COMPETENTIEPROFIEL NAAM FUNCTIE Concerncontroller

COMPETENTIEPROFIEL
NAAM FUNCTIE
Concerncontroller
CLUSTER
--
CODE
ALG 3
Overwegende kenmerken van het cluster in relatie tot de organisatieverandering
ORGANISATIE COMPETENTIES
Samenwerken (vertaling door de functiehouder van deze kernkwaliteit naar de functie)
De bereidheid en het vermogen om samen te werken met anderen aan een
gemeenschappelijk doel van WoonGoed 2-Duizend, ook wanneer dit doel niet
onmiddellijk van persoonlijk belang is.
o
o
o
o
o
Op eigen initiatief met anderen werken aan een gezamenlijk resultaat;
Gevraagd en ongevraagd hulp aanbieden en wanneer nodig zelf om hulp vragen;
Heldere en meetbare afspraken maken;
Op eigen initiatief informatie, kennis en ideeën uitwisselen met
medewerkers/collega's in het kader van het gemeenschappelijke doel, de
Plattelandscorporatie Plus;
Meningen van anderen in eigen ideeën actief toepassen in plannen en werkwijzen;
Professionaliteit (vertaling door de functiehouder van deze kernkwaliteit naar de functie)
De mate waarin wordt beschikt over inhoudelijke vakkennis, deskundigheid en
vaardigheden, benodigd om het vak adequaat uit te oefenen teneinde een kwalitatief
product of dienst van WoonGoed 2-Duizend tot stand te brengen
o
o
o
o
Zelfstandig handelen en initiatief tonen binnen eigen vakgebied;
Beschikken over diepgaande en actuele kennis en vaardigheden op het vakgebied;
Actief zijn in het delen van eigen vakkennis met anderen en maakt ook gebruik
van de vakkennis van anderen;
Zelfstandig handelen, daarbij zorgvuldig te werk gaan en resultaatgericht
opereren.
Flexibiliteit (vertaling door de functiehouder van deze kernkwaliteit naar de functie)
Het vermogen zich effectief aan te passen bij zich wijzigende omstandigheden,
weerstand, problemen of kansen door zijn werkwijze te variëren, teneinde het gestelde
doel van WoonGoed 2-Duizend te bereiken.
o
o
o
o
Ontwikkelingen doorzien en daar snel op in spelen;
Snel schakelen naar andere situaties en inzetbaar op andere aangrenzende
gebieden en zonodig cluster overstijgend opereren;
Nieuwe ontwikkelingen vroegtijdig oppikken en meenemen / vertalen naar de
eigen werkzaamheden;
Aanpassen van de eigen gedragsstijl aan de situatie van dat moment.
Resultaatgerichtheid (vertaling door de functiehouder van deze kernkwaliteit naar de
functie)
Gericht zijn op het vertalen / concretiseren van doelen en het realiseren van resultaten
conform tijdpad, normen en afspraken teneinde de doelen van WoonGoed 2-Duizend te
verwezenlijken.
o
o
o
o
o
o
o
Bewaken van doelstellingen en het nemen van eigen initiatief;
Stelt zichzelf ambitieuze doelen;
Een goede afweging maken tussen inspanning en mogelijk resultaat;
Vasthoudend zijn in het zoeken naar oplossingen voor complexe problemen en
indien nodig de aanpak bijstellen;
Effectief en efficiënt omgaan met de factor tijd;
Anderen aanspreken op hun te behalen resultaten en ingeval resultaat niet
behaald worden dit tijdig bespreekbaar maken en pro actief zoeken naar
oplossingen;
Outputgericht werken en prioriteiten stellen.
CLUSTERGEBONDEN COMPETENTIES
Niet van toepassing

VAKGEBONDEN COMPETENTIES

Strategisch denken
Het kunnen stellen van prioriteiten en dit effectief kunnen aansturen door:
Toepassen van een ruim denkraam bij het oplossen van problemen en het
nemen van besluiten;
Het herkennen van strategische mogelijkheden voor succes en het kunnen
veranderen van blikveld (paradigma’s) om ze te benutten;
Het koppelen van initiatieven aan organisatie doelstellingen.

Genereren van creatieve ideeën
Met innovatieve oplossingen het hoofd bieden aan problemen en situaties door:
Traditionele oplossingen ter discussie te stellen;
Het analyseren van problemen vanuit een ander perspectief/ invalshoek;
Het combineren van elementen van verschillende oplossingen om hun
mogelijkheden te vergroten;
Het genereren van compleet nieuwe en fantasierijke ideeën voor
werkgerelateerde problemen/ situaties.

Probleemanalyse
Het systematisch analyseren van problemen, het identificeren van
kernbegrippen en het trekken van conclusies door:
Het opsplitsen van problemen en het scheiden van hoofd- en bijzaken;
Het gebruik maken van logica;
Het groeperen van elementen en het systematisch vergelijken van de
diverse aspecten;
Het trekken van conclusies uit de beschikbare informatie.

Overtuigingskracht
Kernelementen actief verkopen door:
Het bewust gebruiken van presentatievaardigheden, zoals oogcontact,
intonatie, non-verbale communicatie enz.;
Het kiezen van aan de luisteraar(s) en omstandigheden aangepaste
technieken en presentatiehulpmiddelen;
Het overtuigen van een publiek, ook bij weerstand of lage interesse;
Het op juist wijze inspelen op lastige vragen uit het publiek ook als er
geen standaard antwoord voorhanden is..

Informatieoverdracht
Informatieoverdracht die van invloed kan zijn op de planning of de
besluitvorming door:
Een oprechte interesse tonen in het verkrijgen van informatie van
anderen;
Het aanmoedigen van anderen om hun ideeën en opinies neer te zetten;
Het delen van informatie met anderen over situaties die effect hebben op
hun werk;
Vooraf overleg voeren met individuen over veranderingen die op hen
effect hebben.

Teamspeler
Bijdragen aan het realiseren van groepsdoelstellingen door:
Klussen delen;
Actief meewerken aan projecten;
Samenwerken in plaats van concurreren;
Kennis nemen van verschillende opinies/ meningen en werken naar
oplossingen waarover consensus moet worden bereikt. Het gezamenlijke
resultaat moet de output van het team vergroten.

Beïnvloeden
Het verkrijgen van steun van anderen door:
Actief verleiden, overtuigen en indruk maken op anderen;
Beïnvloeden van beslissers in een bepaalde situatie;
Het presenteren van zijn visie op een wijze die acceptatie, instemming of
een gedragsverandering teweegbrengt;
Individuen kunnen beïnvloeden zonder dat er sprake is van een formele
gezagsrelatie.

Diplomatie
Het behouden van goede relaties door,
Het tot stand brengen en behouden van goede relaties met medewerkers
op alle niveau’s;
Creëren van een vriendelijke sfeer;
Het bevorderen van harmonie en consensus;
Tegenstellingen tactisch verenigen om potentiële conflicten te voorkomen.

Oordeelsvorming
Gegevens en mogelijke alternatieve handelwijzen in het licht van relevante
kenmerken tegen elkaar afwegen om tot realistische beoordelingen komen door,
Het betrekken van de juiste mensen en de juiste instanties bij de zaak,
Het betrekken van haalbaarheid en mogelijke neveneffecten bij
overwegingen.
Het heroverwegen beslissingen indien omstandigheden of ontwikkelingen
daartoe aanleiding geven.
Het benoemen van eigen oordeel met aandacht voor zowel positieve als
de negatieve kanten.
Het benoemen van de consequenties van verschillende acties die kunnen
worden ondernomen op basis van de beschikbare informatie.
Het oordelen geven die logisch te herleiden zijn tot de feiten en die
onderbouwd zijn met de beschikbare informatie en geldige argumenten.