Liturgie voor de Avonddienst (Ontmoetingsdienst) zondag van 12 Oktober 2014. Lied OTH 217/Opw. 333: Heer, U bent El Elohim Heer, U bent El Elohim. Daarom kom ik tot U. Heer, U bent El Elohim, ik aanbid U. Toon mij uw glorie, toon mij wie U bent. Toon mij uw glorie. 'k Wil U kennen, Heer. Psalm 27 vers 1,3 en 4 (uit psalmen voor nu) 1.De HEER is mijn licht en mijn redding, voor wie zou ik bang moeten zijn? De HEER is een muur om mijn leven, waarom zou ik angstig zijn? Toen vijanden mij achtervolgden om mij als een dier te slachten, toen vielen ze zelf op de grond. Al staan ze gewapend te wachten, ik zal me niet bang laten maken, ik blijf u vertrouwen, dan nog. 3.HEER, luister, dan hoort u mij roepen, een antwoord van u is genoeg. Ik zei bij mezelf: HEER, ik zoek u, kon ik u maar even zien. Verberg u niet, u bent mijn helper, laat me niet zo lang alleen zijn. U bent toch mijn reddende God? Al laten de mensen mij vallen, al zijn het mijn vader en moeder, de HEER raapt me altijd weer op. 4.Wilt u mij de weg blijven wijzen? mijn HEER, maak een pad voor me vrij. Mijn vijanden liegen en dreigen, ze getuigen tegen mij. Wie zou ik zijn als er geen God was? Kijk, ik leef, ik leef van liefde, ik leef van de liefde van God! Verwacht het van hem en zijn goedheid, wees moedig en sterk, vastberaden, wees moedig en wacht op de HEER Psalm 121 uit Psalmen voor nu (OTH 60) Ik kijk omhoog naar de hoge bergen: Waar komt mijn hulp vandaan? Mij helpt de HEER, die aarde en hemel, die alles heeft gemaakt. Hij staat niet toe dat je voet zal zwikken. Hij is niet ingedut! Hij dommelt niet, valt zeker niet in slaap, die Israël bewaart. De HEER bewaart je, Hij is je schaduw, steeds aan je rechterhand. De middagzon, en in de nacht de maan, doen je totaal geen kwaad. De HEER bewaart je voor al het kwade. De HEER bewaart je hart. Ga je naar huis, of trek je eropuit. God helpt je altijd weer. Opwekking 640: Mijn hulp is van U, Heer ik hef mijn ogen op naar de bergen waar komt mijn hulp vandaan? ik hef mijn ogen op naar U Heer, Die mij bij zal staan. mijn hulp is van U Heer, die alles heeft gemaakt U zult voorkomen dat ik wankel of val U bent mijn Beschermer die over mij waakt die niet sluimeren of slapen zal wat kan mij gebeuren door zon of door maan U bent mijn schaduw U bent er altijd bewaart heel mijn leven, mijn komen en gaan U beschermt mij tot in eeuwigheid mijn hulp is van U Heer. Schriftlezing: Psalm 121 NBV Psalm 121 1, 2, 3 en 4 NB 1.'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen, Vanwaar ik dag en nacht Des Hoogsten bijstand wacht. Mijn hulp is van den HEER' alleen, Die hemel, zee en aarde, Eerst schiep, en sinds bewaarde. 2.Hij is al treft u 't felst verdriet, Uw Wachter, die uw voet Voor wankelen behoedt; Hij, Isrels Wachter, sluimert niet; Geen kwaad zal u genaken; De HEER' zal u bewaken. 3.Zijn wacht, waarop men hopen mag, Zal, daar zij u bedekt En u ter schaduw strekt, De maan bij nacht, de zon bij dag, In koud' en gloed vermindren, Opdat zij u niet hindren. 4.De HEER' zal u steeds gadeslaan, Opdat Hij in gevaar, Uw ziel voor ramp bewaar'. De HEER', 't zij g' in of uit moogt gaan, En waar g' u heen moogt spoeden, Zal eeuwig u behoeden. Tekstlezing: Psalm 121:5 De HEER is je wachter, de HEER is de schaduw aan je rechterhand OTH 162/Opw.176: U bent mijn schuilplaats Heer U bent mijn schuilplaats Heer, U vult mijn hart steeds weer met een verlossingslied. Telkens als ik angstig ben, steun ik op U. Ik vertrouw op U. Als ik zwak ben, ben ik sterk in de kracht van mijn Heer. Gezang 392: 1, 2, 3, 4 en 5 1.Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt. De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt. Andere helpers, Heer, ontvallen mij. Der hulpelozen hulp, wees mij nabij. 2.Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt. Alles verdoft wat glans bezat en gloed. Alles vervalt in 't wisselend getij, maar Gij die eeuwig zijt, blijf mij nabij. 3.U heb ik nodig, uw genade is mijn enig licht in nacht en duisternis. Wie anders zal mijn leidsman zijn dan Gij? In nacht en ontij, Heer, blijf mij nabij. 4.Ik vrees geen kwaad, want bij mij is de Heer. Tranen en leed zijn nu niet bitter meer. Waar is uw prikkel, dood, wat dreigt ge mij? Ik triomfeer, mij is de Heer nabij. 5.Houd, Heer, uw kruis hoog voor mijn brekend oog, licht in het duister, wijs de weg omhoog. Uw dag breekt aan, de schaduw gaat voorbij. In dood en leven, Heer, wees Gij nabij.
© Copyright 2025 ExpyDoc