat we Nederlandse studenten willen voorbereiden op leven en werken in een internationale omgeving en behoefte hebben aan studenten met een internationale mindset. Om dit doel te bereiken, is het de bedoeling dat er een integrale aanpak komt. Voor de kennismaking, de introductie, het onderwijs, voorzieningen en het studentenleven. De introductie is al grotendeels gemengd, we hebben de Common Room waar verschillende nationaliteiten komen, vakken in het onderwijs die de integratie bevorderen. Het Student Advies Orgaan wordt binnenkort gemengd, daar sluiten twee internationale studenten bij aan. En mogelijk gaat er ook een intro voor masterstudenten komen. Maar we moeten verder doorpakken. Er blijven wel zaken die je specifiek voor buitenlandse studenten zult moeten blijven doen. Denk aan helpen bij huisvesting en visa. Maar verder moet internationalisering geen aparte activiteit meer zijn. Ik droom van de TU/e als plek van een echte internationale community, die je voelt zodra je de campus op komt.” Jan Fransoo, dean van de Graduate School, vult aan: “Dit onderwerp speelt ook binnen de Graduate School. We willen niet zozeer naar een internationale community, maar naar een totale community - waar alle masterstudenten, promovendi, ontwerpers en alumni deel van uitmaken. Zowel nationaal als internationaal. We zijn net begonnen met kijken hoe we dat kunnen realiseren. En wat we ook willen, is dat de banden hechter worden tussen verschillende nationaliteiten en dat TU/e’ers in een internationale omgeving werken. Het verschilt per opleiding hoe ver ze ermee zijn. Het ligt voor de hand dat opleidingen met weinig internationale instroom -zoals Technische Natuurkunde en Werktuigbouwkunde- minder ver zijn dan opleidingen met veel instroom zoals Electrical Engineering. Het is een proces dat op gang komt en dat nooit stopt. We kunnen er wel impulsen aan geven. De studieverenigingen zijn nu bijvoorbeeld vooral gericht op Nederlandse studenten, maar het zou mooi zijn als ze ook openstaan voor promovendi en ontwerpers. Persoonlijk zou ik het ook goed vinden als er meer internationale medewerkers komen onder het ondersteunend personeel. Of het niet vanzelf gaat als er meer internationale studenten en medewerkers komen? Dat is een kip-/ eiverhaal. Misschien zouden we meer internationale groei hebben als de buitenlanders die er nu zijn zich meer thuis voelen.” Het blijkt voor internationale studenten en medewerkers moeilijk om een netwerk in Nederland op te bouwen en de Nederlanders op de campus maken maar weinig kennis met de internationals. Ook andere nationaliteiten kijken soms maar weinig ‘over de grens’. Dat we nu alleen nog een internationale community hébben -en er nog geen zijn- zeggen nagenoeg alle personen die we voor dit artikel hebben gesproken. Uitspraken als ‘er is nog een hoop werk aan de winkel’ en ‘we staan pas aan het begin’ komen geregeld over tafel. De geïnterviewden noemen verschillende oorzaken voor het ontbreken daarvan en dragen ook oplossingen en verbeterpunten aan. Special internationalisering | 21 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl Rector Hans van Duijn spreekt geregeld met internationale studenten, sowieso één tot twee keer per jaar in georganiseerde vorm - bij het Student Advies Orgaan. Drie weken geleden sprak hij nog met een groep. “We doen best al het een en ander en internationale studenten zijn best tevreden over de TU/e en over Eindhoven. Maar we moeten wel de discipline hebben om onze eigen afspraken na te komen. Als ik dan weer hoor dat docenten geregeld op het Nederlands terugvallen, terwijl de les in het Engels zou worden gegeven, dan schrik ik daar wel van. Ik heb dan ook tegen de decanen en opleidingsdirecteuren gezegd dat ze dit onder de aandacht moeten brengen.” ‘Niet terugvallen op Nederlands’ “Kleine dingen kunnen al een verschil maken. Denk er als docent bijvoorbeeld aan dat ook je hertentamens in het Engels zijn. We moeten er ook rekening mee houden dat internationale studenten niet even assertief zijn en hun problemen niet snel hogerop aankaarten. Dan is het goed als ze het binnen een zekere mate van anonimiteit tegen ons kunnen zeggen. Buitenlandse studenten moeten zich hier welkom voelen. We moeten langzamerhand aan die community gaan bouwen, in het bijzonder met verenigingen en docenten.” Vice-rector internationalisering Aarnout Brombacher is actief betrokken bij zowel het leggen van contacten met diverse buitenlandse universiteiten als met het, in samenwerking met de TU/e Graduate School, opzetten van gezamenlijke onderzoeks- en studieprogramma’s met deze instellingen. “Uit eigen ervaring weet ik dat het belangrijk is dat er inhoudelijk een goede aansluiting is, maar dat het daarnaast als buitenlander, zowel als student en als medewerker, belangrijk is om je bij binnenkomst snel ‘thuis’ te voelen. Dit begint bij een eerste kennismaking en dat gaat door tot en met de dagelijkse gesprekken aan de diverse koffietafels over het weer en de laatste voetbalwedstrijden. Hoe boeiend zo’n gesprek ook kan zijn; als het in het Nederlands gevoerd wordt in het bijzijn van onze collega’s uit andere landen dan blijven mensen zich lang buitengesloten voelen. Dit soort kleine details zullen van iedereen alertheid blijven vragen.” Viktor Bonev is voorzitter van de internationale studentenvereniging Cosmos en is in 2012 vanuit Bulgarije naar de TU/e gekomen. Hij heeft zich altijd thuis gevoeld in Nederland. “Maar dat ligt ook wel aan mijn eigen persoonlijkheid. Ik maak gemakkelijk contact met iedereen. Wat me ook heeft geholpen, is dat ik in de Intro in een groep zat met verschillende nationaliteiten, ook Nederlanders. Ik ben nog steeds bevriend met hen. Ik heb veel van de Nederlanders geleerd; ze zijn vaak erg open. 22 | Special internationalisering 19 juni 2014 Na de cantus van de Intro 2013. Ik denk dat het veel voordelen heeft -voor alle studenten- als ze al op tijd leren om in een internationale omgeving te werken.” Hoewel er volgens Viktor verbetering zit in de onderlinge relaties tussen de verschillende nationaliteiten, zijn er ook genoeg dingen die beter kunnen. “Ik hoor vaak van internationale masterstudenten dat ze pas in het derde kwartiel meer in contact komen met Nederlandse studenten. Dat is behoorlijk laat. We proberen vanuit Cosmos zoveel mogelijk bewustzijn te kweken bij de studieverenigingen, omdat zij veel contact hebben met Nederlandse studenten. De ene vereniging doet dat beter dan de ander. Dat heeft ook te maken met hoeveel internationale studenten de opleiding heeft en hun vakken en de voertaal. Als er een evenement is, wordt dat bijvoorbeeld niet altijd in het Engels aangekondigd. En dan vragen ze zich af waarom internationale studenten of medewerkers wegblijven.” “Het valt me ook op dat de sfeer op de verschillende plekken op de TU/e verschilt. Bij MetaForum is het bijvoorbeeld heel normaal dat allerlei nationaliteiten door elkaar lopen. We proberen nu tijdens de Intro Cosmos wat meer onder de aandacht te brengen. We merken wel dat het voor sommige studieverenigingen wennen is dat wij er ook bij zijn. We zouden graag meer Nederlandse studenten zien in de Common Room, maar het zijn er al meer dan voorheen. Verder pleit ik ervoor dat de communicatie van grote TU/e-projecten in het Engels is. Denk aan het Solarteam en de Good pratices Enkele voorbeelden van wat de TU/e al doet • Internationale werving en contacten. Er worden beurzen bezocht, er is contact met partneruniversiteiten. Om de internationale naamsbekendheid te vergroten en meer studenten uit het buitenland aan te trekken, komt er een internationale wervingscampagne. • Facebookgroep waar internationale studenten met vragen en opmerkingen terecht kunnen. • Introductie voor internationale medewerkers en studenten. Sinds 2008 is de introductie voor Nederlandse en buitenlandse studenten grotendeels gezamenlijk. • De Common Room zit onderin MetaForum en is bedoeld als plek om samen te komen voor alle nationaliteiten. • De internationale studentenvereniging Cosmos is eind 2012 opgericht en heeft als doel om activiteiten voor allerlei nationaliteiten te organiseren en internationale studenten en promovendi waar nodig de helpende hand te bieden. • Het buddyprogramma. Voor studenten in het bijzonder bij de faculteit IE&IS. Voor medewerkers zijn er plannen om het buddy-programma weer nieuw leven in te blazen. Het idee is dat een student of medewerker die hier al langer doorloopt de nieuwkomer wegwijs maakt. • Trainingen Intercultural Communication & Cooperation (vooral bedoeld voor promovendi en ontwerpers in opleiding). • Het vak ‘cultural integration process’. Dit wordt bij Electrical Engineering gegeven. Het doel hiervan is dat Nederlandse studenten zich bewust worden van de internationale setting en de samenwerking met internationals. Nederlandse studenten begeleiden daarbij internationale masterstudenten bij het gewenningsproces. Die studenten krijgen zo ook ervaring in het leidinggeven aan een multicultureel team. Bij IE&IS wordt het vrije keuzevak ‘international negotiation’ gegeven. Ook is er een vak over ‘communication skills’, waarbij een technisch ontwerp begrijpelijk en interactief wordt gepresenteerd binnen een internationale setting. • Evenementen als Connect with my Culture, waarbij verschillende nationaliteiten iets kenmerkends van hun eigen land laten zien. • Het programma Get in Touch, waarbij activiteiten worden georganiseerd voor de partners van medewerkers. • Bij het Student Advies Orgaan -een klankbord voor het College van Bestuur- sluiten binnenkort twee internationale studenten aan. Voorheen waren die klankborden gescheiden. Robocup. Het zou sowieso helpen als het meeste in het Engels is. Aan de andere kant helpt het als de internationale TU/e’ers ook Nederlands leren. Het blijft wel zo dat ze soms maar kort hier blijven en dat het Nederlands een moeilijke taal is. We kunnen de stapjes langzaam nemen, maar we moeten niet bang zijn om die stappen te zetten.” “We moeten niet bang zijn om stappen te zetten” Jim Stolk is president bij de FSE, de overkoepelende vereniging van de studieverenigingen en ziet dat de aanpak van de studieverenigingen onderling verschilt. “Het bewustzijn komt er wel steeds meer. Bij de jongere verenigingen gaat dat al wat natuurlijker. Die communiceren bijvoorbeeld meer in het Engels. Ik studeer zelf Industrial Design en daar zie je dat verschillende nationaliteiten aardig mengen. We hebben ook internationale studenten in commissies. Bij de ‘oude vier’ -Thor, Van der Waals, Japie en Simon Stevin- begint dat besef ook wel te komen, maar gaat het proces langzamer. En soms willen de besturen zelf wel, maar is er weerstand vanuit de achterban. Ik zie zelf best wat verschillen tussen nationale en internationale studenten. Ze zijn bijvoorbeeld vaak meer gefocust op hun studie. Ik snap dat ook wel, zeker als je hier wat korter blijft. En het is ook logisch dat ze zich aan elkaar vastklampen, zeker ‘s avonds als veel Nederlandse studenten niet meer op de campus zijn. We proberen ook wel activiteiten bij ze onder de aandacht te brengen, maar op de een of andere manier zie je toch weinig internationale studenten. Zoals laatst, bij de BorrelXL. En waar dat dan aan ligt? Het zou in mijn ogen wel vreemd zijn om de internationale studentenvereniging Cosmos dezelfde status te geven als die van de studieverenigingen. Ze bedienen per slot van rekening nog een nichemarkt, de doelgroep is vrij klein. Of studenten nog activiteiten buiten hun studietijd ontplooien, vind ik persoonlijk buiten de verantwoordelijkheid van de TU/e vallen. En waarom zou nog meer integreren ook nodig zijn? Er zijn totaal geen conflicten. Internationale ervaring doen Nederlandse studenten ook elders wel op. Leg vooral niets op, maar laat het langzaam doorsijpelen.” “Leg vooral niets op” Willem van Hoorn is adviseur internationalisering bij Dienst Personeel en Organisatie. “Het is heel normaal dat je als buitenlandse medewerker of student moet wennen in een nieuw land en dat dat tijd kost. Wennen aan de Nederlandse cultuur is daarbij nog iets lastiger, vanwege de strakke scheiding tussen werk en privé. Nederlanders zijn meer taakgericht dan relatiegericht. We zijn hulpvaardig en dat wordt gezien. Maar we zijn het wel vooral tussen 9 en 5. Internationale collega’s willen graag ook Nederlanders buiten het werk om ontmoeten. Ik zie wel dat het bewustzijn de afgelopen jaren flink is toegenomen. Ik vind dat we al veel doen en zo wordt dat ook door bijvoorbeeld collega-universiteiten en werkgevers in de regio gezien. We hebben bij DPO een programma voor meereizende partners van internationale medewerkers en Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl Special internationalisering | 23 Het Holi-festival in 2013 op de campus. daarmee zijn we als werkgever sterk onderscheidend. Ik weet dat sommige internationale collega’s zelfs vanwege dat programma uiteindelijk voor de TU/e hebben gekozen. Als ik het helemaal zelf mocht bepalen, zou ik alles aan de TU/e in het Engels doen. En ik zou een foodcourt op de campus inrichten, waar we elkaar kunnen ontmoeten en ’s middags warm kan worden gegeten uit allerlei wereldkeukens. Mensen in beleidsfuncties moeten misschien de voorwaarden scheppen, maar we zullen het met z’n allen moeten doen. Het is vooral een mindset die moet veranderen. En dat is geen schakelaar die je even kunt omdraaien.” “Nederlanders zijn hulpvaardig. Maar wel tussen 9 en 5” Vincent Merk is adviseur ‘International Community’ bij STU en geeft trainingen interculturele communicatie en samenwerking. “We zijn aan de TU/e vooral multicultureel. Maar we moeten naar intercultureel. Van verschillende culturen die naast elkaar leven naar culturen die mét elkaar leven. Bij de cursussen die ik geef, laat ik verschillende nationaliteiten altijd door elkaar zitten. Maar in de pauze zie je dat de Nederlanders bij elkaar gaan staan, de Italianen, de Chinezen, enzovoort. Nu komen naar evenementen als Connect with my culture vooral internationale studenten. De grote massa komt niet. Het is horizonverbredend en verrijkend als nationaliteiten wel meer mengen. Je kunt het buitenland hier creëren. En dat zou ook buiten het klaslokaal moeten: gemengd wonen, bij het sporten, in de vrije tijd. Het gaat wel beter dan voorheen. Het aanbod in de kantine is verbeterd, er is meer in het Engels - bijvoorbeeld bij Cursor en Studium Generale.” Merk, Fransman van origine, heeft onlangs een visiedocument geschreven waarin hij voorstellen doet om tot verbeteringen te komen. Hij pleit ervoor om het in drie stappen te doen. “Eerst moet de infrastructuur in orde zijn, dat wil zeggen alles wat je ziet op de campus. Denk aan de bewegwijzering, ruimere openingstijden van de kantine, gemengde woonunits, meer internationale evenementen.” De tweede laag gaat over internationaliswering van het curriculum, onderwijs en communicatie. “Meer trainingen in het Engels én in het Nederlands en in interculturele vaardigheden. Meer tweetalig. En zet ook meer internationale studenten in brochures en gebruik ze in filmpjes.” De derde stap betreft waardes en gedrag. “Veel buitenlanders vinden Nederlanders behoorlijk direct, maar vaak waarderen ze dat wel. Als een Zuid-Europese student hier komt, verwacht hij dat hij aan de hand wordt meegenomen. Het is eerst de cultuurverschillen herkennen en ze vervolgens respecteren.” Merk is van mening dat we internationale studenten niet teveel in de watten moeten leggen en dat er van alle kanten aan gewerkt moet worden. “It takes 2 to tango.” Totaal aantal buitenlandse medewerkers: 1.637 waarvan 999 op payroll en 638 niet on payroll. Van die 1.637 zijn 625 uit de EER afkomstig en 1.012 van elders. Top 10 internationale medewerkers China Italië Duitsland India Iran Turkije België Griekenland Rusland Spanje 237 146 117 110 98 79 73 72 62 52 Bron: Dienst Personeel en Organisatie De TU/e telt dit collegejaar (peildatum 1 december 2013) 207 ingeschreven internationale bachelorstudenten en 544 ingeschreven internationale masterstudenten. In totaal zijn er onder de studenten 76 nationaliteiten. Top 10 internationale studenten China India Griekenland Italië Mexico Roemenië Duitsland België Indonesië Iran 168 91 58 40 31 31 29 28 19 19 Bron: Onderwijs en Studenten Service Centrum 24 | Student 19 juni 2014 Clmn 76 Aanschuiven bij Risotto met worst en champignons (voor vier personen) Bereiding: Bak drie vooraf in stukjes gesneden worstjes in een koekenpan. Snijd de champignons in schijfjes en bak deze in andere pan licht aan. Voeg peterselie en peper toe. Snijd winterpeen en halve ui in stukjes, kook deze samen met verse peterselie beetgaar en giet ze af. Breng in een andere pan een liter water aan de kook met een scheut olijfolie. Voeg een halve gesnipperde ui en een snuf zout toe. Daarna 300 gram risotto. Voeg na een minuut het wortel-ui-mengsel en de overige ingrediënten samen. Doorkoken tot de risotto gaar is en het water in de mix is opgenomen. Voor het opdienen nog een eetlepel roomboter en Parmezaanse kaas toevoegen. Thomas Prevoo masterstudent Innovation Ma nagement Verpakking “Let niet op de rommel.” Dat onverwachts bezoek en een studentenhuis niet goed samengaan, is bekend. Maar niet alleen voor mijn onopgeruimde studentenkamer heb ik me wel eens moeten verontschuldigen. Tijdens menige meeloopdag gaf ik scholieren schoorvoetend gelijk dat de faculteit IE&IS met haar Paviljoen niet in het allermooiste universiteitsgebouw ooit is gevestigd. Maar daar komt eindelijk verandering in. De inhoud is belangrijker dan de verpakking. Dat geldt zeker voor Technische Bedrijfskunde. Prima docenten, goede colleges en uitdagende cases. Maar dan dat Paviljoen. De lange gangen van geschakelde noodketen vormen een gebouw dat je verwacht bij een autosloopbedrijf op een afgelegen haventerrein. Niet bij een faculteit aan de meest innovatieve universiteit van ons land. Studenten in spe reageerden, in de hoop op klassieke collegekathedralen of futuristische TU-wolkenkrabbers, dus vaak teleurgesteld als ik ze richting de TBK-barakken leidde. Het Paviljoen werd eind jaren vijftig als tijdelijk (!) gebouw neergezet. De geplande sloop kwam er echter nooit en dus was mijn faculteit toen ik deze járen geleden voor het eerst betrad, nog steeds gevestigd in de lelijke laagbouw aan de noordzijde van onze campus. Af en toe werd er nog wel eens een nieuwe vloerbedekking of likje verf tegenaan gegooid, om te verbloemen dat het noodgebouw dateerde van voor de eerste ruimtevlucht en de kleurentelevisie - maar de lelijke oude verpakking bleef een doorn in het oog. Gedurende het afgelopen decennium hing een mogelijke verhuizing als het zwaard van Damocles boven de faculteit. Die verhuizing lijkt nu dan toch werkelijkheid te worden. Het CvB bedacht afgelopen week dat nog langer uitstellen van de verbouwing van het Hoofdgebouw toch niet zo’n soepel plan is en dus wordt het HG volledig gerenoveerd en krijgt de faculteit IE&IS over vier jaar eindelijk een nieuw onderkomen - samen met Industrial Design en de centrale diensten van de TU/e. Misschien is de heropening meteen een goed moment om die foeilelijke Hollandse naam Hoofdgebouw te vervangen door iets beters? Want op een mooie verpakking hoort natuurlijk ook een mooi etiket. Dessert: Brigadeiro: chocoladecreme-pudding Bereiding: Smelt 200 gram boter in een pan. Voeg hier evenzoveel chocoladepoeder (bijvoorbeeld Nesquick) en een klein blikje gecondenseerde melk (125 ml) aan toe. In de koelkast laten stijven. TU es Wat doe je het liefst in je vrije tijd? Reizen met mijn studievereniging Interactie binnen het Europese studentennetwerk ESTIEM. Daar leer je in een korte periode veel nieuwe culturen, landen en mensen kennen. Daarnaast ben ik veel op de volleybalvelden van Hajraa te vinden. Welk broodje uit de kantine past het best bij jouw persoonlijkheid? Broodjes uit de kantine? Die koop ik niet. Een echte student koopt zijn brood toch bij de supermarkt en neemt een pot chocopasta mee? Wat had je van tevoren niet verwacht over Eindhoven? Dat hier zoveel mannen zouden wonen! Zelf kom ik uit Amsterdam waar de vrouwen in de meerderheid zijn. Toch went het snel. De laatste twee jaar trekt de TU/e trouwens heel wat meer vrouwen aan. Als je je voor één keer kon -laten- teleporteren, waar zou je dan naartoe gaan? Patagonië in Chili staat op mijn lijstje. Het schijnt één van de mooiste natuurgebieden in de wereld te zijn. Een echte must-see dus. Met wie zou je graag eens een biertje of wodkaatje drinken? Robin van Persie. Zodat hij mij zijn legendarische zweefduik kan laten herbeleven. Als je iets aan de TU/e zou mogen veranderen, wat zou dat dan zijn? Het Bachelor College. De TU/e moet studenten de kans geven om weer zelfstandiger te worden en zich ook naast hun studie te ontplooien. Helaas wordt de student daarin belemmerd door het grote belang van de tussentoetsen. Stephanie Riffo Rodriguez (21 jaar) vierdejaars Technische Bedrijfskunde Foto | Bart van Overbeeke Welke kleur zou je de gebouwen van de TU/e geven, als je mocht kiezen? Oranje, hoog tijd dat de oranjekoorts uitbarst en we de mannen naar de finale steunen. Stephanie wil de vra ag over het kantineb roodje vervange nd jezelf teru oor: ‘Als je g in de ti jd kon verplaats en, waar zou de reis dan naartoe g aan en waarom? ’ (SvS) Student | 25 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl De Braziliaanse Lucas Fernandes (22), landgenoot Luisa Brasil (22) en de Spanjaard Jaime Vaquero (24) delen een knus flatje in de Woenselse buurt Lijmbeek. Ze vonden zichzelf eigenlijk niet zo geschikt voor deze rubriek. Want “aan serieus koken doen we hier zelden. Het is vooral simpel en snel”. Uiteindelijk werd de Italiaanse buurtgenoot en BMT-studente Veronica di Domenico (23) uitgenodigd om er toch nog iets speciaals van te maken. Hoe hebben jullie elkaar gevonden? Lucas: “We doen alle drie een master Industrial Engineering. Bij de Intro trokken we al snel met elkaar op. Een Poolse student bracht ons in contact met deze flat, waar we een jaar mogen blijven. Dat jaar zit er al weer bijna op, helaas. Volgende maand gaat ieder zijn eigen kant weer op. Zelf ga ik nog naar IJsland.” Moeten jullie niet in Brazilië zijn, nu jullie land op zijn kop staat voor het WK? Luisa: “Ik had er dolgraag bij willen zijn. Via skype, telefoon en social media proberen we er zoveel mogelijk van mee te krijgen. Maar voor de échte beleving moet je inderdaad daar zijn. De ‘kleine’ wedstrijden volgen we via een live-stream. De wedstrijden van Brazilië en Spanje in de kroeg of op het grote scherm van MetaForum, zoals afgelopen vrijdag.” Jaime zucht diep. De nederlaag van ‘La Rioja’ is nog lang niet verwerkt. Zijn jullie een beetje van Eindhoven gaan houden dit jaar? Veronica: “Zeker! Vooral de kleine schaal waarop het leven hier plaatsvindt. Alle belangrijke adressen liggen bijna op loopafstand van elkaar. Een verademing.” Luisa: “Dat is bij ons wel anders. Lucas en ik wonen in hetzelfde district in Brazilië, maar nog altijd 600 kilometer van elkaar vandaan.” Wat gaat er straks uit Nederland mee in de koffer, terug naar Spanje en Brazilië? Jaime: “Als het zou kunnen, zou ik alle fietspaden meenemen en in Madrid weer uitrollen. De liefde voor de fiets spat er hier vanaf.” Lucas: “Ik had vooraf verwacht alle afstanden met mijn skateboard te overbruggen. Inmiddels heb ik al drie fietsen versleten en staat mijn board vol stof onder mijn bed.” Luisa probeert een enorme pot Nutella van vijf kilo, die ze onlangs cadeau kreeg, door de douane te loodsen. “Ik neem me ook voor nog een pot mayonaise mee te nemen. Die friet met mayo-traditie van jullie ga ik in Brazilië ook introduceren.” Hadden jullie niet de behoefte om deze flat wat meer in Braziliaanse of Spaanse stijl op te fleuren? Het oogt wat kaaltjes met dat vergeelde Poolse postertje. Luisa: “We zitten hier maar voor een jaar en zien het niet zitten om straks weken bezig te zijn om de boel weer op te ruimen. Maar ook zonder posters hebben we het heel gezellig hier hoor.” Tekst | San van Suchtelen Foto’s | Bart van Overbeeke Wil jij ook met je culinaire huisgenoten in deze rubriek? Mail dan naar [email protected] En hoe is het in Riga? Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken. Elk jaar roept een door de Europese Unie opgerichte commissie een stad uit tot Culturele Hoofdstad van Europa. In 2009 werd bekendgemaakt dat Riga in 2014 deze eervolle titel mag voeren. Een aantal jaren later besloot ik om in deze ongepolijste diamant van een stad stage te lopen bij het architectenbureau 1PLUS1. Voordat ik verder ga met mijn verhaal wil ik eerlijk zijn: op het moment dat ik besloot naar Riga te gaan, was ik niet op de hoogte van dit feit. En op dit moment vind ik het moeilijk te geloven dat dit een feit ís. Riga, de hoofdstad van Letland, is namelijk nog niet klaar voor deze titel; hadden ze nog een jaar of vijf gewacht, dan was het een bruisende stad geweest die uit volle borst kon roepen: “Ik ben dé culturele hoofdstad van Europa”. Riga is een gebroken stad. Ik zeg gebroken omdat de stad ooit heel was, een belangrijke handelsstad die onderdeel was van de Hanze. Tot recent was Letland in handen van de Sovjet Unie, die tot 1991 het land praktisch kapot heeft gerukt. Wat deze geschiedenis heeft achtergelaten, is vandaag nog steeds te merken. Niet alleen op sociaal- en economisch gebied, maar ook in de bebouwde omgeving. Het oude centrum -merkbaar beschermd door UNESCO- wordt omgeven met gebouwen van begin vorige eeuw en de meest eclectische Jugendstil-gebouwen. Die wordt vervolgens omhelsd met oude Sovjet-microdistricten, plaatsen waar je je zelfs vandaag de dag niet op je gemak kunt voelen. Toch verandert de stad, het klinkt cliché, maar men is hier niet bang om te doen. Elke week opent een stel jonge ontwerpers een kleine handel en hippe craftsmanship-markten geven ruimte aan een jonge generatie die een individualiteit uitstraalt die diep geworteld is in de oudste tradities van het oorspronkelijke Letse volk. De architectuur vormt een van de meest belangrijke onderdelen van deze verandering, want er moeten zo veel problemen worden opgelost. Daarom kwam ik naar Letland: het is hier spannend en er is werk aan de winkel. In Nederland is het wat dat betreft simpelweg saai. Foto | Arturs Martinovs Pie mastteerr Beer, Bouwksutudent nde Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar [email protected]. Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl 26 | Student 19 juni 2014 Cateringbeleid onder vuur Het cateringbeleid van de TU/e frustreert educatieve en andere initiatieven van studieverenigingen, stelt een groeiend aantal van deze clubs. Ze zijn verplicht diensten van huiscateraar Eurest af te nemen, maar haken vanwege de hoge prijs vaak vroegtijdig af. De TU/e verdedigt het beleid. “Neem nou een bierfust”, legt Jim Stolk, president van de Federatie Studieverenigingen Eindhoven uit. “Zo’n ding kost bij Eurest zo’n 250 euro. Kopen we ze zelf, dan zijn we 85 euro kwijt.” Internationale studievereniging Interactie mort over prijs van lunches en broodjes. Vorig jaar nog was Interactie gastheer van een groot internationaal gezelschap dat de TU/e bezocht. Victor Teunissen was er als voorzitter van Interactie bij betrokken: “Voor een koude lunch rekende Eurest vijf euro. Zelf konden we dat één euro goedkoper maken en bovendien combineren met een diner ‘s avonds. Dat bleek bij Eurest niet mogelijk. Toen we besloten de catering zelf in de hand te nemen, werden we verbannen naar een buitenlocatie.” Want zo is het in het contract met Eurest afgesproken: de grote evenementenlocaties Metaforum, Auditorium en De Zwarte Doos zijn exclusief domein van Eurest als het om de catering gaat. Studieverenigingen die daar iets willen organiseren, zijn aan Eurest gebonden als er koffie, bier of bitterballen geregeld moeten worden. “Affiniteit met studenten lijkt niet in de haarvaten te zitten” Wie de cateraar wil vermijden, moet een andere locatie zoeken. Ook bij Protagoras hebben ze geen hoge pet op van de huiscateraar die sinds 2011 op de TU/e actief is. “Eurest is gewoon te duur voor studieverenigingen met een krap budget”, vindt voorzitter Lisanne Kok. “Voor symposia zijn we het meeste geld kwijt aan lunchkosten. Dat zouden we veel liever in het programma en onze gasten steken.” Ook de collega’s van GEWIS betreuren de prijzen van Eurest, die zich volgens hen niet verhouden tot het schaarse assortiment. Het aantal klachten over het monopolie van Eurest zwelt de laatste tijd aan, weet Jim Stolk. Dat heeft alles te maken met de hausse aan evenementen in deze tijd van het jaar. Wat de FSE-president vooral steekt, is dat allerlei onderwijsgerelateerde evenementen, zoals lezingen, symposia en workshops in de kiem gesmoord worden, omdat de organisatoren zich de prijs voor de catering niet kunnen veroorloven. Hij weet niet hoeveel publieke evenementen uiteindelijk in de ideeënfase zijn gestrand. Maar dat de catering daarvan de oorzaak is, zou het College van Bestuur zich zeker moeten aantrekken, vindt Stolk. Het alleenrecht verleidt Eurest volgens Stolk bovendien niet om de klant zo goed mogelijk te bedienen. “Zo zou de FSE graag zien dat de kantines langer open zijn ‘s avonds. Affiniteit met de student lijkt Eurest sowieso niet in de haarvaten te zitten”, concludeert Stolk. Kritiek op zijn cateringmonopolie is Eurest niet vreemd. In 2011 voerde studentenvakbond SRVU van de Vrije Universiteit van Amsterdam al tevergeefs actie tegen de hoge prijzen van de cateraar. Volgens Monique Kuyck van Dienst Interne Zaken (DIZ), verantwoordelijk voor de catering en het contract met Eurest, stelt de cateraar zich wel degelijk flexibel op richting de verenigingen. “Het is zeker niet de starre club zoals die door velen wordt voorgesteld. Dreigt een evenement te verregenen en is er nog een droge locatie voorradig, dan doen wij noch Eurest moeilijk over verplaatsing. Maar dan moeten we het wel tijdig weten. De verenigingen bedenken zich vaak te laat dat ze ook hapjes en drankjes bij hun evenement willen hebben. In ieder geval regelen ze het niet op tijd. Dat maakt de kans op medewerking natuurlijk een stuk kleiner.” “Eurest is zeker geen starre club” Kuyck vindt ook de kritiek op de prijs onterecht. “Eurest moet aan veel eisen voldoen op het gebied van hygiëne, veiligheid en stiptheid. Dat heeft zijn prijs. Worden die normen niet gehaald, dan volgt een boete. De studieverenigingen hoeven al die normen niet in hun prijs door te berekenen. Dat zij een lagere prijs kunnen vragen, verbaast me dus niet. Ik verzet me tegen het beeld van Eurest als boosdoener. Zij voeren slechts TU/e-beleid uit. Concurrentie toelaten op de campus is niet aan de orde. Dat wordt een chaos, die we niet willen.” Kuyck adviseert de verenigingen eerder dan nu met Eurest in gesprek te gaan. Dat vergroot de kans op medewerking. Dat Eurest contractueel een exclusiviteitsrecht heeft op de cateringexploitatie van de grote evenementenlocaties is volgens Kuyck niet meer dan logisch. “Ze moeten natuurlijk de gelegenheid krijgen om hun eigen investeringen terug te verdienen.” Een verruiming van de openings- tijden ligt volgens Kuyck voorlopig niet voor de hand. “Zoals we het nu inschatten, is de belangstelling daarvoor te gering om dat rendabel te maken. Het is niet zo dat het rijen dik voor de kantines staat rond sluitingstijd. Wie ’s avonds behoefte heeft aan een snack of drankje kan trouwens altijd nog in het Auditorium of De Zwarte Doos terecht.” Eurest zelf neemt de kritiek ter harte: “We betreuren het te moeten vernemen dat onze dienstverlening niet naar wens zou zijn”, reageert woordvoerster Anouk Kogelman: “Maar zoals Monique Kuyck al zegt, hebben de aan ons gestelde eisen hun prijs, die nooit zo scherp kan zijn als die van de studieverenigingen. Desondanks staan wij altijd open voor suggesties. Zonodig gaan we in gesprek met de TU/e om te kijken of bepaalde wensen, zoals een avondopenstelling, te realiseren zijn. De behoefte daaraan moet dan natuurlijk wel worden aangetoond.” Het contract met Eurest loopt nog tot 2016. De TU/e is volgens Kuyck bewust een langdurig contract aangegaan. Eventuele tussentijdse investeringen in bijvoorbeeld kantines kunnen daarmee over een langere periode worden uitgesmeerd. Tekst | San van Suchtelen Archieffoto’s | Bart van Overbeeke Mens | 27 Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl Ariane Biemond “Het leven is makkelijker als je de touwtjes een beetje los kunt laten” Na een half jaar Kenia voor haar bachelorstage bij ID, was het voor IE&IS-masterstudente Ariane Biemond (25 jaar) al snel duidelijk dat ze ook voor haar afstudeerproject naar Afrika wilde. De beoogde drie maanden Ethiopië werden er zes, en hoewel ze van te voren nadrukkelijk aangaf in Nederland een baan te willen zoeken, zijn er nu serieuze plannen om na haar afstuderen weer terug te keren. Naast haar familie en vrienden miste Ariane Biemond de bruine boterham met kaas nog wel het meest. De enthousiaste studente IE&IS pakte eind vorig jaar haar koffer om drie maanden in Ethiopië onderzoek te doen naar duurzame katoenteelt, in samenwerking met hulporganisatie Solidaridad. Die koffer zat niet heel vol -ze wist pas een week van te voren dat ze zou vertrekken- maar ook omdat ze deze keer niet langer dan drie maanden wilde blijven. “Ik ben daar wel uitgelachen om mijn bundeltje oude kleren, terwijl ik in het relatief hippe en fashionable Addis Ababa terechtkwam en ook nog eens met de textielindustrie bezig was”, vertelt Ariane, net enkele dagen terug uit Ethiopië. Zo oogt ontspannen en is nog bruin van haar verblijf daar. De afgelopen maanden hebben voor haar in het teken gestaan van duurzame katoenproductie: vele boeren bezoeken, gesprekken met retailers, rondleidingen door katoen- en kledingfabrieken. Ze wist vrij snel dat haar afstudeerproject een combinatie moest worden van wetenschap en praktijk, het liefst in samenwerking met een ideële organisatie zodat haar afstudeerverslag niet alleen door begeleiders zou worden gelezen en in een stoffige kast terechtkomt. Door eerdere reizen naar Afrikaanse landen was ze geïntrigeerd geraakt door de vraag waarom ontwikkelingslanden zo’n economische achterstand hebben in vergelijking met westerse landen. Toen duidelijk was dat Solidaridad bezig was met het opzetten van een katoen-/ textielprogramma in Oost-Afrika, was de keuze snel gemaakt. honderd euro is niet voor iedereen weggelegd. In mijn afstudeeronderzoek heb ik een strategie opgezet om die transformatie van conventionele naar duurzame productie in Ethiopië te starten. Juist nu zijn de retailers, de Ethiopische overheid en ontwikkelingsorganisaties bereid om hierin te investeren. Heel actueel en veel kansen voor de Ethiopische boeren en de lokale textielsector.” “Uit een voorstudie bleek dat Ethiopië dankzij de verticale ketens -het hele proces van katoenteelt tot en met de productie van kleding vindt er plaats- het meest interessante land was. Ook vanuit de retailers is er grote interesse voor duurzame katoenproductie in Oost-Afrika. De lonen in China zijn aan het stijgen, maar ook willen ze in Oost-Afrika door de nog steeds groeiende kledingvraag graag uitbreiden. Bedrijven als H&M, IKEA en Tesco hebben aangegeven dat ze hun producten in Ethiopië willen laten produceren. Tegelijkertijd hebben ze doelen gesteld om de overstap naar duurzame katoen te maken. Ze willen laten zien dat goedkoop en duurzaam heel goed kunnen samengaan. Een positieve zaak, want een groene spijkerbroek voor Anders dan haar verblijf in Kenia, waar ze zichzelf wilde bewijzen dat ze kon ‘overleven’ in het buitenland en alleen haar zaakjes kon regelen, was het idee om in Ethiopië drie maanden data te verzamelen, tussendoor te genieten en met een ervaring rijker terug te komen. Haar twee tijdelijke huisgenoten -een Franse werkzaam in de toeristensector en een Amerikaans/ Ethiopische fotograaf- en ondertussen dierbare vrienden deden haar tot inkeer komen. “Ik zag hoe zij en ook de Ethiopiërs hun leven op een heel andere manier inrichten. Je veel meer laten leiden door het hier en nu, de dingen doen die je op dit moment gelukkig maken en je vizier niet te veel richten op de toekomst. Dat komt later wel. Mijn collega’s vonden het belachelijk dat ik zoveel aan het rennen was; “Controle heb je simpelweg niet in Ethiopië” ik wilde zoveel mogelijk dingen op een dag regelen en alles onder controle houden. Maar die controle heb je in Ethiopië simpelweg niet. Je vertrekt ‘s ochtends in een propvol minibusje en dan is het maar hopen dat er die dag water, stroom en internet is. De touwtjes een beetje loslaten werkt bevrijdend. Ik denk nu vaker: het komt wel goed. Is het niet vandaag, dan wel een andere dag. Het klinkt heel cliché, maar daardoor kan ik wel meer genieten van het nu.” Toch was het zeker in het begin flink wennen aan het ontbreken van regels geeft ze toe, zeker voor iemand die zichzelf als controlfreak omschrijft. “Alleen al in het verkeer, waar iedereen maar zijn eigen gang gaat, of de ellenlange koffiepauzes terwijl er nog een hele bult werk ligt. Na een tijdje gaat de knop om en besef je dat het ook wel heel fijn is dat er nog zoveel kan. De vele rondritten bijvoorbeeld die we op het dak van een jeep maakte, dat kun je je in Nederland niet voorstellen... Iets anders wat ik heb geleerd, is dat ik me niet meer zo veel laat leiden door wat mensen van je verwachten, zoals de vanzelfsprekendheid dat je na je studie aan de slag gaat als consultant, trainee of bij een bank. Wat is er mis met het banen van je eigen weg? Op de Bedrijvendag struinde ik altijd een beetje zenuwachtig langs de stands, miste gedrevenheid en haalde mijn schouders op bij de standaardvraag waar je jezelf over tien jaar zag. Maar mijn werk in Ethiopië gaf me een enorme berg energie. Het is een geruststelling dat ik iets heb gevonden waar ik mijn passie in kwijt kan.” De koffer is nog niet naar zolder Terug in Nederland is de koffer -vol met een flinke lading sjaals in bonte kleuren, telkens zag ze een nóg mooiere die ze echt niet kon laten liggen- ondertussen uitgepakt, maar nog niet naar zolder. Dankzij het onderzoek van Ariane heeft Solidaridad de intentie om volgend jaar te starten met een programma in Ethiopië, gericht op duurzame katoenproductie. Modeketen H&M is druk in gesprek met Solidaridad om de mogelijkheden te verkennen. Er bestaat daarom een kans dat Ariane weer terug kan gaan om bij dit project betrokken te blijven. “Een dubbel gevoel. Ik heb hier fijne vrienden en familie bij wie je op zondag kunt aanschuiven voor een kop soep. Bovendien word ik binnenkort voor het eerst tante. Maar het voelt ook goed om bij te dragen aan een verandering, middenin een echte vernieuwing te staan. Ik bekijk het maar heel Afrikaans: we zien wel hoe het loopt en waar ik over drie maanden sta.” Interview | Nicole Testerink Foto | Bart van Overbeeke
© Copyright 2024 ExpyDoc