Strategische Personeelsplanning ‘ Failing to plan is planning to fail ’ Inleiding “Failing to plan is planning to fail”. Onder dit motto zijn in Nederland vele organisaties bezig zich te bezinnen omtrent de impact die economische en demografische ontwikkelingen zullen hebben op hun personeelsbeschikbaarheid. Het belang van Strategische Personeelsplanning (SPP) In veel westerse landen is sprake van vergrijzing. De demografische processen leiden de komende jaren tot een naar verwachting hoge uitstroom van oudere werknemers. Het aantal jongeren dat instroomt op de arbeidsmarkt lijkt onvoldoende om deze plaatsen op te vullen. De conjuncturele “war on talent” die in de periode 2006-2008 al voelbaar was zal uitmonden in een mogelijk structurele schaarste op de arbeidsmarkt. Organisaties worden geconfronteerd met snelle schommelingen in afzet en productie en voelen de behoefte aan een flexibele schil. Tegelijkertijd wordt het binden en boeien van vaste medewerkers een grote uitdaging. Het goed kunnen inschatten van de verwachte personeelsbehoefte is daarbij van duidelijk belang. De kwaliteit van personeel zal een belangrijke concurrentiefactor worden. Het gaat niet alleen om “handjes” maar ook om “hersens” en betrokkenheid. Het inventariseren van de kwaliteit van het huidige, toekomstige en gewenste personeelsbestand is een essentieel onderdeel van HRM. Ook het beheersbaar houden van de kosten van personeel is een kernthema. SPP biedt de mogelijkheid projecties te maken van de gewenste en de verwachte personeelskosten en de effecten van mogelijke varianten daarbinnen. Tenslotte geldt voor veel organisaties dat zij zich flexibel en wendbaar kunnen aanpassen aan veranderende externe omstandigheden. Dat vraagt om een goede samenstelling van het personeelsbestand in termen van vaste, tijdelijke en inhuurcontracten. Vijf redenen waarom SPP hoog op de HR-agenda staat. En terecht. De faalkosten van onzorgvuldige personeelsplanning zijn namelijk evident. Een tekort aan personeel leidt tot omzeten productieverliezen. Leegloop en boventalligheid kennen ook een hoog prijskaartje, zeker gezien de ontslagregelingen en vergoedingen. Onvoldoende kwaliteit en betrokkenheid van personeel kunnen een behoorlijke impact hebben op de operationele resultaten. Voldoende redenen voor HR om SPP te gebruiken om de betreffende risico’s in beeld te brengen en terug te dringen. STRATEGISCHE PERSONEELSPLANNING 2 Samenhang met strategisch organisatiebeleid en HRM Er zijn duidelijke samenhangen tussen strategisch organisatiebeleid, HR-beleid en SPP. Onderstaande figuur geeft deze weer. Strategisch organisatiebeleid (2) Strategisch HR-Beleid (4) (1) PIOFAH (3) Strategische personeelsplanning Toelichting: 1. Het strategisch organisatiebeleid is afgeleid van markten, sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen. Vervolgens moet in dit beleid zichtbaar worden wat de impact is op de benodigde middelen. Dat heet ook wel PIOFAH: personeel, informatievoorziening, organisatiestructuur, financiën, administratieve processen en huisvesting. Uit het strategische organisatiebeleid vloeit dus voort een indicatie van de daarbij behorende hoeveelheid en kwaliteit van het hiervoor benodigde personeel. 2. Het strategisch organisatiebeleid wordt ook doorvertaald in o.a. strategisch HR beleid. HRM is gebaseerd op deze koppeling. Dat betekent dat HR beleid rond beloning, cultuur, opleiding en scholing, inrichting werkprocessen, loopbaanbeleid, et cetera, een duidelijke koppeling kennen met (en een ondersteuning bieden aan) dit strategische organisatiebeleid. 3. Vanuit de gevoelde noodzakelijke personeelsbehoefte is het van belang te bezien hoe deze kan worden voorzien uit het beschikbare personeel. Moet er worden afgeslankt, moet er nieuwe werving plaatsvinden, et cetera. 4. Vanuit het SHRM thema is het van belang de daar aanwezige instrumenten gecoördineerd en gestructureerd in te zetten om te komen tot een goede workforce. SPP is daarmee een koppeling van de bedrijfskundige (1) en HR-matige (2) uitwerking van strategisch organisatiebeleid, waarbij deze twee trajecten niet louter parallel maar vooral geïntegreerd worden ingestoken. STRATEGISCHE PERSONEELSPLANNING 3 Doelstelling van Strategische Personeelsplanning Strategische personeelsplanning (SPP) is een veelomvattend proces dat met een zekere frequentie moet worden herhaald. SPP vereist input en betrokkenheid van lijnmanagers op centraal en decentraal niveau en van HR-managers (idem). SPP is een gezamenlijke activiteit. De doelstelling van SPP is tweeledig: 1. zorgen dat nu de goede mensen op de goede plek zitten en daarmee leegloop en vacatures kunnen worden voorkomen. Hiermee kan een gezonde exploitatie van menselijk kapitaal worden bereikt. 2. Zorgen dat in de nabije toekomst (2-3 jaar, eventueel 5 jaar) er voldoende kwantitatief en kwalitatief potentieel in de organisatie is om ook op die termijn een gezonde bedrijfsvoering mogelijk te maken. Drie elementen en vier dimensies SPP is gebaseerd op een proces waarbij drie elementen worden onderscheiden en aan elkaar worden verbonden. Het betreft dan de vraagzijde (hoeveel mensen hebben we nodig, en van welke aard en soort), de aanbodzijde (hoeveel mensen zijn beschikbaar, van welke aard en soort) en de externe arbeidsmarkt (de ‘navelstreng’ naar de bedrijfsinterne arbeidsmarkt). De analyses vinden plaats op 4 dimensies: de kwantitatieve aantallen (head-counts), de kwalitatieve aspecten (competenties, feitelijke en verwachte bijdrage en productiviteit, groeipotentieel), de kosten (de prijs van arbeid) en het type arbeidsrelatie (vaste dienst, tijdelijk, flexibele schil). SPP analyseert daarmee kwantiteit, kwaliteit, kosten en relatie, ofwel KKKR, ook wel aangeduid als K3R. Inhoud Strategische Personeelsplanning SPP kent een aantal bouwstenen. Deze zijn in de volgende figuur geschetst: STRATEGISCHE PERSONEELSPLANNING 4 Bovenstaand schema betekent dat er diverse bouwstenen te onderkennen zijn: 1. Een analyse van missie, visie, strategie, en externe omgeving 2. Een inventarisatie van kenmerken van het huidige personeelsbestand (sekse, leeftijd, diensttijd, loonkosten, salarispositie, arbeidsrelatie, deeltijdomvang, et cetera): alsmede de huidige kwaliteit van personeel (HR3P). een analyse van de instroom, doorstroom en uitstroom (IDU) in het verleden. 3. Vaststellen van strategische toekomstscenario’s. 4. Het in beeld brengen van ontwikkelingen op de externe arbeidsmarkt. 5. Voorspellen van de mogelijke toekomstige bezetting (aanbodzijde) op basis van vooronderstellingen rond door- en uitstroom, in K3R-termen. STRATEGISCHE PERSONEELSPLANNING 5 6. Het bepalen van de toekomstige noodzakelijke formatie (vraagzijde) door de strategische consequenties van de ontwikkelde scenario’s te vertalen naar de in dat geval gewenste formatie in K3R-dimensies. 7. Bepalen van de ‘gaten en bulten’, de gaps tussen gewenst en verwacht (per K3R dimensie). 8. Het in beeld brengen van cocktail aan acties om deze ‘gaps’ te overbruggen. Dit laatste, het vermijden van mogelijke gaten is in wezen het preventieve karakter van SPP. Feitelijk is SPP een ‘self denying prophecy’. SPP maakt het mogelijk tijdig te anticiperen, in plaats van steeds naderhand op korte termijn brandjes te moeten blussen. Preventief beleid kun je op veel manieren doen. SPP is een ook soort van Rubik kubus. Alles hangt met alles samen, als je ergens aan draait, dan bewegen er direct en indirect andere zaken mee. Bijvoorbeeld: een verwachte verandering in het verloop van personeel zal invloed hebben op de doorstroommogelijkheden en inzetbaarheid van personeel. Een ander voorbeeld: verschuivende behoeften aan de vraagzijde kunnen leiden tot leegloop aan de aanbodzijde in leeftijdscategorieën waarbij het verloop laag is. Nog een voorbeeld: zo kun je bijvoorbeeld zelf gaan opleiden (make) of direct gekwalificeerde arbeid extern inkopen (buy). Je kunt ook gaan schuiven met de functiestructuur (differentiatie, samenvoegen) om te bezien of dat tot betere oplossingen leidt. Een belangrijk aspect van SPP is dat er niet één goede oplossing is. Er zijn altijd meerdere varianten te onderscheiden die kunnen leiden tot een goede oplossing. SPP betekent dan dat er een aantal stuurknoppen zijn (parameters) waaraan gedraaid kan worden. De te kiezen oplossing zal kunnen worden bepaald door mede te letten op bijbehorende kosten, draagvlak, haalbaarheid, et cetera. Dat vraagt om goede onderliggende modellen, die tegelijkertijd voldoende eenvoudig en transparant zijn om gebruikt te kunnen worden door lijnmanagers en HR-adviseurs. Lijnmanagers en HR managers werken samen SPP is een goed voorbeeld van de manier waarop lijnmanagers samen met HR-adviseurs gezamenlijk werken aan het tot stand komen van een belangrijke voorwaarde voor succes: voldoende en goed gekwalificeerd personeel, niet teveel, niet te weinig, en vooral ook op tijd…. HR-adviseurs zorgen voor de achterliggende data en analyses. Lijnmanagers oordelen over de huidige en gewenste bezetting en formatie, in aantallen en in kwaliteiten (competenties, potentieel, etc.). Samen bekijken zij welke alternatieven voorhanden zijn om eventuele kloven te dichten. Moeten we meer inzetten op externe werving? Moet de interne doorstroom hoger? Hoe pakt het uit voor de loonkosten? Wordt de gemiddelde leeftijd niet te hoog? Moeten we inzetten op hogere vrijwillige uitstroom? Hoe inzetbaar zijn onze mensen in andere functies, andere locaties, andere taken? STRATEGISCHE PERSONEELSPLANNING 6 SPP is strategisch. Dat betekent vaak een focus van 3-5 jaar. Lijnmanagers hebben soms een kortere termijn focus, de problemen voor het komende kwartaal of maand (soms zelfs morgenmiddag 12 uur…). Naast SPP moet personeelsplanning dan ook worden doorvertaald in tactische en operationele plannen op de kortere termijn. Maar je weet dan tenminste wel waar je op iets langere termijn naar toe wilt… Wie doet wat? SPP is een zaak van lijnmanagers en HR-managers. Voor elk van de 8 bouwstenen is hieronder met kruisjes aangegeven wanneer men veel moet doen (XX), moet helpen (X) of geen actie hoeft te ondernemen (-) Lijnmanagers HR-managers 1. Interne en externe omgeving X XX 2. Huidige bezetting, kwaliteit, IDU X XX XX X 4. Externe arbeidsmarkt - XX 5. Voorspellen toekomstige bezetting - XX 6. Toekomstige noodzakelijke formatie XX XX 7. Confrontatie XX XX 8. Cocktail aan acties XX XX 3. Scenario’s 1. De HR-afdeling gaat bezig met de analyse van de huidige bezetting en komt met overzichten wat betreft de samenstelling en de kenmerken van het huidige personeelsbestand. Dit kan in de vorm van grafieken, tabellen, et cetera. Het gaat vooral om het verkrijgen van enig inzicht in deze kenmerken. Sekse, leeftijd, diensttijd en deeltijd zijn de meest voor de hand liggende elementen. Ook kan worden gedacht aan opleidingsniveau (mits bekend), functietype (evt. clusters) en andere kenmerken. 2. De HR-afdeling neemt het initiatief om te komen tot een personeelschouw, bijvoorbeeld in de vorm van HR3P. Samen met lijnmanagers wordt deze analyse voorbereid, en lijnmanagers geven zelf hun beoordelingen af. De HR afdeling verzamelt de verkregen informatie. 3. De HR afdeling gaat na of het mogelijk is een IDU (in-door-uitstroom) matrix op te stellen voor de afgelopen jaren. Idealiter kunnen voor de afgelopen 3 jaar dergelijke matrices worden opgesteld. Voorwaarde is wel dat niet teveel segmenten (leidinggevenden, middenkader, medewerkers) worden onderscheiden, en dat doorstroom goed in beeld kan worden gebracht. Eventueel zullen zaken met de hand moeten worden aangepast. STRATEGISCHE PERSONEELSPLANNING 7 4. De HR-afdeling neemt het initiatief voor de scenarioplanning. Lijnmanagers worden uitgedaagd om hun toekomstbeelden in kaart te brengen en op hun consequenties te doorgronden. Het resultaat is een document waarin de denkbare toekomsten staan beschreven. 5. De HR-afdeling brengt de ontwikkelingen op de externe arbeidsmarkt in beeld. 6. De HR-afdeling gaat op basis van de huidige bezetting en de geconstateerde dynamiek hierin (IDU) een aantal mogelijkheden doorrekenen om de toekomstige bezetting te bepalen. Dat kan door extrapolatie van het huidige “beleid”ten aanzien van IDU, maar ook door beleidsvarianten hierin zichtbaar te maken (bv. vacaturestop, voortijdige pensionering, grotere doorstroom). Idealiter wordt dit gedaan door het bouwen van een op Excel gebaseerd modelletje, waarin een aantal keuzeknoppen worden opgenomen. 7. De HR-afdeling neemt het initiatief om voor elk van de scenario’s samen met de lijnmanagers de gewenste formatie vast te stellen (aantallen, aard en soort personeel). Eventueel wordt gewerkt met onzekerheidsmarges. 8. Lijnmanagers en HR bepalen samen welke gaten en bulten verwacht kunnen worden, welke preventieve acties mogelijk zijn en wat de effecten daarvan kunnen zijn. Het proces van SPP Nadenken over strategisch HRM en SPP in het bijzonder is natuurlijk geen éénmalige aangelegenheid. Gemiddeld genomen kost SPP 3-5 maanden. Het denk- en werkproces zal met enige regelmaat moeten worden herhaald en aangepast aan nieuwe ontwikkelingen en inzichten. Het is in onze visie van belang dat de eigen HR-afdeling van een organisatie de kennis en vaardigheden ontwikkelt om het proces van SPP duurzaam zelfstandig ter hand te nemen. Eigen meesterschap dus, dat ook in de toekomst kan worden geborgd. Wij ondersteunen graag de eerste stappen daartoe. In onze optiek wordt aan SPP invulling gegeven door een team van HR-professionals en lijnmanagers uit de organisatie, soms in eerste aanleg ondersteund door externe deskundigen. Daarbij moet volop aandacht zijn voor proceskenmerken. Een strategische visie is vereist, duidelijke werkafspraken en goede communicatie. Wij hebben velerlei ervaringen met deze vorm van ondersteuning en begeleiding. Rekenmodellen Vaak is bij SPP een belangrijke bottleneck dat er onvoldoende goede data en/of rekenmodellen voorhanden zijn. Euro-HRM is in staat om samen met een dedicated partner hierbij ondersteuning te bieden door het leveren van specifieke software. Het gaat dan met name om het in beeld brengen van de huidige situatie, de recente mobiliteit (IDU), de kwaliteit (HR3P) en de toekomstige behoefte (scenario-analyse). De door ons ontwikkelde software wordt op maat van de klant uitgewerkt en toegepast. Bovendien wordt de applicatie zoveel mogelijk gedigitaliseerd zodat uw organisatie naderhand ook zelf binnen dit stramien kan gaan werken. STRATEGISCHE PERSONEELSPLANNING 8 De opbrengst De opbrengsten zijn een betere beheersing van personeelsstromen, een betere koppeling van HRbeleid aan organisatiebeleid, een transparante strategische focus bij lijnmanagers en HR-adviseurs (toekomstscenario’s), en een goed kader voor aanvullend HR-beleid zoals loopbaanontwikkeling, opleiding en beoordeling. Er ontstaat meer samenhang in zaken als: Wervingsbeleid in relatie tot leeftijdopbouw Contracteringsbeleid (vast/flexibel) Opleidingsbeleid Uitstromingsbeleid Auteur Gerard Evers is directeur-eigenaar van adviesbureau Euro-HRM, gespecialiseerd in economisch personeelsmanagement. Hij studeerde algemene econometrie (cum laude) in Tilburg en werd daarna universitair docent Ruimtelijke Economie in Groningen. Na zijn proefschrift (1986) over interregionale arbeidsmobiliteit was hij van 1987 tot 1999 universitair hoofddocent Personeelwetenschappen aan de Universiteit van Tilburg. Tussen 1999 en 2005 werkte hij als consultant bij IVA Tilburg en van 2005-2009 als directeur van het departement HRM van OSA, de Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek te Tilburg en Utrecht. Vanaf 2004 tot 2007 was hij tevens hoogleraar Human Capital Valuation aan de UvT. Gerard publiceert regelmatig boeken en artikelen over onderwerpen als strategische personeelsplanning, interne mobiliteit, beloningssystemen, ken-/stuurgetallen, balanced scorecards, human capital valuation en flexibele pensionering. Schrijf ú nu in voor de Masterclass Strategische personeelsplanning: STRATEGISCHE PERSONEELSPLANNING 9
© Copyright 2024 ExpyDoc