Statuten Stichting GroenWest

AFSCHRIFT:
van de akte van statutenwijziging van
Stichting GroenWest
gevestigd te Woerden
Akte d.d. 7 november 2014
HVG
HVG
2014S996974NA
60706777/31506632
AKTE VAN STATUTENWIJZIGING
van: Stichting Groen West
Heden, zeven november tweeduizend veertien, verscheen voor mij, mr Jan Willem
Stouthart, notaris te s-Gravenhage:
mevrouw Monique Waanders, geboren te ‘s-Gravenhage op tien december
negentienhonderd negenenzestig, woonplaats kiezend ten kantore van mij, notaris
( kantooradres: Wassenaarseweg 80, 2596 CZ ‘s-Gravenhage)
INLEIDING
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde dat:
het bestuur van de statutah te Woerden gevestigde stichting: Stichting GroenWest,
kantoorhoudende te 3446 AA Woerden, Oslolaan 2, ingeschreven in het
handelsregister van de Kamers van Koophandel onder dossiernummer 30039900,
hierna te noemen: de “stichting” op zeventien september tweeduizend veertien, met
inachtneming van de statutaire en wettelijke voorschriften heeft besloten om de
statuten van de stichting gedeeltelijk te wijzigen, alsmede om de verschenen persoon
te machtigen deze akte te doen passeren, van welke besluiten blijkt uit de notulen van
de betreffende bestuursvergadering, waarvan een exemplaar aan deze akte zal
worden gehecht ( Bijlage);
de raad van commissarissen van de stichting op dertig september tweeduizend
veertien het voormelde besluit van het bestuur van de stichting heeft goedgekeurd,
van welk besluit blijkt uit notulen van de betreffende vergadering, waarvan een
uittreksel aan deze akte zal worden gehecht (Bijlage);
de ministeriële instemming als bedoeld in artikel 9 van het Besluit beheer sociale
huursector is verleend op vijf november tweeduizend veertien, met kenmerk
2014-0000572 162, hetgeen blijkt uit het schrijven van het Ministerie voor Wonen en
Rijksdienst, waarvan een kopie aan deze akte zal worden gehecht (Bijlage);
de statuten van de stichting laatstelijk zijn vastgesteld bij akte van fusie en
statutenwijziging op negenentwintig juni tweeduizend twaalf destijds verleden voor
mr. G.H.A. Warning, notaris te Woerden.
Ter uitvoering van gemeld besluit tot statutenwijziging verklaart de verschenen persoon,
handelend als vermeld, dat met ingang van heden artikel 15 van de statuten van de
stichting luidt als volgt, voor het overige blijven de statuten ongewijzigd van kracht:
-
-
-
--
-
-
--
-
Aftreden leden Raad van Commissarissen
Artikel 15
1. De leden van de Raad van Commissarissen kunnen maximaal twee maal voor een
periode van vier jaar zitting hebben in de Raad van Commissarissen.
2. Voor een herbenoeming tot lid van de Raad van Commissarissen gelden dezelfde
regels als voor een benoeming.
3. De Raad van Commissarissen stelt een rooster van aftreden vast om zoveel mogelijk
te voorkomen dat veel leden van de Raad van Commissarissen tegelijk aftreden.
WAARVAN AKTE is verleden te ~s-Gravenhage op de datum in het hoofd van deze akte
vermeld.
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. De zakelijke inhoud van de akte is aan de
verschenen persoon opgegeven en toegelicht. De verschenen persoon heeft verklaard op
volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen, tijdig voor het verlijden van de
inhoud van de akte te hebben kennis genomen en met de inhoud in te stemmen.
De akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de
verschenen persoon en vervolgens door mij, notaris.
-
--
(Volgt ondertekening)
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT:
4b4119
G
1
Volledige en doorlorende tekst
van de statuten van
Stichting GroenWest
gevestigd te Woerden
mr Jan Willem Stouthart, notaris te ‘s-Gravenhage,
verklaart bij deze dat de statuten van
Stichting GroenWest
luiden overeenkomstig de aangehechte tekst.
De statuten zijn laatstelijk gewijzigd bij akte, verleden voor
mr J.W. Stouthart, notaris te ‘s-Gravenhage,
op 7 november 2014
Getekend te ‘s-Gravenhage op 7 november 2014
HVG
-1-
DOORLOPENDE TEKST
NAAM EN ZETEL EN GESCHIEDENIS
Artikel 1
1.
De stichting is genaamd: Stichting GroenWest.
2.
De stichting is gevestigd in de gemeente Woerden.
3.
De stichting is voortgekomen uit een Juridische fusie van Stichting GroenWest te
Woerden en Stichting Huisvesting “De Driesprong”, waarbij Stichting Groen West als
Verkrijgende stichting is opgetreden.
DOEL
Artikel 2
De stichting heeft als doel uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van de
volkshuisvesting, een en ander met inachtneming van hetgeen in het Besluit beheer
sociale-huursector ( BBSH) is neergelegd.
WERKGEBIED
Artikel 3
De stichting is uitsluitend werkzaam in de gemeenten: Alphen aan den Rijn, Amersfoort,
Baarn, Barneveld, Bergambacht, De Bilt, Bodegraven, Boskoop, Bunnik, Bunschoten, Ede,
Eemnes, Gouda, Houten, lJsselstein, Kaag en Braassem, Leusden, Lopik, Montfoort,
Nederlek, Nieuwegein, Nieuwkoop, Nijkerk, Ouderkerk, Oudewater, Reeuwijk, Renswoude,
Rhenen, Rijnwoude, De Ronde Venen, Scherpenzeel, Schoonhoven, Soest, Stichtse Vecht,
Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Vlist, Waddinxveen, Wageningen, Wijk
bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, Zeist en Zuidplas.
BESTUUR
Samenstelling, benoeming, schorsing en ontslag
Artikel 4
1.
De stichting wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit één of meer
directeuren.
2.
De Raad van Commissarissen stelt het aantal leden van het bestuur vast.
3.
Indien het bestuur uit meer directeuren bestaat, kan de Raad van Commissarissen
één van de leden van het bestuur de titel van voorzitter van het bestuur verlenen.
4.
De verhouding tussen het bestuur en de Raad van Commissarissen wordt nader
uitgewerkt en vastgelegd in een bestuursreglement. Dit reglement behoeft de
goedkeuring van de Raad van Commissarissen.
5.
Indien het bestuur uit meer directeuren bestaat, wordt hun onderlinge
taakverdeling, de wijze van besluitvorming en hun werkwijze, vastgelegd in het in lid
4 genoemde bestuursreglement.
6.
De Raad van Commissarissen benoemt de leden van het bestuur. De Raad van
Commissarissen dient ervoor te zorgen dat zo spoedig mogelijk in vacatures wordt
voorzien.
7.
De Raad van Commissarissen kan een lid van het bestuur schorsen. De Raad van
-2-
Commissarissen kan een lid van het bestuur ontslaan.
8.
Voor een besluit als bedoeld in het vorige lid is een meerderheid van twee/derde van
de geldig uitgebrachte stemmen vereist in een vergadering waarin alle leden van de
Raad van Commissarissen aanwezig zijn. Verkeert één lid van de Raad van
Commissarissen in de onmogelijkheid aan deze vergadering deel te nemen, dan kan
niettemin een geldig besluit worden genomen door de aanwezige leden van de Raad
van Commissarissen, mits de reden van het niet aanwezig zijn van het
desbetreffende lid in het besluit wordt genoemd.
9.
Een besluit tot schorsing en/of ontslag wordt niet genomen dan nadat het lid van het
bestuur over wiens schorsing en/of ontslag wordt besloten vooraf de gelegenheid is
geboden om te worden gehoord.
10. Een geschorst lid van het bestuur is niet bevoegd de in deze statuten en daarop
gebaseerde reglementen aan hem toegekende bevoegdheden uit te oefenen.
11. De schorsing vervalt van rechtswege indien de Raad van Commissarissen niet binnen
drie maanden na aanvang van de schorsing overgaat tot ontslag.
Salaris en overige arbeidsvoorwaarden
Artikel 5
De Raad van Commissarissen stelt het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden van de
leden van het bestuur vast.
Ontstentenis en belet leden van bestuur
Artikel 6
1.
Bij ontstentenis of belet van één of meer leden van het bestuur behoudt het bestuur
zijn bevoegdheden.
2.
Bij ontstentenis of belet van alle leden van het bestuur wordt het bestuur
waargenomen door een door de Raad van Commissarissen aan te wijzen persoon.
De Raad van Commissarissen is ook bevoegd één of meer personen, bij voorkeur
niet uit zijn midden, daartoe aan te wijzen.
Onverenigbaarheden bestuur
Artikel 7
Lid van het bestuur kan niet zijn een persoon:
a.
die lid is van het College van Burgemeester en Wethouders of de gemeenteraad van
één van de in artikel 3 genoemde gemeenten;
b.
die deel uitmaakt van de Raad van Commissarissen of in de vijf jaar voorafgaand aan
de benoeming deel heeft uitgemaakt van de Raad van Commissarissen van de
stichting of haar rechtsvoorgangers;
c.
die lid is van het bestuur van een huurdersorganisatie waarmee de stichting een
samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten;
d.
die deel uitmaakt van het College van Gedeputeerde Staten van de provincies waarin
één van de in artikel 3 genoemde gemeenten ligt;
e.
die deel uitmaakt van een orgaan van een organisatie die zich ten doel heeft gesteld
de belangen van gemeenten of provincies te behartigen;
f.
die op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek werkzaam is voor of functioneel betrokken is bij
-3-
g.
h.
een bedrijf of organisatie, waarvan de belangen strijdig zouden kunnen zijn met die
van de stichting;
die op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek werkzaam is voor een beheerorganisatie waaraan
de stichting haar werkzaamheden ( deels) heeft uitbesteed;
die bloed-of aanverwant is in de eerste of tweede graad, gehuwd is met,
geregistreerd partner is van of een duurzame gemeenschappelijke huishouding
voert met:
leden van het bestuur en/of;
leden van de Raad van Commissarissen en/of
personen die een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek hebben met de stichting;
die deel uitmaakt van de Raad van Commissarissen / Toezicht van een
-
-
-
i.
woningcorporatie werkzaam in één van de gemeenten zoals genoemd in het
reglement als bedoeld in artikel 18 lid 1;
j.
die in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming een belangrijke zakelijke relatie
met de stichting of haar rechtsvoorgangers of een aan de stichting of haar
rechtsvoorgangers gelieerde rechtspersoon heeft of in de vijf jaar voorafgaand aan
de benoeming heeft gehad.
Overeenkomsten tot verkrijging c.a.
Artikel 8
Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging,
vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van
overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt,
zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een
ander verbindt, een en ander met inachtneming van hetgeen in artikel 9 lid 1 sub f is
bepaald.
Goedkeuring voor bepaalde besluiten c.q. rechtshandelingen
Artikel 9
1.
Aan de goedkeuring van de Raad van Commissarissen zijn onderworpen de besluiten
van het bestuur omtrent:
a. de vaststelling of wijziging van de begroting, het volkshuisvestingsverslag, de
jaarrekening, het jaarverslag en het overzicht met cijfermatige kerngegevens en
prog noses;
b. de vaststelling en wijziging van de voor enig jaar of reeks van jaren opgestelde
strategische beleidsplannen;
c. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de stichting met een
andere rechtspersoon of vennootschap, indien deze samenwerking of verbreking
van ingrijpende betekenis is;
d. wijziging van de statuten;
e. ontbinding van de stichting;
f. het aangaan van overeenkomsten als bedoeld in artikel 8;
g. aangifte van faillissement en aanvraag van surseance van betaling;
-4-
h. de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers
tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek;
i. een ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk
aantal werknemers;
j. de uitgifte van schuldbrieven ten laste van de stichting;
k. het beleggings-en treasurybeleid;
1. de vaststelling van ondernemingsplannen;
m. het aangaan van geldleningen boven een limiet die jaarlijks door de Raad van
Commissarissen is vastgesteld in een reglement of besluit;
n. het wijzigen of opheffen van het bestuursreglement als bedoeld in artikel 4 lid 4;
o. het doen van uitgaven of het aangaan van verplichtingen boven een door de
Raad van Commissarissen te bepalen waarde voorzover de Raad van
Commissarissen aan deze niet eerder goedkeuring heeft gegeven;
p. het over de onder a. tot en met o. bedoelde aangelegenheden uit te oefenen
stemrecht door het bestuur in deelnemingen waarvan de stichting of haar
deelneming( en) bestuurder is (zijn) en het uitoefenen van stemrecht op de
door de stichting direct dan wel indirect gehouden aandelen in deelnemingen
waarin de stichting overwegende zeggenschap uitoefent;
q. de volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstellingen van de stichting;
r. de operationele en financiële doelstellingen van de stichting;
s. de strategie die moet leiden tot het realiseren van de doelstellingen;
t. de randvoorwaarden die bij de strategie worden gehanteerd;
u. de wijze waarop de principes van horizontale verantwoording ten opzichte van de
belanghebbenden worden vormgegeven;
v. de opdracht tot het uitvoeren van een visitatie en de wijze waarop deze opdracht
moet worden uitgevoerd en de wijze waarop verslag wordt gedaan van de
visitatie
w. vaststelling van een toetsingskader voor verbindingen of investeringen.
2.
Het ontbreken van de goedkeuring van de Raad van Commissarissen op een besluit
als bedoeld in lid 1, tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of
leden van het bestuur niet aan.
Vertegenwoordiging
Artikel 10
1,
Onverminderd het in lid 2 van dit artikel bepaalde wordt de stichting
vertegenwoordigd door:
a. het bestuur;
b. elk lid van het bestuur afzonderlijk.
2.
In alle gevallen waarin de stichting naar het oordeel van de Raad van
Commissarissen een tegenstrijdig belang heeft met een of meer leden van het
bestuur, wordt de stichting vertegenwoordigd door de Raad van Commissarissen.
RAAD VAN COMMISSARISSEN
Samenstelling en vergoeding
Artikel 11
-5-
1.
2.
De stichting heeft een Raad van Commissarissen.
De Raad van Commissarissen bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste zeven
personen. Het aantal leden van de Raad van Commissarissen wordt door de Raad
van Commissarissen vastgesteld. In geval van vacatures neemt de Raad onverwijld
maatregelen zijn ledental aan te vullen.
3.
De Raad kan aan zijn leden een vergoeding toekennen.
Benoeming
Artikel 12
1.
De leden van de Raad van Commissarissen worden door de Raad benoemd.
De benoeming vindt plaats op basis van een door de Raad van Commissarissen
opgestelde profielschets. Criteria daarvoor worden vastgelegd in het reglement
Raad van Commissarissen als bedoeld in artikel 18 lid 1. Bij de samenstelling van de
Raad van Commissarissen wordt rekening gehouden met algemene bestuurlijke
kwaliteiten en ervaring en met een spreiding van deskundigheden en achtergronden.
De Raad van Commissarissen stelt daartoe, na overleg met het bestuur, een
profielschets vast.
2.
Voor de benoeming van twee leden van de Raad van Commissarissen wordt /
worden de huurders of de in het belang van de huurders werkzame organisatie( 5)
die door de stichting is (zijn) erkend in de gelegenheid gesteld om een bindende
voordracht uit hun kring te doen, waarbij tevens overleg wordt gevoerd over de te
volgen procedure.
De wijze waarop dat gebeurt, wordt vastgelegd in het reglement Raad van
Commissarissen als bedoeld in artikel 18 lid 1, dat wordt opgesteld en gewijzigd
door de Raad van Commissarissen.
3.
Voor de benoeming van de overige leden van de Raad van Commissarissen kan het
bestuur aan de Raad van Commissarissen personen aanbevelen.
Onverenigbaarheden leden Raad van Commissarissen
Artikel 13
Lid van de Raad van Commissarissen kan niet zijn:
a.
een persoon die een arbeidsovereenkomst heeft met de stichting als bedoeld in
artikel 610, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
b.
een persoon die deel uitmaakt van het bestuur van de stichting;
c.
een persoon die lid is van het College van Burgemeester en Wethouders of de
gemeenteraad van één van de in artikel 3 genoemde gemeenten;
d.
een persoon die lid is van het bestuur van een huurdersorganisatie waarmee de
stichting een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten;
e.
een persoon die deel uitmaakt van het College van Gedeputeerde Staten van de
provincies waarin één van de in artikel 3 genoemde gemeenten ligt;
f.
een persoon die deel uitmaakt van een orgaan van een organisatie die zich ten doel
heeft gesteld de belangen van gemeenten of provincies te behartigen;
g.
een persoon die bloed-of aanverwant is in de eerste of tweede graad, gehuwd is
met, geregistreerd partner is van of een duurzame gemeenschappelijke huishouding
voert met:
-6-
•
o
o
h.
leden van het bestuur en/of
leden van de Raad van Commissarissen en/of
personen die een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek hebben met de stichting;
een persoon die lid is van het management, het bestuur of de Raad van
Commissarissen / Toezicht van een woningcorporatie werkzaam in één van de
gemeenten zoals genoemd in het reglement als bedoeld in artikel 18 lid 1;
een persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610,
j.
k,
m.
n.
eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek werkzaam is voor of functioneel
betrokken is bij een bedrijf of Organisatie, waarvan de belangen strijdig zouden
kunnen zijn met die van de stichting;
een persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610,
eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek werkzaam is voor een
beheerorganisatie waaraan de stichting haar werkzaamheden (deels) heeft
uitbesteed;
een persoon die in de vijf jaar voorafgaande aan de benoeming op basis van een
arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van Boek 7 van het
Burgerlijk Wetboek werkzaam of lid van het bestuur van de stichting of haar
rechtsvoorgangers (inclusief gelieerde rechtspersonen) is geweest;
een persoon die een persoonlijke financiële vergoeding van de stichting of van een
aan haar gelieerde rechtspersoon ontvangt, anders dan de vergoeding die voor de
als lid van de Raad van Commissarissen verrichte werkzaamheden wordt ontvangen
en voor zover zij niet past in de normale uitoefening van bedrijf;
een persoon die bestuurslid is van een vennootschap dan wel rechtspersoon waarin
een lid van het bestuur van de stichting lid van de Raad van Commissarissen is;
een persoon die in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming een belangrijke
o.
zakelijke relatie met de stichting of haar rechtsvoorgangers of een aan de stichting
of haar rechtsvoorgangers gelieerde rechtspersoon heeft of in de vijf jaar
voorafgaand aan de benoeming heeft gehad. Daaronder wordt in ieder geval
begrepen het geval dat de commissaris, of een kantoor waarvan hij aandeelhouder,
vennoot, medewerker of adviseur is, is opgetreden als adviseur van de stichting of
haar rechtsvoorgangers en het geval dat de commissaris bestuurder of medewerker
is van een bankinstelling waarmee de stichting of haar rechtsvoorgangers een
duurzame en significante relatie onderhoudt;
een persoon die lid is van Provinciale Staten van een provincie waar de stichting
p.
feitelijk werkzaam is dan wel in dienst is van een zodanige provincie en feitelijk
betrokken bij ~
werkzaam is bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, of bij het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, het Waarborgfonds
Sociale
Woningbouw
of
voor
de
volkshuisvesting
relevante
belangenbehartigingsorgani5a~i~5
en
feitelijk
betrokken
is
bij
volkshuisvestingsaangelegenhed~~;
-7-
q.
een persoon die aandelen houdt, of bestuurder of commissaris van een
rechtspersoon is die aandelen houdt, in een aan de stichting gelieerde
vennootschap, of vennoot is dan wel bestuurder of commissaris is van een vennoot
in een contractuele vennootschap waarin ook de stichting vennoot is;
r.
een persoon die gedurende de voorgaande twaalf maanden tijdelijk heeft voorzien in
het bestuur bij belet en ontstentenis van bestuurders.
Schorsing en ontslag leden Raad van Commissarissen
Artikel 14
1.
De Raad van Commissarissen kan een lid van de Raad van Commissarissen schorsen
en/of ontslaan wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige
redenen of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan
zijn handhaving als lid van de Raad van Commissarissen redelijkerwijs niet van de
stichting kan worden verlangd.
2.
Een besluit tot schorsing en/of ontslag kan slechts worden genomen in een daartoe
bijeengeroepen vergadering van de Raad van Commissarissen.
3.
Voor een besluit als bedoeld in het vorige lid is een meerderheid van twee / derde
van de geldig uitgebrachte stemmen vereist in een vergadering waarin alle leden van
de Raad van Commissarissen aanwezig zijn ( betrokkene niet meegerekend).
Verkeert één lid van de Raad in de onmogelijkheid aan deze vergadering deel te
nemen, dan kan niettemin een geldig besluit worden genomen door de aanwezige
leden van de Raad, mits de reden van het niet aanwezig zijn van het desbetreffende
lid in het besluit wordt genoemd.
4.
Een besluit tot schorsing en/of ontslag wordt niet eerder genomen dan nadat het lid
van de Raad van Commissarissen over wiens schorsing en/of ontslag wordt besloten
vooraf de gelegenheid is geboden om te worden gehoord.
5.
De schorsing vervalt van rechtswege indien de Raad niet binnen drie maanden na
aanvang van de schorsing overgaat tot ontslag op één van de gronden zoals
genoemd in lid 1.
6.
Een geschorst lid van de Raad van Commissarissen is niet bevoegd de in deze
statuten en daarop gebaseerde reglementen aan hem toegekende bevoegdheden uit
te oefenen.
Aftreden leden Raad van Commissarissen
Artikel 15
1.
De leden van de Raad van Commissarissen kunnen maximaal twee maal voor een
periode van vier jaar zitting hebben in de Raad van Commissarissen.
2.
Voor een herbenoeming tot lid van de Raad van Commissarissen gelden dezelfde
regels als voor een benoeming.
3.
De Raad van Commissarissen stelt een rooster van aftreden vast om zoveel mogelijk
te voorkomen dat veel leden van de Raad van Commissarissen tegelijk aftreden.
Taken en bevoegdheden Raad van Commissarissen
Artikel 16
1.
Aan de Raad van Commissarissen is het toezicht op het bestuur en op de algemene
gang van zaken in de stichting en de met haar verbonden onderneming( en)
-8-
opgedragen. De Raad van Commissarissen is in staat dat toezicht voortdurend uit te
oefenen. De Raad is bevoegd tot het nemen van maatregelen die voor de uitvoering
van dat toezicht nodig zijn en kan daartoe de uitvoering van besluiten van het
bestuur schorsen. De Raad is niet gehouden over zijn handelingen verantwoording
aan het bestuur af te leggen.
Hij staat het bestuur met raad ter zijde.
Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de Raad van Commissarissen zich
naar het belang van de stichting en de met haar verbonden onderneming( en)
2.
Het bestuur verschaft de Raad van Commissarissen tijdig de voor de uitoefening van
diens taak noodzakelijke gegevens.
Artikel 17
De Raad van Commissarissen benoemt uit zijn midden een voorzitter en een
vicevoorzitter.
Vergaderingen en besluitvorming Raad van Commissarissen
Artikel 18
1.
De Raad van Commissarissen stelt een reglement Raad van Commissarissen op
waarin de onderlinge taakverdeling alsmede regels inzake zijn werkwijze,
vergaderingen en besluitvorming, het instellen van commissies uit zijn midden, voor
zover deze niet in deze statuten zijn aangegeven, worden vastgelegd.
2.
Het in lid 1 genoemde reglement Raad van Commissarissen wordt opgesteld,
vastgesteld en gewijzigd door de Raad van Commissarissen.
3.
De Raad van Commissarissen kan alle besluiten welke hij in vergadering kan nemen,
ook buiten vergadering nemen. Buiten vergadering kan een besluit slechts worden
genomen indien alle in functie zijnde leden van de Raad van Commissarissen zich per
brief of langs elektronische weg over het desbetreffende voorstel hebben
uitgesproken. Van besluiten, op de wijze als in dit lid bedoeld tot stand gekomen,
maakt de voorzitter van de Raad van Commissarissen in de eerstvolgende
vergadering melding en zo een besluit wordt door de Raad van Commissarissen
bevestigd en aldus genotuleerd. Bovendien worden de bescheiden, waaruit van het
nemen van een zodanig besluit blijkt, bewaard bij de notulen.
HUURDERSPARTICIpATIE
Artikel 19
De stichting sluit een (samenwerkings) overeenkomst met de huurdersorganisatie( 5)
waarin de huurdersparticipatie als bedoeld in het Besluit beheer sociale-huursector en de
Wet op het overleg huurders-verhuurder nader is geregeld.
BOEKJAAR
Artikel 20
Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
JAARSTUKKEN
Artikel 21
1.
Het bestuur maakt binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar een
volkshuisvestingsverslag, een jaarrekening, een jaarverslag, alsmede het overzicht
met cijfermatige kerngegevens en prognoses zoals genoemd in artikel 26 Besluit
-9-
2.
3.
4.
5.
6.
beheer socialehuursector op, die moeten voldoen aan de voorschriften die terzake
voor toegelaten instellingen gelden.
De in lid 1 bedoelde stukken worden onderzocht door een accountant als bedoeld in
artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, die daartoe door de Raad van
Commissarissen opdracht wordt verleend. Indien de Raad van Commissarissen geen
opdracht verleent aan een accountant, dan wordt de opdracht aan de accountant
door het bestuur verleend.
De opdracht aan de accountant kan worden ingetrokken door degene die haar heeft
verleend, maar in ieder geval door de Raad van Commissarissen.
Het bestuur stelt de stukken als bedoeld in lid 1 vast en de Raad van
Commissarissen keurt deze goed nadat zij kennis hebben genomen van de
bevindingen van de accountant.
De jaarrekening en het jaarverslag worden door de leden van het bestuur en de
leden van de Raad van Commissarissen ondertekend. Ontbreekt de handtekening
van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding
gemaakt.
Na vaststelling en al dan niet goedkeuring van de jaarrekening door het bestuur
respectievelijk de Raad van Commissarissen wordt al dan niet door de Raad van
Commissarissen decharge verleend aan het bestuur. De Raad van Commissarissen
neemt daartoe een apart besluit.
BEGROTING
Artikel 22
Voor het begin van een boekjaar stelt het bestuur de begroting voor dat boekjaar vast, met
inachtneming van het in artikel 9 lid 1 sub a. bepaalde.
STATUTENWIJZIGING
Artikel 23
1.
Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. Het bestuur behoeft daarvoor de
2.
goedkeuring van de Raad van Commissarissen overeenkomstig het in artikel 9 lid 1
sub d. bepaalde. Indien het bestuur uit meer directeuren bestaat, dient het besluit
tot statutenwijziging éénstemmig te worden genomen in een vergadering waarin alle
bestuurders aanwezig zijn.
Voor het goedkeuringsbesluit van de Raad van Commissarissen als bedoeld in de
tweede zin van dit artikellid is een meerderheid van twee/derde vereist in een
vergadering waarin alle leden van de Raad van Commissarissen aanwezig zijn.
Verkeert één lid van de Raad van Commissarissen in de onmogelijkheid om aan deze
vergadering deel te nemen, dan kan niettemin een geldig besluit worden genomen
door de aanwezige leden van de Raad, mits de reden van het niet aanwezig zijn van
het desbetreffende lid in het besluit wordt genoemd.
Tot een wijziging van de statuten kan niet worden besloten voordat deze aan de
3.
Minister belast met de zorg voor de volkshuisvesting is voorgelegd en door hem is
goedgekeurd.
De wijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is
opgemaakt.
10
-
ONTBINDING EN VEREFFENING
Artikel 24
De stichting wordt ontbonden:
a.
door een besluit van het bestuur. Het bestuur behoeft daarvoor de goedkeuring van
de Raad van Commissarissen overeenkomstig het in artikel 9 lid 1 sub e. bepaalde.
Indien het bestuur uit meer directeuren bestaat, dient het besluit tot ontbinding
éénstemmig te worden genomen in een vergadering waarin alle bestuurders
aanwezig zijn;
Voor het goedkeuringsbesluit van de Raad van Commissarissen als bedoeld in de
tweede zin van dit artikellid is een meerderheid van twee/derde vereist in een
vergadering waarin alle leden van de Raad van Commissarissen aanwezig zijn.
Verkeert één lid van de Raad van Commissarissen in de onmogelijkheid om aan deze
vergadering deel te nemen, dan kan niettemin een geldig besluit worden genomen
door de aanwezige leden van de Raad, mits de reden van het niet aanwezig zijn van
het desbetreffende lid in het besluit wordt genoemd.
b.
na faillietverklaring door hetzij opheffing van het faillissement wegens de toestand
van de boedel, hetzij door insolventie;
c. door de rechter in de gevallen die de wet bepaalt.
Artikel 25
Bij ontbinding dient het bestuur de Minister belast met de zorg voor de volkshuisvesting
hiervan onverwijld in kennis te stellen.
Artikel 26
Na ontbinding van de stichting zal vereffening geschieden door een of meer vereffenaars,
te benoemen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Woerden. Dit college is bevoegd de vereffenaars te schorsen en te ontslaan en andere
vereffenaars te benoemen. Het college van burgemeester en wethouders houdt toezicht
op de vereffenaars.
Artikel 27
De vereffenaar( s) dien( t) ( en) te handelen overeenkomstig de volgende bepalingen:
1.
Indien de onroerende zaken zijn gelegen binnen het werkgebied van een of meer
toegelaten instellingen, biedt de vereffenaar de goederen en de schulden van de
ontbonden stichting bij voorrang aan die toegelaten instellingen aan ter gehele of
gedeeltelijke overneming.
Voor zover de goederen en de schulden niet worden overgenomen worden die
goederen of schulden ter gehele of gedeeltelijke overneming aangeboden aan de
gemeente waar de onroerende zaken zijn gelegen. Voor zover de gemeente die
goederen of schulden niet overneemt, stelt de vereffenaar de huurders van de tot
die goederen behorende woongelegenheden in de gelegenheid deze in eigendom te
verkrijgen.
2.
Indien de ontbonden stichting op het tijdstip van ontbinding geen onroerende zaken
bezat, biedt de vereffenaar de goederen en de schulden van de stichting aan de
gemeente Woerden aan.
-
3.
11
-
Voor zover wegens het niet aanvaarden van de aanbiedingen bedoeld in het eerste
en tweede lid de goederen en de schulden niet zijn overgenomen, maakt de
vereffenaar de goederen van de ontbonden stichting te gelde en voldoet hij de
schulden.
4.
De vereffenaar stort de middelen die zijn overgebleven na het overeenkomstig de
voorgaande leden te gelde maken van de goederen van de ontbonden stichting en
na het voldoen van haar schulden in het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting,
bedoeld in artikel 71 van de Woningwet.
SLOTBEPALING
Artikel 28
In deze statuten wordt onder het begrip “huurder” mede verstaan:
a.
de medehuurder in de zin van de artikelen 266 en 267 van Boek 7 van het Burgerlijk
Wetboek;
b.
de persoon, bedoeld in artikel 268, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk
Wetboek;
c.
degene die een woongelegenheid met toestemming van de stichting huurt van een
huurder die haar huurt van de stichting.