Ingekomen stuk D (PA 26 maart 2014) Financiën Concern Financiën Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail [email protected] Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum Ons kenmerk Contactpersoon 18 maart 2014 FA20/14.0002871 Jeanneke Lieber Onderwerp Datum uw brief Doorkiesnummer Voorlopig financieel beeld 2015 - 2018 (024) 3292253 Geachte leden van de Raad, Met deze brief informeren wij u over de ontwikkeling van het financiële beeld voor de komende meerjarenbegroting 2015-2018, opgemaakt naar de stand van 6 maart 2014. Dit beeld kan gebruikt worden als uitgangspunt bij de voorbereiding en het maken van keuzes voor de nieuwe bestuursperiode en voor de begroting 2015. Gewoonlijk starten we de nieuwe begrotingscyclus met het opstellen van de Perspectiefnota. Met het zicht op de nieuwe bestuursperiode hebben we, voor zover mogelijk, de voorbereidingen hierop naar voren gehaald. De uiteindelijke besluitvorming over de inzet van de middelen vindt plaats door uw Raad bij de Stadsbegroting 2015-2018. In de bijlage schetsen we het voorlopige financiële beeld 2015-2018. Startpunt hiervoor vormt de Stadsbegroting 2014-2017, zoals die door uw Raad is vastgesteld. In het overzicht geven we aan welke veranderingen we verwachten en maken we de wijzigingen ten opzichte van de begroting inzichtelijk. Op grond van de huidige informatie laat het financieel beeld een positief meerjarenperspectief zien. Uiteraard is een en ander gebaseerd op bestaand beleid, en zijn hierin geen beleidswijzigingen opgenomen. Het resultaat van de Stadsrekening 2013 is in het financieel beeld niet meegenomen. De Stadsrekening 2013 wordt u separaat toegestuurd. Daarin vindt u actuele informatie over de stand van het Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. We attenderen uw Raad er op dat het beeld een momentopname is en onderhevig aan schommelingen. Deze schommelingen kunnen worden veroorzaakt door ontwikkelingen vanuit het rijk maar ook door lokale ontwikkelingen, waaronder het opvangen van risico’s in de lopende begroting en in de planexploitaties. Op 4 februari jl. hebben wij u geïnformeerd over de resultaten van de onderzoeksopdrachten uit de Perspectiefnota 2014. Ten aanzien van de onderzoeksopdracht Huishoudelijke Hulp merken wij op dat op basis van de meest recente cijfers, wij verwachten dat de rijkskorting wat lager zal www.nijmegen.nl Brief aan de raad.docx Gemeente Nijmegen Financiën Concern Financiën Vervolgvel 1 uitvallen dan € 5,1 miljoen structureel. Het definitieve bedrag zal echter pas bekend zijn bij de meicirculaire. Ten aanzien van de onderzoeksopdracht Organisatie hebben wij op 11 maart jl. een besluit genomen over de concrete invulling van deze taakstelling. Hierover hebben wij uw Raad inmiddels via onze brief van 11 maart jl. getiteld ‘Bezuiniging en doorontwikkeling organisatie’ geïnformeerd. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg Bijlage: Voorlopig financieel beeld 2015-2018 www.nijmegen.nl Brief aan de raad.docx Ontwikkeling financieel beeld 2015 – 2018 We presenteren hier een voorlopig financieel beeld voor de komende meerjarenperiode, opgemaakt naar de stand 6 maart In het financiële beeld laten we altijd de effecten zien van de wijzigingen ten opzichte van het voorgaande financiële beeld. In dit geval ten opzichte van de stand van de Stadsbegroting 2014‐2017 op 1 januari 2014. Nu, bij de start van een nieuwe bestuursperiode, komt er een jaarschijf bij. In het beeld is de jaarschijf 2018 toegevoegd. Financieel beeld 2015 2016 2017 2018 Stand Stadsbegroting 2014 – 2017 ‐87 ‐823 1.187 1.187 1.Ontwikkeling algemene middelen Septembercirculaire Reservering extra bezuinigingen rijk 2. Decembercirculaire Correctie onderwijshuisvesting 3. Bestaand beleid programma’s 4. Correctie begrotingsraming 176 ‐2.978 2.978 1.331 pm ‐275 165 ‐4.269 4.269 1.474 pm ‐291 ‐390 130 ‐3.993 3.993 1.738 pm ‐309 ‐390 52 ‐3.993 3.993 1.782 pm ‐309 ‐390 Bestaand beleid 1.212 938 1.169 1.135 5. Onderzoeksopdrachten in stadsbegroting Onderzoeksopdrachten realisatie 9.036 ‐9.036 13.804 ‐13.804 16.689 ‐16.689 16.689 ‐16.689 0 0 0 0 135 2.356 2.322 Totaal onderzoeksopdrachten 6. Nieuw beleid 2015‐1018 p.m. > Financieel beeld 2015‐2018 1.145 1. Ontwikkeling algemene middelen We lichten hier de ontwikkeling van de algemene middelen toe. De jaren 2015 – 2017 zijn al in de begroting verwerkt. In dit overzicht maken we voor die jaren de wijzigingen ten opzichte van de begroting inzichtelijk. De toevoeging van de jaarschijf 2018 is nog niet in de begroting verwerkt. Omdat we dat nu doen worden in dat jaar de grootste effecten op de begroting zichtbaar. Algemene middelen Areaal woningen en inwoners Begrotingseffect toevoeging kapitaallasten Begrotingseffect stelpost Openbare ruimte Treasury – afloop Nuon‐lening Areaal OZB niet woningen Verruiming investeringsruimte 2015 76 20 80 2016 50 23 92 2017 15 23 92 2018 577 ‐55 ‐220 ‐200 700 ‐350 1 Afname suppletie‐uitkering Gemeentefonds Stelpost WWB Totaal ‐ 176 ‐ 130 ‐ 165 ‐400 ‐ 52 Areaal woningen en inwoners In het financiële beeld houden we rekening met de geplande woningbouw en aantallen inwoners, die gebruikt worden in de nieuwe meerjarenbegroting. We gebruiken hiervoor de cijfers van Onderzoek & Statistiek en de cijfers van Bureau Wonen over de woningbouwplanning. Op basis van die cijfers laten de woningbouwplanning en het aantal inwoners de volgende effecten zien in het financiële beeld: 2015 Verschil aantal nieuwe woningen per 1‐1 Bestaande stad Waalfront Waalsprong 2016 2017 2018 ‐50 ‐80 ‐130 50 ‐150 0 ‐150 0 ‐100 0 100 400 ‐200 ‐230 ‐230 550 Totaal De woningbouwproductie hangt af van de ontwikkeling van de economie en van de woningmarkt. Die ontwikkeling leidt ertoe dat het verwachte aantal nieuwe woningen in de jaren 2014‐2017 lager ligt dan waarmee we rekening hielden in de stadsbegroting. Dit heeft vooral betrekking op het aantal woningen in de bestaande stad en Waalfront. 2015 Aantal inwoners per 1‐1 169.200 Totaal Het aantal inwoners stijgt geleidelijk, met zo’n 900 per jaar. 2016 170.100 2017 171.100 2018 172.000 Begrotingseffect Wij ramen per woning een bedrag van € 400,‐ per jaar aan extra inkomsten uit het Gemeentefonds en € 400,‐ per jaar aan OZB, behalve voor het Waalfront, waar de OZB de eerste jaren naar de planexploitatie gaat. Per nieuwe inwoner houden we in de begroting rekening met € 200,‐ extra bijdrage uit het Gemeentefonds. Op basis van deze cijfers houden we rekening met het hieronder gepresenteerde begrotingseffect. Begrotingseffect areaal woningen en inwoners toevoeging kapitaallasten stelpost Openbare ruimte effect begroting 2015 76 20 80 176 2016 50 23 92 165 bedragen * € 1.000 2017 15 23 92 130 2018 577 ‐55 ‐220 302 De aangepaste aantallen nieuwe woningen en inwoners leiden tot een klein voordelig effect voor de algemene middelen in de jaren 2014‐2017 ten opzichte van de stadsbegroting. In 2018 is een grotere toename zichtbaar, door toevoeging van de nieuwe jaarschijf en die te maken heeft met de toename van het aantal woningen in de Waalsprong en het aantal inwoners. Voor de investeringen voegen we jaarlijks € 100,‐ per nieuwe woning toe aan het kapitaallastenniveau. Op basis van de aantallen woningen zien we aan het eind van deze meerjarenperiode een kleine stijging van de investeringsruimte. In de tussenliggende jaren is het effect nagenoeg nihil. 2 Voor het onderhoud van de openbare ruimte wordt een bedrag van € 400,‐ per nieuwe woning gereserveerd om toe te voegen aan het programma Openbare ruimte. Daarmee wordt het programma in staat gesteld het onderhoud voor de hele stad op het huidige gemiddelde te houden. Op de laatste regel van het overzicht wordt zichtbaar wat de effecten voor de begroting zijn. Deze zijn meegenomen in het financiële beeld. Treasuryresultaat In het financiële beeld hadden we al rekening gehouden met een negatief effect van € 200.000 in 2018 in verband met minder rente‐inkomsten op een lening die de NUON bij ons is aangegaan. Deze lening loopt nog 10 jaar door. Op dit moment is er geen reden om verdere wijziging van het financieringsresultaat in het financiële beeld op te nemen. Dat komt mede doordat we bij de stadsbegroting 2014 al rekening hebben gehouden met treasury‐voordelen in de jaren 2014 e.v. Opbrengsten OZB Areaal OZB niet woningen In 2018 is sprake van een voordeel van € 3,5 ton. In de Stadsbegroting 2013 is voorgesteld om uit te gaan van € 100 miljoen in plaats van € 50 miljoen aan areaalontwikkeling niet woningen. Deze areaalontwikkeling is gebaseerd op een analyse van de areaalontwikkeling van 2000 – 2011. Deze areaalontwikkeling vertegenwoordigt een financiële ruimte van ongeveer € 7 ton. Hiervan komt de helft beschikbaar als financiële ruimte, de andere helft wordt ingezet om onze investeringsruimte te vergroten. Risico’s Sluiting energiecentrale Electrabel We houden rekening met lagere opbrengsten OZB. Indicatie: in 2015 tussen de € 150.000 en € 450.000. Het is nog onduidelijk hoe afbouw gaat plaatsvinden en wanneer de sluiting exact plaatsvindt, waarschijnlijk eind 2015. Mogelijk vindt compensatie plaats bij ander gebruik. Hoger beroep WOZ‐waarde CWZ De WOZ‐waarde CWZ is in hoger beroep neerwaarts bijgesteld. Gevolg is lagere opbrengsten over de jaren vanaf 2009. Nijmegen is in cassatie gegaan. De consequenties hiervan zijn nog onduidelijk. Indicatie: € 350.000 vanaf 2015. Dit staat los van eventuele terugbetaling van te veel betaalde OZB in de jaren 2009‐ 2013. Gelet op de onzekerheden rondom deze meldingen verwerken we deze nog niet in het financiële beeld. Reservering toename gemeentefonds vanwege stijging aantal klanten Wwb De uitvoeringskosten voor de Wwb komen voor rekening van de gemeente. Via het Gemeentefonds ontvangen we daarvoor een bijdrage. Sinds een aantal jaren reserveren we daarvoor een bedrag op stelpost. Het gemeentefonds wordt verdeeld op grond van een grote hoeveelheid maatstaven. Eén van de maatstaven is het aantal uitkeringsgerechtigden. In Nijmegen hebben we relatief een groter aandeel in het aantal WWB‐gerechtigden, dan op de overige maatstaven. Dit betekent dat wanneer in het gemeentefonds wordt uitgegaan van een stijging van het aantal WWB‐gerechtigden we relatief meer gemeentefondsuitkering krijgen. De afgelopen jaren bleek dat in de opvolgende gemeentefondscirculaires de verwachting was dat de aantallen uitkeringsgerechtigden fors gaan stijgen. Tussen de verschillende circulaires waren er vaak ook nog eens flinke verschillen. Deze verschillen leiden tot forse schommelingen in de gemeentefondsuitkering. Om dit effect te neutraliseren 3 corrigeren we vanaf de Stadsbegroting 2010 de verwachte gemeentefondsuitkering met dat deel dat wordt veroorzaakt door de verwachte toename van de uitkeringsgerechtigden. Praktisch gezien zetten we een deel apart in onze begroting, m.a.w. we zetten dit op stelpost. Deze stelpost stellen we jaarlijks bij op grond van: De verwachte klantontwikkeling door het Rijk die gebruikt wordt in gemeentefondscirculaire. Dit om het budgettaire effect te neutraliseren. De daadwerkelijke klantontwikkeling; hierdoor kan een deel van de stelpost vrijvallen en kan dus een budgettair effect hebben. een afspraak die hiermee samenhangt is dat we de daadwerkelijke klantontwikkeling vertalen in meer of minder uitvoeringskosten. Op het moment dat het klantenaantal stijgt ontvangt de afdeling die de uitvoering verzorgt € 400,‐ per uitkeringsgerechtigde. Bij daling wordt datzelfde bedrag gekort. We baseren onze prognose voor de stelpost op het aantal uitkeringen per 1 januari 2014 en op de landelijke groeicijfers in de rijksbegroting. In maart komen de cijfers beschikbaar van het aantal uitkeringen. Op basis van de gemeentefondscirculaires kijken we wat dit betekent voor de ontwikkeling van de stelpost en of dit kan leiden tot een vrijval van een deel van die reservering te gunste van de begroting. Voor het financiële beeld levert dat nu geen bijstelling op voor het financiële beeld. Afname suppletie‐uitkering Gemeentefonds In 2006 is OZB gebruikers woningen afgeschaft. Als nadeelgemeente ontvangen wij vanaf die tijd een suppletie‐uitkering via het gemeentefonds die geleidelijk afloopt met ongeveer € 4 ton per jaar. In 2020 loopt de regeling af. De afname van de suppletie‐uitkering is nog niet in 2018 verwerkt in het meerjarenbeeld. Deze wordt nu zichtbaar in het financiële beeld. Indexering We hanteren het uitgangspunt dat de prijspeilaanpassing budgettair neutraal verloopt. De lastenuitzetting wordt “betaald” uit de prijspeilaanpassing van het gemeentefonds en het verhogen van gemeentelijke tarieven. De berekening van de verschillende percentages is een standaardberekening, die de Raad jaren geleden heeft vastgelegd. We baseren onze indexeringscijfers op de cijfers van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CP. Deze cijfers komen eind maart beschikbaar. 2. Decembercirculaire In het financiële beeld hebben we een aanname opgenomen voor de Decembercirculaire. De verwerking van de Decembercirculaire vindt plaats bij de Stadsbegroting. Risico Bij de verwerking van de gemeentefondscirculaires in de begroting dient mogelijk een correctie plaats te vinden in verband met een interne verrekening voor onderwijshuisvesting. 3. Bestaand beleid programma’s In het financiële beeld hebben we voor drie programma’s tegenvallers in het bestaand beleid opgenomen: 4 Programma Dienstverlening & Burgerzaken o o Wijziging paspoortwet afschaffing vermissingsleges: het betreft wegvallende inkomsten omdat de leges die tot 9 maart 2014 geheven konden worden bij vermissing van een paspoort van € 30,30, van rijkswege niet meer toegestaan zijn. Onze begroting houdt rekening met 2075 vermissingen per jaar waardoor we jaarlijks een bedrag € 62.000 zullen mislopen aan inkomsten. Wijziging paspoortwet verlaging tarieven ID‐kaarten: het rijk bepaalt bij de reisdocumenten de maximale wettelijke tarieven. Het tarief voor de ID‐kaart wordt m.i.v. 9 maart 2014 verlaagd met € 3,54 ( t.o.v. geïndexeerd bedrag € 4,20). Uitgaande van 11.000 ID kaarten per jaar betekent dit een tekort van € 46.000. Verlaging van de prijs voor de ID kaart wordt mede veroorzaakt door het feit dat er geen vingerafdrukken opgenomen hoeven te worden. Hiermee wordt wat tijd bespaard (inschatting 1 minuut per ID kaart). Dit levert een besparing op van € 6.000. Programma Openbare ruimte o Waterschapslasten: met ingang van 2014 past het Waterschap Rivierenland een andere tariefdifferentiatie toe voor verharde openbare wegen. Dit betekent voor de Gemeente Nijmegen vanaf 2014 hogere lasten. € 106.000 in 2015, € 127.000 in 2016, € 159,000 in 2017, € 172.000 in 2018. Het huidige voorstel is om de tariefsverhoging voor 2014 te compenseren. Structureel ligt de vraag voor of we de hogere lasten niet moeten doorrekenen aan de inwoners van Nijmegen. Daarom nemen we deze tegenvaller nu niet mee in het financiële beeld. Programma Facilitaire diensten o Verhuurderheffing: Verhuurders die meer dan 10 woningen verhuren tegen een vergoeding onder de huurtoeslaggrens ('gereguleerde sector'), worden vanaf 1 januari 2013 met de verhuurderheffing geconfronteerd. Voorts kan de verhuurderheffing in samenhang worden gezien met de huurverhoging die met name voor woningcorporaties mogelijk wordt gemaakt om het ‘scheefwonen’ tegen te gaan. Ten slotte ‘roomt’ de verhuurderheffing meeropbrengst van de huurverhoging af bij de verhuurders van huurwoningen. Gemeenten zijn niet uitgezonderd en de belasting geldt daarom ook voor gemeenten als zij meer dan 10 huurwoningen in de gereguleerde sector verhuren. Uit berekeningen blijkt dat het gaat om de volgende bedragen, 2015: € 173.093, 2016 € 189.284, 2017: € 206.632. Het percentage voor 2018 is nog niet bekend daarom gaan we uit van het hetzelfde bedrag als in 2017: € 206.632 4. Correctie begrotingsraming Op het product Inburgering is vanaf 2010 sprake van een foutieve raming die te maken heeft met de afloop van de rijksmiddelen voor inburgering. Het blijkt dat deze rijksbijdrage ten onrechte structureel is begroot. In de afgelopen periode is het probleem van € 5,5 ton teruggebracht naar € 3,9 ton. In 2010 is dit probleem voor het eerst bij de Voorjaarsnota gemeld. Vervolgens is het tekort jaarlijks binnen het programma Integratie & Emancipatie, en later binnen het programma Werk & Inkomen, met a‐structurele middelen ingevuld. De laatste keer is dit gebeurd voor de periode 2012‐2013 uit de restant middelen BDU‐SIV. Deze post heeft nog ruimte om ook voor de periode 2014‐2015 het tekort af te dekken. In het voorjaar 2014 zal het bestuur een besluit worden voorgelegd om de taakstelling voor 2014 en 2015 af te dekken uit de restant middelen in de OMBD BDU SIV. Vanaf 2016 is deze bron echter uitgeput. Wij stellen voor om deze, van oorsprong administratief, foutieve raming met ingang vanaf 2016 te corrigeren in het financiële beeld. 5 5. onderzoeksopdrachten Bij de Stadsbegroting 2014‐2017 hebben we voor vijf onderzoeksopdrachten taakstellingen opgenomen, een totaalbedrag van € 9 miljoen in 2015 oplopend naar € 16,7 miljoen in 2017. In de brief van het College van B&W van 4 februari 2014 is de Raad geïnformeerd over de uitwerking van de onderzoeksopdrachten. 6
© Copyright 2024 ExpyDoc