NiEuWSBRiEF - Samenwerkingsverband Amstelland en de

NIEUWS UIT
DE OPR
Het blijft een mond vol: de
ondersteuningsplanraad van
het samenwerkingsverband
Amstelland en Meerlanden.
Voor de leden van het eerste
uur begint het al te wennen.
Begin juni was alweer de zevende
bijeenkomst in dit schooljaar. Dit
keer voor het eerst in de (hopelijk)
definitieve samenstelling van de OPR.
Een OPR waarin alle besturen zijn
vertegenwoordigd met een personeelslid of
een ouder. In de toekomst hopen we ook
vertegenwoordiging vanuit leerlingen toe te
voegen.
Het hoofdthema van dit jaar was het
ondersteuningsplan. Een plan waaraan
in alle bijeenkomsten en door alle leden
intensief en constructief is meegewerkt.
De formele goedkeuring werd dan ook
OVER
PASSEND
ONDERWIJS
Wie praat met Peter
Lievaart, teamleider van
de Westplas Mavo, krijgt
vanzelf vertrouwen in de
invoering van passend
onderwijs. Hij ziet best nog
wel aandachtspunten, maar
zijn blik is vooral gericht op de
vele voordelen.
Hij is dan ook een echte (onderwijs)idealist.
Of, zoals hij zelf lachend zegt: “Misschien
ben ik gewoon naïef, maar mijn hoop is dat
het straks voor leerlingen en ouders sneller
duidelijk is bij wie ze terecht kunnen, wat er
gaat gebeuren en hoe lang dat gaat duren.”
Natuurlijk hoort ook hij weleens verhalen.
Mensen die zich zorgen maken over
passend onderwijs. Docenten die zich
afvragen of ze het wel aankunnen.
“Maar ik zie passend onderwijs en het
samenwerkingsverband een beetje als
de Europese Unie. Je kunt nu niet meer
zeggen: ik doe niet mee. We moeten juist
samenwerken en van elkaar leren. Dat
neemt niet weg dat ik docenten serieus
neem als zij zich afvragen wat hen precies
boven het hoofd hangt. Want wat er
unaniem verleend. We realiseren ons dat
het een levend plan is, waarvan we de
inhoud kritisch moeten blijven bezien en
waar nodig herzien.
In het plan is een uitgebreide werkagenda
opgenomen, waarmee niet alleen het
bestuur, maar ook wij de komende tijd aan
de gang gaan. Die werkagenda moet leiden
tot een werkbaar ondersteuningsplan voor
alle schoolbesturen en voor alle geledingen.
Maar vooral voor al die leerlingen die meer
zorg nodig hebben om tot een plezierige
én succesvolle afronding van hun studie of
opleiding te komen.
Het komende jaar staat in het teken van
een verkiezingsreglement voor de OPR.
We willen een reglement dat recht doet
aan alle geledingen (personeel, ouders en
leerlingen) en dat zorgt voor een stabiele
samenstelling voor de komende jaren. Dat
zal, gelet op de grote diversiteit van de
scholen, geen eenvoudige opgave zijn.
Aan de andere kant geeft de constructieve
deelname van alle huidige leden ons het
vertrouwen om deze opdracht tot een goed
einde te brengen.
Tot slot nog dit: net als bij de verschillende
(G)MR’en is communicatie van de raad naar
precies op ons afkomt, dat weet natuurlijk
niemand.”
De grootste uitdaging ziet Peter in de
zorgplicht. “We kunnen niet buitensluiten,
zeggen: ‘deze leerling kan mijn les niet
volgen, dus die hoort hier niet’. Dat
betekent dat je met je team heel goed moet
kijken naar wat je kan en waar je grenzen
liggen. Daarom heb ik met het team
besproken of we daar dezelfde beelden
bij hebben. We kunnen differentiëren,
dat staat buiten kijf. Maar kunnen we het
allemaal en altijd? En hoeveel leerlingen
met extra ondersteuning kunnen we aan en
wat hebben we daarvoor nodig? Dat zijn
belangrijke vraagstukken.”
Die voorbereiding met het team levert
volgens Peter ook veel op. Doordat je met
elkaar kijkt wat je kan en waar de grenzen
liggen, kom je tot een scherpere profilering
van de school. “Die duidelijkheid over wat
we aankunnen en waar onze expertise ligt
is straks, bij de werving en aanname van
nieuwe leerlingen en bij zij-instroom extra
belangrijk. ”
Ook het samenwerkingsverband speelt
een belangrijke rol bij het informeren en
faciliteren van de scholen. Peter: “De
laatste jaren is er hard gewerkt aan het
inrichten van het samenwerkingsverband.
Dat is goed gelukt. Er is een goede
infrastructuur opgezet, met bijvoorbeeld de
adviesgroep kernprocedure, het regioloket
en een netwerk van zorgcoördinatoren. Ze
hebben goed in zicht wat er gebeurt op de
scholen en het is een stabiele groep, qua
bemensing.”
Zijn er dan helemaal geen zorgen voor
de geledingen en terug een ingewikkeld
proces. Wij proberen om alle betrokkenen
zo goed mogelijk te informeren over wat
er speelt en wat er verandert. Omgekeerd
vragen wij van alle betrokkenen hetzelfde:
informeer ons, bevraag ons en zorg er
daarmee voor dat wij ons werk goed
kunnen doen.
De website www.swvam.nl geeft
voldoende informatie om te weten waar
u met vragen en opmerkingen terecht
kunt. Daarnaast zijn voor eind oktober/
begin november twee informatieavonden
gepland voor alle ouders in het gebied
van het samenwerkingsverband (zie de
agenda op www.swvam.nl voor de exacte
data). Op die avonden zullen de OPR en
het bestuur de aanwezigen informeren
over alles wat met passend onderwijs te
maken heeft. Vooral ook wat dat betekent
voor ouders en leerlingen. U wordt over
deze avonden geinformeerd via het
samenwerkingsverband en de scholen.
Jan Kion
Voorzitter OPR
volgend jaar? Daar moet Peter even over
nadenken. “Ik ben wel benieuwd hoe
we straks omgaan met haperingen en
belemmeringen in de procedures. Ik hoop
dat we die goed en duurzaam kunnen
oplossen. En ik ben heel benieuwd wat
er uit de schoolondersteuningsprofielen
komt. Als we die over elkaar heen leggen
zal blijken waar we sterk in zijn en
waar we nog aan kunnen werken in dit
samenwerkingsverband. Want leerlingen
zijn geen experiment, maar ook docenten
hebben hun grenzen.”
Het is nog een beetje koffiedik kijken, maar
Peter en zijn team zijn er klaar voor. “Ik zie
veel kansen met passend onderwijs. Zeker
als we goed met elkaar blijven afstemmen
en gebruik kunnen maken van elkaars
expertise.” En wanneer is de missie dan
geslaagd? Peter: “Als we succesvol zijn
waar we eerst faalden. Als bijvoorbeeld een
docent die zegt: ‘Ik kan alleen les geven
aan leerlingen met een CITO-score van
535’ met een glimlach ontdekt dat een
leerling met een ander niveau hem totaal
verrast. En vooral als we tegen iedere
leerling kunnen zeggen: we zien wat bij jou
past en hier ben je op je plek.”
SaMENWERKiNGSvERBaND
aMSTEllaND EN DE
MEERlaNDEN
NIEUWSBRIEF
COLOFON
Uitvoering: Redactie: Vormgeving: Druk: Contact: Website: Excellent
Communicatie- en Officemanagement
Co de Custer
Ellen de Jong
Ilja Mul
Krasfrielink
Drukkerij Jubels BV
[email protected]
www.swvam.nl
De invoering van de wet op
passend onderwijs komt steeds
dichterbij. Ook dit schooljaar
wordt er in de Stichting VO
Samenwerkingsverband
Amstelland en de Meerlanden
hard gewerkt om die invoering
goed te laten verlopen.
Communicatie speelt daarbij
een belangrijke rol. Met deze
nieuwsbrief willen we u op
de hoogte brengen van de
ontwikkelingen binnen het SWV
en laten zien wat de invoering
van passend onderwijs straks
voor u betekent. De nieuwsbrief
verschijnt 4x per jaar en is ook
terug te lezen op de website:
www.swvam.nl
JAARGANG 1
#04
juli 2014
van de voorzitter
Dit is de laatste nieuwsbrief van het laatste
schooljaar in de ‘oude’ situatie. Een jaar
waarin bergen werk zijn verzet op de
scholen en in het samenwerkingsverband,
zodat we voorbereid aan het nieuwe
schooljaar kunnen beginnen.
En zijn we er dan klaar voor? Ik denk
het wel. In deze nieuwsbrief kunt u lezen
in hoeverre ouders en docenten zijn
voorbereid, in het stuk over de uitslag
van de monitor voorbereiding passend
onderwijs. Met de resultaten gaan we
natuurlijk aan de slag, zodat iedereen
straks weet waar hij aan toe is.
Eén van de grootste veranderingen
die we hebben doorgevoerd was de
Trajectvoorziening. Dit jaar nog als pilot,
volgend jaar ‘echt’. De resultaten zijn
veelbelovend, dat leest u verderop. Er
wordt nog beter gekeken naar het soort
begeleiding dat nodig is. Niet alleen de
leerling, maar ook de mentor, de leerling en
soms de hele klas wordt daarbij betrokken.
In het samenwerkingsverband hebben we
afgesproken dat de trajectvoorzieningen
ook aankomend schooljaar creatief en
op maat worden opgepakt. De scholen
die al meedoen en ook de scholen die
straks instappen hebben de vrijheid om
de trajectvoorziening in te richten zoals
hen het beste past. Maar die vrijheid is
niet vrijblijvend. We moeten heldere eisen
formuleren over de kwaliteit en de output.
Doe je eigen ding, maar zorg wel voor
resultaten.
Een verandering die nog moet komen is
de aanstelling van een directeur voor het
samenwerkingsverband. We hebben na de
eerste wervingsronde nog geen geschikte
kandidaat gevonden. We bekijken nu hoe
we de volgende wervingsronde andere,
geschikte kandidaten kunnen aantrekken.
De veranderingen volgen elkaar dus in
rap tempo op. Veranderingen waar we
achter staan en die we met zijn allen goed
kunnen dragen, omdat we zien voor wie
we het doen: de leerling. Want die wordt
er uiteindelijk nog beter van! Tot volgend
schooljaar.
Mark Manders
Voorzitter SWV Amstelland en de Meerlanden
AGENDA
01 juli: vergadering dagelijks bestuur
02 juli:
overleg zij-instroom
02 sept: vergadering dagelijks bestuur
08 sept: vergadering ondersteuningsplanraad
15 sept: vergadering adviesgroep Kernprocedure
16 sept: directie beraad
23 sept: vergadering algemeen bestuur
07 okt: werkbijeenkomst passend onderwijs
28 okt: informatieavond passend onderwijs voor ouders
06 nov: informatieavond passend onderwijs voor ouders
RESULTATEN
MONITOR TV
Voor zeven scholen van het
samenwerkingsverband
begonnen de veranderingen al
dit schooljaar. Vooruitlopend
op de invoering van passend
onderwijs namen zij deel aan
de pilot trajectvoorzieningen.
In eerdere nieuwsbrieven heeft u kunnen
lezen hoe deze scholen invulling gaven
aan de trajectvoorziening. Voor het
samenwerkingsverband is het belangrijk om
te horen hoe het met deze pilotscholen gaat
en wat de resultaten zijn. Op basis daarvan
wordt besloten of de trajectvoorziening
onderdeel wordt van de basisondersteuning
op alle scholen. Daarom zijn deze scholen
in de periode van maart tot en met mei
2014 gevolgd. Met vragenlijsten en een
aanvullend interview op school werden de
trajectvoorzieningen van de zeven locaties in
beeld gebracht.
Over
passend
onderwijs
Voor Joanna Boeschoten,
orthopedagoog van
Praktijkschool de Linie,
voelt passend onderwijs al
enigszins vertrouwd.
Ze ziet volgend schooljaar dan ook met
vertrouwen tegemoet. “Natuurlijk is de
precieze uitvoering voor ons ook nieuw.
Maar ik heb het idee dat er voor ons niet
zoveel verandert, we hebben hier al veel
zorg. Hooguit wordt het geld volgend jaar
anders ingezet.”
De Linie loopt op sommige vlakken voor
de troepen uit. Ze werken al met een
ontwikkelingsperspectiefplan (OPP).
Joanne: “We hadden het geluk dat Tonny
Luyckx, nu coördinator van het Regioloket,
eerst aan onze school verbonden was. Ons
BOEKENTIP
Begin deze maand is het boek ‘Succesvol
omgaan met gedragsproblemen’ van
Kees van der Wolf, Tanja van Beukering
en Theo Veldkamp verschenen. Het
boek is te gebruiken als werkboek bij het
eerder verschenen standaardwerk
Tussen maart en mei 2014 maakten
zo’n 135 leerlingen gebruik van de
trajectvoorzieningen: 98 jongens en 37
meisjes. De leerlingaantallen wisselen,
omdat leerlingen ook tijdelijk gebruik kunnen
maken van de trajectvoorziening. Er is in- en
uitstroom.
En daarmee ontstaat er ook meer ruimte
om de trajectvoorziening inhoudelijk te
ontwikkelen. Dit heeft een olievlekwerking
op de deskundigheidsbevordering en
professionalisering van het schoolteam. Er
worden bijvoorbeeld meer scholingsvragen
gesignaleerd en waar mogelijk opgepakt.
Van de leerlingen die gebruik maakten van
de trajectvoorziening, hebben er 20 een
leerling-gebonden financiering (lgf) cluster
3 en 96 een lgf cluster 4. De overige 19
leerlingen hebben geen indicatie en/of
financiering.
Zo dragen de trajectvoorzieningen op het
Amstelveen College en Thamen bij aan het
scholingsbeleid door te ondersteunen bij
teambesprekingen over leerlingen, maar ook
door individuele consulten met docenten,
door het geven van voorlichtingen over
onderwerpen als ADHD en autisme en door
het uitvoeren van klassenobservaties. Op het
Hoofdvaart College worden de medewerkers
van “Traject 103” vaker gevraagd om
klassenobservaties in reguliere groepen te
doen.
De monitor geeft een globaal overzicht
van de organisatie en het aanbod
van de trajectvoorzieningen. Alle
zorgcoördinatoren uit de pilots geven aan
dat de leerlingen in de trajectvoorzieningen
(‘trajectleerlingen’) profiteren van passende
onderwijsarrangementen, in de vorm
van begeleiding die uitgaat van hun
ondersteuningsvraag. Dit geeft leerlingen
de gelegenheid om naar school te (blijven)
komen in een veilige omgeving die aansluit
op hun ondersteuningsbehoeften.
Uit het onderzoek blijkt dat hoe langer
de trajectvoorziening bestaat, hoe meer
deze een onderdeel wordt van de school.
team heeft, met haar hulp,
het OPP ontwikkeld. We
bekijken aan de hand van het
Individueel Ontwikkelingsplan
en het uitstroomprofiel hoe
we een leerling begeleiden.
Dat is een andere manier van
denken, maar eigenlijk heel
natuurlijk. We kijken niet meer
zo naar de beperkingen van
een leerling, maar zijn meer
gericht op mogelijkheden.
Leerlingen worden betrokken
bij hun eigen leerproces. Ze
stellen samen met de mentor doelen op.”
Hoewel er op het eerste gezicht niet veel
verandert volgend jaar, zijn ze ook op
de Linie bezig met voorbereidingen. “De
veranderingen die we zelf graag willen zijn
daarbij leidend. We willen bijvoorbeeld graag
meer aandacht voor ouderparticipatie. Dat
is ook kenmerkend voor passend onderwijs,
dus dat komt goed uit. In het verleden was
het nog vaak zo dat we pas in contact met
ouders kwamen als er iets mis ging. Dan is
het moeilijk om een positieve relatie op te
bouwen. Nu gaat de mentor standaard op
huisbezoek. Dan heb je een heel ander gesprek.”
‘Gedragsproblemen in scholen: het denken
en handelen van leraren’.
Het biedt trainingsmateriaal en
studieopdrachten, waarmee docenten
leren om professioneel te redeneren
en communiceren over het gedrag van
leerlingen. Het accent ligt daarbij op het
eigen gedrag van de docent. Met het boek
kunnen directeuren, docenten
De geluiden uit de pilotscholen zijn positief.
De scholen zien een duidelijke meerwaarde
voor zowel de leerling als het team. Ze willen
in de toekomst graag meer en structurele
uitwisseling van ervaringen, kennis en
informatie, om de trajectvoorziening verder
te ontwikkelen en om van elkaar te leren.
Met ingang van volgend jaar starten op alle
scholen trajectvoorzieningen.
Een andere verandering die
voor de Linie van belang
is, is de toewijzing voor
praktijkonderwijs. Joanne: “De
commissie die dat nu regelt, de
regionale verwijzingscommissie,
gaat weg. De toewijzing loopt
straks via het Regioloket. Dat is
voor ons wel echt anders.“
Joanna is erg te spreken
over de informatie en
ondersteuning voor de
zorgcoördinatoren vanuit het
samenwerkingsverband. “We
krijgen tijdig informatie over de volgende
ontwikkelingen en hoe we ons daar op
voor kunnen bereiden. Nu is bijvoorbeeld
de toelaatbaarheidsverklaring erg actueel:
Hoe vraag je die aan en wat heb je daarvoor
nodig? Daar worden we goed in begeleid. In
de toekomst hoop ik dat de focus ook wat
meer komt op uitwisseling van expertise.”
Hoe het echt gaat volgend jaar weet Joanne
natuurlijk ook niet: “Ik ben erg benieuwd
hoe het is als we een jaar verder zijn, of mijn
beeld klopt met de realiteit. Maar ik geloof
hoe dan ook dat passend onderwijs veel
goeds kan brengen.”
en intern en ambulant
begeleiders op een
inspirerende manier
vormgeven aan
studiedagen voor het
team.
Uitgeverij: ACCO
ISBN: 9789033495380
TOELAATBAARHEIDSVERKLARING
Het Regioloket zal het aankomend schooljaar
toelaatbaarheidsverklaringen (TLV) gaan
uitgeven. Tonny Luyckx, de coördinator van het
Regioloket, legt uit wanneer een TLV nodig is
en wat de rol van het Regioloket is.
De leerling gebonden financiering (LGF) verdwijnt met de invoering
van passend onderwijs. Maar de vraag om (extra) ondersteuning
natuurlijk niet. Het Regioloket bestudeert en bespreekt aanvragen
voor extra ondersteuning, die de basisondersteuning op de school
overstijgt. Er wordt bekeken welke vorm van ondersteuning
voor de leerling het meest passend en gewenst is: een
verwijzing naar het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) of een
ondersteuningsarrangement.
MONITOR
PASSEND
ONDERWIJS
Wat weten ouders en schoolpersoneel van passend
onderwijs? Zijn ze op de
hoogte van wat passend
onderwijs is en wat het
betekent voor hun kinderen of
hun leerlingen in de klas?
Die vragen stonden centraal in de Monitor
Voorbereiding Passend Onderwijs, een
online enquête van het Ministerie van
Onderwijs. De vragenlijsten zijn afgenomen
in het eerste kwartaal van 2014. Ruim
40.000 ouders, 1.369 locatiedirecteuren
en 5.200 onderwijspersoneelsleden uit
het basis- en voortgezet onderwijs vulden
de vragenlijst in. Met de resultaten is een
landelijk rapport opgesteld, maar ook een
rapportage per samenwerkingsverband.
We geven u een samenvatting van beide
rapportages.
Voorwaarde voor plaatsing in het voortgezet speciaal onderwijs
is dat het samenwerkingsverband daarmee instemt. In dat geval
krijgt de leerling een TLV. Deze wordt door de school aangevraagd
bij het Regioloket. Het samenwerkingsverband bepaalt de
geldigheidsduur van een TLV.
Bij de toewijzing van een TLV zijn de onderwijs- en
ondersteuningsbehoefte(n), maar ook de (on)mogelijkheden van
de leerling leidend. Daarnaast wordt zoveel mogelijk rekening
gehouden met het principe van de thuisnabijheid: zo dicht mogelijk
bij huis naar school kunnen. De ondersteuningsbehoeften van
de leerling worden nauwkeurig geformuleerd, met als doel het
ondersteuningsaanbod hier zo goed mogelijk op aan te sluiten.
Bij passend onderwijs is educatief partnerschap een voorwaarde.
We bekijken samen welk aanbod er nodig is en wat het perspectief
van de leerling is. Dit doet de school samen met de ouders, de
leerling en de betrokken ketenpartners. Het Regioloket ondersteunt
met advies en helpt bij het doorlopen van de verschillende stappen
bij de aanvraag van een TLV.
Wilt u meer weten over het Regioloket? Op de website www.
swvam.nl vindt u meer informatie en contactgegevens. Het
Regioloket geeft daar ook antwoord op veelgestelde vragen over
passend onderwijs.
zegt 36% goed op de hoogte te zijn.
Personeel SWVAM: Voor het SWVAM geldt
dat 65,5% van al het personeel zegt
tamelijk tot zeer goed op de hoogte te zijn
van passend onderwijs in het algemeen.
Geen enkel personeelslid heeft aangegeven
helemaal niet op de hoogte te zijn. Het
personeel is ten opzichte van het landelijk
gemiddelde beter op de hoogte.
Grafiek personeel: In hoeverre bent u in
het algemeen op de hoogte van passend
onderwijs?
IS ER BEHOEFTE AAN MEER INFORMATIE
OVER PASSEND ONDERWIJS?
Ouders Landelijk: Ouders spreken op grote
schaal (ruim acht op de tien) een behoefte
uit aan aanvullende informatie over de
invoering van passend onderwijs, vooral
de ouders van lgf-kinderen en de ouders
van kinderen met een andere vorm van
ondersteuning.
Personeel landelijk: Een grote meerderheid
coördinatoren, intern en ambulant begeleiders
zijn het best op de hoogte van de invoering
van passend onderwijs (75-89% zegt goed
voorbereid te zijn). Van de docenten in het VO
dat 38% van de ouders zich totaal
onvoorbereid voelt. Dat is iets minder dan
het landelijk percentage.
Grafiek ouders: Kunt op een schaal van 1 tot 5
aangeven of u zich voldoende voorbereid voelt
op de invoering van passend onderwijs?
Ouders SWVAM: Ook binnen het
Ouders SWVAM: Binnen het samenwerkings-
Personeel landelijk: Schoolleiders, zorg-
Ouders landelijk: Slechts een minderheid,
Ouders SWVAM: Voor het SWVAM geldt
Ouders landelijk: Hoe directer de invoering
van passend onderwijs hun kind raakt, hoe
beter ouders op de hoogte zijn.
verband zegt 36% van de ouders te weten
dat passend onderwijs wordt ingevoerd.
Dat percentage is iets lager dan het landelijk
percentage.
ZIJN OUDERS EN PERSONEEL VOORBEREID
OP DE KOMST VAN PASSEND ONDERWIJS?
ongeveer één op de zeven à acht ouders,
voelt zich redelijk tot helemaal voorbereid
op de invoering van passend onderwijs.
samenwerkingsverband is er een grote
informatiebehoefte. 75% van de ouders
wil graag meer informatie over wat de
invoering van passend onderwijs betekent
voor hun kind. Deze informatie krijgen ze
het liefst van de mentor of de docent van
hun kind.
WETEN OUDERS EN PERSONEEL DAT
PASSEND ONDERWIJS WORDT INGEVOERD?
Personeel SWVAM: Voor het SWVAM geldt
ook dat docenten meer informatie willen
over de procedure om extra ondersteuning
(in de klas) te krijgen. Daarnaast willen
ze meer weten over wat ze moeten doen
als er hun school geen passende plek
is voor een leerling. Er is een poster in
ontwikkeling waarop deze route voor het
samenwerkingsverband wordt beschreven.
van het personeel (4/5) wil meer informatie
over 1 of meer onderwerpen rondom
passend onderwijs. Onder docenten is er
vooral behoefte aan informatie over welke
ondersteuning er vanaf 1 augustus 2014
komt voor leerlingen die nu een rugzakfinanciering hebben en over de procedure
om extra ondersteuning voor de leerling (in
de klas) te krijgen.
Personeel landelijk: De helft van het
onderwijspersoneel vindt de eigen school
(tamelijk/zeer) goed voorbereid op de
invoering van passend onderwijs.
Personeel SWVAM: Voor het SWVAM ligt dat
percentage aanzienlijk hoger. 72% van het
personeel vindt dat de school tamelijk tot
zeer goed is voorbereid.
In mei is een tweede onderzoek gestart, om
de voortgang ten opzichte van de eerste
meting in kaart te brengen. We verwachten
nog voor de zomervakantie de resultaten
binnen te krijgen. Heeft u vragen over
passend onderwijs? Kijk op onze website:
www.swvam.nl of stel u vraag per mail:
[email protected].