NIEUWS UIT DE OPR Het blijft een mond vol: de ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband Amstelland en Meerlanden. Voor de leden van het eerste uur begint het al te wennen. Begin juni was alweer de zevende bijeenkomst in dit schooljaar. Dit keer voor het eerst in de (hopelijk) definitieve samenstelling van de OPR. Een OPR waarin alle besturen zijn vertegenwoordigd met een personeelslid of een ouder. In de toekomst hopen we ook vertegenwoordiging vanuit leerlingen toe te voegen. Het hoofdthema van dit jaar was het ondersteuningsplan. Een plan waaraan in alle bijeenkomsten en door alle leden intensief en constructief is meegewerkt. De formele goedkeuring werd dan ook OVER PASSEND ONDERWIJS Wie praat met Peter Lievaart, teamleider van de Westplas Mavo, krijgt vanzelf vertrouwen in de invoering van passend onderwijs. Hij ziet best nog wel aandachtspunten, maar zijn blik is vooral gericht op de vele voordelen. Hij is dan ook een echte (onderwijs)idealist. Of, zoals hij zelf lachend zegt: “Misschien ben ik gewoon naïef, maar mijn hoop is dat het straks voor leerlingen en ouders sneller duidelijk is bij wie ze terecht kunnen, wat er gaat gebeuren en hoe lang dat gaat duren.” Natuurlijk hoort ook hij weleens verhalen. Mensen die zich zorgen maken over passend onderwijs. Docenten die zich afvragen of ze het wel aankunnen. “Maar ik zie passend onderwijs en het samenwerkingsverband een beetje als de Europese Unie. Je kunt nu niet meer zeggen: ik doe niet mee. We moeten juist samenwerken en van elkaar leren. Dat neemt niet weg dat ik docenten serieus neem als zij zich afvragen wat hen precies boven het hoofd hangt. Want wat er unaniem verleend. We realiseren ons dat het een levend plan is, waarvan we de inhoud kritisch moeten blijven bezien en waar nodig herzien. In het plan is een uitgebreide werkagenda opgenomen, waarmee niet alleen het bestuur, maar ook wij de komende tijd aan de gang gaan. Die werkagenda moet leiden tot een werkbaar ondersteuningsplan voor alle schoolbesturen en voor alle geledingen. Maar vooral voor al die leerlingen die meer zorg nodig hebben om tot een plezierige én succesvolle afronding van hun studie of opleiding te komen. Het komende jaar staat in het teken van een verkiezingsreglement voor de OPR. We willen een reglement dat recht doet aan alle geledingen (personeel, ouders en leerlingen) en dat zorgt voor een stabiele samenstelling voor de komende jaren. Dat zal, gelet op de grote diversiteit van de scholen, geen eenvoudige opgave zijn. Aan de andere kant geeft de constructieve deelname van alle huidige leden ons het vertrouwen om deze opdracht tot een goed einde te brengen. Tot slot nog dit: net als bij de verschillende (G)MR’en is communicatie van de raad naar precies op ons afkomt, dat weet natuurlijk niemand.” De grootste uitdaging ziet Peter in de zorgplicht. “We kunnen niet buitensluiten, zeggen: ‘deze leerling kan mijn les niet volgen, dus die hoort hier niet’. Dat betekent dat je met je team heel goed moet kijken naar wat je kan en waar je grenzen liggen. Daarom heb ik met het team besproken of we daar dezelfde beelden bij hebben. We kunnen differentiëren, dat staat buiten kijf. Maar kunnen we het allemaal en altijd? En hoeveel leerlingen met extra ondersteuning kunnen we aan en wat hebben we daarvoor nodig? Dat zijn belangrijke vraagstukken.” Die voorbereiding met het team levert volgens Peter ook veel op. Doordat je met elkaar kijkt wat je kan en waar de grenzen liggen, kom je tot een scherpere profilering van de school. “Die duidelijkheid over wat we aankunnen en waar onze expertise ligt is straks, bij de werving en aanname van nieuwe leerlingen en bij zij-instroom extra belangrijk. ” Ook het samenwerkingsverband speelt een belangrijke rol bij het informeren en faciliteren van de scholen. Peter: “De laatste jaren is er hard gewerkt aan het inrichten van het samenwerkingsverband. Dat is goed gelukt. Er is een goede infrastructuur opgezet, met bijvoorbeeld de adviesgroep kernprocedure, het regioloket en een netwerk van zorgcoördinatoren. Ze hebben goed in zicht wat er gebeurt op de scholen en het is een stabiele groep, qua bemensing.” Zijn er dan helemaal geen zorgen voor de geledingen en terug een ingewikkeld proces. Wij proberen om alle betrokkenen zo goed mogelijk te informeren over wat er speelt en wat er verandert. Omgekeerd vragen wij van alle betrokkenen hetzelfde: informeer ons, bevraag ons en zorg er daarmee voor dat wij ons werk goed kunnen doen. De website www.swvam.nl geeft voldoende informatie om te weten waar u met vragen en opmerkingen terecht kunt. Daarnaast zijn voor eind oktober/ begin november twee informatieavonden gepland voor alle ouders in het gebied van het samenwerkingsverband (zie de agenda op www.swvam.nl voor de exacte data). Op die avonden zullen de OPR en het bestuur de aanwezigen informeren over alles wat met passend onderwijs te maken heeft. Vooral ook wat dat betekent voor ouders en leerlingen. U wordt over deze avonden geinformeerd via het samenwerkingsverband en de scholen. Jan Kion Voorzitter OPR volgend jaar? Daar moet Peter even over nadenken. “Ik ben wel benieuwd hoe we straks omgaan met haperingen en belemmeringen in de procedures. Ik hoop dat we die goed en duurzaam kunnen oplossen. En ik ben heel benieuwd wat er uit de schoolondersteuningsprofielen komt. Als we die over elkaar heen leggen zal blijken waar we sterk in zijn en waar we nog aan kunnen werken in dit samenwerkingsverband. Want leerlingen zijn geen experiment, maar ook docenten hebben hun grenzen.” Het is nog een beetje koffiedik kijken, maar Peter en zijn team zijn er klaar voor. “Ik zie veel kansen met passend onderwijs. Zeker als we goed met elkaar blijven afstemmen en gebruik kunnen maken van elkaars expertise.” En wanneer is de missie dan geslaagd? Peter: “Als we succesvol zijn waar we eerst faalden. Als bijvoorbeeld een docent die zegt: ‘Ik kan alleen les geven aan leerlingen met een CITO-score van 535’ met een glimlach ontdekt dat een leerling met een ander niveau hem totaal verrast. En vooral als we tegen iedere leerling kunnen zeggen: we zien wat bij jou past en hier ben je op je plek.” SaMENWERKiNGSvERBaND aMSTEllaND EN DE MEERlaNDEN NIEUWSBRIEF COLOFON Uitvoering: Redactie: Vormgeving: Druk: Contact: Website: Excellent Communicatie- en Officemanagement Co de Custer Ellen de Jong Ilja Mul Krasfrielink Drukkerij Jubels BV [email protected] www.swvam.nl De invoering van de wet op passend onderwijs komt steeds dichterbij. Ook dit schooljaar wordt er in de Stichting VO Samenwerkingsverband Amstelland en de Meerlanden hard gewerkt om die invoering goed te laten verlopen. Communicatie speelt daarbij een belangrijke rol. Met deze nieuwsbrief willen we u op de hoogte brengen van de ontwikkelingen binnen het SWV en laten zien wat de invoering van passend onderwijs straks voor u betekent. De nieuwsbrief verschijnt 4x per jaar en is ook terug te lezen op de website: www.swvam.nl JAARGANG 1 #04 juli 2014 van de voorzitter Dit is de laatste nieuwsbrief van het laatste schooljaar in de ‘oude’ situatie. Een jaar waarin bergen werk zijn verzet op de scholen en in het samenwerkingsverband, zodat we voorbereid aan het nieuwe schooljaar kunnen beginnen. En zijn we er dan klaar voor? Ik denk het wel. In deze nieuwsbrief kunt u lezen in hoeverre ouders en docenten zijn voorbereid, in het stuk over de uitslag van de monitor voorbereiding passend onderwijs. Met de resultaten gaan we natuurlijk aan de slag, zodat iedereen straks weet waar hij aan toe is. Eén van de grootste veranderingen die we hebben doorgevoerd was de Trajectvoorziening. Dit jaar nog als pilot, volgend jaar ‘echt’. De resultaten zijn veelbelovend, dat leest u verderop. Er wordt nog beter gekeken naar het soort begeleiding dat nodig is. Niet alleen de leerling, maar ook de mentor, de leerling en soms de hele klas wordt daarbij betrokken. In het samenwerkingsverband hebben we afgesproken dat de trajectvoorzieningen ook aankomend schooljaar creatief en op maat worden opgepakt. De scholen die al meedoen en ook de scholen die straks instappen hebben de vrijheid om de trajectvoorziening in te richten zoals hen het beste past. Maar die vrijheid is niet vrijblijvend. We moeten heldere eisen formuleren over de kwaliteit en de output. Doe je eigen ding, maar zorg wel voor resultaten. Een verandering die nog moet komen is de aanstelling van een directeur voor het samenwerkingsverband. We hebben na de eerste wervingsronde nog geen geschikte kandidaat gevonden. We bekijken nu hoe we de volgende wervingsronde andere, geschikte kandidaten kunnen aantrekken. De veranderingen volgen elkaar dus in rap tempo op. Veranderingen waar we achter staan en die we met zijn allen goed kunnen dragen, omdat we zien voor wie we het doen: de leerling. Want die wordt er uiteindelijk nog beter van! Tot volgend schooljaar. Mark Manders Voorzitter SWV Amstelland en de Meerlanden AGENDA 01 juli: vergadering dagelijks bestuur 02 juli: overleg zij-instroom 02 sept: vergadering dagelijks bestuur 08 sept: vergadering ondersteuningsplanraad 15 sept: vergadering adviesgroep Kernprocedure 16 sept: directie beraad 23 sept: vergadering algemeen bestuur 07 okt: werkbijeenkomst passend onderwijs 28 okt: informatieavond passend onderwijs voor ouders 06 nov: informatieavond passend onderwijs voor ouders RESULTATEN MONITOR TV Voor zeven scholen van het samenwerkingsverband begonnen de veranderingen al dit schooljaar. Vooruitlopend op de invoering van passend onderwijs namen zij deel aan de pilot trajectvoorzieningen. In eerdere nieuwsbrieven heeft u kunnen lezen hoe deze scholen invulling gaven aan de trajectvoorziening. Voor het samenwerkingsverband is het belangrijk om te horen hoe het met deze pilotscholen gaat en wat de resultaten zijn. Op basis daarvan wordt besloten of de trajectvoorziening onderdeel wordt van de basisondersteuning op alle scholen. Daarom zijn deze scholen in de periode van maart tot en met mei 2014 gevolgd. Met vragenlijsten en een aanvullend interview op school werden de trajectvoorzieningen van de zeven locaties in beeld gebracht. Over passend onderwijs Voor Joanna Boeschoten, orthopedagoog van Praktijkschool de Linie, voelt passend onderwijs al enigszins vertrouwd. Ze ziet volgend schooljaar dan ook met vertrouwen tegemoet. “Natuurlijk is de precieze uitvoering voor ons ook nieuw. Maar ik heb het idee dat er voor ons niet zoveel verandert, we hebben hier al veel zorg. Hooguit wordt het geld volgend jaar anders ingezet.” De Linie loopt op sommige vlakken voor de troepen uit. Ze werken al met een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Joanne: “We hadden het geluk dat Tonny Luyckx, nu coördinator van het Regioloket, eerst aan onze school verbonden was. Ons BOEKENTIP Begin deze maand is het boek ‘Succesvol omgaan met gedragsproblemen’ van Kees van der Wolf, Tanja van Beukering en Theo Veldkamp verschenen. Het boek is te gebruiken als werkboek bij het eerder verschenen standaardwerk Tussen maart en mei 2014 maakten zo’n 135 leerlingen gebruik van de trajectvoorzieningen: 98 jongens en 37 meisjes. De leerlingaantallen wisselen, omdat leerlingen ook tijdelijk gebruik kunnen maken van de trajectvoorziening. Er is in- en uitstroom. En daarmee ontstaat er ook meer ruimte om de trajectvoorziening inhoudelijk te ontwikkelen. Dit heeft een olievlekwerking op de deskundigheidsbevordering en professionalisering van het schoolteam. Er worden bijvoorbeeld meer scholingsvragen gesignaleerd en waar mogelijk opgepakt. Van de leerlingen die gebruik maakten van de trajectvoorziening, hebben er 20 een leerling-gebonden financiering (lgf) cluster 3 en 96 een lgf cluster 4. De overige 19 leerlingen hebben geen indicatie en/of financiering. Zo dragen de trajectvoorzieningen op het Amstelveen College en Thamen bij aan het scholingsbeleid door te ondersteunen bij teambesprekingen over leerlingen, maar ook door individuele consulten met docenten, door het geven van voorlichtingen over onderwerpen als ADHD en autisme en door het uitvoeren van klassenobservaties. Op het Hoofdvaart College worden de medewerkers van “Traject 103” vaker gevraagd om klassenobservaties in reguliere groepen te doen. De monitor geeft een globaal overzicht van de organisatie en het aanbod van de trajectvoorzieningen. Alle zorgcoördinatoren uit de pilots geven aan dat de leerlingen in de trajectvoorzieningen (‘trajectleerlingen’) profiteren van passende onderwijsarrangementen, in de vorm van begeleiding die uitgaat van hun ondersteuningsvraag. Dit geeft leerlingen de gelegenheid om naar school te (blijven) komen in een veilige omgeving die aansluit op hun ondersteuningsbehoeften. Uit het onderzoek blijkt dat hoe langer de trajectvoorziening bestaat, hoe meer deze een onderdeel wordt van de school. team heeft, met haar hulp, het OPP ontwikkeld. We bekijken aan de hand van het Individueel Ontwikkelingsplan en het uitstroomprofiel hoe we een leerling begeleiden. Dat is een andere manier van denken, maar eigenlijk heel natuurlijk. We kijken niet meer zo naar de beperkingen van een leerling, maar zijn meer gericht op mogelijkheden. Leerlingen worden betrokken bij hun eigen leerproces. Ze stellen samen met de mentor doelen op.” Hoewel er op het eerste gezicht niet veel verandert volgend jaar, zijn ze ook op de Linie bezig met voorbereidingen. “De veranderingen die we zelf graag willen zijn daarbij leidend. We willen bijvoorbeeld graag meer aandacht voor ouderparticipatie. Dat is ook kenmerkend voor passend onderwijs, dus dat komt goed uit. In het verleden was het nog vaak zo dat we pas in contact met ouders kwamen als er iets mis ging. Dan is het moeilijk om een positieve relatie op te bouwen. Nu gaat de mentor standaard op huisbezoek. Dan heb je een heel ander gesprek.” ‘Gedragsproblemen in scholen: het denken en handelen van leraren’. Het biedt trainingsmateriaal en studieopdrachten, waarmee docenten leren om professioneel te redeneren en communiceren over het gedrag van leerlingen. Het accent ligt daarbij op het eigen gedrag van de docent. Met het boek kunnen directeuren, docenten De geluiden uit de pilotscholen zijn positief. De scholen zien een duidelijke meerwaarde voor zowel de leerling als het team. Ze willen in de toekomst graag meer en structurele uitwisseling van ervaringen, kennis en informatie, om de trajectvoorziening verder te ontwikkelen en om van elkaar te leren. Met ingang van volgend jaar starten op alle scholen trajectvoorzieningen. Een andere verandering die voor de Linie van belang is, is de toewijzing voor praktijkonderwijs. Joanne: “De commissie die dat nu regelt, de regionale verwijzingscommissie, gaat weg. De toewijzing loopt straks via het Regioloket. Dat is voor ons wel echt anders.“ Joanna is erg te spreken over de informatie en ondersteuning voor de zorgcoördinatoren vanuit het samenwerkingsverband. “We krijgen tijdig informatie over de volgende ontwikkelingen en hoe we ons daar op voor kunnen bereiden. Nu is bijvoorbeeld de toelaatbaarheidsverklaring erg actueel: Hoe vraag je die aan en wat heb je daarvoor nodig? Daar worden we goed in begeleid. In de toekomst hoop ik dat de focus ook wat meer komt op uitwisseling van expertise.” Hoe het echt gaat volgend jaar weet Joanne natuurlijk ook niet: “Ik ben erg benieuwd hoe het is als we een jaar verder zijn, of mijn beeld klopt met de realiteit. Maar ik geloof hoe dan ook dat passend onderwijs veel goeds kan brengen.” en intern en ambulant begeleiders op een inspirerende manier vormgeven aan studiedagen voor het team. Uitgeverij: ACCO ISBN: 9789033495380 TOELAATBAARHEIDSVERKLARING Het Regioloket zal het aankomend schooljaar toelaatbaarheidsverklaringen (TLV) gaan uitgeven. Tonny Luyckx, de coördinator van het Regioloket, legt uit wanneer een TLV nodig is en wat de rol van het Regioloket is. De leerling gebonden financiering (LGF) verdwijnt met de invoering van passend onderwijs. Maar de vraag om (extra) ondersteuning natuurlijk niet. Het Regioloket bestudeert en bespreekt aanvragen voor extra ondersteuning, die de basisondersteuning op de school overstijgt. Er wordt bekeken welke vorm van ondersteuning voor de leerling het meest passend en gewenst is: een verwijzing naar het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) of een ondersteuningsarrangement. MONITOR PASSEND ONDERWIJS Wat weten ouders en schoolpersoneel van passend onderwijs? Zijn ze op de hoogte van wat passend onderwijs is en wat het betekent voor hun kinderen of hun leerlingen in de klas? Die vragen stonden centraal in de Monitor Voorbereiding Passend Onderwijs, een online enquête van het Ministerie van Onderwijs. De vragenlijsten zijn afgenomen in het eerste kwartaal van 2014. Ruim 40.000 ouders, 1.369 locatiedirecteuren en 5.200 onderwijspersoneelsleden uit het basis- en voortgezet onderwijs vulden de vragenlijst in. Met de resultaten is een landelijk rapport opgesteld, maar ook een rapportage per samenwerkingsverband. We geven u een samenvatting van beide rapportages. Voorwaarde voor plaatsing in het voortgezet speciaal onderwijs is dat het samenwerkingsverband daarmee instemt. In dat geval krijgt de leerling een TLV. Deze wordt door de school aangevraagd bij het Regioloket. Het samenwerkingsverband bepaalt de geldigheidsduur van een TLV. Bij de toewijzing van een TLV zijn de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte(n), maar ook de (on)mogelijkheden van de leerling leidend. Daarnaast wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het principe van de thuisnabijheid: zo dicht mogelijk bij huis naar school kunnen. De ondersteuningsbehoeften van de leerling worden nauwkeurig geformuleerd, met als doel het ondersteuningsaanbod hier zo goed mogelijk op aan te sluiten. Bij passend onderwijs is educatief partnerschap een voorwaarde. We bekijken samen welk aanbod er nodig is en wat het perspectief van de leerling is. Dit doet de school samen met de ouders, de leerling en de betrokken ketenpartners. Het Regioloket ondersteunt met advies en helpt bij het doorlopen van de verschillende stappen bij de aanvraag van een TLV. Wilt u meer weten over het Regioloket? Op de website www. swvam.nl vindt u meer informatie en contactgegevens. Het Regioloket geeft daar ook antwoord op veelgestelde vragen over passend onderwijs. zegt 36% goed op de hoogte te zijn. Personeel SWVAM: Voor het SWVAM geldt dat 65,5% van al het personeel zegt tamelijk tot zeer goed op de hoogte te zijn van passend onderwijs in het algemeen. Geen enkel personeelslid heeft aangegeven helemaal niet op de hoogte te zijn. Het personeel is ten opzichte van het landelijk gemiddelde beter op de hoogte. Grafiek personeel: In hoeverre bent u in het algemeen op de hoogte van passend onderwijs? IS ER BEHOEFTE AAN MEER INFORMATIE OVER PASSEND ONDERWIJS? Ouders Landelijk: Ouders spreken op grote schaal (ruim acht op de tien) een behoefte uit aan aanvullende informatie over de invoering van passend onderwijs, vooral de ouders van lgf-kinderen en de ouders van kinderen met een andere vorm van ondersteuning. Personeel landelijk: Een grote meerderheid coördinatoren, intern en ambulant begeleiders zijn het best op de hoogte van de invoering van passend onderwijs (75-89% zegt goed voorbereid te zijn). Van de docenten in het VO dat 38% van de ouders zich totaal onvoorbereid voelt. Dat is iets minder dan het landelijk percentage. Grafiek ouders: Kunt op een schaal van 1 tot 5 aangeven of u zich voldoende voorbereid voelt op de invoering van passend onderwijs? Ouders SWVAM: Ook binnen het Ouders SWVAM: Binnen het samenwerkings- Personeel landelijk: Schoolleiders, zorg- Ouders landelijk: Slechts een minderheid, Ouders SWVAM: Voor het SWVAM geldt Ouders landelijk: Hoe directer de invoering van passend onderwijs hun kind raakt, hoe beter ouders op de hoogte zijn. verband zegt 36% van de ouders te weten dat passend onderwijs wordt ingevoerd. Dat percentage is iets lager dan het landelijk percentage. ZIJN OUDERS EN PERSONEEL VOORBEREID OP DE KOMST VAN PASSEND ONDERWIJS? ongeveer één op de zeven à acht ouders, voelt zich redelijk tot helemaal voorbereid op de invoering van passend onderwijs. samenwerkingsverband is er een grote informatiebehoefte. 75% van de ouders wil graag meer informatie over wat de invoering van passend onderwijs betekent voor hun kind. Deze informatie krijgen ze het liefst van de mentor of de docent van hun kind. WETEN OUDERS EN PERSONEEL DAT PASSEND ONDERWIJS WORDT INGEVOERD? Personeel SWVAM: Voor het SWVAM geldt ook dat docenten meer informatie willen over de procedure om extra ondersteuning (in de klas) te krijgen. Daarnaast willen ze meer weten over wat ze moeten doen als er hun school geen passende plek is voor een leerling. Er is een poster in ontwikkeling waarop deze route voor het samenwerkingsverband wordt beschreven. van het personeel (4/5) wil meer informatie over 1 of meer onderwerpen rondom passend onderwijs. Onder docenten is er vooral behoefte aan informatie over welke ondersteuning er vanaf 1 augustus 2014 komt voor leerlingen die nu een rugzakfinanciering hebben en over de procedure om extra ondersteuning voor de leerling (in de klas) te krijgen. Personeel landelijk: De helft van het onderwijspersoneel vindt de eigen school (tamelijk/zeer) goed voorbereid op de invoering van passend onderwijs. Personeel SWVAM: Voor het SWVAM ligt dat percentage aanzienlijk hoger. 72% van het personeel vindt dat de school tamelijk tot zeer goed is voorbereid. In mei is een tweede onderzoek gestart, om de voortgang ten opzichte van de eerste meting in kaart te brengen. We verwachten nog voor de zomervakantie de resultaten binnen te krijgen. Heeft u vragen over passend onderwijs? Kijk op onze website: www.swvam.nl of stel u vraag per mail: [email protected].
© Copyright 2024 ExpyDoc