Passend Onderwijs

 Passend O nderwijs Passend onderwijs betekent dat er voor ieder kind een passende plek gevonden kan worden op een school. “Passend” wil in deze zeggen de meest optimale onderwijsplek binnen de mogelijkheden van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband gaat uit van een kwalitatief goede ondersteuning voor alle leerlingen op de reguliere scholen (de zgn. basisondersteuning). Mocht echter de onderwijsbehoefte van de leerling de basisondersteuning op de reguliere scholen overstijgen dan kan de leerling gebruik maken van extra ondersteuning in de vorm van verschillende arrangementen. Schoolkeuze De ouders kiezen (samen met hun kind) een school die past bij de onderwijsbehoefte van het kind. Wanneer een kind extra ondersteuning nodig heeft, moeten ouders dit bij de aanmelding duidelijk maken. Hierbij valt te denken aan (extra) didactische ondersteuning bij (sommige) vakken, een bepaalde pedagogische aanpak of aanpassing van de onderwijsomgeving. Ouders kunnen dan kiezen voor een bepaalde school omdat zij van mening zijn dat deze school voor hun kind de juiste is. Het is uiteindelijk de school die een besluit neemt of de ondersteuningsbehoefte van het kind past bij het aanbod van de school. Toelating De school van aanmelding neemt een besluit tot toelating. In alle gevallen, zowel bij toelating als bij afwijzing, ontvangen de ouders/verzorgers een schriftelijk bericht over het besluit van de school, inclusief een onderbouwing. Als de school het kind niet toelaat, zoekt de school na overleg met ouders een andere, meer passende school. Ter ondersteuning van het proces kunnen ouders gebruik maken van de begeleiders onderwijs en/of de schoolmaatschappelijk werkers van Passend Onderwijs Almere. Mochten ouders het niet eens zijn met het besluit van de school van aanmelding, dan kunnen zij hun bezwaar kenbaar maken bij een geschillencommissie 7 van het samenwerkingsverband. De zorgplicht geldt niet als de speciale onderwijsvoorzieningen waar het kind is aangemeld vol is, of indien de ouders weigeren de grondslag van de school te onderschrijven (artikel 40 lid 6 WPO en soortgelijk in WVO en de WEC). Voor leerlingen die bij de start van hun schoolloopbaan of in de loop van de schoolloopbaan een specifieke ondersteuningsbehoefte hebben, bekijkt de school samen met de ouders welke extra ondersteuning noodzakelijk is. De verandering van indiceren naar arrangeren om meer vanuit een handelingsgerichte benadering uit te gaan wat de leerling nodig heeft, zal tot gevolg hebben dat de diagnostiek minder leidend zal zijn, maar juist dienend om de mate van onderwijsondersteuning van de leerling te bepalen. Het toekennen van de aanvraag voor een arrangement op een reguliere 1 school of een toelaatbaarheidsverklaring op één van de stedelijke voorzieningen, vindt plaats vanuit de directe onderwijsomgeving van het leerling. Het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het vinden van een passende onderwijsplek op basis van de ondersteuningsbehoefte van de leerling op schoolniveau komt te liggen. Ouders moeten er op kunnen vertrouwen dat scholen in het belang van hun kind handelen en op basis van wederzijds gedeelde informatie tot een passend aanbod komen. Scholen moeten in ieder geval stagnatie in het onderwijsleerproces voorkomen, tijdig passende interventies in gang zetten en de resultaten daarvan nagaan. Door de aanwezigheid van begeleiders vanuit Passend Onderwijs Almere, het school maatschappelijk werk en eventuele -­‐op afroep-­‐ benodigde expertise vanuit de jeugdhulpverlening, is voor alle basisscholen een multidisciplinaire structuur beschikbaar die het proces van toewijzing van extra ondersteuning ondersteunt. In het onderwijsadviesteam (OAT) van alle VO scholen is een multidisciplinair team aanwezig. Vanuit Passend Onderwijs Almere zijn op afroep deskundigen/experts beschikbaar die bij complexe ondersteuningsvragen kunnen meedenken. Het is van belang dat ook de samenwerking met jeugdhulp verder vorm en inhoud krijgt, zodat er ook afstemming van de hulpverlening plaatsvindt van de ondersteuning in relatie tot het thuismilieu. Ontwikkelingsperspectief Voor de leerlingen waarvoor extra onderwijsondersteuning nodig is, wordt in het regulier onderwijs geadviseerd een ontwikkelingsperspectief (OPP) op te stellen, waarin de onderwijsdoelen en handelingsadviezen staan vermeld. Het ontwikkelingsperspectief biedt handvatten waarmee de docent/het team van docenten het onderwijs kan afstemmen op de behoefte van de leerling. Voor het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring is een ontwikkelingsperspectief, waarbij tevens een intelligentieonderzoek is opgenomen, verplicht. Het ontwikkelingsperspectief laat zien waar naartoe gewerkt wordt en aan welke instroomeisen een leerling moet voldoen om succesvol te zijn in het vervolgonderwijs. Het ontwikkelingsperspectief wordt regelmatig, tenminste één keer per jaar geëvalueerd. Ouders worden hier nauw bij betrokken. De school beslist over de aard van de onderwijs-­‐ondersteuning. Waar nodig wordt afgestemd met de betrokken partners binnen de jeugdhulp. Zij doen dit in samenspraak met elkaar en met ouders, ieder met eigen op elkaar afgestemde procedures, aanpak en te nemen stappen vanuit het principe “1 kind – 1 gezin-­‐1 plan”. Procedure In aansluiting op de aanmeldingsprocedure van de basisschool wordt bij een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte aanvullend de volgende stappen gevolgd: −
2 Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij de school. Het is van belang dat ouders bij de aanmelding aangeven of hun zoon/dochter extra ondersteuning nodig had in het basisonderwijs en of die extra ondersteuning voortgezet moet worden in het VO. −
De school krijgt de gelegenheid de extra ondersteuningsbehoefte van de aangemelde leerling in kaart te brengen en beoordeelt in hoeverre de school die ondersteuning kan bieden. −
6 tot 10 weken na de aanmelding horen ouders van de school of hun kind is toegelaten en kan worden ingeschreven. Als de school de gewenste ondersteuning niet kan bieden, dan heeft de school in overleg met ouders naar een andere geschikte onderwijsplek gezocht. −
Leerlingen met extra ondersteuning worden in het regulier onderwijs besproken in het Ondersteuningsteam. In het speciaal onderwijs worden alle leerlingen besproken in de Commissie voor de Begeleiding (CvB). Natuurlijk informeert de school u wat daar besproken is. −
Leerlingen die aangemeld worden bij het speciaal (basis) onderwijs hebben een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Na 1 augustus 2014 kan een TLV aangevraagd worden door de school bij Passend onderwijs Almere. Bij tussentijdse instroom of verhuizing naar Almere gelden dezelfde stappen. Als de plaatsing een onevenredige belasting vormt voor de school, heeft de school een argument om de leerling niet toe te laten. De school moet dan een andere school vinden die het kind kan toelaten. Dit kan i.o.m. Passend Onderwijs. 3