hier - VBR

Werkgroep crisis Belgische binnenvaart – conclusies vergadering 24/03//2014
Aanwezig: Terence Burgers (voorzitter), Herman Verschueren, Koen Van den Borre, Peter
Claeyssens, Jan De Spiegeleer, Els ’t Kindt, Hilde Bollen, Edwin Verberght, Jean Willems, Jo Van
Duynslaeger, Christian Herbosch, Marc De Decker, Christiaan Van Lancker, Frédéric Swiderski,
Alain De Vos, Marc Delaude
Verontschuldigd: Ilse Hoet, Walter Van Peeterssen, Gaston Pius, Gisèle Maes, Kris Verschraegen,
Sabrina Kegels, Pascal Roland
1. Opmerkingen conclusies bijzondere vergadering 2702/2014 en gewone vergadering
31/01/2014.
Geen inhoudelijke bemerkingen op de verslagen. Jean Willems was ook aanwezig op de
vergadering van 31/01.
2. Bespreking punten Protocol-akkoord
2.1.
Aanmeldingsdossier crisis EC
! Op 17 februari 2014 heeft de Staatssecretaris een brief gestuurd aan de Heer Kallas met het
doel een formele reactie te ontvangen van de Europese Commissie op het Belgische
aanmeldingsdossier (zie kopie als bijlage).
! De CCR heeft ook aangekondigd dat ze door de Europese commissie verzocht is een workshop
te organiseren in aanwezigheid van de binnenvaartsector met betrekking tot de marktobservatie
ten einde een nieuwe aanbesteding voor te bereiden. De precieze datum is nog niet bekend.
2.2.
Wetgeving kostendekking
De voorzitter geeft de stand van zaken van de procedure tot goedkeuring van het wetsontwerp dat
het koninklijk besluit met betrekking tot ongeoorloofd lage prijzen dient te vervangen:
! De Raad van State heeft op 10 februari advies uitgebracht. De enige opmerking betrof
de strafmaatregelen. Het opleggen aan de rechter van een verdubbeling van de
strafmaat in geval van herhaling van een inbreuk vond de Raad van State
onaanvaardbaar. Dit is aangepast in het wetsontwerp.
! De Vlaamse regering heeft op 21 februari een gunstig advies verleend. Van Wallonië en
Brussel werden geen bemerkingen ontvangen en werd de betrokkenheidsprocedure
afgesloten.
! Op 18 maart is het ontwerp besproken op een inter kabinetten werkgroep (IKW). Er zijn
een aantal verduidelijkingen gegeven, o.a. wat het sociaal overleg met betrekking tot
uitzendarbeid heeft opgeleverd. Wat artikel 6 betreft is verduidelijkt dat met bemiddeling
zeker niet arbitrage wordt bedoeld. In artikel 5, §2 waren er problemen met betrekking tot
de aansprakelijkheid. Als compromis is daar het woord “hoofdelijk” geschrapt.
! Het ontwerp zal op 28 maart aan de ministerraad worden voorgelegd in 2e lezing. Na
goedkeuring kan het dan in de Kamer worden ingediend. De timing voor behandeling
wordt wel nipt.
(Ter info: kopie van het gesplitste wetsontwerp dat in de Kamer zal worden ingediend als bijlage).
2.3.
Samenwerking met bevrachters en verladers
! De discussie met betrekking tot de samenwerking rond de enquête van de FOD Economie is
niet goed verlopen. Het VBO leek wel bereid te zijn om mee te werken, maar van de
bevrachters is er geen formeel engagement gekomen. De vraag is hoe het nu verder moet. Het
lijkt best om een conceptnota uit te werken omtrent wie moet deelnemen, welke vragen, welk
doel, enz. Dit kan best samen met de FOD Economie gebeuren, maar vervolgens
gepresenteerd worden in een gezamenlijke groep VBO, BFTBF, FBB.
! De sector wenst ook nog te spreken over de deontologische code. De voorzitter deelt mee dat
het VBO en de BFTBF slechts bereid zijn hierover te spreken indien men de piste van het
wettelijk verbod op ongeoorloofd lage prijzen verlaat. De sector stelt dat de code toch niet enkel
gaat over prijzen en dat de wet trouwens geen prijzen oplegt doch enkel de dumping verbiedt.
Men wenst bijvoorbeeld ook te spreken over de EBIS regeling voor de tankvaart. De sector is in
ieder geval bereid tot een gesprek als ten minste ook het VBO daartoe bereid is.
2.4.
Onderzoek concurrentiepositie Belgische vloot
! Er is een model bestek uitgewerkt met behulp van de diensten van de FOD Mobiliteit en
Vervoer. Het ITB heeft daar nog bijkomende vragen over gesteld en er zullen nog aanpassingen
gebeuren. Doel is het bestek goed te keuren op de raad van bestuur van april. Vervolgens kan
dan publicatie gebeuren, enkel via de Belgische kanalen wat echter niet belet dat buitenlandse
onderzoeksbureaus een offerte indienen.
! De stuurgroep van deze studie zal worden gevormd door de Raad van bestuur van het ITB. De
werkgroep crisis kan dienen als klankbordgroep en er zullen tussentijdse rapporteringen aan
deze groep worden gepresenteerd.
2.5.
Technische voorschriften
! Er wordt een stand van zaken gegeven van de bespreking van de opschorting van de
vervaltermijnen van de overgangsbepalingen bij de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. Er is
een poging gedaan door de NL delegatie, daarin gesteund door B en F om al een beslissing te
treffen over de duur van de opschorting (5 jaar) en de lijst van bepalingen. Voor de duur was
enkel D niet bereid al een stelling in te nemen. D wenst niet af te wijken van de in december
2013 afgesproken procedure, nl. om het Comité Reglement van Onderzoek op te dragen een
voorstel van besluit uit te werken. Dit comité vergadert in week 15.
! De sector stelt dat de problematiek van de technische voorschriften niet beperkt is tot de
overgangsbepalingen. Er zijn ook verschillen in de interpretatie en de toepassing van de
voorschriften in de verschillende landen waardoor ondernemers gaan shoppen. Zo is in NL de
geldigheidstermijn van een certificaat 7 jaar, tegen 5 in België. Ook wordt in NL blijkbaar minder
streng geoordeeld. In België wordt nog steeds een klasseringsbewijs gevraagd. Is dit nog
noodzakelijk. Zeker het tussentijds nat onderzoek lijkt een overbodige last. Door de strengere
normen in België gaan de scheepseigenaars naar het buitenland voor hun certificaat. Dit heeft
ook gevolgen voor de scheepswerven, die hun activiteiten zien afnemen. Ook is er het probleem
van de kleine schepen. Strenge normen maken het economisch onmogelijk om die kleine
schepen nog rendabel te exploiteren. Al deze problemen dienen te worden aangepakt, ook op
het internationale niveau.
2.6.
Sociale aspecten
! Er is geen vooruitgang te melden in deze dossiers. Voor de bevoegde minister dienen deze
punten in het paritair comité te worden aangepakt, maar bespreking stoot daar op verzet van de
vakbonden. Ook in de behandeling van de loonkost in de schoot van het Fonds voor de Rijn- en
Binnenvaart komt geen schot.
! Op internationaal vlak valt er evenmin een initiatief te verwachten om een harmonisering op
fiscaal en sociaal vlak te realiseren.
2.7.
Regionalisering bevoegdheden
! De sector vraagt of er een inventaris bestaat van de concrete bevoegdheden die zullen
overgeheveld worden naar de gewesten en of ze betrokken gaan worden bij de uitvoering van
de regionalisering.
! De voorzitter antwoordt dat de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde
Staatshervorming tot stand is gekomen en in werking treedt op 1 juli 2014. De administraties zijn
nu bezig om de uitvoering van deze wet voor te bereiden. Er is daarbij niet voorzien in extra
consultaties van de betrokken sectoren en het is momenteel ook niet mogelijk om al een
inventaris te geven van de concrete takenpakketten die zullen overgaan en de wijze waarop die
bevoegdheden in de toekomst zullen worden uitgevoerd.
3. Varia
Een volgende vergadering wordt gepland voor 23 april 2014, om 14u30 in zaal 3A14 van de FOD
Mobiliteit en Vervoer, City Atrium, Vooruitgangstraat 56, 1210 Brussel.