3 BaKO - KHLim

WELKOM!
Info mentoren 3 BaKO
26 september 2014
Inhoud infosessie
•
•
•
•
•
Het nieuwe competentieprofiel
3 BAKO: betekenis
Opleidingsprogramma
Praktijk
Tijd voor vragen
3 BaKO
• Verder groeien/remediëren van eigen leernoden
• Op weg naar een eigen praktijkvisie
• ”Zorg” voor ALLE kleuters
• de volledige complexiteit meenemen
• Keuzes maken die passen binnen de eigen
specifieke praktijk
• Het einddoel in zicht
De opleidingsonderdelen
sem1
Godsdienst
3 SP
sem1
Leraar in de Maatschappij
3 SP
sem1
Muzische Vorming
3 SP
sem1
Zorg op Klasniveau
5 SP
sem2
Alternatieve Stage (keuze)
4 SP
sem2
Over de Grenzen (keuze)
4SP
sem2
Zorg op Schoolniveau
5 SP
sem1+2
Actieonderzoek
8 SP
sem1+2
Leergroep
3 SP
sem1+2
Praktijk
21 SP
sem1+2
Zorg op Kindniveau
5 SP
ENKELE OPO’S NADER
BEKEKEN…
Leergroep
• Sessies leergroep ondersteund door de
leergroepbegeleider
• Tweede semester: intervisie  samenkomst in
kleine groepjes
Actieonderzoek
• Vanaf het begin van het jaar
• Ondersteunende sessies
• groepscoachings
• Individuele coachings
Praktijk
• Onderzoeksdagen
• Onderzoeksstages
• Afstudeerstage met een zelfstandige stage
Aan hen de keuze…
• Alternatieve stage
• Over de Grenzen
Ze verleggen letterlijk en figuurlijk hun grenzen.
De praktijk nader bekeken…
De praktijk…
• Steeds meer een zelfgestuurde praktijk..
…“ Wat moet ik doen..?”
• Zorg voor ALLE kleuters
• Doorgroeien op eigen leernoden
• Studenten moeten ‘leren’ kiezen en ze moeten
begeleid worden in keuzes maken die passen bij
HUN praktijk
Een kader dat houvast geeft…
Het nieuwe competentieprofiel
•
•
•
•
Kinderen en klas
De school
Zichzelf als persoon
De maatschappij
De leraar basisonderwijs staat in relatie met en neemt
verantwoordelijkheid op voor de kinderen en de klas
en is daarbij gericht op leren en ontwikkelen.
De leraar basisonderwijs is zich bewust van zichzelf als eerste
instrument. Hij gaat de relatie aan met de klas en de kinderen
vanuit een ervaringsgerichte basishouding en is zich bewust dat
hij model staat als opvoeder. Hij is in staat om een krachtige
blended leeromgeving te ontwerpen. Hij stelt taalontwikkelend
lesgeven centraal en gebruikt hierbij het Standaardnederlands.
Vanuit een passie om de wereld binnen te brengen in de klas wil
hij interesse opwekken bij kinderen. Hij engageert zich om
kinderen aan de grens van hun kunnen te brengen en gaat
samen met hen op zoek naar inzicht. Hij zet zijn expertise
gepast en doelgericht in en kan de eigen aanpak evalueren en
bijsturen vanuit welbevinden en betrokkenheid. Hij kan
perspectief innemen, erkent de diversiteit in de klas en gebruikt
deze om mee te bouwen aan de emancipatie van elk kind. Hij
werkt op basis van gedeelde zorg samen met ouders en doet dit
vanuit echtheid, aanvaarding en empathie.
De leraar basisonderwijs staat in relatie met en neemt
verantwoordelijkheid op voor de school en is gericht op
participatie, gedeelde zorg en ontwikkeling.
De leraar basisonderwijs onderkent vanuit een visie op
participatie het belang van ‘samen school maken in het
basisonderwijs’ en neemt zijn taken en
verantwoordelijkheden op om dit te realiseren samen
met kinderen, ouders, collega’s, externen. Hij durft de
eigen waarden en opvattingen te expliciteren en te
toetsen aan anderen. Vanuit een besef van gedeelde
zorg en verantwoordelijkheid voor het leren en
ontwikkelen van kinderen gaat hij in professionele
dialoog met anderen. Hij kan daarbij het eigen
perspectief en dat van anderen innemen en bouwt zo
mee aan een professionele leergemeenschap. Hij toont
zich veranderingsbekwaam om binnen deze
leergemeenschap te participeren aan
kwaliteitsverbetering, innovatie en praktijkonderzoek.
De leraar basisonderwijs staat in relatie met en neemt
verantwoordelijkheid op voor zichzelf als persoon en is gericht
op de eigen professionele ontwikkeling.
De leraar basisonderwijs heeft inzicht in en beheerst de
vakessenties. Hij neemt steeds een reflectieve, (onder)zoekende
en innoverende houding aan om de eigen deskundigheid en de
eigen praktijk te verbeteren vanuit relevante theoretische
denkkaders en inzichten uit onderwijsonderzoek. Hij zet de eigen
persoon in als eerste instrument voor het eigen levenslang leren.
Hij is zich bewust van wat hij doet, voelt, denkt, wil en kan de
keuzes die hij maakt expliciteren en verantwoorden. Hij durft zijn
gedrag, visie, waarden en normen kritisch te toetsen en stuurt
zijn functioneren bij vanuit het besef van zijn
verantwoordelijkheid voor het vormen van kinderen
De leraar basisonderwijs staat in relatie met en neemt
verantwoordelijkheid op voor de maatschappij.
De leraar basisonderwijs neemt een voorbeeldfunctie op en
bouwt van daaruit mee aan een betere wereld. Hij is zich
bewust van de morele dimensie in de complexe realiteit van
de klas, school en maatschappij en gaat een engagement
aan met verbondenheid als richting. Hij heeft een brede
interesse voor wat leeft in de wereld (sociaal, politiek,
economisch, cultureel, esthetisch, wetenschappelijk,
levensbeschouwelijk) en neemt daarin een kritischconstructieve houding aan. In relatie tot de omgeving (ook
internationaal) ontwikkelt hij besef van het eigen
functioneren en neemt hij verantwoordelijkheid op voor het
eigen functioneren. Hij beseft dat onderwijs de
maatschappij mee vorm geeft en omgekeerd. Hij gaat het
engagement aan om op te komen voor een rechtvaardige
wereld waarin ieder kind recht heeft op gelijke
onderwijskansen.
1ste jaar
ORIENTERING OP BEROEP
EERSTE STAPPEN in stiel leren
2de jaar
STIEL LEREN
3de jaar
VERDIEPING EN INTEGRATIE
Onder begeleiding van (voor, tijdens en na)
→
Onder begeleiding van (voor en na)
Zelfstandig inzetten
Zich verantwoordelijk voelen /overtuigd van
het belang
→
Verantwoordelijkheid opnemen
Verantwoordelijk zijn
Eerste stappen naar/ aanzetten tot
→
Kunnen inzetten/toepassen
Geïntegreerd/flexibel inzetten
Gevoelig zijn voor/open staan
→
Houding aannemen
Vanuit basishouding/grondhouding
(Doel)gericht proberen
→
(Doel)gericht proberen en opvolgen
Systematisch onderzoeken
Verkennen, ontdekken van eigen visie
→
Vormen van eigen visie
Vanuit eigen identiteit/ overtuigingen
De planning
•
•
•
de onderzoeksdagen
de onderzoeksstages
de afstudeerstage
De onderzoeksdagen
• Losse dagen doorheen het jaar
• Doel:
•
•
•
•
•
•
onderzoekend bezig zijn binnen en buiten de klas
Kennis maken met je klas
Observeren
Acties uitproberen
Info verzamelen
…
 Een eigen programma opstellen ifv
vooropgestelde doelen (groeien in eigen
competenties, opdrachten voor de hogeschool, kls
observeren, doorwerken vanuit noden, AO…)
De onderzoeksstage
• Langere aaneensluitende periode in de klas, maar
zelfde doel als onderzoeksdagen
• Klasscreening maken, analyseren en acties
ondernemen
• Analyseren en acties opzetten rond de zorgkleuter
• Leervragen analyseren en acties voor opzetten
• Verantwoordelijk voor gehele klasgebeuren
• Actieonderzoek opzetten
• …
 steeds in functie van het bereiken van het
beheersingsniveau derde jaar op de verschillende
competenties
Afstudeerstage
•
•
•
•
5 weken aansluitend
Laatste weken alleen, zonder mentor
Een laatste stap in de ontwikkeling
Ruimte krijgen om naar eigen aanvoelen
stageprogramma én eigen werkwijze te bepalen
• De volledige verantwoordelijkheid opnemen
Begeleiding in de lerarenopleiding
• Leergroepwerking:
• Steunen van eigen leer-en ontwikkelingsproces
• Ondersteunen van zelfsturing
• Studenten aanzetten tot het ontwikkelen van eigen onderwijsstijl
en visie
• Werktijd
• Begeleiding en beoordeling:
•
•
•
•
1coachingsbezoek in het eerste semester
1 coachingsbezoek in het tweede semester
1 beoordelend bezoek tijdens begin van de afstudeerstage
Het driehoeksgesprek op het einde van het jaar
Hoe kan ik als mentor mijn
student ondersteunen?
Verwachtingen tav de stagementor
• Ondersteunen van zelfsturing: spiegelen en
overzicht houden
• Tijd maken voor open dialoog
• Ondersteunen van groeiproces van student:
steunen, stimuleren, aanzetten tot nadenken,
samen overleggen, ruimte geven
• Ruimte geven om fouten te maken: vallen en
opstaan
• Coaching van de student bij diverse
praktijkopdrachten
• Contactpersoon tussen stagiairs en schoolteam
Coaching tijdens onderzoeksstages
• Coachingsbezoek vanuit een leervraag van de student
• Eerst leervraag scherper krijgen zowel in de opleiding
als de mentor
• Docent, student en bij voorkeur mentor nemen de tijd
op de werkplek om deze leervraag te doorgronden.
• Na dit coachingsmoment op de werkplek maakt de
student een schriftelijk verslag. Hierin beschrijft de
student zijn leereffect.
• De mentor vervult de rol van begeleider in dit hele
proces. De mentor geeft in een kort verslag het
functioneren van de student weer.
• Na deze stageperiode wordt er dus geen beoordelend
oordeel uitgesproken.
Verkorte voorbereidingen
• Er mogen verkorte lesvoorbereidingen zijn.
• Voorbereidingen zijn er niet alleen over
activiteiten, maar ook over observaties,
onderzoeksopdrachten, interventies…
• Maar… verkort schrijfwerk betekent niet
verkort denkwerk!
Dagelijkse praktijkagenda
• Elke stagedag maakt de student een
agenda op.
• Agenda = dagplanning + reflecties
• Agenda = persoonlijke plannings- en
reflectie-instrument (wijze die bij
student en de stageschool past)
Volgende bijeenkomst mentoren
13 maart: info afstudeerstage
Tussendoor nood aan overleg over individuele
student of vragen: contacteer zeker de
groepsbegeleider!
Hoe sneller we op de hoogte zijn van
moeilijkheden, hoe beter we kunnen
begeleiden!
Verdere info…
• Op de website onder ‘werkveld’ vinden jullie de
nodige informatie
•
•
•
•
Alle documenten
Visieteksten
PowerPoint
…
Groepbegeleiders 3 BAKO
A
[email protected]
B
C
[email protected]
[email protected]
D
[email protected]
E
[email protected]
F
[email protected]
G
[email protected]
Dank voor uw aandacht
Vragen?