Gegevens invoeren

Havo 5 Hoofdstuk 8 Hulpbladen
8.1 Arbeid
Opgave 5
c
De arbeid die de zwaartekracht heeft verricht, bereken je met de zwaartekracht en het
hoogteverschil tussen begin en einde van de beweging.
De zwaartekracht bereken je met de formule voor de zwaartekracht.
Het hoogteverschil bereken je met de lengte van de helling en de hellingshoek.
© ThiemeMeulenhoff bv
Pagina 1 van 4
Havo 5 Hoofdstuk 8 Hulpbladen
8.3 Arbeid en kinetische energie
Opgave 14
De eindsnelheid bereken je met de wet van arbeid en kinetische energie.
De totale arbeid bereken je met de arbeid die de motorkracht verricht en de arbeid die de
gemiddelde weerstandskracht verricht.
De arbeid die de motorkracht verricht, bereken je met de motorkracht en de verplaatsing.
De arbeid die de weerstandskracht verricht, bereken je met de weerstandskracht en de
verplaatsing.
5
Toon aan dat de totale arbeid gelijk is aan 1,6∙10 J.
© ThiemeMeulenhoff bv
Pagina 2 van 4
Havo 5 Hoofdstuk 8 Hulpbladen
8.4 Wet van behoud van energie
Opgave 20
a
In de wet van arbeid en kinetische energie staan de grootheden verplaatsing en snelheid.
Deze grootheden bepaal je in figuur 8.28 van het basisboek.
Toon aan de verplaatsing tijdens het versnellen 161 m is.
b
Als tussen de punten C en D uitsluitend de zwaartekracht werkt, dan is de (negatieve)
versnelling op de kar tussen deze punten gelijk aan de valversnelling g.
c
Pas de wet behoud van energie toe op de volgende twee situaties.
− situatie A is de kar vlak voor de bocht.
− situatie B is de kar in het hoogste punt van de beweging.
© ThiemeMeulenhoff bv
Pagina 3 van 4
Havo 5 Hoofdstuk 8 Hulpbladen
8.5 Afsluiting
Opgave 21
c
De massa van het verplaatste water bereken je met de formule voor de dichtheid.
Hou er rekening mee dat de dichtheid van zeewater niet gelijk is aan de dichtheid van zuiver water.
d
De toename van de zwaarte-energie hangt af van de toename van de hoogte van het zwaartepunt
van het ‘blok’ water dat wordt weggepompt.
e
Het nuttig vermogen is de bewegingsenergie van het water dat per seconde door de turbine stroomt.
De massa van het water bereken je met de dichtheid van zeewater.
Opgave 22
a
De afstand die de parkiet bij deze meting heeft afgelegd, bereken je met de snelheid en de tijd.
De tijd bereken je namelijk met het vermogen en de nuttige energie.
In de vraag staat ‘Bepaal…’ Je moet dus gebruik maken van figuur 8.31.
Toon aan dat de parkiet 20,3 s heeft gevlogen.
d
Figuur 8.31 geeft het verband tussen snelheid en vermogen.
Vermogen is arbeid per tijdseenheid.
Bereken de arbeid en de afstand als de parkiet gedurende één seconde vliegt.
© ThiemeMeulenhoff bv
Pagina 4 van 4