Staatssteun Nieuws 21 mei 2014 Nieuwe AGVV en nieuwe steunkader OO&I Vandaag is een belangrijke dag in staatssteun land! De Europese Commissie heeft vanochtend de nieuwe algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV) en het nieuwe steunkader voor Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (OO&I) aangenomen. We hebben lange tijd uitgekeken naar deze regels, het staatssteun speelveld gaat significant veranderen! De nieuwe regels gaan op 1 juli 2014 in, dat is al over een week of 6. Samen met het nieuwe milieusteunkader, dat op 9 april jl werd gepubliceerd, zien we een aantal flinke gamechangers in het staatssteunrecht. We geven u graag een kort overzicht. Eerst de nieuwe AGVV. Het grootste deel van de ontwerptekst uit december 2013 is ongewijzigd overgenomen. Doel van de Commissie is (nog steeds) om circa 75% van het aantal staatssteun maatregelen en minimaal 2/3 van het staatssteun budget van Lidstaten onder de AGVV te brengen. Dat is ambitieus, maar nu ook echt mogelijk. Want deze nieuwe AGVV laat ook individuele steun voor grote bedrijven toe en bevat een veel groter toepassingsbereik: innovatie en milieu maatregelen zijn veel ruimer opgenomen en de AGVV bevat ook nieuwe staatssteun velden zoals schade door natuurrampen, breedband, cultuur, monumenten en sport. De verschuiving van steunkaders (met melding en goedkeuring) naar de groepsvrijstellingsverordening (met kennisgeving en gelijk je gang gaan) levert een veel grotere vrijheid en verantwoordelijkheid voor lidstaten en decentrale overheden op. Vroeger brachten overheden simpelweg hun maatregel naar Brussel, de Commissie zette het op groen licht en de boel was daarmee (daarom) rechtmatig. Onder de AGVV moeten ministeries, provincies en gemeenten zelf de toetsing en beoordeling doen en geeft de Commissie geen expliciete toestemming (meer). Dat scheelt enorm in snelheid, maar levert als communicerend vat ook veel meer verantwoordelijkheid op. We zien in de nieuwe AGVV een nieuwe steuncategorie verschijnen: starters. Elke startende onderneming mag gunstige (niet marktconforme) leningen en garanties tot een bepaald niveau ontvangen en ook subsidie tot een bedrag van € 400.000 per starter. Dit geldt voor iedere startende onderneming en is dus buitengewoon interessant. Als de starter ook nog eens klein en innovatief is, bedraagt het plafond € 800.000 (voorheen stond dit bekend als Module 4 ODR steun voor technostarters, plafond was € 1 miljoen). Ook nieuw in de AGVV is de definitie van subsidiabele kosten voor milieu investeringen, in het bijzonder voor duurzame energie. De Commissie heeft een streep gezet door het complex en lastig te hanteren plafond van 5 jaar exploitatievoordelen (al eerder ook in nieuwe MSK). Potentiële steunontvangers moeten aantonen dat het alternatief (in Nederland meestal stroom opwekken met een aardgascentrale) goedkoper is. En uitsluitend de meerkosten zijn subsidiabel. Dat is best lastig, want over de levensduur van een investering is een zonnepaneel en een windmolen uiteindelijk niet duurder dan een fossiel opgewekte stroom. Dus blijft er geen steunruimte over en is investeringsteun aan een zonnepaneel of windmolen voortaan onrechtmatig. Als alternatieve route biedt de Commissie nu voor kleine duurzame installaties aan dat alleen de investeringskosten van zo’n kleine installatie zelf gehanteerd mag worden, maar met een lager steunplafond (30% ipv 45%). Dat scheelt dan weer een slok op een borrel. Een ondernemer die dus zonnepanelen aanlegt op eigen dak mag daarvoor nu onder de AGVV (toch) 30% van de bruto investering rechtmatig als staatssteun ontvangen, terwijl Het Lysias Staatssteunnieuws is een periodieke Nederlandstalige berichtenservice voor managers in overheid, onderwijs en bedrijfsleven over de Europese staatssteun regels en procedures. Lysias Advies BV verzorgt workshops over staatssteun en ondersteunt overheden en bedrijven bij steunvraagstukken. Lysias Advies BV staat niet in voor de juiste en volledige overbrenging van de inhoud van deze nieuwsbrief. Lysias Advies BV is ook niet aansprakelijk voor virussen in e-mailberichten en/of enige bijlage. Aan de inhoud van emailberichten kunnen geen rechten jegens Lysias Advies BV worden ontleend. onder de reguliere rekenregels een vergelijk met fossiele opwekking moet worden gemaakt over de levensduur en er meestal helemaal geen subsidiabele kosten over blijven. Beetje ingewikkelde rekenarij wellicht voor sommigen, maar in de praktijk levert dit toch weer een significante verruiming op van de staatssteunregels. Een andere nieuwigheid is ook de steun aan lokale infrastructuur (nieuw artikel 56). Overheden mogen subsidie steken in lokale infrastructuur als gebruikers die op een open, transparante en nietdicriminatoire wijze kunnen gebruiken en daar een marktprijs voor betalen (lees: niet de kostprijs). Wat nu precies bedoeld wordt met lokale infrastructuur is niet zo duidelijk. Wel is duidelijk dat de Commissie daarvan weer snel een hoop categorieën uitzondert, zo is dit nieuwe artikel niet van toepassing op onderzoeksinfrastructuur, innovatieclusters, stadsverwarming, energie infra, afval, breedband, cultuur, sport, luchthavens en havens. Je vraagt je dan wel af “waarvoor dan wel?”. Voor sportfaciliteiten zien we nu een nieuwe vrijstelling (artikel 55, belangrijk voor voetbalsteun). Maar de voorwaarden voor deze steun zijn onder meer dat huurprijzen openbaar moeten worden, het stadion multifunctioneel gebruikt moet worden, dat er aangetoond moet worden dat de steun echt nodig is (met al die enorme salarissen?) en er moet een clawback clausule in (winst afromen). Met zulke voorwaarden krijgen gemeentebesturen en voetbalclubs nog steeds hoofdpijn. Voor gebiedsontwikkeling heeft de Commissie het niet aangedurfd de regels voor revolverend financieren ook buiten de steungebieden van toepassing te verklaren. Oftewel: daar heeft Nederland vrij weinig aan, steden liggen in Nederland per definitie niet in een steungebied. Notificatie van JESSICA-achtige fondsen (gebiedsfinanciering) blijft daarmee vooralsnog noodzakelijk. De nieuwe AGVV kort samengevat: voortaan veel meer steun mogelijk, maar ook veel meer eigen verantwoordelijkheid en eigen deskundigheid gewenst. Dan het nieuwe staatssteunkader voor Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (OO&I). Daarin is fors gesnoeid en geactualiseerd. Veel meer steun is “overgedragen” aan de nieuwe AGVV. Onder de AGVV is nu ook individuele steun aan grote bedrijven mogelijk. Een belangrijke wijziging nu is dat de steunplafonds onder het steunkader hoger zijn dan de steunplafonds onder de AGVV. Lidstaten worden als het ware beloond voor een langdradig notificatieproces. Velen van u zijn bekend met deze regels via de huidige Omnibus Decentraal Regeling (ODR). In de ODR terminologie wordt nu een kruis gezet door Modules 3, 4, 5 en 6 (deels). Met andere woorden, aparte voorzieningen voor MKB in relatie tot IPR (Module 3), techostarters (Module 4), innovatiediensten (Module 5) en het nominale innovatieplafond voor MKB van € 200.000 (Module 6), zijn straks niet meer mogelijk (volgens dit nieuwe kader). Gelukkig is Module 4 (technostarters met nu een plafond van € 1 miljoen) wel terugkomen in de nieuwe AGVV (plafond € 800.000). En Module 3 en 5 zijn impliciet versleuteld in de rest van de tekst. Alleen het 200k plafond uit de huidige Module 6 ODR is echt verdwenen. Op deze Module zijn wel veel lopende regelingen gebaseerd, deze moeten dus worden aangepast! We zien nog steeds veel gelijkenissen met het vigerende OO&I-steunkader. Dus nog steeds een model van lineaire productontwikkeling (van fundamenteel onderzoek naar industrieel onderzoek naar experimentele ontwikkeling). In de basis blijven daarvoor de steunpercentages gelijk via de AGVV, in het nieuwe steunkader liggen ze hoger. Zo kan een grote onderneming voor experimentele ontwikkeling wel tot 70% gaan via het nieuwe kader (was 40%). Nieuw is dat de fases industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling nu uit oogpunt van infrastructuur samen worden genomen en als “toegepast onderzoek” worden omschreven. En voor dit toegepast onderzoek (lees: infrastructuur) mogen dan vrij hoge steunpercentages toegepast worden. Dit lijkt een fikse verruiming, maar moet ook in een ander perspectief worden gezien. Na het beruchte Leipzig/Halle arrest uit 2012 valt ineens een groot deel van de wetenschappelijke infrastructuur onder het Het Lysias Staatssteunnieuws is een periodieke Nederlandstalige berichtenservice voor managers in overheid, onderwijs en bedrijfsleven over de Europese staatssteun regels en procedures. Lysias Advies BV verzorgt workshops over staatssteun en ondersteunt overheden en bedrijven bij steunvraagstukken. Lysias Advies BV staat niet in voor de juiste en volledige overbrenging van de inhoud van deze nieuwsbrief. Lysias Advies BV is ook niet aansprakelijk voor virussen in e-mailberichten en/of enige bijlage. Aan de inhoud van emailberichten kunnen geen rechten jegens Lysias Advies BV worden ontleend. staatssteunrecht. Daarvoor introduceert de Commissie nu een ingewikkelde rekenslag. Als een infrastructuur (zoals een universiteitslab of een botsbaan van TNO) voor minimaal 80% van het budget voor eigen (algemeen) wetenschappelijk gebruik is, dan beschouwt de Commissie uithuur aan commerciële partijen als kleine bijvangst (ancillary activity). Steun aan deze infrastructuur bevat dan geen staatssteun, wel moeten commerciële partijen dan een marktconforme huurprijs (blijven) betalen. Is het commercieel gebruik (cq de financiering) boven de 50%, dan valt de publieke financiering volledig onder de staatssteunregels. In het tussengebied (20% tot 50%) gelden complexe rekenmethodes en voorwaarden. Doel is dan om de steun door te rekenen naar de eindgebruiker (en dat weer via het nieuwe luik toegepast onderzoek rechtmatig te maken). Een andere belangrijke verruiming is dat het plafond voor individuele toetsing stijgt van € 7,5 miljoen naar € 15 miljoen (experimentele ontwikkeling). Dat betekent dat veel meer zaken onder de AGVV kunnen vallen (en dus af kunnen met een relatief lichte toetsing en procedure). Onder de huidige AGVV is overigens ad hoc steun voor grote ondernemingen niet mogelijk (behalve bij regionale steun), onder de nieuwe AGVV is dit wel mogelijk. Ook nieuw is dat voor innovatieclusters de steunplafonds flink omhoog gaan naar 50% (was 15%). Het nieuwe OO&I steunkader kort samengevat: meer helderheid en verruiming, een potentiële impuls voor innovatiebeleid. Meer informatie: drs. M.P.E.V. Könings GSM: 06 4262 7976 [email protected] LYSIAS ADVIES BV www.lysiasgroup.com Telefoon: 033 4647070 Bezoekadres: Snouckaertlaan 13, 3811 MA Amersfoort Postadres: Postbus 2037, 3800 CA Amersfoort Het Lysias Staatssteunnieuws is een periodieke Nederlandstalige berichtenservice voor managers in overheid, onderwijs en bedrijfsleven over de Europese staatssteun regels en procedures. Lysias Advies BV verzorgt workshops over staatssteun en ondersteunt overheden en bedrijven bij steunvraagstukken. Lysias Advies BV staat niet in voor de juiste en volledige overbrenging van de inhoud van deze nieuwsbrief. Lysias Advies BV is ook niet aansprakelijk voor virussen in e-mailberichten en/of enige bijlage. Aan de inhoud van emailberichten kunnen geen rechten jegens Lysias Advies BV worden ontleend.
© Copyright 2025 ExpyDoc