Focus op Brazili - Cursor - Technische Universiteit Eindhoven

12
20 februari 2014 | jaargang 56
@tuecursor
Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven
Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op
en
14 | Focus op Brazilië
Het land van de samba, het voetbal, carnaval. Ook het land waar Tech United
dit jaar de wereldtitel op de RoboCup wil heroveren. Waar deze zomer het WK
wordt gehouden en over twee jaar de Olympische Spelen. Brazilië is booming
en de TU/e investeert volop in contacten met dit land.
4 De soapies
van de TU/e
TU/e-studenten worden
gevolgd door een cameraploeg voor de realityshow
‘Campus Eindhoven’
6 Extreem bouwen
met niets
Onderzoekers van
Bouw­kunde werken
aan noodtenten
voor rampgebieden
18 De man
onder de steek
GEWIS kiest elk jaar een
nieuwe prins carnaval.
Wie trekt de carnavalswagen
dit jaar?
Check out our
English section
on pages 19-24
2 | Vooraf
20 februari 2014
Nieuws | 3
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Meer nieuws vind je op www.cursor.tue.nl
Wat moet
hernieuwdde TU/e doen bij
sterke groe
Dinsdag 18
i instroom
februari - Het
College van
een taskforc
?
Bestuur
e inge
CURTOON
heeft
steld die kijk
nodig zijn al
t welke maa
s de instroo
tregelen
m
va
weer boven
n eerstejaar
matig stijgt.
s dit jaar
Inmiddels is
advies voorg
een eerste
elegd aan h
et CvB. Er w
gekeken naa
ordt onder m
r de invoerin
eer
g van avond
studiemoge
colleges en
lijkheden in
d
e
stad. De eers
meldingscijf
ers voor het
te vooraanstudiejaar 2
er voor de TU
014-2015 zien
/e weer goed
uit. Vorige w
die een groei
eek lieten
zien van bijn
a 55 procen
van de cijfer
t ten opzich
s van vorig ja
te
ar.
ASML sponsort nu ook
Nederlandse TU-masters
Colofon
Hoofdredacteur
Han Konings
Eindredacteur
Brigit Span
Redactie
Judith van Gaal
Tom Jeltes | Wetenschap
Frits van Otterdijk
Norbine Schalij
Freke Sens (stagiaire)
Monique van de Ven
Medewerkers
Nicole Testerink
Fotografie
Rien Meulman
Bart van Overbeeke
Coverbeeld
iStock
Opmaak
Natasha Franc
Vertalingen
Annemarie van Limpt (p.19,20,21)
Benjamin Ruijsenaars (p.22,23)
Aangesloten bij
Hoger Onderwijs Persbureau
Redactieraad
prof.dr. Cees Midden (voorzitter)
prof.dr. Marco de Baar
Angela Stevens- van Gennip
Thomas Reijnaerts (studentlid)
Arold Roestenburg
Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)
Redactieadres
TU/e, Laplace 0.35
5600 MB Eindhoven
tel. 040 - 2474020
e-mail: [email protected]
Cursor online
www.cursor.tue.nl
Druk
Janssen/Pers, Gennep
Advertenties
Bureau Van Vliet BV
tel. 023 - 5714745
Te krap in het pak?
Dreigen we het slachtoffer te worden
van ons eigen succes? Die gedachte
bekroop me toen ik deze week de
vooraanmeldingscijfers voor het
komend studiejaar zag. Met een
astronomisch percentage (54,8
procent om precies te zijn) bleken
onze vooraanmeldingen te zijn
gestegen in vergelijking met een
jaar daarvoor. En toen waren die
cijfers ook al niet slecht te noemen.
Lex Lemmens, dean van Bachelor
College, ontpopt zich op die manier
als een soort van tovenaarsleerling
die de explosieve vermenig­
vuldiging van het aantal eerstejaars niet meer onder controle
heeft. En waar de tovenaars­
leerling van Goethe bijna verzoop
in de enorme hoeveelheden water
die zijn behulpzame bezems
aandroegen, zo dreigen onze
onderwijsfaciliteiten te bezwijken
onder een tsunami van leergierige
jongens en meisjes.
Aan het begin van dit studiejaar
kampten we al met krapte in de
roosters en collegebanken, en dat
zal met deze te verwachten extra
toevloed niet veel beter worden.
Ook bij de chef tovenaar, rector
Maandag 17 februari - ASML gaat jaarlijks vijfentwintig beurzen beschikbaar stellen voor
de beste Nederlandse masterstudenten van de drie TU’s. De chipfabrikant investeerde
de afgelopen jaren vooral in buitenlandse talenten, maar wil zich met de nieuwe beurzen
nadrukkelijker gaan richten op potentials uit eigen land. Het gaat om beurzen van
tienduizend euro, te verdelen over twee jaar.
In aanmerking komen masterstudenten Aerospace Engineering,
Applied Mathematics, Applied Physics, Chemical Engineering,
Computer Engineering, Computer Science, Electrical Engineering,
Embedded Systems, Materials Science & Engineering, Mechanical
Engineering en Systems & Control. ASML en de TU/e hopen op korte
termijn te starten met de selectieprocedure voor de studiebeurzen.
Poll
Han Koning
s
Willen we onze studietempel MetaForum
lekker voor onszelf houden, of mogen
buitenstaanders er ook gebruik van maken?
Die stelling triggerde 282 mensen tot
het geven van hun mening.
Hans van Duijn, rinkelen inmiddels
de alarmbellen.
Leerling Lex moet met de
ondersteuning van een taskforce
op zoek naar oplossingen voor
mogelijke problemen. Avond­
colleges, studeren in de stad en
meer docenten moeten het tij
keren. Maar dat is voor de korte
termijn. Hoe moeten we verder
als straks onze verwachting
voor 2020 -vijftig procent meer
eerstejaars- bewaarheid wordt?
Pappen en nathouden helpt dan
niet meer. De taskforce kijkt
daarom ook verder in de
toekomst. Ben benieuwd wat
daar uitkomt, want wellicht zijn
we ons toch in een iets te krap
pak aan het naaien.
Brazilië als proeftuin
Heeft de TU/e Brazilië als focusland
vanwege de financiële stimulans?
Zo vroeg ik me van tevoren af. Het
heeft de contacten zeker een boost
gegeven, maar TU/e-onderzoekers
zijn stuk voor stuk ook enthousiast
over de technologie in het sambaland. Ton Backx (decaan bij Electrical
Engineering) noemt Brazilië één
grote proeftuin, waar uitdagingen
n Gaal
Judith va
liggen die op wereldschaal spelen.
Voor Braziliaanse onderzoekers is
het grootste voor­deel dan weer dat Nederland en dat we hier brood als
ze internationaal ervaring opdoen. lunch hebben…
Laten we ze maar vooral niet
Zie pagina 14-15
vertellen dat het zoveel regent in
De meerderheid (56, 4 %)
vindt niet dat er direct een groot
hek omheen moet. Maar het
grootste deel daarvan (37, 2 %) vindt
wel dat we rondom de tentamen­periode
buitenstaanders moeten kunnen weren.
We geven hiermee wel een slecht
signaal af richting stad, vindt 7, 8 %.
Voor 43,6 % van de
respondenten moet het
exclusief voor onze studenten
blijven. Daarbij vindt 26, 6 % het
een recht dat voortvloeit uit het
betalen van collegegeld. 17 %
denkt dat er voor hbo’ers
en scholieren voldoende
alternatieven zijn.
Nu vragen we op
www.cursor.tue.nl
Keuzegids Masters: TU/e beste
technische universiteit
Maandag 17 februari - De TU/e is voor het
vierde jaar op rij verkozen tot de beste
technische universiteit van Nederland voor
masteropleidingen. Van de 21 masters in
Eindhoven krijgen er bovendien zeven het
predikaat ‘topopleiding’. In de totale lijst
van vijftien universiteiten van de Keuzegids
Masters komt Eindhoven als vierde uit
de bus, na Wageningen University en de
speciale universiteiten Nyenrode en de
Open Universiteit. De beste Eindhovense
masteropleidingen in hun categorie zijn
Innovation Sciences, Industrial and
Applied Mathematics, Applied Physics,
Chemical Engineering, Biomedical
Engineering, Medical Engineering en
Mechanical Engineering.
TU/e haakt aan bij provinciale
e-bikeregeling
Woensdag 12 februari - Om medewerkers
uit de auto en op de e-bike te krijgen, heeft
de TU/e bij de provincie tweehonderd
plaatsen gereserveerd voor deelname
aan een B-Riders-regeling, waarmee je
een kilometervergoeding kunt ontvangen
per gefietste kilometer. Daarnaast staan
eind februari op de campus verschillende
e-bikes klaar voor een proefrit. Bij het
B-Riders-programma is het de bedoeling
dat de TU/e’er zelf een elektrische fiets
aanschaft, eventueel via het fietsenplan.
Voorwaarden daarbij zijn dat je meer dan
drie kilometer van je werk woont en een
smartphone bezit waarmee je een app
gaat downloaden die het aantal kilometers
meet.
‘Studentenstad Eindhoven niet
bruisend genoeg’
Dinsdag 18 februari - Eindhoven kan ‘bruisender’ en de studentenhuisvesting moet
beter. Dat zijn de belangrijkste conclusies van het debat maandagavond tussen studenten en vertegenwoordigers van de zes grootste politieke partijen van Eindhoven.
In de Blauwe Zaal hadden politici en ruim veertig debaters, vooral van de studentenverenigingen E.S.C, SSRE
en Demos, af en toe verhitte
discussies. De aanwezigen
waren het onder meer
massaal eens met de stelling
dat Eindhoven de huisvesting
van studenten in het centrum
ontmoedigt. Volgens hen
creëert de gemeente nauwe­
lijks nieuwe woonruimte,
omdat zij het ‘splitsen’ van
huizen tot studentenhuizen
tegengaat.
sen
r
e
e
h
e
d
a
s Nay
r
e
m
m
e
w
Z
tricht
s
a
a
M
ade in de
n
i
K
, sleepte Nay
S
en
d
u
N
go
p
en
ti
o
Maastricht.
nder
Zwemmen in
ailles, waaro
es;
intig med
pioenschap
alle estafett
februari - Tw
denten Kam
17
tu
S
ag
s
d
d
n
n
domineerde
la
aa
g
er
M
in
ed
ig
N
n
re
en
ve
p
zwem
s het O
aterpolo- en
wacht tijden
studentenw
se
en
ov
h
d
De Ein
aast twee
rgden daarn
de heren zo
ndhovens
Ei
n volledig
ee
r
o
vo
er
ke
er vrije slag
de 200 met
podium, op
.
er vrije slag
en de 50 met
amma­
gr
ro
p
4
2
al
Op de in tota
mers 10
isten de zwem zen
nummers w
bron
lveren en 3
gouden, 7 zi
rmee
aa
w
,
n
re
o
sc
medailles te
assement
kl
et medaille
h
en
ov
h
d
n
Ei
t.
yaal aanvoer
na afloop ro
TU/e steekt tien miljoen in
Chemelot InSciTe
Woensdag 12 februari - De komende zes
jaar steekt de TU/e tien miljoen euro in
het Chemelot Institute for Science and
Technology (InSciTe). Binnen dit interna­
tionale onderzoeks- en kennisinstituut
gaat de TU/e met vier andere partijen
de krachten bundelen om uit biomassa
innovatieve chemische bouwstenen te
maken en om nieuwe biomedische mate­
rialen te ontwikkelen. De partijen waarmee
de TU/e gaat samenwerken zijn de Univer­
siteit Maastricht/Maastricht UMC+ en
de experts van chemiegigant DSM en
de Chemelot Campus.
CvB laat medewerkers vanaf dit najaar betalen voor parkeren
In de Keuzegids voor het Hoger Onderwijs
komt de TU/e al jaren als beste TU uit de bus.
Waarom nog dat onderscheid, moeten
we ons niet vergelijken met alle andere
Nederlandse universiteiten?
Dinsdag 11 februari - TU/e-medewerkers
gaan vanaf komend najaar twee euro per dag
betalen voor het parkeren op de campus.
CvB-lid Jo van Ham noemt het een noodzake­
lijke maatregel om de campus leefbaar te
houden. De maatregel is onderdeel van het
Mobi­liteitsplan TU/e. De personeelsfractie
van de U-raad en de vakbonden vinden dat
medewerkers niet hoeven meebetalen aan
het behalen van de huisvestingsnorm en
dragen alternatieven aan. Op 6 maart gaan
deze partijen nogmaals met het CvB om tafel
om die alternatieven te bespreken.
31 maart staat het weer op de agenda van
de universi­teitsraadvergadering.
4 | Gelinkt
20 februari 2014
Gelinkt | 5
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
De soapies van de TU/e
De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten
en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare
banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we
deze keer drie van hen aan het woord over hun relatie met elkaar
en de universiteit.
Een nadrukkelijke drang om met hun hoofden op tv te komen
- nee, die hadden ze niet. De behoefte om te laten zien dat
techniekstudenten heus méér doen dan zich het schompes
studeren, dat dan weer wél. Sinds een paar maanden worden
TU/e-studenten Annelieke Steens, Ilona den Hartog en Marco
de Wild gevolgd door een cameraploeg voor de Brabantse
realityshow ‘Campus Eindhoven’.
Waarom juist zíj werden gekozen
om de TU/e te vertegenwoordigen
in Campus Eindhoven (waarin ook
drie techniekstudenten van Fontys
worden gevolgd): ze hebben
eigenlijk geen idee. Vooral Marco
(23, vijfdejaars Technische
Natuurkunde) is nog altijd verbaasd
dat hij werd geselecteerd. “De jongen
vóór mij bij de casting leek mij veel
vlotter, veel socialer. Ik ben toch
wat meer het nerdtype en vrij
teruggetrokken.”
Bij de Japanse studentencultuur­
vereniging Kinjin waar Marco actief
is, en waar de eerste oproep voor
Campus Eindhoven binnenrolde,
stonden ze ook niet direct te juichen
bij de gedachte aan een cameraploeg
over de vloer. “Kinjin is toch een
beetje het buitenbeentje onder de
studentenverenigingen”, verklaart
Marco. “Over het algemeen staan
Annelieke Steens
Ilona den Hartog
we ook niet bekend als de meest
communicatievaardige studenten.
Sommige mensen waren bang dat
we op tv heel nadrukkelijk op een
bepaalde manier zouden worden
neergezet. Maar uiteindelijk hadden
de anderen er wel vertrouwen in dat
ik de gedachte van Kinjin op een
goede manier zou kunnen uitdragen.”
“TU-opleiding
is méér dan
studeren voor
nerds”
Annelieke (19, tweedejaars
Bouwkunde) werd door haar zus
gewezen op het nieuwe programma.
“Kennelijk straal ik uit dat ik dit soort
dingen wel leuk vind. Ik kan in elk
geval niet goed stilzitten, wil altijd
wel wat dóen.” Ze stond dan ook al
vaker in de spotlights. Zo deed ze
als kind modellenwerk, speelde
ze toneel en figureerde ze in de
televisie­serie ‘Spangas’. Hoewel:
“Ik heb mezelf uiteindelijk nooit op
tv teruggezien.”
De studente heeft duidelijke redenen
om mee te doen aan Campus
Eindhoven. “Bijvoorbeeld bij
voorlichtingsactiviteiten merk je
dat veel jongeren snel verder lopen
zodra ze ‘techniek’ zien staan, vaak
omdat ze gewoon niet goed weten
wat het inhoudt. Het lijkt me leuk
om, via deze serie, een voorbeeld
te zijn en te laten zien dat een
TU-opleiding méér is dan studeren
voor nerds.”
Ilona (21, tweedejaars Biomedische
Technologie) haakt aan: “Jongeren
denken vooral dat een techniekstudie
heel moeilijk is en dat je nergens
anders meer tijd voor hebt. Ik wil
laten zien dat je je als student ook
op zoveel ándere vlakken kunt
ontwikkelen”. Zelf speelde de
studente onder meer een rol in
de rockmusical ‘Rent’, is ze actief
bij Squadra Veloce en geeft ze
wekelijks spinningtrainingen.
Toch ziet ze Campus Eindhoven niet
alléén als een stukje ‘missionaris­
werk’ richting jongeren, “het lijkt
me ook een mooie herinnering aan
mijn studententijd voor later”.
Met een lach: “Al is het nog maar
afwachten of ik het ook echt allemaal
leuk vind als het straks op tv is”.
De hoofdrolspelers hebben voor
Campus Eindhoven niet 24/7 een
camera in hun kielzog. De ploeg
van productiemaatschappij ThinkFish
komt langs op afgesproken
momenten, bijvoorbeeld als de
studenten iets leuks te doen hebben.
“Zo komen ze vrijdag filmen als ik
sta te tappen op een feestje in de
sociëteit. Ook kwamen ze langs
toen ik mijn tas inpakte voor een
studentenwintersporttrip”, vertelt
Annelieke.
Het gaat er tijdens de opnames
losjes aan toe, vult Ilona aan.
“De mensen van de crew zeggen
dan: ‘Ooh, komt wel goed’ - terwijl
ik nogal van het plannen ben.”
“Vooraf denk je wel na over wat
ze allemaal zouden kunnen gaan
vragen”, haakt Annelieke aan.
“Maar als we eenmaal bezig zijn,
loopt het eigenlijk vanzelf. De sfeer
altijd erg relaxed.” Al voelde het
wel wat ongemakkelijk om, op een
dinsdag tijdens de lunchpauze, met
de cameraploeg door een bomvol
MetaForum te sjouwen, bekent ze.
Oók wat ongemakkelijk waren
de aanhoudende vragen van de
televisiemakers over haar en
mede-‘soapie’ Ron (Fontys), nadat
ze samen naar het gala van het
Eindhovens Studenten Corps waren
geweest én hij opdook bij het
kerstdiner van Anneliekes jaarclub.
Ze kenden elkaar al vóór Campus
Eindhoven, benadrukt Annelieke,
“en we zijn best goede vrienden,
maar meer niet. Ik snap dat ze
daar op doorvroegen, maar op
een gegeven moment was ik er
ook wel klaar mee”.
Ook Ilona heeft zo haar grenzen,
vooral bij de filmmomenten thuis.
“Toen mijn vriend en ik een keer
samen aan het koken waren, wilden
ze weten wat ik leuk en niet leuk
aan hem vind. Maar dat is iets van
mij, van óns. Bovendien heb ík
ervoor gekozen om hieraan mee
te doen, dan ga ik geen uitspraken
doen over anderen. Dat respecteert
de crew ook, hoor”.
Wel ging de filmploeg mee toen Ilona
haar vriend weer in de armen kon
sluiten nadat hij vier maanden was
weggeweest. “Oók wel een persoonlijk moment, maar daarvan dachten
we allebei: ‘Waarom ook niet?’.”
Marco heeft naar eigen zeggen nooit
stress over de komst van de film­ploeg. “Mensen om me heen hebben
doorgaans meer last van spanning
dan ik. Ik denk alleen maar: ‘Ik zie
wel wanneer ze binnenvallen’.”
Ook Annelieke merkt dat vrienden
en bekenden soms meer moeite
hebben met de opnames dan zijzelf.
“Bijvoorbeeld tijdens het kerstdiner
met mijn jaarclub vroegen sommigen
op een gegeven moment wel of ik
de filmploeg wilde vragen weg te
gaan. Het heeft op zo’n avond toch
invloed op de sfeer; mensen kunnen
zich erdoor geremd voelen.” Mede
daarom vindt ze de gezamenlijke
momenten met de andere vijf
hoofdrolspelers “heel leuk.
Iedereen is inmiddels een beetje
gewend aan de camera, dus je
hoeft op die momenten geen
rekening te houden met anderen”.
“Ik heb nog niks
gedaan waar ik
spijt van heb”
Met een grote lach: “Ik heb in elk
geval nog niks gedaan waar ik spijt
van heb. Alles kan natuurlijk op een
bepaalde manier geknipt en geplakt
worden, maar ik heb er wel een goed
gevoel bij”.
Marco twijfelt wel wat aan zijn
persoonlijke ‘amusementswaarde’.
“Ik vind zelf eigenlijk dat ik niet
zo’n heel interessant leven heb.
Ik ben niet zo’n uitbundig type en
het studentenhuis waar ik woon,
De drie zeggen geen druk te voelen
om vooral ook de TU/e goed voor
het voetlicht te brengen. “Mensen
aan de universiteit zeggen niet:
‘Zorg dat je niet dronken op tv komt’
of zo”, aldus Ilona. Annelieke zegt
daar uit eigen beweging bovendien
wel rekening mee te houden:
“Ik wil niet op tv terugzien dat
ik ladderzat uit de kroeg rol”.
Op het promotiefilmpje voor
Campus Eindhoven na, krijgen
de hoofdrolspelers vooraf niks
terug te zien van de opnames.
Best spannend, vinden vooral
de meiden. Al begrijpt Ilona
het wel: “Als ze vooraf
beelden laten zien, ga je
misschien toch op bepaalde
dingen letten en jezelf
anders gedragen.”
Marco de Wild
is ook geen heel actief huis.
En naast mijn studie zit ik vier
dagen per week bij Kinjin en de
vijfde dag bij Doppio.” Annelieke
lacht: “Het wordt een saaie serie
dan, want volgens mij vinden we
onze eigen levens allemáál niet
zo heel interessant”. “We doen
gewoon ons dagelijkse ding,
meer niet”, aldus Ilona. Annelieke
richting Ilona: “Terwijl ik het juist
superinteressant vind wat jij
bijvoorbeeld allemaal doet.”
‘Campus Eindhoven’ telt twaalf
afleveringen en is vanaf 9 maart
twaalf weken lang te zien op
Omroep Brabant (op zondag­
middag, zondagavond en
maandag overdag).
Interview | Monique van de Ven
Foto | Bart van Overbeeke
6 | Onderzoek
20 februari 2014
Extreem bouwen met niets
Onderzoek | 7
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Conclusie is dat het binnenklimaat van
de niet-katoenen tenten aanzienlijk
vochtiger is. Dus zal het Franse
textielbedrijf Sioen bij het ontwikkelen
van nieuwe tentdoeken die niet
schimmelen en wel licht doorlaten,
voldoende ventilatievoorzieningen
moeten aanbrengen. Het klimaat
op patiëntenniveau moet zo gezond
mogelijk zijn.
Roel Gijsbers weet dat hij maar
een klein radertje is in het grote
hulpverlenersveld. “Maar het geeft
wel voldoening dat ik met mijn
onderzoek meer bijdraag dan met
een donatie in een collectebus.” (NS)
De World Design Impact Price is
een tweejaarlijkse prijs van The
International Council of Societies
of Industrial Design. Op vrijdag
28 februari vindt de eerstvolgende
uitreiking plaats.
Doe met zo min mogelijk zoveel mogelijk voor bewoners van een
gebied dat is getroffen door een tyfoon of te kampen heeft met
overstromingen. Dat is de opdracht van het Rode Kruis.
Bouw­kundeonderzoekers van de TU/e helpen daarbij via contract­
onderzoek in de vorm van S(p)eedkits. “Werken aan innovaties in
de hulpverleningssector is helemaal anders dan we bij Bouwkunde
gewend zijn.”
‘One size fits all’ bestaat niet in
rampgebieden. Als er iets is waar
de ‘shelter research group’ zeker
van is, is het dat wel. De groep is in
2007 begonnen vanuit de leerstoel
productontwikkeling van Bouwkunde.
Onderzoekers dr.ir. Roel Gijsbers,
ir. Tim de Haas en ir. Mark Cox werden
door het Rode Kruis gevraagd hun
technische expertise in te zetten voor
S(p)eedkits, onderdeel van PF7, het
zevende kaderprogramma waarmee
de Europese Unie onderzoek
financiert. Twee van de drie hebben
inmiddels elders werk (zie kader op
p.7). Roel Gijsbers’ onderzoek bevat
momenteel drie opdrachten waarvan
die naar het meest geschikte tentdoek
het meest opvalt.
S(p)eedkits. In de naam zit Speed,
omdat het snel moet gaan, en Seed,
omdat de kits een basis voor
wederopbouw moeten zijn. De kits
bestaan uit producten, strategieën
en instrumenten. “Wat het eigenlijk
inhoudt”, zegt Gijsbers, “is dat er
na een ramp, waar dan ook, zo snel
mogelijk hulp geboden kan worden.
Dat is een hele uitdaging omdat het
een enorme logistieke puzzel is om
de juiste materialen en mensen
daar te krijgen. De kit moet licht
zijn, eenvoudig te transporteren en
Een van de genomineerde
ontwerpen van de World Impact
Price 2014 heeft een TU/e-randje.
Het gaat om het Refugee Housing
Unit-project (RHU), uitgevoerd in
opdracht van UNHCR en betaald
door de IKEA Foundation.
Mark Cox van het Innovation
Lab en Tim de Haas, die nu voor
de RHU werkt, hebben hieraan
meegewerkt.
te assembleren zijn, en zelfvoor­
zienend zijn.”
Hulpverleners
en producenten
spreken elkaars
taal niet
Soms bieden bedrijven met de beste
bedoelingen hulp aan, merkt Gijsbers.
“Bijvoorbeeld een huizenbouwer
wil noodlokalen plaatsen in een
rampgebied. Wat zo’n persoon
vergeet, is dat je ter plekke moet
werken met mensen die in shock
zijn. Het moet low cost zijn, want
hoe minder het kost, hoe meer
mensen je kunt helpen. Vaak moet
je werken met maar één of zelfs
géén aggregaat. En het moet super
betrouwbaar zijn. Je mag slachtoffers
geen product of oplossing geven
waarvan je weet dat die kan falen.
Een huis mag niet instorten, een
tent mag niet wegwaaien.” Dit klinkt
allemaal zeer logisch, maar Gijsbers
weet dat er vaak niet goed duidelijk
is wat er wordt verwacht. “Hulpverleners en producenten spreken
elkaars taal niet. En daar zijn wij nu
tussen gepositioneerd. Wij kunnen
Nominatie voor
vluchtelingenwoning
Het team ontwierp niet, zoals
gebruikelijk, een verbeterde tent
voor de opvang van vluchtelingen,
maar ontwikkelde een eenvoudig
op te zetten noodwoning met
lange levensduur. Dat geeft de
De tenten in Zeeland.
met wetenschappelijke onderbouwing
vertellen wat de eisen zijn waaraan
hulpgoederen moeten voldoen.”
Het mooie van het door de Europese
Unie betaalde S(p)eedkits-project
noemt Gijsbers het feit dat de partners
uit drie hoeken komen. “Je hebt de
hulp biedende NGO’s (niet-gouvernementele organisatie, red.),
universiteiten met hun kennis en
bedrijven met productiemiddelen.”
Bij die laatste groep horen een
textielleverancier en een fabrikant
van containers waarin medische
hulp geboden kan worden. Naast de
TU/e zijn ook Politecnico di Milano
en de Vrije Universiteit Brussel
betrokken. Het onderzoek is nu
halverwege. De eerste review in
Luxemburg, eind 2013, was positief.
Gijsbers is door omstandigheden
nog niet zelf in een rampgebied
geweest. Hij werkt meestal hele
dagen onopgemerkt in Vertigo.
Maar afgelopen herfst bracht zijn
onderzoek het dorp Zeeland in rep
en roer. Om het binnenklimaat bij
verschillende tentmaterialen te
onderzoeken, zette hij met Tim de
Haas drie witte tenten op bij een
bevriende geitenboer. In de buurt
wist men niet waarom die daar stonden. Gedacht werd aan een illegale
geitenschuur, opvangtent voor
asielzoekers of zelfs een wiet­
kwekerij. Maar de multipurpose
tent is bedoeld als ziekenzaal voor
rampgebieden.
Tarpaulin is
het meest
gedistribueerde
hulpmiddel
ter wereld
Het materiaal van de tent die het
Rode Kruis nu gebruikt, is polykatoen.
Nadeel: het gaat schimmelen,
scheuren en wegrotten. De oplossing
om er een zeil over te doen, maakt
de binnenruimte donker en het
frame kwetsbaar. Daarom hebben
de bouwkundigen ook twee andere
materialen getest in Zeeland:
polyethyleenzeil van 4 bij 6 meter,
het meest gedistribueerde hulpmiddel
ter wereld, bekend onder de naam
tarpaulin, en pvc gecoat polyester.
Dat ze het niet op eigen campus
deden, is omdat er kostbare
meetapparatuur in stond en de
metingen zo min mogelijk verstoord
mochten worden.
Roel Gijsbers. Foto | Bart van Overbeeke
vluchtelingen meer privacy,
meer comfort en minder kans op
ongewenst bezoek. Bovendien
is de woning brandveilig en
weerbestendig. Cox en de Haas
hebben de eisen en regelgeving
voor gebouwen vertaald naar
deze vluchtelingenwoning.
Cox heeft twaalf van deze
woningen gebouwd in een
vluchtelingenkamp in Irak in
november 2013 waar al drie
maanden lang 12.500 Syrische
vluchtelingen werden opgevangen.
Het was een overweldigende
ervaring: “In de eerste uren van
het bouwen kwamen tweehonderd
vluchtelingen hulp aanbieden en reservegereedschap weghalen.
We moesten ze noodgedwongen
een beetje op afstand houden.”
Deze ervaring kan van pas komen
wanneer Cox in april naar Zuid
Soedan gaat voor nieuwe testen.
Meetopstellingen voor het binnenklimaat in de tenten.
In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over hun afstudeeronderzoek.
Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar [email protected].
Sluitstuk
Zonnehapper Solly moet kinderen
‘groener’ maken
Kinderen met de paplepel ingieten
dat energie opwekken ook duurzaam
kan en ze bewuster maken van hun
verbruik. Dat hoopt de recent
afgestudeerde ID-student Teun van
Roessel te bereiken met zijn lespakket
waarin de zonlicht-etende Solly en
zijn maatje Letty centraal staan.
Hoewel het een grijze dag is, bliept
de blauwe Solly -een pacmangedaante voorzien van zonnepaneelten teken dat hij zonlicht opslaat.
“Het prototype werkt nu nog op een
batterij voor een snelle demonstratie”,
verklapt Van Roessel. “Om het
concept te testen ben ik de klas
ingegaan met een zonnepaneel
en een ledje. Een groot succes:
de kinderen zaten bovenin het
klimrek om te kijken wie de
meeste zon kon opvangen.”
Teun verbaasde zich over het gedrag
van ouders, die vaak schouder­
ophalend een bovengemiddelde
hoeveelheid stroom verbruiken.
Verbijsterd was hij over het feit dat
kinderen nauwelijks besef hebben
van hoe stroom wordt opgewekt, de
impact op het milieu en hoe mensen
zelf een steentje kunnen bijdragen
aan groenere energie. “Je zou denken
dat je de planeet schoon achter wilt
laten voor de volgende generatie.
Wat je nu ziet, is dat ouders kinderen
eigenlijk eerst iets verkeerds aanleren,
om vervolgens jaren later het vingertje
te heffen. Ik wil het probleem bij de
wortel aanpakken en kinderen mee
laten gaan in de ‘wij-gaan-voor-groenflow’. Rond hun zevende ontwikkelt
zich een maatschappelijk bewustzijn
en school is een plaats waar ze op
onderzoek kunnen gaan. Solly kan
hen op een speelse manier serieuze
materie bijbrengen”
Het lespakket bestaat uit een korte
workshop aan de hand van een
spannend verhaal, om vervolgens
Solly zelf zonlicht te laten eten.
Waar en hoe kan dat het best?
Voor de energieopslag zorgt de
dikke buik van Solly of van vriendje
Letty. De buik is een losse unit,
waarmee bijvoorbeeld later een
donkere hoek van de klas met
lichteffecten belicht kan worden.
Teun: “Het systeem kan desgewenst
uitgebreid worden - een hele serie
Solly’s die een buik vullen bij
minder zonnig weer, of een Windy
die energie uit de wind kan halen.
De mogelijkheden zijn eindeloos.”
De eerste lijntjes om Solly in het
basisonderwijs te introduceren
zijn gelegd. Meerdere instanties,
waaronder de Stichting Techniek­
Teun van Roessel. Foto | Rien Meulman
promotie, reageerden enthousiast.
Nu is het zoeken naar een inves­
teerder die de ontwikkelingsslag
van prototype naar product mogelijk
wil maken. Van Roessel wil graag
een eigen bedrijfje starten om zijn
idee te verwezenlijken. “Ik heb al
nagedacht over de naam. Met zoveel
positieve reacties zou het een
gemiste kans zijn het lespakket
weer in de la te schuiven. Wat zou
het fantastisch zijn als Solly straks
gebruikt gaat worden om kinderen
energiebewust te maken. En hoe
mooi zou het zijn als die kinderen
vervolgens vol enthousiasme
thuiskomen: ‘Kunnen wij ook
zonnepanelen op ons dak?’” (NT)
8 | Onderzoek
20 februari 2014
4 brandende vragen
Onderzoek | 9
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Kristina Sharypova | IE&IS
Anthal Smits | Biomedische Technologie
Containers transporteren
naar het achterland
Implantaten tot leven wekken
1 | cover
Salamanders hebben het wonderbaarlijke vermogen om hun staart of zelfs complete
pootjes te regenereren. Het is recentelijk aangetoond dat ze daar bepaalde witte bloedcellen
voor nodig hebben, een mechanisme waar wij ook tegenaan liepen in ons onderzoek. Vandaar
mijn interpretatie van een salamander op de cover.
1
2 | feestjes
op
Wa
er van
v
o
c
de
hrift?
c
s
f
e
je pro
we
t zien
We proberen nieuwe protheses te ontwikkelen om beschadigde bloedvaten en hartkleppen
te vervangen. Het idee is dat deze ‘slimme’ protheses zodra ze geïmplanteerd worden in de
bloedbaan het lichaam stimuleren om zelf ter plekke een nieuw bloedvat of hartklep te
laten groeien, ongeveer zoals een wondje in je huid normaalgesproken gewoon weer dicht­
groeit. De prothese van kunststof lost ondertussen langzaam op, zoals een suikerklontje
oplost in water, en zo blijft er dus een levende lichaamseigen hartklep of bloedvat over.
3 | onmisbaar
Afgezien van een tankwagen vol koffie, zijn dit ongetwijfeld mijn twee paranimfen geweest:
Emanuela en Ginny, de lieve en de strenge. We hebben niet alleen veel samengewerkt in
dit project, maar ook de nodige motivatiebiertjes gedeeld. Zonder motivatie ben je nergens.
2
4 | samenleving
Ho
op f e leg
j
waa eestj e
e
r je
ond s uit
e
ove
r ga rzoek
at?
1 | cover
Op de omslag van mijn proefschrift is de haven
van Rotterdam afgebeeld. Je ziet de Erasmusbrug,
gestapelde containers, oude gebouwen, en de vracht­
schepen en trucks die de containers over water- en
snelwegen vervoeren.
2 | feestjes
3
Welke persoon,
techniek of apparaat is
onmisbaar geweest
voor je onderzoek?
Mijn proefschrift gaat over transportsystemen
voor containervracht in het achterland van havens,
waarbij met achterland het gebied wordt bedoeld
tussen de haven en de klanten in het binnenland.
Containers kunnen op verschillende manieren
worden vervoerd, bijvoorbeeld met vrachtschepen,
trucks, of goederentreinen. Om kosten te besparen
en het milieu te ontzien, kan ook voor een combinatie van deze transportmiddelen worden gekozen.
Dat is echter alleen mogelijk als het transport
efficiënt wordt gepland. In dit proefschrift presenteer
ik plannen van aanpak en modellen voor beslissings­
processen die een rol spelen bij de planning van
containertransport.
3 | onmisbaar
4
eft
e
Wat h
ing
lev
men
de sa uw werk?
aan jo
(Onder redactie van Tom Jeltes)
Voor de modellen in mijn proefschrift heb ik een
combinatie gebruikt van geheeltallig en lineair
programmeren (wiskundige oplosmethoden die
veel in de logistiek worden toegepast, red.). Om
efficiënt tot een oplossing te komen, heb ik een op
‘large neighborhood search’ (een zoekmethode
waarbij in de buurt van een gevonden oplossing
wordt gezocht naar betere oplossingen, red.)
gebaseerde oplossingsmethode ontwikkeld. Ook
heb ik voor mijn onderzoek geprofiteerd van de
samenwerking met het onderzoekscentrum CIRRELT
in Montreal, Canada.
Ontzettend veel mensen lijden aan hart- en vaatziekten. Als de methode inderdaad succesvol
blijkt, zal dit betaalbare, kant-en-klare nieuwe protheses opleveren voor hartkleppen en
bloedvaten (bijvoorbeeld voor een bypass). Doordat het resultaat een levend weefsel is,
kunnen deze protheses potentieel zelfs meegroeien met het lichaam, wat essentieel is
voor kinderen met aangeboren hartafwijkingen. De eerste soortgelijke protheses hebben
inmiddels de kliniek bereikt als vervanging van grote bloedvaten.
Niels Leermakers | Werktuigbouwkunde
Efficiënte brandstoffen voor
toekomstige motoren
1 | cover
De ‘word cloud’ geeft de woorden weer die het meest in mijn proefschrift voorkomen, met
de essentie -dat brandstoffen een toekomstige motor efficiënter kunnen maken- gehighlight
als titel.
2 | feestjes
Door het verbrandingsverloop in motoren te optimaliseren, kun je de efficiëntie daarvan
flink verhogen. Als je tegelijkertijd ook nog eens schoner wilt verbranden, moet je echter
wel andere brandstoffen gebruiken dan normale benzine of diesel. Om dit proces beter te
begrijpen, heb ik de verbranding niet alleen in metalen-, maar ook in glazen motoren
bestudeerd. In een glazen motor kun je het verbrandingsproces namelijk tot in detail
bestuderen met behulp van laserlicht.
3 | onmisbaar
De studenten waar ik mee samengewerkt heb, die hebben meegeholpen de meetopstellingen
werkend te houden en flink wat metingen voor mij hebben verricht, hebben een belangrijke
bijdrage geleverd aan mijn onderzoek.
4 | samenleving
4 | samenleving
Bedrijven kunnen de beschreven methoden toepassen bij het plannen van containertransport.
Ze kunnen hiermee eenvoudiger en efficiënter
transport via water inplannen, en dat leidt indirect
tot minder files en minder uitstoot van CO2.
Tot op heden bestaat er bij motoren een ‘trade-off’ in emissies, waar een reductie in één
emissiesoort zorgt voor een verhoging van een andere. Zo zorgt een lage verbrandings­
temperatuur voor minder stikstofoxiden en fijnstof, maar komt er door de lagere efficiëntie
per saldo meer CO2 vrij. Door alternatieve brandstoffen te gebruiken kan deze trade-off
doorbroken worden en is de verbranding intrinsiek schoon, met alle voordelen van dien.
10 | Universiteitsberichten
20 februari 2014
In memoriam
UNIVERSITEITSBERICHTEN
En ik vind
prof.dr. Derk Heikens
(9 januari 1921 - 3 februari 2014)
Recentelijk ontvingen wij het droeve bericht van het overlijden van
prof.dr. Derk Heikens, emeritus-hoogleraar Polymeertechnologie bij
de faculteit Scheikundige Technologie.
Algemeen
SAI | Invitation diploma award
ceremony SAI
3TU.School for Technological
Design, Stan Ackermans Institute,
invites you to the diploma award
ceremony on Thursday 20 February.
During this ceremony the first SAI
design engineers of the Smart Energy
Buildings & Cities programme will
receive their diploma, a Professional
Doctorate in Engineering (PDEng)
degree.
Blauwe Zaal Auditorium, 15:30 hrs.
VACATURE
PhD Secure Processing of DNA
Information, within FP7 EU Project
‘Authentication and Authorization
for Entrusted Unions (AU2EU)’. The
position is in the Signal Processing
Systems group, Electrical Engineering
Department, V36.1942, 1,0 fte,
4 years.
Contact: Dr.Tanya Ignatenko,
[email protected]
Prof. Heikens is in dienst geweest van de TU/e van 1959 tot aan zijn
emeritaat in 1986 en heeft aan de wieg gestaan van het Laboratorium
voor Kunststoftechnologie. Prof. Heikens bestudeerde de wisselwerking
tussen de moleculaire structuur en de materiaaleigenschappen van
polymeren en was bijzonder geïnteresseerd in het ontrafelen van de
relatie tussen mechanische eigenschappen, morfologie en de manier
waarop deze ontstaat.
Prof. Heikens combineerde zijn wetenschappelijke interesse voor
polymeren met een sterke belangstelling voor industriële toepassing
en speelde een actieve rol in de samenwerking tussen universiteit en
industrie. Hij heeft een belangrijke voortrekkersrol vervuld in de
polymeerchemie en -technologie in Nederland en hij staat daarmee
aan de basis van de internationaal vooraanstaande positie van de
TU/e op dit gebied. In 1999 heeft hij in het kader van het symposium
‘Veertig jaar polymeren in Eindhoven’ de erepenning van de TU/e
ontvangen. Met zijn overlijden verliest de faculteit Scheikundige
Technologie en de TU/e één van haar pioniers.
Wij wensen zijn vrouw en familie veel sterkte toe in de komende periode.
Mens & Mening | 11
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
TUssen de oren
Parkeren als melkkoe
Toen voor het eerst gesproken werd over betaald parkeren op de
campus werd als reden gegeven dat ‘er een te hoge parkeerdruk was’.
Er werd geteld, gerekend en meer geteld en de conclusie was dat er
slagbomen moesten komen om parkeerders van buiten te weren.
De echte reden, namelijk dat de exploitanten van betaalde plaatsen
in de binnenstad last hadden van het gratis parkeren op de TU/e,
werd niet zo prominent naar voren gebracht.
Veel mensen zeiden toen al dat het een kwestie van tijd zou zijn
voordat betaald parkeren als melkkoe zou gaan fungeren. Het was
daarom dat ik in 2007 de volgende stelling in mijn proefschrift
verdedigde: ‘The most creative problems are often invented when
solutions with high expected returns are already present’.
In de jaren daarna veranderde de focus van ‘parkeerdruk’ naar
‘groen’. Er was geen sprake meer van te hoge parkeerdruk, maar nu
moest er een ‘groene’ loper komen (die overigens tot nu toe vooral
bestaat uit water, beton en asfalt).
Nu komt eindelijk de aap uit de mouw. Er is te weinig geld voor -in
mijn ogen megalomane- bouwprojecten en het parkeren is inderdaad
de melkkoe. Met argumenten als: ‘maar aan andere universiteiten
doen ze dit ook’ worden tegenstanders weggezet als zeurkousen.
Ook het feit dat de meeste automobilisten goede redenen hebben
om met de auto te komen zoals te lezen is in de mobiliteitsenquête
lijkt het bestuur niets te doen.
Die bouwprojecten moeten en zullen uitgevoerd worden en wij
medewerkers moeten en zullen er voor betalen!
Bestuur faculteit Scheikundige Technologie
Boudewijn van Dongen | UD bij W&I
Advertentie
Mantelrobotzorg(en)
In Cursor worden iedere twee weken
studenten, docenten, labs, technische
artefacten, de werkomgeving, het weten­
schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische
loep gelegd door de medewerkers van
TU/e-opleiding Psychology & Technology.
Illustratie | Sandor Paulus
Onlangs werd ik geïnterviewd in EenVandaag met als hoofdvraag of robots in de nabije toekomst
mantelzorg gaan overnemen. Het onderwerp leeft enorm en de media staan er vol mee. Elke
week is er wel een bericht over onbemande vliegtuigen, soldaten met exoskeletten, robotobers
die iedereen aan een flesje water willen helpen, robotmuseumgidsen en ga zo maar door.
Het is ontegenzeggelijk waar dat robots in de huiselijke omgeving, want dat is de uitdaging,
hun opmars maken. Een reality check is echter op zijn plaats: robots kunnen niet zien of horen
en voelen niets, ze kunnen niet reflecteren op hun gedrag en beslissingen nemen. Natuurlijk,
robots hebben camera’s, microfoons, tastsensoren, spraakherkenning et cetera, maar dat is
niet hetzelfde.
Zo hebben we in het KSERA-project (www.ksera-project.eu) een veldtest gedaan met de zorgrobot
van de toekomst. De robot kon gezichten herkennen en iemand aankijken, maar dat werkte
alleen met de gordijnen dicht en hij praatte net zo gemakkelijk tegen het spiegelbeeld als
tegen de echte persoon. De robot detecteert, maar ‘ziet’ niet. De spraakherkenning hoefde
alleen maar ‘ja’ en ‘nee’ te onderscheiden, maar mensen gebruiken allerlei uitdrukkingen en
zelfs als ze ‘ja’/‘nee’ zeggen, zijn er nog veel te veel detectiefouten.
How do you make a lithography
system that goes to the limit of
what is physically possible?
At ASML we bring together the most creative minds in physics, electronics, mechatronics, software and
precision engineering to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more
energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with
an accuracy of a few silicon atoms.
So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about
solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding
experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investors in R&D, giving
you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done.
Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue
pushing the boundaries of what’s possible.
/ASML
/company/ASML
www.asml.com/careers
UR-podium
Iedere Bachelor College-student
moet eraan geloven: het aanschaffen
van de clicker. Het apparaatje kost
zestig euro en wordt gebruikt voor
het afnemen van tussentoetsen
bij een groot aantal vakken.
Het verbinden van studiepunten
aan deze toetsen maakt de clicker
een noodzakelijk kwaad; studenten
móeten ze hebben om hun diploma
te kunnen halen. Dat deze aankoop
niet mag worden verplicht aan
studenten is nog niemand
opgevallen.
Het clickersysteem levert de TU/e
veel voordelen op. Docenten
kunnen nu gemakkelijk en snel
En dan hebben we het nog niet eens gehad over hoe de robot zich moet gedragen als hij perfect
zou functioneren. Wat moet de robot doen als hij de aandacht wil hebben terwijl er iemand
anders binnenkomt?
Reality check:
robots kunnen
niet zien of horen
en voelen niets
De zorgrobot gaat er wel komen, maar in eerste instantie
in een adviserende en ondersteunende rol. Al is het
maar omdat een robot geen verantwoordelijkheid kan
dragen. Een robot die helpt met sokken aantrekken gaat
er de komende tien jaren niet komen. Veel te moeilijk.
Wc-schoonmaakmachines zullen voorlopig veel goedkoper
blijven dan robots die toiletborstels kunnen hanteren.
Neemt niet weg dat de noodzaak voor betere cognitieve
vaardigheden voor robots heel hoog is.
Raymond Cuijpers | universitair docent Cognitive Robotics Human Technology
Interaction group
Clickers in strijd met de wet
testen of de stof is doorgedrongen
tot de studenten in de collegezaal.
Bovendien hoeven ze minder
papieren toetsen af te drukken en
er wordt aanzienlijk wat nakijkwerk
bespaard. Al met al een mooie
kostenbesparing voor de TU/e dus.
Echter, als student merk je weinig
van deze voordelen; je wordt vaker
vastgepind op zwaarwegende
toetsingsmomenten en je bent er
ook nog eens zestig euro armer
op geworden! Waar is die goeie
ouwe tijd; vruuuger, toen de
tussentoetsen nog gratis en op
papier waren? De modernisering
van de TU/e is dus niet altijd
rozengeur en maneschijn, maar…
er gloort hoop! Volgens de
Onderwijsinspectie en de Lande­
lijke Studenten Vakbond is de
clicker namelijk in strijd met de
Wet op Hoger onderwijs en
Wetenschappelijk Onderzoek.
Onderwijsinstellingen mogen
geen extra kosten opleggen aan
studenten bovenop het reguliere
collegegeld, en dat is nu precies
wat er wél gebeurt met het
clickersysteem.
De Eindhovense Studenten Raad
(ESR) vindt het daarom hoog tijd
om actie te ondernemen: het CvB
heeft onlangs een brief van ons
ontvangen met daarin het verzoek
om het systeem te corrigeren.
Het alternatief is om de clickers
op borg uit te geven; de geïnves­
teerde zestig euro wordt na het
behalen van het bachelordiploma
weer teruggestort. Een andere
optie is het terugdraaien van het
hele systeem en weer over te gaan
op papieren toetsen, met minder
toetsingsmomenten. Hoe het ook
zij, de huidige situatie vraagt
om verandering en verbetering.
De partij wil daarom de discussie
met het CvB rondom het clicker­
systeem openen om tot een goede
oplossing te komen.
Susanne Sc
houten,
fractielid Ei
ndhovens
e Studente
n Raad
12 | Focus
20 februari 2014
Tekst | Monique van de Ven
Foto’s | Bart van Eijden
Een stylist en visagist zijn op draaidagen ver te zoeken,
interviews zijn niet gescript. Persoonlijk en authentiek,
zo wil de TU/e overkomen in de films over haar graduate
programs. Inmiddels zijn tien van de in totaal zestien
geplande films opgeleverd.
TU/e - the movie(s)
Promotie | Hoe kan de TU/e haar opleidingen internationaal het best profileren?
Dat was één van de vragen die senior communicatieadviseur Edith Snelders (Communicatie
Expertise Centrum van de TU/e) een kleine drie jaar terug kreeg voorgelegd. En, daarop
aansluitend: hoe brengt de universiteit haar graduate programs het best onder de aandacht?
In samenwerking met het Onderwijs en Studenten Service Centrum en de Dienst Personeel
en Organisatie stelde het CEC een wervingsplan op, inclusief het advies om werk te maken
van aansprekende, professionele films. “Als je internationaal gaat werven, heb je te maken
met enorm veel concurrentie. Een student waar dan ook ter wereld die geïnteresseerd is
in mechanical engineering, denkt doorgaans niet meteen aan Nederland, laat staan aan
Eindhoven. Een goede site is dan niet toereikend. Met een film kun je de kijker een eerste
beleving meegeven, wat met andere communicatiemiddelen lastiger is.”
Focus | 13
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Graduate School | In 2011 is de TU/e gestart
met de Graduate School, de overkoepelende naam
voor alle onderwijs na de bachelor. De Graduate
School bestaat uit vijftien graduate programs,
elk gericht op een specifiek onderzoeksdomein.
Een graduate program bevat één of meerdere
masteropleidingen, met daarna de mogelijkheid
om binnen hetzelfde domein een technologische
ontwerpersopleiding of promotietraject te doen.
Opnames | Voor de
opnames wordt doorgaans
anderhalve dag uitgetrokken;
een draaidag duurt een uur
of tien. Er worden interviews
gehouden met studenten en
sfeerbeelden gemaakt in
bijvoorbeeld labs. Van enige
styling of visagie is geen
sprake, “we willen het authentiek houden”, aldus Snelders.
De productie-­ploeg is met een
regisseur, cameraman en
set-assistent dan ook compact.
Vorig jaar zomer werden al
meer algemene opnames
gemaakt op de campus, onder
andere vanuit de lucht met
een zogeheten multicopter.
Ook deze beelden komen terug
in de verschillende graduateprogramfilms.
Films | Sinds een paar maanden is de TU/e volop in touw
met het maken van wervingsfilms voor de internationale markt.
Communicatieadviseur Snelders spreekt van een drietrapsverdeling: van een algemene TU/e-film via de film over de
Graduate School tot de meer verdiepende films over de graduate
programs. Samen vertegenwoordigen ze volgens haar de
branding van de TU/e: “Ze moeten daarom coherent zijn”.
Films met een professionele en hightech uitstraling, maar ook
met een persoonlijke en authentieke feel - dat kenmerkt de
reeks volgens Snelders. “Voor een internationale student is het
onder meer belangrijk om te weten dat hij of zij hier wordt
opgenomen in de community, dat er persoonlijk contact is met
professoren en hoe de carrièreperspectieven zijn. ‘Wij zorgen
voor je’, dat is één van de dingen die we met de GraduateSchoolfilm willen uitstralen. Met daarbij natuurlijk de toevoeging
dat we de beste universiteit zijn, gevestigd in een hightech regio.”
Stramien | Alle graduate-programfilms kennen een vast stramien en
terugkerende onderwerpen, zoals de maatschappelijke relevantie van een
onderwijsprogramma en regionale samenwerking. Maar daarbinnen hebben
de individuele graduate programs wel ruimte voor eigen invulling - bijvoorbeeld
in de opbouw van het verhaal en het aantal interviews dat erin terugkomt.
Voor elke film worden drie of vier studenten of promovendi geïnterviewd.
De interviews zijn niet gescript, benadrukt Snelders, de antwoorden zijn niet
vooropgezet. “In de films zie je mensen soms ook nog even nadenken over een
antwoord. Het zijn wel allemaal studenten en onderzoekers van wie we weten
dat ze prima uit hun woorden kunnen komen in het Engels, dat ze enthousiast
zijn over hun opleiding én goed kunnen uitdragen wat deze inhoudt.”
Het algemene filmpje over de Graduate School:
tinyurl.com/ncvew3p
Het filmpje van het Computer Science Graduate Program:
tinyurl.com/ojnc2sw
Intake | Het productieproces begint met het intakegesprek
aan het instituut of de faculteit in kwestie. Aan tafel zitten de
producer en regisseur van Veldkamp Produkties, communicatie­
medewerkers van de TU/e en de graduate-programdirector in
kwestie. De faculteit moet op dat moment volgens Snelders haar
unique selling points al op een rij hebben gezet. “Wat zijn de
belangrijkste dingen die volgens hen moeten terugkomen in de
film, zowel in woord als in beeld?” Tijdens de intake wordt een
planning voor het verdere proces gemaakt, worden mogelijke
opnamelocaties bekeken en wordt een eerste aanzet tot het
script gegeven, dat wordt geschreven door de regisseur.
Stem | “Het liefst hadden we een vrouwelijke stem gehoord in de TU/e-films”, vertelt
communicatieadviseur Snelders. Maar, zo was de conclusie na een proeffilm met verschillende
stemmen: “Het wérkte gewoon niet”. Gekozen werd voor een mannelijke, Amerikaanse
voice-over. De Amerikaan in kwestie, geplukt uit de database van Veldkamp Produkties,
werkt overigens vanuit zijn thuisland. Dat vraagt, niet in de laatste plaats vanwege het tijdsverschil, voor een zorgvuldige planning en afstemming. Snelders vertelt over de allereerste
opname, die werd afgekeurd omdat de voice-over de klemtoon in ‘innovation’ anders legde
dan waar de TU/e hem wil leggen. Niet onbelangrijk als je dat woord in je slogan voert.
Montage | Zo’n tweeënhalf uur aan beeldmateriaal heeft
Veldkamp Produkties gemiddeld tot zijn beschikking na
anderhalve opnamedag. Deze wordt teruggebracht naar
een filmpje van gemiddeld drie minuten. Eerst wordt een
zogeheten offline montage gemaakt: een ruwe, inhoudelijke
montage, bijvoorbeeld nog zonder de officiële voice-over.
Deze wordt getoetst bij de opdrachtgever, de TU/e.
Snelders: “Dan bekijken we: zijn dit de beelden die we willen,
zijn dit de goede quotes, is het tempo prettig, is de muziek
eronder goed?”
Na goedkeuring van de offline versie gaat de film volgens
producer Silva Munsters ‘visueel op slot’ en wordt begonnen
aan de online montage. Hierbij wordt onder meer vorm­
geving toegevoegd aan de film, wordt de kleur van de
beelden nabewerkt en wordt de professionele voice-over
ingesproken in de -in dit geval Amerikaanse- studio.
Tot slot worden de puntjes op de i gezet qua geluid.
Stand van zaken | Het Institute
for Complex Molecular Systems (ICMS)
had afgelopen november de primeur
met de eerste graduate-programfilm
van de TU/e. Een half jaar eerder
lanceerde de universiteit al haar
meer algemene Graduate-Schoolfilm.
In totaal worden zestien films gemaakt.
Tien daarvan zijn al opgeleverd; deze
staan overigens nog niet allemaal
online.
Het bereik | De ‘graduate-films’ worden in eerste instantie verspreid via het YouTubekanaal van de TU/e. In de Verenigde Staten vindt ongeveer de helft van alle internetverkeer
inmiddels plaats op deze videosite, weet Snelders. Van daaruit vinden ze hun weg via onder
meer social media en de internationale site StudyPortals. Ook kunnen de films worden
gebruikt in bijvoorbeeld presentaties of tijdens evenementen.
De algemene Graduate-Schoolfilm werd in acht maanden tijd ruim achtduizend keer bekeken.
Voor elk van de graduate-programfilms mikt Snelders op zo’n vijftienduizend views in de
komende drie jaar - zolang moeten de videoproducties volgens haar ongeveer meekunnen.
Facts & figures | 15.000 euro kost de productie van één graduate-programfilm,
dit wordt betaald door de faculteit of het onderzoeksinstituut in kwestie. De algemene
Graduate School-film is iets duurder: 20.000 euro. De TU/e sloot voor de ‘graduatereeks’ een package deal met Veldkamp Produkties in Son.
Bij elke productie zijn zo’n 30 mensen betrokken, van de producent en regisseur tot
(facultaire) communicatiemedewerkers, geïnterviewden en figuranten.
11 locaties worden tijdens een draaidag gemiddeld bezocht.
21 minuten duren gemiddeld de interviews met bijvoorbeeld studenten die in de
films aan het woord komen.
2 uur en 32 minuten aan beeldmateriaal neemt het productie­bedrijf gemiddeld mee
terug naar Son na anderhalve draaidag aan de TU/e.
3 minuten en 39 seconden duren de filmpjes in de Graduate School-reeks gemiddeld.
11 weken duurt het productieproces per film globaal, gerekend van intakegesprek
tot oplevering
156 manuren steekt de crew van Veldkamp Produkties gemiddeld in één graduateprogramfilm.
14 | Uitgelicht
20 februari 2014
Uitgelicht | 15
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
‘Brazilië is één grote proeftuin’
Het land van de samba, het voetbal, carnaval. Ook het land waar Tech United dit jaar de wereldtitel
op de RoboCup wil heroveren. Waar studievereniging Thor op studiereis gaat. Waar deze zomer
het WK voetbal wordt gehouden en over twee jaar de Olympische Spelen. En het land waarmee de TU/e
volop contacten heeft. Brazilië is booming en de TU/e investeert volop in de contacten.
Waarom, wat doen we samen en hoe verloopt de samenwerking?
“Als ik nu met een Braziliaan had
afgesproken, was ik een kwartier
later gekomen”, grapt José Leonardo
Ferreira. Hij werkt drieënhalf jaar
als promovendus bij Electrical
Engineering en is inmiddels aardig
gewend in Nederland. Hij komt op
tijd op afspraken, mengt zich in het
Nederlandse carnaval en vindt het
leuk om te zien hoe de Nederlanders
losgaan bij het oranjevoetbal.
Alleen aan het voortdurende plannen
moet hij nog altijd wennen. Volgens
Ferreira verschilt de aanpak van
Nederlanders en Brazilianen op
dit punt wezenlijk: Nederlanders
organiseren alles tot in de puntjes,
regelen zaken ruim van tevoren.
Brazilianen laten het vaak op het
laatst aankomen. Ferreira heeft
inmiddels een middenweg gevonden
hierin. “Ik zie wat meer de voordelen
in van plannen. Maar ik denk wel dat
Brazilianen beter zijn in improviseren
en goed kunnen omgaan met
last-minute problemen. Wij zijn in dat
opzicht misschien wat flexibeler.”
Joice Klitzke, postdoc bij Scheikundige
Technologie, is net een maand in
Nederland. “De eerste indruk is goed.
Het is erg fijn dat Nederlanders goed
Engels spreken. Ik merk dat ze erg
open minded zijn en openstaan
voor discussie. Ik zal alleen wel
aan het plannen moeten wennen.”
Zowel Ferreira als Klitzke is hierheen
gekomen om internationale ervaring
op te doen. De contacten die de
TU/e heeft met bedrijven in de regio
zien ze als een groot voordeel.
Sinds 2011 richt de TU/e zich meer
op de contacten met Brazilië.
Een delegatie van verschillende
onderzoekers, dr. Karen Ali (hoofd
Onderwijs- en Studenten Service
Centrum) en voormalig college­
voorzitter dr.ir. Arno Peels is
sindsdien twee keer per jaar naar
Brazilië geweest. Daarnaast gingen
verschillende onderzoekers
afzonderlijk nog. “Waar we in China
(het andere focusland van de TU/e,
red.) vooral proberen studenten te
werven en strategische samenwerkingen met universiteiten en
bedrijven op te bouwen, ligt in
Brazilië meer de nadruk op de
samenwerking op het gebied van
onderzoek”, vertelt Ali.
Boost is
geen toeval
Het is geen toeval dat die contacten
de afgelopen jaren een boost
hebben gekregen. Brazilië kent
sinds 2011 het Science without
Borders-programma, dat wordt
gefinancierd door de overheid.
Dit beurzenprogramma biedt
Braziliaanse topstudenten de
mogelijkheid om in het buitenland
te studeren of onderzoek te doen.
Het gaat hierbij om beurzen op
drie niveaus: bachelor, promotie
en postdoc. Voorwaarde is dat ze
de kennis mee terug nemen naar
Brazilië en daar een bepaalde
periode verblijven na hun buitenlandervaring.
Verder is er onder meer het
uitwisselingsprogramma BRANETEC,
dat vanuit Werktuigbouwkunde is
opgezet. Jaarlijks gaan studenten
naar Brazilië en komen er ook
zes hierheen. Dat zijn vooral
Braziliaanse studenten die er al
een bachelor op hebben zitten.
Vorige week arriveerde de derde
lichting Brazilianen via dit programma
op de TU/e.
Eind vorig jaar waren er 32 Brazi­li­
aanse bachelorstudenten op de
TU/e en 11 promovendi en ontwerpersin-opleiding. De afgelopen jaren
gingen er zo’n vijf TU/e-studenten
naar het Zuid-Amerikaanse land.
De TU/e heeft contacten met de
Universidade Estadual de Campinas
(Unicamp) en de Universidade de
São Paulo (USP) en deels ook met
de Universidade Federal do Rio
Grande do Sul (UFRGS), de Univer­
sidade Federal de Santa Catarina
in Florianòpolis en de Universidade
Federal do Rio de Janeiro (UFRJ).
Momenteel wordt er vooral samen
onderzoek gedaan op het gebied
van biobrandstoffen, polymeren,
smart grids (slimme elektriciteits­
netwerken), zonne-energie, microelektronica, meerfasenstroming,
koelsystemen, halfgeleiders en
(bio-)polymere materialen.
De afgelopen jaren zijn verschillende
samenwerkingen tussen de TU/e en
Braziliaanse instanties bekrachtigd.
Zo is in 2011 een letter of under­
standing tussen het Braziliaanse
wetenschappelijk instituut CNPq
(vergelijkbaar met NWO), het Dutch
Polymer Institute en de TU/e
getekend. Daarin staat onder
meer de afspraak dat in totaal
tien postdocs of promovendi naar
Brazilië of Nederland kunnen gaan,
die werken op het gebied van
polyolefinen en biopolymeren.
Eind dit jaar volgt een evaluatie,
waarbij de optie wordt gesproken
om de uitwisseling te verdubbelen.
Op het gebied van polymeren speelt
ook het EU-samenwerkingsproject
IRSES tussen negen partijen waarbij
de TU/e-faculteit Scheikundige
Technologie (penvoerder) en vijf
Braziliaanse instanties betrokken
zijn. Een vergaande samenwerking
met de Braziliaanse oliemaatschappij
Petrobras is op handen, waarbij de
faculteiten Technische Natuurkunde,
Electrical Engineering en Scheikundige
Technologie zijn vertegenwoordigd.
de aandacht brengen.” Dr. Cees van
der Geld, universitair hoofddocent
procestechnologie bij Werktuigbouw­
kunde, heeft vooral contacten in
Florianòpolis. Het valt hem vooral
op dat Brazilianen onderling meer
respect tonen. “Een hoogleraar
daar heeft minder tijd voor
begeleiding. Brazilianen vinden het
vaak wel fijn dat de hoogleraren in
Eindhoven dat wel hebben.”
Hoewel ook voor 2011 verschillende
TU/e-onderzoeksgroepen contacten
hadden, is het de laatste jaren
veelvuldiger en vaak faculteits­
overstijgend.
De verschillen
werken eerder
stimulerend
“In Brazilië
liggen
uitdagingen op
wereldschaal”
De betrokkenen zien een hoop
voordelen aan onderzoek in -en
samenwerking met- Brazilië. Prof.
dr.ir. Ton Backx, decaan aan de
faculteit EE, noemt het land ‘één
grote proeftuin’. “Het is bijvoorbeeld een interessant gebied voor
onderzoek naar energiebronnen,
omzetting van energie, energieopslag, transport en alle randvoorwaarden die daarbij komen kijken.
De technologie die we daar ontwikkelen, kunnen we ook hier gebruiken.
Duurzame technologieën ontwikkelen
sluit goed aan bij de wensen van
de TU/e. In Brazilië liggen op dit
gebied uitdagingen die op wereldschaal spelen. Denk bijvoorbeeld aan
de beheersing van luchtkwaliteit in
grote steden, het winnen van grondstoffen en materialen op moeilijk
toegankelijke plaatsen en het zo
efficiënt mogelijk transporteren
van de waardevolle materialen
over grote afstanden.”
Dr. Laurent Nelissen, directeur
bedrijfsvoering bij Scheikundige
Technologie, legde in 2010 de
eerste contacten met CNPq.
“Ze hebben goede lab-faciliteiten
en zijn met nieuwe biotechnologieën
bezig. In Campinas is gestart met
de bouw van een supercyclotron
(deeltjesversneller, red.).”
Waar Nelissen en Backx ook veel
onderzoeksmogelijkheden in zien,
is het grote olie- en gasreservoir
dat midden jaren tachtig aan de
Braziliaanse kust is ontdekt.
“Ze hebben problemen om daar
goed bij te komen”, vertelt Nelissen.
“Het ligt zeer diep, en onder een
gel van zout. Daar kunnen een hoop
promovendi zich in verdiepen.”
Prof.dr. Paul Koenraad, hoogleraar
bij Technische Natuurkunde, is al
zo’n twintig keer in het Zuid-Amerikaanse land geweest. Zijn eerste
bezoek was in 1995. “Ik werkte aan
problemen op het gebied van de
halfgeleiderfysica en dat onderwerp
bleek in Brazilië ook heel populair
te zijn”, vertelt Koenraad. Ook hij
is te spreken over het niveau en de
faciliteiten binnen de Braziliaanse
wetenschap.
De Brazilianen zoeken steeds meer
samenwerking met Europese
landen. Prof. Carlos Aragão is
directeur van CNPEM in Brazilië,
Een TU/e-delegatie op bezoek bij Petrobras
Vlnr: Ton Backx, Karen Ali, Arno Peels, Laurent
Nelissen en Antonio Carlos de Souza Pereira
(R&D-manager Petrobras).
een nationaal centrum voor
onderzoek in energie en materialen.
Voorheen was hij directeur van het
wetenschappelijke instituut CNPq.
Hij heeft sinds 2010 geregeld contact
met de TU/e en was in december nog
hier. In een telefonisch interview
vertelt hij: “Brazilië heeft een
enorme groei doorgemaakt op
wetenschappelijk gebied. Het
ontbreekt echter nog aan internationale ervaring. Het grote voordeel
aan Europa is dat de afstanden
relatief klein zijn. Op een klein
oppervlak wordt veel goed onderzoek gedaan. We kunnen meerdere
universiteiten aandoen in Nederland en ook in Europa in korte tijd.
Inmiddels zijn er contacten vanuit
CNPEM met Leiden, Utrecht en
Eindhoven. Ik denk dat onze
onderzoekers veel van elkaar
kunnen leren.”
4
3
5
2
1
De TU/e heeft voornamelijk contacten met de
volgende universiteiten:
1. Universidade Federal do Rio Grande do Sul
2.Universidade Federal de Santa Catarina in Florianòpolis
3.Universidade de São Paulo
4.Universidade Estadual de Campinas
5.Universidade Federal do Rio de Janeiro
Beide partijen vinden de samenwerking tot nu toe goed verlopen,
al zijn er hier en daar culturele
verschillen te overbruggen. Karen
Ali: “Het is soms tijdrovend om
afspraken bevestigd te krijgen en
daar worden wij dan knap nerveus
van. Je moet een afspraak een paar
keer onder de aandacht brengen.
Daar staat tegenover dat ze ter
plekke heel snel schakelen. Ze
koppelen de onderzoekers direct
aan de juiste personen en dat zorgt
voor interessante gesprekken.”
Laurent Nelissen hoort geregeld dat
niet-Brazilianen hinder ondervinden van de bureaucratie, processen
gaan soms langzaam. Zelf denkt hij
daar genuanceerder over. “Het is
ook niet zo dat hier altijd alles snel
gaat. En ze vechten tegen de
corruptie, dan is het logisch dat er
meer formulieren moeten worden
ingevuld. Zelf heb ik een andere
ervaring. Carlos Aragão, directeur
van CPNEM, ging bijvoorbeeld door
alle lijnen heen en een overeenkomst
was ongelooflijk snel geregeld.
Ze komen ontzettend professioneel
op me over. Verder vinden Brazilianen
de samenwerking met het bedrijfsleven erg bijzonder en dat mogen
we in april in een workshop met
Petrobras in Rio de Janeiro onder
Carlos Aragão: “Het klopt dat onze
culturen van elkaar verschillen. In
Brazilië hebben we de neiging om
bureaucratisch te werken. Nederlanders zijn directer, Brazilianen
wat losser en creatiever, misschien
ook wat relaxter. Maar die verschillen spelen nauwelijks een rol bij de
samenwerking. Er lijkt snel een
band te ontstaan en de verschillen
werken eerder stimulerend.”
Naar de toekomst toe is het de
bedoeling dat er steeds meer
uitwisseling komt. Die hoop en
verwachting is er aan beide kanten.
Aragão: “Ik hoop dat er meer
uitwisselingsovereenkomsten
komen, dat het nog gemakkelijker
wordt.” Enkele hobbels zijn er hier
en daar nog wel te nemen, voornamelijk voor studenten. Zo gaan
Nederlandse studenten eerder
buitenlandervaring opdoen bij een
universiteit dan bij een bedrijf,
vertelt Van der Geld. “De taal vormt
een barrière. Bij een bedrijf spreken
ze minder goed Engels.” Verder zien
Braziliaanse studenten niet altijd
de toegevoegde waarde van in
Nederland studeren. Koenraad:
“In Brazilië duurt de bachelor vijf
jaar en ze hebben daardoor soms
het idee dat het niveau van onze
masteropleidingen lager is. Terwijl
dat in de praktijk vaak wel meevalt.
En de bachelor bij Natuurkunde is
in het Nederlands. Het zou helpen
als die in het Engels zou zijn.”
De Brazilianen José Leonardo
Ferreira en Joice Klitzke hopen dat
ook minder fortuinlijke landgenoten
in de toekomst in Nederland
kunnen gaan studeren. Ferreira:
“Het verschil tussen rijk en arm
is nog groot.” De Nederlandse
onderzoekers hameren er verder op
dat het belangrijk is vertrouwen te
kweken en te behouden. Koenraad:
“Je moet er echt aan relatiebeheer
doen. Fysiek aanwezig zijn. Sinds de
komst van het subsidieprogramma
Science Without Borders staat de
hele wereld er op de stoep.”
Tekst | Judith van Gaal
Illustratie | iStock
16 | Student
Clmn
20 februari 2014
Aanschuiven bij
Gevulde nasi met kipsaté
en gebakken eitjes
Martijn van Damme, zevendejaars Werktuig­
bouwkunde, maakt nasi voor negen
personen. Huisgenoot Rodger Abbink
(master Technische Bedrijfskunde): “De nasi
van Martijn is nasi met alles erop en eraan.
Kosten noch moeite worden gespaard.”
Thomas Prevoo
masterstudent
Innovation Ma
nagement
Maaiveld
Ongekende prestaties van de
Nederlanders op de Olympische
Spelen in Sotchi. Onze schaatsequipe
harkt daar het merendeel van de
schaatsmedailles binnen. Maar in
plaats van euforisch te schreeuwen
dat we keihard heersen op de ijsbaan,
klinkt er vanuit het Nederlandse volk
ook gemor. Vanwaar die Hollandse
bescheidenheid? Excelleren lijkt een
schande te zijn voor Nederlanders,
hetgeen helaas niet beperkt blijft tot
de Olympische Spelen.
De zesjesmentaliteit is in Nederland,
dus ook aan onze universiteit, tot
kunst verheven en ons basis- en
middelbaar onderwijs is zo opgebouwd
dat er vooral focus ligt op het voldoende
beheersen van alle vakken in plaats
op het uitblinken in bepaalde vakken.
Vooral niet te veel opvallen en boven
het maaiveld uitsteken is het credo.
Schaatser Koen Verweij, die op
slechts drie miljoen nanoseconden
het goud miste, moest volgens ons
klootjesvolk gewoon blij zijn met
zilver in plaats van boos zijn om het
gemiste goud. De echte winnaarsmentaliteit is in ons landje ver te
zoeken.
Lange tijd hield de angst om uit te
blinken ook de Eindhovense student
in zijn greep, maar de laatste jaren
lijkt daar verandering in te komen.
Ambitieuze studententeams rekenen
af met de Brabantse nuchterheid en
presteren het onmogelijke. Solar
Team Eindhoven was voor aanvang
nog enigszins terughoudend, maar
wij wisten al lang dat het voor niets
minder dan de winst afreisde naar
Australië. Niks geen Olympische
gedachte. Terwijl iedereen dacht dat
Tech United de Joop Zoetemelk van
het robotvoetbal zou worden, nam
het team geen genoegen met een
tweede plek en veroverde in 2012
de wereldtitel.
Ook excelleren in studieresultaten
wordt gelukkig steeds meer
gewaardeerd. ASML maakte deze
week bekend dat het aan de best
presterende Nederlandse master­
studenten van de drie TU’s studie­
beurzen gaat verstrekken. Uitblinken
loont dus, sterker nog: het is keihard
nodig voor het concurrentievermogen
van onze economie. Zullen we
eindelijk van dat verschrikkelijke
taboe op excelleren afkomen?
Laten we als TU/e het goede
voorbeeld geven en voor goud
blijven gaan. Met minder nemen
we geen genoegen.
Kook 800 gram witte rijst voor de nasi.
Bak 800 gram hamlappen en 250 gram
hamblokjes in olie. Fruit 2 gesnipperde uien
en voeg daaraan 2 groentepakketten voor
nasi toe. Voeg 2 pakjes boemboe voor nasi
goreng en de rijst toe en verwarm enkele
minuten. Voeg tenslotte 350 gram gezouten
cashewnoten toe.
Marineer 1 kilo kipfilet in een mengsel van
6 el ketjap en de inhoud van 2 zakjes
marinademix voor saté. Laat een half uur
staan. Bak de kipfilet in olie. Warm 2 bakjes
satésaus à 500 gram op.
Serveer met negen gebakken eitjes, vijf
zakken kroepoek, ketjap en gebakken uitjes.
TU es
Wat doe je het liefst in je vrije tijd?
Sporten, in het bijzonder lekker voetballen bij de selectie van Stormvogels’28.
Verder natuurlijk samen met vrienden gewoon leuke dingen doen.
Wat moet je als student in Eindhoven zeker hebben gedaan?
Een keer juist niet wegrennen of snel doorlopen als je Arnol Kox op zijn scoot­mobiel
in de binnenstad tegenkomt. We hebben ooit met een paar studenten
de tijd voor hem genomen en het was best grappig wat hij te vertellen had.
Als je jezelf een keer kon -laten- teleporteren, waar zou je dan naartoe gaan?
De maan. Het lijkt me fantastisch om de aarde eens van boven te kunnen zien,
anders dan met Google Earth.
Wat zou je nooit weggooien?
Geld. Wie weet wordt het ooit nog echt veel waard…
Wat zou je na je bachelor of master willen gaan doen?
Eerlijk gezegd heb ik nog geen idee. In ieder geval eerst genieten als ik mijn diploma
op zak heb en dan kijken we wel verder…
Met wie zou je graag een biertje willen drinken?
Koningin Máxima. Zij en Willem-Alexander lijken me heel gewone mensen.
Ik zou graag eens iets bij hen thuis met ze drinken. Ook om te zien of ze daar
net zo zijn als in het openbaar, zoals nu bij de Olympische Spelen.
Jaap Arts (21 jaar)
Eerstejaars masterstudent Operations Management &
Logistics. Hij won vorige week de Nederlandse Scriptieprijs
Logistiek voor zijn bachelorscriptie, waarvoor hij de kosten
van voorraadbeheer bij een kantoorartikelenleverancier
onderzocht.
Wat is de beste beslissing in je leven geweest?
De keuze om in Eindhoven te gaan studeren.
De gezellige Brabantse sfeer heeft daarbij
de doorslag gegeven en ik heb er nog geen
seconde spijt van gehad.
De vraag
‘Wat is de
beste
beslissin
g in je lev
en
geweest?
’ wil Jaap
graag
vervange
n door ‘W
elke
bachelor/
ma
gaan volg ster was je
en als jou
w
bachelor/
master n
iet
bestond?
’ (TJ)
Student | 17
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Wat is dat voor een huis?
In een voormalige zusterflat in de Tongelrese buurt
De Doornakkers huisvest Vestide sinds 1980 studenten.
Alleen een plaatje ‘wandcontactdozen van de naaikamer’
in de meterkast in de kelder herinnert nog aan de
voormalige bewoonsters. Tegenwoordig telt elke
verdieping achttien studentenkamers. Een aantal
bewoners van de tweede verdieping (unit 37 en unit 3)
eet minstens één keer per week samen. Hoe vaak en met
hoeveel mensen er samen gegeten wordt, hangt deels
af van hoe druk de verschillende bestuursleden van
onder meer Van der Waals, Demos, Fellenoord en
Quadrivium het hebben. De twintig lege pizzadozen
in de keuken zijn van een huisgenoot die er tijdens
zijn bestuursjaar ‘een wat gezondere levensstijl’ op
nahoudt - zo zeggen zijn huisgenoten sarcastisch.
Wie is de chef?
Terwijl Martijn de pindasaus bereidt, ingrediënten
uitpakt en zijn aandacht tussen zeven pannen verdeelt,
delegeert hij moeiteloos snij-, roer- en baktaken aan
ganggenoten Mathijs Brands, Joris Verdult (beiden
derdejaars Werktuigbouwkunde) en Loek Lamerichs
(derdejaars Technische Bedrijfskunde Fontys). Martijn
staat elke zaterdag in de keuken van een strandtent in
Westenschouwen dus hij is wel wat gewend. Ook voor
een viergangendiner voor dertig man draait hij zijn hand
niet om. Elk jaar rond Kerstmis en Pasen kookt hij in zijn
eentje een menu voor de flatbewoners plus aanhang.
Waar staat dit huis om bekend?
In de keuken herinneren vijf emmers met sauzen
(“Die moeten binnenkort maar eens weg”) aan de
buurtbarbecue van afgelopen zomer. Deze barbecue,
waarbij studenten en andere buurtbewoners elkaar
beter kunnen leren kennen, wordt sinds 2011 door een
aantal flatbewoners georganiseerd. Overigens bestaat
het contact tussen de flatbewoners zelf vooral uit het
samen eten. De maandelijkse flatborrel is de laatste tijd
een beetje in het slop geraakt. Samen stappen doen ze
eigenlijk alleen met carnaval. “We hebben wel eens
een gangoverleg, dat ontstaat dan spontaan als twee
mensen op de gang aan het praten zijn en er steeds
meer deuren opengaan totdat we met z’n achten bij
elkaar staan.”
En hoe zit het met de naam?
Waar de naam ‘De Druppel’ vandaan komt? De bewoners
hebben geen flauw idee. Wel gebruiken ze sinds een
paar jaar het logo van een druppel in de onderlinge
communicatie en is de gezamenlijke feestkelder
-afgelopen dinsdag de Mystery Room van Stukafesttoepasselijk ‘De Afvoer’ gedoopt.
Is het een mannenhuis?
Eén muur van de gezamenlijke woonkamer is van
boven tot onder beplakt met AH-voetbalplaatjes.
Maar met vijf vrouwen en dertien mannen is de
man-vrouwverhouding op de tweede verdieping
beter dan op de TU/e, aldus Martijn. In het verleden
is er door twee vrouwelijke bewoonsters wel eens een
vrouwenavond voor de mannen georganiseerd. Met
onder meer gezichtsmaskertjes en chocoladefondue.
Interview | Freke Sens
Foto’s | Bart van Overbeeke
Wil jij ook met je culinaire huisgenoten
in deze rubriek? Mail dan naar [email protected]
En hoe is het in Addis Ababa?
Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten
van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over
de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.
Als ik dat in driehonderd woorden aan je uit zou kunnen leggen, dan zou Afrika Afrika niet meer zijn
toch? Aangezien ik helaas niet de hele Cursor tot mijn beschikking heb om alle problemen en kansen
voor een land als Ethiopië uiteen te zetten, beperk ik me voor deze keer tot dit stukje tekst. Aanschouw
Addis Ababa in een notendop!
Voor de dataverzameling van mijn master thesis woon ik ondertussen drie maanden in Addis.
Ik onderzoek de mogelijkheden en barrières voor het opschalen van duurzame katoen en de rol van
verschillende stakeholders zoals grote kledingmerken en ngo’s (niet-gouvernementele organisatie,
red.) in dit proces.
Ik heb me redelijk aan weten te passen aan een aantal ‘gebruikelijke’ zaken. Zo sta ik er niet meer
van te kijken wanneer ik een ezel voorrang van rechts moet geven, voel ik me redelijk op mijn gemak
als mijn collega’s me willen voeren tijdens de lunch (voor degene die echt denken dat ik gek ben:
google ‘Gursha’), vind ik het prima om bij iemand op schoot te zitten in een lokaal busje en raak ik
niet langer gefrustreerd wanneer er geen water, elektriciteit en telefoonconnectie is.
Maar al woon ik hier nu enige tijd en heb ik heel wat van het land gezien door mijn veldonderzoek:
dit land blijft me verbazen. Want hoe komt het toch dat het aanvragen van een ‘simpele’ telefoonkaart een complexe procedure is (inclusief kopie paspoort, pasfoto, iemand die garant voor me staat
en een halve dag uit mijn neus eten in de telecomwinkel) terwijl er niemand een probleem van lijkt
te maken wanneer ik het comfortabel vind om op het dak van een auto te reizen? Of kan iemand me
uitleggen waarom de snelweg wordt aangeveegd door een leger aan vrouwtjes verpakt als mummies,
terwijl er 100 meter verderop een vuilnisbelt in de fik staat ter hoogte van de Kilimanjaro?
Dit zijn slechts twee van de vele vragen die ik mezelf dagelijks stel. Want ja, ik vraag me hier een
hele hoop af. Maar wat is het een geweldige ervaring om iedere dag een beetje meer onderdeel
van een compleet andere cultuur te mogen worden!
A
studreinane Biemo
nd,
te I
Scienncenovation
s
Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan
deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland?
Stuur dan een mailtje naar [email protected].
Foto | Bart van Overbeeke
Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl
18 | Mens
20 februari 2014
Donderdag
20 februari, 20.20 uu
Pecha Kuch
r. TAC Eindhove
a Eindhoven
n
#12
20 slides x 20
laat zich snel uiseconden: een goed idee
tle
gg
unieke, grappi
en! Na 400 se
staat de volgen
ge en creatieve
conden
pitches.
langdradige ve de spreker al klaar. Geen
rhalen, maar ee
En
tr
ee
: gratis
n avond vol
http://tinyurl.
com/ohvd5e4
Ingmar Westerhof
“Carnaval is leuk, maar ik ben geen diehard”
don’t
TU/e and Eindhoven so you
Cursor collects all events at
, and
nts
eve
ic
dem
aca
and
c
athleti
have to. Symposiums, films,
notify
can
You
nl.
at www.cursor.tue.
to
parties: you can find them all
ail
em
an
d
sen
ase
ple
,
website
e
us of new events through our
her
will
ine
do so. Cursor Magaz
[email protected] if you want to
s.
ing
pen
ing hap
publish a selection of upcom
r,
0-23.00 uu
.0
1
2
,
ri
a
ru
feb
ven
Vrijdag
k 9, Eindho
ij
td
s
e
V
,
s
café Movie
21
Pubquiz
21
Vrijdag
februari, 21.00
-06.00 uur,
Ten Hagestraa
t 13, Eindhove
n
Mark
tactiviteit Su
perh
ens
winnen tijd
ams zijn te tv, film en polite
3
p
to
e
,
d
voor
sport
uke prijzen
actualiteit,
mensen.
roem! En le enis, entertainment, am van maximaal 5
e
ig
w
u
e
e
te
d
De
rmeer een
ht. Geschie
de quiznig allemaal aan bod. Fo
n
e
m
tiek ko
euro p.p.
topia.nl
Entree: driew.facebook.com/quiz
w
/w
:/
http
elden-editie
To the stars an
vliegtuig, nee d beyond; is het een vogel
marktactiviteithet is Superman. Het them is het een
superhelden bedit jaar is Superhelden, oma van de
tijd. Ieder team hoefte hebben aan een bi dat ook
mogelijk bier zal aan zijn eigen kraam/bertje op zijn
proberen weg
ar zoveel
te zetten.
http://tinyurl.
com/nwkwjug
,
ruary
b
e
F
26
pus
esday TU/e cam
n
d
e
dW
os,
25 an warte Do
y
a
d
unite
, Tues ouse De Z
ds re again.
n
e
i
r
f
lmh
ood
athon
childh g mar
0h, Fi
24
ay
Mond 21.4
end
20.00
rld’s
, five
inkin
crawl ing the dr
b
u
p
pic nt on try
e
g an e
wo
The fter attempetcionmes hell b
titles
a
uro
b
s
ar
em
h sub ers 7,50 e
c
t
u
20 ye one of th
D
h
,
t
n
o
e
,
n
k
o
po ,50 eur
whe
lish s
3
e: Engstudents: a8tm
g
a
u
g
6
:
n
9
e
a
o
e
L
om/
nce f
Entra //tinyurl.c
:
p
t
ht
Eerdere jaren vierde hij vier dagen
carnaval ‘en dan was het wel weer
genoeg geweest’. Dit jaar is
wiskundestudent Ingmar Westerhof
prins carnaval van studievereniging
GEWIS en ‘moet’ hij zes dagen op
stap. Hoewel prins Ingmar d’n
Urste geen diehard carnavals­
vierder is, draagt hij de steek met
evenveel enthousiasme als hij de
rest van zijn drukke leven beleeft.
Verdekt opgesteld op de boven­
verdieping van het Gaslab zag
Ingmar Westerhof begin februari
hoe dispuut GELIMBO met veel
ceremonieel de nieuwe prins
carnaval van GEWIS bekendmaakte.
Van de honderd aanwezige
GEWIS-leden wist bijna niemand
dat de negentienjarige Veldhovenaar die avond tot prins
gekroond zou worden. Tegenover
zijn vrienden had hij zijn schijnbare
afwezigheid met veel smoezen
moeten verklaren.
Een paar maanden daarvoor
benaderden leden van GELIMBO
(het dispuut dat binnen GEWIS de
carnavalsactiviteiten organiseert)
de tweedejaars student Technische
Wiskunde met de vraag of hij prins
wilde worden. Hij was vorig jaar wel
op de carnavalsborrel van GEWIS
geweest, maar de overige carna­
valsdagen was hij met zijn eigen
vriendengroep gaan stappen.
Bovendien vindt hij carnaval ‘echt
wel heel leuk, maar ik ben geen
diehard’. Vroeger ging hij wel
tijdens carnaval met zijn ouders
mee, die lid waren van een
carnavalsvereniging. “Maar echt
fanatiek waren ze niet”, vindt Ingmar.
“Eigenlijk ben ik pas actief carnaval
gaan vieren toen ik op de middelbare school zat. Met een groep
vrienden het Stratumseind op.”
groep van zijn middelbare school
gaat hij, tussen de verplichtingen
als prins door, ook dit jaar op stap.
“We verkleden ons altijd collectief.
Dit jaar gaan we als curlingteam
De Theeleutjes, in roze tenues, met
bezems en theepotten op wieltjes.”
Waarom ze hem dan toch vroegen
en zijn naam al wekenlang rondzong onder GEWIS-leden? Hij weet
het niet precies. “Ik ben best actief
betrokken bij vereniging. En ik houd
ook wel van gezelligheid en hoor
geregeld van anderen dat ik zo
enthousiast ben. Dat klopt ook wel
een beetje”, voegt hij bescheiden toe.
Dat hij Technische Wiskunde ging
studeren, lag niet voor de hand.
“Ik heb heel lang getwijfeld tussen
de muziek en de wiskunde. In de
vijfde klas heb ik toelating gedaan
voor de vooropleiding van het
conservatorium. Hoewel ik was
aangenomen, heb ik uiteindelijk
toch voor de wiskunde gekozen.
Vooral omdat dat meer zekerheid
bood.”
Ingmar stemde toe, omdat hij ‘nu
eenmaal gevraagd was en omdat
het hem mooi leek het gezicht van
de vereniging te zijn’. Als Prins
Ingmar d’n Urste gaat hij donderdag
voor carnaval langs bij het College
van Bestuur en geeft hij acte de
présence op de eigen carnavals­
borrel. Vrijdag gaat hij met de leden
van GEWIS de Eindhovense kroegen
af, zaterdag worden de Eindhovense
carnavalsverenigingen bezocht en
maandag gaan ze met z’n allen naar
Maastricht. Met de hechte vrienden­
Tussen muziek
en wiskunde
In eerste instantie wilde hij naar
de lerarenopleiding Wiskunde.
Naast het aanstekelijke enthou­
siasme van zijn eigen wiskunde­
leraar, had dat te maken met het
plezier waarmee hij zelf anderen
iets bijbrengt. Zo geeft hij al sinds
zijn dertiende judoles aan kinderen.
“Maar toen ik een dag meeliep op
de lerarenopleiding, merkte ik dat
het daar vooral om het leraar-zijn
draait en weinig om de wiskunde.”
Toen hij erachter kwam dat de TU/e
ook een educatieve master aanbiedt,
was de keuze snel gemaakt. “Ik vind
het allemaal interessant en boeiend.
Nu wil ik in de wiskunde verder, de
analysekant op. Maar ik houd de
optie open om voor de klas te staan.”
De overgang van de middelbare
school naar de universiteit verliep
soepel en al snel werd hij actief lid
van verenigingen en commissies.
“Het is heel erg vanzelf gegaan.
In de pauzes zat ik toch al in
MetaForum. Of je dan ergens in een
vergaderzaaltje zit om commissie­
zaken te bespreken of dat je ergens
zit te kaarten, maakt in principe
weinig uit.” Hij is nu lid van de
introcommissie en de taartenbakcommissie van GEWIS, begeleidt
als studentmentor een groepje
eerstejaars en zit in het voorlich­
tingsteam van de TU/e.
“Ik heb
geen behoefte
aan niks doen”
Ook buiten zijn studie zit hij niet
stil. In de weekenden reist hij op
en neer naar zijn vriendin Lianne
in Krommenie, die Technische
Wiskunde in Delft studeert.
Zelf woont hij bij zijn ouders in
Veldhoven. In zijn vrije tijd speelt
hij altsaxofoon en piano, is hij
actief lid van een harmonie en een
big band, werkt hij bij een groenteboer, judoot hij, geeft hij judoles
en wiskundebijles. “Het komt nooit
voor dat ik een dag niks te doen
heb. Maar daar heb ik ook geen
behoefte aan. Judo doe ik om mijn
energie kwijt te kunnen na een hele
dag stilzitten. Het verenigingsleven
is er voor de gezelligheid en om
nieuwe mensen te leren kennen.
Muziek maken is voor mij mijn
hoofd leegmaken. Het zijn allemaal
verschillende behoeftes.”
Spijt dat hij niet in de muziek is
verdergegaan, heeft hij overigens
niet. Wie denkt dat de fanatieke
muziekliefhebber tijdens carnaval
ook wel eens in optochten meeloopt, komt bedrogen uit. “Ik heb
een keer met de harmonie in de
optocht in Veldhoven meegelopen,
maar het was toen zo ontiegelijk
koud dat ik me heb voorgenomen
dat nooit meer te doen.” En carna­valsmuziek? “Leuk, maar ook alleen
voor die vier dagen per jaar.”
Interview | Freke Sens
Foto | Bart van Overbeeke
25
Dinsdag
februari, 20.00-22.15 uur,
de Oude Rechtbank, Stratumseind 32,
Eindhoven
Leven op Mars
8.00 uur,
bruari, 09.30-1
fe
5
2
g
a
d
s
in
D
Hoofdgebouw
Auditorium en
Met ruimtesondes en robots onderzoeken we de rode
planeet en speuren we naar sporen van leven. Als het
aan de initiatiefnemers van het Mars One-project ligt
gaan wij, mensen, er zelf leven. 2023: the next giant leap
for humankind! Aanmelden via [email protected]
Entree: gratis
http://tinyurl.com/poznf6t
g
Bedrijvenda
torium
uari in het Audi
dag op 25 febr end worden door
en
ijv
dr
Be
de
zal geop
Kom naar
0 bedrijven zich
ebouw. De dag
en het Hoofdg gehele dag zullen ruim 13 naast zullen
Frits Wester. Deor middel van stands. Daar teren tijdens
presenteren dobedrijven zichzelf ook presen
zalen van het
verschillende presentaties in de college bedrijven, ga
ode
du
alles
riënteer je op
Auditorium. O n met de recruiters en kome
aa
ig
k
st
re
om
sp
le toek
een ge
met
jouw potentië
te weten over dag zal worden afgeslotenborrel
De
n
s.
ee
er
or
ev
do
kg
d
er
lg
w
ir einde gevo
een spectacula m.
riu
to
di
Au
in het
gratis
Entreekosten: ervingsdagen.nl
.w
w
w
/w
:/
http
Dinsdag 25 februari, 21.00-02.00
uur, ’t Lempke, Stratumseind
Februari-feest: Bad Hair!
E.S.T. Fellenoord houdt op dins
dag 25 februari
een open feest met als thema ‘Bad
Hair!’ in ‘t
Lempke op Stratumseind. Heb
jij
die
avond
niks te doen en heb je zin in een
Kom dan naar ‘t Lempke met je te gek feestje?
slechtste
kapsel en ga helemaal los!
Entree: gratis
http://www.fellenoord.nl/jooml
a/