Verslag vergadering taakgroep Rijn-Waal

Verslag vergadering Taakgroep IJssel
Vereniging Nederlandse Riviergemeenten
Datum:
6 maart 2014 te Rheden
Aanwezig:
De heer A. Boone
Mevrouw A. van Norel
Mevrouw H. Tiemens
De heer G.J. Veldhoen
De heer R. de Lange
De heer A. Spekschoor
De heer V. Doorn
Mevrouw J. Lamberts
De heer K. van den Herik
Mevrouw J. Minnaard
De heer W. Vruggink
De heer F. Sinnema
De heer J. de Haan
Mevrouw F. van Zandbrink
De heer T. Gijzel
Mevrouw E. van der Hoeven
gemeente Westervoort, voorzitter
gemeente Zevenaar
gemeente Rheden
gemeente Kampen
gemeente Duiven
gemeente Bronckhorst
waterschap Vallei en Veluwe
waterschap Rijn en IJssel
DP Rivieren
RWS leefomgeving / Gemeente Schoon
RWS Oost Nederland
provincie Gelderland
provincie Gelderland
gemeenteambassadeur Deltaprogramma
VNR bureau
VNR bureau, verslag
1. Opening
De heer Boone opent, als vice voorzitter, de vergadering. De heer Penninx is verhinderd. Daarnaast zijn er
afmeldingen van de gemeenten Zutphen, Hattem, Heerde, Brummen en Doesburg. Speciaal welkom aan de
heer Doorn van waterschap Vallei en Veluwe, de heer Sinnema als stagiair van de provincie Gelderland,
mevrouw Minnaard van Gemeente Schoon en de heer de Lange van de gemeente Duiven.
2. Mededelingen voorzitter en/of bureau
De Vereniging Nederlandse Riviergemeenten bestaat dit jaar 25 jaar. De statuten zijn op 24 mei 1989
ondertekend. De VNR is gestart als milieuclub en is uitgegroeid tot een breed netwerk van riviergemeenten,
waar alle riviergebonden onderwerpen op de agenda staan. Het bestuur wil in dit jubileumjaar weer stil staan
bij waar het begonnen is: “schone rivieren”. Het onderwerp staat op de agenda van deze vergadering.
3. Verslag vorige vergadering, dd 30 mei 2013
Het verslag wordt goedgekeurd en vastgesteld, met dank aan de opsteller.
4. Schone Rivieren
Mevrouw Minnaard werkt bij RWS Leefomgeving en heeft twee rollen. Zij is adviseur voor de Kaderrichtlijn
Marien (KRM), die beleidsmaatregelen neemt voor een schone zee, en adviseur bij Gemeente Schoon. Gemeente
Schoon is een kenniscentrum waar advies wordt gegeven over uitvoerende maatregelen tegen zwerfafval.
De presentatie start met een foto van vuil op de Maas na een hoog water. Dit beeld toont aan de ene kant
hoeveel vuil er in de rivieren aanwezig is, aan de andere kant dat we te maken hebben met grondstoffen. En dit is
een Nederlands beeld!
De KRM is een Europese Richtlijn die iets doet aan zwerfafval op zee en daar maatregelen tegen neemt. Het zijn
maatregelen om zwerfafval op het land te voorkomen, door aan te sluiten op bestaande initiatieven en samen te
werken met andere partijen. Het gaat vooral om bronaanpak, bewustwording en het sluiten van de productketen.
Maar waarom dan een presentatie bij Riviergemeenten? Rivierafval is een bron van zwerfafval op zee.
Gemeenten zijn cruciaal bij de oplossing hier van: gemeenten zijn regisseur van de openbare ruimte en hebben
1
een breed netwerk. Voor zwerfafval geldt dat voorkomen beter is dan opruimen en dat het een probleem van
niemand is en dus van iedereen.
Zwerfafval is een complex probleem, waar nog niet veel over bekend is, maar wel ontwikkelingen zijn. Er is
inmiddels inzicht in zwerfafval langs het strand, langs de rivieren moet een monitoringssysteem ontwikkeld
worden. Daarnaast zijn de rollen en taken onduidelijk. Microplastics is een apart begrip. Microplastics ontstaan bij
het afbreken van plastic zwerfafval, maar het zit ook in cosmetica en kleding en komt op die manier via het riool
en RWZI in het rivierwater terecht. Deze deeltjes vergen een andere aanpak dan het zwerfafval. Tenslotte komt
het onderwerp in internationaal verband op de agenda te staan.
Toch is er ook al kennis ontwikkeld. Het grootste deel van het afval op zee is afkomstig van het land. Oever en
rivierafval zijn sterk afhankelijk van hoog water en van de inrichting van de rivier. De microplastics komen vanuit
de huishoudens, maar ook in sediment van de Maas. Meet- en monitoringssystemen worden ontwikkeld en
verder uitgewerkt.
In de uitvoering wordt al gewerkt aan maatregelen. RWS Zuid Nederland kent een zwerfafvalregeling. Gekeken
wordt of dit opgeschaald kan worden. In het komende Beheer Plan Rijks Wateren komt een paragraaf over
zwerfafval. Het onderwerp wordt internationaal geagendeerd in de IRC en IMC en via het ketenakkoord worden
innovaties gestimuleerd.
Waterschappen en provincies nemen steeds vaker zwerfafval op in hun beleidsplannen. Om kennis te genereren
zijn zij aan het monitoren. Door het beheer van hun wateren te optimaliseren, kan afval verminderd worden en
kan dit zelfs geld opleveren. En een aantal gemeenten is ook al aan de slag. Gemeente Schoon is een
kennisinstelling, waar gemeenten lid van kunnen worden (www.gemeenteschoon.nl). Gelden van de
zwerfafvalvergoeding kunnen hiervoor worden ingezet! Een gemeente krijgt dan advies over de aanpak van
zwerfafval, heeft een netwerk ter beschikking en kan gebruik maken van de aanwezige kennis.
Wat kan een gemeente in ieder geval doen?
- Signaleren en agenderen; bespreek het onderwerp tijdens iedere gelegenheid, zet het bij anderen op de
agenda
- Samenwerken met andere partners; met mede-overheden, maar ook met bedrijven en burgers
- Geef zwerfafval in het water een volledige plek in het gemeentelijk zwerfafvalbeleid
- Lever een bijdrage aan onderzoek en kennisontwikkeling
Er zijn ook al mooie voorbeelden bij gemeenten. In Kampen is er na de weekmarkt meer aandacht voor het
opruimen van het afval, om te voorkomen dat het in de grachten belandt. In Alphen aan de Rijn worden burgers
betrokken bij de lokale leefomgeving. In Rotterdam wordt bekeken hoe de binnenhavens ingericht en beheerd
kunnen worden. Strandgemeenten nemen maatregelen, omdat zij zich er van bewust zijn dat afval recreanten
afschrikt. In het project ‘Schone Maas’ werken 20 partijen samen om na hoog water afval op te ruimen,
onderzoek te doen en educatie te verzorgen. Opruimen is de activiteit, als kapstop om meer te doen. Ter
inspiratie: www.schonemaas.nl (film).
De gemeente Rheden heeft een overeenkomst met agrariërs. Als er ijs ligt verzamelen zij het afval, de gemeente
voert het vervolgens af. Dit geldt ook na hoog water. RWS is 1 tot 2 meter uit de bedding van de rivier
verantwoordelijk, voor het overige zijn de eigenaren verantwoordelijk voor het opruimen van het afval
(bijvoorbeeld Staatsbosbeheer, maar ook particulieren). Bij de Maas zijn de krachten gebundeld bij het opruimen,
dan is er winst te behalen.
Er is wel inzicht in waar het afval vandaan komt, bijvoorbeeld scholieren of recreanten. Daar kan de aanpak op
gericht worden. Toch blijft afval een hardnekkig probleem en blijft het niet alleen bij handhaven. In het
verpakkingen akkoord werken bedrijfsleven en overheid samen om verpakkingen te verbeteren en verminderen,
maar ook bewustwording is erg belangrijk.
Daarnaast zou er gekeken kunnen worden naar de inrichting van het watersysteem. Er zijn altijd plekken waar het
afval zich concentreert. In stedelijk gebied zijn waterschappen daarvan redelijk op de hoogte. Het is goed ook voor
de IJssel deze ‘hotspots’ in beeld te krijgen.
Een gemeente kan vergoeding krijgen voor zwerfafval, € 1,18 per inwoner. 8 cent hiervan kan worden gebruikt
om deel te nemen aan Gemeente Schoon. De gemeente Kampen, Bronckhorst en Rheden doen al mee.
2
5. Richtlijn Overstromings Risico’s
De heer Gijzel geeft een toelichting op de Richtlijn Overstromings Risico’s (ROR). Het is een Europese Richtlijn, in
gang gezet door Nederland en Frankrijk, naar aanleiding van de overstromingen. De ROR legt geen doelen of
normen op. Het beschrijft de situatie, het beleid en de maatregelen die genomen worden als het gaat om
overstromingsrisico’s. Het gaat er om dat we de goede maatregelen nemen, burgers hierover informeren en
internationaal maatregelen afstemmen.
De risicoanalyse was eind 2012 gereed. De kaarten die inzichtelijk maken waar welke risico’s te verwachten zijn,
zijn eind 2013 opgeleverd. Deze zijn te vinden op www.risicokaart.nl. Deze kaarten zijn gebaseerd op de huidige
normen (en situatie). De plannen, waarin de maatregelen beschreven staan, moeten eind 2015 gereed zijn. Deze
Overstromings Risico Beheer Plannen worden per stroomgebied opgeschreven (Maas, Rijn, Eems en Schelde)
Nederland heeft er voor gekozen de bestaande situatie te beschrijven, daar waar het gaat om slachtoffers en
ontwrichting. Het gaat niet over wateroverlast op straat. Iedere 6 jaar wordt hierover een monitoringsrapport
geschreven. Beleidsontwikkeling vindt plaats via het Deltaprogramma. Als dit gereed is, wordt het Nationaal
Water Plan aangepast en worden de voorstellen in de ROR ingepast.
Parallel aan het NWP worden ook de beheerplannen van Rijkswaterstaat en de waterschappen geactualiseerd.
Daarnaast mag Europese regelgeving niet tegenstrijdig zijn, er moet dus goed gekeken worden of de maatregelen
overeen komen met maatregelen in de Kaderrichtlijn Water.
Voor gemeenten is de ROR vooral belangrijk als het gaat om waar wel en niet gebouwd kan worden. Daarnaast is
de gemeente eerste aanspreekpunt voor communicatie over risico’s. Binnen het Deltaprogramma Nieuwbouw en
Herstructurering wordt onderzocht hoe om te gaan met bouwen en het toepassen van de watertoets. Het betreft
dan laag 2, preventie, van meerlaagsveiligheid.
De plannen zijn nu in de fase van ambtelijke consultatie. De vraag is of bestuurlijke consultatie aan de orde moet
zijn. Hiervoor zou de KRW structuur gebruikt kunnen worden, maar Rijn-West doet niet mee. Bestuurlijke
consultatie gaat nu via de koepels. Bijvoorbeeld de VNG-commissie Water (heer Penninx is lid) en door
presentatie in de taakgroepen.
Binnen de taakgroep zijn er vraagtekens over de internationale afstemming. Het Nederlandse beleid is
beschreven, maar aan de concepten voor het internationale deel wordt nog volop gewerkt. Het is prima als de
provincie Gelderland de contacten met Nordrhein Westfalen aan haalt in de Arbeitsgruppe Hoch Wasser, maar
dat is wat anders dan dat het beleid ook internationaal goed afgestemd wordt. De burgers in het gebied de
Liemers worden met de grensoverschrijdende dijkring door de lagere Duitse normen namelijk wel nat, zelfs als we
Nederland op orde hebben. De taakgroep vindt dit een punt van bestuurlijke aandacht om mee te nemen bij de
bespreking in de VNG commissie Water.
De vraag is of er een standaard calamiteitenplan beschikbaar is. Als je als gemeente je burgers goed geïnformeerd
hebt over de risico’s en een goed calamiteitenplan hebt, dan loop je als gemeente minder risico. Voor binnendijks
gebied is de Veiligheidsregio hiervoor aanspreekpunt. Voor buitendijks gebied is die situatie wellicht anders. Zijn
daar ook formats voor beschikbaar? In ieder geval de handreiking risicocommunicatie buitendijks van het DP
Nieuwbouw en Herstructurering.
De kaarten zijn een analyse van feiten en laat een bewoner zien of hij in een gevaarlijk gebied zit. Als de dijk het
begeeft, zijn dit de gevolgen. Bestuurders zijn inmiddels wel op de hoogte van de risico’s. Het Deltaprogramma
moet een antwoord gaan geven op die risico’s.
6. Deltaprogramma
Normering
De heer Gijzel start het onderwerp Deltaprogramma met een toelichting op de normering / Deltaprogramma
Veiligheid. Risico wordt beschreven als kans * gevolg. Het gaat bij gevolg om de slachtoffers, de economische
schade en de vitale functies. Op dit moment gaat het om de kans waar er ergens water over de dijk heen gaat. De
normering is straks gebaseerd op de kans dat de dijk het begeeft en wat dan de gevolgen zijn. Die twee normen
zijn onvergelijkbaar.
Er zijn in de loop van het proces spanningen ontstaan tussen het generieke (Veiligheid) en de regionale
programma’s. De Deltacommissaris heeft een uitvraag aan de regio’s gedaan, welke normering voor het
betreffende gebied het meest geschikt is. Daarnaast ging het rekenwerk op nationaal niveau ook door. Dat geeft
nu discussie tussen Rijk en regio over uitgangspunten en gevolgen. Via regionale (ambtelijke) bijeenkomsten komt
dit steeds dichter bij elkaar. Begin juni moet er een definitief advies liggen.
3
Stuurgroep Delta Rijn
Mevrouw van Zandbrink geeft een terugkoppeling van de vergadering van de Stuurgroep Delta Rijn (SDR). We
werken toe naar de Deltabeslissingen, ook die over waterveiligheid. De SDR is in ieder geval akkoord met de
bestuurlijke redeneerlijn. Dit gaat uit van basisveiligheid voor iedereen. Communicatie op dit onderwerp is
belangrijk en daar wordt hard aan gewerkt. Vooral waar het om gaat en wat de betekenis is van het wijzigen van
de normen.
De eerst periode van consultatie is net afgerond. Een tweede ronde is voorzien van 18 april tot 26 mei. Als een
gemeente hier iets mee wil, kan dit traject op ambtelijk niveau al in gang gezet worden. Maar dan vooral bij de
gemeenten waar dit nodig is. Bijvoorbeeld als de wijzigingen op het eerste concept groot zijn. Maar wellicht ook
na aanpassing van de normering of de afstemming met andere deelprogramma’s.
Verder is er gesproken over de gevolgen van ruimtelijke reserveringen. Dit wordt abstract vastgelegd, maar
ruimtelijke borging heeft consequenties voor gemeenten. Nadeelcompensatie is nog niet geregeld.
Tenslotte is ook gesproken over hoe verder na deze fase van het Deltaprogramma. Er is de afgelopen jaren hard
gewerkt. Het gevoel is dat we nog niet klaar zijn. Over de ‘governance’ van een vervolg wordt momenteel hard
nagedacht.
Voorkeursstrategieën
De gemeenten Oldebroek, Deventer, Voorst en Zevenaar en de waterschappen hebben een schriftelijke reactie
gestuurd aan het Deltaprogramma. De voorkeursstrategie gaat nu op naar de 100% versie en een samenvatting
wordt opgenomen in het DP2015.
Bronckhorst: zijn in Deventer geweest, een aantal fracties was vertegenwoordigd. Het was een verhelderend
verhaal en het is goed geland. Daar is de gemeentelijke reactie gegeven, er is geen schriftelijke reactie gestuurd.
Wel is het zoeken naar de vervolgstap en is het onduidelijk welke informatie openbaar is. Ook is de vraag hoe diep
er in de volgende ronde ingegaan moet worden op de voorgestelde plannen. Er zijn veel vragen uit het gebied.
Duiven/Liemers: gemeenten trekken gezamenlijk op, er speelt meer dan de IJssel, vooral het voorstel Rijnstrangen
is van belang.
Westervoort: er is een positieve reactie afgegeven, maar niet officieel gereageerd. Eerst waren er weinig
raadsleden geïnteresseerd, zijn er nu meer. Maar de stap naar de burgers is een lastige. Wie brengt welke
informatie naar buiten? Dat ligt meer in de lijn van het Deltaprogramma dan van de gemeente.
Rheden: invloed is klein, het gaat om het buitengebied en plannen die ver weg liggen. De mensen die het aan gaat
weten dit al lang. Communicatie over het Deltaprogramma is dan ook maatwerk. Wel betrokken bij het
Klimaatpark
Zevenaar: bij 60% versie is uitgebreide reactie gegeven, die punten zijn verwerkt en is tevredenheid over
Kampen: meer betrokken bij IJsselmeergebied
Vallei en Veluwe: aandacht voor dijken
Rijn-IJssel: er is aandacht gevraagd voor de uitvoeringstoets en het punt afstemming met Duitsland is voor het
waterschap erg belangrijk
Het Deltaprogramma is een beleidsplan van ons allemaal. Met een beleidsplan gaat een overheid niet altijd naar
buiten. Waar goed over gecommuniceerd kan worden zijn de maatregelen en de contouren. Er gaan wellicht
ruimtelijke reserveringen komen, dan is de vraag wat er wel en niet kan in het gebied.
In Rijnstrangen trekken de belangenorganisaties aan de bel, zij willen vastleggen wat er de komende tijd mogelijk
is in het gebied. Als gemeente heb je een eigen verantwoordelijkheid om goed te vertellen wat de gevolgen zijn.
Ga met elkaar om tafel zitten en bekijk wat de kansen zijn die er liggen.
De provincie heeft de regie op de communicatie en kan, ook in de tweede consultatieperiode, gevraagd worden
om een toelichting te geven. Het is belangrijk dat het basisverhaal er in Jip en Janneke taal komt.
De provincie heeft het afgelopen jaar haar best gedaan om gemeenten te betrekken bij het Deltaprogramma;
diverse werkbijeenkomsten, informatiebijeenkomsten en een vaartocht. Iedereen die wil kan betrokken zijn. Dit
was veelal gericht op de bestuurders en raadsleden. Nu moet er goede basisinformatie voor inwoners komen. De
communicatie naar gemeenten toe in de volgende fase moet maatwerk zijn, afhankelijk van de behoefte van de
betreffende gemeente en afhankelijk van de impact van de voorgestelde maatregelen.
4
De heer Sinnema is student planologie in Nijmegen en nu stagiair bij de provincie Gelderland. Hij onderzoekt de
ruimtelijke kwaliteit van het Rivierengebied en hoe dit procesmatig geborgd kan worden. Bij de Waal is er een
platform (Waalweelde), bij de IJssel en Nederrijn-Lek niet. De vraag is nu met het Deltaprogramma, hoe gaan we
verder met de IJssel. Houden we de IJssel zoals het is, hebben we daar een platform voor nodig? Ruimtelijke
kwaliteit is een trigger om te kijken hoe verder te gaan met het Deltaprogramma. Bestuurders zullen benaderd
worden mee te werken aan dit onderzoek. Klimaatpark IJsselpoort is een mooie eerste aanzet voor een mogelijke
structuur.
7. Lokale en regionale ontwikkelingen
Zevenaar: voor de Giese Pan, een buitendijks gebied, is het bestemmingsplan onherroepelijk verklaard. De situatie
is hiermee gelegaliseerd. Bij een camping langs het Rhederlaag wordt nu gewerkt aan handhaving, maar dat is
vanwege de eigendomssituatie erg lastig.
Hattem / Apeldoorns Kanaal: de eerste panden van het kanaal gaan opgeknapt worden, baggerwerkzaamheden,
de aanbesteding is bijna afgerond. Het Apeldoorns Kanaal zou dan tot aan Wapenveld weer bevaarbaar moeten
zijn. Van de provincie is budget beschikbaar om de bruggen beweegbaar te maken.
Kampen: de bestemmingsplanprocedure voor de bypass is voor twee fasen ingezet. Voor fase 2 staat er nu een
passage in, waarin onduidelijkheid gelezen kan worden over de beschikbaarheid van Rijksmiddelen.
Daarnaast wordt gekeken naar Kampereiland en hoe daar met Waterveiligheid om te gaan. Plan is om er een dijk
doorheen te leggen, maar dat is lastig uit te leggen.
Rijkswaterstaat: het programma Stroomlijn neemt op korte termijn contact op met gemeenten om de vervolgfase
te bespreken. Eerst op ambtelijk niveau, maar wethouders zijn van harte uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn.
Aandacht wordt gevraagd voor de gesprekken door gemeente met eigenaren die gaande zijn in het Klimaatpark.
Dit moet zo goed mogelijk afgestemd worden.
8. Rondvraag en datum volgende vergadering
Hartelijk dank aan de gemeente Rheden voor de gastvrijheid voor deze vergadering.
De volgende vergadering van de taakgroep IJssel vindt plaats op donderdag 12 juni.
5