1 Begroting 2014 2 Meerjarenprognose 2015 - WoonGoed 2

1
2
3
4
5
Begroting 2014
Meerjarenprognose 2015 – 2017
Projectenplan/overzicht
Jaarplan (bijlage)
Treasury jaarplan (bijlage)
1
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
1.1
Voorwoord
Hoofdstuk 2
2.1
Inleiding
3
Jaarplan en Begroting
Begroting 2014
Hoofdstuk 3
Winst- en verliesrekening
3.1
Winst- en verliesrekening
3.2
Toelichting winst- en verliesrekening
Hoofdstuk 4
5
9
10
Treasuryplan
4.1
Treasuryplan
12
4.2
Toelichting treasuryplan
13
Hoofdstuk 5
5.1
Balansontwikkeling
Balansontwikkeling
Hoofdstuk 6
15
Meerjarenprognose
6.1
Meerjarenprognose 2015 – 2017 en begroting 2014
16
6.2
Toelichting meerjarenprognose 2015 – 2017 en begroting 2014
17
Hoofdstuk 7
7.1
Projectenplan
Projectenoverzicht
21
2
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1
Voorwoord
Met gepaste trots bieden wij u hierbij een aantal documenten aan: de begroting voor 2014,
het jaarplan 2014, het treasuryjaarplan 2014 en de meerjarenprognose 2015-2017. We
streven er naar u steeds meer onderwerpen in samenhang aan te bieden om u een zo
integraal mogelijk beeld te geven van het beleid en de financiële gevolgen daarvan voor
WoonGoed 2-Duizend.
In 2013 is een aantal zaken duidelijk geworden met een grote impact op de corporaties en
dus ook op WoonGoed 2-Duizend. De saneringskosten voor zwakke corporaties zijn
ingeboekt, evenals de verhuurdersheffing (ervan uitgaande dat de Eerste Kamer daarmee
zal instemmen). In onze meerjarenprognose gaan we uit van een structureel karakter van
deze verhuurdersheffing, ook al heeft Aedes gesteld de verhuurdersheffing alleen voor de
zittingsperiode van dit kabinet ‘als een gegeven’ te beschouwen.
Daarnaast hebben we intern een forse reorganisatie in gang gezet die de komende jaren zal
leiden tot een efficiëntere bedrijfsvoering en anderzijds een behoorlijke besparing zal
opleveren op onze bedrijfskosten. Wij vinden het niet meer dan normaal om in tijden van
crisis eerst en vooral naar je eigen kosten te kijken. Hoewel we nog een zware periode
tegemoet gaan van implementatie is er het afgelopen jaar in onze organisatie wel ‘een knop’
omgegaan. We willen een goede en efficiëntere organisatie worden, maar dat doet wel pijn.
Tegelijkertijd heerst er ook het besef dat dit wellicht nog niet het einde is. De komende tijd
zal de politieke discussie over wat het taakveld is van corporaties en wat de maatschappij
van ons verwacht doorgaan. Niet in de laatste plaats vanwege de parlementaire enquête die
in 2014 zal plaatsvinden.
In 2014 zullen we de inkomensafhankelijke huurverhoging (net als in 2013) doorvoeren.
Hoewel de betaalbaarheid van de huren een grote zorg is, denken wij dat dit een
noodzakelijke maatregel is. Daarnaast zetten we vol in op goed onderhoud en op
verduurzaming van onze woningen. Dat vloeit voort uit ons Strategisch Voorraadbeleid en uit
de afspraken die daarover nationaal zijn gemaakt dat in 2020 onze woningen een gemiddeld
energielabel B dienen te hebben.
Over ons huurbeleid op langere termijn nemen we een besluit als er meer duidelijkheid is
over het landelijke huurbeleid. Die duidelijkheid heeft onze minister in 2014 beloofd te geven.
In onze cijfers gaan we uit van inflatievolgende huurinkomsten in 2015 e.v. Dat hebben we
gedaan om onze meerjarenprognose zo voorzichtig mogelijk door te rekenen.
We zien dat de terughoudende doorrekening van de huurverhoging, de versobering van
onze bedrijfsvoering en onze inzet op onderhoud en verduurzaming leiden tot een solide
meerjarenprognose die ook nog een behoorlijk investeringsvolume mogelijk maakt in ons
werkgebied. Kortom, WoonGoed 2-Duizend is, met de kennis van nu, een gezonde
corporatie die tegen een stootje kan.
Ook in 2014 zullen we heel scherp moeten blijven. De hele volkshuisvestingsector, en
daarmee ook WoonGoed 2-Duizend, zit in een overgangsfase. In 2014 zullen we nog
strakker gaan sturen op onze kosten en onze uitgaven. Maar daarnaast zullen ook wij ons
3
meer fundamenteel moeten bezinnen op onze missie en visie (Plattelandscorporatie Plus),
op onze rol in het maatschappelijk veld in Noord- en Midden Limburg, op onze relatie met
onze huurders en op onze toegevoegde waarde. De genoemde parlementaire enquête zal
hier zeker als katalysator werken, maar laten we hopen dat de inhoud in deze discussies
weer voorop komt te staan. Daar zijn we wel aan toe na de afgelopen jaren.
Onze basis is een financieel gezonde corporatie, ons streven is een bovengemiddeld goede
woningcorporatie te worden.
Directieraad en Bestuur
WoonGoed 2-Duizend
4
Hoofdstuk 2: Begroting en jaarplan
2.1
De begroting 2014
De begroting 2014 en de meerjarenprognose 2015 tot en met 2017 is een (financiële)
vertaling van de missie en visie van WoonGoed 2-Duizend die wil transformeren naar een
plattelandscorporatie-plus. WoonGoed 2-Duizend wil via jaarplannen de transformatie vorm
gaan geven. Het jaarplan 2014 waarin op basis van geplande activiteiten de organisatie
wordt getransformeerd naar een plattelandscorporatie-plus. Bewaking van deze activiteiten
in 2014 is evident. In dit jaarplan wordt het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) als
leidraad genomen en komen de volgende onderwerpen aan de orde:







Kwaliteit van de woningen
Verhuur van de woningen
Betrekken van bewoners bij beleid en beheer
Financiële continuïteit
Leefbaarheid
Wonen en zorg
De bedrijfsorganisatie
Onderstaand worden de onderwerpen successievelijk besproken en de (cijfermatige)
raakvlakken met de begroting 2014 en meerjarenprognose 2015 tot en met 2017 besproken.
Kwaliteit van de woningen
WoonGoed 2-Duizend hanteert een aantal instrumenten om de kwaliteit van de woningen op
peil te houden en daar waar nodig te verbeteren. In de begroting 2014 en
meerjarenprognose 2015 tot en met 2017 is de doelstelling om per jaar 60 woningen te
verkopen. De verkoop van 60 woningen zorgt voor een jaarlijkse positieve kasstroom van 6,5
mln.
In het jaarplan 2014 wordt een opsomming gegeven van alle projecten nieuwbouw en sloop
in voorbereiding. Voor de begroting 2014 en meerjarenprognose 2015 tot en met 2017 heeft
dit respectievelijk de volgende uitgaande investeringskasstroom tot gevolg. 22,8 mln. in
2014, 9,5 mln. in 2015, 12,8 mln. in 2016 en 8,7 mln in 2017. Daarnaast is in de toelichting
op de winst- en verliesrekening 2014 en meerjarenprognose 2015 tot en met 2017 de
gevolgen voor de onrendabele toppen vermeld.
Het onderhoudsbeleid is erop gericht om de woning in een kwalitatief goede staat te houden.
Enerzijds door het uitvoeren van niet planmatig onderhoud (reparatie- en mutatieonderhoud)
en anderzijds door het uitvoeren van meerjaren planmatige activiteiten. In de toelichting op
de winst- en verliesrekening 2014 en meerjarenprognose 2015 tot en met 2017 zijn de
bedragen die hiervoor zijn begroot vermeld. Daarnaast wil WoonGoed 2-Duizend uiterlijk
2020 dat alle woningen voldoen aan het B-energielabel en hier de benodigde energetische
maatregelen voor treffen. Deze uitgaven worden in de winst- en verliesrekening 2014 en
meerjarenprognose 2015 toten met 2017 separaat weergegeven.
5
Verhuur van woningen
Het uitvoeren van het huurprijsbeleid is een van de belangrijkste activiteiten bij verhuur van
woningen. Dit kent een aantal facetten. De jaarlijkse huurverhoging waarin WoonGoed 2Duizend in 2014 kiest voor een inkomensafhankelijke huurverhoging en van 2015 tot en met
2017 voorzichtigheidshalve een inflatievolgende huurverhoging heeft ingerekend. In februari
2014 wordt een notitie over het huurbeleid mede in het licht van de oordeelsbrief van het
CFV in de Raad van Commissarissen gepresenteerd. Een ander facet is de
huurharmonisatie. WoonGoed 2-Duizend kiest in de begroting voor 2014 tot en met 2017 dat
woningen bij mutatie worden geharmoniseerd tot 70% van de maximaal redelijke huur. Met
BRES wordt nog nader overleg gepleegd over de verhoging van dit percentage. In de winsten verliesrekening begroting 2014 en meerjarenprognose 2015 tot en met 2017 worden de
uitgangspunten en resultaten nader toegelicht.
Betrekken van bewoners bij beleid en beheer
Het overleg met de huurders wordt op een tweetal manieren vormgegeven. Het wettelijk
kader middels een huurdersbelangenvereniging (BRES). WoonGoed 2-Duizend vervult hierin
een faciliterende rol op zowel financieel als organisatorisch gebied. In de begroting 2014 en
meerjarenprognose 2015 tot en met 2017 is een financiële bijdrage aan BRES opgenomen
van € 25.000,- per jaar. Naast dit wettelijk overleg zijn er nog diverse overlegvormen met een
projectmatig karakter.
Financiële continuïteit
In het jaarplan 2014 wordt het financieel beleid gesplitst in bedrijfseconomisch beleid en
treasurybeleid. Er wordt in het activiteitenplan terecht opgemerkt dat het financieel beleid bij
woningcorporaties, gezien de crisis en alle sectorontwikkelingen belangrijker is dan ooit in de
sector. De begroting 2014 en meerjaren prognose 2015 tot en met 2017 zijn instrumenten
die uitvoering geven aan het financieel beleid en treasurybeleid. Er zal de komende jaren
een streng financieel beleid gevoerd worden met een strakke sturing. Er zullen meer
activiteiten verricht worden, meer kwaliteit worden geleverd met minder financiële middelen.
In de begroting 2014 en meerjarenprognose 2015 tot en met 2017 is dit duidelijk te zien bij
de ontwikkeling van de personeelskosten. Bezuinigen op personeelskosten is in de hele
sector speerpunt. WoonGoed 2-Duizend wil de komende jaren de ontwikkeling van de netto
bedrijfslasten nauwgezet volgen en afzetten tegen benchmarkcijfers uit de sector.
De ontwikkeling van de bedrijfslasten van 2011 tot en met 2017 grafisch weergegeven:
1.600
Referentie 2011
1.400
Landelijk 2011
1.200
1.000
800
600
jaarrekening 2011
jaarrekening 2012
prognose 2013
400
begroting 2014
200
begroting 2015
0
begroting 2016
begroting 2017
6
Daarnaast zijn er een aantal strategische financiële indicatoren waarvan de ontwikkeling een
belangrijke indicatie is van het voorgenomen financieel beleid. Onderstaand een overzicht
van deze strategische indicatoren voor de periode 2014 tot en met 2017:
2014
2015
2016
2017
430
837
1.455
2.504
Loan to value tov WOZ waarde
38,1%
38,1%
36,4%
35,0%
Loan to value tov bedrijfswaarde
57,8%
53,4%
49,4%
46,5%
1,47
1,59
1,67
1,69
36,3%
39,6%
40,1%
43,7%
Operationele kasstromen -/- 2% afl.
Interest Coverage Ratio
Solvabiliteit
Toelichting kengetallen
Operationele kasstroom minus 2% aflossing
Dit is een belangrijk kengetal voor het WSW op basis waarvan zij beoordelen of een
corporatie via haar operationele kasstroom in staat is aan haar renteverplichtingen te
voldoen. Een buffer van 2% van de leningenportefeuille als correctie op de operationele
kasstroom van het DAEB bezit wordt als risico opslag toegepast door het WSW. Het saldo
moet altijd positief zijn.
Loan to Value ten opzichte van de WOZ waarde
Ook dit is een kengetal voor het WSW waarop zij corporaties beoordelen om
faciliteringsruimte te verstrekken. Het WSW hanteert hierbij een norm van maximaal 50%.
Loan to Value op basis van bedrijfswaarde
Dit is een belangrijk kengetal voor de corporatie zelf dat aangeeft in welke mate de waarde
van het vastgoed is gefinancierd met vreemd vermogen.
Interest Coverage Ratio (ICR)
In welke mate kan de corporatie voldoen aan haar renteverplichtingen. Als norm wordt in de
sector minimaal 1,3 gehanteerd.
Solvabiliteit
De solvabiliteit is de verhouding tussen het eigen vermogen op basis van bedrijfswaarde en
het balanstotaal.
Financiering onrendabele toppen uit de verkoop van woningen
WoonGoed 2-Duizend heeft zich voorgenomen dat de onrendabele toppen van nieuwbouw
investeringen zijn te financieren uit de verkoop van woningen. In onderstaande tabel wordt
weergegeven hoe deze ‘dekking’ van 2014 tot en met 2017 verloopt:
2014
2015
2016
2017
Stand per primo
Verkopen bestaand bezit
Onrendabele toppen
2.558
5.101
-2.205
5.454
5.499
-4.195
6.758
5.281
-3.300
8.739
5.661
-3.070
5.454
6.758
8.739
11.330
7
Leefbaarheid
De combinatie van een goede woning in een prettige woonomgeving leidt ertoe dat huurders
goed wonen. De leefbaarheid is voor WoonGoed 2-Duizend een belangrijk beleidsgebied. Dit
komt tot uitdrukking in de begroting 2014 en meerjarenprognose 2015 tot en met 2017
waarin per jaar 0,5 mln. wordt gereserveerd voor leefbaarheid.
Organisatieontwikkeling
De organisatieontwikkeling rust op twee belangrijke peilers, kwaliteit van personeel en
technische hulpmiddelen (ICT). In de begroting 2014 en meerjarenprognose 2015 tot en met
2017 en met name in 2014 en 2015 zijn middelen hiervoor gereserveerd.
Investeringsstatuut
Investeringen worden vanaf 2014 gemonitord conform het investeringsstatuut. De in dit
statuut genoemde haalbaarheidsbudgetten zijn expliciet in de Winst- en verliesrekening
opgenomen onder de overige bedrijfslasten. In de begroting 2014 is € 50.000,- opgenomen.
In de meerjarenprognose 2015 tot en met 2017 is jaarlijks € 100.000,- opgenomen.
8
Hoofdstuk 3: Winst- en verliesrekening
3.1
Begrote Winst- en verliesrekening 2014
(bedragen x1.000)
Begroting
2013
Reguliere bedrijfsopbrengsten
Huuropbrengsten DAEB
Forcast
2013
Begroting
2014
29.882
29.148
32.359
1.968
1.920
2.131
31.850
31.068
34.490
-300
760
-270
586
-345
357
32.310
31.384
34.502
-2.060
-5.170
0
0
-4.310
0
-1.450
-1.940
-174
-496
-1.900
-4.000
0
0
-4.309
-423
-1.536
-2.015
-1.134
-654
-2.088
-4.752
-1.000
500
-4.336
-340
-1.390
-2.157
-2.976
-506
-15.600
-15.972
-19.045
16.710
15.412
15.457
Rentebaten
Rentelasten
Geactiveerde productie
760
-10.160
1.040
1.062
-10.237
708
456
-10.514
444
Financieringsresultaat
-8.360
-8.467
-9.614
5.670
-5.770
-500
5.277
-180
-500
5.101
-2.205
-500
-600
4.597
2.396
7.750
11.542
8.239
-8.260
0
-380
-7.285
0
-200
-6.754
-2.525
-400
-890
4.057
-1.440
0
0
0
-890
4.057
-1.440
Huuropbrengsten niet DAEB
Totale huuropbrengsten
Huurderving
Overige bedrijfsopbrengsten
Resultaat reguliere bedrijfsopbrengsten
Reguliere bedrijfslasten
Niet planmatig onderhoud
Planmatig onderhoud
Energetische maatregelen
Reductie onderhoud i.v.m. ketenintegratie
Personeelslasten
Kosten reorganisatie
Bedrijfskosten organisatie
Belastingen / verzekeringen
Heffingen centraal fonds
Overige bedrijfslasten
Bedrijfslasten
Regulier bedrijfsresultaat
Financiering
Strategisch voorraad beheer
Resultaat verkoop
Onrendabele investeringen/afwaarderingen
Leefbaarheid
Resultaat strategisch voorraadbeheer
Sub-totaal
Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Resultaat deelnemingen
Resultaat voor belasting
Te betalen VPB
Jaarresultaat
9
3.2
Toelichting Winst- en verliesrekening 2014
Algemeen
Nadere specificaties op de Winst- en verliesrekening posten worden gegeven bij de
toelichting op de meerjarenprognose.
Reguliere bedrijfsopbrengsten
Huuropbrengsten
De huuropbrengsten zijn in 2014 gebaseerd op een inkomensafhankelijk huurbeleid. Als
inflatiepercentage is 2,75% meegenomen. Daarnaast wordt tot een inkomen van € 34.000 de
huur met 1,5% extra verhoogd, van € 34.000 tot € 43.500 wordt de huur 2% extra verhoogd
en boven € 43.500 wordt de huur extra met 4% verhoogd.
De categorie van € 34.000 tot € 43.500 en boven € 43.500 is allebei 10% van het bezit.
Naast de reguliere huurverhoging wordt de huur bij mutatie verhoogd tot 70% van de
maximale huur (harmonisatie 70%).
Als huurderving is 1% meegenomen. Deze huurderving is gebaseerd op ervaringscijfers.
Overige bedrijfsopbrengsten
De overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit inbare erfpachtcanons.
Reguliere bedrijfslasten
Niet planmatig onderhoud
Dit is het reparatieonderhoud en mutatieonderhoud. De begroting 2014 is tot stand gekomen
op basis van ervaringscijfers.
Planmatig onderhoud
Dit zijn de planmatige onderhoudsactiviteiten om het bestaand bezit onderhoud technisch in
stand te houden. Het betreft planmatige onderhoudsactiviteiten, contractenonderhoud en
bijdragen VVE.
Energetische maatregelen
Vanaf 2014 wordt gereserveerd voor het uitvoeren van energetische maatregelen. De helft
van deze investering is onrendabel en wordt financieel verwerkt via de winst- en
verliesrekening.
Voor het totale onderhoud is een reductie van toepassing door het toepassen van
ketenintegratie.
Personeelslasten en overige organisatiekosten
De personeelslasten en overige organisatiekosten zijn begroot en geprognotiseerd vanuit de
te verwachte bezetting. De gevolgen van de reorganisatie zijn hierin verwerkt. Daarnaast is
in 2014 en 2015 een separate kostenpost opgevoerd als voorziening voor kosten
reorganisatie.
Belastingen en verzekeringen
Dit betreft de Onroerend Zaak Belasting en de brand/storm verzekering.
Saneringsheffing
Dit betreft de te verwachten saneringsheffing.
10
Verhuurdersheffing
Dit betreft de te verwachten verhuurdersheffing.
Overige bedrijfslasten
Dit zijn alle overige uitgaven die op de exploitatie drukken.
Financiering
De input voor het financieringsresultaat is het treasuryplan, de leningenportefeuille, de
leningenvervalkalender en de rente verwachtingen voor de komende jaren.
Resultaat verkoop
De begroting 2014 is gebaseerd op het strategisch voorraadbeleid. De doelstelling is om in
2014 60 woningen en ander vastgoed te verkopen.
Onrendabele investeringen
Dit zijn de te verwachte onrendabele investeringen op nieuwbouw projecten. Onderstaand
een specificatie van de onrendabele toppen in 2014:
(x 1.000)
PSW Heerweg Echt
Parklaan 2-4 Reuver
Treftpunt St. Joost
Katoenendorp Roermond
Graaf / Bernhardstraat Echt fase 1, 12 woningen
Totaal
2014
525
200
500
200
780
2.205
Leefbaarheid
De uitgaven voor leefbaarheid zijn niet direct gerelateerd aan het vastgoed maar uitgaven
om de wijken leefbaar te houden of te verbeteren.
Afschrijvingen
Conform de nieuwe verslaglegging en waardering op basis van actuele waarde wordt op
basis van de oorspronkelijke historische kostprijs afgeschreven.
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Dit zijn de waardeveranderingen aan de vastgoedportefeuille die conform de nieuwe
richtlijnen RJ 645 via het resultaat worden verwerkt. Bij DAEB vastgoed is dit van toepassing
indien de bedrijfswaarde van een pand lager uitkomt dan de historische uitgaafprijs. Bij
commercieel vastgoed is dit van toepassing indien de taxatiewaarde van een pand per ultimo
jaar hoger of lager uitkomt dan de taxatiewaarde van een jaar eerder.
Deelnemingen
Dit is een benadering van het resultaat van de B.V’s in de nevenstructuur en gebaseerd op
ervaringscijfers. Een nadere verdieping hiervan is niet verder uitgewerkt in deze begroting.
11
Hoofdstuk 4: Treasuryplan
4.1
Kastroomontwikkeling 2014 - 2017
bedragen x 1.000
Begroting
2014
Prognose Prognose Prognose
2015
2016
2017
Operationele Activiteiten
Ontvangsten:
Huren
Overige bedrijfsopbrengsten
Rente ontvangsten
Saldo ingaande kasstromen
34.132
357
480
34.612
35.945
363
227
36.172
36.843
370
322
37.165
37.855
378
292
38.147
Uitgaven:
Personeelsuitgaven
Onderhoudsuitgaven
Overige bedrijfsuitgaven
Rente uitgaven
VpB
-4.336
-6.340
-9.124
-9.822
0
-4.010
-6.956
-9.400
-9.824
0
-3.688
-6.673
-9.520
-9.596
-1.149
-3.707
-6.109
-9.706
-9.304
-1.541
-29.622
-30.190
-30.626
-30.367
4.990
5.982
6.539
7.780
Verkoop bestaand bezit
6.405
6.533
6.650
6.797
Ingaande kasstroom desinvesteringen
6.405
6.533
6.650
6.797
Nieuwbouw huur
Woningverbeteringen
Uitgaande kasstroom investeringen
-22.787
-1.000
-23.787
-9.530
-1.000
-10.530
-12.814
-1.500
-14.314
-8.717
-1.500
-10.217
Saldo in- en uitgaande kasstroom (des) investeringen
-17.382
-3.997
-7.664
-3.420
Nieuwe te borgen leningen
Aflossing geborgde leningen
33.313
-20.245
13.668
-15.290
12.816
-11.843
11.484
-15.927
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
13.068
-1.622
973
-4.443
676
363
-152
-83
Saldo uitgaande kasstromen
Kasstroom uit operationele activiteiten
(Des) investeringsactiviteiten
Financieringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen
12
4.2 Toelichting treasuryplan
Algemeen
Als bijlage is toegevoegd het uitgebreide treasury jaarplan. Onderstaand een summiere
toelichting op een aantal posten.
Ontwikkeling liquiditeitspositie 2014
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat WoonGoed 2-Duizend de strategie hanteert om
nagenoeg geen overtollige liquide middelen te hebben. Zij streeft dan ook naar de “nullijn”.
Op basis van de ingaande- en uitgaande kasstromen is de operationele kasstroom in 2014 €
5 miljoen. Daarnaast wordt voor € 6,4 miljoen aan woningen verkocht. Dit
“liquiditeitsoverschot” wordt aangewend om de nieuwbouw investeringen en
woningverbeteringen (€ 24,3 miljoen) gedeeltelijk intern te financieren.
In 2014 wordt voor € 20,2 miljoen aan bestaande leningen afgelost. De financieringsbehoefte
zal in 2014 € 33,3 miljoen zijn waarvan additioneel € 13 miljoen.
Ontwikkeling lening portefeuille & financiering.
In onderstaande grafiek zijn de nieuwe leningen, de eindaflossingen en de additionele
financieringsbehoefte over de jaren 2013 – 2017 weergegeven.
40.000
30.000
20.000
10.000
0
2014
2015
2016
2017
-10.000
aflossingen
nieuwe leningen
additionele financieringsbehoefte
Faciliteringsvolume
Voor het WSW is de mate waarin WoonGoed 2-Duizend haar rente en aflossingen kan
voldoen uit de operationele kasstroom een belangrijke indicator voor beoordeling van de
kredietwaardigheid.
Per brief heeft het WSW inmiddels laten weten dat het positief oordeelt over de
kredietwaardigheid van WoonGoed 2-Duizend. Verder geeft het WSW in de brief aan dat het
faciliteringsvolume voor 2013 – 2014 is vastgesteld op € 32,7 mln.
Naast de operationele kasstroom minus aflossingsfictie is voor het WSW de schuld per
woning een belangrijke indicator.
13
schuld per woning
50.000
40.000
30.000
20.000
2014
2015
2016
2017
schu ld p er w onin g
14
Hoofdstuk 5: Balans
5.1
Balansontwikkeling
Balansontwikkeling 2014 – 2017
bedragen x 1.000
2014
2015
2016
2017
Vaste activa woningen
343.619
Commerciële Vastgoedbeleggingen
25.110
Financiële vaste activa
7.194
Onr. zaken verkocht onder voorwaarden (erfpacht) 21.763
Deelnemeningen Groepsmij.
6.672
Leningen UG
1.136
352.495
25.588
6.391
21.763
6.672
1.136
362.201
25.839
5.808
21.763
6.672
1.136
367.026
26.331
4.969
21.763
6.672
1.136
Vaste activa
405.494
414.045
423.419
427.897
172
312
67
676
182
312
67
363
186
312
67
-152
191
312
67
-83
1.227
924
413
487
406.721
414.969
423.832
428.384
59.209
88.233
60.068
97.456
62.255
105.149
66.089
112.148
Eigen vermogen
147.442
157.505
167.720
177.579
Leningen o/g nominaal
Waarborgsommen
249.505
61
248.884
61
249.356
61
243.913
61
Langlopende schulden
249.566
248.945
249.417
243.974
Schulden aan leveranciers
Schulden aan gemeenten
Overige schulden
Overlopende passiva
4.105
27
212
5.369
2.911
27
212
5.369
1.087
27
212
5.369
1.223
27
212
5.369
Kortlopende schulden
9.713
8.519
6.695
6.831
406.721
414.969
423.832
428.384
Activa
Huurdebiteuren
Ov. Debiteuren
Gemeenten
Liquide middelen
Vlottende activa
Totaal activa
Passiva
Overige reserves
Herwaarderingsreserve
Totaal passiva
15
Hoofdstuk 6: Meerjarenprognose
6.1
Meerjarenprognose 2015 – 2017 en begroting 2014
bedragen x 1.000
Begroting
2014
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Reguliere bedrijfsopbrengsten
Huuropbrengsten DAEB
Huuropbrengsten niet DAEB
32.359
2.131
34.073
2.244
34.920
2.300
35.879
2.363
Totale huuropbrengsten
Huurderving
Overige bedrijfsopbrengsten
34.490
-345
357
36.317
-363
363
37.220
-372
370
38.242
-382
378
Resultaat reguliere bedrijfsopbrengsten
34.502
36.317
37.218
38.238
-2.088
-4.752
-1.000
500
-4.336
-340
-1.390
-2.157
-2.976
-506
-2.061
-5.395
-1.000
500
-4.010
-340
-1.311
-2.169
-3.062
-554
-2.084
-5.089
-1.500
500
-3.688
0
-1.287
-2.181
-2.963
-509
-2.122
-4.487
-1.500
500
-3.707
0
-1.289
-2.195
-2.984
-503
Bedrijfslasten
-19.045
-19.402
-18.801
-18.287
Regulier bedrijfsresultaat
15.457
16.915
18.417
19.951
Rentebaten
Rentelasten
Geactiveerde productie
456
-10.514
444
203
-10.627
174
298
-10.179
237
267
-10.143
168
Financieringsresultaat
-9.614
-10.250
-9.644
-9.708
Resultaat verkoop
Onrendabele investeringen/afwaarderingen
Leefbaarheid
5.101
-2.205
-500
5.499
-4.195
-500
5.281
-3.300
-500
5.661
-3.070
-500
Resultaat strategisch voorraadbeheer
2.396
804
1.481
2.091
Sub-totaal
8.239
7.469
10.254
12.334
Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Resultaat deelnemingen
-6.754
-2.525
-400
-6.554
244
-400
-6.508
-110
-400
-6.433
-226
-400
Resultaat voor belasting
-1.440
759
3.236
5.275
0
0
1.149
1.541
-1.440
759
2.087
3.734
Reguliere bedrijfslasten
Niet planmatig onderhoud
Planmatig onderhoud
Energetische maatregelen
Reductie onderhoud i.v.m. ketenintegratie
Personeelslasten
Kosten reorganisatie
Bedrijfskosten organisatie
Belastingen / verzekeringen
Heffingen centraal fonds
Overige bedrijfslasten
Financiering
Strategisch voorraad beheer
Te betalen VPB
Jaarresultaat
16
6.2
Toelichting meerjarenprognose 2015 – 2017 en begroting 2014.
Reguliere bedrijfsopbrengsten
Huuropbrengsten
De huurverhoging 2014 is een inkomens afhankelijke huurverhoging. Vanaf 2015 wordt een
inflatievolgende huurverhoging ingerekend. De huurderving is 1% van de huuropbrengsten.
Een verdere uitsplitsing van de huuropbrengsten in woningen en niet-woningen:
Woningen
Niet woningen
2014
31.610
2.880
34.490
2015
33.285
3.032
36.317
2016
34.112
3.108
37.220
2017
35.049
3.193
38.242
Overige bedrijfsopbrengsten
De overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit erfpachtcanons en overige bedrijfsopbrengsten.
Reguliere bedrijfslasten
Onderhoudslasten
De onderhoudslasten bestaan uit planmatig-, mutatie- en klachtenonderhoud. Vanaf 2014
wordt een reductie op het onderhoud geprognotiseerd van 0,5 mln. per jaar door het
toepassen van ketenintegratie.
Personeelslasten en overige organisatiekosten
De personeelslasten en overige organisatiekosten zijn begroot en geprognotiseerd vanuit de
te verwachte bezetting. De gevolgen van de reorganisatie zijn hierin verwerkt. Daarnaast is
in 2014 en 2015 een separate kostenpost opgevoerd als voorziening voor kosten
reorganisatie.
Onderstaand is een nadere specificatie van de personeelslasten en overige
organisatiekosten weergegeven:
Salarissen
Sociale lasten
Pensioenlasten
Overige personeelskosten
Personeelskosten
2014
-3.010
-360
-560
-406
-4.336
2015
-2.740
-330
-509
-431
-4.010
2016
-2.439
-320
-495
-434
-3.688
2017
-2.451
-320
-501
-434
-3.707
17
Automatisering
Advieskosten
Huisvestingskosten
Accountantskosten
Kantoor- drukwerk- kopieerkosten
Overige kosten
Overige organisatiekosten
2014
-505
-249
-145
-65
-185
-241
-1390
2015
-450
-226
-145
-65
-184
-241
-1311
2016
-450
-200
-145
-64
-185
-243
-1287
2017
-450
-200
-144
-65
-185
-245
-1289
Belastingen en verzekeringen
Dit betreft de Onroerend Zaak Belasting en de brand/storm verzekering.
Saneringsheffing
De te verwachten saneringsheffing voor de periode 2014 -2017.
Verhuurdersheffing
De te verwachten verhuurdersheffing voor de periode 2014 -2017.
Overige bedrijfslasten
Dit zijn alle overige uitgaven die op de exploitatie drukken. Onderstaand is een nadere
specificatie van de overige bedrijfslasten weergegeven:
2014
2015
2016
Soc.vernieuwing en wijkbeheer
-125
-125
-125
Gerechtskosten
-80
-80
-80
Contributie abonnementen en advertentiekosten
-125
-125
-80
Overige lasten
-126
-124
-124
Haalbaarheidsonderzoeken
-50
-100
-100
-506
-554
-509
2017
-123
-79
-79
-122
-100
-503
Financiering
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het treasury jaarplan.
Strategisch voorraadbeheer
Resultaat verkoop
De begroting 2014 en meerjaren prognose 2015 – 2017 is gebaseerd op het strategisch
voorraadbeleid. De doelstelling is om per jaar 60 woningen te verkopen.
18
Onrendabele investeringen
Dit zijn de te verwachte onrendabele investeringen op nieuwbouw projecten. Onderstaand
een specificatie van de onrendabele toppen:
(x 1.000)
PSW Heerweg Echt
Heerweg 7 sociale huurwoningen
Molenveld fase 1 21 woningen
Molenveld fase 2 28 appartementen
Bocage Echt 10 woningen fase 1
Bocage Echt 10 woningen fase 2
Parklaan 2-4 Reuver
Treftpunt St. Joost
Katoenendorp Roermond
Karel V (ver) nieuwbouw plus 6 woningen
Hofakker Echt 8 appartementen
Reppelveld in de 2e hof 4 woningen
Reppelveld in de 3e hof 8 woningen
Mariaveld Susteren 20 zorgappartementen
Aaj Mert Beesel 4 appartementen
Graaf / Bernhardstraat Echt fase 1, 12 woningen
Graaf / Bernhardstraat Echt fase 2, 8 woningen
Baexem in klooster 12 appartementen
Nieuwstadt krekelzank 6 seniorenwoningen
Nieuwstadt schoollocatie 6 woningen
Totaal
2014
2015
2016
2017
525
400
1.575
1.850
600
600
200
500
200
450
400
250
500
1.300
300
780
520
600
550
670
2.205
4.195
3.300
3.070
Leefbaarheid
De uitgaven voor leefbaarheid zijn niet direct gerelateerd aan het vastgoed maar uitgaven
om de wijken leefbaar te houden of te verbeteren.
Afschrijvingen
Conform de nieuwe verslaglegging en waardering op basis van actuele waarde wordt op
basis van de oorspronkelijke historische kostprijs afgeschreven.
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Dit zijn de waardeveranderingen aan de vastgoedportefeuille die conform de nieuwe
richtlijnen RJ 645 via het resultaat worden verwerkt. Bij DAEB vastgoed is dit van toepassing
indien de bedrijfswaarde van een pand lager uitkomt dan de historische uitgaafprijs. Bij
commercieel vastgoed is dit van toepassing indien de taxatiewaarde van een pand per ultimo
jaar hoger of lager uitkomt dan de taxatiewaarde van een jaar eerder.
Deelnemingen
Dit is het resultaat van B.V’s in de nevenstructuur.
19
Mutatie eigen vermogen
De mutatie eigen vermogen is het jaarresultaat conform begroting en meerjaren prognose
plus de herwaardering van de waarde van het vastgoed dat rechtstreeks wordt verwerkt via
het eigen vermogen. Dit is van toepassing op DAEB vastgoed Indien de bedrijfswaarde van
een pand lager uitkomt dan de historische uitgaafprijs.
In onderstaande tabel is dit voor de jaren 2014 – 2017 weergegeven.
x 1.000
jaarresultaat
waardeverandering vastgoed
2014
-1.440
9.058
7.618
2015
759
9.223
9.982
2016
2.087
7.693
9.780
2017
3.734
6.999
10.733
20
Hoofdstuk 7: Projectenplan
7.1
Projectenoverzicht van nieuwbouwprojecten
Onderstaand de projecten die zijn opgenomen in de begroting 2014. Met uitzondering van de
Kerkstraat praktijkruimte zijn alle projecten DAEB vastgoed.
Jaar
Complex
oplevering
2014 sociale huur woningen 't Thaal
2014 Boekend Thomashuis
2014 LTS Echt
2014 Heerweg PSW
2014 Herbergier Heythuysen
2014 Kloosterhof Herbergier
2014 Kloosterhof Thomashuis
2014 bijdrage St. Joost Trefpunt
2014 Kerkstraat praktijkruimte
2014 Kerkstraat sociale huur
Aantal
10
1
44
21
15
1
1
1
1
7
Stichtings
kosten
1.760.000
2.089.000
8.318.000
3.500.000
2.817.000
3.279.569
1.534.108
500.010
1.216.000
1.944.000
Gemeente
Typering
Echt-Susteren
Venlo
Echt-Susteren
Echt-Susteren
Leudal
Leudal
Echt-Susteren
Echt-Susteren
Leudal
Leudal
Zelfstandige woongelegenheid
Onzelfstandige woongelegenheid
Zelfstandige woongelegenheid
Onzelfstandige woongelegenheid
Onzelfstandige woongelegenheid
Onzelfstandige woongelegenheid
Onzelfstandige woongelegenheid
Niet woon. - maatsch._wijk- en buurtvoorzieningen
Niet-woon. - overig_bedrijfsruimten/winkels
Zelfstandige woongelegenheid
21