Belgisch Staatsblad

BELGISCH STAATSBLAD — 28.04.2014 — MONITEUR BELGE
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION
GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE
VLAAMSE OVERHEID
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
[2014/202567]
4 APRIL 2014. — Benoeming in de graad van directeur-generaal en de aanstelling als administrateur-generaal
van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap door werving
Bij besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014 wordt het volgende bepaald:
Artikel 1. De heer James Van Casteren, geboren op 18 januari 1972, wordt benoemd in de graad van
directeur-generaal bij de diensten van de Vlaamse overheid.
Art. 2. De heer James Van Casteren wordt aangewezen voor de functie van administrateur-generaal van het
Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap voor een mandaat van zes jaar.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2014.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen en het gezondheidsbeleid, is belast met de
uitvoering van dit besluit.
*
VLAAMSE OVERHEID
Leefmilieu, Natuur en Energie
[2014/202568]
4 APRIL 2014. — Aanstelling van de leden van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving
voor de periode 2014-2019
Bij besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014 wordt het volgende bepaald:
Artikel 1. De Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, vermeld in artikel 16.2.7 van het decreet van
5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2007,
wordt samengesteld als volgt:
1o voorzitter: prof. dr. Michael Faure, hoogleraar Law and Economics aan de rechtsfaculteit van de Erasmusuniversiteit van Rotterdam, hoogleraar Rechtsvergelijkend en Internationaal Milieurecht aan de rechtsfaculteit van de
Universiteit Maastricht, academisch directeur van de Maastricht European Institute for Transnational Legal Research,
academisch directeur van de ″Ius Commune Research School″, academisch directeur van The European Centre of Tort
and Insurance Law;
2o ondervoorzitter: Mevr. Sigrid Raedschelders, afdelingshoofd van de afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade
en Crisisbeheer van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie;
3o vier effectieve leden en hun plaatsvervangers, voorgedragen door de beleidsraad van het beleidsdomein
Leefmilieu, Natuur en Energie :
a) De heer Roel Vanhaeren, afdelingshoofd beheer van het Agentschap voor Natuur en Bos; met als
plaatsvervanger de heer Decrop, diensthoofd handhaving mestbank en beheesovereenkomsten van de Vlaamse
Landmaatschappij.
b) Paul Van Gijseghem, diensthoofd belast met de leiding van de afdeling Milieu-inspectie van het departement
Leefmilieu, Natuur en Energie; met als plaatsvervanger Mevr. Ann Carette, hoofd juridische dienst van de Vlaamse
Milieumaatschappij.
a) Mevr. Inge Delvaux, diensthoofd toezicht zware risicobedrijven van de afdeling Milieu-inspectie van het
departement Leefmilieu, Natuur en Energie; met als plaatsvervanger Mevr. Tineke Renders, jurist bij de afdeling
Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie.
b) De heer Paul Bernaert, afdelingshoofd van de afdeling Milieuvergunningen van het departement Leefmilieu,
Natuur en Energie; met als plaatsvervanger de heer Rudy Meeus, afdelingshoofd van de afdeling Afval- en
Materialenbeheer van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij.
4o één effectief lid en een plaatsvervanger, voorgedragen door de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen: de heer
Peter De Smedt, advocaat bij LDR; met als plaatsvervanger Sandra Sliwa, beleidsmedewerker Milieu- en Natuurraad
van Vlaanderen.
5o één effectief lid en een plaatsvervanger, voorgedragen door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen: de
heer Jan Vanheule, vrijwillig wetenschappelijk medewerker aan de KU Leuven en advocaat bij Eubelius; met als
plaatsvervanger de heer Roel Meeus, vrijwillig wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit van Gent en advocaat
bij Publius.
6o één effectief lid en een plaatsvervanger, voorgedragen door de vzw Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten:
de heer Steven Verbanck, stafmedewerker leefmilieu
VVSG; met als plaatsvervanger Mevr. Caroline Van der Steen, stadsecoloog en directeur van de dienst Leefmilieu
van de stad Brugge.
35113
35114
BELGISCH STAATSBLAD — 28.04.2014 — MONITEUR BELGE
7o één effectief lid en een plaatsvervanger, voorgedragen door de vzw Vereniging Vlaamse Provincies: Mevr. Greet
De Schutter, diensthoofd Milieu - Provinciaal Instituut voor Hygiëne van de provincie Antwerpen; met als
plaatsvervanger de heer Raf Barzeele, dienstchef- hoofdmilieudeskundige van de provincie Oost-Vlaanderen.
8o twee effectieve vertegenwoordigers en hun plaatsvervangers voorgedragen door het College van ProcureursGeneraal:
a) Voor de parketten-generaal: Mevr. Kathleen Desaegher, substituut-procureur-generaal te Brussel en hoofdcoördinator van het expertisenetwerk Leefmilieu; met als plaatsvervanger de heer Jan De Clercq, substituut-procureurgeneraal te Gent.
b) Voor de parketten van eerste aanleg: Mevr. Sara Boogers, substituut van de procureur des Konings te Turnhout;
met als plaatsvervanger de heer Bart Van Vossel, substituut van de procureur des Konings te Gent.
9o twee effectieve vertegenwoordigers en hun plaatsvervangers voorgedragen door de minister van Binnenlandse
Zaken:
a) Voor de federale politie: de heer Frans Geysels, Hoofdcommissaris, diensthoofd van de dienst Leefmilieu bij de
Algemene Directie van de Gerechtelijke Politie; met als plaatsvervanger Mevr. Patricia De Temmerman, Commissaris,
dienst Leefmilieu bij de Algemene Directie van de Gerechtelijke Politie.
b) Voor de lokale politie: de heer Eric Wauters, gedetacheerd van de Politiezone Geraardsbergen-Lierde bij het
secretariaat van de Vaste Commissie van de Lokale Politie; met als plaatsvervanger de heer Pascal Neirynck, inspecteur
bij politiezone Het Houtsche.
Art. 2. Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 betreffende de aanstelling van de leden van de
Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, vermeld in artikel 16.2.7 van het decreet van 5 april 1995 houdende
algemene bepalingen inzake milieubeleid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2011 en
van 11 oktober 2013 wordt opgeheven.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 19 maart 2014.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit
besluit.
*
VLAAMSE OVERHEID
Mobiliteit en Openbare Werken
[C − 2014/35444]
9 APRIL 2014. — Waterwegen en Zeekanaal NV. – Besluit van de Raad van Bestuur houdende de wijziging van het
Besluit van de Raad van Bestuur houdende de vaststelling van scheepvaartgelden voor de bediening van
kunstwerken op zondag waarop wordt geschut voor de pleziervaart
De Raad van Bestuur,
Gelet op het decreet van 4 mei 1994 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde
agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht, artikel 26;
Gelet op het koninklijk Besluit van 15 oktober 1935 houdende het algemeen reglement der scheepvaartwegen van
het Koninkrijk, artikel 11.3;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende de omschrijving van de territoriale
bevoegdheid van Waterwegen en Zeekanaal;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 november 2005 tot bekrachtiging van het tariefreglement voor
het kanaal Brussel-Schelde;
Gelet op het Besluit van de Raad van Bestuur van 14 november 2012 houdende de vaststelling van
scheepvaartgelden voor de zondagsbediening;
Gelet op het Besluit van de Raad van Bestuur van 12 december 2012 houdende de vaststelling van
scheepvaartgelden voor de bediening van kunstwerken op zondag waarop wordt geschut voor de pleziervaart,
gewijzigd bij besluit van 11 december 2013;
Gelet op de beheersovereenkomst van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap
Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiekrecht, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op
28 juli 2011;
Na beraadslaging,
Besluit:
Artikel 1. Het opschrift van het Besluit van de Raad van Bestuur van 12 december 2012 houdende de vaststelling
van scheepvaartgelden voor de bediening van kunstwerken op zondag waarop wordt geschut voor de pleziervaart
wordt vervangen door wat volgt : “Besluit van de Raad van Bestuur houdende de vaststelling van scheepvaartgelden
voor de bediening van kunstwerken op zon- en feestdagen waarop wordt geschut voor de pleziervaart”.
Art. 2. In artikel 1 van het besluit van de Raad van Bestuur van 12 december 2012 houdende de vaststelling van
scheepvaartgelden voor de bediening van kunstwerken op zondag waarop wordt geschut voor de pleziervaart wordt
het woord “zondag” vervangen door de woorden “zon- en feestdagen”.
Art. 3. In artikel 2, § 1, a en b van het besluit van de Raad van Bestuur van 12 december 2012 houdende de
vaststelling van scheepvaartgelden voor de bediening van kunstwerken op zondag waarop wordt geschut voor de
pleziervaart wordt het woord “zondag” vervangen door de woorden “zon- en feestdagen”.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 30 april 2014.
Willebroek, 9 april 2014.
(Get.) ir. L. Clinckers,
gedelegeerd bestuurder.
(Get.) A. Absillis,
voorzitter van de Raad van Bestuur.