10 juli 2014 - Gemeente Breda

182
Conceptverslag van de Raadsvergadering van 10 juli 2014.
Tijd:
19.30 uur.
Plaats: Stadhuis, Stadserf, Breda.
CONCEPT-AGENDA.
I.
Opening.
II.
Mededelingen.
III.
Vaststellen van de agenda.
IV.
Actualiteitenuur.
V.
1.
Verzamelde punten.
a. Voorstellen tot vaststelling van het bestemmingsplan Bouverijen. (Be)
b. Derde serie begrotingswijzigingen 2014 en aanvullend krediet herinrichting voorplein
Chassé. (Lu)
c. Zienswijze Ontwerpbegroting 2015 van de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant.
(Burg)
d. Beoordeling Jaarrekening 2013 en Ontwerpbegroting 2015 Nazorg gesloten Stortplaatsen
Bavel-Dorst en Zevenbergen (Ak)
e. Vaststelling grondexploitatie project Gasthuispoort (vd.Be)
2.
Voorjaarsnota 2014. (allen) (7)
In de Voorjaarsnota worden de financiële en beleidsmatige kaders geschetst voor de
Begroting 2015. Tevens geeft het college met deze nota de eerste bestuurlijke duiding en
vertaling van de opgaven uit het coalitieakkoord.
3.
Beleidskader WMO (Ha) (3)
Het beleidskader gaat over de decentralisatie van de AWBZ naar de Wmo. Het kader wordt
verder uitgewerkt in overleg met zorgaanbieders, zorgverzekeraars, huisartsen,
klankbordgroep Wmo en cliëntraden in een wettelijk verplicht beleidsplan en een
verordening welke voor 1 november ter vaststelling aan de gemeenteraad worden
voorgelegd. De raad wordt vanavond gevraagd het beleidskader vast te stellen.
4.
Wet Markt en Overheid (vd.Be) (2)
De wet Markt en Overheid heeft tot doel zo gelijk mogelijke concurrentieverhoudingen
tussen overheden en bedrijven te creëren. Om concurrentievervalsing tussen overheden en
ondernemingen te voorkomen zijn gedragsregels opgenomen. Op de economische
activiteiten van algemeen belang die in voorliggend raadsvoorstel zijn gedefinieerd, zijn
deze gedragsregels niet van toepassing.
5.
Vaststellen van bestemmingsplan “Ulvenhout, Dorpstraat 97”(Be) (2)
Ontwikkelaar Maas-Jacobs Vastgoed BV heeft een plan met woningbouw en een
commerciële ruimte voor de locatie Dorpstraat-Annevillelaan in Ulvenhout uitgewerkt. Het
ontwerp bestemmingsplan heeft van 23 januari tot 5 maart 2014 ter inzage gelegen.
Ambtshalve en op basis van de ingediende zienswijzen is het plan op onderdelen
aangepast.
6.
Voorstel tot vaststelling bestemmingsplan Buitengebied Teteringen, Hoeveneind. (Be) (2)
Het voorstel strekt tot vaststelling van een gewijzigd plan voor de realisatie van 5 woningen
en ter bescherming van de aanwezige en aan te leggen natuur. Het plan heeft ter inzage
gelegen van 30 januari tot 12 maart 2014 en is op onderdelen aangepast naar aanleiding
van ingebrachte zienswijzen. Na advisering in de commissie Ruimte van 3 juni is het
voorstel aangepast.
VI.
Rondvraag.
VII.
Sluiting.
183
AANWEZIGEN
A.A. AARTSEN (VVD), B.E.A. ADANK (VVD), P.J.L.M. DE BEER (D66), M.A.E. DE BIE (D66),
S. BIJLSMA (PVDA), F. BOULAKJAR (D66), J.J.H. BRUIJNS (CDA),P.J. ELBERTSE (CDA),
P.J.L. ERNST (VVD), E. GROENEWEG (CDA), M.C. VAN HEMEL (D66), T. VAN HET HOF (D66),
C.A. VAN DER HORST (BOB), H.F.C.M. JANSEN (CDA), J. EL KADDOURI (SP),
R.J.F.M. KLUIJTMANS (D66), J. KONIUSZEK (GROENLINKS), R. KOUWENBERG (VVD),
C. KRANENBORG-VAN EERD (VVD), B. LEMAIRE (CDA), H. VAN MAANEN (VVD), S.A.A. MAES (SP),
M. NUIJEN (D66), D.J. QUAARS (VVD), P. RUIJS-LEE (B’97), C.A.I.E. RUTTEN (CDA),
M. SCHEIFES (GROENLINKS), R.A. SIPS (PVDA), R.H.W.T.M. SPIEGELS (SP),
M. TECKLENBURG (GROENLINKS), F. TOESET (D66), D. UIJL (SP), H. VAN DER VELDE (PVDA),
K.H.J. VERMARIËN (SP), M. VERMEER (VVD), D. VUIJK (B’97), R. WIEGERAAD (SP).
BURGEMEESTER: P.A.C.M. VAN DER VELDEN (VOORZITTER).
WETHOUDERS: : S. AKINCI (GROENLINKS), B.P. VAN DEN BERG (B’97), B. BERGKAMP (CDA),
M. HAAGH-REIJNE (PVDA), P.J. VAN LUNTEREN (SP).
RAADSGRIFFIER: P. PIKET.
AFWEZIGEN:
Y.J.P.M. DE HEER-SEVEKE (TROTS/OPA), J. NOUHI (PVDA).
184
I.
OPENING.
DE VOORZITTER:
Mag ik vragen de plaatsen in te nemen?
Ik open de vergadering en verzoek u allen de plaatsen in te nemen.
We zouden om 18.30 uur aanvangen.
Ik heet u allen hartelijk welkom, ook de kijkers op het internet.
Mogelijk is dit de laatste raadsvergadering voor het zomerreces.
Ik laat u wel weten dat ik het spijtig vind dat het geplande tijdstip van 16.00 uur om diverse
redenen blijkbaar gewijzigd is. Dat betekent dat we nu een ongelooflijk korte vergaderavond
hebben. Als we er vanavond niet uitkomen, wordt morgenavond de vergadering voortgezet. Het
spijt mij zeer, maar het had mij zeer goed geleken om het geplande tijdstip van 16.00 uur gewoon
vast te houden. Maar goed, dat als leermoment misschien voor de toekomst.
II.
MEDEDELINGEN.
DE VOORZITTER:
Berichten van verhindering voor vanavond zijn ontvangen van mevrouw De Heer – Seveke van de
fractie Trots/OPA en van de heer Nouhi van de Partij van de Arbeid. Niet in staat om de
vergadering vanaf het begin bij te wonen, is het raadslid Quaars. Hij komt later.
Ik wil met u afspreken om alles te betrachten om in een zekere strakke vergaderdiscipline met
elkaar deze vergadering te doorlopen. De fractievoorzitters hebben met elkaar de spreektijden
afgesproken en we moeten er dan ook naar streven om elkaar daaraan te houden. Anders wordt
het ook echt lastig om vanavond af te ronden. En als ik het heb over morgenavond, dan doe ik u
geen plezier omdat ik weet dat een aantal andere plannen heeft. Maar we moeten dan vanavond
echt de discipline met elkaar kunnen opbrengen want anders lukt dat niet.
III.
VASTSTELLEN VAN DE AGENDA.
DE VOORZITTER:
Er zijn vanavond 3 vragen voor het actualiteitenuur geagendeerd. Ik zal die bij het betreffende
agendapunt nader duiden. De conceptagenda is besproken en geaccordeerd.
Per koerier is deze week aan u nagezonden het raadsvoorstel afkomstig van de fractievoorzitters,
betreffende het proces om te komen tot een burgemeestersbenoeming. Voorgesteld wordt om dat
agendapunt toe te voegen aan de lijst verzamelde punten onder g. Kunt u daarmee instemmen?
Aldus.
Tevens heb ik begrepen dat het agendapunt 4 op de conceptagenda betreffende de wet markten en
overheid eveneens aan de lijst is toegevoegd onder f. Kunt u daarmee instemmen?
Zijn er overigens nog leden die iets over de agenda willen opmerken?
Zo niet, dan stel ik voor, er is mij gevraagd om het stemmen, om dat te doen om 19.30 uur als
iedereen compleet zou zijn. Als dat zo is, stel ik voor om te beginnen met de Voorjaarsnota en het
actualiteitenuur daarop te doen aansluiten. Als dat niet zo is, - maar volgens mij zijn we redelijk
compleet -, beginnen we nu met het actualiteitenuur. Want ik zie dat we nagenoeg compleet zijn.
DE HEER ADANK:
Nou, volgens mij …,
DE VOORZITTER:
Ja? Dan beginnen we …,
DE HEER ADANK:
Met het actualiteitenuur zouden we volgens mij prima kunnen beginnen.
DE VOORZITTER:
Nou, dan beginnen we met het actualiteitenuur.
IV.
ACTUALITEITENUUR.
DE VOORZITTER:
185
De VVD heeft gevraagd te spreken over de COA bestuursovereenkomst.
De procedure is: vragensteller, overige fracties, vragensteller, einde. Als er een motie wordt
ingediend, dan krijgt het college meteen gelegenheid tot reactie.
Ik geef de heer Adank het woord.
Dat betekent dus…, Even nog een paar punten. Ik heb er aan gedacht voor te stellen om de vragen
van de fracties VVD en BOB te koppelen omdat die hetzelfde hoofdonderwerp hebben. Anderzijds
stelt de fractie, de VVD, vragen aan de overige fracties en fractie BOB aan het college. En de
aspecten binnen het hoofdonderwerp zijn verschillend. Dus we zullen die, wat mij betreft, als u
daarmee instemt, apart behandelen.
En dan zijn er ook nog vragen over het parkeerbeleid. Daarover heb ik een vraag aan de indiener.
In hoeverre is dat actueel? Want zowel de vraag als het antwoord heb ik al in de media gezien. Dus
dan is het de vraag of het nog actueel is.
DE HEER ADANK:
Ik heb inderdaad ook het bericht gelezen in de media. Dus mijn vraag is: als dit een vergissing
inderdaad is, dan zijn, wat mij betreft, de vragen gewoon beantwoord.
DE VOORZITTER:
Dus u zegt: dan zie ik ervan af?
DE HEER ADANK:
Als de wethouder kan bevestigen dat het inderdaad correct is, dan zie ik af van het stellen van de
vragen.
WETHOUDER AKINCI:
Zoals het vandaag in de media heeft gestaan, is het inderdaad correct. Ja.
DE HEER ADANK:
Dan dien ik die bij deze …, Dan neem ik die mee terug.
DE VOORZITTER:
Nou, dan hebben we weer een kleine tijdwinst geboekt. Met waardering.
Dan is het woord aan de VVD, de heer Adank, rondom bestuursovereenkomst.
Gaat uw gang.
DE HEER ADANK:
Dank u wel, voorzitter.
Afgelopen weken hebben de stad en de raad breed gediscussieerd over de komst van een
asielzoekerscentrum in de Boschpoort. Een humanitaire taak die Nederland heeft om mensen uit
oorlogsgebied op te vangen. Alleen kan dit niet ten koste gaan van het leefgenot en de
ontwikkelingen van onze binnenstad of gepaard gaan met mogelijke overlast in het toch al
kwetsbare gebied.
We hebben goed met elkaar gesproken over de randvoorwaarden die het gebied en het COA nodig
hebben om een tijdelijke AZC succesvol te laten landen. Buurtbewoners hadden en hebben veel
zorgen. Eerst omdat ze het gevoel hadden niet gehoord te worden en nu omdat er verschillende
toezeggingen door het college zijn gedaan die nog niet zijn geborgd in de bestuursovereenkomst.
De zorgvuldigheid die het college heeft betracht in de discussie met de raad, zou eigenlijk moeten
worden afgerond in een breed gedragen raadsvoorstel over de randvoorwaarden. Een andere
oplossing door het gezamenlijk vastleggen van onze gemeenschappelijke voorwaarden in een
motie. Dit sterkt het college in haar onderhandelingen met het COA om te komen tot een stevige,
heldere bestuursovereenkomst.
De VVD Breda heeft om die reden de volgende vragen aan de collega raadsfracties.
Zijn de raadsfracties het met mij eens dat het proces rondom de vragen van het COA netjes en
formeel goed moet worden afgehecht via de raadsopdracht aan het college alvorens zij een
overeenkomst sluiten?
Daarnaast wil de VVD Breda de toezeggingen van het college borgen, in het bijzonder om het
geschonden vertrouwen in de buurt te herstellen en het college te steunen met een borging door
de raad van breed gedragen zorgen.
En daartoe dien ik de volgende moties in.
DE VOORZITTER:
186
Verzoekt het college om bij het opstellen van de bestuursovereenkomst expliciet op te nemen dat
na een jaar de stand van zaken rond het AZC wordt geëvalueerd en dat in overleg met de raad
bekeken wordt of het AZC een jaar langer open kan blijven op deze plaats.
Om in de bestuursovereenkomst op te nemen dat er maximaal één keer met een jaar mag worden
verlengd.
VVD, D66. BOB.
De titel is: Maximaal is maximaal.
Motie Evenwichtige mix.
Verzoekt het college om bij het opstellen van de bestuursovereenkomst af te dwingen dat er een
goede mix van vluchtelingen uit verschillende landen en in een gevarieerde samenstelling wordt
gehuisvest.
Dat hiervoor een verdeelsleutel wordt afgesproken en dat deze sleutel gedurende een periode
waarin het AZC in Breda operationeel is, tweewekelijks door het COA aan het college wordt
gerapporteerd en het college de verdeelsleutel monitort.
Ondersteund door VVD, D66, BOB.
Motie Activeren is integreren.
Verzoekt het college om bij het opstellen van de bestuursovereenkomst af te dwingen dat
asielzoekers een aanbod krijgen van serieuze dagbesteding dat niet alleen helpt tegen verveling
maar ook is gericht op activeren van integratie.
Ondersteund door VVD, D66, BOB.
Motie Meten is weten.
Verzoekt om een 0 meting uit te voeren naar de huidige situatie in de omgeving PI De Boschpoort.
Periodiek metingen uit te voeren zodat duidelijk wordt hoe zaken zich ontwikkelen.
De metingen actief te delen met omwonenden via de website van de gemeente.
In de bestuursovereenkomst op te nemen dat metingen onderdeel zijn van de evaluatie.
Ondersteund door VVD, D66, BOB.
Motie Voorkomen is beter dan genezen.
Verzoekt het college om nu al concrete maatregelen te nemen om de criminaliteit, waaronder de
aanpak drugsrunners/ -dealers tegen te gaan door extra inzet van toezicht en handhaving.
Dan hebben we alle moties gehad.
Ik verzoek de fracties daarop te reageren. Wie wil het woord?
Het woord is aan de heer Maes, SP.
DE HEER MAES:
Dank u wel, voorzitter.
Ook dank voor de constructieve opstelling van de VVD in deze. Ik ben blij dat zij ook beamen dat
het een goed proces is geweest. Wij voelen echter niet de behoefte om de moties te steunen. Zij
bevatten alleen maar dingen die eigenlijk al toegezegd zijn door het college. En wij vertrouwen
erop dat die ook goed komen, dat het goed komt. Dus daarom zij ze volgens de SP overbodig en
dus daarom geen steun voor de moties.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Mijnheer Lemaire, CDA fractie.
DE HEER LEMAIRE:
Ja dank u wel, voorzitter.
Wij hebben ook naar de moties gekeken. Bedankt voor de moties. We vinden deze hartverwarmend
in die zin dat ze aansluiten bij de inbreng die het CDA heeft gedaan tijdens de commissie
Maatschappij. Maar we hebben die inbreng gedaan, we hebben ook gehamerd volgens mij tijdens
die commissievergadering op toezeggingen, met name vanuit wethouder Bergkamp. Ik heb de
notulen er nog eens met een stofkam bijgehaald. En volgens mij zijn deze punten ook allemaal
hard toegezegd. Dus ik zou eigenlijk ook de vraag willen terug leggen bij de indieners: wat is de
meerwaarde van deze moties op hetgeen al is toegezegd?
DE VOORZITTER:
De heer Van der Horst, BOB.
187
DE HEER VAN DER HORST:
Dank u wel.
De opvang van 400 vluchtelingen in het centrum van Breda is een slecht en een verkeerd besluit.
BOB zal wellicht alle moties tot verbetering van zowel de leefomgeving van de vluchtelingen als
van de bewoners en ondernemers, steunen.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Mijnheer Vuijk, Breda’97.
DE HEER VUIJK:
Dank u wel, voorzitter.
Ik denk dat we er in de commissie goed over hebben gesproken. En het gaat nu over het netjes
afkaarten via een raadsopdracht. Nou, dat zien wij niet zitten. Ik bedoel: we hebben een college
gekozen, we hebben het vertrouwen gesteld in dit college. En het ondertekenen of meestemmen
zou het wederzijds vertrouwen volgens mij kunnen beschamen. Het zijn ook grote jongens en
meisjes denk ik, die prima een bestuursovereenkomst kunnen samenstellen.
En volgens mij zitten er in de bestuursovereenkomst die wordt gesloten nog meerdere zaken. En
we beperken ons hier tot 6 zaken. En het zou kunnen zijn, als we ons hierop fixeren, dat we een
heleboel dingen missen. Dus wij zullen de moties niet steunen.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Goed.
Nog andere leden?
Mijnheer Koniuszek.
DE HEER KONIUSZEK:
Dank u wel, voorzitter.
We hebben in de commissie uitgebreid over deze opvang gesproken. Wij vinden dat de
toezeggingen die het college gedaan heeft, dat die hard zijn en dat daar alle dingen in staan die nu
ook in de moties terug komen plus nog een aantal extra. Dus wij zullen de moties ook niet
ondersteunen.
DE VOORZITTER:
Andere leden nog van uw raad?
Mevrouw Bijlsma, Partij van de Arbeid.
MEVROUW BIJLSMA:
Dank u wel, voorzitter.
Ook voor de Partij van de Arbeid zijn er goede toezeggingen gedaan en hebben we in de commissie
een hele goede discussie gehad over dit belangrijke besluit. Dus ook voor ons voldoende en zullen
we de moties niet steunen.
DE VOORZITTER:
Andere leden nog?
Mevrouw Van Hemel, D66.
MEVROUW VAN HEMEL:
Wij hadden juist wel de behoefte om enkele moties mede te ondertekenen, juist het professionele
bestuur aanduiding geven dat wij dus niet hebben gevonden dat alle toezeggingen zijn nagekomen
en door nog even ons standpunt daarin met deze moties te onderstrepen.
DE VOORZITTER:
Andere leden nog van uw raad?
Dan is het woord aan de indiener.
Ja, wethouder Van Lunteren.
Eerst de wethouder en dan de vragensteller.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Allereerst bedankt voor de vragen en inderdaad het constructieve meedenken van de indieners en
de stellers van de vragen.
188
Het college heeft vorige keer in de commissie al alles toegezegd wat hier gevraagd wordt. En veel
meer. Er werd net terecht een opmerking gemaakt van: en veel meer. De beperking zou wel
kunnen lijken op een keuze daarin. Wij ontraden dus ten stelligste al die moties.
We zijn goed in onderhandeling. Aan het einde van de maand krijgt u het bestuursakkoord en
zover ik nu de geluiden ontvang, zit alles er gewoon goed in zoals we dat hebben besproken en is
er geen enkele aanleiding om daaraan te twijfelen.
In de moties vind ik het wel jammer dat er wel heel erg in doorklinkt zeg maar, alsof het een
bedreiging is dat die mensen komen. Dat blijft een beetje boven de markt hangen als ik die moties
allemaal zo lees. En ik zou daar wel afstand van willen nemen als wethouder, namens het college
…,
DE HEER ADANK:
Voorzitter…,
Als de wethouder naar mijn bijdrage had geluisterd, dan had ik …,
DE VOORZITTER:
U krijgt dadelijk …,
Nee, er is geen sprake van interrupties, gezien de orde. U krijgt dadelijk het woord.
Mijnheer Van Lunteren, rond u af?
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ja, ik zou ook wel graag de raad er op willen duiden, laten we vooral ook kijken dat het ook
gewoon mensen zijn en dat er een humanitaire plicht is en dat we daar ook meerwaarde voor de
stad uit kunnen halen en met vrijwilligers en mensen uit de buurt ook gewoon met kracht en goede
zin mee aan de slag kunnen. En de moties duiden wel heel erg op beheersen en veiligheid en ja,
dat vind ik erg jammer. Desondanks kunt u er gewoon van op aan dat we daar heel erg hard mee
bezig zijn, met die beheersovereenkomst. Aan het einde van de maand komt die bij u. En ik zou
zeggen: heb vertrouwen in dit college. Want het ziet er heel goed uit tot zover als ik nu gehoord
heb.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan mijnheer Adank, VVD.
DE HEER ADANK:
Ja voorzitter, dank u wel.
De beantwoording verbaast mij nogal. Als u kijkt naar de toonzettingen van mijn verhaal en van de
moties, dan wordt het niet neergezet als zijnde een bedreiging, dan worden de moties louter en
alleen ingediend om u kracht bij te zetten in uw gesprekken met het Centraal Asielzoekers
Opvang…, het Centraal Orgaan Asielzoekersopvang. Dus dat u dat hier neer zet dat wij hier
populistisch zouden zijn over de rug van asielzoekers, dat is wat u doet.
Ik ben dus redelijk teleurgesteld in de beantwoording van de wethouder op de moties. Ik snap dat
andere fracties zeggen: nou, dit is wat wij besproken hebben en dat de toezeggingen voor ons
voldoende zijn. Nou de afgelopen periode hebben wij ook gezien dat niet alle toezeggingen
allemaal even goed zijn nagekomen. Daar kom ik straks bij de Voorjaarsnota nog eventjes op
terug. De buurt heeft ook gewoon behoefte aan duidelijkheid en aan daadkracht en om te laten
zien waar men voor staat. En over een maand, tijdens het proces, komen met een
bestuursovereenkomst, ja we moeten dan maar zien wat er in zit. Dit zou een mooi gebaar zijn
geweest om in een raadsbesluit u te ondersteunen in uw gesprek met het COA.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
We gaan over tot stemming.
Wie…,
MEVROUW VAN HEMEL:
Wie…, Nee het reglement van orde is …,
Wie wil er nog meer het woord?
Mevrouw Van Hemel zie ik.
Anderen nog?
Mevrouw Van Hemel, gaat uw gang.
MEVROUW VAN HEMEL:
Ik heb zeker even behoefte, omdat de wethouder begon met: u gaat uit van crimineel gedrag. Als
er een partij is geweest die vanaf het begin constructief bezig is geweest, wil ik dat achter laten,
189
dat dat mijn partij was, D66. En wat ik daarbij wil opmerken is dat u het ook kunt zien als
handvaten naar het COA toe, hoe serieus de raad die bestuursovereenkomst gaat nemen.
DE VOORZITTER:
Anderen nog?
Dank u zeer.
Dan gaan we over tot de stemming.
Behoefte aan het afleggen van stemverklaringen?
DE HEER ADANK:
We zouden volgens mij om 19.30 uur stemmen.
DE VOORZITTER:
Wat zei u?
DE HEER ADANK:
We zouden om 19.30 uur stemmen.
DE VOORZITTER:
Ik constateer dat we compleet zijn.
DE HEER ADANK:
Nee, dat was de constatering. Ik kan niet in de linkerflank zien wie er allemaal zit. Dus…,
Er is nog een lege stoel achter mij. Excuses.
DE VOORZITTER:
Ik dacht dat meerderen er niet zouden zijn.
En ik denk dat we nu …,
Wie is er …,
DE HEER ADANK:
Voorzitter, ik zou graag willen overgaan tot stemming.
DE VOORZITTER:
Is er een ordevoorstelling om stemming uit te stellen?
We moeten een ordevoorstel…,
DE HEER ADANK:
Nee.
DE VOORZITTER:
Nee.
Dus gaan we stemmen als er geen …,
Nee, ik vraag…,
We gaan over tot de stemming dan nu.
Ik kan het niet …,
Aan de orde is de motie Activeren is integreren.
Wenst iemand een stemverklaring?
Wie is voor de motie?
Fractie van de VVD, BOB en D66.
Wie is tegen de motie?
Partij van de Arbeid, GroenLinks, Breda’97, CDA, SP.
17 voor, 19 tegen.
De motie is verworpen.
Motie Evenwichtige mix.
Behoefte aan het afleggen van een stemverklaring?
Wie is voor de motie?
VVD, BOB, D66.
Wie is tegen de motie?
Breda’97, GroenLinks, Partij van de Arbeid, SP, CDA.
17 – 19. Verworpen.
190
De motie Maximaal is maximaal.
Wie behoefte aan een stemverklaring?
Wie is voor?
D66, VVD, BOB.
Wie is tegen?
CDA, SP, GroenLinks, Partij van de Arbeid, Breda’97.
17 -19. Verworpen.
De motie Meten is weten.
Behoefte aan het afleggen van een stemverklaring?
Wie is voor?
VVD, D66, BOB.
Wie is tegen?
CDA, GroenLinks, Partij van de Arbeid, Breda’97, SP.
17 voor, 19 tegen. Verworpen.
De motie Voorkomen is beter dan genezen.
Behoefte aan het afleggen van een stemverklaring?
Wie is voor?
VVD, BOB.
Wie is tegen?
D66, Partij van de Arbeid, CDA, SP, Breda’97.
Voor 9. Tegen 27. Verworpen.
Aan de orde is het verzoek van BOB rondom de informatievoorziening.
Aan het woord is de heer Van der Horst.
DE HEER VAN DER HORST:
Dank u wel.
Ik doe het vanaf deze zijde omdat ik bemerkte dat daar de microfoon af en toe uitviel.
Waarom heeft het college vooraf aan het besluit geen inspraak georganiseerd voor de
omwonenden? De gehouden inspraakavond kun je geen inspraakavond noemen.
Waarom verwijst het college voor vragen door naar het COA? De burgers, ondernemers en
dergelijke willen van de gemeente antwoorden.
Waarom stellen maar weinig burgers vragen aan het COA?
En waarom legt het college de te besluiten bestuursovereenkomst niet eerst voor voor inspraak
aan de omwonenden?
De informatievoorziening, - daar hebben wij direct ook een motie over -, waarom kreeg de fractie
BOB het rapport van Twynstra Gudde niet wat blijkt als je even googelt, dat dat een
organisatiebureau is en geen bouwkundig bureau, over de geschiktheid van de Klokkenberg van
het college en moest men daar zelf achteraan gaan en heeft het uiteindelijk gehad.
Waarom verwees de wethouder daarvoor door naar het COA?
En waarom past het college niet artikel 169 toe van de Gemeentewet dat een actieve en passieve
informatievoorziening van het college aan de raad regelt?
Waarop was, - het blijven allemaal veel vragen -, zonder rapport, de beslissing van het college dan
gebaseerd?
En waarom worden dan in het beschikbare rapport, - wat dus nu ter beschikking is -, 500 tot 550
mensen genoemd op 2 verdiepingen en als dan de 3e verdieping erbij zou komen, wordt er
gesproken over 600 of 650?
De veiligheidsmonitor die even aangehaald is in de commissie, is ons nooit overlegd.
Dan hebben wij daar dus een motie voor en wij noemen dat de motie Informatievoorziening. En die
willen wij graag indienen. O, die mag ingediend worden.
Mag ik meteen doorgaan in verband met de tijd?
Kosten van flankerend beleid.
Waar gaat het college het geld vandaan halen voor de kosten van het flankerend beleid dat nodig
zal zijn om de leefbaarheid, de veiligheid en de aantrekkelijkheid van de binnenstad op peil te
houden?
Wat gaat het college doen om deze kosten te verhalen op het COA? Of zijn die voor de gemeente?
Zal dit uiteindelijk ten koste gaan van zorgtaken die Rijk en Provincie aan de gemeente gaan
overdragen?
Is het college bereid deze kosten te vermelden in de bestuursrapportage, inclusief de maatregelen
om deze kosten te beperken en/of te verhalen op het COA?
Daar hebben wij dan de motie voor, ja, er zijn partijen die daar hele mooie woorden aan zouden
geven van Hand op de knip of zoiets. En wij noemen het gewoon De Kosten voor …,
191
DE VOORZITTER:
Even…, Het reglement van orde stelt voor dat de motie aan de voorzitter overhandigd wordt.
DE HEER VAN DER HORST:
Pardon.
Zal ik verder gaan met de vragen?
DE VOORZITTER:
Nee, overhandig de motie, zou ik zeggen.
DE HEER VAN DER HORST:
O.
DE VOORZITTER:
De ene motie luidt:
Met betrekking tot de kosten voor de gemeente van de opvang van 400 asielzoekers in het
centrum van Breda, draagt het college de raad op in de bestuursrapportages de raad te melden, de
aard en omvang van de extra kosten, de dekking voor de kosten, de genomen maatregelen om de
kosten tot een minimum te beperken, de ondernomen acties om de kosten op het Centraal Orgaan
Opvang Asielzoekers COA te verhalen.
En dan de motie met betrekking tot de Actieve informatievoorziening door het college aan de raad.
Draagt het college op aan te vangen met het opstellen van de beleidslijn op de actieve
informatieplicht die geldt voor gemeentelijke bestuursorganen en deze na het zomerreces ter
bespreking voor te leggen aan de raadscommissie Bestuur.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
En ik zou de wethouder willen vragen …,
DE HEER VAN DER HORST:
Ik heb nog meer?
DE VOORZITTER:
U wilt nog even?
DE HEER VAN DER HORST:
Ja.
We hadden er nog een voor het draagvlak wat zo belangrijk werd geacht om over te gaan tot de
beslissing om de 400 vluchtelingen in De Koepel te plaatsen. Pardon, is dat dezelfde? Dat is de
motie voor het draagvlak voor een referendum. En die zouden we ook graag willen indienen.
DE VOORZITTER:
Motie met betrekking tot het houden van een referendum naar het draagvlak voor de opvang van
400 asielzoekers in het centrum van Breda.
Draagt het college op een referendum te houden met de vragen:
Vindt u dat de gemeente het besluit tot medewerking aan de opvang van 400 asielzoekers in de
Boschpoort, ook al was zij daartoe niet verplicht, dat eerst voor inspraak had moeten voorleggen
aan omwonenden?
Vindt u dat de gemeente alvorens te besluiten tot een bestuursovereenkomst met het Centraal
Orgaan Opvang Asielzoekers voor deze opvang, ook al is zij daartoe niet verplicht, deze eerst voor
inspraak moet voorleggen aan de omwonenden?
Dat was het mijnheer Van der Horst?
DE HEER VAN DER HORST:
Ja zeker.
DE VOORZITTER:
Dan geef ik het woord aan het college.
Wethouder Van Lunteren.
Ja, gaat uw gang.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ja, er worden nog wat moties rond gedeeld.
192
Ik heb heel goed geluisterd naar het dictum. Ik heb dit zelf nog niet op papier voor me gekregen.
Maar ik kan heel kort daarover zijn.
Het draagvlak. We hebben uitgebreid, zeer, zeer uitgebreid, mag ik wel zeggen, gesproken met alle
raadsvoorzitters, fractievoorzitters, over de te volgen procedure. Ik neem aan dat we daar ook
vorige week, - dat gevoel heb ik -, ook echt goed met u en met de omwonenden over hebben
gesproken. Dus ik zie daar totaal geen reden in om daarvan af te wijken. Daarom ontraad ik ook
die motie over draagvlak. We hebben het gedaan zoals we het gedaan hebben en volgens mij in
een heel zorgvuldig proces.
De motie over informatievoorziening. Ook dat is uitvoerig aan de orde geweest. Artikel 169 is door
de indiener van deze motie zelf genoemd. Het lijkt mij voldoende helder wat daarmee bedoeld
wordt. Het college handelt naar die lijn.
Met betrekking tot het rapport Klokkenberg: wij hebben het COA gevraagd om de Klokkenberg te
onderzoeken. Hun eindconclusie hebben ze mondeling en schriftelijk met mij gedeeld. Ik heb u
daar vorige week nog een mail over toegestuurd met exact de procedure die gevolgd is en de
momenten waarop we die motie hebben gehad, de inhoud van de eindconclusie van het COA. Het
rapport is van het COA en die lag daar ook. En vandaar dat wij tegen u hebben gezegd: u kunt
hem daar ophalen want hij is van het COA en niet van de gemeente. En wij kunnen niet, wat niet
van ons is, zomaar weg geven.
Kosten voor flankerend beleid. Ik kan u gerust stellen mijnheer Van der Horst. Het is …, Alle kosten
die te maken hebben met onderwijs worden door het Rijk vergoed, alle kosten die te maken
hebben met veiligheid en extra politie inzet worden vergoed, kosten die wij moeten maken voor
inzet van ambtenaren om procesbeheersing en andere …, zeg maar de projectmanager die we er
op zetten, die kunnen we allemaal vergoed krijgen van het COA. Daarvoor komt ongeveer, of ruim
mag ik zeggen, een ton ter beschikking. Dus er zijn op voorhand geen kosten te verwachten die op
de gemeente neerslaan want dat is in feite allemaal gedekt door geld wat wij daarvoor krijgen. Dus
ook die motie, voor de helderheid voorzitter, ontraden wij.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dan is het woord aan andere leden van de raad die het woord hierover wensen.
Wie heeft er vragen?
Eerst de vragensteller ja. De heer Van der Horst. En dan de anderen.
DE HEER VAN DER HORST:
Nou ja goed, kijk draagvlak…, Als door de bewoners een site geopend wordt en er zijn er 900
tegen, om dan vluchtelingen te plaatsen op die locatie. In het belang van hen en van de
vluchtelingen, en 3 zijn voor, dan lijkt het me geen draagvlak, alleen misschien in de coalitie. En
ook zeker niet in de gemeenteraad, althans niet volledig. Bij de informatievoorziening gaat het niet
alleen over deze case maar over het feit dat die gewoon heel moeizaam komt vanuit dit college. En
de derde is van de kosten. Prima, als u dat kunt zeggen dat die niet op ons terecht komen, dan
zien we dat graag in de Bestuursrapportage opgenomen.
DE VOORZITTER:
Zijn er nog anderen die het woord wensen?
Zo niet, dan gaan we over tot de stemming.
Aan de orde is de motie …,
DE HEER ADANK:
Voorzitter, ik zou even 5 minuten willen schorsen alstublieft.
DE VOORZITTER:
Akkoord, dan schors ik tot 19.10 uur.
SCHORSING
DE VOORZITTER:
De vergadering wordt heropend.
Mag ik vragen de plaatsen in te nemen?
Het is 19.10 uur.
We zijn bij de overige fracties die het woord krijgen, maar ik geef als eerste het woord aan de heer
Adank, VVD.
Gaat uw gang.
193
DE HEER ADANK:
Nee hoor. Dank u wel voor de schorsing.
DE VOORZITTER:
Wie wenst nog het woord?
Niemand?
Dan gaan we over tot de stemmingen.
Wie wenst …,
Wil de vragensteller nog het woord?
DE HEER VAN DER HORST:
Nee hoor.
DE VOORZITTER:
Dan gaan we over tot de stemmingen.
Aan de orde is de motie met betrekking tot de actieve informatievoorziening door het college aan
de gemeenteraad.
Wie wenst een stemverklaring af te leggen?
Mijnheer De Beer, D66.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, ik zal straks in mijn bijdrage Voorjaarsnota nader duiden waarom wij deze motie in
ieder geval wel gaan steunen. Ik kan u alvast wel vertellen, - dat bespaart straks een
stemverklaring -, dat als deze motie wordt aangenomen, volgens mij de motie over de kosten
overbodig is geworden. Want die worden dan pro actief onder de aandacht gebracht.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dan gaan we over tot de stemming.
Wie is voor de motie?
D66 en BOB.
Wie is tegen de motie?
VVD, GroenLinks, Partij van de Arbeid, CDA, SP, Breda’97.
Verworpen. 28 tegen, 9 voor.
Aan de orde de motie met betrekking tot de kosten voor de gemeente van de opvang van 400
asielzoekers in het centrum.
Wie wenst een stemverklaring af te leggen?
Wie is voor de motie?
Mijnheer Van der Horst, BOB.
Wie is tegen de motie?
Alle overige leden van de raad.
De motie is geacht te zijn verworpen.
Dan de motie over het referendum.
Wie wenst een stemverklaring af te leggen?
Mijnheer De Beer.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, het klinkt allemaal sympathiek maar eenvoudigweg is de nood bij het COA zo enorm
hoog dat het praktisch niet mogelijk is. Maar ook in deze situatie is een referendum geen goed
middel. Het is alleen maar dan een katalysator voor een not in my back yard. Een gedegen proces
is veel belangrijker. Wij zullen tegen deze motie stemmen.
DE VOORZITTER:
Nog andere leden behoefte aan een stemverklaring?
Mijnheer Maes, SP.
DE HEER MAES:
Ja, dank u voorzitter.
Ja, wij vinden deze iets minder sympathiek klinken. Bij het 2e gedachtestreepje wordt duidelijk de
indruk gewekt dat de komst van 400 asielzoekers gelijk staat aan een verminderde
194
aantrekkelijkheid en leefbaarheid van het centrum. Dit werpen wij verre van ons. En wij zullen dan
ook tegen stemmen, onder andere om deze reden.
DE VOORZITTER:
Anderen nog?
Wie is voor de motie?
Mijnheer Van der Horst namens de fractie BOB.
Wie is tegen de motie?
De andere leden.
De motie is geacht te zijn verworpen.
Daarmee hebben we het actualiteitenuur afgerond en dank ik u voor de wijze van krachtige
beraadslagingen.
V.
1.
VERZAMELDE PUNTEN.
DE VOORZITTER:
Aan de orde zijn de raadsvoorstellen 1a tot en met g. Er zijn er zojuist 2 aan toegevoegd.
Ik heb begrepen dat in ieder geval de plaatsvervangend voorzitter een verklaring zal afleggen bij
punt g betreffende het proces. Het zou in mijn ogen niet wenselijk zijn geweest dat ik de raad zou
voorzitten als er zou worden gediscussieerd over dit onderwerp. Nu het echter stemverklaringen
betreft, houd ik de voorzittershamer vast en geef ik met groot plezier het woord aan mevrouw Van
Maanen die zal spreken namens de fractievoorzitters.
Gaat uw gang mevrouw.
MEVROUW VAN MAANEN:
Geachte collega raadsleden, ik richt me tot u, maar ik richt me zeker ook tot de collega burgers
van Breda. U heeft van het fractievoorzittersoverleg begin deze week een raadsvoorstel ontvangen
over het proces om te komen tot een opvolger van onze burgemeester Van der Velden, die aan het
einde van dit jaar afscheid zal nemen. En dat voorstel is, zoals vaker gebeurt, door de
fractievoorzitters voorbereid en wordt bij deze in deze raad vastgesteld.
De fractievoorzitters hebben met dit voorstel, - en dan wil ik er even 3 punten uitlichten -, in ieder
geval 3 belangrijke dingen willen zeggen.
Ze willen dat het proces transparant, zo transparant mogelijk is. En dat is ook de reden dat we dat
proces met zijn allen hier vaststellen.
In de tweede plaats wilden zij een zorgvuldig en ook vlot proces. En daarom zullen wij met de
fractievoorzitters samen het zomerreces gebruiken om tot een gedragen profielschets te komen. En
dat gedragen zeg ik niet voor niets. De fractievoorzitters hebben ook gemeend dat het verstandig
is de partners van de burgemeester, - mensen die vaak met de burgemeester te maken hebben -,
te vragen input te leveren vanuit hun eigen expertise. En hij heeft er velen, zoals u weet. En
daarom spreken de fractievoorzitters dus ook, in het kader van veiligheid met politie en brandweer,
met de bestuurders van de regio West Brabant. Er wordt ook gesproken met …, Er is al gesproken
overigens met vertegenwoordigers van het college en met de gemeentesecretaris.
Maar niet in de minste plaats gaat het ook om de inwoners van de stad. En die willen de
fractievoorzitters ook graag een bijdrage laten leveren aan wat zij dan zien wat belangrijk is voor
hun nieuwe burgemeester. Daarom krijgen de burgers van de stad ook de gelegenheid om middels
een enquête input te leveren op het profiel.
In het hele proces hebben we wel te maken met een aantal nogal strakke spelregels die ook in de
wet zijn vastgelegd. En zo hebben wij ook te maken met een benoemde burgemeester. En de
fractievoorzitters wilden binnen dat strakke, binnen die regels, een voorstel of een methode kiezen
die ruimte biedt om input te leveren.
En ook het werken met de vertrouwenscommissie is iets wat in de wet geregeld is. En we gaan
straks met een aantal raadsleden een vertrouwenscommissie samenstellen. Die wordt
samengesteld en dan gaan we, zoals de wet ook voorschrijft, met die commissie gesprekken aan
met kandidaten.
En wat ik toch even hier wilde stipuleren is dat wij met deze raad, en met de fractievoorzitters
hebben we dat ook heel belangrijk gevonden, het absolute vertrouwen willen handhaven als het
gaat over de mensen die gaan solliciteren. Dus die vertrouwensplicht gaan wij absoluut handhaven.
Welke raadsleden er in de vertrouwenscommissie komen, dat is dan weer wel geheel vrij en daar
gaan wij op 15 september in deze raad weer een besluit toe nemen welke personen dat zullen zijn.
Dus wij zien elkaar terug na het zomerreces. En voor nu wens ik u allemaal veel succes bij het
spannende proces wat wij gaan lopen de komende maanden.
195
DE VOORZITTER:
Dank u zeer, mevrouw.
Zijn er nog leden die hierover het woord wensen?
De heer Lemaire.
DE HEER LEMAIRE:
Ik zou graag een stemverklaring willen afleggen.
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang.
DE HEER LEMAIRE:
Voorzitter, in de eerste plaats mevrouw Van Maanen bedankt voor de duidelijke uiteenzetting.
Binnen de CDA fractie hebben we ten aanzien van dit onderwerp mooie, open, maar vooral ook
felle discussies gehad. Willen we bijvoorbeeld wel of geen gekozen burgemeester en als we dat al
zouden willen, wanneer dan en onder welke voorwaarden? Uit de discussies bleek in ieder geval dat
wij als Bredase fractie staan voor in ieder geval meer openheid en transparantie en voor meer
betrokkenheid van de Bredanaar als het gaat om politieke besluitvorming en dus ook als het gaat
om een benoeming als deze.
Voorzitter, voor verandering is durf nodig. Dus ook voor onze missie van democratisering en
bestuurlijke hervorming. Het is daarom goed dat er openheid is in het proces en dat de raad zich
erover mag uitspreken. Het is goed dat in het voorstel onze inwoners bij het burgemeestersprofiel,
bij de opstelling daarvan, betrokken worden. Het is goed dat deelname aan de
vertrouwenscommissie voor ieder raadslid open staat. En wellicht kunnen we de komende
maanden tijdens de rit nog meer slimme dingen bedenken om het proces transparanter en meer
van de Bredanaar te maken, bijvoorbeeld door de burgemeestersvacature via de lokale media
expliciet open te stellen voor de Bredanaar.
De stappen die Breda zet met dit proces, zijn kleine stappen en naar mijn persoonlijke mening nog
hele voorzichtige stappen. Maar iedere stap die we zetten, is er een. En daarom kan de voltallige
CDA fractie van harte achter dit voorstel staan.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Nog andere leden van uw raad?
Dan denk ik dat we het hierover eens zijn en kunnen we daar ook een klap op geven, maar niet
zonder dat ik u allen uiteraard oprecht veel wijsheid en succes toewens.
2.
VOORJAARSNOTA 2014.
1e termijn.
DE VOORZITTER:
In de Voorjaarsnota worden de kaders qua financiën en beleid geschetst voor de begroting van het
volgend jaar, 2015. U heeft dit punt voorgesproken in een aparte commissievergadering. Ik ga niet
trachten die bespreking samen te vatten. U heeft, - mag ik het zo zeggen -, allemaal afgesproken
het terug te nemen. We hebben afgesproken een spreektijd in eerste instantie van 5 minuten, dat
is 7 minuten geworden, 4 minuten zonder interrupties. En ik wil vragen aan eenieder om
gedisciplineerd het woord te voeren en ook te interrumperen zodat we toch deze avond op een
goede wijze verder door kunnen komen.
En ik wil nu even aan de griffier vragen om de bus voor te leggen met de fractienamen zodat we
kunnen weten wie als eerste mag aftrappen.
En dat is BOB, de heer Van der Horst.
DE HEER VAN DER HORST:
Dank u wel.
En ik ben zeker niet zo lang dat ik mijn tijd nodig zal hebben.
De Voorjaarsnota lijkt ons in lijn met het coalitieakkoord en bevat, wat dat betreft, geen
verrassingen.
Opvallend is wel dat erin wel gesproken wordt over geen lastenverhogingen. Dat juichen wij toe.
De gedane uitspraken in de commissie dat mogelijk in 2017 ergens de OZB fors gaat stijgen, en dit
een politieke keuze zou zijn, strookt met dit akkoord. Kan de wethouder hierover duidelijkheid
verschaffen wat de verhogingen de komende jaren zouden zijn? En is dit echt veel?
In de commissie hebben wij ook aandacht gevraagd voor de kansen die er liggen in het benutten
van de combinatie gepensioneerde en werkeloze vakmensen die tijd over hebben, thuiszittende
196
schoolverlaters die dus ook tijd over hebben, desondanks er toch vraag is naar vakmensen bij
bedrijven in de buurt. Het benutten van die combinatie lijkt ons ook te moeten behoren bij de
doorontwikkeling van het Buurthuis van de toekomst. Graag zien wij daarvoor een voorstel van het
college.
De passage Wijken en dorpen stelt dat er nog geen sprake is van een evenwichtige
maatschappelijke ruimtelijke en economische ontwikkeling. Het woordje “nog” suggereert dat het
zo zou moeten zijn en dat het zo zou kunnen zijn. Dat vragen wij ons af. Wij horen graag van het
college waarom het zou kunnen en waarom dat het zou moeten.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Dan geef ik het woord aan de heer Adank namens de VVD fractie.
DE HEER ADANK:
Voorzitter, dank u wel.
De eerste Voorjaarsnota van het ogenschijnlijk linkse college.
Ik had het bij het debat over het coalitieakkoord nog over Moskou aan de Mark. We zijn nu een
aantal weken verder en de concretisering van het akkoord ligt voor. De piketpalen voor de
Begroting 2015.
In mijn betoog kijk ik even naar de voorliggende periode, het document op zichzelf en onze
wensen in de Begroting 2015.
U heeft de grote broek aangetrokken om met elkaar de stad te besturen. U heeft hier verschillende
opvattingen over hoe u dit wilt gaan doen. Verbindend, met de stad, en open en transparant.
Uw coalitieakkoord was nog niet droog of het COA klopte aan voor het huisvesten van 400
asielzoekers in de binnenstad. Deze discussie hebben we zojuist gehad. Maar het stof is nog niet
neergedaald. De VVD Breda heeft kritisch gekeken naar het proces en daarbij wethouder Van
Lunteren een gele kaart gegeven voor zijn handelen. Helaas waren er meer dan 10 insprekers
nodig om tot hem door te laten dringen dat de omgeving niet het idee had dat er met hen werd
gecommuniceerd. De buurt was verbolgen over …,
DE HEER VUIJK:
Voorzitter …,
DE HEER ADANK:
de manier waarop …,
DE VOORZITTER:
Nee, geen interrupties. Gaat u verder.
DE HEER ADANK:
zij betrokken werden bij de discussie. Excuus van de wethouder voor zijn handelen kwam laat,
maar nog net op tijd. Hierdoor ontstond naar de mening van de VVD een goede inhoudelijke
discussie over de randvoorwaarden.
Het 2e voorbeeld wat ik wou aanhalen is de discussie rondom het megascherm op de markt. In een
notendop: verzoek van de horeca, te strenge eisen, te hoge kosten, wethouder Bergkamp komt
met hetzelfde bod als 2010 maar het blijkt niet hetzelfde bod te zijn. De burgemeester verhoogt
het bod, ondernemers gaan aan het werk, sturen een formele aanvraag in, gemeente wijst het af.
Tot zover onze informatie.
U heeft in uw coalitieakkoord beschreven een houding te hebben van “ja mits” en verbindend te
willen besturen, dichtbij mensen en ruimte te laten voor initiatieven. De 2 voorbeelden zijn tot nog
toe illustratief voor het handelen van dit college.
Maar voor de duiding is het belangrijk om onderscheid te maken of dit college nu incapabel is, een
ander beeld heeft beschreven dan dat zij in werkelijkheid zijn, of nog een hoop moet leren. Ik ga
vooralsnog van dit laatste uit.
De VVD heeft een positief mensbeeld en gaat uit van wat je kunt in plaats van wat je niet kunt.
Maar een ding staat vast: deze bijna stelselmatige manier van handelen, kan niet. Ik hoop dan ook
dat dit 2 voorbeelden zijn die als incidenten kunnen worden afgedaan en dat daarmee geen
patroon ontstaat. In het belang van de stad, draagvlak voor de politiek en geloofwaardigheid van
de gemeente, is het belangrijk om dit serieus te nemen. U handelt in uw wittebroodsweken waarbij
u startkrediet bij de inwoners van de stad heeft verspeeld en verbruikt. Mooie woorden, verbinden,
open, transparant en samen met de stad. Maar al in het begin komt er niets van terecht. Het
college staat met 1-0 achter.
Geacht college, ik hoop dat u zorgvuldig omgaat met de stad, de stad ruimte geeft voor reactie en
deze meeweegt in uw keuzes.
197
De Voorjaarsnota geeft in grote lijnen aan waar u heen wilt met de begroting en is een afspraak
tussen coalitiepartijen, de eerste vertaling van het coalitieakkoord wat door de gemeenteraad
wordt vastgesteld.
Tijdens de behandeling van het coalitieakkoord hebben wij al een opmerking gemaakt over de
lastendrukontwikkeling. Hier heeft u 3 posten aan elkaar gekoppeld: de Afvalstoffenheffing, de
Rioolheffing en de OZB. Het is nobel om te streven naar een ontwikkeling van deze 3 met het
inflatiecijfer. De VVD Breda constateert dat dit zeer ongezonde verschillen in ontwikkeling kan
opleveren. In deze Voorjaarsnota zien we dat het allemaal redelijk met elkaar in balans is voor het
komende jaar en de OZB zelfs licht daalt.
Daar staat tegenover dat de Afvalstoffenheffing stijgt, maar allemaal binnen redelijke marges.
Maar de VVD Breda maakt zich zorgen om de toekomst. In het meerjarenperspectief zien we een
stijging van ruim 24% van de OZB op ons af komen. Een dergelijks stijging kan niet worden gezien
als een gezonde ontwikkeling.
De VVD heeft hier om 2 redenen moeite mee. Ten eerste: wanneer u de OZB wilt gebruiken om uw
hobby’s te financieren, wees daar dan helder over. Ten tweede omdat wij een stijging van bijna
25% niet betitelen als verantwoord omgaan met lasten. Elke post verdient een goede balans en
een afweging. Appels en peren zijn nu met elkaar verbonden. De VVD Breda dient hiertoe dan ook
een motie in om deze koppeling ongedaan te maken.
DE VOORZITTER:
Motie Ontkoppeling lastendrukontwikkeling.
Verzoek het college om de koppeling tussen de afvalstoffenheffing, rioolheffing en OZB los te laten
en een beleid en prognose per inkomstenbron te formuleren.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER ADANK:
Breda is een stad in ontwikkeling. Verschillende kansen liggen voor. Onze positie in de regio is
goed. Economische ontwikkeling is hierin belangrijk. Werk, werkgelegenheid en ruimte creëren
voor succesverhalen. Allemaal zaken waar niemand tegen kan zijn. [email protected] moet
het loket worden voor de stad en medewerkers om met suggesties te komen.
Laat ik u er nu een doen.
Er is een bedrijf in Breda wat al 2 jaar in de Technologie Fast50 staat en een van de snelst
groeiende werkgevers is in Breda. Een parel waar we met elkaar trots op mogen zijn. Het levert
werk, het is een goede internationale exposure. Het probleem waar zij tegenaan lopen is dat zij dit
niet mogen laten zien op hun gevel. De gemeente blokkeert dit. Dit soort parels moet zich zelf
kunnen laten zien als je bedrijvigheid belangrijk vindt.
Ik zou blij zijn met een versimpeling en een “ja mits” houding bij de realisatie van de exposure op
hun bedrijfspand.
Parkeren. Hier wilden wij het ook tijdens het actualiteitenuur over hebben. De vragen zijn
inmiddels door de actualiteit ingehaald. Maar toegegeven, het is de zoveelste miscommunicatie.
In uw coalitieakkoord kondigt u een onderzoek aan. In de verschillende daarop volgende
vergaderingen meldt de wethouder dat de wens om ergens te parkeren leidend is, niet het tarief.
Dus het college…, Waarom nog een onderzoek? Schijnbaar heeft u alle conclusies al en weet u
waar u heen wilt. Bijzonder is dan dat er niets over terug te vinden is in de Voorjaarsnota. Behalve
dan dat de parkeertarieven bij de Galderse Meren moeten worden beperkt. Wat moet ik me daarbij
trouwens voorstellen? Gaat u nu pas vanaf 25 graden heffen?
Wethouder, kunt u duidelijkheid geven waar u heen wilt met het parkeerbeleid in deze stad?
Dank u wel voor de brief over de € 350.000,-- voor Veiligheid. In uw brief geeft u aan dat dit
bedoeld is voor het Jaarplan Veiligheid wat na het reces zal worden besproken. Nu heeft de
wethouder in de discussie rondom het AZC toegezegd extra te willen investeren in het gebied
rondom de Boschstraat. Hierover staat nu niets opgenomen in onze Voorjaarsnota. Kunt u
aangeven op welke manier hier financiële invulling aan gegeven zal worden? Anders lijkt het een
loze belofte aan de wijk. Veiligheid en het nakomen van afspraken zijn voor de VVD Breda erg
belangrijk.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dank u wel.
Het woord is aan mijnheer De Beer, D66.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, de VVD heeft al uitgebreid uiteengezet dat het college tot op heden nog niet echt
koersvast is geweest in haar optreden in een aantal dossiers.
198
En over COA is al genoeg gezegd, op verschillende momenten, en ook vanochtend en ook in het
begin van deze avond ook weer. En ik wil daar ook eigenlijk nu niks over zeggen maar het staat
me toch wel erg tegen dat het college net onze fractie bejegent alsof wij asielzoekers op een
negatieve manier zouden benaderen, terwijl wij juist volgens mij klip en klaar zijn geweest op
allerlei momenten, dat dat absoluut niet het geval is wat D66 betreft en dat gastvrijheid juist de
essentie is geweest van onze benadering, om tegelijkertijd de zorgen van omwonenden serieus te
nemen, en niet, - zoals wij de bestuursadviseur van de heer Van Lunteren hebben zien twitteren -,
neer te zetten als egoïsten.
Voorzitter, ook het WK scherm is zo’n dossier. En dat is inmiddels niet meer nodig ook om daarover
te praten, helaas, na gisteravond. En we moeten het ook niet hebben over hoe pro actief de
gemeente dan wel zou moeten zijn. Want het is een coproductie. Maar wat ons wel tegenstaat, is
het feit dat we in de commissie Bestuur op vragen van SP en CDA die begonnen met de vragen
daarover, en ik voegde daar nog duidelijk een vraag aan toe wat dan de concrete bijdrage zou zijn
van de gemeente, en dat we daar vanuit het college te horen kregen dat dit € 2.500,-- is. En toen
ik bij de horeca even navraag deed, bleek het in 2010 € 12.500,-- te zijn. En toen ik daarna via de
griffie facturen ging opvragen van 2010, - als je dan toch je controlerende taak wilt vorm geven -,
bleek het € 22.500,-- te zijn. Dus voorzitter, laat dit enkele elementen zijn waarom, als motivatie
waarom wij juist wel genegen waren om de motie van BOB te steunen waar het gaat om actieve
informatieplicht. Ik snap best dat het college goede bedoelingen heeft maar wij dachten wel dat
deze casussen wel aantonen dat enig kader misschien kan zijn.
En als je dan kijkt voorzitter, naar de essentie van het coalitieakkoord en van de Voorjaarsnota
ook, Ruimte en Verbinding, dan past het bijvoorbeeld niet dat de heer Van Lunteren twittert dat de
horeca in Breda maar een beetje moeilijk doet in vergelijking met de horeca in Roosendaal.
En zo zijn er nog meer, kleinere, dingen, waar we dan maar niet te veel woorden aan vuil moeten
maken want we moeten ook de blik vooruit zetten.
Maar toch, ik stel een informatieve vraag over de Regionale Detailhandelsnota en ik ga het even
uitzoeken en dan blijkt toch dat er vanuit Breda al instemming is gecommuniceerd terwijl daar vrij
ingrijpende dingen in staan.
Maar ook een bestemmingsplandingetje als Hoeveneind waar we het vanavond nog over gaan
hebben. Enorm buiten de vastgestelde kaders met 1500 kuub in het buitengebied, buiten de
vastgestelde kaders in de Structuurvisie. Vraag dan vooraf aan de raad: Is dit gewenst. En als je
aanvoelt dat het niet gewenst is, neem de raad mee.
En voorzitter, ik heb een constructieve brief gestuurd over dit soort dingen en daar kreeg ik niet
bepaald een constructief antwoord op terug. Want waar ik het college hoor zeggen in ontmoetingen
dat het collegiaal bestuur is, kwam als antwoord op mijn vraag, als het reglement van orde, of dat
toch wel centraal staat bij de beantwoording van raadsvragen, dat dat een uitgangspunt is. Maar
we weten wat een uitgangspunt is, - daar kun je altijd vanaf wijken -, maar dat het dus zeker niet
het geval was dat er aan die 30 dagen beantwoordingstermijn werd vastgehouden op het moment
dat een van de collegeleden afwezig zou zijn. Hoe collegiaal is dat? En waarom zet het college dan
niet in zo’n dergelijk antwoord op mijn vragen dat ze dat pro actief zullen communiceren waarom
het niet mogelijk is dat er tijdig een antwoord komt? Neemt u de raad serieus, dan neemt u ook
het reglement van orde serieus. En daar wil ik graag een reactie op. Want als daar geen goede
reactie op komt voorzitter, de vorige raadsperiode hebben wij ook als coalitiepartij in de
toenmalige coalitie na 2 jaar ongeveer een motie van bezinning aangenomen omdat het toen ons
ook niet zinde hoe sommige dingen toen liepen. En dat deden wij vanuit het feit dat wij het primaat
in de raad pakten en leiderschap in de raad pakten. En als het antwoord straks niet goed is, dan
moet ik de balans opmaken dat dit college er misschien na 2 maanden al aan toe is.
Voorzitter, de Voorjaarsnota. Een aardig document. Veel concreter dan het coalitieakkoord. Dank
daarvoor. Tegelijkertijd ook wel weer de breedte die daarin zit en de formulering, we het toch wel
als een soort bestuursrapportage lezen vanuit het feit dat we in de vorige periode al een heleboel
van dit soort beleid hebben ingezet.
Dus waar ligt dan onze focus als D66? Nou we proberen slimme oplossingen te zoeken die geen
geld kosten maar de maatschappij wel bedienen. En we kijken dan ook vanuit: is dat mogelijk een
idee wat ook op een meerderheid zou kunnen rekenen?
Een van die ideeën is om te kijken hoe je nou jongeren op een goede manier kunt bereiken die in
een lastige positie zitten. En we hebben het Jeugdcultuurfonds en het Jeugdsportfonds. Dat zijn
volgens mij breed gewaardeerde instrumenten. En tegelijkertijd, als het dan ging over
zwemvaardigheid, hadden we daar een separate vangnetregeling voor. En we hebben allemaal
gezien dat daar niet erg veel gebruik van werd gemaakt.
Dus voorzitter, daar wil ik graag een motie over indienen die de essentie kent om de budgetten
van de vangnetregeling Zwemvaardigheid over te hevelen naar het Jeugdsportfonds omdat dat nou
eenmaal zo’n mooi vehikel is waar ruimte en verbinding ontstaat en waar vrijwilligers en netwerken
deze mensen veel beter kunnen bereiken.
199
DE VOORZITTER:
Motie Integreren Vangnet Zwemvaardigheid in het Jeugdsportfonds Breda.
Verzoekt het college om de vangnetregeling Zwemvaardigheid te integreren in het Jeugdsportfonds
Breda. Het gereserveerde budget Vangnetregeling Zwemvaardigheid over te hevelen naar het
Jeugdsportfonds.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER DE BEER:
Dan voorzitter, heb ik vorige week in de commissie Bestuur bij de bespreking van de Voorjaarsnota
al een debatje hierover gehad met het college, over het aanbestedingenbeleid.
Onze fractie is nadrukkelijk pleitbezorger van het regionale denken. Wij zijn ervan overtuigd dat
problemen en kansen zich niet altijd aan gemeentegrenzen houden. En daarom willen wij juist die
regionale benadering ook in dat aanbestedingenbeleid stimuleren. En als wij de bedoeling van de
coalitiepartijen en van het college zo mogen lezen dat ze in zijn algemeenheid het MKB willen
stimuleren om makkelijker opdrachten van de gemeente binnen te halen, dan kunnen wij dat
nadrukkelijk ondersteunen. En daarom hebben we ook deze motie ingediend. Wat we dus niet
kunnen ondersteunen, is dat alleen en alleen maar omdat een bedrijf is gevestigd binnen de
gemeentegrenzen, het meer kans zou maken op een opdracht. Volgens mij moet het draaien om
een goed prijs/kwaliteitsverhouding.
DE VOORZITTER:
Motie Aanbestedingsbeleid.
Verzoekt het college om indien het aanbestedingsbeleid wordt vernieuwd, uit te gaan van het
uitgangspunt dat MKB bedrijven meer mogelijkheden krijgen om in te schrijven op gemeentelijke
opdrachten.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER DE BEER:
O, ik zie dat ik nog maar 50 seconden heb.
Daarom snel de volgende motie.
Ik heb al een aantal keren geduid dat er in 2017 een flinke lastenstijging aan zit te komen in ieder
geval binnen die 3 posten. OZB gaat stijgen met 24,8% volgens de berekeningen die ik technisch
heb laten checken door de ambtenaren. Wij willen inzichtelijkheid in die verschillende
lastendrukken. Het gemiddelde huishouden bestaat niet. En daarom willen we een aantal
categorieën toevoegen in de Cyclische producten, een eenpersoonshuishouden maar ook 2
gemiddelden als het gaat om ondernemers.
DE VOORZITTER:
Motie Vermelding lastendruk eenpersoonshuishoudens en ondernemingen.
Verzoekt het college om vermelding van de gemiddelde lastendruk in Voorjaarsnota en begroting
en aankomende edities uit te breiden met de categorieën eenpersoonshuishouden, ondernemers
met een bedrijfsgebouw WOZ waarde € 500.000,--, ondernemingen met een bedrijfsgebouw WOZ
waarde 1 miljoen euro.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER DE BEER:
Dan voorzitter, staat in het coalitieakkoord de mooie ambitie vermeld dat vanuit oogpunt van
financiële zuiverheid en herstructurering het wenselijk is de reguliere
instandhoudingsinvesteringen, - een wat technisch begrip - , maar om die niet meer uit de
investeringen te betalen maar die in te passen in de exploitatie. En als we dan kijken naar het
Meerjareninvesteringsplan, dan staan daar verschillende posten: sportaccommodaties,
welzijnsaccommodaties, instandhouding bestaand netwerk. Die posten leggen de komende 4 jaar
een beslag van bijna 17 miljoen euro op onze investeringsagenda waarvan uiteindelijk de bedoeling
is dat onze investeringsagenda de stad een stukje mooier maakt. Daarom een voorstel voorzitter,
aan het college, om die posten toch in te gaan passen in de exploitatiebegroting.
DE VOORZITTER:
Motie Investeringen inpassen in exploitatiebegroting.
Verzoekt het college om de volgende posten uit het Meerjareninvesteringsplan in te passen in de
Exploitatiebegroting. Diverse investeringen sportaccommodaties, diverse investeringen
welzijnsaccommodaties, instandhouding bestaand netwerk, maatschappelijk vastgoed en de
hiervoor vrijvallende € 16.100.000,-- niet direct in te vullen maar voorlopig te reserveren als
projectbijdrage in kansen die voortvloeien uit provinciale, landelijke en Europese
subsidieregelingen of investeringsplannen.
200
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER DE BEER:
Dan voorzitter, tot slot. Een mooie ambitie die vorige week ook in de commissie Bestuur werd
uitgesproken door de heer Van Lunteren, wethouder Financiën, waar het gaat om financiële
dekking zoeken voor structurele uitgaven. Die ambitie ondersteunen wij graag. Hij heeft dat
gezegd. Wij willen in de aanloop naar de Begroting ook iets daarin doen. Maar aan de andere kant
willen we ook een kader meegeven. Voorzitter, wij willen meer ruimte maken in de structurele
financiën om bijvoorbeeld het probleem wat we nog hebben op de achterstanden onderhoud
Buitenruimte van bijna 1 miljoen euro, waar de Provincie echt een punt van heeft genaakt de
afgelopen jaren en waarvan wij ook verwachten dat dit najaar daar ook weer stevig door de
Provincie zal worden ingezet, dat willen we oplossen. En dat willen we doen door de
bezuinigingsambitie waar het gaat om innovatief subsidiebeleid, waarvan het college heeft gezegd
daar nog steeds een ei over te moeten leggen, waar dat dan precies moet gaan landen, en waar
vooral wordt ingezoomd op middelen die al jarenlang niet worden uitgegeven, om die
bezuinigingsambitie wat te verhogen en daarmee dat gat op Onderhoud Buitenruimte ook te
dichten.
DE VOORZITTER:
Motie Financiële dekking van de structurele uitgaven.
Verzoekt het college om de voorgenomen structurele bezuinigingen op innovatief subsidiebeleid te
verhogen tot 2,25 miljoen euro oplopend tot 3 miljoen euro vanaf 2016.
De ontstane structurele financiële ruimte te gebruiken als dekking voor structurele uitgaven die
momenteel nog met incidentele middelen worden gefinancierd.
Met de ontstane structurele financiële ruimte in elk geval het resterende structurele financiële gat
op het onderhoud van de Buitenruimte te dichten.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
Wilt u afronden mijnheer De Beer?
DE HEER DE BEER:
Bij deze.
DE VOORZITTER:
Dan is het woord aan de heer Maes, namens de SP.
DE HEER MAES:
Dank u wel, voorzitter.
Voorzitter, het college heeft het druk gehad. Het inwerken op tal van lastige dossiers in tijden van
crisis. Opvang van vluchtelingen. Wel, geen, wel, geen megascherm op de markt. De 3
decentralisaties. Een spervuur van schriftelijke vragen van ijverige nieuwe raadsleden over van
alles en nog wat. En dan tussendoor ook nog een Voorjaarsnota maken. En niet zomaar een
broddelwerkje van een paar in elkaar geniet A4tjes, nee, in een compleet goed leesbaar verhaal
zowel qua vormgeving als qua taakgebruik. Ik weet dat voetbalmetaforen momenteel gevoelig
liggen maar toch: een goede voorzet van het college. En de bal ligt, wat de SP betreft, nu weer bij
de werkgroep Cyclische Producten.
Voorzitter, waar het coalitieakkoord Ruimte en Verbinding nog altijd uitging van een gedeelde visie
op een mooie stad, is de SP blij om te zien dat de Voorjaarsnota steeds concretere vormen
aangeeft. Er worden keuzes gemaakt en, - zoals de heer Vuijk het heel mooi zei in de commissie -,
de menselijke maat is weer terug. Voorzitter, naar onze mening zou die menselijke maat in alles
wat we als raad doen, zwaar mee moeten wegen. Daarom stellen wij voor om naast juridische en
financiële aspecten van ieder raadsbesluit voortaan ook de maatschappelijke effecten inzichtelijk te
maken. Dit komt volgens de SP ook het politiek inhoudelijke debat ten goede. Graag een reactie
hierover van de wethouder. Hierop van de wethouder, bedoel ik.
Voorzitter, dan inhoudelijk. Naast een andere wending geven aan bestaande beleidsterreinen,
merkt het college terecht op dat de grote uitdagingen van 2015 en de jaren daarna nieuwe taken
van de gemeente op het gebied van WMO, Jeugdzorg en Participatie zijn. Nieuwe taken die ook
met fiks minder geld uit Den Haag moeten plaats vinden.
Voorzitter, wat wij lezen in de Voorjaarsnota, geeft de SP het vertrouwen dat dit college er het
beste van gaat maken. Het biedt zelfs kansen om de zorg op kleine schaal dicht bij de mensen in
de buurt te organiseren. Volgens de SP is de buurt de basis. En we zien dat ook terug in de
plannen. We zijn blij dat de buurthuizen hierbij betrokken worden.
201
Voorzitter, in het coalitieakkoord staat dat de gemeentelijke dienstverlening zowel online als offline
goed bereikbaar moet zijn. Dit wordt in de Voorjaarsnota nog eens bevestigd. Toch zien we in de
stad dat dit niet altijd even goed lukt.
Neem bijvoorbeeld he nieuwe systeem voor betaald …, voor bezoekersparkeren. Of nog dichter bij
huis, het informatiesysteem van de raad zelf bijvoorbeeld.
Voorzitter, er dreigt een digitale kloof te ontstaan tussen hoog- en lager opgeleide inwoners. En de
SP is van mening dat de gemeentelijke dienstverlening voor iedereen goed bereikbaar moet zijn.
Daarom de oproep aan het college om bij gemeentelijke dienstverlening blijvend aandacht te
houden voor digitaal minder vaardige inwoners. We hebben een motie in voorbereiding maar we
rekenen op een toezegging.
Voorzitter, er valt te lezen in de Voorjaarsnota dat er vooral wordt ingezet op preventie van
armoede. Volgens de SP is dat een verstandige keuze. Want voorkomen is immers beter dan
genezen.
Toch mist de SP de nodige aandacht voor specifieke armoedebestrijding. In de commissie hebben
we dat ook aangekaart en zijn we toen gerustgesteld door de wethouder. Toch wil de SP
voorkomen, evenals in voorgaande jaren, dat er heel veel regelingen zijn maar dat er drempels
opgeworpen worden en aan het eind van het jaar, dat het geld op de plank blijft liggen, terwijl er
wel degelijk behoefte is. Concreet voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld het vangnetzwemmen, een
regeling voor kinderen waarvan de ouders zwemles niet kunnen betalen of het belang er niet van
inzien. Voorzitter, sinds het afschaffen van schoolzwemmen door het vorige college, is er door de
PvdA, Leefbaar Breda en de SP herhaaldelijk aandacht voor gevraagd, voor de effectiviteit van deze
regeling. In ons waterrijke land zou ieder kind in staat moeten worden gesteld om te leren
zwemmen. Vandaar onze oproep aan de wethouder, mede ook naar aanleiding van onze
schriftelijke vragen, om samen met betrokken partijen te komen tot een plan van aanpak om meer
kinderen aan het zwemmen te krijgen. Ook hiervoor houden we even een motie achter de hand.
We wachten op de reactie van de wethouder.
En voorzitter, de SP is ook verheugd dat sinds vandaag blijkbaar ook D66 geïnteresseerd is in het
onderwerp. Helaas …,
DE HEER ADANK:
Voorzitter .., Voorzitter…,
DE HEER MAES:
is het niet gelukt om samen een motie op te stellen.
DE HEER ADANK:
Mag het al?
DE VOORZITTER:
Na 4 minuten. We hebben dat afgesproken.
DE HEER ADANK:
Ja, maar ik heb geen klokje dus.
DE VOORZITTER:
Nee.
Gaat u verder mijnheer Maes.
DE HEER MAES:
Dank u wel, voorzitter.
Ja. Helaas is het niet gelukt om samen met D66 een motie op te stellen over het
vangnetzwemmen. De SP is van mening dat de toon van de motie van D66 iets te dwingend is. Wij
geloven meer in een uitwerking van het college. En D66 heeft volgens mij net 4 jaar de kans gehad
om dit uit te werken en wij willen het graag nu het aan het college laten om te kijken of het beter
ingevuld kan worden. Daar wil ik het bij laten.
DE HEER ADANK:
Voorzitter…,
DE VOORZITTER:
Het woord is aan mijnheer Adank.
DE HEER ADANK:
202
Ik word toch wel even getriggerd door deze motie. U heeft het er in het actualiteitenuur over dat
toezeggingen hard zijn en dat u het college daarop vertrouwt. In het coalitieakkoord staat expliciet
genoemd dat dit uitgewerkt gaat worden. Waarvoor is dan nog steeds een motie nodig?
DE HEER MAES:
Goede vraag mijnheer Adank…, voorzitter, van de heer Adank. Via de voorzitter.
We hebben geconstateerd dat bijvoorbeeld de invoering van het betaald parkeren nog niet geheel
vlekkeloos verloopt, - ik bedoel dan het betaald parkeren voor bezoekers -, en dat daar toch ook
wel bezoekers benaderd worden die het offline willen regelen in plaats van online. En graag willen
wij hierop een reactie van de wethouder. En nogmaals, wij vragen daar opnieuw aandacht voor.
DE HEER ADANK:
Maar ik had het over het schoolzwemmen met name ook. Dat staat expliciet in uw coalitieakkoord.
U dient daartoe een motie in. Is dan de toezegging en het op schrift stellen binnen het
coalitieakkoord niet voldoende dat u die zekerheid heeft dat het uitgewerkt gaat worden?
DE VOORZITTER:
Mijnheer Maes.
DE HEER MAES:
Dank u wel, voorzitter.
Ja, als de heer Adank zou hebben opgelet voorzitter, dan had hij ook de beantwoording van onze
schriftelijke vragen over dit onderwerp kunnen lezen. En daarin staat, even in mijn eigen woorden
samengevat, dat er al heel veel gedaan wordt en dat we daarmee doorgaan. En dat is op zich een
goede zaak. Alleen willen wij graag dat er toch een plan van aanpak komt met ook inbreng van de
veldpartijen om te komen tot een betere oplossing.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter …,
DE VOORZITTER:
Mijnheer De Beer.
DE HEER DE BEER:
Ja, we kennen de onderzoeken inmiddels wel van de afgelopen maanden op de verschillende
onderwerpen. Maar wat mag dit onderzoek kosten? Want als het nou een paar keer € 10.000,-kost, dan gaat het wel ten koste van het budget voor deze post. En wij gaan liever voor dat
Jeugdsportfonds wat heel goed werkt. En ik snap niet zo goed wat u daar dwingend aan vindt als je
gewoon een good practice, zeg maar, suggereert.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Maes.
DE HEER MAES:
Voorzitter, hetgeen dat wij ermee wilden bewerkstelligen, is in tegenstelling tot meer de top down
benadering van D66 van wij denken de wijsheid in pacht te hebben en we gaan het zo doen, laten
wij de bal graag bij het college liggen en vragen hen om een uitwerking te komen.
Terugkomend op de vraag wat het mag kosten: dat hoeft niet veel te kosten mijnheer De Beer, in
gesprek gaan met partijen die er al verstand van hebben.
DE VOORZITTER:
Gaat u verder.
DE HEER VAN DER HORST:
Voorzitter …, Mijnheer de voorzitter …,
Ik ben …, Mag ik?
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van der Horst.
DE HEER VAN DER HORST:
Dank u wel.
Ik ben een beetje met stomheid geslagen.
203
Ik zie dan op een gegeven moment, de ene keer wordt die bal neergelegd en dan trappen jullie
hem en de andere keer het college. En de ene keer heb je wel vertrouwen en de andere keer niet.
Waarom wil je wel moties indienen om te zwemmen maar niet om de veiligheid en de leefbaarheid
én ook de leefbaarheid van de vluchtelingen te garanderen?
DE VOORZITTER:
Mijnheer Maes gaat verder. Antwoorden en doorgaan.
DE HEER MAES:
Ja voorzitter, volgens mij de heer Van der Horst, - ik wilde zeggen de heer BOB -, maar de heer
Van der Horst gooit volgens mij 2 procedures door elkaar. De heer Van der Horst wil graag
discussies die al afgerond zijn, opnieuw leven inblazen en die over en over blijven herhalen. Nou,
daar hebben wij geen behoefte aan. Dit is het moment waarop we aandacht kunnen vragen…,
DE HEER VAN DER HORST:
Mijnheer de voorzitter …,
DE HEER MAES:
en dat doen we dan ook.
Gaat uw gang.
DE HEER VAN DER HORST:
Dank u wel.
Ja, ik heb u 4 jaar geleden, of althans 4 jaar aan een stuk, niks anders zien doen dan constant
discussies opratelen die al afgesloten waren.
DE HEER MAES:
Ik hoor geen vragen.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Maes, gaat u verder.
DE HEER MAES:
Ik was aan het einde van mijn 1e termijn voorzitter.
DE VOORZITTER:
Dan dank ik u zeer en geef ik het woord aan de heer Elbertse, fractievoorzitter CDA.
DE HEER ELBERTSE:
Ja voorzitter, dank u wel.
Voor ons ligt de eerste Voorjaarsnota van het nieuwe college. Een politiek document waarin het
coalitieakkoord verder wordt uitgewerkt. Er is in de korte tijd dat dit college aan het roer staat,
hard gewerkt. Een intensief inwerkprogramma en ook een gevoelig dossier, vluchtelingenopvang,
op je bordje krijgen is niet niks. En daarbij dan ook nog een Voorjaarsnota presenteren met deze
omvang en inhoud. Voorzitter, dat dwingt bij onze fractie respect af.
Betrokkenheid van de stad en dorpen bij het besturen van de stad, wordt tot uitdrukking gebracht
in Verbindend Besturen. De dialoog willen zoeken. Dat wat goed gaat, stimuleren, dat wat beter
kan, aanpassen en veranderen, zoveel als kan samen. En dat is waar dit college voor staat.
De CDA fractie gelooft in bewonerskracht. Meer samenleving, minder overheid. Dat vraagt
verandering van denken zowel bij onze eigen gemeentelijke organisatie maar ook bij onze inwoners
van stad en dorpen. En dat gaat niet vanzelf. Maar de aanhouder wint. Wij zien steeds meer
kansrijke initiatieven die weer motiverend werken op nieuwe initiatieven. De Belcrum Beach is daar
een mooi voorbeeld van. Een overheid die durft los te laten, initiatiefnemers die binnen het
toelaatbare de grenzen opzoeken van wat kan en wat mag. En dat inspireert.
Het Buurthuis van de toekomst krijgt steeds meer vorm. Buurthuizen waarin wordt gekookt,
georganiseerd, samen wordt gekomen, zorg wordt geboden, bibliotheekafhaalpunten zijn
gevestigd, wordt gesport, gedanst en muziek wordt gemaakt, activiteiten voor en door de wijk
worden georganiseerd, dat zijn de buurthuizen van de toekomst. Allemaal activiteiten gericht op de
betrokkenheid van onze inwoners bij hun wijk of dorp. De Buurtbegroting is een middel om die
betrokkenheid van onze inwoners nog verder te vergroten.
Financiële overheidsdata worden met nieuwe visualisatietechnieken inzichtelijk en controleerbaar
gemaakt voor de inwoners van onze stad of dorpen zodat onze inwoners meer invloed kunnen
uitoefenen op het toekomstig beleid.
204
In de commissie Bestuur heeft het college de toezegging gedaan om met de Buurtbegroting aan de
slag te gaan. Onze fractie is daarover zeer verheugd.
Ook op cultureel niveau gaat dit college stappen zetten. Onze fractie is blij met de herijking van
factor C. Wij bezien deze herijking in de bredere context van promotie van de stad. Het
museumbeleid hangt daar ook mee samen. Het is van groot belang dat de herijking factor C wordt
aangemerkt als een evaluatie van de Bredase cultuur, gevolgd door een formulering van sterke
punten en realistische ambities. Cultuur moet zo sterk en gevarieerd worden, zowel op
professioneel niveau als in bredere maatschappelijke zin, dat toerisme en vrijetijdseconomie als
vanzelf aansluiting kunnen vinden bij cultuur. Cultuur inzetten als promotie voor onze stad. Zo kan
wat ons betreft, De Stilte met meer dan 200 voorstellingen wereldwijd het visitekaartje worden
voor onze stad. Wat ons betreft, wordt De Stilte een vast onderdeel van onze handelsmissies.
Hebben wij dan geen zorgen? Jawel voorzitter. Als het gaat om de veiligheid van onze stad. De
veiligheidsmonitor laat zien dat in sommige delen van onze stad de onveiligheid toeneemt. Zeer
recent heeft BN de Stem gepubliceerd over jongeren in Breda Noord die de wijk daar onveilig
maken. Dit terwijl er goede dingen gebeuren, zoals het grote Broer project, Get started en Sterren
van morgen. Wij zien de probleemjongere steeds jonger worden. Jongeren die de verkeerde
rolmodellen krijgen voorgeschoteld. Er is veel inzet van onder andere de politie en stadsmarinier.
Toch denkt onze fractie dat er op het gebied van preventie een slag valt te maken. Wij willen het
college aansporen te onderzoeken hoe wij verder deze probleemjongeren en eventueel hun ouders
in beeld kunnen krijgen. Corrigerend optreden is dan veel effectiever. Onderwijs en werk liggen in
elkaars verlengde. Buiten een goede gezondheid zijn beide bepalend en van invloed op een
gelukkig en voorspoedig leven. Een groot aantal jongeren tussen de 18 en 27 jaar zitten thuis op
de bank. De verwachting is dat, als we niets doen, deze groep in de toekomst alleen nog maar zal
groeien. Dit ondanks de vele inspanningen van onderwijs en bedrijfsleven om jongeren aan een
baan te helpen. Vanuit de structuur van het onderwijs thuis op de bank. Dat noemt onze fractie
een koude overdracht van onderwijs naar bedrijfsleven. Wij pleiten voor een tussenstation tussen
onderwijs en bedrijfsleven zodat hoe dan ook onze jongeren niet thuis op de bank komen te zitten
maar binnen een nieuwe structuur worden voorbereid op het bedrijfsleven en hierdoor ook beter
aansluiting wordt gevonden op het niveau dat door het bedrijfsleven wordt gevraagd. Wat onze
fractie betreft, zou het verboden moeten worden dat jongeren vanuit het onderwijs thuis op de
bank terecht komen. Wij vragen het college samen met het onderwijs, bedrijfsleven en
vakbeweging, onderzoek te doen naar zo’n tussenstation.
Voorzitter, in het kader van de 3 decentralisaties Jeugdzorg, Zorg en Participatie, hebben wij in
2015 een grote opgave te vervullen. Daar is al veel over gezegd en we zullen daar de komende tijd
nog veel over te spreken komen. De gemaakte afspraken in het coalitieakkoord en de uitwerking
die het college daaraan geeft in deze Voorjaarsnota, geven onze fractie voldoende houvast om de
toekomst met vertrouwen tegemoet te zien.
Voorzitter, ter afsluiting. Onze fractie is blij met de eerste zichtbare uitwerking van het
coalitieakkoord. Wij vinden in deze Voorjaarsnota voldoende kaders terug die meegegeven worden
betreffende de uitwerking van de Begroting 2015. Onze fractie ziet deze begroting dan ook met
veel vertrouwen tegemoet.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Het woord is aan de heer Van der Velde, Partij van de Arbeid.
DE HEER VAN DER VELDE:
Voorzitter, de Voorjaarsnota bevat het kader voor de Begroting 2015 en is dus een vooruitblik naar
dat jaar. Tegelijk geeft de nota het coalitieakkoord verder inhoud. Zo wordt dat akkoord stap voor
stap vertaald naar meer concrete plannen en maatregelen. De PvdA ziet in de Voorjaarsnota een
logische voortzetting van het akkoord en wil het college daarvoor een grote pluim geven. Binnen
anderhalve maand na de start van het nieuwe college. Dat is een prestatie van formaat. En ook
nog eens heel kort nadat de rijksoverheid de nieuwe cijfers verstrekte.
Voor de Partij van de Arbeid blijft van belang: wat maakt de Voorjaarsnota waar van ons
verkiezingsprogramma. Dat programma kende een aantal speerpunten. Ik noem er 3: werk, zorg
voor goede zorg, en geef jeugd de toekomst. Alle 3 die punten zien wij terugkomen in de nota.
Voorbeelden. Werk. De werkgelegenheid wordt gestimuleerd met regionale plannen. En bij de zorg
uitbouw en stimulans voor wijknetwerken en zorgcoöperaties. En bij de jeugd uitbouwen van de rol
van het Centrum voor Jeugd en Gezin.
En we hebben gezien dat dat lang niet alles is.
Voorzitter, 2015 wordt het jaar van de decentralisaties. Op de 3 onderwerpen krijgt Breda heel
veel te verstouwen. Het wordt alle zeilen bij zetten. Zoeken van alle kracht in de samenleving, een
groot beroep op de solidariteit van Bredanaars en een houding van alle betrokkenen om er samen
wat van te maken. Het is goed dat de zorg dicht bij huis wordt georganiseerd en het is goed dat
205
het college ziet dat aan zulke megaoperaties flinke financiële risico’s kleven. En als je dat ziet,
moet je voldoende vlees op de botten hebben om risico’s op te vangen. Die ruimte heeft Breda en
het financiële beleid blijft gericht op het behoud van een gezonde reserve. Door zo’n financieel
beleid kun je zorgen dat mensen die echt zorg nodig hebben, die ook krijgen.
Werk voorzitter, dat is de beste manier om mee te kunnen doen in de samenleving. De
Voorjaarsnota noemt algemene maatregelen. Maar het is volgens de Partij van de Arbeid ook nodig
dat we volgen wat het effect is van die maatregelen. Over de cijfers op het gebied van armoede,
uitkeringen, werkgelegenheid bestaan nogal eens verschillende beelden. Wij stellen het college
voor om daar scherper in te zijn. Bij de Begroting zien we graag een eenduidig beeld op deze
terreinen. Noem het een 0 meting. We vragen het college daarvoor al in september een eerste
voorlopige set gegevens te leveren. Dan kan de raad verder meedenken over de definitieve vorm
die bij de Begroting hoort. En daarbij hoort inzicht in hoe het zit bij werk.
De Partij van de Arbeid legde eind 2013 een motie voor om de werkeloosheid in
wijkontwikkelingswijken aan te pakken. Wij willen ook nu kunnen blijven volgen hoe het gaat in de
wijken en dorpen. En we willen in beeld houden waar achterstanden zitten en of het lukt om daar
iets aan te doen. Dat beeld van achterstanden is niet alleen belangrijk voor wijken maar ook voor
groepen. Hoe staat het met de werkeloosheid en armoede onder ouderen, onder jongeren, onder
allochtone Bredanaars, en wat verder van belang is.
Voorzitter, tenslotte nog een opmerking over de jeugd. Op diverse manieren besteedt de nota
aandacht aan wat voor jongeren belangrijk is. Van Jeugdzorg en gezondheid tot sport, cultuur en
het studentenleven. Het oog voor jongeren is er dus zeker in de nota. Wel vraag ik extra aandacht
voor de jeugdwerkeloosheid want daar kun je nooit genoeg aandacht voor hebben. Jongeren die
geen baan kunnen vinden, dat is een bedreiging voor de samenleving. Het zou daarom goed zijn
als het college bij de behandeling van de Begroting straks dit probleem benoemt en waar mogelijk
van maatregelen voorziet.
Ik rond af. Het is een Voorjaarsnota om trots op te zijn. De PvdA ziet in de nota het thema Ruimte
en Verbinding zeker terug komen. En dat geldt ook voor de solidariteit die nodig is om Breda nog
sterker en socialer te maken. In het bijzonder als het gaat om werk, zorg en jongeren.
Dank u wel.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Het woord is aan de heer Koniuszek, GroenLinks.
Gaat uw gang.
DE HEER KONIUSZEK:
Dank u wel, voorzitter.
De voorliggende Voorjaarsnota 2014 geeft een doorkijkje naar het volgend jaar, waarin Breda, als
ik het goed lees, weer een aantal stappen gaat maken in de richting van een schonere en
duurzamere stad, een socialere stad, een stad waarin de mens centraal staat.
De decentralisaties die er aan komen, laten volop ruimte voor de eigen inbreng en op wijk en
buurtniveau gaan we proberen om de zorg te regelen. Niet meer afhankelijk van grote, logge,
bureaucratische instituten waarin, zo zie ik het af en toe, de kans op fraude erg groot is en af en
toe bijna geaccepteerd lijkt te zijn.
Voorzitter, toen ik in de jaren 70 van de vorige eeuw, dat is alweer een tijdje geleden,
sympathiseerde met eerst de PSP en later met GroenLinks, droomde ik van een toekomst met
meer eigen regie en met een goede verdeling van baten en lasten en minder uitputten van onze
fossiele brandstoffen en van de aarde. Ik was ervan overtuigd dat dit de enige mogelijkheid was
om op termijn een leefbare wereld te creëren. Lang leek deze visie het terrein van de hippies en de
dromers. En toen we dachten dat we met geld geld konden maken raakte de hele visie buiten
beeld. En nu deze luchtbel uiteindelijk aan het leeglopen is, dwingt de nieuwe economische
realiteit, door sommigen nog hardnekkig crisis genoemd, ons om lokaal samen te werken. Om afval
om te vormen naar grondstoffen, en zelf duurzame energie op te wekken.
Voorzitter, overal zien we communities ontstaan, coöperaties, broodfondsen, crowdfunding,
enzovoorts. Ga maar door. U begrijpt dat al deze ontwikkelingen mij als muziek in de oren klinken.
Met deze Voorjaarsnota en het huidige coalitieakkoord wordt Breda verder klaar gemaakt voor een
duurzame toekomst.
Ruimte voor de burger. En verbinden om samen op lokaal niveau de zaken te regelen en aan te
pakken. Breda wordt niet alleen een stad van mensen waar alles in de menselijke maat gaat maar
ook de natuur mag in Breda niet ontbreken. Zonder natuur in en om de stad, binnenin en in het
buitengebied, is Breda onleefbaar, niet meer interessant om te zijn en niet meer interessant om te
werken. Daarom hameren wij al jaren op een zo groot mogelijke biodiversiteit in ons gebied. En
een van de belangrijkste spelers bij het behoud van die biodiversiteit is de bij. Niet alleen de
honingbij, de enige bijensoort die in volkeren leeft en sociaal is, maar ook de 350 andere
bijensoorten en hommelsoorten. Zij zijn onmisbaar in ons ecosysteem. Bijen zorgen op een grote
206
schaal voor bestuiving van allerlei plantensoorten zowel voor wilde planten als voor
landbouwgewassen. De bij is wereldwijd gezien het derde landbouwdier. Zonder bestuiving geen
vruchtvorming. Dus minder vogels en ga zo maar door. En minder eten. Veel bijen resulteert in
veel vruchten, veel zaadvorming waardoor veel meer vogels, kleine knaagdieren waar weer grotere
beesten op af komen, en zodoende een veel grotere biodiversiteit. Zoals u waarschijnlijk weet,
wordt de bij wereldwijd behoorlijk bedreigd door een tekort aan bloeiende planten, een eenzijdig
aanbod van stuifmeel, een infectieziekte en chemische bestrijdingsmiddelen, waaronder
grootschalig gebruik van neonicotinamide Toevallig was er vanmorgen weer een berichtje op
Twitter waar weer de alarmbel geluid wordt over die chemische bestrijdingsmiddelen, dat die niet
alleen de bijen zouden benadelen maar ook de vogelstand achteruit brengen. Door een gevarieerd
aanbod van stuifmeel, gecombineerd met een goede beplanting en een goede planning van zaaien,
planten, maaien en snoeien, milieuvriendelijk onderhoud zonder chemische middelen, kunnen we
van Breda een voorbeeldstad maken als het gaat om een bijvriendelijke gemeente. De
bijenhouders in onze gemeente willen ons daar heel graag bij helpen. Wie dienen daarom de
volgende motie in.
DE VOORZITTER:
Bijvriendelijk Breda.
Roept het college op actief bij te dragen aan het verbeteren van de leefomgeving van bijen, zowel
wilde bijen, honingbijen als hommels, op gemeentelijke gronden en braakliggende terreinen. Dit
vast te leggen in een convenant met de Bredase bijenhoudersverenigingen.
Bredase burgers en bedrijven te stimuleren om hierbij aan te sluiten.
Aansluitend hierop een start te maken met een beleid dat zorgt voor een goede leefomgeving en
behandeling van alle wilde dieren en huisdieren in Breda.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER KONIUSZEK:
Voorzitter, ik sluit af.
Wij zijn positief over de voorliggende Voorjaarsnota, danken het college daarvoor en wachten de
Begroting voor 2015 af.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Het woord is aan mijnheer Vuijk, Breda’97
DE HEER VUIJK:
Dank u wel, voorzitter.
Ik blijf er even bij zitten.
Ik zou bijna willen zeggen naar aanleiding van de vorige bijdrage: nu de boomkikker van mevrouw
Schokker talrijk is waargenomen, wordt ik van de bijdrage van GroenLinks echt blij. Dus bij deze al
vast wat steun voor de motie.
Het is al eerder gememoreerd: het is een uitwerking van het coalitieakkoord. En veel zaken van
ons verkiezingsprogramma zijn eigenlijk terug te vinden in de Voorjaarsnota. In de commissie
hebben we hem tot tevredenheid ontvangen en besproken. De heer Elbertse zei het ook al net in
zijn eigen bijdrage, enorm veel respect voor het stuk. Een goed stuk, er is goed gewerkt op het
stadskantoor en het is zeker niet afgeraffeld. Het geeft een goede voortgang en doorkijk naar de
Begroting straks. Geen verrassingen, echt conform het coalitieakkoord.
En ook van de VVD heb ik eigenlijk geen echte kritiek op de Voorjaarsnota gehoord. Het was
eigenlijk incidentenpolitiek die aan de orde kwam. Daar zit D66 toch iets anders in zou ik bijna
willen zeggen. Wat me nog wel triggerde is de kwestie Galderse meren en daarvoor wel dank aan
de heer Adank want ik was hem al bijna vergeten. En de tariefsaanpassing geldt inderdaad zeg
maar het tarief voor 2015. En ik zou eigenlijk aan de wethouder willen vragen of hij wellicht geen
kansen ziet om een tariefstelling voor deze zomervakantie al in 2014 weg te leggen. Anders heb ik
daar in 2e termijn daar wellicht nog wel een kleine motie …., of kan ik daar een motie over
inbrengen.
Daar wilde ik het graag even bij laten.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Goed. Ik dank u allen.
Ik stel voor dat het college 5 minuten tijd krijgt om even kort overleg te hebben. Mag ik u vragen
om in de nabijheid van deze zaal te blijven zodat we zo snel mogelijk kunnen aanvangen. Mocht u
buiten zijn, voor een klein pafje of wat dan ook, ook snel terugkeren dan.
207
De vergadering wordt geschorst tot kwart over. Vijf tot tien minuten.
SCHORSING
DE VOORZITTER:
Ik verzoek u de plaatsen in te nemen.
Het woord is aan wethouder Van Lunteren.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ja, dank u wel voorzitter.
Dank u wel, leden van de raad voor alle vragen en opmerkingen.
De Voorjaarsnota 2014, de financiële kaders voor de Begroting van 2015 die we komend najaar
jullie aanbieden, met de bestuurlijke prioriteiten erbij. Bottom line is eigenlijk het volgende
verhaal. Er ligt een gezond perspectief. En met deze Voorjaarsnota geven we invulling aan Ruimte
en Verbinding, het coalitieakkoord.
Ruimte in de zin van “ja mits” houding, die ruimte biedt aan initiatieven voor partijen in de stad,
pro actieve houding die start met luisteren, durven loslaten of juist nauw samenwerken. Daarbij
moeten we natuurlijk wel een houding en gedrag verandering teweeg brengen, zowel intern als
extern, bij onszelf en ook bij de mensen met wie we te maken krijgen in de stad. Dat kan, wat ons
betreft, natuurlijk ook niet snel genoeg gaan.
Het gaat om Ruimte én Verbinding. De verbinding ook. Er is lef nodig om nieuwe verbindingen te
leggen, om samen te werken en om het anders te doen.
2015 wordt onmiskenbaar het jaar van de verandering als het gaat om de decentralisaties, met het
oog op afnemende budgetten en met alle uitdagingen om met vrijwilligers en mantelzorgers aan de
slag te gaan. En daarbij moeten we natuurlijk continu afwegen waar doen we het allemaal voor en
wat helpt de mensen vooruit. Ik hoor: de mensen stimuleren waar nodig en veranderen waar dat
moet met de buurten en de wijken als uitgangspunt. En laten we de dorpen daarbij vooral niet
vergeten. We gaan meer investeren in evenementen. Meer investeren in de regio, meer in de
binnenstad, meer in werkgelegenheid en veiligheid maar vooral dus in mensen en menselijke maat.
Niet alleen geld en economie zijn leidend wat dit college betreft, maar ook vooral het
maatschappelijke effect, wat doen we goed voor de mensen, voor de economie, voor de
werkgelegenheid.
En om nou antwoord te geven op de vragen van de SP van wat doen we met dat maatschappelijke
effect. Ja het lijkt mij inderdaad belangrijk om dat ook zichtbaarder te maken, om dat inzichtelijk
te maken in alle voorstellen die wij doen. Dat lijkt ons logisch. Eerder is al door mijnheer Ernst een
keer aangegeven…, ik meen 2 of 3 jaar geleden zaten we in de werkgroep Cyclische producten
samen en toen deed hij een voorstel van moet je dat, die raadsvoorstellen, eens verbeteren. Het
lijkt me dat we ook dat weer eens oppakken samen met de hele leesbaarheid van de Begroting dat
dat daar ook een plek in krijgt. En je moet dan wel even heel goed nadenken wat dan het
informatieniveau is wat u daarbij voor ogen heeft. Maar daar komen we denk ik met zijn allen dan
wel uit.
Dat geldt ook, de Buurtbegroting is andermaal genoemd, in de commissie ook…,
DE HEER ADANK:
Voorzitter …,
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Dat gaan we uiteraard daar allemaal bij betrekken. Dat lijkt me …,
DE VOORZITTER:
Mijnheer Adank.
DE HEER ADANK:
Dank u wel.
Mijnheer Van Lunteren, zegt u nu toe dat u de maatschappelijke effecten gaat opnemen in uw
voorstellen?
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ja nou, het idee lijkt mij een goed idee omdat naast financiële effecten en juridische effecten,
maatschappelijke effecten ook inzichtelijk maken …, Maar hoe dat precies moet daar wil ik wel
graag met u in overleg. Dat kan natuurlijk heel breed en tot in uiterste mensen en centen
nauwkeurig maar het kan ook wel in algemenere termen en dat het wel voor iedereen helder is.
DE HEER ADANK:
208
Dus ja, u gaat maatschappelijke effecten opnemen in uw raadsvoorstellen? Waarmee de motie van
de SP overbodig wordt.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ik heb nog geen motie van de SP gezien maar het zou zo maar kunnen dat, mocht die een motie in
voorbereiding hebben gehad, het zou zo maar kunnen, dat zou ik hem aanraden die niet in te
dienen want ik doe hem hierbij de toezegging dat ik de strekking van zijn motie wel snap en dat we
daar met de raad over in discussie willen. Goed. U handelt met voorkennis mijnheer Adank. Dat is
bijzonder.
Goed, het CDA. Betrekken bij beleid en begroting. Met die Cyclische producten. Het lijkt me goed
om dan ook die Buurtbegroting daar bij aan te pakken. Hoe meer we hen inzichtelijk maken wat
voor maatschappelijke effecten we bereiken met onze doelen en dan ook nog in welke wijk ze
neerslaan en in welke buurt, en dan het allermooiste, als we in 2018 voor elkaar krijgen dat die
mensen daar ook nog in mee kunnen doen, ook nog eens echt zelf, dan lijkt me dat als coalitie
mooi de komende jaren als het gaat om de financiële zaken.
Mijnheer Van der Horst en anderen hebben wat gevraagd over de ontwikkeling van de lasten. Nou
die volgen niet meer dan de inflatie. Dat hebben we nou al een paar keer gezegd. We tellen die
drie bij elkaar op en dat gaat niet meer dan de inflatie stijgen. Ja we kunnen dat, zoals mijnheer
De Beer vroeg, uitsplitsen. Maar het staat ook uitgesplitst in de Voorjaarsnota en het staat
uitgesplitst in het coalitieakkoord. Als je de tabellen goed analyseert, dan staat het ook in die
tabellen wat er allemaal vrijvalt, dus. Maar we hebben het er in de commissie ook al over gehad.
Volgens mij is het helemaal niet zo ingewikkeld om een aantal …, ja, het breder te trekken dan het
gemiddelde huishouden, goedkope huur, dure huur, goedkope koop, dure koop, en dan de
ondernemers zoals u dat voorstelt. Het lijkt mij dat …,
DE HEER VAN DER HORST:
Mijnheer de voorzitter…,
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
dat we de strekking van uw motie daarin …,
DE HEER ERNST:
Voorzitter …,
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
wel kunnen overnemen.
DE VOORZITTER:
De heer Ernst, VVD.
DE HEER ERNST:
Voorzitter, de afgelopen jaren hebben we eigenlijk op de Afvalstoffenheffing…, daar zijn toch
eigenlijk grote stappen gezet. Afval brengt geld op. Dus er is ook eigenlijk gezegd van de
Afvalstoffenheffing: die kan eigenlijk gaan dalen. Maar nu u alles in evenwicht gaat houden, blijkt
dus eigenlijk dat u de rest dan dus eigenlijk heel erg gaat verhogen.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ja nou…,
DE VOORZITTER:
Wethouder.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Kijk, de lasten stijgen niet meer dan de inflatie voor de bewoners. Dus de mensen betalen, wat ze
nu betalen, met een kleine stijging van 1 of 1,5%...,
DE HEER VAN DER HORST:
Mijnheer de voorzitter …,
WERTHOUDER VAN LUNTEREN:
Over 2 jaar zal dat voor iedereen gelijk blijven. Dan weten de mensen nu wel waar ze aan toe zijn.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van der Horst.
209
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Dat lijkt me vrij helder voor iedereen en alles.
DE HEER VAN DER HORST:
Dank u wel.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
En dat uitsplitsen voor de mensen …, Excuses.
DE HEER VAN DER HORST:
Dank u wel, mijnheer de voorzitter.
Begrijp ik het goed dat u nu zegt wethouder, dat de lasten voor de bewoners, dus de burgers, niet
stijgen? Maar wat gebeurt er met de lasten voor de ondernemers? En hoor ik u nu ook noemen en
benoemen dat de lasten tijdens uw periode niet zullen stijgen?
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
De gemeentelijke lasten stijgen niet meer dan de inflatie. Die optelsom van die lasten die zullen
niet meer stijgen dan de inflatie. Ik kan het nou wel …, maar dat is en dat was bij het
coalitieakkoord al zo, dat is bij de Voorjaarsnota al zo, dat was in de commissievergadering zo en
dat blijft zo.
DE VOORZITTER:
Gaat u verder, wethouder.
En het zal de komende 4 jaar zo blijven want er is een politieke keuze die wij gemaakt hebben.
Dus vandaar dat we ook de motie van de VVD daarom ontraden. Want ja, dat is een politieke
keuze die wij maken. Dat zal zo blijven.
DE VOORZITTER:
Het woord is …, gaat u verder wethouder.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
De vraag over …, Mijnheer De Beer deed een ingewikkelde over het inpassen van incidentele
gelden in de exploitatie. Logisch, dat zouden wij ook graag doen. Wij constateren dat ook en daar
hebben we het in de commissie ook al over gehad. Het lijkt ons dat dat zou moeten kunnen maar
ja, geef ons dan wel de tijd. U legt ons nu wel heel dwingend een aantal termijnen op, een aantal
bedragen op. Maar de strekking, daar hebben we het al over gehad in de commissie, die snappen
we en daar willen we aan werken. En ja, hoe sneller het lukt, lukt het, maar we gaan in 2017 nog
een tussenbalans opmaken financieel. Dus daar zou het ook in kunnen worden meegenomen. Dus
uiterlijk 2017, maar hoe eerder hoe liever.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter…,
DE VOORZITTER:
Mijnheer De Beer.
DE HEER DE BEER:
Ik zou toch willen vragen …, Oké, dat is inderdaad wel zo dat het misschien wat ver gaat om het
meteen volgend jaar al voor het volledige bedrag in te laten gaan. Dus daar moeten we misschien
inderdaad naar kijken. Maar wat acht u dan reëel om die zaken in te passen? 2017 is wel erg ver.
En je kunt natuurlijk een bepaalde curve inzetten wat we normaal ook wel gebruikelijk achten met
dit soort processen vaak.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ja. Ja, eens. Ik bedoel: natuurlijk kunnen we …, Maar we krijgen de Begroting ook van een vorig
college mee. Dus we moeten wel even zoeken, waar komt het nou allemaal vandaan, hoe zit het
nou allemaal, welke posten zijn waar vandaan gefinancierd. Dus gun ons de tijd. En hoe sneller we
het kunnen doen, hoe liever het mij ook is. Want het kan in de exploitatie zitten maar de
tussenbalans van 2017 is wel een moment om het eens even goed allemaal…, want ja, dan vallen
er wat middelen vrij, meer reserveposten, dus daar zou een moment in kunnen zitten, uiterlijk zeg
maar 2017, maar ja, ik zeg al …,
DE HEER ADANK:
210
Voorzitter …,
WETHOUDER VAN LUNTEREN
het is ook afhankelijk van wat er financieel allemaal op ons af komt.
DE VOORZITTER:
De heer Adank.
DE HEER ADANK:
Begrijp ik nou goed dat u eigenlijk zegt dat u tot 2017 nodig heeft voor u het systeem doorheeft?
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Nee, dat heeft u helemaal verkeerd begrepen.
Voorzitter, de andere motie over het ophogen van, althans de dekking werd gezocht in de ophoging
van subsidies. Nou dat lijkt ons ook geen verstandige motie. Alleen al vanwege de dekking zouden
we die gaan ontraden.
Volgens mij heb ik dan alle antwoorden gegeven op de vragen aan mij gericht en is nu mijn
collega.
DE VOORZITTER:
Dan geef ik het woord aan wethouder Bergkamp.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, de heer Van der Horst maar ook de heer Van der Velde en anderen hebben gewezen op
de problematiek van de jeugdwerkeloosheid. Daar is in de commissie Economie vorige keer ook
uitgebreid over gesproken. Er is een aanpak op het gebied van jeugdwerkeloosheid in de regio.
Wij hebben op dit moment een nieuwe aanvraag ook in het kader van ESF in voorbereiding,
tenminste die is al uitgedaan, ook in samenwerking met partijen in de regio. Dus ik stel voor dat
wij in de commissie Economie, de 2e helft van het jaar, uw signaal daarin is helder en duidelijk,
zorg voor een sluitende aanpak, zo vertaal ik hem maar. Een jeugdige zit op school, is aan het
werk, of is bezig weer terug naar school te gaan of om weer terug aan het werk te komen, om het
maar even kort samen te vatten. Dat we vanuit dat uitgangspunt de plannen in de regio met alle
partijen, met name ook met het onderwijs, bespreken, vooral ook in het kader van de instroom van
het middelbaar beroepsonderwijs. Dus de 2e helft van het jaar ga ik graag met u, ook vanuit die
regionale aanpak, hierover in gesprek en kom terug met concrete voorstellen. En uw
aanmoediging, om het maar even zo te formuleren, met een aantal concrete suggesties zoals in de
commissie Economie gedaan, die staan goed genoteerd. Dus die neem ik graag mee in die
discussie. Dat is een.
Twee. Er zijn een aantal opmerkingen gemaakt over de discussie rondom het scherm. Daar zal de
burgemeester op antwoorden. Dus daar ga ik nu even niet op in. Mijn reactie op dat punt was
vooral als loco. Maar goed, dat hoeft nu niet meer want de burgemeester is er weer.
De heer De Beer wees op de Regionale Detailhandelsnota. Ik begrijp zijn punt. Wij hebben een
brief gestuurd als reactie op het concept wat er lag. Ik begrijp dat daar de indruk uit gewekt zou
kunnen zijn dat we het er mee eens zijn. Wat we hebben willen doen, is dat we hebben
aangegeven, - ik zelf overigens ook -, dat ik met dat concept met een aantal op- en aanmerkingen
best kan leven. Die op- en aanmerkingen zijn ook verwoord. Maar wij hebben afgesproken, en die
afspraak wil ik nog een keer herhalen, in het Regionale Ruimtelijk overleg van vorige week, dat we
even de tijd nemen om de nota te bespreken in de diverse gemeenteraden of commissies. Dat
betekent dat ik dus de ruimte heb, en dat heb ik ook toegezegd vorige keer, en dat wil ik herhalen,
dat wij in de septembervergadering, ik denk eind september dat dat hem is, dat wij de nota
agenderen, bespreken. En we hebben als Westbrabantse gemeente met de Provincie afgesproken
dat we de nota daarom pas eind van het jaar willen vaststellen. Dus er is voldoende ruimte om die
inbreng alsnog te leveren. Dat is een.
Wat betreft de opmerking die de heer De Beer maakte over Hoeveneind, neem ik aan dat we die bij
Hoeveneind zelf wel even kunnen bespreken. Dus die wilde ik dan even vast houden tot dat
moment.
En als het gaat om het aanbestedingsbeleid, ja ik zoek altijd maar naar waar hebben we het nou
samen over en wat vinden we daarvan. Er zitten 2 aspecten in. Als ik naar de motie kijk en vooral
het dictum van de motie, zou ik namens het college zeggen: prima. Een prima dictum. Want dat
vinden we namelijk ook. Als we het aanbestedingsbeleid vernieuwen, kijk dan hoe je MKB
bedrijven meer mogelijkheden kunt bieden om in te schrijven op gemeentelijke opdrachten. Daar
zijn we het over eens. Dat is een. Twee: we hebben op dit moment al een aanbestedingenbeleid,
onder het vorige college, de vorige wethouder die daarover ging, nog een keer, laten we zeggen
naar de raad ook gebracht. En in dat huidige beleid, zijn al afspraken opgenomen als het gaat om
211
onderhandse aanbestedingen. Dat is waar we het over hebben. Niet over algemene
aanbestedingen, over onderhandse aanbestedingen. In de huidige regelgeving staat dat bij een
enkelvoudige aanbesteding, onderhandse aanbesteding dus, één opdracht, de voorkeur wordt
gegeven aan een Bredaas bedrijf. Mits, en dat heeft dan te maken met. En dat bij een
meervoudige onderhandse aanbesteding er tenminste een Bredaas bedrijf wordt uitgenodigd. Nou
van tenminste een Bredaas bedrijf willen we er 2 maken, om uit te nodigen. Dat is de strekking
van de brief die ik gestuurd heb en de opmerking. En er lijkt nu een hele discussie over te ontstaan
terwijl ik denk dat we het over de principes op zichzelf eens zijn. Kijk, wat we gedaan hebben in
het coalitieakkoord, is een vertaalslag maken van een signaal, een heel duidelijk signaal vanuit het
Midden en Klein Bedrijf uit Breda dat als het gaat om de kleinere opdrachten, wil ons iets meer in
de positie brengen om in die kleinere opdrachten wat mee te kunnen doen. Nou dat is de
vertaalslag om als we bijvoorbeeld 3 partijen uitnodigen voor een meervoudige onderhandse
aanbesteding, en het zijn altijd kleine opdrachten, om er dan tenminste 2 Bredase bedrijven uit te
halen. In de huidige beschrijving…,
DE HEER DE BEER:
Voorzitter …,
WETHOUDER BERGKAMP:
Ik maak even mijn zin af, mijnheer De Beer.
DE HEER DE BEER:
Ja.
WETHOUDER BERGKAMP:
In de huidige beschrijving van Bredaas bedrijf is die definitie ook al ruimer. In het huidige
aanbestedingsbeleid. Daar zit al een regiocomponent in. Mijn voorstel zou zijn, want ik heb het
idee dat we daar nauwelijks verschillen, misschien op dat ene puntje van hoe kan je nou dat lokale
naast de MKB bedrijven iets meer positie geven zonder in protectionisme te vervallen want dat wilt
u niet en dat wil ik ook niet, dat willen wij ook niet. Wij komen in september, ik praat ook even
namens collega Van den Berg want het aanbestedingsbeleid valt eigenlijk in zijn portefeuille maar
we leggen de link naar de economie en de arbeidsmarkt. In het najaar komen wij nog een keer
terug met de uitwerking van een aantal van die gedachten. Want mij betreft inclusief het dictum
uit uw motie. En laten we dan met elkaar even de tijd en de ruimte nemen om dan even goed
tegen het licht te houden, maar dan in de breedte, waar we het over hebben en wat we wel en wat
we niet willen doen. Dan halen we er niet een element uit maar dan pakken we hem even breder.
Dat zou mijn voorstel aan u zijn. En dan kunnen we volgens mij ook evenwichtig die discussie
voeren. Dat even als suggestie.
Voorzitter, dat zijn de punten uit mijn portefeuille.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Wethouder Akinci.
WETHOUDER AKINCI:
Het zijn letterlijk de smalle marges van de politiek, dat kleine gangetje waar de bestuurders af en
toe doorheen moeten. Het stimuleert ons ook om vooral niet al te veel aan te komen.
Goed, ik zal niet al te veel quasi grappige inleidingen maken.
Vier vragen die mij gesteld zijn, die in ieder geval gesteld zijn aan de portefeuilles die ik onder mijn
beheer mag hebben.
De heer Adank had het over het parkeerbeleid en stelde daarbij de vraag: waar willen we heen.
Het is misschien een beetje raar om te zeggen: dat weten we niet. Maar op het moment dat je met
ondernemers wilt gaan praten in de binnenstad en ook wilt kijken van wat zien zij nou als belang
voor bijvoorbeeld hun inloopstraat omdat maar als voorbeeld te nemen en hoe willen ze die
realiseren, wat voor mobiliteit hoort daarbij, wil je nog wel parkeren op straat of juist niet. Want
dat soort discussies zie je spelen per straat eigenlijk. Dan vragen wij wel ook: zorg dat je samen
georganiseerd bent en dat je daar samen uit bent. Kom samen als alle ondernemers maar ook in
dialoog met de bewoners met een plan. En wij gaan kijken hoe we daar ook vanuit de
mobiliteitskant, en parkeren is daar een onderdeel van, mede uitvoering aan kunnen geven. Zo
mag u de 2 zinnen die hieraan gewijd zijn op pagina 7 vertalen. Dat is niet per se is wat alleen
maar in aanloop naar 2015 gerealiseerd hoeft te worden. Samen werken aan de aantrekkelijkheid
van de binnenstad is volgens mij een soort on going proces. En mobiliteit is een faciliterend verhaal
daarin.
212
Even kijken…, Instandhouding, maar daar is het net al over geweest. Dat is vraag 2, dat heeft de
heer Van Lunteren al gezegd.
De heer Elbertse, CDA, maakte de opmerking over de herijking waar hij halsreikend of reikhalzend,
afhankelijk van hoe u staat, naar uitkijkt. Ik deel dat met u. Spannend proces, om dat ook weer
weliswaar niet het hele jaar lang, maar wel met de stad, vorm te geven. Ik deel ook uw opvatting
over De Stilte als uithangbord wat we wat vaker kunnen gebruiken. Ik weet niet of je hen op elke
handelsmissie mee moet nemen maar uw punt is helder. Maak ook gebruik van alle kwaliteiten die
je hebt in de stad. De Stilte is er daar een van. En dat is volgens mij ook wel een interessant
onderwerp om daar tijdens die gesprekken met de stad ook nog eens aan te halen, van hoe
kunnen we het nou meer gebruiken. Ik wil cultuur niet helemaal plaatsen in alleen maar
citymarketing maar hoe kunnen we het gebruiken, de kwaliteiten die we hebben, ook om onze stad
uit te dragen buiten de gemeentegrenzen en misschien ook wel buiten de landsgrenzen. Dus ik
beschouw dat als een stimulans.
En dan het pièce de résistance wellicht van mijn beantwoording: de bijenmotie en bijdrage van de
heer Koniuszek. Ik wil hem voor een groot gedeelte omarmen. Dus wat dat betreft bijval. Misschien
een aantal dingen. We doen nu al een heleboel als het gaat om biodiversiteit in zijn algemeenheid
en ook voor de bijen in het bijzonder, als het bijvoorbeeld gaat om het ecologisch beheer van de
stad. Maar uw motie stimuleert ook tot creatief nadenken bij niet alleen de afdeling Groen en
Water maar ook de afdeling Beheer. Er zijn ook mensen bij elkaar gekomen van wat kunnen we
nou in dit kader doen. Overigens niet alleen vanwege de motie, ook omdat we een
biodiversiteitsparagraaf willen opnemen in de nieuwe Milieuvisie waaraan ook wordt gerefereerd in
de Voorjaarsnota. Een aantal zaken waar u aan kunt denken, is bijvoorbeeld bij reconstructie,
nieuw riool of nieuw wegdek waarbij tijdelijk groen opgeruimd moet worden. Herstel dat snel maar
herstel dat meteen bijenvriendelijk. Dat heeft te maken met maaisel dat je neerzet, schrale grond
die je daar overheen zet. Eerst een paar keer maaien en vervolgens ecologisch beheren. Nou dat
zijn zaken, - ik noem het even werk met werk maken -, die een behoorlijke bijdrage kunnen
leveren aan het leefgebied. Als het gaat om betrekken van bewoners van de stad, het stimuleren
en aanleggen van geveltuintjes in wijken waar niet al te veel tuinen zijn, ofwel kijken of je in de
tuinen mensen kunt aansporen bijmengsels te planten in hun tuin. Gemeentelijke wandelpaden,
opties te over om er aan te gaan werken. Dus we pakken het als een soort aanmoediging op. Een
ding wil ik u wel vragen want daar zit namelijk volgens mij het strijdpunt tussen ons. U vraagt om
een convenant op dit punt. En eigenlijk is mijn ambitie ook in het kader van die
biodiversiteitparagraaf om met de groepen, ik bedoel we zijn natuurlijk in overleg, om te kijken
van wat moeten we doen, dat vastleggen in een soort beleidsuitgangspunt en daar naar te
handelen en continu met groepen in overleg blijven. En of het dan om weidevogels gaat of bijen,
die moeten allemaal mee in overleg blijven. En dat vind ik waardevoller dan een convenant. Dan
heb je weer een papieren afspraak, ik kan er wel honderd verzinnen. Convenanten zeggen mij niet
zo heel veel. De dialoog die je hebt op dit soort punten zegt mij veel meer. Dus als ik hem los van
het convenant, maar de overige punten van u, als ik hem zo mag overnemen dan doe ik dat. Dat
laat ik verder aan u hoe u dat ziet.
DE HEER QUAARS:
Voorzitter, zou ik een vraag mogen stellen?
DE VOORZITTER:
Mijnheer Quaars.
DE HEER QUAARS:
Om de wethouder maar even bij te vallen. Want volgens mij staat er wel een bijzondere vraag in.
In een bijzin. En dat gaat namelijk om een beleid voor de goede leefomgeving en behandeling van
alle wilde dieren. Hoe heeft hij die dan gedefinieerd als u deze motie steunt?
WETHOUDER AKINCI:
Ja die is bijna logisch. Er is in het akkoord afgesproken dat we in Breda gaan werken aan het
dierenwelzijnsbeleid. En dat heeft met huisdieren en overigens dieren in de agrarische sector horen
daar ook bij. Maar dat heeft ook met wilde dieren te maken die …,
DE HEER QUAARS:
In het bijzonder wilde dieren?
WETHOUDER AKINCI:
Bijzonder, jazeker. En die horen er ook allemaal bij.
Dus volgens mij gaan we dat doen. Dat lukt niet allemaal al voor 2015. We willen eerst die
Milieuvisie met zo’n biodiversiteitsparagraaf als onderdeel vaststellen. Vervolgens komt, als het
213
gaat om hoe je met dieren omgaat, dierenwelzijn, komt daar een uitwerking van in een aparte
dierenwelzijnsnota of hoe je dat wil noemen. Dat moet vooral ook geen omvangrijk stuk zijn maar
gewoon een aantal regels waar we in Breda op toetsen, handhaven en hoe we daar mee willen
omgaan. Ja, dat is dan de vervolgstap. Dus zo lees ik die.
DE HEER QUAARS:
En hoeveel geld daarbij moet.
WETHOUDER AKINCI:
Dat laatste verstond ik niet.
DE HEER QUAARS:
En hoeveel geld daarbij moet.
WETHOUDER AKINCI:
Ja, eerst maatschappelijke effecten heb ik begrepen van de heer Maes en de heer Van Lunteren en
daarna pas de financiën nietwaar?
DE HEER QUAARS:
Dat hebben wij ook begrepen.
DE VOORZITTER:
Goed.
Zullen we afronden?
Dan is het woord aan wethouder Van den Berg.
WETHOUDER VAN DEN BERG:
Dank u wel, voorzitter.
Dank aan de raad voor de vragen, dank aan de griffie ook in het bijzonder om mij het verblijf zo
aangenaam mogelijk te maken. Want u weet, ik houd nergens zoveel van als een enorm aantal
decibellen wat in mijn rug staat de brullen.
Edoch, denk ik dat de wethouder Interne Dienstverlening een arbotechnische uitdaging heeft in het
vervolg. Maar goed, het is hier lekker rustig trouwens.
Galderse Meren is een paar keer door partijen genoemd. Een lang verhaal kort. Er lijken voorzichtig
weer wat positieve ontwikkelingen te ontstaan aan de Galderse Meren. Ik hoop u daar in het najaar
over te kunnen informeren als het wat concreter wordt.
Daarnaast loopt het parkeren. Parkeren vanaf 2015 is in het coalitieakkoord geregeld. Ik heb het
laten doorrekenen en dan komen we uiteindelijk uit op een tarief van € 3,-- per geparkeerde auto
wat kostendekkend zou zijn. Daarbij is ook afgewogen het feit dat we een beetje afstappen van de
temperatuursregeling maar gewoon weersafhankelijk en drukteafhankelijk op het moment dat wij
dingen moeten gaan regelen, dat er dan ook parkeergeld geheven wordt. Met andere woorden:
zoals eigenlijk de bedoeling. Dus men betaalt altijd maar soms kan men geluk hebben omdat er
dan geen handhavers staan en dan parkeert men gratis. Ik kon de verleiding natuurlijk ook niet
weerstaan om dit even door te laten rekenen of dat eventueel nu al mogelijk was. En ja, mocht
daar in de 2e termijn vanuit de raad een ja graag, dan kan ik ook dat voor € 3,-- vanaf de
bestaande schoolvakanties aanbieden, als ik daar vanuit de raad een signaal voor krijg.
Als we dan toch aan het zwemmen zijn, er zijn een x aantal vragen …,
DE HEER DE BEER:
Voorzitter…,
WETHOUDER VAN DEN BERG:
Ja …,
DE HEER DE BEER:
Mag ik een vraag stellen?
DE VOORZITTER:
Ja, gaat uw gang.
DE HEER DE BEER:
Kan de wethouder dan ook aangeven wat dan, wat voor dekking hij dan nodig heeft…,
WETHOUDER VAN DEN BERG:
214
Ja,
DE HEER DE BEER:
vanuit de raad?
WETHOUDER VAN DEN BERG:
Dat kan voorzitter. Dat komt uit het budget Buitenruimte. Daar zijn wat creatieve oplossingen
gevonden. Dus u krijgt daar geen verschoningsbesluit voor.
DE VOORZITTER:
Gaat u verder, wethouder.
DE HEER VUIJK:
Voorzitter, mag ik heel even vragen …,
DE VOORZITTER:
Mijnheer Vuijk.
DE HEER VUIJK:
of ik de motie nog moet indienen of dat het min of meer een toezegging is?
WETHOUDER VAN DEN BERG:
Ja, ik kan wel een toezegging doen. Als u wilt, dan kan ik morgen een briefje uitdoen dat een en
ander vanaf ingang huidige schoolvakantie kan plaatsvinden.
DE HEER VUIJK:
Nou, dank u wel.
DE VOORZITTER:
Wethouder, gaat u verder.
WETHOUDER VAN DEN BERG:
Specifiek het schoolzwemmen. Zoals we dat vroeger kenden. Dat klopt. Er zijn een x aantal
regelingen eigenlijk en die lopen nu naast elkaar en dat lijkt inderdaad niet allemaal even efficiënt.
Ik kan helemaal meevoelen met de motie zoals D66 deze ingediend heeft. De gesprekken lopen op
dit moment ook. Ik zou eigenlijk willen vragen, en dan ook naar de SP toe, op dit moment, een
lang verhaal kort ook weer, elk kind wat geen diploma heeft en van school komt, dat is er een te
veel. Daarop wordt actief beleid gevoerd vanuit de gemeente om die kinderen zwemmend te
krijgen. Vaak gebeurt dat met die vangnetregeling maar daar gebruiken eigenlijk maar heel weinig
kinderen op dit moment die regeling voor. Maar wel worden zij doorverwezen naar het
Jeugdsportfonds en daar zwemmen een heleboel kinderen op dit moment, qua lessen. En daar zijn
ook…, daar wordt een behoorlijke aanslag gepleegd op hun financiën wat dat betreft. Dat is
correct. Maar omdat er nu allerlei contracten bestaan tussen verschillende partijen onderling, ik
ben dat aan het uitzoeken, dus ik hoopte eigenlijk na het reces concreet te kunnen vertellen wat
daaruit komt. Ik ben op zoek naar meer efficiency om dat inderdaad samen te vatten. Ik wil
eigenlijk vragen aan D66 of zij de motie even boven de markt zouden willen laten zweven. Want
als ik me daar nu al op zou vastleggen, dan doe ik misschien uitspraken die ik niet kan waarmaken
omdat er nog bestaande contracten zijn. Maar ik kan niet uitsluiten dat gewoon uiteindelijk ook
gebeurt wat in die motie staat. Maar dat het efficiënter moet, dat is evident.
Dan zijn er nog opmerkingen gemaakt over beantwoordingstermijnen met artikel 41 vragen en
überhaupt vanuit de communicatie. En dan wil ik eigenlijk ook de SP meenemen in hun online /
offline motie. Er staat letterlijk in het coalitieakkoord dat zowel online als offline de communicatie
bekeken wordt in alles wat het college of de gemeente doet. Dus bij elke service die geboden
wordt, wordt gekeken, is er een koud contact dan wel een warm contact nodig. Integraal onderdeel
van het proces.
En zeker nemen wij het Reglement van Orde serieus want de raad is het hoogste orgaan. Dus dat
nemen we enorm serieus. Mochten er redenen zijn waarom bepaalde antwoordtermijnen
overschreden worden, dan wordt altijd contact opgenomen met de indiener. Dit specifieke geval, ja
als dat niet is gebeurd, daarvoor mijn excuses. Ik zal daar nog een keer een
inspanningsverplichting voor doen om dat niet meer te laten voorkomen.
En dan had ik al mijn dingen volgens mij beantwoord.
DE BURGEMEESTER:
215
Er is een vraag gesteld door de heer Adank over het borgen van de veiligheid en wat dat betekent
rondom Boschstraat/Boschpoort problematiek. Daar is volgens mij al uitgebreid over gesproken.
Het komt er op neer dat de aanpak Boschpoort/Boschstraat vorm zal krijgen in overleg met
bewoners, bedrijven, COA, in een samen te stellen beheergroep. En ik denk dat we mogen
vaststellen dat ook ervaringen met een proces elders volgens mij daar een goed voorbeeld van
hebben gegeven dat dat kan.
Op het moment dat de bestuursovereenkomst is ondertekend, zal onmiddellijk met de start van de
beheergroep begonnen worden. De toezeggingen van de politiecapaciteit is denk ik bij u allen
bekend. Daar is over gesprekken in de beheerdriehoek en toegekend door de regioburgemeester.
En ik denk dat het er nu van uit gaat dat we die zaken oppakken en dat ook in de financiële
context zoals we de aanpak doen in wijken etcetera, deze zaak oppakken. En u mag van mij
aannemen dat we daar nadrukkelijk ook doende mee zijn, ook als het gaat om vraagstukken zoals
die ook in de commissie Bestuur, onder andere door de CDA vertegenwoordigers, opgemerkt
rondom de drugsproblematiek, dat dat alle aandacht krijgt. Dus wij pakken dat zeer actief op en
wij zijn daar eigenlijk al mee doende.
DE HEER ADANK:
Voorzitter …,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Mijnheer Adank, gaat uw gang.
DE HEER ADANK:
Dank u wel.
Dat is eigenlijk een soortgelijke toezegging die de heer Bergkamp als loco ook al gedaan heeft
tijdens de discussie rondom de komst van het AZC. Nou, daarover heb ik vragen gesteld. Er is 3,5
ton beschikbaar gesteld voor de uitvoering van een Meerjarenplan Veiligheid. Hij heeft toegezegd
extra te willen investeren in dat gebied. Dan zie ik dat niet terug. Welke financiële vertaling krijgt
dat dan?
DE BURGEMEESTER:
Kijk, we gaan gewoon aan de slag. En ik wil kijken of we dat kunnen met de bestaande middelen.
Extra inspanningen. En mocht dat tot meer aanpak leiden, dan kan dat zijn betekenis hebben. Ik
heb ook vastgesteld dat in het coalitieakkoord gesproken wordt van extra dynamiek van
wijkaanpak en veiligheid. Ja, dus we moeten kijken hoe we dat gaan financieren. Ik wil daarop ook
niet te zeer vooruit lopen. Ik vind dat het COA zijn verplichtingen heeft. En ik wil ook kijken of we
vanuit de bestaande lijnen kunnen acteren. En daarbij moeten we er ook van overtuigd zijn, ja hoe
moet ik het nou anders zeggen, er wordt wat toegevoegd. Maar ik heb dat in de commissie al
eerder gezegd: wat als we nu in de Boschpoort 400 studenten hadden gekregen? Dus ik vind dat
we op een beschaafde wijze met die orde en veiligheid omgaan met een beheergroep. En ik zal u
toezeggen, dat wat de kosten betreft, dat u daar adequaat over geïnformeerd wordt. Belangrijker
is dat we nu aan de slag gaan met een gezamenlijke ambitie, dat gasten welkom zijn in de stad,
dat ze weten wat hun plichten zijn, wat hun verantwoordelijkheden zijn. En daar moet in
geïnvesteerd worden door politie…,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Mijnheer Adank.
DE BURGEMEESTER:
en anderen.
DE HEER ADANK:
Dank u wel.
Ik had het ook niet zozeer over de Boschpoort. Tijdens de discussie is duidelijk ook het gebied en
de kwetsbaarheid van het gebied aan de orde gekomen, niet in relatie tot de Boschpoort. Dat wil ik
wel even zuiver hebben. En daar is een extra toezicht en handhaving, extra toezicht en handhaving
toegezegd.
DE BURGEMEESTER:
Ja.
DE HEER ADANK:
Als je nu zegt dat er geen extra additionele middelen beschikbaar komen, dan is die toezegging
dus eigenlijk gewoon een wassen neus.
216
DE BURGEMEESTER:
Ja, we moeten nou niet al te flauw doen. We zijn al tijden doende met Boschstraat en omgeving.
En er zijn inspanningen die gepleegd worden, soms denk ik ook met behoorlijke resultaten. Daar
gaan wij gewoon mee door. En ik kan mij ook niet helemaal aan de indruk onttrekken dat een
verandering, - en die begrijp ik -, dat die zeker ook deel uitmaakt van gedachtenvormingen. Want
anders zou ik het niet begrijpen. De Boschstraat, Valkenberg, alles heeft onze extra aandacht. Er
komt nu een verandering. Daar wil ik vanuit ook openbare orde en veiligheid repressief, - maar
laten we ook de preventieve kant niet vergeten -, op aanpakken. En ik kom bij u terug op de lijn
om te kijken wat dat betekent, wat het oplevert. En ik heb al opdracht gegeven om daarmee om te
gaan. En ik vind dat wethouder Bergkamp in zijn rol als loco u daar vorige week uitstekend over
heeft geïnformeerd. En ik kom daar bij u op terug. En ik denk dat in het Veiligheidsplan eind van
dit jaar daarover ook al het een en ander zichtbaar gemaakt kan worden. Dat wil ik u toezeggen,
ook zo nodig met de middelen.
Dan wil ik dat zeggen, en nu komen we nog even, ik ontkom er blijkbaar niet aan, ja de
megaschermen. Ja, Oranje ligt eruit. Het geolied teamwork met enkele goede individuele spelers
heeft dat niet kunnen behoeden en een lichte kater hebben we. Een kater, een collectieve kater,
mag ik het zeggen. Dat gaat misschien ook op voor de megaschermen. Maar het gaat mij erg ver
om dat te koppelen aan de aspiraties van het coalitieprogramma, enzovoort. Ik denk dat ik toch
mag zeggen dat deze stad een evenementenstad bij uitstek is en dat wij hebben geëtaleerd in de
loop der jaren, met 538, Koningsfeesten, binnenstad, grote evenementen op het Chasséveld, om
dat terdege slagvaardig en adequaat op te pakken. Wij hebben in 2010 ook die dagen ervoor
maximale inspanning geleverd. Wat nu speelde, is dat het college alles in het werk heeft gezet om
te zeggen: kunnen we daar vanuit die vraag vanuit die samenleving positief op ingaan. En dat
heeft geleid tot een opstelling, en ook, laat ik zeggen dat we een eindsprint met elkaar hebben
ingezet. Toen is gezegd, oké dat kunnen we, maar dan moet er een heldere vergunningaanvraag
zijn die correspondeert met de vergunningaanvraag van 2010. Alleen werd duidelijk dat daar toch
divers over gedacht werd.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
De heer De Beer, ter interruptie.
DE BURGEMEESTER:
En dan is het niet verantwoord voor mij om die vergunning te kunnen verlenen.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, ook bij het voetbal is het zo, als je geen goede warming up hebt en je begint koud aan
een wedstrijd dan loop je grote kans op blessures. En de essentie van mijn vraag is eigenlijk: zorg
dat je aan een goede warming up begint voordat de wedstrijd begint. We weten nu al dat het EK er
aan komt over 2 jaar. En laten we zorgen dat we dan een goede warming up hebben in samenspel
met de horeca zodat we niet onder druk gaan zeggen: het ligt aan jullie en het ligt niet aan ons,
etcetera. Laten we dat gewoon doen. Laten we niet zwartepieten over nu. Dat is mijn oproep. En ik
hoop dat u daar met alle betrokkenen vervolg aan wilt geven.
DE BURGEMEESTER:
Uw …,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
De burgemeester.
Uw opmerking is mij uit het hart gegrepen. Daar had ik ook mee willen eindigen. Maar voor een
vergunningaanvraag op een plein heb je ook een unanimiteit nodig, in enige mate. En de
werkelijkheid was, - en daar was ik ook teleurgesteld over -, dat op de ochtend een aantal zeiden
dat niet…,
DE HEER DE BEER:
Voorzitter…,
DE BURGEMEESTER:
Dus daar moeten we van leren…,
DE HEER DE BEER:
Ik spreek u ook niet aan op…,
217
DE BURGEMEESTER:
Nee…,
DE HEER DE BEER:
de afweging die u maakt als zelfstandig bestuursorgaan waar het gaat om de veiligheid en de
openbare orde. Daar spreek ik u niet op aan. Ik heb ook u niet …,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Via de voorzitter alstublieft.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, ik heb de burgemeester niet rechtstreeks aangesproken. Ik heb alleen geschetst: laten
we voorkomen de circulerende verschillende bedragen waar het ging ook om ondersteuning van de
gemeente, etcetera, laten we het nu gewoon vergeten, het is gewoon passé, klaar, maar laten we
er wel van leren en volgende keer graag een goede warming up.
DE BURGEMEESTER:
Ik deel uw opvatting dat we er samen van moeten leren. Dat is ook zeker mijn intentie. En dat
betekent dat we tijdig moeten beginnen, zodat we in 2016 daar op een goede wijze van kunnen
genieten. En het feit dat we met elkaar al vele evenementen soms in een kort tijdsbestek…, zou
ons daar over en weer bij kunnen helpen. Laat ik daarmee volstaan. En het is mijn voornemen om
met alle betrokken mensen daar nog eens even een kritische evaluatie te plegen en dat geldt ook
voor ons allemaal.
2e termijn.
DE VOORZITTER:
Ik stel voor dat we aanvangen met de 2e termijn.
Kunnen we elkaar vinden in een spreektijd van om en nabij de 3 minuten?
Als dat zo is, gaan we door naar de 2e termijn en geef ik als eerste het woord aan mijnheer van der
Horst van BOB.
DE HEER VAN DER HORST:
Dank u wel.
We zullen de motie van de bloemetjes en de bijtjes zeker steunen en alle moties waar we
meegetekend hebben.
DE VOORZITTER:
Als dat zo is, dank voor uw inbreng.
Dan is het woord aan de fractievoorzitter van de VVD, mijnheer Adank.
DE HEER ADANK:
Ja voorzitter, dank u wel.
De moties zullen wij bij de moties zelf behandelen. Dus daar kom ik in een later stadium op terug,
eventueel met een stemverklaring, bij de moties die ingediend zijn
Maar ik hecht er nog wel even waarde aan om even terug te komen op de waarde van
toezeggingen. Ik hecht daar zoveel waarde aan omdat er een aantal toezeggingen is gedaan wat
niet nagekomen wordt. En als het goed is, is dit onze laatste vergadering en starten wij morgen
met het reces.
Want wethouder Bergkamp heeft voor de vakantie een Uitvoeringsprogramma Wonen toegezegd.
Nou, vooralsnog is dat volgens mij niet geleverd.
Wethouder Haagh zou een aantal vragen over de WMO schriftelijk beantwoorden voor het debat en
dat was ook niet geleverd.
Wethouder Van Lunteren heeft een brief toegezegd voor het reces over unaniem motie Jeugdzorg.
Is ook niet geleverd. Dus in die zin hecht ik er wel waarde aan om gewoon scherp te zijn op wat we
nou afgesproken hebben en wat we nou toegezegd hebben.
Daarnaast hebben wij tijdens het zorgvuldige debat over de Boschpoort met elkaar gewisseld over
extra additionele maatregelen rondom het gebied de Boschstraat. Dat was een hele harde
toezegging. Daar heeft de wethouder heel expliciet, en ik heb het hem nog een aantal keren
gevraagd van hoe ik dat moest duiden, heel expliciet gezegd...,
DE HEER VUIJK:
Voorzitter …,
218
Het begint nu toch wel een beetje de Heintje Davids van de Boschpoort te worden en dat gaat toch
wel een beetje voorbij aan de discussie over de Voorjaarsnota, heb ik het idee.
DE HEER ADANK:
En nou kom ik bij het punt wat ik graag wilde maken daarbij: ik vroeg expliciet naar de extra
middelen die daar dus voor nodig zijn om die toezegging staande te houden. Daartoe dien ik een
motie in: Kansen voor het Centrum en Valkenberg.
DE VOORZITTER:
Motie Kansen voor Centrum / Valkenberg.
Verzoekt het college om nog in 2014 te komen met een concreet plan van aanpak om de overlast
veiligheid en leefbaarheid in de Wijk Centrum Valkenberg aan te pakken zodat begin 2015 de
eerste stappen naar verbetering gezet kunnen worden.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER ADANK:
Dank u wel.
Dus ik vind het belangrijk om te melden dat de VVD Breda waarde hecht aan wat nou een goede
toezegging is en wat nou hard is. Wij blijken dus ook discussie te kunnen hebben. Doe dat dus ook
gestand en maak ze dus ook gewoon expliciet.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer, mijnheer Adank.
Het woord is aan mijnheer De Beer, D66.
DE HEER DE BEER:
Dank u wel, voorzitter.
Omwille van de tijd, houd ik het kort.
Dank aan het college voor de beantwoording.
Ook waar ik mijn termijn mee begon, ik ben blij dat daar aandacht aan is geschonken. Dank
daarvoor.
Even concreet over onze moties. Er zijn er een aantal omarmd. Die houd ik dan ook graag staande.
Dus over de lastendruk bijvoorbeeld bij eenpersoonshuishoudens, ondernemingen.
Over het zwemmen, dat vind ik een goede benadering van de heer Van den Berg, van wethouder
Van den Berg. Dus die zal ik dan voor dit moment intrekken. En nou ja, die houden we dan gewoon
beschikbaar maar het ziet er wel naar uit dat het die richting wel op gaat en dat vinden wij wel
een mooie ontwikkeling.
Aanbestedingenbeleid. Ja, daar hebben wij volgens mij toch…, Het lijkt een definitiekwestie maar
toch hebben we daar eigenlijk wel een bijna principieel geschil van mening. Want van 1 aanbieder
uit Breda naar minstens 2 van de 3, dat zouden er dus ook 3 kunnen zijn. En dat vinden wij dus
echt wel, ja, niet zo verstandig. Dus we zouden het dan in die zin toch willen omdraaien. Pak dat
dictum. Zorg dat dat MKB, dat je je daar op richt om de kans te vergroten die opdrachten binnen
te halen. En rolt daar dan een goed voorstel uit van het college, waardoor je toch kunt zeggen oké,
een bepaalde afbakening is te verdedigen, dan staan wij daar ook voor open. Maar wij vinden het
uitgangspunt om nu te zeggen minimaal 2 aanbieders van de 3 bij aanbestedingen, onderhandse
aanbestedingen tot 1 miljoen euro, dat vind ik toch niet bepaald klein, dat vinden wij toch niet zo’n
goed idee. Dus die willen we toch echt overeind houden.
Voorzitter …,
DE HEER MAES:
Voorzitter mag ik daar een vraag over stellen aan de heer De Beer?
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang. De vraag.
DE HEER MAES:
Ja, want de heer De Beer spreekt hier de raad toe en zijn motie rondom het aanbestedingsbeleid
gaat hij toch overeind houden. Prima. Alleen de heer De Beer is deze week volgens mij ook een
soort achterhoedegevecht begonnen richting de regio om de raadsleden in de regio erop te wijzen
wat wij in Breda allemaal aan het doen zijn. En dan vraag ik me af: is de heer De Beer dan ook zo
sportief als die motie hier vanavond in deze raad wordt weggestemd om er dan ook klaar mee te
zijn dat het dan gewisseld is en dat hij daar dan ook genoegen mee neemt.
219
DE HEER DE BEER:
Absoluut. Sterker nog, dan breng ik actief onder de aandacht dat we als Bredase raad ervoor
staan, etcetera etcetera, dan wil ik zelfs de concepttekst die ik dan deel met alle regioraadsleden
ook met u nog even delen. Dus absoluut, geen probleem. Daar staan we voor. We zijn constructief
voorzitter. Dus dat ter toelichting.
De motie Investeringen inpassen in de exploitatiebegroting, daar voelde ik bij de heer Van
Lunteren best een wil weer, wederom, net als vorige week, om dat te doen. Maar terug lezend mijn
motie, ben ik het toch wel met hem eens dat die misschien wat strak is geformuleerd. Dus ik heb
hem aangepast. En dan kan ik misschien u de motie geven, dan kunt u het dictum voorlezen.
DE VOORZITTER:
Is aangevuld, bij de Begroting 2015 een plan te presenteren met het streven om…, en dan komen
er punten.
En dan laatste streepje: de hierdoor vrijvallende gelden. Dus het bedrag wordt geacht
doorgestreept te worden. Het gaat nu over gelden.
Helder.
DE HEER DE BEER:
Dank u wel.
Voorzitter, dan tot slot.
Ik heb geen, - maar dat kan aan mij liggen, misschien is het heel kort geweest -, ik heb geen
reactie gehoord volgens mij op de motie Financiële dekking structurele uitgaven. Ook dat is echt de
bedoeling van ons om daar het college ook een ruggensteun te geven om een aantal posten die nu
vanuit de investeringsbegroting worden betaald, om die toch vanuit structurele financiën te
financieren. En die ruimte is er gewoon, als je kijkt naar de analyse van de jaarrekening en de
gelden die we de afgelopen jaren structureel niet nodig hebben gehad.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Het woord is aan de heer Elbertse, CDA.
Excuses. Eerst de heer Maes SP. Gaat uw gang.
DE HEER MAES:
Dank u wel, voorzitter
Ook wij zullen tijdens de stemmingen met eventuele verklaringen komen over al dan niet moties
steunen.
Ik zal kort ingaan op de 3 punten die wij hebben aangedragen.
Dank allereerst voor de beantwoording aan het college.
Bezoekersparkeren is even een voorbeeld over die digitale dienstverlening, waar wethouder Van
den Berg op terug kwam. We zijn blij met de toezegging dat dat blijvend aandacht heeft. Alleen
een concreet voorbeeld dan om een beetje gevoel erbij te krijgen. Bij het bezoekersparkeren is het
nu zo dat als je bijvoorbeeld digitaal jezelf aanmeldt als bezoeker, dat je 32 uur per maand mag
parkeren. Wil je dat analoog doen, dus middels een kraskaart, dan is het zo dat je 16 uur per
maand kunt parkeren. Dus als je het offline doet, word je benadeeld. Dus dat zijn van die kleine
dingetjes, die nu nog zo zijn en waar we graag aandacht voor willen en ook in soortgelijke situaties
in de toekomst. Als de wethouder dat in de 2e termijn nog een keer kan bevestigen, dan is wat ons
betreft, onze motie op dat gebied overbodig en zullen we die ook niet indienen. Dat was motie 2.3
dan.
Dan schoolzwemmen. Ook blij met de toezegging daarover. Ik denk inderdaad met deze
toezegging dat eigenlijk de motie van D66 en die wij in voorbereiding hadden, heel goed bij elkaar
komen te liggen. En wij wachten dat dan graag af. En ik ben blij dat nou in de lange rij van PvdA,
Leefbaar Breda, SP, dat ook D66 nu ook samen in ieder geval het belang ervan erkennen dat
iedereen kan zwemmen. Ieder kind.
En dan tot slot het 3e punt. Over de maatschappelijke effecten van raadsbesluiten. Dank voor de
toezegging van wethouder Van Lunteren en wij nemen die uitdaging denk ik in de werkgroep
Cyclische producten graag op. En dat wil ik dan bij deze agenderen voor de eerstvolgende
bijeenkomst.
Tot zover, dank u wel.
DE VOORZITTER:
Even voor de orde. Anders ben ik straks vervelend.
Ik stel vast dat u geen moties heeft ingediend.
220
DE HEER MAES:
Dat heeft u goed geconstateerd voorzitter.
DE VOORZITTER:
Dat is prettig. Akkoord.
Ik dank u zeer.
Nee, dat kan straks ook niet meer en dat wil ik altijd even netjes zeggen.
Dan is het woord aan mijnheer Elbertse, CDA.
DE HEER ELBERTSE:
Ja voorzitter, omwille van de tijd doe ik het even vanaf deze kant.
Wij danken het college voor de beantwoording van de vragen.
Wij denken dat de toezeggingen van het college wel van politieke relevantie zijn. Wij zullen hen
daar ook aan houden. We zijn ook blij met de toezeggingen.
En met betrekking tot de antwoorden op de moties, de verdere moties die ingediend zijn, wachten
we ook nog even de 2e termijn af. En dan zullen we straks met stemverklaringen komen bij het
stemmen van de moties.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Het woord is aan mijnheer Van der Velde, Partij van de Arbeid.
DE HEER VAN DER VELDE:
Ja voorzitter, ook vanaf deze plaats.
Ik sluit me aan bij de dankwoorden voor de beantwoording van de vragen die ik heb gesteld. Ik
denk dat het zeker de goede kant op gaat. De aandacht voor werkeloosheidsvragen die spreekt
hier nog eens extra uit. En ook voor de jongerenproblematiek. De opmerkingen over de moties
bewaar ik ook tot het moment dat die definitief in stemming komen en ik zal daar dan een
stemverklaring bij geven.
DE VOORZITTER:
De fractievoorzitter van GroenLinks, de heer Koniuszek.
DE HEER KONIUSZEK:
Dank u wel, voorzitter.
Wethouders, bedankt voor de antwoorden op de vragen die gesteld zijn.
Wethouder Akinci, bedankt voor de vragen op onze motie over de bijen. We gaan het dictum iets
aanpassen wat betreft het convenant. We willen met name niet allerlei akkoorden sluiten waar niks
mee gedaan wordt. Dan hebben we liever dat het echt gedaan wordt.
Moet ik de tekstwijziging nu doorgeven?
DE HEER QUAARS:
Voorzitter zou ik een vraag mogen stellen?
De VVD fractie is van mening dat u een serieus probleem op tafel legt, de bijensterfte in relatie tot
de biodiversiteit. Maar als u nou die laatste zin er uit haalt, over het beleid voor wilde dieren, dan
denk ik dat we een heel eind zijn wat de VVD fractie betreft.
DE HEER KONIUSZEK:
Ik wil de formulering van de laatste zin wel iets veranderen maar we willen toch echt wel voor de
dieren in en om Breda, en of dat nou landbouwdieren zijn of dieren die in het wild leven, willen we
toch wel dat er ook beleid voor gemaakt wordt op termijn. De wethouder heeft aangegeven dat hij
dat ook gaat doen. Het staat ook in het coalitieakkoord. Dus we laten die in die zin staan.
Ik weet niet of mijn academisch handschrift te lezen is.
DE VOORZITTER:
Roept het college op,- en dan bij de 2e bullit -, hierover in overleg te gaan met, en de raad van dat
overleg op de hoogte te houden.
Met wie moeten we dan in overleg?
DE HEER KONIUSZEK:
Met de bijenhoudersverenigingen. Ja die staan ….,
DE VOORZITTER:
O..,
221
DE HEER KONIUSZEK:
Het moest een beetje snel.
DE VOORZITTER:
O, ja ik heb ook niet alle verstand van de dieren maar dan weet ik het.
Dit was het: hierover in overleg te gaan met de bijenverenigingen en de raad van dit overleg op de
hoogte te houden. Oké. Als we maar niet gestoken worden.
DE HEER KONIUSZEK:
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dat was het? Oké.
Ik dank u zeer.
Dan gaan we door naar Breda’97.
DE HEER VUIJK:
Ja dank u wel, voorzitter.
Ook wij hadden het schoolzwemmen in ons coalitie …, in ons verkiezingsprogramma staan. Ik heb
dientengevolge 2 keer zaken gedaan vandaag. De motie van de Galderse Meren ligt daar en ik zal
met de heer De Jong vanavond een biertje drinken op het gereduceerde tarief.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dan is het woord aan het college.
Eerst de wethouder van Financiën, wethouder Van Lunteren.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ja dank u wel, voorzitter.
Er zijn niet heel veel vragen meer gesteld.
Slechts wat procesvragen van de VVD.
Ik begrijp dat ze de inhoud dus wel aardig kunnen waarderen. Het gaat vooral om het proces.
De Woonvisie, dat was natuurlijk een toezegging van het vorige college. We hebben een aantal
accenten gelegd in onze coalitie. Dus waarschijnlijk, of waarschijnlijk, u zult begrijpen dat we daar
even mee bezig zijn om die Woonvisie aan te passen …,
DE HEER ADANK:
Voorzitter …,
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Dus …,
DE VOORZITTER:
Mijnheer Adank.
DE HEER ADANK:
Zou wethouder Van Lunteren iets duidelijker kunnen articuleren want ik kan hem niet verstaan. Ik
heb de eerste 2 zinnen compleet gemist. Toen hoorde ik VVD en toen zei u iets over of tegen ons.
Dus zou u dat kunnen herhalen?
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ik wil best articuleren en als u er dan niet doorheen praat met anderen, dan komen we dicht bij
elkaar.
De Woonvisie komt er aan, zoals toegezegd. Maar dat was een toezegging van het vorige college.
Ik doe mijn uiterste best om onze nieuwe visie daar weer in te vertalen, zo snel als het kan, maar
zeker in het najaar waarschijnlijk wel op uw bureau.
Jeugdzorgbrief heb ik vandaag nog voorbij zien komen. Die ligt morgen, dus nog ruim voor het
reces, want ja, pas morgen gaat het reces in -, is die binnen. Dus maakt u zich daar nou geen
zorgen om. Dat komt echt op tijd.
Mijnheer De Beer, ja ik had het idee dat we met die lastendruk een heel eind zouden komen, nou
voor hetzelfde geld wordt die motie niet aangenomen en dan ja, dat zou zonde zijn. Ik dacht met
het overnemen van de strekking van die motie, misschien met wat aanvullingen van nog meer
222
verschillende typen woningen, dat ik daar ruimhartig in toe kan. Maar het zou zo maar kunnen dat
uw motie nou in de lucht blijft hangen, maar goed.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter …,
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ik zou zeggen…,
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, nou ging het zo goed met de beantwoording. Maar wat is dit nou toch voor …, Kijk, u
kunt hem wel zo zwaar afraden dat het gewoon een motie is die zegt van neem dat nou gewoon
mee in de Cyclische producten…,
En als u hem gewoon afraadt, dan vraag ik straks via technische vragen iedere keer die informatie
gewoon op. Dus u …,
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Dat is een beetje flauw voorzitter.
DE VOORZITTER:
Wethouder, eerst mijnheer De Beer laten uitspreken en dan krijgt u het woord.
Mijnheer De Beer. Dat was uw opmerking?
Nu is het woord aan de heer Van Lunteren.
Even proberen elkaar uit te laten spreken. Want anders wordt het een kakafonie.
Het woord is nu aan de wethouder.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, ik denk dat mijnheer De Beer mij nu helemaal verkeerd begrijpt want ik wil juist zijn
strekking van zijn motie volledig overnemen, heb ik net gezegd. Ik wil misschien zelfs er nog wel
iets aan toevoegen zodat het voor iedereen helder is. Want het gaat om meer dan alleen maar
koopwoningen bijvoorbeeld. Maar u laat nu de motie in de lucht hangen. En als die afgestemd
wordt, dan is het misschien niet de wens van de hele raad. En ik heb het idee dat we juist elkaar
tegemoet kwamen. Dus ik denk: als u hem nu intrekt, dan weet u zeker dat het gebeurt. Maar ook
als die motie niet wordt aangenomen zal ik een inspanningsverplichting leveren Maar goed, dat is
een technisch verhaal.
DE VOORZITTER:
Dus ik begrijp dat u zegt: ik neem de opvattingen over en ik geef de heer De Beer in overweging
om met dat antwoord zijn markt op te maken en dat is dadelijk.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ja.
DE VOORZITTER:
Gaat u verder.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Dat was de bedoeling van mijn woorden inderdaad.
De andere moties, ook die strekking delen we. Er wordt een snelheid opgelegd en snelheid is niet
altijd garantie voor kwaliteit ook. En we snappen elkaar volgens mij volledig met dat idee om alles
in de exploitatie op te nemen en zoveel mogelijk daaruit te dekken. Maar gun ons nou wel even de
tijd. Ik bedoel: het is ook niet voor niets ook in die begroting terecht gekomen. Niet alleen door
onszelf maar ook door voorgaande colleges en daar moet je toch ook dekking voor vinden. En het
vrij vallen van middelen, wil niet meteen zeggen dat we die dan ook volledig kunnen inzetten voor
andere dingen want die gaan niet een op een vrij vallen zo maar. Die hebben we nodig dan weer
om exploitaties te dekken. Dus gun ons nou even goed de tijd om daar naar te kijken. Ik snap de
strekking van uw motie. Daar willen we vol voor gaan maar zet ons nou niet vast op tijden,
bedragen, postjes, maar we …,
DE HEER DE BEER:
Voorzitter …,
DE VOORZITTER:
Mijnheer De Beer.
223
DE HEER DE BEER:
Dit lijkt heel erg op de beantwoording in de 1e termijn. En naar aanleiding van die beantwoording
heb ik de bedragen doorgestreept in het dictum en heb ik gevraagd aan het college om dan met
een plan te komen bij de Begroting 2015. Dat is volgens mij een heel redelijk verzoek als je de
Voorjaarsnota bespreekt, wat de voorloper is naar de Begroting.
Dus voorzitter, misschien omdat ik hem nog niet heb kunnen kopiëren in die aangepaste vorm, dat
u er nog geen kennis van heeft kunnen nemen, maar ik zie hier niet in waarom dit dan een
probleem zou zijn. Kunt u dat dan…,
DE VOORZITTER:
Wethouder.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ik zeg: we gaan er mee bezig, we gaan het aanpakken, we gaan zoveel mogelijk in exploitatie
proberen onder te brengen zodat het dus wat structureel is ook goed gedekt wordt, structureel.
Mee eens. Maar gun ons nou gewoon de tijd. En als wij dan ondertussen ook nog plannen moeten
gaan schrijven hoe we …, Ik heb juist het idee dat we doelen willen bereiken en niet plannen …, In
plannen kunnen we natuurlijk eindeloos elkaar vinden maar, of verliezen, maar we moeten elkaar
vinden juist op de inhoud en op het realiseren van wat we willen. Dus geef…, Ik zou bijna zeggen:
heb een beetje vertrouwen in deze wethouder dat we elkaar volledig hebben begrepen en dat het
echt wel, ook in de Begroting tot zijn recht komt. En…,
DE HEER DE BEER:
Voorzitter …,
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Misschien niet dit jaar…,
DE HEER DE BEER:
Mag ik de wethouder nog één vraag stellen? Heeft hij nou echt het idee dat als we gewoon een
inhoudelijke motie indienen dat dat dan gelijk een gebrek aan vertrouwen is? Heeft hij echt oprecht
dat idee? Want dan wil ik dat idee weg nemen. Want dat is niet de bedoeling. Ik wil alleen de
kaderstellende rol van de raad…,
DE VOORZITTER:
Dat kan alleen de wethouder beantwoorden.
Wethouder.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ik ben blij dat u dat dan wegneemt bij deze. Maar goed, ik had niet dat idee. Maar u vraagt nu om
plannen of dingen waar we het helemaal over eens zijn en wat we in gang gaan zetten en dan wilt
u dan weer een heel plan bij hebben. Ik denk, laten we daar de mensen die daar mee bezig zijn
nou gewoon bezig gaan met waar ze goed in zijn, met financiële dekking zoeken en oplossingen
zoeken voor het probleem wat we allebei signaleren en ga dan niet vragen om hele
planontwikkelingen weer. Dat is eigenlijk mijn streven. Ik vind het ook niks voor D66. Maar goed,
ik ontraad dan verder die moties.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Wethouder Bergkamp.
WETHOUDER BERGKAMP:
Ja voorzitter, ik wil even reageren op de heer De Beer. Kijk, ik heb geprobeerd vanuit het college
een handreiking te doen om in september in alle openheid eens te kijken wat we nou op dit vlak
willen. Hij houdt per se vast aan zijn motie, inclusief de overwegingen. Het college kan zich niet in
de overwegingen vinden en ontraadt dus deze motie. Ik heb er niet zo veel aan toe te voegen.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Haagh. Wethouder Haagh.
WETHOUDER HAAGH:
Voorzitter, er waren geen vragen aan mij gesteld.
224
DE VOORZITTER:
Wethouder Akinci.
WETHOUDER AKINCI:
Voorzitter, 2 punten.
Allereerst toch nog even de bij. Die krijgt een vervolg. Ik heb niet geheel kunnen meeschrijven met
het aangepaste dictum maar ik begrijp dat u nu vraagt mijnheer Koniuszek, om ten eerste actief
bij te dragen aan. Ja doen we, gaan we intensiveren, blijven we doen en nemen we op in onze visie
biodiversiteit als onderdeel van de Milieuvisie.
Ten tweede heeft u volgens mij het dictum verandert in doe dat in overleg met de
bijenverenigingen etcetera. Ja dat doen we al en dat blijven we doen.
Ten derde, burgers, ja burgers, ik noem het liever bewoners, en bedrijven te stimuleren om dat
ook te doen. Ja, neem ik over.
En ten vierde, u verwees daarbij zelf naar het coalitieakkoord waar daar al afspraken over geweest
zijn. Alleen wel in de volgtijdelijkheid dat we dat voor 2015 nog even niet in gang kunnen zetten
omdat we eerst die biodiversiteitsparagraaf willen gaan opstellen. Daar zit een volgtijdelijkheid in.
Als ik hem zo goed lees, nemen we hem volgens mij helemaal over en is het verder aan de raad
om te kijken hoe je daar mee om gaat.
DE HEER KONIUSZEK:
Voorzitter…, Voorzitter, mag ik heel even nog.
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang mijnheer.
DE HEER KONIUSZEK:
Nog een kleine aanvulling. Het was vrijwel helemaal goed. We hebben alleen gevraagd om de raad
op de hoogte te houden van die gesprekken die met name met die bijenhoudersverenigingen
gevoerd worden, zodat we een beetje in de gaten kunnen houden wat het resultaat is van het
overleg. Voor de rest prima.
WETHOUDER AKINCI:
Ik vind dat bijna een gewetensvraag. Of ik van elk gesprek met Aad Rietveld u een brief moet
sturen. Vind u het goed …, Kijk die gesprekken…, Ik wil niet moeilijk doen hoor maar die
gesprekken krijgen een weerslag in onder andere die biodiversiteitsparagraaf. En ja, dan zou ik
bijna hetzelfde zeggen als de heer Van Lunteren: ga er ook van uit dat die gesprekken plaats
vinden en dat dat goed gaat. Ik weet even niet hoe ik u daar periodiek…, Moet dat in de Burap?
Moet dat in het jaarverslag? Hoe …,
DE HEER KONIUSZEK:
Zo groot hoeft u het niet te maken maar we zien dan in de Milieuvisie die er aan komt en de
voortgang daarin en de gesprekken die wij zelf met de bijenhouders hebben, monitoren we precies
hoe het gaat.
Dank u wel.
WETHOUDER AKINCI:
Goed. Dan neem ik hem met die context over en zijn we het eens.
DE VOORZITTER:
Betekent dat, dat de motie ingetrokken wordt?
WETHOUDER AKINCI:
Dat kunt u mij niet vragen.
DE VOORZITTER:
Dat vraag ik aan de fractievoorzitter van GroenLinks.
DE HEER KONIUSZEK:
Volgens mij is de wethouder akkoord met de motie. Maar ik wil hem wel indienen ja. Hij blijft
gehandhaafd.
DE VOORZITTER:
Goed. Nog meer wethouders?
De heer Akinci.
225
WETHOUDER AKINCI:
Ten tweede als het ging om een specifiek punt van de heer Maes over digitale dienstverlening.
Want hij refereerde aan het bezoekersparkeren. Kan iemand de heer Maes even op zijn schouder
tikken? Ja, het klopt wat u constateerde dat er een te groot verschil was tussen de digitale en voor
ons preferente regelgeving, want het leuke van het digitale met je smartphone parkeren, is dat je
nooit een minuut te veel betaalt, als je daar 5 minuten staat, dan betaal je ook 5 minuten. Dat kan
analoog gewoon niet. Maar er zat wel een erg groot verschil tussen het analoge alternatief met die
kraskaarten waarbij je meteen voor 8 uur moet weg krassen terwijl je misschien maar een uurtje
ergens op bezoek bent. En inderdaad zat er ook een behoorlijk verschil tussen het aantal uren wat
een digitale bezoekontvanger krijgt en wat een analoge bezoekontvanger krijgt. We hebben een
aantal, - niet heel veel overigens -, maar een aantal brieven van bewoners gehad en zijn ook door
raadsleden er op aangesproken, de heer Vuijk onder andere maar ook uw fractie. Het was voor ons
een extra incentive om bij mensen langs te gaan en gewoon eens te vragen: denk met eens mee,
dit zijn de beperkingen, maar wat zien jullie als mogelijk alternatief. En het lijkt er op dat we daar
gewoon op een goede manier uit komen. Het wordt nooit een kopie. Dat kan niet. Digitaal kun je
nu eenmaal veel meer maatwerk leveren. Maar je probeert wel zo dicht mogelijk in de buurt te
komen.
DE VOORZITTER:
Dan collega Van den Berg.
WETHOUDER VAN DEN BERG:
Ja dank u wel, voorzitter.
Ja eigenlijk in de volgordelijkheid der dingen wil ik de heer Maes nog een keer de toezegging doen
en aanvullend op het antwoord net van mijn collega: kijk we proberen natuurlijk wel een soort van
enthousiasme te creëren en mensen te verleiden om zoveel mogelijk digitaal zaken te doen omdat
het gewoon heel plat gezegd goedkoper, efficiënter en dan ook uiteindelijk beter is. Edoch, waar de
verschillen zo groot worden, nou dan heeft u het antwoord al meteen gehoord.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Dan wilde ik even mevrouw Van Maanen vragen zodat ik …,
DE BURGEMEESTER;
In de richting van de VVD het volgende. De vraag om te komen met een concreet plan van aanpak
om de overlast, veiligheid enzovoorts aan te pakken, wil ik u zeggen dat ik dat toezeg. Helder.
Twee. Dat zal terug te vinden zijn in het jaarplan 2015 wat u aangeboden gaat worden de
komende maanden.
Twee. Als het gaat over de drugsproblematiek in het bijzonder, werken wij op dit moment op basis
van alles wat gewisseld is en aan ontwikkelingen aan een nieuw actieplan drugshandel voor de hele
gemeente, maar daar natuurlijk ook inzoomend op de ontwikkelingen en problematieken zoals wij
die observeren in de afzonderlijke gebieden. En daarvan zal ook dit gebied deel uitmaken. En het
Centrum Valkenberg zal het plan aangepakt worden met het bedrijfsleven bewoners, andere
partners en ook het COA, gezien een zekere verandering. Ik wil dat nadrukkelijk toezeggen omdat
ik denk dat we eigenlijk verder geen meningsverschil daarover hebben. Dus het wordt opgepakt,
het wordt geactualiseerd. En de drugsproblematiek krijgt mede ook vanwege de gedachtewisseling
hier en andere ontwikkelingen een actualisatie. En ik denk dat we dat de komende maanden in het
Veiligheidsplan 2015 met u gaan bespreken. Ik kijk dan ook even in uw richting omdat dat ook
hetgene is wat in uw richting tegemoet komt.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Mijnheer Adank.
DE HEER ADANK:
Ja, dank u wel.
Ja, ik laat even op me inwerken welke toezegging ik nou gehoord heb. Volgens mij zijn het
inderdaad dezelfde toezeggingen die ik bij de heer Bergkamp hoorde. Dus in die zin is dat gewoon
goed. Ik vroeg naar de financiële vertaling ook daarvoor omdat extra toezicht en handhaving werd
toegezegd. Maar goed, laat ik daar dan even op wachten op wat er komt in het Veiligheidsplan en
eventueel in de Begroting om de toezeggingen gestand te doen die ook naar de buurt gedaan is.
Dus ik trek de motie …, of ik houd hem even aan.
DE BURGEMEESTER:
226
Oké. Maar ik wil ook eens gezegd hebben dat inspanningen, nieuwe inspanningen, niet altijd
moeten inhouden extra middelen. Ik vind dat er ook een uitdaging ligt om te kijken hoe je daar op
een beheersbare wijze binnen de context ook kunt omgaan. Maar wij treffen elkaar nog als de
inhoud van de plannen besproken worden.
DE HEER ADANK:
Absoluut. Want als het ergens niet extra extra is, betekent het dat het ergens anders van af moet.
En volgens mij hebben we ook de Veiligheidsmonitor met elkaar gezien, dat er niet zo maar ergens
automatisch iets van af kan. Dus als er ergens iets extra toegezegd wordt, ben ik ook erg benieuwd
welke keuze u dan maakt, waar het dan vanaf zou moeten. En dat is de inhoudelijke discussie bij
het Veiligheidsplan.
DE BURGEMEESTER:
Ja maar ik ken ook vele politieke bewegingen die van mening zijn dat nieuwe activiteiten niet altijd
moeten inhouden meer middelen. En ik probeer daar ook van te leren.
DE VOORZITTER:
We hebben in 2 termijnen gesproken en we gaan nu genoeglijk met elkaar de moties
doorexerceren.
DE HEER ELBERTSE:
Voorzitter, ik denk toch dat wij behoefte hebben aan een schorsing om ook zelf nog eens even naar
die moties te kijken.
DE VOORZITTER:
Misschien even goed dat we weten alvorens de schorsing …,
Zal ik even aan u doorgeven de moties die er nog zijn?
Motie 2.5. De vermelding lastendruk eenpersoonshuishoudens en ondernemingen.
2.6. Motie aanbestedingsbeleid.
2.7. De motie Bijvriendelijk Breda in gewijzigde vorm.
2.8. Motie ontkoppeling lastendruk ontwikkeling.
Dan motie 2.10. Motie Investeringen in exploitatiebegroting, gewijzigd.
2.11. Motie Financiële dekking structurele uitgaven.
2.12. Motie Kansen voor Centrum Valkenberg. Wordt aangehouden. Ja? Akkoord.
Dat waren de moties.
Dan schors ik. Mag ik schorsen tot 21.30 uur mijnheer Elbertse? Is dat genoeg?
DE HEER ELBERTSE:
Ja, we gaan als een sneltrein.
DE VOORZITTER:
Nou dan doen we 21.30 uur. Ik houd wel van een snelle trein dan. Akkoord. Blijft u allemaal een
beetje in de buurt?
SCHORSING
DE VOORZITTER:
Ik heropen de beraadslagingen.
Mag ik de leden vragen de plaatsen in te nemen?
De heer Koniuszek vraagt het woord, fractievoorzitter GroenLinks.
Gaat uw gang.
DE HEER KONIUSZEK:
Dank u wel, voorzitter.
Even een punt van orde. We hebben nog eens even goed gekeken naar de beantwoording van de
wethouder op onze motie. We trekken de motie in want we zijn het met elkaar eens.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Motie Bijvriendelijk Breda is ingetrokken.
We komen aan motie 2.5. Vermeldingen lastendruk eenpersoonshuishoudingen en ondernemingen.
Wenst iemand een stemverklaring af te leggen?
227
De fractievoorzitter van het CDA en van de Partij van de Arbeid.
Gaat uw gang.
Mijnheer Elbertse.
DE HEER ELBERTSE:
Voorzitter, hierin heeft de wethouder volgens mij alles overgenomen en toegezegd. Dus de motie
lijkt ons overbodig. Wij zullen hem dan ook niet steunen.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van der Velde, Partij van de Arbeid.
Ja, wij hebben dat iets anders beluisterd.
De wethouder heeft het weliswaar overgenomen en toegezegd maar er tegelijkertijd aan
toegevoegd dat als de motie zou worden afgestemd, zijn toezegging weer in de lucht komt te
hangen. En ik denk dat het daarom toch goed is om de motie te steunen.
DE VOORZITTER:
Nog anderen?
Dan gaan we over tot stemming.
Wie is voor de motie?
VVD, D66, Partij van de Arbeid,
Wie is …,
BOB is voor.
Wie is tegen de motie?
CDA, SP, Breda’97, GroenLinks.
De motie is aangenomen. 20 voor, 17 tegen.
Dan aan de orde motie 2.6.
Aanbestedingsbeleid.
Wenst iemand een stemverklaring af te leggen?
Mijnheer Aartsen, VVD.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, wij vinden deze motie sympathiek. En wij steunden de gedachte ook. Alleen we volgen
de beantwoording van de wethouder, dus wij zullen deze motie niet steunen.
DE VOORZITTER:
Anderen nog?
Dan gaan we over tot stemming.
Wie is voor de motie?
D66.
Wie is tegen de motie?
De overige leden van de raad.
Daarmee is de motie verworpen.
Aan de orde motie Ontkoppeling lastendrukontwikkeling.
Wenst iemand een stemverklaring af te leggen?
Dan gaan we over tot stemming.
Wie is voor de motie?
VVD, D66, BOB.
Wie is tegen?
CDA, SP, Breda’97, GroenLinks, Partij van de Arbeid.
Mag ik vragen consequent de armen in de lucht te houden? De hand. Ja het is duidelijk.
De motie is verworpen. 20 tegen, 17 voor.
De motie Investeringen inpassen in exploitatiebegrotingen.
Wie wenst een stemverklaring af te leggen?
Mijnheer Van der Velde.
DE HEER VAN DER VELDE:
Ja voorzitter, wij zijn tegen de motie en hebben nog een extra argument om daar tegen te zijn ten
opzichte van wat er al is gewisseld. Wij zijn er ook voor dat structurele kosten in de exploitatie
terecht komen maar we zijn er niet van overtuigd dat de posten die genoemd zijn in het dictum
allemaal structurele kosten zijn. Dus we vinden dat je voordat je zulke dingen kunt zeggen, moet
weten hoe structureel iets is of niet. En vandaar ook dat we tegen de motie zullen stemmen.
228
DE VOORZITTER:
Nog andere stemverklaringen?
Wie is voor de motie?
D66, VVD, en BOB.
Wie is tegen?
CDA, SP, Breda’97, GroenLinks, Partij van de Arbeid.
De motie is verworpen.
Dan is aan de orde Financiële dekking van de structurele uitgaven.
Wenst iemand een stemverklaring?
Mijnheer Van der Velde.
DE HEER VAN DER VELDE:
Ja voorzitter, deze motie verbaast ons bijzonder omdat bij de behandeling van het college …, het
coalitieakkoord, 1,25 miljoen bezuiniging al werd neergezet en er op dat moment twijfels werden
gezet door ik weet niet meer precies wie, maar door partijen in deze raad, of dat wel een haalbare
zaak zou zijn en dat dat helemaal nog niet zeker was. En dan zie ik nu een motie waarin wordt
aangegeven dat er bezuinigingen nog eens met een miljoen moeten worden verhoogd in het eerste
jaar en met een half miljoen in de volgende jaren…,
DE VOORZITTER:
Kort. Nee …,
DE HEER VAN DER VELDE:
En dus vind ik dat we tegen die motie moeten stemmen.
DE VOORZITTER:
Mag ik u vragen voortaan iets beknopter met een stemverklaring te komen? Dit is bijna een nieuwe
termijn; dat is niet passend. Het is u vergeven maar volgende keer moeten we dat iets korter
houden.
Nog andere stemverklaringen?
Wie is voor?
D66, BOB en de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
Wie is tegen de motie?
SP, CDA, Breda’97, GroenLinks, Partij van de Arbeid.
De motie is verworpen.
Dan is aan de orde het voorstel.
Wie is voor de Voorjaarsnota?
Behoefte aan het afleggen van stemverklaringen?
Mijnheer Adank, VVD.
DE HEER ADANK:
Aangezien het een politieke vertaling is van het coalitieakkoord wat wij niet kunnen onderschrijven,
zullen wij tegen deze Voorjaarsnota stemmen.
DE VOORZITTER:
Nog anderen?
Mijnheer De Beer.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, er staan best aardige dingen in de Voorjaarsnota. Wij vinden toch de financiële stam,
en wij hebben gepoogd daar vanavond nog wat wijzigingen in aan te brengen, maar die vinden we
toch onvoldoende stevig. Daarom zullen wij ook tegen de Voorjaarsnota stemmen.
DE VOORZITTER:
Andere stemverklaringen?
Dan gaan we over tot stemming.
Wie is voor de Voorjaarsnota?
CDA, Breda’97, GroenLinks, BOB, Partij van de Arbeid en de SP.
Wie is tegen?
D66 en de VVD.
Hij is met 21 stemmen voor, 16 tegen is de Voorjaarsnota aangenomen.
229
3.
BELEIDSKADER WMO.
1e termijn.
DE VOORZITTER:
We hebben afgesproken, - u heeft dat met elkaar afgesproken -, 3 minuten per spreker. Ik weet
dat een enkeling onder u ongelooflijk gemotiveerd, geïnspireerd, geëngageerd, enthousiast nog
een aantal punten heeft, maar ik wil aan iedereen vragen toch ook in enige mate daaraan te
werken. Anders doen we elkaar tekort. En dat wil niet zeggen 3 minuten, punt. Dat kan ook zijn 3
minuten en 5 seconden. Maar wel even elkaar daarin goed volgen.
Wie van u wenst het woord?
Het woord is aan mijnheer Aartsen. De 3 minuten gaan nog niet in. Pas als u achter het katheder
staat.
DE HEER AARTSEN:
Ja voorzitter, Sesamstraat halen we vandaag toch niet meer. Dus ik ga kijken of ik er wat bij kan
gaan smokkelen.
Voorzitter, we spreken hier vanavond over een behoorlijk punt, zo niet het belangrijkste punt voor
het komende jaar. We hebben zojuist de Voorjaarsnota vastgesteld; dat gaat over ons hele budget.
Dit gaat over ongeveer 10% van het hele budget, 60 miljoen in totaal alleen al voor deze
decentralisatie. En wij als VVD zijn altijd een groot voorstander geweest van decentralisatie. Geen
rode kaart zoals we dat van de SP tot een aantal maanden geleden gewend waren maar
verwelkomen zorg dicht bij de mensen zelf. We kunnen nu de focus gaan aanbrengen op wat
mensen nodig hebben om weer actief te worden in de samenleving in plaats van de focus die er nu
is op indicaties op soort zwaarte pakketten en op allerlei andere rugzakjes.
Voorzitter, complimenten aan mevrouw de wethouder voor het zorgvuldig oppakken van dit
Beleidskader. We zijn ook blij terug te zien dat er de Verantwoordelijkheidsladder en
Meedoen@Breda stevig er in staan. En niet alleen dat heeft ze kunnen doen. Ze heeft er ook voor
kunnen zorgen dat de SP zelfs dadelijk haar SP handjes hiervoor in de lucht gaat steken. Chapeau,
mevrouw de wethouder.
We hebben natuurlijk een aantal moties voorzitter. En daar zal ik maar snel op terug gaan komen
dan.
Allereerst onze zorg ten aanzien van de alfacheque. Op landelijk niveau zijn er een aantal partijen
waaronder de SP maar ook de vakbonden, die zich als hoogste doel hebben gesteld om deze af te
schaffen. En wij zien dat absoluut niet zitten. De alfacheque is verankerd in het Bredase systeem
en deze is ook verankerd in het zorgmodel zoals het nu voor ligt. En ook de cliënten en
medewerkers zijn tevreden over deze cheque en wij vragen dan ook aan de wethouder of zij
nogmaals haar steun wil uitspreken hiervoor. Maar wij vragen ook aan de raad, mijn collega
raadsleden om zich hiervoor uit te spreken.
DE VOORZITTER:
Motie behoud alfacheque.
Verzoekt het college zich hard te maken binnen de VNG en richting Den Haag voor behoud van de
alfacheque om zo de kwaliteit van de zorg te garanderen om mensen hun vertrouwde hulp te laten
behouden en extra bezuinigingen binnen de WMO te voorkomen.
Ondertekend VVD, D66, BOB, CDA.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER AARTSEN:
Dank u voorzitter.
Daarnaast willen wij graag terug komen op het puntje resultaatbekostiging. Een technisch iets. Er
wordt aangegeven dat er wordt overgegaan naar resultaatbekostiging. Maar dat zegt de wethouder
maar als je kijkt naar het beleidskader, staat er dat niet in en staat er doodleuk dat we gewoon
door blijven gaan op de oude weg. Geen kwaliteit maar kwantiteit en per persoon een
prestatiebekostiging. Voorzitter, ik ken de wethouder als iemand met veel ambitie. Dus ik hoop dat
zij deze kan ondersteunen, deze motie, zodat we toch nog voor 1 januari kunnen overgaan op
resultaatbekostiging.
DE VOORZITTER:
Motie Resultaatbekostiging.
Nog voor de verordening WMO met een plan te komen hoe zij vanaf 2016 toch kunnen gaan sturen
op de maatschappelijke doelen en kunnen gaan werken met de resultaatbekostiging.
230
VVD, D66, BOB.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER AARTSEN:
In het coalitieakkoord is een risicoreserve van 20 miljoen vastgesteld voor de 3 decentralisaties.
Wij willen deze pot graag gebruiken of gebruikt zien worden voor frictiekosten en andere zaken die
onverwacht komen en niet voor structurele uitgaven waardoor de touwtjes gevierd kunnen worden.
Daarom hebben we een 2 tal moties. Eentje over de bestemming en eentje over de rapportage van
die bestemming.
DE VOORZITTER:
Motie risicoreserve 3D.
Verzoekt het college de risicoreserve van 20 miljoen voor de 3 decentralisaties alleen in te zetten
bij incidentele kosten gerelateerd aan de invoering van de decentralisaties en niet aan te wenden
voor kosten die structureel van aard zijn.
Ingediend door VVD. En BOB maakt deel uit.
De motie Rapportage risicoreserve 3D.
Verzoekt het college de raad actief en actueel te informeren wanneer er onvoorziene kosten
ontstaan bij de invoering van de decentralisaties en te informeren wanneer het college aanspraak
maakt op de beschikbaar gestelde risicoreserve van 20 miljoen voor de 3 decentralisaties.
Ondertekend VVD, BOB.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER AARTSEN:
Het beleidskader WMO laat behoorlijk wat vaagheid en onduidelijkheid ten aanzien van de invulling
van de thuiszorg of huishoudelijke verzorging zoals dat heet. Er moet 25% gekort worden vanaf 1
januari en er staat op geen enkele wijze hoe dat moet gaan gebeuren. Nu hebben we de gevolgen
hiervan al bij Thebe gezien en wij hopen dat daar snel een visie, een aantal piketpalen vanuit het
college gaat komen om ook de mensen die in de thuiszorg werken maar ook de mensen die de
thuiszorg ontvangen, dat die mensen duidelijkheid krijgen en zo spoedig mogelijk. En niet wachten
tot november. Dus wat ons betreft komt er nog voor 1 augustus een raadsbrief over de
huishoudelijke verzorging.
DE VOORZITTER:
Motie Duidelijkheid huishoudelijke verzorging.
Verzoekt het college voor 1 augustus een raadsbrief te sturen met nadere uitwerking van de
plannen rondom de huishoudelijke verzorging in 2015 inclusief hoe zij de besparing van 4.7
miljoen denkt te gaan halen en hiermee niet te wachten tot het najaar.
Ondertekend, VVD, D66, BOB.
DE HEER AARTSEN:
In november stellen wij een nieuwe verordening vast. En bij het lezen van de oude kwam ik
erachter dat een behoorlijk hiaat in de verordening zit in artikel 1.2. Dat betreft het politieke
mandaat van het college. En wat ons betreft, moet een politiek besluit in een politieke arena als
deze worden genomen en moet een politiek besluit daarom ook door de raad worden genomen. En
wij zouden dan ook het mandaat op een aantal punten terug naar de raad willen hebben. Vandaar
nog een vrij onverwachte motie. En ik verwacht uiteraard dat die unaniem wordt gesteund door
mijn collega raadsleden.
DE VOORZITTER:
Motie Mandaat bij de raad.
Bij de nieuwe Verordening WMO een zodanige aanpassing te doen in de verordening WMO, artikel
1.2., dat het college bevoegd is om het besluit pas vast te stellen met daarin het door het college
op grond van deze verordening vastgestelde overzicht, omvattende het geheel van verstrekkingen
en bedragen, die de gemeente in het kader van de WMO kan verstrekken als het college daarover
vooraf de raad heeft geïnformeerd en ook geconsulteerd.
Gesteund VVD, D66, BOB.
DE HEER AARTSEN:
Mijn laatste 2 moties voorzitter, gaan ten aanzien van de kansen die er liggen op dit dossier.
Er wordt momenteel al een aantal pilots uitgevoerd ten aanzien van het hergebruik van een aantal
woon-, vervoers-, en rolstoelvoorzieningen. Het is nu zo dat helaas nu soms veel dingen heel
weinig gebruikt worden. Bij het overlijden van een persoon moeten deze weer naar de prullenbak.
231
Volgens mij is dat zonde van ons materiaal. Vandaar dat wij graag zouden zien dat deze positieve
pilots worden omgezet in structureel beleid bij de komende verordening.
DE VOORZITTER:
Motie Hergebruik woon-, vervoers-, en rolstoelvoorzieningen.
Verzoekt het college om bij de nieuwe Verordening WMO hergebruik om de kwaliteitsvoorwaarden
van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelvoorzieningen mogelijk te maken en
daarvoor de bestaande pilots om te zetten in structureel beleid.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, de laatste motie dan.
Wij zouden graag zien dat er wat meer innovatie in het zorgveld zou komen. En dat er ook meer
gebruik gemaakt gaat worden van de technologische mogelijkheden die er zijn. Er zijn tal van
voorbeelden te noemen hoe eHealth en andere zaken hieraan kunnen bijdragen en daarom roepen
wij het college op om daar meer ambitie op te hebben en daarop een actieplan te ontwikkelen.
DE VOORZITTER:
Motie Innovatie en technologie.
Verzoekt het college een actieplan Innovatie technologie binnen de WMO samen met
zorgaanbieders en het onderwijsveld te ontwikkelen met als doel innovatie de ruimte te geven en
het gebruik van nieuwe technologieën te stimuleren binnen het sociale domein, in het bijzonder
binnen de zorg.
Is ondertekend door VVD, D66, SP, CDA, Partij van de Arbeid, BOB.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, wij zien uit naar de constructieve antwoorden van zowel het college als van mijn collega
raadsleden.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
En ik geef u een groot compliment. Want u ziet: waar een wil is, is een weg. 3.5, prachtige tijd.
Ik geef het woord aan mevrouw Nuijen namens D66.
MEVROUW NUIJEN:
Dank u wel, voorzitter.
Tijdens de commissievergadering Maatschappij hebben wij al onze complimenten uitgebracht aan
de wethouder over deze beleidsnotitie.
Desondanks hadden we aantal kritische opmerkingen en die zijn wat ons betreft voldoende
beantwoord.
Dus ik wil me nu even beperken tot 2 moties.
Een zit erbij, dat is de motie Taxivervoer. Maar die is niet volledig. Die heb ik nu wel compleet bij
me. Ik wil deze motie wel even toelichten. Wij ontvangen van burgers uit Breda opmerkingen over
de niet efficiënte wijze waarop onder andere het vervoer vooralsnog geregeld is. Ik heb dat in de
motie opgenomen en ik zou het college willen vragen aandacht te willen besteden aan doelmatige,
efficiënte en klantvriendelijke afstemming van verschillende vervoersmogelijkheden.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
De motie luidt: Verzoekt het college om een klantvriendelijk en kostenbesparend systeem te
ontwikkelen met betrekking tot vervoer van chronisch zieken.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
MEVROUW NUIJEN:
Dan de 2e motie voorzitter.
Die zit nog niet in het pakket van mijn collega raadsleden. Dat is deze motie. Dat gaat over de
11% tariefkorting op het WMO budget. Op pagina 27 van het Beleidskader is nu uitgegaan van een
korting van 25%. Dus er is een begroting van 24,18 miljoen gevoteerd voor AWBZ begeleiding.
Inmiddels is dit bedrag verhoogd tot 28,27 miljoen, te weten de korting is niet 25% geworden
maar 11%. En ik stel er prijs op dat dat nieuwe bedrag verwerkt wordt in het Beleidskader maar
tevens dat dat ook consequenties heeft voor het aanbestedingsbeleid.
DE VOORZITTER:
232
Motie luidt: Verzoekt het college om terughoudendheid met het doorvoeren van tariefkortingen,
oog te hebben voor de kwaliteit en daarom voor 2015 een korting van maximaal 11% op het WMO
budget voor de begeleiding te hanteren.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
Dat was het mevrouw Nuijen?
Dank u zeer, ook u voor uw tijd en de wijze van invulling.
Mevrouw Bijlsma, Partij van de Arbeid.
MEVROUW BIJLSMA:
Voorzitter, zorg dicht bij mensen organiseren.
Wat de Partij van de Arbeid betreft, hebben we het daarover bij het Beleidskader WMO. Over dit
centrale thema gaat het. Het is een van de belangrijkste onderwerpen voor de komende tijd. De
VVD zei het al: misschien wel het belangrijkste onderwerp.
We hebben het hier in de commissie uitvoerig over gehad. En eigenlijk waren alle partijen het wel
eens over de koers van het beleid. Maar we zijn natuurlijk ook kritische volgers want het gaat
uiteindelijk over de uitvoering en daar komt nogal wat bij kijken, inhoudelijk gezien maar zeker ook
financieel.
In de commissie heeft de Partij van de Arbeid specifiek aandacht gevraagd voor 5 onderwerpen.
Een onderwerp wil ik vanavond nog wat kracht bij zetten met een motie.
Maar als eerste hebben wij aandacht gevraagd voor de transformatie want naast de transitie
moeten wij ook goed oog hebben voor die transformatie.
Daarnaast hebben we aandacht gevraagd voor de monitoring. De nieuwe WMO biedt ons inziens
ook echt veel kansen om weg te gaan van het benauwende controle denken. Dan hebben we het
dus ook over de resultaatbekostiging waarover vanavond ook al het een en ander is gezegd. Dat is
de kern van de nieuwe WMO.
We hebben het ook gehad over professionals. Want deze kanteling vraagt ook wat van de
professionals. Welzijn nieuwe stijl gaat uit van meer ruimte voor de professional. De Partij van de
Arbeid vindt het belangrijk dat we die ruimte ook bieden aan de professional en dat we die ook
benadrukken. Dat betekent dat we niet moeten gaan dicht timmeren maar juist moeten gaan
ontschotten.
Daarnaast, - en de VVD heeft daar ook een motie voor ingediend, en die ondersteunen wij van
harte -, moeten we op zoek naar slimme verbindingen. Maar ook innovaties horen daarbij. De
ambitie die de wethouder op dit thema al heeft uitgesproken, die spreekt voor zich en we gaan
haar daar ook aan houden.
Wat ons betreft gaat het ook om slimme verbindingen zoeken in bijvoorbeeld het onderwijs. Kijk
naar de hogescholen en wat zij op deze thema’s te bieden hebben. Maar het gaat wat ons betreft,
ook om de verbinding van het 3D’s. We zijn ook erg blij dat dit college laat zien dat zij daar al de
eerste stappen toe heeft gezet.
En dan als laatste, - en daar wil ik ook een motie over indienen -, de communicatie. De
communicatie is in het huidige Beleidskader het sluitstuk. Maar we horen dat er veel onrust is bij
de inwoners van Breda over wat hen te wachten staat. Er is gewoon op dit moment nog heel veel
onduidelijkheid bij de mensen maar ook bij de organisaties. Middels een motie die ik hierbij wil
indienen, wil ik dan ook de wethouder oproepen om hiervan al eerder werk te maken en samen
met het Bredase zorg- en welzijnsland deze immense opgave snel op te pakken. We zien het graag
in duidelijke taal en begrijpelijk voor verschillende doelgroepen over de transitie.
Voorzitter…,
O wacht, ik zal eerst de motie geven.
DE VOORZITTER:
Heldere communicatie ondersteuning WMO.
Verzoekt het college direct werk te maken van het uitrollen van de informatie over de nieuwe taken
van de gemeente in het kader van deze decentralisatie omtrent zorg en welzijn.
Dit samen met de betrokken organisaties en netwerken op te pakken zodat er in één heldere taal
naar buiten toe wordt getreden over de opgaven van de gemeenten en het zorg- en het
welzijnsveld en de consequenties van het veranderend beleid.
Is ondertekend door Partij van de Arbeid, SP.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
MEVROUW BIJLSMA:
Voorzitter, er is nog flink wat werk te verzetten. We vertrouwen ook wel op de kansen die de
nieuwe WMO biedt om de zorg van onze Bredanaars beter te organiseren.
Dank u wel.
233
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Het woord is aan…,
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter …, Voorzitter …,
DE VOORZITTER:
Mijnheer Aartsen.
DE HEER AARTSEN:
Zou ik een vraag mogen stellen aan mevrouw Bijlsma?
Wat ik deel, is de uw zorg om de onduidelijkheid die u schetst van mensen in onzekerheid. Deelt u
ook mijn opvatting dat ten aanzien van de huishoudelijke verzorging en de thuiszorg die
duidelijkheid er ook niet is en dat je daardoor de situatie zoals bij Thebe krijgt, dat mensen niet
weten wat er gaat gebeuren per 1 januari? Vindt u niet dat er heel snel duidelijkheid op zou
moeten komen wat hen te wachten staat?
Aan mevrouw Bijlsma vraag ik dat, via de voorzitter.
MEVROUW BIJLSMA:
Ja dank u wel, voorzitter.
Op het moment dat de duidelijkheid er is, moet die duidelijkheid worden geboden. Ik denk dat dat
ook is waartoe wij oproepen: gewoon heldere communicatie. En u schetst dat er heel veel onrust is
binnen de organisaties. Ik denk dat die onrust al een tijdje aan de gang is. De vorige aanbesteding
heeft natuurlijk wel het een en ander in beweging gezet. Daar is veel onrust geweest. Er is sprake
geweest van een ontslaggolf. Nu zijn het ook spannende tijden. Dus op het moment dat er
duidelijkheid is, dan graag die duidelijkheid zo snel mogelijk, ook als het aan de Partij van de
Arbeid ligt.
DE HEER AARTSEN:
Maar voorzitter, andere gemeenten kunnen die duidelijkheid inmiddels wel geven. Wij noemen een
maatwerkvoorziening in een alinea en daar blijft het bij. Vindt u niet dat het college iets
ambitieuzer daarin zou moeten zijn en iets meer uitleg, iets meer visie, iets meer piketpalen ten
aanzien van die huishoudelijke verzorging zou moeten verschaffen aan de raad? Daar hebben wij
zowel als raad, als als Breda, toch recht op voorzitter?
MEVROUW BIJLSMA:
Volgens mij heb ik daar net al antwoord op gegeven: zodra er duidelijkheid is, mag men die
duidelijkheid geven.
DE VOORZITTER:
Misschien is het goed dat u dadelijk ook even naar de wethouder luistert.
Het antwoord is nu gegeven.
Dat was het mevrouw Bijlsma?
Het woord is aan mevrouw Tecklenburg, GroenLinks.
MEVROUW TECKLENBURG:
Dank u wel, voorzitter.
In de commissie heb ik al gezegd dat het heel goed is dat er een Beleidskader ligt wat veel oog
heeft voor mensen, cliënten, vrijwilligers, mantelzorgers, professionals. Het Beleidskader gaat uit
van eigen kracht en ruimte waar dat mogelijk is en goede ondersteuning waar dat nodig is. Het
gaat om een groeimodel. Een goede integrale visie op de lange termijn waarbij meer verbinding
wordt gelegd tussen de jeugdzorg, WMO, Participatie, Onderwijs, maar bijvoorbeeld ook Cultuur, is
daarbij hard nodig.
Welke Bredase samenleving willen wij zijn in 2018? Daar gaat het eigenlijk om en natuurlijk ook
daarna. Het is een grote opgave die in de komende periode moet worden geleverd. Het gaat hierbij
om een kwetsbare groep mensen. En een ding is zeker: de zorg die zij nodig hebben, moet
gehandhaafd blijven. Continuïteit van de zorg is daarbij van belang. En er moet aangesloten
worden op hetgeen er al is.
We blijven wel van mening dat het tempo waarin een en ander plaats moet vinden, veel te snel is
en met een zeer grote bezuiniging. Er moet voldoende tijd genomen worden om de kwaliteit en
aanwezigheid van de zorg te garanderen en te voorkomen dat mensen door de veranderingen op
achterstand worden gezet.
234
Daarnaast vragen we als GroenLinks extra aandacht voor het inkoopproces en de aanbesteding.
Inkopen op kwaliteit van zorg betekent inkopen op professionaliteit. En dit heeft bijvoorbeeld ook
te maken met de arbeidsvoorwaarden van de zorgverleners. Uitganspunten en de eisen aan
kwaliteit en bedrijfsvoering moeten helder zijn en voorwaarden zijn.
Daarnaast is, - de PvdA noemde het ook al -, monitoring van zeer groot belang. Investeer ruim in
het vaststellen van de indicatoren en doe dat samen met belanghebbenden. En meet resultaten op
wijkniveau.
Gebruik ook, - daar is zelfs een motie voor ingediend -, innovatie en eHealth in de plannen en
maak daar beleid op.
En geef duidelijkheid aan de mensen die het betreft, vooral ook aan de mensen die in de komende
periode in een overgangssituatie terecht komen. Ook dat staat in de motie die al ingediend is.
Wij zien met belangstelling uit naar de meer gedetailleerde uitwerking van dit kader tot een
gedegen beleidsplan dat uiteraard ook een groeimodel zal moeten zijn. En we zullen dus
instemmen met het Beleidskader.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer, mevrouw.
De heer Uijl, SP.
Zijn er nog andere leden van de raad want ik heb verder geen…,
Mevrouw Groene …, Ja daarom vraag ik het ook.
Maar eerst mijnheer Uijl, SP.
DE HEER UIJL:
Ja voorzitter, dank u wel.
Ik was eigenlijk van plan om mijn betoog vanaf mijn plaats te doen maar na de gloedvolle woorden
van de heer Aartsen, toch ook wel degelijk gericht aan onze partij, kon ik het toch niet laten om
hier te gaan staan.
In het vorige betoog van de heer Aartsen stelde hij nog dat hij geen kaarten uitdeelde. Inmiddels
deelt de VVD meer kaarten uit dan een gemiddelde wedstrijd tussen Nederland en Portugal. Maar
goed, hij refereert wel aan een punt waar hij de vorige keer mij ook al op probeerde te pakken,
namelijk: zijn we als SP ineens niet meer kritisch.
Ik kan u en daar heb ik u de vorige keer al op geantwoord, zeggen voorzitter: dat zijn wij nog
steeds wel. En nog steeds volgen wij wat er gebeurt rondom de WMO met een zeer kritisch geluid.
En het is ook absoluut waar dat wij zien dat er op dit moment nog veel gebeuren moet binnen
WMO land om dat goed geregeld te krijgen.
Maar, en daar zou ik de heer Aartsen toch ook wel willen plegen te zeggen dat hij misschien een
klein beetje terug moet kijken naar hoe dat in het verleden is gegaan. In de vorige coalitie, of in
het vorige college, is er ook niet bepaald vaart gemaakt met dit dossier. En wij prijzen de
wethouder dan ook zeer dat zij op dit moment zeker wel die vaart erin zette. En dat is de reden
mijnheer Aartsen, mijnheer de voorzitter, waarom wij als SP op dit moment absoluut wel mee
willen denken in het Beleidskader zoals dat nu voor ligt.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, zou ik een vraag mogen stellen aan de heer Uijl?
DE VOORZITTER:
Mijnheer Aartsen.
DE HEER AARTSEN:
Ik ben blij te horen dat hij zegt dat hij nu wel kritisch is. In de commissie was uw belangrijkste
punt een of ander kleurplaatje op pagina 11. Dat was uw belangrijkste punt tijdens de commissie
Maatschappij. Dat kunt u terug lezen. Maar als u echt zo kritisch bent en als u zegt dat u met de
loep naar dit college gaat kijken op basis van dit punt, ondersteunt u dan bijvoorbeeld mijn motie
ten aanzien van de duidelijkheid huishoudelijke verzorging? Zegt u dan tegen dit college: college,
kom op, geef nou duidelijkheid aan al die mensen die in die thuiszorg werken en al die mensen die
die thuiszorg ontvangen? Steunt u die motie, mijnheer Uijl?
DE HEER UIJL:
Nee, ik steun die motie niet.
Want daar heb ik het namelijk al eerder over gehad. En ik zal u vertellen waarom ik die motie niet
steun. Maar goed, het gaat even niet af mijn tijd neem ik aan verder?
DE VOORZITTER:
235
U zit nog royaal in de tijd die mijnheer Aartsen al lang voorbij was.
Dus gaat uw gang.
DE HEER UIJL:
Gelukkig.
Nee, waarom wij die motie niet steunen, mijnheer Aartsen is omdat wij, wat ik net al aangaf,
hebben gemerkt dat dit dossier een aardige vertraging heeft opgelopen met de behandeling door
het vorige college. En zoals de wethouder ook zal aangeven straks, komt er nog een inhoudelijk
beleidsplan. Daar ga ik in ieder geval vanuit, dat ze daarover zal praten. En in dat inhoudelijke
beleidsplan, daarin staan de keuzes waarmee de zekerheid die u graag wilt horen gaat komen.
Maar wat dat betreft, en daar moet ik toch …,
DE HEER AARTSEN:
Mijnheer de voorzitter, is de heer Uijl ervan op de hoogte dat die er in november komt? U weet
wel, anderhalve maand voordat het daadwerkelijk in moet gaan?
DE HEER UIJL:
Absoluut, mijnheer Aartsen. Absoluut, mijnheer de voorzitter. Daar ben ik me van bewust. En ik
heb ook …,
DE HEER AARTSEN:
En dat vindt u ruim de tijd mijnheer de voorzitter …,
DE HEER UIJL:
Laat mij…,
De voorzitter:
Ik stel voor dat even de heer Uijl de gelegenheid krijgt om uit te spreken.
DE HEER UIJL:
Laat mij even het antwoord inderdaad afmaken want u heeft klaarblijkelijk erg goed de notulen van
de laatste commissie Maatschappij gelezen. Daarin heeft u mij ook horen zeggen, of kunnen zien
teruglezen zeggend, dat ik vind dat er wel haast gemaakt moet worden, dat ik vind dat er absoluut
vaart gezet moet worden achter dit soort stukken. Alleen kan ik het de wethouder niet kwalijk
nemen dat op het moment dat er een dossier ligt waarin nog volop vertraging zit en waarin nog
volop onduidelijkheid zit, dat zij wel de tijd neemt om als er dan een besluit wordt genomen, dat er
een goed besluit wordt genomen en niet dat we een kaalslag gaan krijgen zoals 3 jaar geleden
heeft plaats gevonden onder uw eigen wethouder destijds.
Goed voorzitter, doorgaand met mijn betoog, ik gaf al aan dat we volop vertrouwen hebben in de
wethouder dat zij met man en macht probeert om met beperkte middelen die wij als gemeente toe
krijgen, een zo goed mogelijke zorg te organiseren. Maar ook wij voelen de spanning die hier in
deze zaal leeft. Wij willen als SP graag meedenken maar wij moeten ook erkennen dat er een
enorme bezuiniging vanuit Den Haag bij ons over de schutting gegooid wordt. Tijdens de
commissie viel het al op dat er behoorlijk veel gesproken werd over de inhoud van de zorg.
Tijdens de behandeling van het stuk vanavond valt dat ook op met de moties die voorbij komen.
Voorzitter, als SP vinden wij dat wij dit nu op dit moment niet zouden moeten doen. Sowieso niet
want de transitie in onze ogen terug geven van de verantwoordelijkheid aan de mensen die het het
beste kunnen beoordelen hoe zij het werk moeten doen, namelijk de zorgverleners. Als politiek
moeten we ons in dit dossier bezig houden met het faciliteren van deze zorgverleners. Daarom
voorzitter, moet er in onze ogen goed vastliggen waar welke verantwoordelijkheid ligt. Wie is
aanspreekpunt? Wie voert wat uit? Dat is waar dit Beleidskader over gaat en dat is waar wij achter
staan in dit Beleidskader. En daarom ondersteunen wij dit. Wij vinden dat er in het Beleidskader
goed gesproken wordt over het wegsnijden van onnodige bureaucratie. In dat oog kan ik ook
behoorlijk meekomen. Ik vind het jammer dat ik daar niks meer van heb terug gezien van D66.
Over het normeren van de salarissen van directeuren. Ik weet dat daar in het verleden door uw
partij en onze partij onderzoek naar is gedaan naar een Van der Velden norm, waarvan ik denk dat
het een mooi afscheidscadeau zou kunnen zijn, maar goed. Ik heb begrepen dat dat een…, Ja het
is jammer dat de microfoon niet uit kan of dat .., maar goed misschien heb ik het dan verraden,
maar goed. Ik heb begrepen dat die haalbaarheid er destijds niet was. Ik hoor graag van de
wethouder hoe daar op dit moment over gedacht wordt en hoe dat we over een normering kunnen
denken in de toekomst.
DE VOORZITTER:
Goed. U bent ruim aan de 3 minuten.
236
U zat in iets langer dan de heer Aartsen.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter ..,
DE VOORZITTER:
Nog een korte interruptie.
MEVROUW NUIJEN:
Voorzitter …,
DE HEER AARTSEN:
Mag ik nog een korte vraag stellen?
DE VOORZITTER:
Eerst mevrouw Nuijen en dan u want mevrouw Nuijen …,
MEVROUW NUIJEN:
Mijnheer Uijl, ik ben 63 en mijn geheugen laat mij soms in de steek maar weet u nog wie in het
vorige college verantwoordelijk was voor de WMO?
DE HEER UIJL:
Dat was het CDA.
MEVROUW NUIJEN:
Bent u er ook van op de hoogte dat D66 vragen heeft gesteld over de ontslagronde die
aangekondigd is bij Thebe en dat in de vorige commissievergadering D66 gevraagd heeft aan de
wethouder of ze de Balkenendenorm wilde hanteren? Kunt u zich dat nog herinneren?
DE HEER UIJL:
Ja, ja, ja. Absoluut. Daar refereerde ik ook aan mevrouw Nuijen. Absoluut.
MEVROUW NUIJEN:
Dank u voorzitter.
DE HEER UIJL:
Als het gaat om de ontslagen die bij Thebe vallen, zijn wij als SP zijnde bezig met het organiseren
van actiegroepen tegen deze loondump. En alle steun is welkom. Dus bij deze nodig ik u van harte
uit.
MEVROUW NUIJEN:
Ik hoop dat u dan ook mijn motie wilt steunen van de 11% korting op AWBZ begeleiding. In plaats
van 25%.
DE HEER UIJL:
Ik wacht eerst even het antwoord van de wethouder af.
DE VOORZITTER:
Dan mijnheer Aartsen tot slot.
DE HEER AARTSEN:
Ja, voorzitter, laat ik een positieve vraag stellen aan de heer Uijl.
U noemde net de verschillende rollen in dit speelveld. Bent u het met mij eens dat ook inderdaad
politieke besluiten hier genomen moeten worden en steunt u zodoende ook mijn motie ten aanzien
van het terugbrengen van artikel 1.2 naar de mandatering van de raad?
DE HEER UIJL:
Ik doe absoluut mijn best om alle wetsartikelen uit mijn hoofd te kennen maar ik moet heel eerlijk
bekennen dat artikel 1.2 niet helemaal in mijn korte termijn geheugen staat. In mijn lange
termijngeheugen overigens ook niet. Ik hoor graag even het antwoord van de wethouder eerst.
Maar ik vind het op zich een sympathiek idee.
DE VOORZITTER:
Goed. Dan is het denk ik goed om het woord te geven aan mevrouw Groeneweg.
237
Mijnheer Uijl, dank u zeer.
MEVROUW GROENEWEG:
Voorzitter, het allerbelangrijkste in de decentralisaties is een cultuuromslag, een verandering in
denken, sinds kort ook wel transformatie genoemd. Daar hebben we in de vorige periode flink op
ingezet. En daar zijn wij in Breda relatief heel ver mee. Midden in dit transformatieproces moeten
we op 1 januari duidelijke afspraken hebben over de toelating tot het maatwerk, met name voor de
taken die nu nog onder de verzekerde zorg vallen. Er moet een structuur staan waarmee we
kunnen beginnen maar die structuur moet nog flexibel genoeg zijn om bij te sturen omdat we nog
lang niet klaar zijn met de transformatie en de vervlechting van de 3 decentralisaties.
In de commissie hebben wij benadrukt dat in het huidige beleidskader overlap dreigt tussen de
functies, taken van het wijkteam ten opzichte van het sociaal team. Het verslag van de
commissievergadering is naar onze mening niet helder genoeg en het is voor zo’n belangrijk punt
dat we hiervoor aan het eind van mijn betoog een motie zullen indienen, die nu nog daar ligt, dus
ik hoop dat hij dadelijk door iemand wordt gebracht, waarin een kleine wijziging ten opzichte van
de motie die voor u ligt, want we hebben in de overwegingen het woord …, of ja, in de
overwegingen het woord uitsluitend geschrapt.
De WMO is een open eind regeling. We zeggen geen nee tegen noodzakelijke zorg als het budget
op is. Als we niet uitkomen als gemeente, heronderhandelt het VNG met het kabinet. De VVD gaat
steeds voorbij aan deze afspraak tussen VNG en kabinet en daarom zullen wij zeker tegen motie
3.2 stemmen.
Als we alleen in Breda niet uitkomen, moeten we zelf bijsturen want dan is het ons probleem. Het
is daarom heel belangrijk dat we op tijd weten welke kant het op gaat en of we de 3 miljoen WMO
reserve en of de 20 miljoen reserve in de totale sociale domein gaan besteden en waarom. Wij
willen graag vanaf de invoering elke 3 maanden op de hoogte worden gehouden van de financiële
ontwikkelingen en ook de inhoudelijke ontwikkelingen. Een soortgelijke rapportage als we ook bij
Via Breda krijgen. Wij zullen daar in september op terug komen wanneer wij over monitoring zullen
spreken. Hoe meer wij in mensen investeren en aan preventie doen, des te meer houden
zorgverzekeraars over. Financieel staat er nog een schot tussen. Dat verhindert soms goede
oplossingen voor mensen, zo zien wij nu al in de praktijk. Bijvoorbeeld in het taxivervoer. Hoe gaat
het college hiermee om? Is het in gesprek met de zorgverzekeraars? Resultaatbekostiging in het
maatwerk is nu volgens het college een stap te ver. Hoe ziet de wethouder het tijdpad van
ontwikkeling en invoering en zou zij daar voor verschillende vormen van maatwerk verschillend
tijdpad kunnen hanteren?
Wij hebben op 3 moties op voorhand meegetekend.
De motie innovatie en technologie. Die oproep stond ook in ons verkiezingsprogramma. En die
komt inderdaad onvoldoende nog terug in het Beleidskader.
De motie Hergebruik. het is prima om pilots om te zetten in permanent beleid.
En de motie alfacheque. Dit is een prima oplossing voor Breda en voor de mensen die een beperkt
aantal uren werken als alfahulp.
En dan tot slot de indiening van onze eigen motie. Ik zie geen beweging dus ik zal hem toch maar
gaan ophalen.
DE VOORZITTER:
Het personeel krijg je niet gemakkelijk in de benen.
Goed. Afstemming sociaal team en wijkteams.
Draagt het college op sociale teams en wijkteams in nauwe samenhang en samenspraak uit te
rollen over de wijken, waarbij het streven is een naadloze overgang, geen overlap en een heldere
afgestemde benadering van de wijk.
Is ondertekend CDA, SP.
Dank u zeer mevrouw.
Nog andere leden van uw raad?
Dan is het woord aan wethouder Haagh.
WETHOUDER HAAGH:
Ja dank u wel, voorzitter.
En dank u wel raad voor deze wisseling vandaag.
Maar 2 weken geleden hadden we een uitgebreide behandeling van deze Beleidskaders in de
commissie Maatschappij. En ook toen heb ik veel complimenten in ontvangst mogen nemen en die
hoor ik vandaag weer. Dank daarvoor. Maar het zijn niet alleen complimenten voor een wethouder
en een ambtenarenapparaat die hard aan de slag zijn maar dat zijn vooral ook complimenten voor
alle partners die al jaren bezig zijn om van deze transities zo dadelijk een succes te maken. En dan
heb ik het over alle zorgaanbieders, alle welzijnsorganisaties en vooral ook de cliëntenorganisaties
238
en bijvoorbeeld de WMO Klankbordgroep die echt daadwerkelijk alle vrije tijd die zij hebben alle
energie hierin stoppen om dit op een succes te maken. Dus ik ga die complimenten graag
overdragen.
Inmiddels is er wel iets veranderd sinds dat wij met de commissie spraken, en nou ja, vandaag
want de Wet WMO is een feit, zij het met een nipte minderheid.., meerderheid maar gisteren …, of
eergisteren, heeft de Eerste Kamer ingestemd met de wet en daarmee weten we ook waar we voor
staan en wat er op 1 januari echt op ons af komt. Dat besluit zorgt er ook voor dat wij zo dadelijk
meer inzicht krijgen in een aantal noodzakelijke cijfers die we echt nog nodig hebben. En dan
hebben we het over cijfers, echt persoonsgebonden, over indicaties en soorten van zorg die er nu
zijn. En dat geeft ons de mogelijkheid om de ramingen nog veel beter en completer te maken als
dat we dat nu ook hebben kunnen doen in deze Beleidskaders.
Met de commissie heb ik al eerder gedeeld voorzitter, dat we hiermee absoluut niet klaar zijn. Die
kaders zijn een mooi begin. Het is een leidraad om te starten naar de uitvoering en de invoering
eigenlijk van de nieuwe WMO. Maar direct na de zomervakantie, - en dat is ook echt heel direct,
want ik heb met de griffie afgesproken dat we dat meteen op 25 augustus doen -, hebben wij een
sessie staan, zoals ook eerder toegezegd, over onder andere die monitoring maatschappelijke
effecten die we met elkaar bespreken, hoe we dat gaan volgen. En ook de huishoudelijke
verzorging komt daar aan bod. Dat hadden we al eerder met een raadsbrief en in de commissie
gewisseld. Daarna gaan we vervolgens aan de slag met de nieuwe verordening en de uitwerking
van het beleid, het beleidsplan en dat komt terug hier inderdaad. Dus een mooi traject, een
intensief traject, gaan we nog aan met zijn allen. Aan uw enthousiasme ligt het in ieder geval niet
want u heeft hard gewerkt om heel veel van de accenten waarover we al gesproken hebben in de
commissie, ook daadwerkelijk nog in moties en in vragen neer te leggen dus.
Voorzitter, ik hoop dat ik het een beetje snel kan. Ik ga alle moties even langs lopen.
De VVD kan het toch niet laten om er even dat politieke spelletje van te maken zoals we dat in de
commissie ook gedaan hebben. Ik wil nog even genoemd hebben dat de Zelfredzaamheidmatrix
een heel belangrijk onderdeel is naast uw Verantwoordelijkheidsladder. Dat is het plaatje wat het
hier compleet maakt en dat is ook het plaatje waardoor het zo goed gedragen wordt vooral ook
door de cliënten. Want die hebben bij elke stap van die zelfredzaamheidsmatrix echt een groot
voordeel. Dus zo gaan we het met vertrouwen tegemoet, als het aan mij ligt.
Dan heeft u een flink aantal moties ingediend.
Laat ik beginnen met de motie over het hergebruik van voorzieningen. Eigenlijk doen we wat u
vraagt eigenlijk al op hele grote schaal en is ook al echt staand beleid.
Als het bijvoorbeeld gaat over rollators, over scootmobiels, dan hebben wij huurcontracten. Die
dingen die worden niet aangeschaft en gegeven maar we hebben huurcontracten. Het zijn lopende
huurcontracten en het gaat dus niet terug in een magazijn maar wordt weer opnieuw hergebruikt.
Dus dat is al geborgd in het huidige beleid.
Waar we eerder over spraken, en dat gaat misschien nog wat verder, en dat is wel leuk om daar
eens een goede pilot mee te starten, is hoe je nou ook goederen kunt delen wellicht. En zeker iets
als een scootmobiel is misschien iets wat niet bij iedereen in de garage of de berging hoeft te staan
en waar je veel creatiever mee om zou kunnen gaan. Dat vind ik wel een hele uitdaging. Maar
hetgeen wat u vraagt, gebeurt op forse schaal. We hebben ook in convenant met
woningbouwcorporaties de afspraken dat bijvoorbeeld aangepaste huizen niet weer in de oude
staat terug hersteld worden maar naar mensen gaan met een beperking die die aanpassing
overnemen. Dus het is deels staand beleid wat in het beleidsplan zeker terug komt. Niet in de
verordening; dat hoort daar niet thuis.
Dan heeft u een tweetal moties over de risicoreservering. Dan praten we over de 20 miljoen
risicoreserve. Die 20 miljoen is ingesteld, de keuze van deze coalitie om dat te doen, is echt in
deze eerste fase, in de eerste jaren van de transitie. Dat betekent dus niet …, In principe is het dus
niet voor structurele aangelegenheden. Want het betreft echt de overgangsfase waar we in zitten.
Alleen …, Mijn tijd was op denk ik. Maar ik ga toch even door. Laten we een goede risicoanalyse
maken zodra we die kunnen maken als we alle feiten en gegevens hebben. Laten we dat vooral ook
sociaal domein breed doen. Die cijfers komen nu allemaal binnen. Die risicoanalyse kunnen we
richting de begroting echt zetten. Dan kunnen we de kaders en de spelregels voor die 3D reserve
ook echt gaan plaatsen. Dus die komt helemaal terug in de Begroting.
Dan uw volgende vraag die daar over ging, is eigenlijk: meldt u ook afwijkingen en wat als er iets
genomen wordt zeg maar uit die 3D reservering. Afwijkingen, ja. Natuurlijk. Dat zijn we ook
verplicht. Dat doen we ook in de Bestuursrapportages. Daar hebben we gewoon een heldere
afspraak voor hoe we dat doen in de raad. En dat zullen we ook zeker doen als het om het sociaal
domein gaat. Dan zeg ik meteen richting mevrouw Groeneweg: dat is interessant. Ik vind het heel
interessant om eens te bekijken of we dat in de Bestuursrapportage in de vorm, nou ja zoals Via
Breda, programmabreed, of we dat zo kunnen oppakken. Dat is iets wat we inderdaad in augustus
maar eens verder moeten bespreken. Maar dat is wel een mogelijkheid. Die mogelijkheden zijn er,
239
daar houden we ons aan maar ik zou daar niets nieuws voor in het leven willen roepen want daar
hebben we inmiddels …, de procedures zijn ingericht.
Als het gaat om het daadwerkelijk geld onttrekken uit die risicoreserve, ja het is een
risicoreservering, en daarvoor zullen we altijd naar de raad toe moeten en toe gaan. Dus dat hoort
bij de keuze die we gemaakt hebben dat het een echte risicoreservering is. Dus in die zin is het een
overbodige motie. En ja, heb ik er ook alleen maar baat bij en het college in zijn totaal, om samen
met de raad heel goed te kijken hoe die financiële wegen gaan lopen de komende jaren. Want
samen zullen we ook moeten kijken of we er daadwerkelijk in slagen om het binnen de budgetten
te gaan doen, wat ons uitgangspunt is.
Dan de resultaatbekostiging, de motie. En eigenlijk hoorde ik het mevrouw Bijlsma al even zeggen:
dit is waar het uiteindelijk echt om draait. Dit is waar je met je transformatie naar toe wilt. We
willen geen uurtje - factuurtje meer. Je wilt niet inzetten van: deze persoon heeft dit en dit aanbod
nodig. Nee, je wilt kijken: hoe kun je nou een resultaat beschrijven als het gaat om zorg en hoe
kun je daar op gaan sturen. Dus dat is de hele omslag. En ik vind het, ik zou het jammer vinden en
eigenlijk een tekortkoming vinden als wij nu voor de WMO alleen daar een apart plan voor zouden
gaan schrijven. Want dit is echt die brede transformatie die je ook in de Jeugdzorg wilt gaan
realiseren, waar je wellicht bij de ene maatwerkvoorziening wat sneller en wat makkelijker kunt
starten dan bij de andere. En ik zou graag met u als raad in gesprek willen eind augustus van waar
zouden we dan echt kunnen starten.
Dit was een onderwerp van gesprek, als het aan mij ligt, bijvoorbeeld bij de huishoudelijke
verzorging. Daar kun je echt al heel resultaatgericht gaan bekostigen. Daar hoef je geen
prestatiebekostiging te doen. Dan zouden we daar een snelle start mee kunnen maken. Maar ik zou
dat wel gewoon met u eerst willen bespreken en dan kijken hoe we dat uitzetten. En ik zou hem 3D
breed willen zetten en niet een apart plan voor de WMO. Ik denk dat dat zonde is van onze tijd en
investeringen die we al moeten doen. Dus inhoudelijk steun ik hem helemaal en hebben we ook de
plicht denk ik om er met zijn allen naar te kijken hoe je zo snel mogelijk die slag naar die
resultaatbekostiging kunt maken.
Dan motie 5 over innovatie en technologie. Een hele goede motie, een belangrijke motie, ook waar
in de kaders niet zoveel over gezegd wordt, dus ik denk een hele goede aanvulling ook is op het
kader. Ik neem aan, - en die miste ik eventjes in de uitwerking van deze motie -, dat u ook de
cliënten zelf wilt betrekken. Want daar gaat het immers om. Dus dat is dan de vraag die ik aan de
motie indieners wil stellen. En ik wil ook aan u vragen: wanneer en op welke termijn zou u dan zo’n
actieplan dan willen zien? Want om heel eerlijk te zijn, is de urgentie groot om richting 1 januari
alles zo goed te kunnen organiseren dat er niemand zo dadelijk tussen wal en schip belandt. Dit is
een vraag die wat mij betreft, iets verder reikt ook. En wanneer verwacht u zo’n plan? Wat mij
betreft, is dat in de loop van 2015, zodat we ook daadwerkelijk de onderwijsinstellingen goed
kunnen betrekken.
De motie alfacheque is een steun in de rug. Daar hebben we uitgebreid over gesproken in de
commissie. De wijze waarop de alfacheque nu functioneert, is goed en zorgt voor een goede
kwaliteit, zowel voor de cliënten als voor de alfahulpen zelf. Met een motie zit er nog iets meer
kracht bij, kan ik nog een brief sturen aan de staatssecretaris. Dat wil ik van harte doen. Maar ik
wil ook aan u neer leggen de politieke lijnen die u zelf heeft in de fracties in Den Haag. Gebruik die
ook volop want het is ook heel goed om dat Bredaas model nu eens uit te leggen en dat dat ook
een systeem is wat gewoon goed kan werken. En het zou jammer zijn als we in een
bureaucratische rompslomp qua financiering zouden belanden. Dus ik leg hem ook even bij u
terug. Voor mij is het een steun.
De motie Duidelijkheid huishoudelijke verzorging wil ik u echt ontraden. En waarom? Omdat wij
echt bezig zijn met de aanbieders aan die inspiratietafel om het bestuurlijk contracteren op een
hele goede manier te bespreken. En dat proces daar zitten we midden in, dat proces hebben we
ook met de huidige aanbieders besproken en dat steunen zij ook van harte. Eind augustus
bespreek ik met u meer over de huishoudelijke verzorging en de uitgangspunten en hoe we dat
daadwerkelijk in het maatwerk willen gaan verbinden. Daarna een raadsbrief is prima. Voor 1
augustus ga ik u niet meer vertellen dan ik al gedaan heb en ik wil niet een onderhandelingsproces
verstoren in die zin. Dus ik hoop dat u die rust en die ruimte ook tot 25 augustus gewoon kunt
nemen en dat we dan met elkaar wisselen waar we staan.
MEVROUW GROENEWEG:
Voorzitter …, Voorzitter …,
Mag ik een vraag stellen?
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang.
MEVROUW GROENEWEG:
240
Geldt dat bijvoorbeeld ook voor MEE en dergelijke? Want ik weet dat zij ook erg zitten van, ja
wanneer komt die duidelijkheid omdat ze anders misschien mensen moeten ontslaan die ze anders
misschien…, om voor te zijn dat ze volgend jaar in de problemen komen. Geldt daar die kortere
termijn duidelijkheid ook voor?
WETHOUDER HAAGH:
Ieder onderdeeltje van de WMO heeft zijn eigen traject.
In MEE hebben we natuurlijk een overeenstemming dat de cliëntondersteuning door hen gedaan
blijft. Daar zijn we regionaal mee bezig om te kijken hoe we dat invullen en dat moet ook de
komende maanden duidelijk worden. Maar daar zijn wij gewoon goed over in gesprek. Dus ze
hebben een bepaalde basiszekerheid, en die weten ze ook en daar stemmen ze ook hun plannen op
af. Maar ik kan u nu niet toezeggen voor welke datum dat exact is. Zo heeft Sociaal Kompas, de
Vrouwenopvang, alles heeft zijn traject lopen. En we zijn in ieder geval met iedereen in gesprek.
En als u mocht horen dat het echt te nijpend wordt, dan hoor ik het ook graag. Ik heb die geluiden
op deze manier in ieder geval nog niet gehoord. Ik heb met MEE volgende week een afspraak. Dus
in die zin is dat lopend. Maar pin me er niet op vast wanneer het allemaal precies staat. Maar wel
voor de verordening van de WMO. Want daar maakt het allemaal onderdeel van uit.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, voorzitter …,
Zou ik een vraag mogen stellen ten aanzien van dit punt aan mevrouw Haagh?
DE VOORZITTER:
Korte vraag.
DE HEER AARTSEN:
Want volgens mij misbruikt zij toch enigszins het onderhandelingsproces met de organisaties in de
huishoudelijke verzorging. Dat proces gaat ten aanzien van de tariefstellingen. Geld. Ik vraag u om
een aantal piketpalen, een aantal visiepunten, dieper dan alleen maar die ene frase rondom
maatwerk te komen. En ik ken u ook als iemand die daar iets meer visie op heeft ten aanzien van
hoe gaan we nu om met nieuwe gevallen, hoe gaan we om met oude gevallen, hoe gaan we om
met HV1, HV2, noem het maar op, met al die vragen die bij die mensen spelen. Die moet u toch nu
al onderhand kunnen melden in een aantal beknopte visiepunten dat mensen in de stad ook weten
wat er staat te gebeuren vanaf 1 januari.
DE VOORZITTER:
De wethouder.
WETHOUDER HAAGH:
Ja, ik ga maar niet verder in op uw woordkeuze. Maar er zijn trajecten gaande …, Ja ik vind
misbruiken niet echt een woordkeuze die past bij dit onderwerp op deze manier. Laat ik dat dan
even gezegd hebben.
We zijn hierover op een goede manier in gesprek. En waar ik recht aan wil doen, is ook een motie
vanuit uw raad zelf dat het primaat ook deels bij de raad ligt, als het gaat om die huishoudelijke
verzorging. Dus wij zijn in gesprek over tarieven. En die tarieven, - en dan kan ik ook meteen
richting anderen spreken -, die tarieven baseren we echt op wat nou de daadwerkelijke zorgkosten
zijn. Daar zijn we over in gesprek. En dat is een ingewikkeld traject. Maar dat zorgt er wel voor dat
je niet gewoon maar met een streep, een pen, er langs kunt lopen en zegt: 11% korting en we
doen er 11% af. Nee, we kijken echt naar wat de kosten zijn, voor welke doelgroepen, voor welke
kwaliteit van zorg die we ook geleverd willen hebben. En dat zijn we nu met alle aanbieders aan
het afpellen. En dan kan het wel eens zijn dat voor de ene vorm van dagbesteding, individuele
begeleiding, de kosten lager liggen dan voor een andere. En dat is wat we willen met maatwerk. En
dan kan het wel eens meer dan 11% zijn en dan kan het wel eens veel minder dan 11% zijn. Maar
ik wil die ruimte toch graag houden om dat proces ook op die manier verder te volgen en echt voor
dat stukje kwaliteit te gaan van de daadwerkelijke zorgkosten die zijn voor ons leidend zijn en niet
de kosten van een gebouw of een verdere organisatie er omheen. Maar we proberen zo puur
mogelijk naar die zorgkosten te kijken.
Dus daar zijn we volop mee bezig. En ik gun het u als raad om ook over die huishoudelijke
verzorging, waar, - het is hier ook al gezegd -, 3 jaar geleden zoveel om te doen is geweest, ook
echt mee te praten. Daar heeft uw raad om verzocht. Ik heb daar de 25e een bijeenkomst voor
gepland. En dan vind ik het niet gepast en niet de juiste manier dat ik nu vanuit het college u de
richtlijnen geef. Ik zou zeggen: laten we dat gesprek voeren en daarna maken we die afspraken.
En als u die dan in een brief wilt zien, krijgt u die in een brief …,
241
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter …,
WETHOUDER HAAGH:
En als u het gelooft als we het gesprek gehad hebben, dan is het wat mij betreft ook prima.
DE VOORZITTER:
Kort.
DE HEER AARTSEN:
Het gaat mij niet om die brief. Het gaat mij om de duidelijkheid aan het veld. En het schokt mij, en
daarom noem ik ook die terminologie, omdat er wel degelijk signalen zijn dat er onrust is. Het is
niet voor niets dat Thebe een dergelijk besluit neemt. Dat komt omdat zij onder andere vanuit de
gemeente Breda geen duidelijkheid hebben bijvoorbeeld ten aanzien van de bestaande HV2 en
HV1. Daar kunt u een uitspraak over doen, ook binnen het maatwerk, daar kunt u uw visie op
geven, uw piketpalen doen. U weigert dat en u zou willen wachten tot november. Ik zou dat erg
onverstandig vinden.
Voorzitter, dat zeg ik tegen wethouder Haagh.
DE VOORZITTER:
Goed. Ik stel voor dat de wethouder daarop nog kort reageert en dan ook gezien de tijd verder
gaat want er liggen nog een paar moties.
MEVROUW HAAGH:
Ja. Waar ik absoluut niet blij mee ben, is de sfeer die u hier neerzet. U weet net zo goed als ik en
waarschijnlijk beter, dat Thebe op dit moment geen huishoudelijke verzorging levert voor Breda.
Die zijn namelijk niet in de aanbesteding …, Nee, maar dat is wel de situatie. Het zijn de andere
gemeenten die deze onzekerheid veroorzaken en waardoor dit nu gaande is. We zijn met de
beantwoording keurig van artikel 41 vragen hierover bezig. Ja, je moet zo duidelijk mogelijk zijn.
En dat doe je vooral ook op basis van vertrouwen. En met huidige aanbieders en alle
zorgaanbieders zitten we om de tafel en hebben we dat vertrouwen. Zij zijn tevreden met het
proces. Laten we dat proces dan ook zijn proces laten zijn en laat de rol die rol nemen die die daar
ook in heeft. Dus ik ben het in deze zin niet met u eens en ik wil niet de onrust vergroten die er
wat dat betreft ook niet is aangezien we echt doorlopend met elkaar in gesprek zijn. En dan weet u
ook dat we geen lumpsumafspraken hier in Breda gaan maken.
Als het om het maatwerk gaat, gaat het echt om welke aanbieder passen we dadelijk bij welke
vraag. En in die zin is er geen zekerheid te geven, niet aan grote en niet aan kleine aanbieders. Als
zij de juiste kwaliteit leveren, dan vinden we elkaar. En dan weten we ook waar we in Breda voor
staan. Dus wat dat betreft, ga ik het niet mooier maken dan dat het nu is en wil ik die helderheid
ook gewoon houden zoals ik hem nu heb en kan geven.
Als het gaat om de communicatie, is daar een motie over ingediend door de Partij van de Arbeid. Ik
denk dat daar een flinke opgave ligt. In het Beleidskader wordt daartoe een aanzet gegeven, wordt
ook gezegd: we zitten nu in de eerste fase, dus we moeten nu gaan communiceren überhaupt over
wat er gaat gebeuren. Maar ik vind wel dat we daar echt vol op het gas moeten wat dat betreft ook
als gemeente. Het Rijk gaat ook communiceren nu de WMO aangenomen is. Dus daar moeten we
het goed op laten aansluiten. Maar het is vooral van belang dat we dat inderdaad via ook andere
organisaties doen en dat we allemaal de juiste taal spreken.
En ik hoorde mevrouw Tecklenburg van GroenLinks ook nog zeggen: cliënten die nu zorg krijgen.
die moeten ook helderheid krijgen over de continuïteit. Dus eerst de algemene informatie en
daarna zo snel mogelijk echt op cliëntbasis, op persoonsbasis, de juiste informatie. Dat was
wellicht wat onderbelicht in de kaders en daar wil ik zeker voor de verordening haast mee gaan
maken. En alle ideeën daarover vanuit de raad zijn van harte welkom natuurlijk.
Dan het taxivervoer. Het is een motie die ik heel goed begrijp want ook ik hoor dezelfde geluiden.
En het is ook heel erg lastig dat er verschillende regelingen, landelijk, bovenregionaal, en lokaal
zijn wat dit betreft. Dus het dictum snap ik maar het gaat mij wel iets te ver als ik heel eerlijk ben,
gezien de voorbeelden die u noemt.
Ik denk als het om de WMO gaat, krijgen we zo dadelijk weer een vervoersgroep bij. Dus als het
om de WMO regelingen gaat, moeten die efficiënt en gewoon kostenbeperkend zijn en vooral heel
goed geregeld voor de cliënt.
Regionaal ligt er ook een opgave. Daar is collega Akinci ook volop mee bezig. Dan hebben we het
over de regeling Kleinschalig collectief vervoer voor de regio. Daar kan een betere afstemming
absoluut nog plaatsvinden. Daar is nog een slag te maken. Dus die wil ik graag zo meenemen.
Maar om nou te zeggen kom met een totaalplan voor vervoer voor chronisch zieken en
gehandicapten, dan vraagt u van Breda gewoonweg te veel. Dat kan ik niet waarmaken en dat lukt
242
ook niet om de regelingen …, als iemand naar Groningen of met de trein ver weg gaat, om dat ook
allemaal te regelen. Dus ja, de opgave om het beter af te stemmen in de regio, die pakken we op.
Dat zal de heer Akinci doen. En binnen het WMO kader, wat echt binnen mijn eigen terrein ligt,
zullen we komen met een goed passend systeem waar het vervoer naar de dagbesteding een op
een aansluit op het sociaal en het medisch vervoer. Dus als ik hem zo mag lezen, is het prima.
Maar het lijkt alsof u een totaal plan …, En ik kan erg veel maar dat ga ik niet leveren.
MEVROUW NUIJEN:
Voorzitter, mag ik even reageren?
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang, mevrouw.
MEVROUW NUIJEN:
Mevrouw de wethouder, ik zou me kunnen voorstellen dat niet de cliënt al die verschillende
formulieren moet invullen en kruisjes moet zetten bij de formulieren bij de respectievelijke
verzekeraars en degenen die de vergoeding betalen. Maar omdat het hetzelfde taxibedrijf blijkt te
zijn, kan ik me voorstellen dat het veel efficiënter is om die kruisjes te laten zetten door degene die
het vervoer verzorgt.
MEVROUW HAAGH:
Ik kan me dat voorstellen maar ik kan helaas niet alle landelijke regelingen en alle andere
regelingen in een keer, wat dat betreft, anders regelen. Ik kan dat toezeggen dat we daar naar toe
werken voor alles wat we binnen de WMO doen op het gebied van vervoer en het kleinschalig
vervoer in de regio. Maar verder kan ik gewoonweg niet gaan. Dan zou ik ook toezeggingen doen
waarvan ik nu al weet dat ik die zeer lastig op korte termijn kan waar maken. En dat wil ik ook
niet doen.
MEVROUW GROENEWEG:
Voorzitter …,
DE VOORZITTER:
Mevrouw Groeneweg.
MEVROUW GROENEWEG:
Misschien ben ik iets te snel en gaat u nog naar mijn vraag toe die een beetje hiermee samenhing
en dat is: bent u wel in gesprek bijvoorbeeld met zorgverzekeraars over juist …, Want die hebben
bijvoorbeeld ook weer bepaald vervoer, etcetera. En dat geldt ook voor meer onderwerpen waarbij
er een enorme samenhang is en waarbij we dingen voor de cliënten snel goedkoop en makkelijker
kunnen regelen. Hoe bent u daarmee aan de slag?
MEVROUW HAAGH:
U zou het liefst mijn agenda zien, niet waar? Ik merk het.
Ik ben met MEE in gesprek, we zijn met de zorgverzekeraars…, ja daar zijn we over in gesprek.
Maar het is wel …, Hoe regel je het lokaal, is iets wat aansluit bij nu de huidige regelingen en daar
op zich staat de zorgverzekeraar weer voor dat deeltje los van. Maar samen met collega Akinci
gaan we nog eens heel goed vooral naar die Regionale Deeltaxi kijken. Want daar valt nog wel veel
winst te behalen. Dus ja, daarover zijn we in gesprek. Ik praat wat af de laatste tijd.
DE VOORZITTER:
Mag ik vragen even door te gaan, ook gezien de tijd dus.
MEVROUW HAAGH:
Dat wil ik. Zeker.
Ik heb nog een motie liggen van het CDA van sociaal team – wijkteam. Daar hebben we goed over
gesproken, ook in de commissie. Ik denk ook heel erg belangrijk voor iedereen om zich te
realiseren dat je deze kaders niet los kunt zien van het voorliggende veld, het welzijnsveld waar
ontzettend veel werk verricht wordt. Een concept als Zorgvoorelkaar@com in Breda, wat we in
Breda hebben, de sociale teams zoals ze nu functioneren, daar kun je niet zonder, dat moet goed
op elkaar afgestemd zijn. En we moeten inderdaad geen dubbel werk doen. Dus ik heb u dat reeds
toegezegd; daar denken wij volgens mij precies hetzelfde over. En het is ook goed dat al die
partners bij elkaar ook aan tafel zitten.
Voorzitter, dan had ik nog 2 verse moties volgens mij die niet eerder gedeeld waren maar net
werden uitgedeeld. Nou moet ik die even snel zoeken.
243
DE VOORZITTER:
De motie Mandaat bij de raad en de motie Maximaal 11% tariefkorting.
MEVROUW HAAGH:
Ja nou, de motie Mandaat bij de raad is een motie die, als we over de verordening spreken,
volgens mij het onderwerp is waar je over moet praten. Wat houd je bij de raad en wat niet. Het
gaat mij nu wat ver om al uitspraken te doen over een verordening die we gaan vaststellen. Dus
volgens mij is dat het onderwerp wat u samen moet wisselen als we die verordening bespreken.
En dan, wat is de volgende motie voorzitter?
DE VOORZITTER:
Maximale 11% tariefskorting WMO.
MEVROUW HAAGH:
Daar heb ik al even op gereageerd richting mevrouw Nuijen. Daar hebben we ook in de commissie
over gesproken. Soms lijken het wel dagkoersen als het gaat over de kortingspercentages en de
verschillende uitleg daarbij. Met het hele zorgveld, zoals wij nu in gesprek zijn, laten we ons
daardoor niet gek maken. Wij gaan niet kijken: wat is de korting en dat doen we er af. Wij kijken
echt naar: wat kost de zorg en welke tarieven gaan we dan echt met elkaar afspreken. En dat
gesprek is gaande. En als dat meer dan 11% kan zijn, dat is dan een overeenstemming die je
samen hebt als gemeente en aanbieder. Volgens mij moeten we het dan vooral aanpakken. Want
dan blijkt dat er gewoon teveel marge op gezeten heeft. En als het minder is, het moet realistisch
blijven, we gaan niet afknijpen, maar we gaan kijken: wat kost de zorg en hoe kun je het voor de
cliënt goed houden. Dus dat is mijn leidraad waar ik het graag mee zou willen doen en in die zin
zou ik deze motie in deze vorm dus willen ontraden.
MEVROUW NUIJEN:
Voorzitter, mag ik nog even?
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang.
MEVROUW NUIJEN:
Het gaat toch wel om een extra beschikbaar bedrag van 3,47 miljoen op basis van de informatie
die nu beschikbaar is? De staatssecretaris heeft 195 miljoen extra beschikbaar gesteld voor AWBZ
begeleiding en ik heb het even omgerekend: dat betekent voor Breda + 3,47 miljoen. En ik heb
liever 100 euro te besteden dan 75. Dat…, ja. Dus het is voor u ook prettiger dat u wat meer
marge heeft.
WETHOUDER HAAGH:
Ja, nou zit die marge vooral in die zaken waar we als centrumgemeente weer verantwoordelijk
voor zijn. Dus die hebben weer net iets andere bestedingen. Maar ja, natuurlijk is het heel fijn als
je wat meer armslag hebt. Maar dan denk ik: dan kun je die betere zorg met elkaar gaan leveren.
Ik zou niet…, Ik wil niet in de fuik trappen waar andere gemeenten wel in trappen: weet je wat, we
doen er gewoon een percentage van af. Je hebt nu de kans om de zorg daadwerkelijk te
verbeteren om van dat product denken en dat aanbod denken af te gaan. En laten we die dan met
beide handen aangrijpen en die tarieven vaststellen die de zorg echt kost en niet zo maar een
percentage er af.
Voorzitter, als u het me permitteert, dan wil ik nog even naar de SP reageren. Die hadden het
namelijk nog even over de Balkenende norm waar we over spraken met elkaar. Ik denk dat het
belangrijk is om ons hier te realiseren dat we in onze subsidieverordeningen iets opgenomen
hebben over de Wet Normering topinkomens. Dus daar richten wij ons op. Dat geldt voor het hele
subsidieveld wat we voeren. In hoeverre dat echt houdbaar is, is echt een vraag. Want er bestaat
inmiddels wat jurisprudentie, bijvoorbeeld uit Eindhoven met Novadic Kentron, waar dat niet
houdbaar is gebleken. Ik ben nu volop aan het uitzoeken, ook even met wat Europese richtlijnen,
als het gaat om aanbesteden wat het totaalantwoord is. En dat gaat verwerkt worden in de
antwoorden op de vragen die D66 hierover gesteld heeft. En ik wil dat nog, - ja het is wellicht wel
in uw reces -, maar nog volgende week doen, zodat u die antwoorden in ieder geval zo snel
mogelijk heeft.
Volgens mij heb ik dan alles gehad, voorzitter.
244
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter…,
DE VOORZITTER:
Dan even …,
Ja.
DE HEER AARTSEN:
Een verzoek om 5 minuten te schorsen tussen de termijnen door.
DE VOORZITTER:
Ik zal even trachten u mee te nemen naar de opvattingen van de moties zodat u dat dan mee kunt
nemen in de schorsing.
Motie Hergebruik woon- vervoers- en rolstoelvoorzieningen. Ontraden.
Motie Risicoreserve 3D. Ontraden.
Motie Risico 3D. Ontraden.
Motie 3.4. Resultaatbekostiging. Omarmen
De motie Innovatie en technologie. Overnemen.
Motie Behoud van alfacheque. Overnemen.
Motie Duidelijkheid huishoudelijke verzorging. Ontraden.
Motie Sociaal team en wijkteam, afstemming. Omarmen.
Motie Heldere communicatie. Omarmen.
Motie Taxivervoer. Deels meenemen. Dat heeft de wethouder gemotiveerd.
Motie Mandaat bij de raad. Nu ontraden.
Motie Maximale 11% tariefskortingen. Ontraden.
Daarmee zijn de opvattingen gezegd.
Ik schors de vergadering tot 22.50 uur.
SCHORSING
DE VOORZITTER:
Mag ik vragen om de plaatsen weer in te nemen?
Mag ik vragen de plaatsen in te nemen?
Goed, mag ik vragen aan de leden de plaatsen in te nemen?
Ik mis er een hoop. De 5 minuten zijn dik voorbij.
DE HEER ADANK:
Voorzitter, zou ik dan nog een korte schorsing mogen vragen?
DE VOORZITTER:
Hoe lang?
DE HEER ADANK:
5 minuten.
DE VOORZITTER:
Ja, als u dat vraagt, moet ik dat toestaan.
We schorsen nog even door tot 22.55 uur.
Maar willen degenen die geen behoefte hebben aan een schorsing dan vast gaan zitten?
SCHORSING
2e termijn.
DE VOORZITTER:
Mag ik vragen de plaatsen in te nemen?
Misschien even goed ook naar de aanwezigen. Ik hoor, - en ik ben ook altijd wel voor transparante
communicatie -, hier en daar zo, ja, moet dit allemaal zo lang duren.
Maar om te beginnen is dat de gemeenteraad die dat zelf bepaalt. En ten tweede gaat het
natuurlijk om een ongelooflijke verandering die veel betekenis heeft. En dan moet ik ook recht
doen aan datgene wat daarin naar voren gebracht wordt.
Ik wil wel alle volksvertegenwoordigers vragen om zich in de 2e termijn echt te beperken. Waarbij
ik opmerk, - en dat is niet goed door mij doorgegeven -, Motie Resultaatbekostiging, dat dat
nadrukkelijk door de wethouder in aanname ontraden is. Dus dat is duidelijk gezegd. Ik geef dat
245
even mee; het is aan u zelf om de weging te maken. Mag ik vragen om u vooral te beperken tot
die punten of vragen die geen aandacht hebben gehad. Dan kunnen we over naar de stemmingen
en dan kunnen we dat ook gewoon helder maken want anders gaat het echt onnodig lang duren.
En er is veel gewisseld. En dan gaat het ook hoe u vanaf uw hart en geest uw keuze wilt maken.
Het woord is aan mijnheer Aartsen. Ik stel voor een kleine 2 tot hooguit 3 minuten.
DE HEER AARTSEN:
Dat moet wel lukken, voorzitter.
Dank uiteraard aan de wethouder voor de beantwoording van de vragen en reacties op de moties.
Ik ben blij dat zij positief tegen een aantal zaken aankijkt en ook een aantal tips heeft meegegeven
ten aanzien van de moties. Dus ik heb een drietal moties aangepast om het zo te kunnen laten
aannemen dat het voor het college werkbaar is om het uit te voeren, dat het wel een aparte plaats
krijgt in het debat en een aparte plaats krijgt in het WMO Beleidskader om toch dat signaal mee te
geven en het toch kwaliteitsverhogend te laten werken.
Allereerst Innovatie technologie.
DE VOORZITTER:
Bij verzoekt het college, bij de eerste bullit: samen met zorgaanbieders en cliënten. Dus cliënten
komen daarbij te staan. Dat is de tekstuele aanpassing.
DE HEER AARTSEN:
Het college gaf aan ten aanzien van het hergebruik dat er op grote onderdelen, waar ik erg blij
mee ben, gekeken wordt naar hergebruik. Ze gaf ook aan dat er nog legio mogelijkheden liggen.
Dus ik heb hem iets of wat omgebouwd om te kijken of die mogelijkheden nog benut kunnen
worden. En als we toch aan het veranderen zijn, om dan mee te nemen dat alsnog die positieve
energie vrij komt in het veld om dat dan ook gelijk te verankeren.
DE VOORZITTER:
Dan verzoekt het college verdere mogelijkheden voor hergebruik van woon-, vervoers-,
rolstoelvoorzieningen uit te werken op basis van de huidige ervaringen.
Dat is in plaats gekomen bij dan de tekst die naast de bullit staat.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter tot slot de 3e motie die ik graag zou willen aanpassen. Dat is die van de
Resultaatbekostiging. Behoorlijk belangrijk omdat dit de essentie van het Beleidskader is. Het
college gaf aan dat zij dit voorzichtig zou kunnen omarmen mits daar een tijdsplan en mits daar
een aantal faseringen in zouden kunnen plaats vinden in combinatie met de zorgaanbieders en
cliënten. Dus ik zou dit graag willen aanpassen om ook de uitvoering van deze motie mogelijk te
maken.
DE VOORZITTER:
Verzoekt het college nog voor november met een plan en tijdsplan te komen hoe vanaf 2015 op
onderdelen te sturen op maatschappelijke doelen en kunnen gaan werken met de
resultaatbekostiging in samenwerking met de zorgaanbieders en cliënten.
Dat is de nieuwe tekst.
DE HEER AARTSEN:
Ja voorzitter, tot slot.
Nogmaals dank voor de beantwoording.
Ik wil nog even focussen op een motie. De duidelijkheid in de huishoudelijke verzorging. Ik vind
dat behoorlijk belangrijk omdat ik oprecht vind dat die communicatie en die duidelijkheid er zou
moeten kunnen zijn op dit moment. De wethouder geeft inderdaad aan van ja, Thebe levert op dit
moment geen HV1 en HV2. Dat is natuurlijk selectieve waarheid. U spreekt iedere maand bij de
inspiratietafel met Thebe Thuiszorg. Dat zijn partners ten aanzien van 2015. Wees daar dan ook
eerlijk in, zou ik zeggen. Loop niet van de verantwoordelijkheid om die duidelijkheid te scheppen.
Er kunnen een aantal heldere piketpalen worden aangegeven. Andere gemeenten doen dat ook.
Kom daar ook snel met een duidelijk plan. Afgelopen week hebben we ook vanuit het Ministerie al
plannen kunnen zien ten aanzien van de huishoudelijke verzorging over hoe je lage inkomens kunt
compenseren. Dat soort vragen leven bij mensen, dat soort vragen leven bij cliënten en bij mensen
die werkzaam zijn in de thuiszorg. Kom nou snel met die duidelijkheid. Neem die onrust serieus en
haal die ook weg.
Voorzitter, dat was mijn termijn.
DE VOORZITTER:
246
Goed. Nog andere inbrengen voor de 2e termijn?
Mevrouw Groeneweg nog en mijnheer Uijl en mevrouw Bijlsma.
Mevrouw Groeneweg.
MEVROUW GROENEWEG:
Dank u wel, voorzitter.
De wethouder heeft onze eigen motie, samen met de SP ingediend, helemaal overgenomen. Wij
brengen hem daarom niet in stemming.
Zij heeft een aantal andere moties ook overgenomen en wij achten die daarbij hier ook overbodig.
En de beantwoording over het tijdpad bij het plan voor innovatie en technologie vinden wij prima
en achten daarmee, in de loop van 2015, achten wij daarmee ook overbodig.
Wat zij ontraden heeft, kunnen wij goed volgen waarom ze dat doet en wij zullen die moties dan
ook niet steunen.
De enige die we nog steunen, is het behoud van de alfacheque omdat de wethouder dat als een
steun in de rug ervaart als zij naar Den Haag gaat. Dus daar zullen wij voor stemmen.
Ik dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer mevrouw Groeneweg.
Mijnheer Uijl.
DE HEER UIJL:
Dank u wel, voorzitter.
Even kort op de moties.
Ik begrijp het verzoek van de wethouder om de steun rond de alfacheque. Maar goed, het mag
geen geheim zijn dat wij als SP daar altijd erg kritisch op zijn geweest. Het verbaast me eerlijk
gezegd rondom alle consternatie die er op dit moment in deze zaal besproken wordt rond Thebe,
dat niet meer mensen bang zijn en vinden dat een alfacheque gewoon ordinaire loondump is. Maar
goed, ik begrijp dat dat op dit moment niet aan de orde is en dat dat ook niet de strekking van de
motie is. En als SP zijnde zien we ook absoluut wel mogelijkheden om een alfacheque positief in te
zetten. Maar goed, dat is een discussie voor een andere.
Ik meen dat ik ergens…, als we het dan hebben over de steun in de rug richting Den Haag, dan
hoop ik dat de wethouder toch ook mee terug neemt richting Den Haag dat ondanks alles en
ondanks het feit dat we er absoluut het beste van proberen te maken, het nog steeds kwalitatief
uitermate teleurstellend beleid is als het gaat om de bedragen…,
DE VOORZITTER:
Probeert u zich even te beperken tot het debat en de gedachtenis…,
DE HEER UIJL:
Uiteraard.
DE VOORZITTER:
Want anders gaan we weer uitweiden over alles. Dus ik wil het even kort houden.
DE HEER UIJL:
Uiteraard.
Dan heb ik nog een punt . Ik ben erg benieuwd naar de beantwoording van de wethouder over de
aangepaste motie 3.1, Hergebruik woon-, vervoers- en rolstoelvoorzieningen omdat ik in de
toezegging van de wethouder toch wel aardig veel punten hoorde die ik graag terug zou zien in de
motie. Dus ik vraag me nog even af in hoeverre of het nuttig is om die in te dienen en overweeg
dus om mogelijk mijn steun daarvoor in te trekken.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter zou ik nog een vraag mogen stellen aan de heer Uijl?
DE VOORZITTER:
Korte vraag, mijnheer Aartsen.
DE HEER AARTSEN:
Nou ja, een iets uitgebreidere vraag.
DE VOORZITTER:
Nee, een korte vraag.
247
Ik bepaal de orde en ik vraag u om u te beperken.
DE HEER AARTSEN:
Ik zou graag willen weten of de heer Uijl mijn motie ten aanzien van het mandaat in de raad zou
kunnen steunen.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Uijl.
DE HEER UIJL:
Ik heb inderdaad niet alle moties behandeld. Het waren er ook aardig veel zoals u zelf ongetwijfeld
weet.
Die motie zullen wij niet steunen omdat we, zoals de wethouder ook aangaf, daar op dit moment
niet zitten in het proces. Dat is iets wat later gaat komen.
DE VOORZITTER:
Goed.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, daar wil ik dan toch een korte interruptie op plegen want ik vind het jammer omdat ik
toch enigszins ondeugend ben geweest en politiek plagiaat heb gepleegd. Dit is namelijk de exacte
tekst die ik ooit samen met de heer Spapens ten aanzien van de Thuiszorg heb ingediend. In een
raadsbrief is die afgelopen januari afgedaan met het komt nog ooit een volgende keer in een
verordening. Ik vond het dusdanig belangrijk, en ook uw voorganger collega Spapens, om dit punt
toch nog bij de raad te laten komen. Dus ik zou toch graag willen dat u die steun zou kunnen
overwegen in de geest van uw voorganger de heer Spapens.
DE HEER UIJL:
De geest van de heer Spapens waart hier nog steeds rond want hij is nog steeds commissielid.
Maar u gaf zelf in uw eigen beantwoording, of in uw eigen vraagstelling, al aan: dit gaat nog
komen bij de verordening. En daar wachten wij op.
DE VOORZITTER:
Dit is gewisseld.
Ik kijk nog naar andere leden.
Mevrouw Nuijen, D66.
MEVROUW NUIJEN:
Ja dank u wel, voorzitter.
Voor wat betreft de motie Taxivervoer, die trekken wij terug. Wij willen in overleg met wethouder
Akinci kijken in hoeverre het mogelijk is om een en ander wat beter te stroomlijnen.
Dank u wel daarvoor, voor de informatie.
Voor wat betreft de motie Maximaal 11% tariefkorting op het WMO budget, gaat het mij er om dat
in de begroting 3,47 miljoen extra wordt genoteerd. Het gaat mij er niet om dat er 25% gekort
wordt op uw tarieven en dat dat nu 11% wordt. Daar gaat mijn hele verhaal niet om. Het gaat om
dat in de beleidsnotitie + 3,47 miljoen voor AWBZ begeleiding wordt genoteerd, zoals dat is
toegezegd door de staatssecretaris.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Mevrouw Bijlsma, Partij van de Arbeid.
MEVROUW BIJLSMA:
Ja dank u wel, voorzitter.
Ik zal nu niet alle moties langs lopen.
Maar ik zal willen beginnen met de motie die wij hadden ingediend als het gaat over de heldere
communicatie. Daar is ook een heldere toezegging op gedaan. Dus die zullen wij intrekken.
Eigenlijk dezelfde gedachte geldt voor een aantal andere moties. Op het moment dat dingen zijn
overgenomen, dan beschouwen we de moties als overbodig en zullen we die dan ook niet steunen,
mochten die nog wel in stemming worden gebracht.
Ik wil afsluiten met het feit, ja, het besluit is echt van groot belang voor een aantal doelgroepen,
zoals chronisch zieken, lichamelijk en verstandelijk beperkten, maar mensen die psychische zorg
nodig hebben. In al onze discussies lijken we af en toe die doelgroepen uit het oog te verliezen.
Maar ja, goede zorg, volgens mij is de hele raad het daarover eens, dat we daar samen onze
248
schouders onder gaan zetten. Dus goede communicatie, optimale dienstverlening en professionals
die echt de ruimte krijgen om die ondersteuning dicht bij huis te kunnen bieden.
Dank u.
DE VOORZITTER:
Dank u wel.
Nog andere leden van uw raad?
Dan is woord aan de wethouder.
WETHOUDER HAAGH:
Ja voorzitter, dank u wel.
Ik heb een aantal veranderingen in moties gehoord. Ik heb die niet zelf gezien maar bij die motie
Innovatie en technologie heb ik u ook gevraagd, geef even een tijdpad daarbij aan. Ik heb zelf een
voorstel gedaan en aangezien u niks anders aangeeft, neem ik aan dat dat akkoord is. Dan is dat
prima.
Ja de motie Hergebruik daar zie ik het nut niet zo van in om daar nou apart weer een plan over te
gaan presenteren. Ik heb aangegeven dat het onderdeel van het beleidsplan is; het komt gewoon
in het beleidsplan terug. En laten we vooral die inzet plegen op extra en nieuwe mogelijkheden en
daarin innovatief denken. En dat heb ik toegezegd dus volgens mij …,
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter…,
WETHOUDER HAAGH:
Zou dat voldoende zijn…,
DE HEER AARTSEN:
Voor de goede orde …,
DE VOORZITTER:
De heer Aartsen.
DE HEER AARTSEN:
Er staat niet in die motie dat er een apart plan moet komen. Er staat dat nieuwe mogelijkheden
uitgewerkt dienen te worden. En dat mag u dan dusdanig interpreteren in het nieuwe beleidsplan.
WETHOUDER HAAGH:
Prima. Als u daar dan per se een motie voor in wilt dienen, dan moet u dat dan niet nalaten. Maar
volgens mij hebben we daar een paar keer over van gedachten gewisseld en zit deze hele raad,
maar ook vooral het veld wat het moet uitvoeren en de cliënten daar op een lijn en moeten we dat
vooral gaan doen. Dus mij lijkt het aardig overbodig om dat nog op deze manier te bekrachtigen.
Inzake Resultaatbekostiging blijf ik er bij dat we dat echt niet alleen voor de WMO moeten doen
maar dat we dat sociaal domein breed moeten doen. En ik zou daar heel graag de 25e augustus
met u een aftrap voor nemen om te kijken waar je daarmee kunt starten.
Verder kan ik aan mevrouw Nuijen toezeggen dat collega Akinci graag bereid is om hierover verder
te praten. En ik zal daar vanuit de WMO goed over meedenken.
Uw toelichting op uw andere motie is echt een andere dan het dictum zoals dat luidt. Dus zoals het
dictum hier staat, zal ik deze motie echt blijven ontraden.
DE VOORZITTER:
Goed. Dan hebben we in 2 termijnen gesproken.
Ingetrokken is motie 3.8, Motie Afstemming Sociaal team – wijkteam. Motie 3.9, Motie Heldere
communicatie ondersteuning WMO. Motie 3.10, Motie Taxivervoer.
MEVROUW NIJEN:
En motie 11% wordt ook terug getrokken.
DE VOORZITTER:
Motie 11% wordt ook terug getrokken. Dat is motie 3.12.
We gaan over tot de stemmingen.
Motie 3.1. De gewijzigde motie Hergebruik woon-, vervoers-, en rolstoelvoorzieningen.
Wenst iemand een stemverklaring?
Mijnheer Uijl, SP.
249
DE HEER UIJL:
Voorzitter wij beschouwen de beantwoording van de wethouder en de toezeggingen dat het
onderdeel is van het beleidskader, of van het beleidsplan, en de betrokkenheid van het werkveld,
als afdoende en zullen de motie…, onze ondertekening van de motie intrekken.
DE VOORZITTER:
Andere stemverklaringen?
We gaan over tot stemming.
Wie is voor de motie?
Ik stel vast: VVD, BOB.
Wie is tegen de motie?
De andere leden van uw raad.
De motie is verworpen.
Motie 3.2. Motie Risicoreserve 3.D ExcusesWie wenst een stemverklaring af te leggen?
Wie is voor de motie?
VVD, D66, BOB.
Wie is tegen de motie?
De motie is verworpen; 20 stemmen tegen.
De motie Resultaatbekostiging.
Wenst iemand een stemverklaring?
Wie is voor de motie?
VVD, BOB.
Wie is tegen de motie?
Andere leden.
De motie is verworpen.
Motie Innovatie en technologie.
Wie een stemverklaring?
Mevrouw Bijlsma.
MEVROUW BIJLSMA:
Met de beantwoording van de wethouder, het is overbodig, maar desalniettemin vinden we als
Partij van de Arbeid echt innovatie ontzettend belangrijk. En we gaan de wethouder dan ook aan
haar woord houden als innovatieve zorgstad van Nederland over 4 jaar.
DE VOORZITTER:
Goed.
Wie voor…,
O, mevrouw Tecklenburg.
MEVROUW TECKLENBURG:
Ja, ook een stemverklaring.
In de commissiebehandeling hebben we als GroenLinks aandacht gevraagd voor het gebruik van
digitale hulpmiddelen. We vinden dat uitermate belangrijk en willen dat nogmaals benadrukken.
DE VOORZITTER:
U bent dus voor de motie, denk ik zomaar.
Wie is voor de motie?
Wie is tegen de motie?
De CDA fractie.
Dan is de motie aangenomen.
Motie Behoud alfacheque.
DE HEER UIJL:
Voorzitter …,
DE VOORZITTER:
Mijnheer Uijl.
DE HEER UIJL:
250
Ik mag nu mijn stemverklaring?
DE VOORZITTER:
Ja zeker. Gaat uw gang.
DE HEER UIJL:
Ik gaf net ook al aan in mijn 2e termijn: wij zijn absoluut niet voor de alfacheque zoals die op dit
moment geïmplementeerd is in Breda. Maar we beschouwen de motie vooral als een aanmoediging
om verder te kijken en een betere invulling te zien van het huidige beleid.
DE VOORZITTER:
Nog andere stemverklaringen?
Dan is…,
Wie is voor de motie?
Even goed opsteken. Nee. Ik wil even goed kijken want anders…, Gewoon handen omhoog.
Dan is hij unaniem aangenomen.
Dan nog even voor alle helderheid: Motie Rapportage Risicoreserve 3D.
3.2. is afgewezen.
Nog even aan de orde 3.3. Is niet in stemming geweest.
Wenst iemand daar een stemverklaring over?
Wie is voor de motie?
De VVD, D66, BOB.
Wie is tegen?
De overige leden.
De motie is verworpen.
We gaan nu naar de motie Duidelijkheid huishoudelijke verzorging.
Wenst iemand een stemverklaring?
Wie is voor de motie?
VVD.
Wie is tegen de motie?
En BOB ja.
De overige leden zijn tegen.
Verworpen is de motie.
Dan motie Mandaat bij de raad.
Wie wenst een stemverklaring?
Wie is voor de motie?
Vóór D66, VVD, BOB.
Wie is tegen de motie?
De overige leden.
De motie is verworpen.
20-17.
Aan de orde is het voorstel.
Wie wenst een stemverklaring?
Wie is voor het voorstel?
Dan is het voorstel unaniem aangenomen.
5.
VASTSTELLEN VAN BESTEMMINGSPLAN “ULVENHOUT, DORPSSTRAAT 97”.
1e termijn.
DE VOORZITTER:
Mag ik u vragen, zij die het woord wensen, 2 minuten?
Wie wenst het woord?
De heer Scheifes, GroenLinks.Mijnheer Vuijk, mijnheer Quaars, mijnheer Toeset en mijnheer
Spiegel.
Gaat uw gang.
DE HEER SIPS:
Voorzitter…,
251
DE VOORZITTER:
Mijnheer Sips.
Dan begin in bij de heer Toeset, D66.
DE HEER TOESET:
Dank u wel, voorzitter.
Ruim 20 jaar wordt er al over gediscussieerd en geschreven in Ulvenhout, over de verplaatsing van
garage van Hooijdonk en de mogelijkheden om op die plek woningen te bouwen. Autobedrijf van
Hooijdonk opende in april van dit jaar haar showroom aan de Chaamsebaan en even daarna was
ook de bezinepomp gereed.
Voor de vertreklocatie is een plan ontwikkeld door bouwbedrijf Maas-Jacobs voor 55 woningen in
een mix van tweekappers, appartementen en patiowoningen. De patiowoningen zijn goed geschikt
voor senioren en onder de appartementen is er ook aanbod, bedoeld voor starters. Bij de
presentatie van de plannen in 2012 in de Fazanterie, was er al veel belangstelling. Dat bleek ook
toen op 19 juni van dit jaar de verkoop van start ging. De ontwikkelaar nam wel een risico door de
verkoop te plannen nog voor het ontwerpbestemmingsplan in de commissie Ruimte was besproken.
Maar goed, daarvoor is hij ondernemer. Er zijn immers ook kritische geluiden waarmee rekening
gehouden moet worden. Maar liefst 20 zienswijzen waren ingediend bij het bestemmingsplan, goed
onderbouwd, met veelal redelijke argumenten.
Het standpunt dat D66 bij behandeling in de commissie innam,e n met ons verschillende andere
partijen, was: op hoofdlijnen een goed plan, maar waar zit nog de ruimte voor verbetering.
Sommige verbeterpunten kunnen eenvoudig in de uitwerking van het plan worden meegenomen bij
de beoordeling van de omgevingsvergunning. We gaan er dan ook van uit dat de wethouder het
team van de ontwikkelaar zal aansporen om met creatieve oplossingen te komen voor de privacy
tussen de appartementen en de belendende tuinen.
Een punt wat in dit bestemmingsplan nog onvoldoende is uitgewerkt, is de manier waarop het
appartementengebouw op de hoek van de Dorpsstraat en de Annevillelaan aansluit bij de context.
De vormgeving van de 3e verdieping van de appartementen wordt door verschillende
belanghebbende Ulvenhouters beoordeeld als te weinig dorps van identiteit. In de Structuurvisie
2030 hebben we met elkaar als kwaliteit benoemd dat Breda een mozaïek vormt van identiteiten.
Dat sluit daarbij aan. We hebben begrepen dat ook de commissie Ruimtelijke kwaliteit een kritisch
geluid laat horen over de verbijzondering van de hoek Dorpsstraat - Annevillelaan.
DE VOORZITTER:
Wilt u afronden?
DE HEER TOESET:
Tenslotte iets over het proces.
In Ulvenhout is lang gewerkt aan de totstandkoming van een Nota van Uitganspunten als input
voor bestemmingsplannen. …Even wat skippen …, Ik ben even de draad van mijn verhaal kwijt.
De tijd dat de wijk en dorpsraden als het vertegenwoordigende orgaan werden beschouwd, hebben
we achter ons gelaten. De Bredase burger organiseert zich in de 21 e eeuw langs vele kanalen en
daarmee op een diffusere manier. Het lijkt ons verstandig als er nog een moment wordt gecreëerd
waarmee aan de gevarieerde kritische geluiden gehoord wordt gegeven en binnen de kaders van
dit plan de mogelijkheden tot verbetering worden onderzocht. We zouden er de goedkeuring van
het bestemmingsplan niet van willen laten afhangen en dienen daarom de volgende motie in.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Verzoekt het college een informatiemoment te organiseren met de ontwikkelaar en
belanghebbenden om alternatieven te onderzoeken waarmee de 3 e verdieping van de
appartementen in beeld en materiaal meer in de geest van de Nota van Uitgangspunten wordt
gebracht.
Is ondertekend D66, VVD, GroenLinks, BOB, Partij van de Arbeid.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
Ik dank u zeer.
En ik geef het woord aan de heer Spiegels, SP.
DE HEER SPIEGELS:
Dank u wel.
We hebben als SP niet de behoefte om de hele discussie in de commissie over te doen. Het is
duidelijk dat de bouwplannen in het dorp leven en dat niet iedereen er even gelukkig mee is.
252
Als SP zijn wij blij dat er na lang gesteggel gebouwd gaat worden en dat er een mooie mix komt
van onder andere starters en seniorenwoningen. Er is al vaak gebleken dat er een grote behoefte is
aan dit type woningen om de eigen jeugd aan het dorp te binden en ouderen de kans te geven om
in een vertrouwde omgeving oud te worden.
Ik vind het persoonlijk jammer dat er geen groene daken komen. Maar ik begrijp ook wel dat dit
niet het beslismoment en de schaalgrootte is om daar nu over door te blijven drammen. Als raad
moeten we tevens oppassen dat we niet de rol van de architect op ons nemen en te veel in details
gaan. De discussie over het laten toenemen van het aantal groene daken in Breda in haar geheel,
en de vele voordelen daarvan, zoals verbetering van het leefklimaat, waterberging en
fijnstofpolitiek, gaan wij graag op een later moment nog eens aan met de wethouder.
Kan de wethouder aangeven wat hiervoor een geschikt moment zou kunnen zijn? Het behandelen
van de Milieuvisie? En kan hij misschien het daar al wellicht in meenemen?
Tot slot de motie van D66. Een motie met een sympathiek idee. Via overleg bezwaren bij de burger
weg halen. Maar het is wel een motie waar wij als SP kritisch tegenover staan. Ten eerste wil ik
opmerken dat het opvallend is dat de 4 meest liberale partijen hier bij de raad gaan pleiten voor
meer beïnvloeding van de overheid in de markt.
De SP kan de zorgen van de omwonenden ook serieus nemen. Dat doen we dan ook wel.
DE HEER TOESET:
Voorzitter, mag ik hier een vraag over stellen?
DE VOORZITTER:
Korte vraag.
DE HEER TOESET:
Mag ik de heer Spiegels vragen waar hij precies gelezen heeft dat we voor meer invloed van de
overheid zouden zijn? Ik heb dat niet gevonden in mijn motie.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Spiegels.
DE HEER SPIEGELS:
Ja, als je als overheid een extra overleg gaat inplannen, dan ben je toch de markt aan het
beïnvloeden en zit je er toch tussen. Dat is toch helder.
DE VOORZITTER:
Ik denk dat dit gewisseld is.
Wilt u afronden?
DE HEER SPIEGELS:
Ja, ja, ik was druk bezig.
We vinden dat de raad haar eigen afweging moet maken. Het proces is al meerdere keren …, Er is
al overleg geweest tussen de verschillende partijen. En als laatste kan een extra overleg de
verwachting wekken dat er nog een hoop te veranderen is in de plannen. En ik denk dat dat niet
mogelijk is en ik denk dat in dat opzicht de motie ook precies het tegenovergestelde te werk stelt
dan de bedoeling is. Echter, mocht het zo zijn dat we via deze motie de angel uit het verzet kunnen
halen en een hoop juridisch getouwtrek kunnen voorkomen, dan willen we de motie zeker wel
steunen. Dus we zijn ook erg benieuwd naar de beantwoording van de wethouder.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Mijnheer Sips, Partij van de Arbeid.
DE HEER SIPS:
Dank u voorzitter.
De PvdA fractie is verheugd dat deze plek een nieuwe invulling krijgt. Wat nu voor ligt, is het
vaststellen van het bestemmingsplan. Daar zijn we voor. Echter, het plan levert ook veel
zienswijzen op. We hebben daar in de commissie uitgebreid over gediscussieerd. En naar
aanleiding van deze discussie zijn wij er eigenlijk niet van overtuigd dat de gepresenteerde
oplossing van de bebouwing op de hoek van de Dorpsstraat met de Annevillelaan de best haalbare
is. We denken dat het mogelijk moet zijn een oplossing vorm te geven die meer in
overeenstemming is met de eerder door de raad vastgestelde uitgangspunten. En daarom doen we
ook mee met de motie die D66 heeft ingediend. Nou ik zie eigenlijk wel uit naar de reactie van de
wethouder hierop.
253
Dat was eigenlijk mijn betoog. Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Mijnheer Scheifes, GroenLinks.
DE HEER SCHEIFES:
Ja, na 3 cassis, 3 thee, en volgens mij is de pers inmiddels vertrokken, kan ik het redelijk kort
houden.
Voorzitter …,
DE VOORZITTER:
Nou, ik zou u haast een spreektijd van 10 minuten geven. Ik neem toch aan dat u niet voor de
media het woord gaat voeren. Ja, ik weet dat sommigen mij toch …,
Gaat uw gang.
DE HEER SCHEIFES:
Ja. Flauw.
Tijdens de commissie Ruimte heeft GroenLinks haar twijfels uitgesproken over het formaat en de
soort bewoning van het plan. Een starterswoning is in onze ogen meer dan een woning met een
lage prijs. Voor GroenLinks is het een inbreidingsplan dat je maar een keer goed kunt doen. We
zijn ons er van bewust dat elk plan voorstanders en tegenstanders heeft en dat een compromis
betekent dat je niet alles kunt krijgen.
Indien je samen met betrokkenen, een Programma van Uitgangspunten opstelt, lijkt het ons dat je
je er dan ook aan moet houden of om gegronde reden ervan af moet wijken. GroenLinks wil in dit
geval niet op de stoel van de projectontwikkelaar zitten maar ziet graag dat de wethouder alsnog
in gesprek gaat om te kijken of ze nader tot elkaar kunnen komen om het dorpse karakter te
versterken. Hierbij kunnen dan ook de eerdere uitspraken van de commissie Ruimtelijke kwaliteit
worden betrokken want die hebben daar ook een uitspraak over gedaan.
Tot zover mijn betoog.
Dank u zeer.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Bruijns, CDA.
DE HEER BRUIJNS:
Ja voorzitter, zoals deze raad, het college en het dorp Ulvenhout weet, is het CDA positief over de
voorgestelde ontwikkeling. Een ontwikkeling die er voor zorgt dat het centrum van het kerkdorp er
weer een beetje beter bij komt te liggen. Een ontwikkeling die er voor zorgt dat de oude
benzinepomp, garage en bijbehorende extra autobewegingen uit het centrum vertrekken naar een
nieuwe en mooie locatie bij de snelweg. Een ontwikkeling die er voor zorgt dat starters, senioren
en doorstromers meer ruimte wordt geboden in het eigen dorp en dat ze er kunnen blijven en dat
is goed voor Ulvenhout.
DE HEER SCHEIFES:
Mag ik een vraag stellen?
Wat verstaat u onder een starterswoning?
DE HEER BRUIJNS:
Ja, zodra er een kenmerk starterswoning op zit, en kunnen er startersleningen voor aanbieden,
denk ik dat aan de criteria wordt voldaan. Ik heb de criteria niet helemaal paraat maar voor zover
ik er mee op de hoogte ben, passen deze plannen binnen die criteria. En zijn het dus
starterswoningen.
DE VOORZITTER:
Gaat u verder, mijnheer Bruijns.
DE HEER BRUIJNS:
In de commissie hebben wij het plan getoetst en uiteindelijk geschikt bevonden.
De beantwoording van de wethouder gaf duidelijkheid, dit versterkt door de achtergronden van
Maas-Jacobs.
Er is veel gedaan om het dorp te betrekken tot aan de raadpleging van een dorpsraad naar voren
geschoven vertegenwoordiger in de vorm van een dorpsarchitect aan toe. De commissie
254
Ruimtelijke kwaliteit heeft vervolgens het plan getoetst , onder andere aan de Nota van
Uitgangspunten en deze is naar hun inzien geschikt bevonden.
De wethouder was duidelijk en wilde geen valse hoop scheppen. Dit is het eindbod. Wij danken dan
ook voor de inspanningen geleverd door de diverse wethouders in dit dossier. Wij danken de
betrokkenheid van het dorp. Wij stemmen dan ook in met deze mooie ontwikkeling voor
Ulvenhout.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Het woord is aan mijnheer Quaars, VVD.
DE HEER QUAARS:
Voorzitter, dank u wel.
Want inhoudelijk kan ik het niet beter verwoorden dan mijn collega de heer Toeset.
Maar ik werd toch even getriggerd om deze kant op te lopen door het betoog van de SP. Want kijk
waar het hier volgens de VVD om gaat, is het volgende. Het gaat om een ontwikkelaar, om
inwoners van Ulvenhout en om een college. En in dat college zitten wethouders. En wat is nou die
rol van de wethouder? Dat was vroeger alleen het houden van de wet. Maar inmiddels is de
maatschappij dusdanig ontwikkeld dat die meer doet dan alleen de wet houden. Hij moet in
gesprek met die burgers. Dat is niet het verstoren van de markt, dat is gewoon zijn vak, als
vertegenwoordiger van de bevolking.
En ook in dit geval hebben wij in de commissie aan de wethouder gevraagd om dat te doen en daar
werd heel erg duidelijk, waar het vandaan kwam is ons als VVD fractie niet helemaal duidelijk,
maar er werden 2 standpunten neergezet. Het ene punt was van de wethouder en het andere punt
was van de insprekers, c.q. inwoners van Ulvenhout. En een directe rechte lijn daartussen. En dat
is de optimale manier om afstand te creëren. Volgens mij is het de kunst wethouder, dat u in
overleg met de ontwikkelaar en met die bewoners er voor zorgt dat die rechte lijn geen rechte lijn
meer is maar dat die buigt zodat die punten naar elkaar komen. Daar zit volgens mij de uitdaging
van hetgeen we u in de commissie vroegen.
Net als D66, hebben wij niet anders kunnen constateren dan dat u aan een aantal vragen in de
commissie een antwoord heeft gegeven door middel van uw brief. Maar tot op de dag van vandaag
zijn wij nog niet met de informatie verblijd dat u daadwerkelijk geprobeerd heeft om die 2 partijen
nog een keer bij elkaar te brengen. En dat is volgens de VVD fractie uw rol, uw plicht en uw
verantwoordelijkheid en niet om u te mengen in de markt maar gewoon omdat het de functie is
van de wethouder.
DE VOORZITTER:
Dan tot slot mijnheer Vuijk, Ulvenhout.
Breda’97. Gaat uw gang.
DE HEER VUIJK:
Ja, dank u wel voorzitter.
Ja, een Bavelnaar die voor Ulvenhout is, dat momentje dat moeten we toch even koesteren. Dank
u wel daarvoor.
Ja voorzitter, in de commissie heb ik al aangegeven dat dit een belangrijk plan is voor Ulvenhout.
We zijn er al jaren mee bezig. Ik ben er zelf ook al een paar jaar mee bezig. Maar ik zou toch wel
de credits bij mevrouw Knipscheer weg willen leggen daarvoor.
Ik doe de commissie niet meer over. Ik zou willen zeggen: iedereen zijn eigen
verantwoordelijkheid. En dat mag. Maar van een raadslid moet ook verwacht worden dat hij voor
dynamiek is in de samenleving. En dat wil ik u toch allemaal meegeven.
En de Nota van Uitgangspunten, - daar wil ik toch nog wel heel eventjes bij stilstaan -, is niet
bindend maar adviserend. Daar zitten een heleboel punten in die uiteindelijk zeg maar wel een
richting aangeven maar die niet bindend zijn. Adviserend.
En onze eigen …,
DE HEER TOESET:
Voorzitter, mag ik daar een vraag over stellen?
DE VOORZITTER:
Korte vraag.
DE HEER TOESET:
255
Mijnheer Vuijk, bent u het met me eens dat die Nota van Uitgangspunten wel een visiedocument is,
naar de aard waarvan gehandeld moet worden in het bestemmingsplan?
DE HEER VUIJK:
Natuurlijk, dat ben ik helemaal met u eens. Ja.
Maar ik wil nog heel even onze eigen dynamiek benadrukken, de dynamiek van het raadslid. Die is
toch anders dan die van een heemkundekring. Dat wil ik nog maar even duidelijk stellen. Niet dat
ik daar geringschattend over doe hoor. En ook in de Nota van Uitgangspunten in de geest, daar
moeten we het inderdaad wel over hebben.
Dan kom ik heel even terug op de motie. Want we moeten alternatieven onderzoeken waarmee de
3e verdieping van de appartementen in beeld en materiaal meer in de geest van de Nota van
Uitgangspunten wordt gebracht. Ja, wilt u dan met 20 mensen gaan praten over de kleur van de
tegeltjes? Dat gaat niet werken. Volgens mij hebben we daar toch echt zelf als raad, de commissie
Ruimtelijke kwaliteit voor benoemd.
DE HEER TOESET:
Mag ik daar nog een verduidelijkende vraag over stellen?
DE VOORZITTER:
Korte reactie.
DE HEER TOESET:
Is de heer Vuijk ook op de hoogte van de verslaglegging van de commissie Ruimtelijke kwaliteit op
dit punt? Heeft u ook begrepen dat juist die commissie het plan op dit vlak nog niet heeft
goedgekeurd?
DE HEER VUIJK:
Nou volgens mij zijn er al, nou ja, volgens mij zijn er al diverse aanpassingen geweest die in
samenspraak met de ondernemer en de commissie Ruimtelijke kwaliteit zijn genomen. Dus ik
neem aan dat we daar wel uitonderhandeld zijn.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Toeset, en dan mijnheer Quaars.
En dan gaan we naar een afronding.
DE HEER TOESET:
Prima. Ik zal het heel kort houden. Ik wil het geheugen van de heer Vuijk wel even opfrissen. Op 3
juni heeft de commissie Ruimtelijke kwaliteit aangegeven dat er nog een verbetering en een
verbijzondering zou moeten komen van de hoek van de Annevillelaan en de Dorpsstraat. En op 1
juli is het plan opnieuw in de commissie Ruimtelijke kwaliteit geweest en hebben ze aangegeven
dat de verandering van het plan nog niet aan de voorwaarden van de commissie voldoet. Dat lijkt
me van de commissie Ruimtelijke kwaliteit een tamelijk heldere uitspraak.
DE VOORZITTER:
Goed.
Mijnheer Quaars.
DE HEER TOESET:
En daar houd ik me aan.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Quaars.
DE HEER QUAARS:
Dank u wel, voorzitter.
Ja het verbaast me wel een klein beetje , de opmerking van de heer Vuijk. Want hij zegt: moeten
we dan met 20 inwoners in gesprek gaan. Nou dat lijkt me niet zo heel veel in een stad van ruim
170.000 mensen. Maar laat nou precies deze motie gaan over de ruimte in Ulvenhout en de
verbinding. En die 2 woorden zouden u toch aan moeten spreken.
DE VOORZITTER:
Ik stel voor dat mijnheer Vuijk tot een afronding komt.
256
DE HEER VUIJK:
Ja we hebben het hier over 20 zienswijzen. Ik heb vanmiddag toevallig nog even op de Dorpsstraat
gewandeld die opengebroken lag. Dus ik kon rustig bij de kapper eens even praten met een hele
grote groep van Ulvenhouters die gewoon achter het plan staan. En dus: ik snap het niet, het is
een mooi plan, het ziet er goed uit, we hebben het er al 12 jaar over gehad, het moet gewoon
door. Klaar. Ik ben voor, ik was voor en ik blijf voor. Excuses.
DE VOORZITTER:
Goed. Nog andere leden van uw raad?
Dan is het woord aan de wethouder.
WETHOUDER BERGKAMP:
Ja voorzitter, ik bespeur tussen alle discussies door, dat was in de commissie ook al en dat is nu
ook zo, dat er brede steun is voor het plan op zichzelf. Nou dat is goed om dat vast te stellen
omdat al wethouder Oomen naar de Provincie moest heel lang geleden om de verhuizing van de
garage mogelijk te maken. En ik denk dat we met elkaar blij zijn dat dat gerealiseerd is en dat er
nu een plan ligt wat ook een grote kans op realisatie maakt. Want daar gaat het uiteindelijk
natuurlijk wel om. Ik bedoel: iets verderop ligt het drama van de Bladerpoort. En u allen begrijpt
dat we die kant, - en dat hoor ik u ook niet zeggen -, niet op moeten. En dat wilt u ook niet.
Kijk, wat over blijft , ik reageer toch even op de heer Quaars want die spreekt mij nogal persoonlijk
aan en dat vind ik helemaal niet erg, daar houd ik wel van, dat ik als wethouder Wonen in de
vorige periode en als wethouder Ruimtelijke Ordening in deze periode zeer intensief met alle
betrokkenen gesproken heb. Dus ik heb mijn kaarten, om het zo maar eens te zeggen, verspeeld
voor het commissieoverleg. Ik had ook kunnen wachten en na dat commissieoverleg dat overleg
gaan voeren. In dit geval heb ik dat daarvoor gedaan. Dan past het ook in een proces naar elkaar
toe om daar helder en duidelijk over te zijn. En dat laatste wat u van mij mag verwachten, is dat ik
u en bewoners in het dorp op pad stuur met valse verwachtingen of valse hoop. Een aantal van u
heeft dat gemeld. Want we zijn, als het gaat om de realisatie van dit plan, op dit moment wel
uitonderhandeld, als het gaat om de hoofdlijnen. Dan blijft over: kan je nog iets. En het is een
beetje de toon die ik van u hoor. En ik heb van mijn voorganger Oomen ook altijd geleerd om te
tellen. En ik zie dat er een meerderheid van de raad is die deze motie ondertekent. Dus een
meerderheid van de raad zegt tegen de wethouder: kun je toch nog niet een keer in gesprek met.
Nou, als dat betekent, - en ik hoor u dat zeggen -, dat we geen vertraging oplopen en dat we door
kunnen met de hoofdlijnen van het plan, maar dat we nog eens kijken naar die 3 e verdieping in
kleurstelling en in materiaal, want dat is ongeveer waar je het dan over hebt, ja dan wil ik, met de
commissie Ruimtelijke kwaliteit erbij, want die nodig ik dan ook maar meteen uit, en de direct
betrokkenen, op korte termijn nog eens even bij elkaar komen. Dan kijken we nog eens even terug
naar wat we hadden en wat we nu hebben en dan hoop ik dat we voldoende informatie hebben
kunnen uitwisselen. En als er nog een idee komt waarvan ook de ontwikkelaar denkt, nou, dat is
misschien toch nog wel net even iets aardiger, ja dan zal hij de eerste zijn om dat over te nemen
en beet te pakken. Als dat het verwachtingspatroon is, dan kunnen we dat wat mij betreft zo doen.
Het laatste punt wat ik wil maken voorzitter, is dat ik met de Dorpsraad heb afgesproken dat we
snel na de vakantie nog een keer door het dorp fietsen om nog eens even goed te kijken naar de
openstaande plekken in dat dorp, ook in relatie tot de Nota van Uitgangspunten. En als de leden
van de commissie Ruimte interesse hebben, dan nodig ik hen daarbij uit. En dan kunnen we samen
nog eens kijken wat we in de toekomst voor Ulvenhout kunnen betekenen met elkaar.
2e termijn.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Ik denk dat de wethouder buitengewoon helder is.
Is er nog behoefte aan een 2e termijn?
DE HEER SPIEGELS:
Als de wethouder nog even kort in kan gaan op mijn vraag wanneer we het in de toekomst over die
groene daken kunnen hebben en daar de Milieuvisie in te betrekken.
DE VOORZITTER:
Goed. De groene daken en de Milieuvisie en waar in de toekomst.
Korte reactie wethouder.
WETHOUDER BERGKAMP:
Daar kom ik even apart op terug, voorzitter.
257
Het punt is genoteerd, de discussie over de groene daken. Dus ik laat u nog een keer apart horen
over niet al te lange termijn, op welk moment en op welke plek we die discussie een goede positie
kunnen geven en dan gaan we er wat dieper op in dan in het kader van dit plan. U hoort dat nog
van mij.
DE VOORZITTER:
Goed.
DE HEER TOESET:
Voorzitter mag ik nog met een opmerking komen?
DE VOORZITTER:
Mijnheer Toeset, 2e termijn.
DE HEER TOESET:
Voor mijn 2e termijn.
Ik zou de wethouder willen vragen, ook in de lijn van de motie, als hij binnenkort door Ulvenhout
gaat, om dat niet alleen met de Dorpsraad te doen maar daarbij ook nog wat andere mensen uit
het dorp mee te nemen. Niet iedereen is verbonden aan die dorpsraad.
DE VOORZITTER:
Ulvenhout is veel groter dan de Dorpsraad.
Mijnheer Sips. Gaat uw gang.
DE HEER SIPS:
Een vraag aan de wethouder.
Gaat de wethouder nou ook dat gesprek aan als die motie niet wordt aangenomen? Daar ben ik wel
benieuwd naar.
WETHOUDER BERGKAMP:
Interessante vraag.
Als de meerderheid van de raad vraagt om dat gesprek nog een keer aan te gaan, ik plaats dat in
een kader zodat de verwachtingen aan de voorkant helder en duidelijk zijn.
En mijnheer Adank, dat wat ik zeg, doe ik. Dus wat mij betreft, wel of geen motie, die uitspraak
heb ik nu gedaan want er is een meerderheid van de raad die dat aan mij vraagt.
DE VOORZITTER:
We hebben in 2 termijnen gesproken.
Wie is voor de motie?
Behoefte …,
DE HEER SCHEIFES:
Ja...,
DE VOORZITTER:
Wie is voor de motie?
VVD, GroenLinks, BOB, Partij van de Arbeid.
Wie is tegen de motie?
Breda’97, CDA, SP.
23 voor, 14 tegen.
Daarmee is de motie aangenomen.
Wie is voor vaststelling van het ontwerp bestemmingsplan?
Mag ik even vragen of iedereen mee wil stemmen, actief?
Dat betekent dat unaniem het ontwerp bestemmingsplan is aangenomen en daarmee vastgesteld.
6.
VOORSTEL TOT VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED TETERINGEN,
HOEVENEIND.
DE VOORZITTER:
Wie wenst het woord?
Mevrouw Van Hemel, gaat uw gang.
En mijnheer Sips, Partij van de Arbeid.
258
Mevrouw Van Hemel.
MEVROUW VAN HEMEL:
Dank u voorzitter.
Ik heb eerst een vraag aan de wethouder.
In zijn raadsbrief van 2 juli staat dat Gedeputeerde Staten op 8 juli het besluit neemt inzake de
overeenkomst over de grondexploitatie welke voor de vaststelling van dit bestemmingsplan
gesloten dient te zijn.
Heeft u daar al uitsluitsel over?
Voordat wij hier iets gaan vaststellen wat niet de bedoeling is.
DE VOORZITTER:
Heldere vraag mevrouw.
Mijnheer Sips, Partij van de Arbeid.
MEVROUW VAN HEMEL:
En ik had ook nog een bijdrage maar ik wil eerst even een antwoord op deze vraag.
DE VOORZITTER:
Ja, maar dan moet u toch een 1e termijn doen of u moet behoefte hebben voor een 2e termijn.
MEVROUW VAN HEMEL:
Nee, dan doe ik meteen mijn bijdrage.
Want D66 houdt vast aan de afspraken die we in de Structuurvisie hebben neergelegd met elkaar.
Dat is een zorgvuldig proces geweest, we wisten waar we het over hadden, bouwen en wonen
langs de linten, er is toen een bouwvolume van 750 tot echt uiterst maximaal 1000 kuub
afgesproken. Wij kunnen niet akkoord gaan met de onderbouwing waarom het nu 1500 kuub moet
zijn. Wij vinden…, het is prachtig, hagen, zichtlijnen, als de wethouder a la moment dat iemand
hem benadert, een ontwikkelaar, niet volgens de visie die we in de Structuurvisie hebben gehad,
dat gesprek ingaat, dus die waarden loslaat, dan denken wij dat daar een pretendent geschapen
wordt. En daarvoor hebben wij deze afspraken niet gemaakt.
Dus wat dat betreft, kunnen wij niet akkoord gaan tot vaststelling. Wij willen echt dat de
wethouder die richtlijnen, die sturend en leidend zijn, meeneemt in de eerste gesprekken waar wij
als raad nog niet van op de hoogte zijn. U komt daarna bij de raad met dit verzoek. En dat legt dan
de verantwoording weer bij ons, hoe de Structuurvisie wordt uitgevoerd. Dus dat is de reden dat
wij niet akkoord gaan.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Dan is het woord aan mijnheer Sips, Partij van de Arbeid.
DE HEER SIPS:
Voorzitter, gezien de tijd, ga ik het kort houden.
Over dit punt is in de commissie uitgebreid gesproken en zijn allerlei vragen uitgebreid
beantwoord. De PvdA fractie staat dan ook positief tegenover het voorstel tot vaststelling van het
bestemmingsplan.
Dank u.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van der Horst.
DE HEER VAN DER HORST:
Dank u wel, voorzitter.
Ik ben heel kort. De provinciale regeling Ruimte voor ruimte is niet logisch. De Provincie koopt
buitenstallen en fosfaatrechten op in een buitenruime en betaalt dat uit de opbrengst van
woningbouw in een andere buitenruimte. Het kan in Boxmeer zijn of in Teteringen. Wij vinden: de
een de lusten, de ander de lasten. Dat lijkt ons niet te verdedigen. Ik vraag aan de wethouder aan
te dringen op een zo klein mogelijke afstand tussen de locaties, bijvoorbeeld allebei in Teteringen.
Dan de een de lusten, dan ook de lasten.
DE VOORZITTER:
Nog andere leden van uw raad?
Het word is aan de wethouder.
259
WETHOUDER BERGKAMP:
Ja voorzitter, op de vraag van mevrouw Van Hemel is het antwoord: ja.
En ja, ik heb uitgelegd ook in de brief als het gaat om …, Volgens mij is mevrouw Van Hemel van
een partij die regelmatig pleit om maatwerk, flexibiliteit, realisatie en goed luisteren en kijken wat
er in een plek nodig is. Ik heb in mijn aanvullende brief aangegeven dat we dat juist daar gedaan
hebben, juist naar de omgeving gekeken hebben en juist in die omgeving dit plan hebben
geformuleerd.
Als het gaat om de hoeveelheid kubieke meters is het in dit plan inclusief het bijgebouw wat dus in
het pand zelf zit. Op een andere plek zijn die bijgebouwen apart en leiden ook nog een keer tot 400
of 500 kubieke meter. Dus wat ons betreft, is dit plan op deze plek precies dat wat daar past.
Trouwens, als u daar een andere mening over heeft, dan is dat natuurlijk uw goed recht.
Als het gaat om de informatievoorziening, wil ik u wijzen op het feit dat het voorlopige ontwerp in
januari is vastgesteld en dat ter kennisname in de commissie Ruimte van februari geagendeerd
was. Ter kennisname. Ik heb op dat moment niet gehoord dat er vragen of opmerkingen over
waren. Vandaar dat wij nu met dit plan ter definitieve vaststelling komen. Dat als reactie op de
inbreng van D66.
En op de opmerking, de vraag van BOB, het volgende. ik begrijp wat u zegt en ik heb daar ook wel
gevoel bij maar we voeren provinciaal beleid uit en ik heb niet het idee dat ik in staat ben om dat
provinciale beleid te beïnvloeden. Daar waar ik dat wel zou kunnen, zal ik dat niet nalaten.
Tot zover.
DE VOORZITTER:
Goed. Nog anderen?
Dan stel ik voor dat we aan de orde stellen de vaststelling.
Wenst iemand een stemverklaring af te leggen?
Wie is voor?
Wie is tegen?
De fractie van D66.
Het voorstel is vastgesteld.
VII.
RONDVRAAG.
DE VOORZITTER:
Wie voor de rondvraag?
Mijnheer Ernst, VVD.
DE HEER ERNST:
Ja voorzitter, u was heel snel met de verzamelde punten. We hadden nog een stemverklaring bij
het punt Markt en overheid. Het gaat over bedrijfsafval. Daar hadden wij wat bedenkingen voor.
Dat is met de brief nog niet opgelost. Dus wij gaan wel akkoord met het voorstel behalve punt g.
DE VOORZITTER:
Het wordt opgenomen in de notulen en het is goed dat dat voor de geschiedenis vastgesteld is.
Ik dank u zeer.
VIII.
SLUITING.
DE VOORZITTER:
Dan komen we aan het eind. We hebben een lange avond van beraadslagingen gehad. Ik wil u wel
complimenteren toch voor de wijze waarop gesproken is met elkaar. Misschien is het goed nog
eens na te denken hoe we de moties delen, tijdig verbinden met elkaar, maar goed dat is meer een
leermoment als ik dat zo voorzichtig mag zeggen. Maar er zijn denk ik toch een aantal belangrijke
dossiers besproken en ook tot een vaststelling gekomen. Mijn dank daarvoor.
U wordt uitgenodigd voor een glaasje bij Publieke Werken. Ik wil al vast van de gelegenheid
gebruik maken: voor hen die ik niet meer tref, een welverdiend genieten van het reces. Ga echt
even energie opdoen. U heeft drukke maanden achter de rug. En ik kan me niet aan de indruk
onttrekken dat voor velen een kort welverdiend vakantiegebeuren zeer verdiend is. En dan kunt u
ook weer vitaal terug komen.
In ieder geval dank. We treffen elkaar, hen die ik tref bij Publieke Werken.
En de vergadering is gesloten.
260
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 september 2014.
, voorzitter
, griffier.