Vesperdienst mei - Protestantse Gemeente te Huizen

Protestantse Gemeente Huizen - Wijkgemeente Goede Herderkerk
Vierde Zondag na Pasen
18 Mei 2014 - 19.30 uur
Groene boom
twijgen uitgegroeid,
wortels verscholen,
boom die vruchten draagt,
rood van liefde:
levensboom.
EVENSONG
Als een twijg ontsproten
toont U zich in een mensenkind.
‘God met ons’,
boom van leven,
ons houvast,
onze hoop,
ons leven.
D E E VENSONG
Toen de Engelse Kerk in 1534 overging tot de Reformatie, heeft zij het bidden van de getijden niet
opgegeven. De vroege gebedsuren van de dag (metten, lauden, priem) werden samengevoegd tot
een morgengebed (Matins), de late gebedsuren (vespers, completen) tot een avondgebed (Evensong).
Deze getijden bestaan uit: psalmzang, bijbellezing en gebed. Verder worden twee cantica gezongen.
In de Evensong zijn dat het Magnificat (Lofzang van Maria – afkomstig uit de Vespers) en het Nunc
Dimittis (Lofzang van Simeon – afkomstig uit de Completen). Deze worden doorgaans gezongen
na de lezingen uit het Oude en het Nieuwe Testament.
Aanvankelijk werden de getijden in de Engelse Kerk gebeden door kanunniken (canons), de geestelijken die verbonden zijn aan colleges en kathedralen en leven volgens een bepaalde regel (canon).
In de loop der tijd lieten de kanunniken zich in het getijdengebed steeds vaker vervangen door
lekenzangers (vicars-choral). Dankzij hen is de kwaliteit van de zang tijdens het getijdengebed tot een
indrukwekkende hoogte gestegen.
In de loop van de is in de Matins en in de Evensong ruimte gemaakt voor het zingen van hymnen en
het houden van een overdenking. Vanavond sluiten we ons bij deze traditie aan.
BLOEMEN EN BOMEN IN DE BIJBEL
~ De Levensboom ~
2
Harmonium
“Christ ist erstanden” - J.S. Bach (1685-1750)
Koorzang
“This joyful Eastertide” - Ch.Wood (1866-1926)
3.
Weg, in deze vrolijke Paastijd, met zorg en smart !
Mijn Liefste, de Gekruisigde, is deze morgen tot leven gekomen.
Had Christus, die eens werd omgebracht, nooit zijn driedaagse gevangenis opengebroken, dan was ons geloof
tevergeefs geweest; maar nu is Christus opgestaan !
De doodsrivier heeft zijn kilte verloren sinds Jezus door de stroom
is gegaan; Zielenminnaar, red mijn stervende ziel van het kwaad.
Mijn lichaam zal rusten in hope en een tijdlang sluimeren, tot bazuingeschal van oost tot west de doden in grote getale zal opwekken.
Openingsverzen v.
c.
Heer, open mijn lippen.
Mijn mond zal zingen van Uw eer.
v.
c.
O God, kom mij te hulp Heer, haast U mij te helpen.
Eer zij de heerlijkheid Gods,
Vader, Zoon en Heilige Geest,
zoals het was in het begin, zo nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Tekst: G.R. Woodward (1894). Melodie: David’s Psalmen (A’dam,1685).
Openingslied
De Heer herwon Zijn heerschappij, alleluia.
Hij maakt’ ons in Zijn liefde vrij, alleluia.
Hij roept ons naar Zijn paradijs, alleluia.
Zijn Woord en Brood zijn onze spijs, alleluia.
Alleluia, alleluia, alleluia.
v.
c.
424 (uit Gezangen voor Liturgie)
Zegen de Heer !
De Naam des Heren zij geprezen.
Aansteken van de Kaarsen
en Inleidende Woorden
Psalm 1
2.
Gij die de Vorst van vrede zijt, alleluia.
De schepping is om U verblijd, alleluia.
De morgen van de eerste dag, alleluia.
Zijt Gij verrezen uit Uw graf, alleluia.
Alleluia, alleluia, alleluia.
3
4
vertaling naar K. Ouwens, chant van J. Turle (1802-1882)
c.
Gelukkig de mens die voorgoed
op de HEER zijn vertrouwen gegrond heeft.
c.
Gelukkig de mens die niet ingaat op wat hem de bozen raden,
die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring van
spotters, maar in de wet van de HEER zijn geluk vindt, en die
wet overweegt, dag en nacht. Hij zal zijn als een boom, geplant
aan stromend water, die vrucht draagt wanneer het zijn tijd is.
Zijn blad valt niet af, àl wat hij doet zal hem gelukken.
Zo gaat het niet met de bozen: zij zijn als kaf dat verwaait in
de wind. Nee, geen boze houdt niet stand in het gericht, geen
zondaar in de vergadering der vromen.
My soul doth magnify the LORD and Mijn ziel maakt de HEER groot en
my spirit hath rejoiced in God my Saviour. mijn geest is verrukt over God, mijn Redder.
Want de Heer kent de weg der rechtvaardigen, maar de weg van
de bozen, die loopt dood.
1e Lezing
a.
Gelukkig de mens …
c.
Eer zij de heerlijkheid Gods, Vader, Zoon en Heilige Geest,
zoals het was in den beginne, zo zij het thans en voor immer,
tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
a.
Gelukkig de mens die voorgoed
op de HEER zijn vertrouwen gegrond heeft.
For He hath regarded the lowliness Want Hij heeft aangezien de nederige staat
of His handmaiden; for behold, from henceforth van zijn dienares; want zie, vanaf nu
all generations shall call me blessed. zullen alle geslachten mij gelukkig prijzen.
For He that is mighty hath magnified me, and Want Hij die machtig is heeft mij verhoogd, en
holy is His Name, and His mercy is on them heilig is Zijn Naam, en Zijn barmhartigheid is
that fear him throughout all generations. over wie Hem vrezen, door alle geslachten.
He hath shewed strength with His arm: He hath
scattered the proud in the imagination of their
hearts; He hath put down the mighty from
their seat, and hath exalted the humble
and meek.
uit Genesis 2 en 3
God, de HEER, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste Hij de
mens die Hij had gemaakt. Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er
aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden
de levensboom, en de boom van de kennis van goed en kwaad.
Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang
het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat
jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ ‘We mogen de vruchten van
alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw, ‘behalve die van de boom in het midden
van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze
zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ ‘Jullie zullen
helemaal niet sterven,’ zei de slang. ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen
zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en
kennis zullen hebben van goed en kwaad.’
De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een
lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou
schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar
man, die bij haar was, en ook hij at ervan. Toen gingen hun beiden de ogen open
en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar
en maakten er lendenschorten van.
Toen dacht God, de HEER: Nu is de mens aan Ons gelijk geworden, nu heeft hij
kennis van goed en kwaad. Nu wil Ik voorkomen dat hij ook vruchten van de
levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven. Daarom stuurde
Hij de mens weg uit de tuin van Eden om de aarde te gaan bewerken, waaruit hij
was genomen. En nadat hij hem had weggejaagd, plaatste hij ten oosten van de
tuin van Eden de cherubs en het heen en weer flitsende, vlammende zwaard. Zij
moesten de weg naar de levensboom bewaken.
Magnificat
Hij heeft kracht betoond met Zijn arm: Hij heeft
de trotsen met de plannen van hun hart uitéén
gejaagd; Hij heeft de machtigen gestoten van
hun troon, en heeft verhoogd de nederigen
en zachtmoedigen.
He hath filled the hungry with good things, Hij heeft de hongerigen vervuld met alle goed,
and the rich He hath sent empty away. en de rijken heeft hij ledig heengezonden.
He remembering His mercy hath holpen His Indachtig Zijn ontferming heeft Hij Zijn knecht
servant Israel, as He promised to our Israël geholpen, zoals Hij had beloofd aan onze
forefathers, Abraham and His seed for ever. voorvaders, Abraham en zijn zaad voor altijd.
Glory be to the Father and to the Son and to the Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest,
Holy Ghost, as it was in the beginning, is now, zoals het was in het begin, zo nu en altijd,
and ever shall be, world without end. Amen. tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
2e Lezing
Openbaring 2: 7 en 22: 1-5
Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint
zal Ik laten eten van de levensboom die in Gods paradijs staat.
En hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als
kristal en ontsprong aan de troon van God en van het Lam. In het midden van het
plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die
twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom
brachten de volken genezing. Er zal niets meer zijn waarop nog een vloek rust.
De troon van God en van het Lam zal daar in de stad staan. Zijn dienaren zullen
Hem vereren en Hem met eigen ogen zien, en Zijn naam staat op hun voorhoofd.
Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon
hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als
koningen heersen tot in eeuwigheid.
Nunc Dimittis
De Lofzang van Simeon – in een zetting van H. Purcell (1659-1695)
LORD, now lettest Thou Thy servant HEER, laat Gij nu Uw dienaar
depart in peace according to Thy word. in vrede heengaan volgens Uw woord.
De Lofzang van Maria – in een zetting van H. Purcell (1659-1695)
5
6
For mine eyes have seen Thy salvation, Want mijn ogen hebben Uw heil gezien,
which Thou hast prepared before the face dat Gij bereid hebt voor de ogen
of all people; van alle volken;
To be a light to lighten the gentiles, Om een licht te zijn tot verlichting van de
and to be the glory of Thy people Israel. heidenen, en de glorie van Uw volk Israël.
Glory be to the Father and to the Son and to the Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest,
Holy Ghost, as it was in the beginning, is now, zoals het was in het begin, zo nu en altijd,
and ever shall be, world without end. Amen. tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Overdenking
Lied
288 (uit het Liedboek voor de Kerken)
2c. Geen woord kan het bereiken,
het is aan niets gelijk,
met niets te vergelijken
dat schone koninkrijk.
Als God zich openbaren
zal op de jongste dag
dan zullen wij ervaren
wat Hij met ons vermag.
7c. Dan zijn wij aangezeten
in Gods verheven zaal,
en zullen met Hem eten
het eeuwig avondmaal.
Dan schenkt de boom des levens
ons vrucht in overvloed,
en van de stroom des levens
drinken wij daar met God.
5a. Ja, Hij zal ons geleiden
in ’t schone paradijs,
het bruiloftsmaal bereiden
Zijn grote Naam ten prijs.
De liefde die wij zingen,
zo schoon, zo ongekend,
zal uit de bron ontspringen
van God ons middelpunt.
8a. Dan zal het loflied schallen
rondom de gouden troon,
dan heffen wij daar allen
met grote vreugde aan:
lof zij en eer en sterkte
de Vader en de Zoon,
de Geest om al Zijn werken
zij lof van nu voortaan.
Stilte
Koorzang
“Jesus Christ the Apple Tree” - E. Poston (1905-1987)
Mijn ziel heeft de Levensboom gezien, beladen met vruchten en
altijd groen; de bomen uit de natuur zijn zonder vrucht vergeleken
met Jezus Christus, de Appelboom.
Zijn schoonheid gaat alles te boven: door het geloof weet ik het;
toch kan ik de heerlijkheid nimmer uitzeggen die ik zie in Jezus
Christus, de Appelboom.
Lang heb ik naar geluk gezocht, en graag heb ik plezier gekocht;
ik miste van alles, maar nu zie ik dat het te vinden is in Christus,
de Appelboom.
Ik ben moe van mijn vroegere gezwoeg, hier wil ik zitten en wat
uitruisten: ik wil onder de schaduw verkeren van Jezus Christus,
de Appelboom.
Deze vrucht laat mijn ziel herleven, het houdt mijn stervend geloof
levend, mijn ziel haast zich om te zijn bij Jezus Christus, de
Appelboom. (Lied van ‘R.H.’ uit 1761, naar Hooglied 2:3)
Geloofsbelijdenis
(staande)
v.
7
8
Ik geloof in God,
a.
Gebeden
v.
c.
v.
c.
de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde,
en in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de maagd Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
is gekruisigd, gestorven en begraven,
die nedergedaald is ter helle;
de derde dag verrezen uit de doden,
die opgevaren is ten hemel,
zit aan de rechterhand van God,
de almachtige Vader,
vandaar zal Hij komen om te oordelen
de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest;
één heilige, algemene, christelijke Kerk,
de gemeenschap van de heiligen;
de vergeving van de zonden;
de opstanding van het lichaam;
en het eeuwig leven.
Amen.
Onze Vader
die in de hemelen zijt…
v.
c.
v.
c.
v.
c.
v.
c.
v.
c.
Toon ons, God, Uw erbarmen,
en schenk ons Uw heil!
Geef wie ons regeren bevrijding,
dat zij antwoorden als wij roepen.
Uw kerk zal zich hullen in gerechtigheid,
en Uw getrouwen zullen juichen.
Bevrijd Uw volk, o God,
en zegen Uw erfdeel.
Geef in onze dagen vrede,
wie anders dan Gij zal voor ons strijden?
Schep mij een zuiver hart, o God,
en neem Uw Heilige Geest niet van mij.
v.
Laat Uw volk, o God,
door U vernieuwd en verjongd, U altijd verhogen,
en geef dat wij, door U verheven tot kinderen van U,
met hoop en met blijdschap Uw toekomst tegemoet gaan.
Amen.
c.
v.
c.
v.
De Heer met u allen !
Zijn vrede met U !
Laten wij bidden :
Heer ontferm U,
Christus ontferm U,
Heer ontferm U.
v.
c.
v.
c.
c.
Anthem
O God,
de bron van ieder waarachtig verlangen,
van elk juist oordeel en van alle goede daden,
geef Uw kinderen de vrede die de wereld hun niet biedt.
Dan is ons hart bereid de weg van Uw gebod te gaan
en zullen wij, bevrijd van vrees voor wie ons dreigt,
ons leven leven gerust en stil door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
Dit bidden wij: dat Gij, God, onze duisternis verlicht!
Laat Uw erbarmen onze afweer zijn
tegen de listen en de lagen van de nacht die komt.
Omwille van de liefde van Uw enige Zoon,
en onze Redder, Jezus Christus.
Amen.
“Remember not, Lord, our offences” - H. Purcell (1659-1695)
Denk niet, Heer, aan onze misdaden, noch aan de misdaden van
onze voorvaders, en wreek onze zonden niet, maar red ons, goede
God, red Uw volk, dat Gij hebt verlost met Uw dierbaar bloed, en
wees niet voor altijd toornig op ons. Red ons, goede God.
Afsluitende Gebeden
v.
c.
v.
c.
De Heer zij met U
en met uw geest.
Laat ons bidden
HEER onze Heer, ontferm U over ons.
de gebeden beantwoorden wij met:
9
10
Slotlied
Zegen
265 (uit het Liedboek voor de Kerken)
(staande)
Slotrespons
v.
c.
Harmonium
“Heut’ triumphieret Gottes Sohn” - J.S. Bach (1685-1750)
Loven wij de Heer !
Wij danken God.
Bij de uitgang wordt een inzameling gehouden voor de onkosten van deze dienst.
Na afloop van de dienst is er koffie/thee voor wie dat wil.
In deze dienst is voorgegaan :
Ds. A. Grandia (Amsterdam)
2c. Daar is geen pijn en geen verdriet,
geen afgunst en geen nijd,
en angst en armoe zijn er niet
maar altijd vrolijkheid.
15vr. David is daar met harp en al,
koormeester van de stad,
Maria, denkend aan de stal,
zingt het Magnificat;
3a. Daar is geen zon, daar is geen maan,
geen mist, geen duisternis,
maar ’t licht komt van de troon vandaan
waar de Messias is.
17mn. Te Deum zingt Ambrosius
en alle vaders mee,
Johannes en Gregorius,
zingen Laudamus Te.
4c. En zeker is geen ziekte daar,
geen ongeluk, geen dood,
geen boze duivel, geen gevaar
en geen gebrek aan brood.
19a. De negers met hun loftrompet,
de joden met hun ster,
wie arm is, achteropgezet,
de vromen van oudsher,
12a. De stroom des levens vloeit maar aan,
de straten in en uit
waarlangs de hoge bomen staan,
het groene levenskruid.
20c. van alle kanten komen zij
de lange lanen door,
het is een eindeloze rij,
de kinderen gaan voor.
13c. En eng’len zitten op een rij
als vogels in een boom,
de vreugde gaat er nooit voorbij,
het is als in een droom.
21a. Jeruzalem, mijn vaderhuis,
mijn moederstad, wanneer
zal ik u zien? Wij zijn op reis
naar u en naar de Heer !
Muzikale medewerking werd verleend door :
Goylants Kamerkoor olv Bas Halsema
Joost Veerman – orgel & harmonium
De volgende dienst in de serie Bloemen en Bomen in de
Bijbel is weer een gewone Vesper. Deze wordt gehouden op de Zondag na Pinksteren, 15 Juni. We staan dan
stil bij de Wijnstok en de Vijgeboom. In de Bijbel zijn
dat tekenen van ‘wonen in vrede’. Voorganger in deze
dienst is ds. M. Snaterse uit Houten. Muzikale medewerking wordt verleend door Marijke Terlouw (zang)
en Hilde Verweij (cello). U bent van harte welkom !
Vrienden van de Vespers
Liturgieboekjes.., gastpredikanten.., zangers en instrumentalisten..,
koffie en thee na afloop… Een vesper kost niet niks.
Als u het prettig vindt de vespers mee te maken en het belangrijk
vindt dat deze diensten blijven voortbestaan, steun ons dan met een
extra gift. Doormiddel van een bijdrage van minimaal € 10 per jaar
wordt u Vriend van de Vespers en zorgt u ervoor dat wij kunnen
doorgaan met het organiseren van deze diensten.
U kunt uw bijdrage overmaken op rekeningnummer NL59 INGB 0004 7058 83 van de
Prot. Gem. Huizen o.v.v. Vrienden van de Vespers. Bij voorbaat onze hartelijke dank !
11